2014 09 15 Lokaal flankerend onderwijsbeleid Aalst

LOKAAL FLANKEREND ONDERWIJSBELEID STAD AALST
1.
Inleiding
Wie in Aalst op 2,5 jaar aan zijn schoolloopbaan begint, kan nagenoeg het hele traject tot en
met het diploma hoger onderwijs op hetzelfde grondgebied afwerken. Daarbij is er een ruime
keuze van verschillende netten en onderwijsfilosofieën. In Aalst is er ook een gamma van
deeltijds onderwijs waar men levenslang en levensbreed kan leren.
Naast de zorg voor de eigen stedelijke onderwijsinstellingen neemt de stad Aalst een regierol
op ten aanzien van alle scholen op het grondgebied om een netoverschrijdend
onderwijsbeleid te voeren. Dankzij het lokaal flankerend onderwijsbeleid kunnen we de
verschillende onderwijsacties en -actoren bij elkaar brengen en heel wat nuttig werk
verrichten. Deze acties staan in het teken van een beter onderwijs en het nastreven van
gelijke kansen voor elke Aalsterse leerling.
2.
Meerjarenplan 2014-2019
In het meerjarenplan 2014-2019 van de stad Aalst zijn verschillende acties opgenomen die
bijdragen tot de ontwikkeling van een lokaal flankerend onderwijsbeleid. Naast het actieplan
lokaal flankerend onderwijs (rubriek 3), zijn er in tal van andere actieplannen (rubriek 4 t.e.m.
14) acties vervat die een link hebben met het lokaal flankerend onderwijsbeleid in Aalst.
Deze acties zijn gericht op één of meer doelstellingen met betrekking tot:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
gelijke onderwijskansen
kleuterparticipatie
spijbelen
probleemgedrag op school
ongekwalificeerde uitstroom
taalstimulering Standaardnederlands
betrokkenheid ouders en omgeving
samenwerking tussen onderwijs, welzijn, cultuur, jeugd en sport
doorstroming en oriëntering
geletterdheid
levenslang leren
Er is tevens een actie opgenomen gericht op de aanpak van de capaciteitsproblematiek in
samenwerking met de lokale actoren.
3.
Actieplan regierol opnemen en het lokaal flankerend onderwijsbeleid verder
uitbouwen
3.1. Onderwijsraad
Onderwijs organiseren en ondersteunen gebeurt in de kleine gemeenschappen van elke
school of instelling. Die organisatie is in vele opzichten een afspiegeling van de organisatie
en ondersteuning van de hele maatschappij. Wie spreekt over onderwijs, heeft het onder
meer ook over toegang tot infrastructuur, gezondheidszorg en milieu, kinderopvang, sociale
zorg, veiligheid en mobiliteit, sport en cultuur, jeugd, een dynamische communicatie, ... Er
zijn dus verscheidene raakvlakken tussen onderwijs en de diverse domeinen van het lokaal
beleid.
1
Om de samenwerking tussen alle onderwijspartners aan te moedigen en het lokaal
onderwijsbeleid te voeden en ondersteunen, werd eind 2008 een nieuwe overlegstructuur
geïnstalleerd: de Onderwijsraad. Dit is een netoverschrijdend advies- en overlegplatform
waar met open geest en respect voor de eigenheid van de verschillende onderwijspartners
onderwijsgebonden materies besproken worden.
De Onderwijsraad adviseert de stad Aalst rond verschillende thema’s en helpt mee
initiatieven te stimuleren. Het biedt tevens een ontmoetingskader voor structureel overleg, wil
de communicatie tussen de verschillende onderwijspartners bevorderen en creëert de
mogelijkheid voor de uitwisseling van ervaringen en voorstellen.
De samenstelling van de Onderwijsraad wordt zo ruim mogelijk ingevuld:
•
•
•
•
•
•
vertegenwoordigers van alle onderwijsnetten en -niveaus
vertegenwoordigers CLB’s
LOP-deskundige basisonderwijs en secundair onderwijs
schepen van Onderwijs
onderwijsdeskundigen
vertegenwoordigers onderwijsgerelateerde organisaties (bv. vzw vierdewereldgroep
Mensen voor Mensen, vzw Schulden op School, sociale dienst politie, centrum
basiseducatie, Huis van het Nederlands, …)
De startvergadering van de Onderwijsraad is doorgegaan in oktober 2009. In de nieuwe
bestuursperiode zal de organisatie van dit overlegorgaan verder opgenomen worden. Het
secretariaat, de coördinatie en de opvolging van acties en beslissingen ligt in handen van de
regisseur lokaal onderwijsbeleid.
