EUROPESE COMMISSIE DOCUMENTEN ONTWERP van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015 VOLUMEN 4 AFDELING IV HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE NL COM(2014) 300 — NL 24.6.2014 In dit begrotingsdocument zijn, tenzij anders vermeld, de bedragen uitgedrukt in euro. Alle ontvangsten als bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement en opgenomen onder de titels 5 en 6 van de staat van ontvangsten, kunnen leiden tot de opvoering van bijkomende kredieten op de begrotingsplaatsen van de oorspronkelijke uitgaven die de betrokken ontvangsten doen ontstaan. De cijfers voor de uitvoering hebben betrekking op alle toegestane kredieten, dus begrotingskredieten, aanvullende kredieten en bestemmingsontvangsten. 24.6.2014 NL Ontwerp van algemene begroting 2015 EUROPESE UNIE ONTWERP van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015 VOLUMEN 4 AFDELING IV HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE IV/1 NL IV/2 Ontwerp van algemene begroting 2015 24.6.2014 RAMING VOOR 2015 I. INLEIDING — PRIORITEITEN VOOR 2015 Deze inleiding strekt ertoe de context van dit nieuwe begrotingsjaar in herinnering te brengen, in het licht van de evolutie van de activiteiten van het Hof van Justitie en de daaruit voortvloeiende prioriteiten krachtens deze raming voor 2015. Na dit inleidend hoofdstuk wordt in de hoofdstukken II (Gedetailleerde analyse van het budget voor huishoudelijke uitgaven) en III (Twee nieuwe advocaten-generaal bij het Hof van Justitie) een nauwkeurige en gedetailleerde be schrijving gegeven van de verschillende elementen die de kredietaanvragen van de instelling rechtvaardigen. 1. Een Rechtsprekende Activiteit Die Ondanks Grote Productiviteitswinst Moeilijk Te Beheersen Is Allereerst moet in herinnering worden geroepen dat de begroting van het Hof van Justitie van de Europese Unie machtiging verleent voor het personeelsbestand en de kredieten die noodzakelijk zijn voor het functioneren van de drie bestaande rechterlijke instanties, namelijk het Hof van Justitie, het Gerecht en het Gerecht voor ambtena renzaken. In dit kader moet met nadruk worden gewezen op de sterke ontwikkeling van de rechtsprekende activiteit in de laatste jaren (die in punt 1.1 nader wordt toegelicht) en op de aanzienlijke efficiëntietoename (in termen van ambten en van kredieten, zoals in punt 1.2 in detail wordt uiteengezet), waardoor het tot op heden mogelijk is gebleken om aan een dergelijke werklast het hoofd te bieden. Het aantal zaken stijgt evenwel in die mate dat het Hof van Justitie het met het oog op de verwezenlijking van zijn hoofddoelstelling, namelijk de bij hem aanhangig gemaakte zaken op kwaliteitsvolle en snelle manier behandelen, noodzakelijk achtte om bij de wetgever twee voorstellen tot wijziging van zijn statuut in te dienen. Het eerste voorstel (inzake met name de verhoging van het aantal rechters bij het Gerecht) is in maart 2011 ingediend, het tweede (inzake de instelling van drie nieuwe ambten van advocaat-generaal bij het Hof) in januari 2013. Deze voorstellen worden in punt 1.1 toegelicht en de budgettaire impact ervan voor het begrotingsjaar 2015 wordt in hoofdstuk III in detail uiteengezet. 1.1. Zeer sterke groei van de rechtsprekende activiteit, die noopt tot wetgevende maatregelen Het is van groot belang voor ogen te houden dat de drie rechterlijke instanties van het Hof van Justitie, anders dan sommige andere instellingen die zelf hun activiteiten kunnen beheersen (bijvoorbeeld door het aantal of de omvang van de programma’s, audits, enz. te verminderen) of negatieve prioriteiten kunnen stellen (afzien van bepaalde activiteiten), niet kunnen regelen hoeveel zaken er bij hen inkomen. Zij dienen echter alles in het werk te stellen om in staat te blijven die zaken met het vereiste hoge kwaliteitsniveau en binnen redelijke termijnen te behandelen. In het jaarverslag 2013 van het Hof van Justitie van de Europese Unie, dat rechtstreeks toegankelijk is via de Curiawebsite (http://curia.europa.eu/jcms/jcms/Jo2_7000/), wordt bericht over de rechtsprekende activiteiten van het Hof van Justitie, het Gerecht en het Gerecht voor ambtenarenzaken tijdens het voorbije begrotingsjaar. Tevens zijn in dat verslag alle nodige statistieken opgenomen om de werklast (het aantal ingekomen zaken) en de productiviteit (het aantal afgedane zaken en de duur van de procedures) van de rechterlijke instanties op transparante en objectieve wijze te kunnen beoordelen. Uit de gerechtelijke statistieken van het Hof voor het jaar 2013 blijkt globaal gezien dat het aantal aanhangig gemaakte zaken nooit eerder zo hoog was (1 647, te weten 15,4 % meer dan in het jaar 2012). Zoals uit de onderstaande tabel blijkt, bevestigt