3.2. Taalstimuleringsprojecten
Aalst is door zijn centrale ligging de laatste jaren meer en meer uitgegroeid tot een
satellietgemeente van Brussel. Het gaat vooral om Franssprekende autochtone en
allochtone gezinnen met vaak de Belgische nationaliteit. Deze leerlingen voldoen vaak niet
aan de criteria die vooropgesteld worden voor de onthaalklas anderstalige nieuwkomers en
lopen dan ook snel een onoverbrugbare leerachterstand op, omwille van de taalachterstand.
Leerlingen die thuis een andere taal spreken hebben meestal meer kans om een
taalachterstand op te lopen, ook al zijn ze in Aalst geboren en getogen. Daarnaast zijn er
heel wat leerlingen die thuis wél Nederlands spreken die ondersteuning nodig hebben op het
gebied van taal.
Om de Aalsterse scholen te ondersteunen in het omgaan met leerlingen met
taalmoeilijkheden zet de stad in op het initiëren en continueren van netoverschrijdende
taalstimuleringsprojecten: het project ‘alfaklassen’ voor het secundair onderwijs, de
taalcoach voor het basisonderwijs en het ‘TAALst’-project voor het buitengewoon secundair
onderwijs.
3.2.1
Project ‘alfaklassen’
In het project ‘alfaklassen’ staan taalinstructie, taalstimulering en het optimaliseren van de
taalverwerving centraal. De alfaklassen beogen zeer concrete taalkennis (schooltaal of
instructietaal) bij te brengen die nodig is om de slaagkansen van leerlingen in het secundair
onderwijs te vergroten. De lessen stimuleren eveneens de ontwikkeling van
taalvaardigheden zoals lezen, luisteren, spreken en schrijven in het Nederlands.
De leerlingen die begeleiding kunnen krijgen in het kader van het project ‘alfaklassen’
worden geselecteerd door een begintest. Per school worden alfaleerkrachten aangesteld, die
2
per leerling een individueel traject opstarten in samenwerking met de pedagogische coach.
De alfaklassen worden op de volgende manier georganiseerd:
•
•
Er wordt geopteerd voor een intensieve start gedurende de eerste helft van het
schooljaar en een afgebouwde lessenreeks gedurende de tweede helft van het
schooljaar.
Er wordt gewerkt met diverse groepen alfaklassen die volgens het niveau van de
leerlingen een gedifferentieerd aantal lesuren krijgen.
Afhankelijk van het kennisniveau van de leerlingen kan er groepsoverstijgend gewerkt
worden. Een leerling die zeer taalarm is kan meerdere lesuren per week volgen door zich bij
verschillende groepen aan te sluiten, terwijl een leerling die minder moeite heeft voor een
beperktere duur kan aansluiten. Aangezien er gewerkt wordt met kleine groepjes leerlingen
(max. 12 leerlingen per groep) is er ruimte voor diversifiëren en individuele leertrajecten.
Naast de taalstimulering bij de alfaleerlingen krijgt het project via de alfaleerkrachten toegang
tot de reguliere werking van de scholen. De alfaleerkracht onderwijst de alfaleerling,
observeert en evalueert de vorderingen, noteert de werkpunten en overlegt hierover met de
directeur, het zorgteam en de reguliere leerkrachten van de leerling.
In overleg met de klassenraad, de alfaleerkracht en de pedagogische coach wordt er op
regelmatige tijdstippen geëvalueerd of de alfaklas voor de leerling nog een meerwaarde
betekent. Dit gebeurt op basis van klasresultaten en resultaten geboekt in de alfales en de
reguliere lessen en wordt gemeten met tussentijdse taalvaardigheidstesten.
In de loop van het schooljaar zijn er vergaderingen met de coördinator van het project, de
vertegenwoordigers van de netten en de LOP-deskundige. De alfaleerkrachten komen
regelmatig samen om ervaringen uit te wisselen en voor inhoudelijke en pedagogische
ondersteuning. Op deze manier wordt het project opgevolgd en is er ruimte voor permanente
bijsturing en evaluatie.