de evolutie van de rechtsprekende activiteit in de periode 20072013 (1) objectief die sterk stijgende tendens, die overigens getuigt van het vertrouwen dat de nationale rechterlijke instanties en de justitiabelen in de rechterlijke instanties van de Unie hebben. (1) Die periode is lang genoeg (7 jaar) om eventuele fundamentele tendensen te analyseren. Bovendien is de structuur van de rechterlijke instanties ook onveranderd gebleven gedurende die hele periode (3 rechterlijke instanties, waaronder het in 2005 opgerichte Gerecht voor ambtenarenzaken; het aantal rechters/advocaten-generaal is vrijwel gelijk gebleven, aangezien de 2 nieuwe Kroatische rechters en de nieuwe advocaat-generaal pas in de tweede helft van 2013 in functie zijn getreden). 24.6.2014 NL Aantal aanhangig gemaakte zaken Ontwerp van algemene begroting 2015 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 % wijziging 2007-2013 1 260 1 333 1 243 1 406 1 569 1 427 1 647 30,7 % 5,8 % – 6,8 % 13,1 % 11,6 % – 9,1 % 15,4 % 1 301 1 298 1 230 1 518 1 404 1 587 16,5 % – 0,2 % – 5,2 % 23,4 % – 7,5 % 13,0 % % wijziging n/n – 1 Aantal afgedane zaken % wijziging n/n – 1 IV/3 1 117 42,1 % Daarenboven moet bij de gemiddelde stijging van het aantal aanhangig gemaakte zaken met 30 % in die periode worden aangetekend dat zich bij bepaalde rechterlijke instanties (bij het Gerecht is het aantal zaken met meer dan 50 % toegenomen) of voor bepaalde soorten van zaken (het aantal prejudiciële zaken bij het Hof is met ongeveer 70 % gestegen) nog veel grotere variaties voordoen. Die globaal stijgende tendens zal hoogstwaarschijnlijk voortduren, met name gelet op de wijzigingen die het Verdrag van Lissabon (waarbij de bevoegdheden van het Hof en het Gerecht zijn uitgebreid) heeft meegebracht en op de relatief recente toetreding van een nieuwe lidstaat (de Republiek Kroatië), die in de toekomst ongetwijfeld een bron van nieuwe zaken zal vormen. In het bijzonder verdienen de nog sterkere stijging van het aantal afgedane zaken (+ 42 %) en het feit dat de duur van de procedures in diezelfde periode binnen de perken is gehouden te worden beklemtoond, aangezien die gegevens een objectief bewijs vormen van de niet-aflatende productiviteitsinspanningen die de rechterlijke in stanties met de steun van de diensten hebben geleverd. In punt 1.2 worden die inspanningen nader toegelicht. Niettemin is het aantal zaken zodanig toegenomen dat al deze inspanningen niet volstaan om het aantal hangende zaken, dat in 2013 nog is gestegen (+ 2,5 %), in te dammen. Aangezien het Hof van Justitie zich ervan bewust was dat een dergelijke intensivering van de rechtsprekende activiteit de efficiëntie van het rechtsprekend systeem van de Unie ernstig in gevaar kan brengen, heeft het bij de wetgever van de Unie in 2011 en 2013 de voorstellen tot wijziging van zijn statuut ingediend die het noodzakelijk achtte. Bepaalde onderdelen van het voorstel van maart 2011 zijn reeds uitgevoerd (met name de instelling van de functie van vicepresident, een nieuwe organisatie van de Grote kamer van het Hof en de mogelijkheid om bij het Gerecht voor ambtenarenzaken een beroep te doen op plaatsvervangende rechters), maar de noodzakelijke verhoging van het aantal rechters bij het Gerecht is er nog niet gekomen. De instelling van negen ambten voor referendarissen met ingang van 1 januari 2014 is weliswaar een positieve voorlopige maatregel (1), maar het Hof hoopt dat de wetgevende autoriteit zo snel mogelijk een akkoord (2) bereikt dat een oplossing biedt voor de — hoe langer hoe onaanvaard baarder wordende — vertraging bij de behandeling van de zaken door het Gerecht. Wat het voorstel van januari 2013 betreft om het aantal advocaten-generaal bij het Hof te verhogen overeenkom stig de bepalingen die daartoe in het Verdrag van Lissabon (3) reeds waren opgenomen, is het Hof van Justitie verheugd over de beslissing van de wetgever (4), op basis waarvan in oktober 2013 reeds een eerste aanvullende advocaat-generaal in functie is getreden, terwijl de infunctietreding van twee andere extra advocaten-generaal is voorzien voor oktober 2015 (zie hoofdstuk III). (1) Voorgesteld op basis van de brief van 27 december 2012 die het Cypriotische voorzitterschap aan de president van het Hof heeft gestuurd. (2) Thans lijkt weliswaar een akkoord over de instelling van negen extra rechters in zicht, maar de lidstaten hebben nog geen overeenstemming gevonden over de precieze bepalingen betreffende de toerbeurt van de rechters. (3) Artikel 252 VWEU en Verklaring nr. 38 die de intergouvernementele conferentie bij de ondertekening van dit Verdrag heeft aangenomen. (4) Besluit van de Raad van 25 juni 2013 houdende verhoging van het aantal advocaten-generaal bij het Hof van Justitie van de Europese Unie. NL IV/4 1.2. Ontwerp van algemene begroting 2015 24.6.2014 Van essentieel belang: aanzienlijke efficiëntiewinst boeken, zodat de doelstelling de zaken snel en kwaliteits vol te behandelen ook in de toekomst nog kan worden bereikt Teneinde het hoofd te bieden aan die snelle ontwikkeling van zijn gerechtelijke activiteit heeft het Hof van Justitie de hierboven in herinnering gebrachte wetgevingsvoorstellen ingediend, maar bewandelt het daarnaast ook reeds verschillende jaren alle mogelijke wegen die het in staat stellen zo goed mogelijk zijn hoofddoelstelling te verwezenlijken, te weten de zaken snel en kwaliteitsvol behandelen. Om de prioriteiten voor het jaar 2015 beter te kunnen begrijpen, is het dus van belang de hoofdlijnen van de hervorming van de werkmethoden en de omvang van de reeds gerealiseerde efficiëntiewinst voor ogen te houden. 1.2.1. De hervorming van de werkmethoden in hoofdlijnen De zeer aanzienlijke productiviteitstoename bij de rechterlijke instanties, die hierboven in herinnering is gebracht, is het resultaat van fundamentele hervormingen, voornamelijk op de volgende vier domeinen: — Het regelgevend kader van de rechterlijke instanties verbeteren De activiteiten van het Hof van Justitie vinden plaats binnen een zeer strikt regelgevend kader, dat ontworpen is om de goede rechtsgang te verzekeren en ervoor te zorgen dat alle partijen gelijk worden behandeld. Indien het niet wordt nageleefd, brengt dit zware juridische risico's mee. De herziening van de Reglementen voor de procesvoering van de rechterlijke instanties (die door de Raad moet worden goedgekeurd) biedt aldus, gelet op de verbeteringen die zij met zich brengt, mogelijkheden voor efficiëntieverbeteringen. In dit kader is in 2012 een nieuw Reglement voor de procesvoering van het Hof vast gesteld en kon in 2013 een nieuw Additioneel reglement worden vastgesteld (1). Daarnaast heeft het Hof ook nieuwe praktische aanwijzingen voor de partijen vastgesteld. Thans worden ook het Reglement voor de proces voering van het Gerecht en dat van het Gerecht voor ambtenarenzaken herzien. Zij zullen normaal gezien in de loop van 2014 worden vastgesteld. Naast het feit dat de procedureregels in overeenstemming moeten worden gebracht met de realiteit van de thans bij de rechterlijke instanties aanhangige zaken, bestaat een van de hoofddoelstellingen van deze herziening erin een intensiever gebruik mogelijk te maken van de verschillende procedurele instrumenten waarmee bepaalde zaken sneller kunnen worden afgehandeld, zonder daarbij echter de vereisten van een eerlijk proces te schenden. — De gerechtelijke activiteit dematerialiseren: een omvangrijk IT-project De eerste prioriteit bestond erin de processen die aan de rechterlijke beslissingen voorafgaan te demateria liseren: de eind 2011 gelanceerde toepassing e-Curia vormt een beslissende stap voorwaarts op het gebied van documentenuitwisseling met de partijen. Zonder die toepassing was het voor de griffies van de rechterlijke instanties onmogelijk geweest om het hoofd te bieden aan de exponentiële stijging van het aantal zaken. Het succes van e-Curia is en blijft zeer groot en dankzij de geleidelijke verbeteringen die aan dit systeem worden aangebracht, kan het aantal gebruikers in de toekomst nog toenemen. Na die succesvolle lancering diende zich een nieuwe prioriteit aan: de dematerialisatie van de processen die zich na de rechterlijke beslissingen afspelen. Daar de verspreiding van de rechtspraak van het Hof van Justitie een essentiële taak is van deze instelling (die tot doel heeft ervoor te zorgen dat de rechtsbeoefenaars en justitiabelen van de verschillende lidstaten op voet van gelijkheid worden behandeld) is de oude papieren Jurisprudentie door de elektronische Jurisprudentie vervangen in nauwe interinstitutionele samenwerking met het Publicatiebureau. Die omschakeling noopte tot IT-investeringen en tot een reorganisatie van zowel de interne als de externe productieprocessen. De besparingen op het budget voor publicaties zijn evenwel reeds zeer aanzienlijk. Als gevolg van die grote technologische ontwikkeling is het echter wel onontbeerlijk dat de IT-middelen op een adequaat niveau gehandhaafd blijven, zodat de continuïteit van de dienst in deze erg complexe technologische omgeving blijvend kan worden verzekerd. (1) Ter vervanging van het reglement van 4 december 1974, dat laatstelijk in februari 2006 was gewijzigd. 