3.2.2
Project ‘taalcoach’
Het doel van het project ‘taalcoach’ is het verhogen van de deskundigheid van leerkrachten
en zorgteams in het werken met anderstalige en taalzwakke leerlingen en ouders. De
leerkracht moet weten wat wel kan en wat niet kan. De leerling krijgt de juiste vaardigheden
die hij / zij nodig heeft om zijn / haar weg te vinden op school. De taalcoach voorziet
ondersteuning van alle Aalsterse basisscholen op basis van hun noden. Deze ondersteuning
speelt zich af op niveau van de directeurs, leerkrachten, zorgcoördinatoren, SESleerkrachten en uitzonderlijk op niveau van de leerling.
Aan de hand van gratis workshops probeert de taalcoach leerkrachten en zorgteams inzicht
te geven in hoe ze leerlingen met taalnoden kunnen opvangen en begeleiden in de schoolen klaspraktijk. De inhoud hiervan kan gewijzigd worden naargelang de vragen of
verwachtingen. Mogelijke thema’s zijn woordenschatdidactiek, verteltassen, opvang
anderstalige nieuwkomers in de reguliere klaspraktijk, opstarten talenbeleid, beginnende
geletterdheid, breed evalueren van taalcompetenties, meertaligheid en talensensibilisering,
taalstimulering en taalspelletjes, meervoudige intelligentie en taalstimulering, …
De taalcoach beschikt over een materialenbank met boeken, methodes en materialen met
betrekking tot taal. Scholen kunnen deze materialen inkijken of ontlenen. Deze
materialenbank wordt voortdurend uitgebreid en bijgewerkt.
Uit een bevraging van de Aalsterse basisscholen blijkt dat er een behoefte is aan
visievorming met betrekking tot talenbeleid. Sommige scholen zouden graag individueel of
3
binnen hun scholengroep tot een visie komen. De taalcoach kan ingeschakeld worden om
deze visievorming te begeleiden door workshops te geven of samen te komen binnen een
kernteam of een bepaald net. Daarnaast kan de taalcoach scholen begeleiden bij het
opzetten van een talenbeleid.
De scholen in Aalst kunnen vragen over anderstaligheid stellen aan de taalcoach. Dit kunnen
vragen zijn over methodieken, materialen en werkwijzen. Wanneer er vragen gesteld worden
over individuele anderstalige nieuwkomers is het mogelijk dat de taalcoach naar de school
gaat om een observatie te doen van het kind en het klasgebeuren.
Het aanbod van de taalcoach is online raadpleegbaar via de website
www.aalst.be/taalcoach.
3.2.3
NIEUW! Project ‘TAALst’
De scholen voor buitengewoon secundair onderwijs willen jongeren goed voorbereiden op
hun verdere leven en hen extra begeleiden, zodat ze niet uit de boot vallen. Door preventief
te werken kunnen immers veel problemen en kosten voorkomen worden en is de kans groter
dat deze jongeren hun plek in de samenleving vinden.
In september 2013 werd een samenwerking opgestart tussen de stad en de drie secundaire
scholen voor buitengewoon onderwijs te Aalst voor de organisatie en coördinatie van het
project ‘TAALST’. De scholen staan in voor het uitvoeren van de doelstellingen van dit
project in het kader van taalondersteuning van anderstalige leerlingen in het buitengewoon
secundair onderwijs.