24.6.2014 NL Ontwerp van algemene begroting 2015 — Strikt de vereisten van de volledige meertaligheid afbakenen Geen enkele andere rechterlijke instantie ter wereld heeft een talenregeling als die van het Hof van Justitie, aangezien bij het Hof van Justitie elk van de officiële talen van de Unie procestaal kan zijn. De eerbiediging van een volledige meertaligheid is noodzakelijk om met de partijen te kunnen communiceren in de procestaal en ervoor te zorgen dat de rechtspraak in elke lidstaat wordt verspreid. Die vereisten verklaren, in combinatie met de sterke toename van het aantal zaken, duidelijk waarom het reeds lange tijd een absolute prioriteit is om op taalgebied te zoeken naar efficiëntiewinsten, ten eerste om een bottleneck te vermijden die de behandeling van de zaken door de rechterlijke instanties rechtstreeks nadelig beïnvloedt en ten tweede om de ontwikkeling van het personeelsbestand van de vertaal- en tolkendiensten onder controle te houden. Vanuit die optiek hebben de rechterlijke instanties de voorbije jaren op het gebied van de vertaling talrijke procedurele maatregelen (1) met het oog op besparingen genomen, die recentelijk overigens nog fors zijn versterkt. Zonder die maatregelen zou het aantal te vertalen bladzijden in 2013, dat meer dan 900 000 bedroeg, aanzienlijk hoger zijn geweest dan 1,4 miljoen. Hierdoor kon dus een groot aantal ambten van jurist-vertaler worden uitgespaard (meer dan 300 ambten), die anders onontbeerlijk waren geweest om de afhandeling van de zaken niet te belemmeren. Op dit gebied van de vertaling speelt ook de ontwikkeling van steeds geavanceerdere informaticatoepassingen een doorslaggevende rol. Daarom zijn de vertaaldiensten nauw betrokken bij de interinstitutionele onderzoeken op dit gebied (in het bijzonder bij het recente onderzoek inzake het vertaalsysteem MT@EC-Machine Translation) die tot een geleidelijke verbetering van de prestaties zouden moeten leiden. In diezelfde lijn kan met betrekking tot de behoefte aan tolkenprestaties worden opgemerkt dat de procedurele en organisatorische maatregelen die de rechterlijke instanties inzake de terechtzittingen hebben genomen, ervoor gezorgd hebben dat het aantal terechtzittingen en bijgevolg ook het beroep op freelancetolken kon worden beperkt. — Het gewicht van de horizontale diensten zo veel mogelijk verminderen In de context van de zeer sterke toename van de rechtsprekende activiteit is het van essentieel belang om de werkcapaciteit van de kabinetten en de diensten waarvan de taken rechtstreeks verbonden zijn met de rechtspre kende taak te versterken of toch minstens op peil te houden. Daarom is het belangrijk om de efficiëntiewinsten binnen de ondersteunende en de administratieve diensten (personeel, financiën, informatica, logistiek, vast goed, enz.) zo veel mogelijk te maximaliseren, zodat ambten kunnen worden uitgespaard. Die doelstelling, die reeds vele jaren wordt nagestreefd, heeft duidelijk vruchten afgeworpen, aangezien het relatieve gewicht van de horizontale diensten historisch laag is (15,1 % van het totale personeelsbestand). Daarbij zij in herinnering geroepen dat elk uitgespaard procentpunt 20 uitgespaarde ambten vertegenwoordigt. Die prestaties, die in vergelijking met de prestaties van andere instellingen erg gunstig zijn, zijn hoofdzakelijk het resultaat van interne organisatiemaatregelen, maar daarnaast ook van het maximale gebruik van de samenwerking met de andere Europese instellingen (en met de Luxemburgse Staat op het gebied van het vastgoedbeleid). 1.2.2. De omvang van de gerealiseerde productiviteitswinsten Dankzij al de organisatie- en moderniseringsmaatregelen die het Hof van Justitie genomen heeft, en in het bijzonder dankzij de in het vorige punt aangehaalde maatregelen, konden bijzonder grote productiviteitswinsten worden geboekt, zowel in termen van ambten als van kredieten. (1) Selectieve publicatie van de uitspraken van het Hof en het Gerecht, samenvatting van prejudiciële verzoeken en vermindering van de gemiddelde lengte van de conclusies. IV/5 IV/6 NL Ontwerp van algemene begroting 2015 24.6.2014 a) Productiviteitswinsten op het gebied van ambten Om objectief weer te geven hoe groot de productiviteitswinsten zijn die het Hof van Justitie in de periode 20072013 heeft geboekt, kan worden volstaan met de vaststelling dat het aantal afgedane zaken met 42 % is gestegen (zie punt 1.1), terwijl het aantal personeelsleden van de instelling slechts met 3 % is gestegen in diezelfde periode (1). Bovendien moet worden vastgesteld dat de stijging van het aantal personeelsleden bij het Hof van Justitie in de periode 2007-2013 lager lag dan de gemiddelde stijging van het personeelsbestand van alle Europese instel lingen samen, en dit in een situatie waarin de gerechtelijke activiteit van het Hof van Justitie sterk is toegenomen. Door de vele organisatie- en moderniseringsmaatregelen, en met name door de maatregelen die de rechterlijke instanties hebben genomen