De scholen doen dit aan de hand van de volgende principes en methode:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
taalinstructie staat centraal in dit project, de taallessen beogen zeer concrete
taalkennis (school- of instructietaal) bij te brengen en eveneens om de
doelgroepleerling aansluiting te laten vinden bij de arbeidsmarkt;
de taalondersteuning is aangepast aan de noden van de doelgroepleerlingen van de
buitengewone secundaire school;
er wordt gewerkt met diverse groepen die volgens het niveau van de leerlingen een
gedifferentieerd aantal lesuren krijgen;
de taallessen worden tijdens de reguliere lessen gegeven;
de taallessen worden gegeven door gediplomeerde leerkrachten of logopedisten;
de doelgroepleerlingen worden vooraf gescreend om deel te kunnen nemen aan het
project en om het beginniveau te bepalen;
afhankelijk van het kennisniveau van de leerlingen kan er ook groepsoverstijgend
gewerkt worden zodat een zeer taalarme leerling meerdere lesuren per week kan
volgen door zich bij de verschillende groepen aan te sluiten, terwijl een leerling die
minder moeite heeft maar toch nog een tekort heeft aan kennis van specifieke
taalregisters voor een beperktere duur kan aansluiten;
er wordt gewerkt met kleine groepjes leerlingen, waardoor er ruimte is om te
differentiëren en om individuele leertrajecten en individuele handelingsplannen op te
stellen;
gedurende het schooljaar houden de betrokken lesgevers de vorderingen van de
leerlingen bij en bezorgen deze aan de respectieve scholen;
doorstroming van informatie en de vorderingen van de leerlingen moeten besproken
worden met de reguliere leerkrachten tijdens bijvoorbeeld een klassenraad,
personeelsvergadering,…;
de lesgevers ondersteunen de reguliere leerkrachten en reiken praktische tools aan
om anderstalige leerlingen te begeleiden in de klas;
4
•
•
de autonomie van de klassenraden en van de scholen wordt wat de evaluatie betreft
volledig gerespecteerd;
de bovengenoemde directeurs engageren zich om gemotiveerde lesgevers aan te
stellen voor het project;
Er vindt op regelmatige basis overleg plaats om de uitvoering van het project op te volgen.
De evaluatiemomenten en –verslagen met de betrokken lesgevers van het project ’TAALst’
dienen als basis voor de verantwoording en toekenning van de middelen.
3.3. Aanpak capaciteitsproblematiek
In het najaar 2013 werd gestart met onderzoek en analyse naar de capaciteit binnen het
onderwijs te Aalst op het niveau van het kleuter en lager onderwijs. Dit onderzoek heeft
onder andere als doel de capaciteitsnoden op het grondgebied Aalst te bepalen. Hiervoor
werd de medewerking gevraagd van de Aalsterse scholen en LOP-deskundige. Volgende
cijfergegevens met betrekking tot schooljaar 2013-2014 werden opgevraagd:
•
•
Voorzien aantal ingeschreven leerlingen op 30/06/2014 in de
school/niveau/vestigingsplaats.
De vastgelegde maximumcapaciteit per niveau en per vestigingsplaats.
Enkele voorlopige conclusies/vaststellingen:
•
•
•
•
•
•
•
•
Capaciteitsgegevens zijn niet centraal beschikbaar en een opvraging per school is
niet evident.
Bezettingsgegevens zijn in principe centraal beschikbaar, maar enkel opvraagbaar
via de LOP-deskundige. De juistheid is afhankelijk van de stipte invoer door de
scholen.
Op stadsniveau is er geen capaciteitsprobleem, zowel voor kleuter- als lager
onderwijs.
Op netniveau is er geen capaciteitsprobleem, zowel voor kleuter- als lager onderwijs.
Op schoolniveau zijn er voor het lager onderwijs in de drie netten geen
vestigingsplaatsen die de maximumcapaciteit bereiken.
Op schoolniveau zijn er voor het kleuteronderwijs in de drie netten wel
vestigingsplaatsen die de maximumcapaciteit bereiken.
De vestigingsplaatsen met capaciteitsproblemen zijn verspreid over Groot-Aalst
(grofweg de as Hofstade/Klein-Aalst/Erembodegem).
Vrije keuze blijft gewaarborgd in Groot-Aalst.
De cijfers met betrekking tot capaciteit en bezetting zullen ieder schooljaar worden
opgevraagd bij de basisscholen. Op deze manier kunnen we evoluties over de verschillende
jaren ontdekken. De cijfers kunnen verder geanalyseerd worden in samenspraak met de
verschillende onderwijspartners. Eventuele conclusies met betrekking tot de verdere uitbouw
van het onderwijsaanbod in Aalst kunnen hieraan gekoppeld worden.
3.4. Controle op de leerplicht
Elk schooljaar controleert het departement Onderwijs en Vorming of alle leerplichtige
jongeren daadwerkelijk aan de leerplicht voldoen. De lijsten van niet-ingeschreven leerlingen
basis en secundair onderwijs waarvoor het departement geen gegevens omtrent de
leerplicht heeft worden jaarlijks aan de stad bezorgd. De stad verzamelt bijkomende
informatie over deze leerlingen en bezorgt de aangevulde lijsten terug aan het departement.