en de ontwikkeling van steeds geavanceerdere informaticatoepassingen, was het mogelijk om: — bijna 350 nieuwe ambten uit te sparen, te weten bijna 18 % van het personeelsbestand voor 2013, en dit — zoals hierboven reeds is vermeld — voornamelijk bij de talendiensten, maar ook bij de horizontale diensten; — de door de twee takken van de begrotingsautoriteit gesloten overeenkomst ter vermindering van het per soneelsbestand na te leven, zij het niet zonder moeite (2) (– 5 % in de periode 2013-2017, in beginsel ieder jaar 1 %). Aldus zijn 20 ambten geschrapt in 2013 en nog eens 20 ambten in 2014. Wat dit laatste punt betreft, moet worden opgemerkt dat de naleving van dit vereiste het Hof van Justitie voor grote uitdagingen stelt. Zoals hierboven reeds is opgemerkt, kunnen de drie rechterlijke instanties van het Hof van Justitie immers niet reguleren hoeveel zaken er bij hen inkomen en kunnen zij, anders dan bepaalde andere instellingen, geen negatieve prioriteiten stellen, aangezien alle zaken met het vereiste hoge kwaliteitsniveau en binnen redelijke termijnen moeten worden behandeld. Het vereiste om bij de kabinetten van de rechterlijke instanties geen enkele inkrimping van het personeels bestand door te voeren, heeft bijgevolg aanleiding gegeven tot een selectief personeelsverminderingsbeleid, waarbij de vermindering bij het geheel van de diensten noodzakelijkerwijs meer dan 1 % moet bedragen. De verhoging van de arbeidstijd, die op 1 januari 2014 is ingegaan, zou deze schok voor een deel moeten helpen opvangen. In die moeilijke context is de instelling ook zo veel mogelijk voorrang blijven geven aan de zuinigste wijzen van personeelsbeheer: enerzijds herschikking (steeds ten behoeve van de rechtsprekende activiteit), en anderzijds her waardering van ambten (door AST-ambten in AD-ambten om te zetten) om het hoofd te bieden aan het feit dat de vereisten voor de aan bepaalde activiteiten verbonden taken veranderen. Ten slotte moet in herinnering worden gebracht dat de zeer hoge bezettingsgraad van de ambten (die net als in de vorige jaren ongeveer 98 % blijft) steeds de beste aanwijzing vormt voor het feit dat de ambten die de begrotings autoriteit ter beschikking heeft gesteld van het Hof optimaal worden gebruikt. Het vacaturepercentage blijft dus zeer gering (het hele jaar lang ongeveer 2 % (3), indien de gevolgen van de uitbreiding tot Kroatië buiten beschouwing worden gelaten); de hoge werklast bij de diensten van het Hof vergt dan ook een zeer reactief, kwalitatief en strikt aanwervingsbeleid. b) Doeltreffendheid op het gebied van kredietbeheer In de eerste plaats moet worden benadrukt hoe groot de budgettaire gevolgen zijn van de organisatie- en moderni seringsmaatregelen, die het mogelijk gemaakt hebben om tot op heden 350 ambten uit te sparen en 40 ambten te schrappen. De kredieten van titel 1 van de begroting zouden anders namelijk ongeveer 40 miljoen EUR hoger geweest zijn, te weten iets meer dan 10 % van de jaarlijkse begroting van het Hof voor 2014. (1) Het aantal personeelsleden is in de periode 2007-2013 namelijk gestegen van 1 882 tot 1 939, indien geen rekening wordt gehouden met de ambten die zijn gecreëerd naar aanleiding van de toetreding van Kroatië (63 personeelsleden, die in de tweede jaarhelft van 2013 zijn aangeworven). Laatstbedoelde ambten konden in de praktijk immers geen onmiddellijke invloed hebben op de toename van de gerechtelijke productiviteit. (2) Die overeenkomst is gesloten in het kader van de vaststelling van de meerjarige financiële vooruitzichten 2014-2020. (3) Dit vacaturepercentage rechtvaardigt ten volle dat voor 2015 een forfaitair aftrekpercentage van 3 % wordt voorgesteld. 24.6.2014 NL Ontwerp van algemene begroting 2015 In de tweede plaats moet echter ook aandacht worden geschonken aan andere besparingen, die het gevolg zijn van de gekozen beleidsopties op de volgende domeinen: — dematerialisatie van de rechtsprekende activiteit: de dematerialisatie van de documentenstromen heeft niet alleen een rechtstreeks effect op de behandelingsduur van de zaken (dat niet kan worden uitgedrukt in termen van kredieten), maar heeft ook een niet te verwaarlozen effect gehad op verschillende begrotingsposten (een zeer grote afname van het papierverbruik, een sterke vermindering van de portokosten dankzij e-Curia, een aanzienlijke vermindering van de publicatiekosten door de lancering van de elektronische Jurisprudentie); — optimaal gebruik van de middelen voor de talendiensten: zowel bij de vertaal- als bij de tolkendiensten strekt het beleid inzake het beheer van de middelen ertoe de interne middelen (statutaire ambten) optimaal te benutten. Het beroep op extern personeel (freelancers) vormt in dit kader evenwel een onmisbare aanpassingsvariabele om een enorme verhoging van het aantal statutaire personeelsleden te vermijden en het hoofd te bieden aan de onvermijdelijke werklastschommelingen. Aldus hebben de talendiensten de verhouding tussen hetgeen intern wordt afgehandeld en hetgeen wordt uitbesteed zo optimaal mogelijk vastgelegd, waardoor er niet meer personeel in dienst is dan strikt noodzakelijk (1). Ook heeft de toename van de door de rechterlijke instanties genomen maatregelen om het aantal te vertalen bladzijden te verminderen of het aantal terechtzittingen te beperken een onmiddellijk effect op de kredieten voor freelancevertalers en -tolken (aldus is in 2013 meer dan 3 miljoen EUR minder uitgegeven dan oorspronkelijk was geraamd); — vastgoedbeleid: net als de meeste instellingen geeft het Hof van Justitie voorrang aan een aankoopbeleid, dat — zoals de Rekenkamer in haar speciaal verslag nr. 2/2007 heeft aangetoond — duidelijk veel voordeliger is dan een huurbeleid (hoofdzakelijk doordat de instellingen geen btw hoeven te betalen over de bouwkosten, maar tevens doordat de Luxemburgse Staat kosteloos gronden ter beschikking stelt). Na de voltooiing van het gebou wencomplex van het nieuwe Paleis (eind 2008) en van de renovatie van de bijgebouwen (eind juni 2013), die volledig verbonden zijn met het complex van het Paleis, is het overgrote deel van de diensten thans samengebracht op deze hoofdsite en heeft het Hof twee van de drie gebouwen die het voordien huurde (Geos en Allegro) kunnen verlaten. Zoals de twee takken van de begrotingsautoriteit dat wensen, passen de kredietaanvragen van het Hof in een nauwkeurig omschreven meerjarenplan dat nader is uiteengezet in het verslag inzake de investeringen in onroerend goed over de jaren 2014-2018; — interinstitutionele samenwerking en samenwerking met de Luxemburgse Staat: voor een instelling met een omvang als die van het Hof van Justitie zorgt de interinstitutionele samenwerking zonder twijfel voor grote besparingen. Van deze mogelijkheid wordt dan ook gebruikgemaakt op alle domeinen waarop dit mogelijk is en met name: — op taalgebied (in het bijzonder bij de ontwikkeling van informaticatoepassingen op het domein van termino logie of vertaalhulp); — op informatiegebied (interinstitutionele aanbestedingen vertegenwoordigen meer dan 90 % van de uitgaven voor materieel en telefonie en meer dan 40 % van de uitgaven voor diensten; de Commissie of de Raad hosten de infrastructuur voor verschillende belangrijke toepassingen); — inzake het beheer van personeel en financiën (door middel van interinstitutionele toepassingen zoals NAP, Sysper2 of SAP, de samenwerking met EPSO, …); — en inzake publicaties (via het Publicatiebureau). Evenzo is op het gebied van het vastgoed, naast de regelmatige samenwerking met OIL (interinstitutionele over eenkomsten voor energie, verzekeringen, technische bijstand, …), voor alle belangrijke bouw- en renovatieprojecten nauw samengewerkt met de Luxemburgse Staat, wat tot grote besparingen in termen van kredieten en personeel heeft geleid. Tot slot is de zeer hoge bestedingsgraad van de kredieten een goede indicator voor de kwaliteit van de door de diensten van de instelling opgestelde begrotingsramingen en de doeltreffendheid van hun beheer. Zo bedroeg de globale bestedingsgraad van de kredieten 98 % in 2013, meer bepaald 99,2 % voor titel 2 en 97,5 % voor titel 1 (na neutralisering van de aanvankelijk voor de salarisaanpassingen begrote kredieten die uiteindelijk niet hoefden te worden aangewend, gelet op de beslissingen van de Raad). (1) Zo bedraagt de uitbestedingsgraad op het gebied van de vertaling ongeveer 23 %, met dien verstande dat enkel niet-vertrouwe lijke stukken aan freelancers kunnen worden gegeven. IV/7 NL IV/8 Ontwerp van algemene begroting 2015 24.6.2014 Het verslag over het begrotingsbeheer en het financieel beheer in het begrotingsjaar 2013, dat deel uitmaakt van de onderhavige documentatie inzake de raming voor 2015, geeft nadere details over de besteding van de kredieten per begrotingshoofdstuk en over de tijdens het begrotingsjaar verrichte kredietoverschrijvingen. 2. De Prioriteiten Die De Raming Voor 2015 Kenmerken Het Hof van Justitie heeft zich bij de opstelling van zijn raming voor 2015 laten leiden door de volgende twee prioriteiten: — oplossingen vinden voor de moeilijkheden die de sterk groeiende rechtsprekende activiteit met zich brengt en uitvoering geven aan de door de wetgevende autoriteit goedgekeurde versterking van het Hof; — blijven voldoen aan de besparingsvereisten die alle Europese instellingen in acht moeten nemen in het kader van de beperking van de administratieve uitgaven van rubriek 5 van de begroting van de Unie In de punten 2.1 en 2.2 hieronder worden de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen toegelicht. 