5
3.5. Spijbelen
Het bevorderen van regelmatig schoolbezoek en het tegengaan van spijbelen is een vaak
terugkerend agendapunt op de vergaderingen van het LOP secundair onderwijs Aalst.
Cijfergegevens over problematische afwezigheden en tucht worden opgevolgd. Er wordt
vastgesteld dat het aantal problematische afwezigheden de laatste jaren ongeveer stabiel
blijft in Aalst. Het aantal tuchtdossiers is de laatste jaren verdrievoudigd.
Vanuit het LOP zal een werkgroep met relevante partners (vertegenwoordigers van de
verschillende onderwijsnetten, CLB, regionaal welzijnsoverleg, dienst Onderwijs, sociale
dienst politie, de horecacoach, …) worden opgericht die zich zal buigen over het thema
spijbelen. Deze werkgroep komt eind september 2014 voor het eerst samen en zal acties en
initiatieven samenbrengen en beter op elkaar afstemmen.
3.6. Kleuterparticipatie
Aandacht voor kleuterparticipatie is opgenomen in het beleidsplan van het LOP
basisonderwijs Aalst. Aan de doelstelling ‘het stimuleren van de schoolparticipatie van alle
kleuters met het oog op een positieve loopbaan’ zijn volgende acties gekoppeld:
•
•
•
•
•
Jaarlijkse bespreking van het aantal niet-ingeschreven kleuters (4 en 5 jaar).
Jaarlijkse bespreking van de resultaten van de opvolging door Kind en Gezin van de
2 en 3-jarigen.
In samenwerking met de CLB’s acties ondernemen met betrekking tot de toeleiding
van 4 en 5-jarige kleuters naar de scholen.
Actief participeren in de bekendmaking van informatiecampagnes met betrekking tot
kleuterparticipatie.
Scholen ondersteunen bij concrete vragen (bb. regelmatig schoolbezoek, op tijd
komen op school, …).
In samenwerking met de Opvoedingswinkel van de stad Aalst, het Minderhedenforum
(Changemakers), Vormingplus en Kind en Gezin worden er vormingen georganiseerd voor
ouders van instappende kleuters en voor ouders van kinderen die niet regelmatig deelnemen
aan het kleuteronderwijs.
3.7. NIEUW! Time-out project ‘De Kaai’
vzw Ter Muren organiseert, met de steun van onder meer de stad Aalst, het time out-project
‘De Kaai’. Time out is een methodiek waarbij jongeren tijdelijk uit het secundair onderwijs
worden gehaald, met als voornaamste doelstellingen hun re-integratie als schooluitval dreigt,
de verhoging van de gekwalificeerde uitstroom uit het secundair onderwijs en de realisatie
van integrale begeleiding van die jongeren. Per schooljaar worden er 8 time outbegeleidingen voor leerlingen uit scholen van de stad Aalst aangeboden.
De stuurgroep van De Kaai en vzw Ter Muren rapporteert ieder jaar over de inzet van de
middelen en de realisatie van de time-outs. Deze verantwoording gebeurt met respect voor
de privacy van de cliënten en het beroepsgeheim. De rapportering omvat
•
•
•
een stand van zaken over het aantal uitgevoerde begeleidingen voor kortdurende en
langdurige time out;
een bondig verslag over de bereikte resultaten en de wijze waarop de doelstellingen
worden bereikt;
een financieel verslag.
6
4.
Actieplan voldoende en kwalitatief stedelijk onderwijsaanbod in een optimale
infrastructuur
4.1. Dagelijkse organisatie van de stedelijke academies
Naast het leerplicht- en hoger onderwijs is er in Aalst een aanbod aan deeltijds
kunstonderwijs. Dit aanbod wordt georganiseerd door de stad Aalst in de stedelijke
academies voor Podiumkunsten en Beeldende Kunsten. De academies bieden
geïnteresseerde kinderen en volwassenen de mogelijkheid om lessen te volgen in de
domeinen muziek, woord, dans, tekenkunst, schilderkunst, beeldhouwkunst, vrije grafiek,
fotokunst, monumentale kunst, keramiek, airbrush en kalligrafie, binnenhuiskunst, …
4.2. NIEUW! Samenwerking muziekmaatschappijen
De Academie voor Podiumkunsten heeft een samenwerkingsovereenkomst met alle
Aalsterse muziekmaatschappijen. De Academie bezorgt, na toestemming van de leerlingen,
gegevens van haar leerlingen aan de muziekmaatschappijen en maakt via haar website en
facebook pagina de bestaande muziekmaatschappijen in Aalst en hun activiteiten bekend.
Folders, brieven,… van de muziekmaatschappijen kunnen via Academie bedeeld worden
aan haar leerlingen. Minstens één maal per jaar is er structureel overleg tussen de Academie
en de maatschappijen, met het oog op evaluatie en de bespreking van nieuwe
ideeën/projecten van samenwerking.
5.
Actieplan analyseren van onveiligheidsfenomenen, uitvoeren, evalueren en
bijsturen van sensibiliseringsacties
Het team Integrale veiligheid organiseert elk schooljaar educatieve toneelvoorstellingen voor
leerlingen van de Aalsterse scholen. De thema’s van deze voorstellingen sluiten aan bij de
fenomenen van het strategisch veiligheids- en preventieplan (SVPP).
Tijdens deze voorstellingen kunnen verschillende actuele thema’s aan bod komen.
Bedoeling is om deze thema’s via de toneelvoorstelling in de klas bespreekbaar te maken.
Bij elke voorstelling hoort een lesmap met materiaal om de voorstelling voor te bereiden en
na te bespreken.
6.
Actieplan uitwerken van een beleid omtrent welzijn en volksgezondheid
Binnen de actie ‘verdere uitbouw van het welzijnsbeleid’ is een budget voorzien voor de
ondersteuning van het project SOS Schulden op School, een samenwerkingsovereenkomst
tussen de stad Aalst en vzw SOS Schulden op School.
De beoogde doelstelling van deze samenwerking is schuldpreventie in Aalst: van schulden
op school naar solidariteit op school. SOS Schulden op School wil de scholen bewust maken
van het probleem van kansarmoede op school en wil scholen aanzetten tot, en op hun vraag,
ondersteunen bij het ontwikkelen van een solidair beleid.
Meer concreet wil vzw SOS Schulden op School scholen, lokale overlegplatforms en
scholengemeenschappen:
•
•
sensibiliseren om solidair te zijn met kansarmen maar daarnaast ook met mensen die
door omstandigheden (zoals echtscheiding, jobverlies, faillissement, …) in financiële
problemen zijn gekomen.
aansporen om naast een bewust kostenbeheersend beleid, ook een sensibiliserend
beleid te voeren. Dit beleid zal meer effect hebben naarmate het draagvlak binnen de
7
•
school vergroot. Het is belangrijk dat de school een doordachte visie heeft op
armoede want anders blijven de inspanningen die men doet eenmalige lapmiddelen.
Ondersteunen om de doelstelling ‘preventie van uitsluiting’ een plaats te geven in hun
zorgbeleid.
Alle Aalsterse basis- en secundaire scholen hebben op 29/10/2009 het scholencharter
‘Onderwijs en Kansarmoede’ ondertekend. Ze engageren zich om gelijke onderwijskansen
voor elk kind na te streven en zo armoede structureel te bestrijden. Via het project wordt de
uitvoering van het charter in de praktijk opgevolgd en begeleid. Volgende actoren vormen de
doelgroep van het project:
•
•
•
•
•
•
Alle Aalsterse basisscholen
Alle Aalsterse secundaire scholen
Lokaal Overlegplatform Aalst
Centrum Leerlingenbegeleiding Aalst
Oudercomités Aalst
Andere betrokkenen uit de onderwijssector Aalst
Met het oog op de realisatie van bovengenoemde doelstellingen verbindt SOS Schulden op
School er zich toe om volgende acties te ondernemen:
•
•
•
•
7.
Het organiseren van 3 bijeenkomsten per jaar met de Aalsterse scholen. Het gaat
hierbij o.a. om infomomenten (toelichting project en charter), workshops en
opvolgmomenten.
De ontwikkeling en verspreiding van een label ‘kostenbewuste school’ voor de
Aalsterse scholen.
De deelname aan verscheidene overlegorganen (o.a. Platform Armoede en
Onderwijs, Welzijnsforum, …) met het oog op netwerking en expertise-uitwisseling.