2.1. Oplossingen vinden voor de moeilijkheden die de sterk groeiende rechtsprekende activiteit met zich brengt 2.1.1. Uitvoering geven aan de door de wetgevende autoriteit toegestane versterkingen Zoals in punt 1.1 van deze inleiding is vermeld, heeft de zeer sterke groei van de rechtsprekende activiteit binnen de instelling het Hof van Justitie ertoe aangezet om bij de wetgever van de Unie twee voorstellen tot wijziging van zijn structuur in te dienen. De wetgevende autoriteit heeft het voorstel van januari 2013 betreffende de instelling van drie nieuwe ambten van advocaat-generaal goedgekeurd. Eén van deze advocaten-generaal — van Poolse nationaliteit — is in oktober 2013 reeds in functie getreden, terwijl de twee andere — één van Tsjechische en één van Deense nationaliteit — in oktober 2015 in functie moeten treden. Derhalve is bij de opstelling van de begroting 2015 rekening gehouden met de financiële gevolgen van de infunctietreding van deze twee laatste advocaten-generaal en de vorming van hun kabinet (te weten 14 ambten voor tijdelijke functionarissen), wat een bedrag van 1,29 miljoen EUR vertegenwoordigt (zie hoofdstuk III). Wat het voorstel van maart 2011 betreft, blijkt uit de besprekingen binnen het Europees Parlement en de Raad dat een consensus lijkt te ontstaan over de instelling van negen extra ambten voor rechters bij het Gerecht. Er komt evenwel pas een definitieve wetgevende beslissing wanneer de lidstaten de precieze voorwaarden voor de aanwijzing/ toerbeurt van deze rechters unaniem hebben goedgekeurd. Daarom kan thans geen rekening gehouden worden met de budgettaire weerslag ervan voor de begroting van 2015. 2.1.2. Vermijden dat bottlenecks ontstaan die de productiviteit van de rechterlijke instanties negatief beïnvloeden Om de uitdagingen van een sterk groeiende gerechtelijke activiteit doeltreffend te kunnen aanpakken, dient het Hof niet alleen snel uitvoering te geven aan de hierboven in herinnering gebrachte wetgevingsmaatregelen, maar moet het ook voorkomen dat de gevolgen van de toegenomen productiviteit van de rechterlijke instanties worden tenietgedaan door bepaalde bottlenecks die de proceduretermijnen van de zaken verlengen en de uitspraak van de rechter lijke beslissingen vertragen. Om die reden ziet het Hof van Justitie, dat de in het volgende punt toegelichte vermindering van het aantal ambten weliswaar voortzet, zich genoodzaakt om op zeer gerichte wijze bepaalde ambten aan te vragen voor de volgende functies, die voor de doeltreffendheid van de rechtsprekende activiteit onontbeerlijk zijn: — de groep arrestenlezers bij de president van het Gerecht en die bij de president van het Gerecht voor ambtena renzaken (2 ambten); — de griffie van het Gerecht (1 ambt); — de directie Onderzoek en Documentatie (2 ambten); 24.6.2014 NL Ontwerp van algemene begroting 2015 — de directie Protocol en Voorlichting (1 ambt), — en het directoraat-generaal Vertaling (6 ambten). De precieze motivering voor die aanvragen staat te lezen in punt 2.1 van hoofdstuk II. 2.2. Een budget voor lopende huishoudelijke uitgaven dat rekening houdt met de vereisten van begrotingsdis cipline Net als in de voorgaande jaren is bij opstelling van het budget voor huishoudelijke uitgaven van de instelling ten volle rekening gehouden met de aansporingen tot begrotingsdiscipline die de twee takken van de begrotingsautoriteit in hun respectieve beslissingen (1) hebben geformuleerd. Het Hof heeft ook rekening gehouden met de aanbevelingen die de Commissie in haar rol als coördinator van de ramingen inzake administratieve uitgaven heeft geformuleerd (2), in het bijzonder wat de voortzetting van de operatie ter vermindering van de ambten betreft. De benadering die het Hof volgt met betrekking tot ambten In het kader van de operatie ter vermindering van het personeelsbestand met 5 % in de periode 2013-2017 in alle instellingen moet het Hof, gelet op het aantal ambten dat op zijn personeelsformatie was ingeschreven voor het begrotingsjaar 2012, gedurende die vijfjarige periode 97 ambten laten verdwijnen. Thans zijn reeds 40 ambten geschrapt (20 in het begrotingsjaar 2013 en 20 in het begrotingsjaar 2014), zodat er in de begrotingsjaren 2015, 2016 en 2017 nog in totaal 57 ambten moeten verdwijnen. Aangezien het Hof, voor zover dit binnen zijn mogelijkheden ligt in de moeilijke omstandigheden die hierboven reeds uitvoerig zijn toegelicht, wenst te blijven bijdragen aan deze collectieve inspanning, heeft het zijn diensten gevraagd om door te gaan met de „screening” van hun activiteiten, met onder meer een grondigere analyse van de