Visieontwikkeling en verspreiding d.m.v. de ontwikkeling van een actiekrant met
‘good practices’.
Actieplan reguliere werking balie vreemdelingenzaken en inburgering
7.1. UITGEBREID! Taalbubbels
Taalbubbels is een speels taalbad voor anderstalige kinderen en jongeren tussen 6 en 18
jaar die in Aalst wonen of in Aalst naar school gaan. Het taalproject biedt ondersteuning aan
anderstalige leerlingen die tijdens de grote vakantie in hun thuissituatie weinig of geen
Nederlands spreken en horen.
Taalbubbels heeft tot doel het opfrissen van de Nederlandse taal en het stimuleren tot
durven spreken. Voor de organisatie van Taalbubbels wordt gewerkt met een team van
vrijwilligers. De rekrutering van deze vrijwilligers gebeurt onder meer binnen de Aalsterse
scholen.
De taalcoach basisonderwijs is tevens betrokken bij de organisatie van Taalbubbels. De
taalcoach werkt mee aan de voorbereidingsdocumenten en aan de organisatie van een
vormingsdag voor de vrijwilligers. De taalcoach kijkt de voorbereidingen van de vrijwilligers
na in juli en coacht tijdens de twee weken in augustus het taalteam.
7.2. Ouderwijs-onderwijs
Ouderwijs-onderwijs is een project met als doelstelling om taalzwakke ouders te begeleiden
bij het verwerven van competenties en vaardigheden die zij als niet-Nederlandssprekende
8
ouder nodig hebben om hun kinderen voldoende te kunnen ondersteunen in het
Nederlandstalig onderwijs.
Dit project kende in het verleden een beperkt succes. Er wordt vooropgesteld om een nieuw
project uit te schrijven (gebaseerd op Ouderwijs-Onderwijs) met als doel de actieve
deelname van ouders aan de schoolloopbaan van hun kinderen te verhogen.
8.
Actieplan uitvoering geven aan de regierol sociale economie in het kader van
intergemeentelijke samenwerking
De stad heeft een samenwerking met bepaalde scholen in functie van het ter beschikking
stellen van werkplaatsen aan studenten die een systeem van deeltijds werken en deeltijds
studeren volgen. Er bestaan verschillende tewerkstellingsmogelijkheden voor deze
studenten binnen de stad: begeleidings- en brugprojecten en beroepsinlevingscontracten.
9.
Actieplan realisatie Huis van het Kind
Een Huis van het Kind is een lokaal samenwerkingsverband waar gezinnen met kinderen en
jongeren én kinderen en jongeren zelf op termijn zullen terechtkunnen voor ondersteuning bij
het opvoeden en opgroeien. Bedoeling is dat onder meer de werking van de huidige
Opvoedingswinkel een plaats zal krijgen binnen het uit te bouwen Huis van het Kind.
De Opvoedingswinkel is een stadsdienst waarbij iedereen terecht kan met vragen over het
opvoeden van kinderen. Je kunt er folders, brochures, tijdschriften, boeken, … over
opvoedingsthema’s raadplegen en je kunt er vragen stellen via telefoon of e-mail of tijdens
een persoonlijk adviesgesprek. Daarnaast worden er regelmatig informatiemomenten over
opvoeden georganiseerd. De dienstverlening en activiteiten van de Opvoedingswinkel
worden actief bekend gemaakt via onder meer de Aalsterse scholen.
Sinds vorig schooljaar biedt de Opvoedingswinkel tevens de mogelijkheid om infomomenten
aan te bieden in de basis- of secundaire scholen in Groot-Aalst. Voor de organisatie van
deze infomomenten werkt de Opvoedingswinkel samen met de betrokken school. De
thema’s van de infomomenten zijn vaak interessant voor ouders van schoolgaande kinderen
(bv. sessies over de ontwikkeling van peuter tot kleuter, huiswerkbegeleiding, voorlezen,
pesten, …). Een jaarlijks terugkerend thema bij de infomomenten van de Opvoedingswinkel
is tevens een sessie over kleuterparticipatie.
10. Actieplan inzetten op multikanale dienstverlening op maat van de burger
10.1. Organisatie campus Kick Off
In samenwerking met de Aalsterse Jeugdraad organiseren de Aalsterse studentenclubs
(campus Aalst van de HoGent en KAHO Sint-Lieven) jaarlijks de Campus Kick Off, een gratis
evenement dat plaatsvindt op de campussen van de Aalsterse hogescholen.
10.2. Doopdecreet
Aalst telt heel wat studentenverenigingen die jaarlijks een doop organiseren om nieuwe
studenten in te lijven. Op vraag van vertegenwoordigers van het studentenconvenant en de
Aalsterse Jeugdraad zal in samenspraak met onder meer de hogescholen, politie,
reinigingsdiensten, de Jeugddienst en andere betrokkenen een ‘doopdecreet’ ontwikkeld
worden. Het doopdecreet zal bestaan uit een aantal randvoorwaarden waar studenten zich
moeten aan houden wanneer ze een doop willen organiseren.
9
11. Actieplan ondersteunen van de kwalitatieve uitbouw van de vrijetijdsinitiatieven
via een doelgericht ondersteuningsbeleid
11.1. Interscholensport
De Sportdienst organiseert elk schooljaar interscholensportwedstrijden. Deze wedstrijden
staan open voor leerlingen van alle Aalsterse scholen en dit vanaf het derde leerjaar van de
basisschool tot het volledige secundair onderwijs. De bekendmaking ervan gebeurt actief via
de Aalserse scholen.
11.2. Gebruik sportinfrastructuur
De stad hanteert gunsttarieven voor het gebruik van het zwembad en de andere stedelijke
sportinfrastructuur door alle Aalsterse scholen (netoverschrijdend).
12. Actieplan promoten en verbeteren van de UiTPAS met de bedoeling iedere
Aalstenaar toegang te verlenen tot het beschikbaar vrijetijdsaanbod
De UiTPAS is een kaart voor iedereen die deelneemt aan vrijetijdsactiviteiten. Met de
UiTPAS kan men punten sparen en ze verzilveren in een korting, cadeau of ander voordeel.
De pas kan gebruikt worden voor een gemeenteoverschrijdend, uitgebreid en gevarieerd
vrijetijdsaanbod van zowel professionele gesubsidieerde aanbieders, al dan niet
gesubsidieerde verenigingen als commerciële aanbieders die instappen in het systeem.
Bovendien moet de pas ook bij het schoolaanbod inzetbaar zijn.
Kinderen en jongeren krijgen bijzondere aandacht. Ze kunnen de pas niet alleen
gebruiken in hun vrije tijd, maar ook voor schoolactiviteiten zoals uitstappen en
schoolvoorstellingen. Kinderen en jongeren die in armoede leven, dienen voor het
school- en vrijetijdsaanbod niet meer dan een vaste en zeer lage bijdrage te betalen. De
resterende kosten worden gedragen via een verdeelsleutel tussen de betrokken partijen
(bv. de school, de organisator, de lokale overheid…).
13. Actieplan verhogen van de vrijetijdsparticipatie door in te zetten op een
laagdrempelig vrijetijdsaanbod
In de programmatie van cultureel centrum De Werf worden schoolvoorstellingen voor
basisonderwijs en secundair onderwijs opgenomen. Hiervoor wordt samengewerkt met de
Aalsterse scholen.
14. Actieplan bibliotheek beantwoordt aan de basisbehoefte voor iedereen
(leesmotivatie, cultuureducatie, informatiegeletterdheid en mediawijsheid)
De stedelijke bibliotheek wil de leesbevordering stimuleren met de focus op leesplezier en
het leren kennen van een aangepast bibliotheekaanbod. Er worden regelmatig lezingen,
workshops en activiteiten gericht op kinderen en klasgroepen georganiseerd. De bibliotheek
blijft actief op het vlak van cultuureducatie door bibliotheekintroducties, lezingen,
leesbevorderende activiteiten, voorlees- en vertelsessies, …
Naast de hoofdbibliotheek zijn er in Groot-Aalst verschillende filialen en uitleenpunten waar
bibliotheekmaterialen worden uitgeleend. Dit maakt dat Aalserse scholen op verschillende
plaatsen terecht kunnen voor een bibliotheekbezoek met hun leerlingen. Voor scholen die
zich niet in de buurt van een bibliotheekafdeling situeren, werd een proefproject met
boekenboxen gestart. Scholen en kinderen zijn immers een belangrijke doelgroep van de
stedelijke bibliotheek Aalst.
10