transversale processen waarmee op lange termijn het best synergieën van voldoende omvang kunnen worden gerealiseerd. Dankzij al die analyses/inspanningen zullen in lijn met de globale doelstelling van het Hof inzake schrapping van ambten 19 ambten kunnen worden geschrapt in 2015. Zoals hierboven in punt 1.2.2, onder a), reeds is vermeld, heeft het absolute vereiste om het aantal personeelsleden van de kabinetten van de rechterlijke instanties niet te verminderen, er onvermijdelijk toe geleid dat op de rest van het personeelsbestand een vermindering van meer dan 1 % moest worden toegepast. Tot slot blijft het Hof zijn herschikkingsbeleid resoluut voortzetten, aangezien het vaststelt dat bepaalde taken of functies steeds ingewikkelder worden en door hoger geschoolde werknemers dienen te worden vervuld. Dat beleid is des te noodzakelijker in tijden van besparingen, aangezien die hooggeschoolde werknemers nu juist het best kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe methoden of geavanceerdere informaticatoepassingen, die garant staan voor toekomstige productiviteitswinsten. Dit beleid, dat tot dusver veel steun heeft gekregen van de begrotingsautoriteit, gaat hand in hand met bepaalde gerichte herwaarderingen (16 herwaarderingen), die overigens weinig kosten op begrotingsvlak. De benadering die het Hof volgt met betrekking tot kredieten Zoals uit de onderstaande tabel blijkt, gaan achter de globale stijging van het budget voor huishoudelijke uitgaven (+ 1,47 %) twee verschillende bewegingen schuil: — een stijging van de personeelsuitgaven van titel 1 (+ 2,39 %), die voor een zeer groot deel te verklaren is door de toepassing van de aanpassingsparameters die de Commissie heeft meegedeeld (en die betrekking hebben op de in punt 1.2 van hoofdstuk II nader toegelichte aanpassingen voor 2012 en 2015). De verhoging van de kredieten voor de leden van de instelling (naar aanleiding van een omvangrijke vervangingsoperatie bij het Hof van Justitie in oktober 2015) en de noodzakelijke verhoging van de kredieten voor freelancevertalers (die rechtstreeks verband houdt met de verwachte ontwikkeling van de gerechtelijke activiteit) hebben immers slechts een zeer beperkt effect. Bovendien zij opgemerkt dat de kredieten voor de pensioenen van de leden van de instelling in 2015 worden overgedragen aan de Commissie, die ze vanaf dan zal uitbetalen, zoals ze dat sinds 2014 ook al doet voor het Europees Parlement; (1) Conclusies van de Raad van 12 februari 2013 over de begrotingsrichtsnoeren voor 2014. Resolutie van het Europees Parlement (EP) van 6 februari 2013 over de richtsnoeren voor de begrotingsprocedure 2014. (2) Cfr. brief van 9 januari 2014 van commissaris Lewandowski aan de verschillende instellingen. IV/9 NL IV/10 Ontwerp van algemene begroting 2015 24.6.2014 — een aanzienlijke vermindering van de huishoudelijke en infrastructuuruitgaven van titel 2 (– 1,34 %), die het resultaat is van een strikte „zero-based budgeting”-benadering en van de in punt 1.2.1 beschreven produc tiviteitswinsten, hetgeen dus heel wat verder gaat dan de door de Commissie vooropgestelde doelstelling om „de uitgaven, met uitzondering van de bezoldigingen, te bevriezen op hun niveau van 2014”. (in miljoen EUR) 2015 Budget voor lopende huishoudelijke uitgaven Titel 1 — Aan de instelling verbonden personen Wijziging (in %) 268,42 262,16 2,39 85,30 86,46 – 1,34 % 0,05 0,05 — 353,77 348,67 1,47 % Titel 2 — Gebouwen, meubilair, materieel en diverse uitgaven Titel 3 — Specifieke taken Totaal 2014 (*) (*) Om een transparante vergelijking mogelijk te maken, zijn de kredieten voor de pensioenen van de leden hier niet meegeteld bij de totale kredieten van titel 1 inzake 2014, aangezien eerstbedoelde kredieten vanaf 2015 zullen zijn ingeschreven op de begroting van de Commissie. 3. Overzicht Van De Voornaamste Ontwikkelingen In De Raming 2015 De onderstaande tabel geeft een gedetailleerd overzicht van de kredieten per titel, ingedeeld volgens de verschillende hierboven beschreven elementen. Daaruit blijkt welk aandeel elk van deze elementen heeft in de aangroei van de ontwerpbegroting 2015 ten opzichte van de begroting 2014. (in miljoen EUR) Lopende huishoude lijke uitgaven Twee extra advoca ten- generaal 268,42 0,84 269,26 85,30 0,45 85,75 0,05 — 0,05 Totaal 2015 353,77 1,29 355,06 Begroting 2014 (*) 348,67 — 348,67 Verschil ten opzichte van de totale begroting 2014 (in %) 1,47 % 0,36 % 1,83 % Overzicht raming 2015 Titel 1 — Aan de instelling verbonden personen Titel 2 — Gebouwen, meubilair, materieel en diverse uitgaven Titel 3 — Specifieke taken Totaal (*) Zoals hierboven reeds is toegelicht, zijn de kredieten voor de pensioenen van de leden niet meegeteld. II. GEDETAILLEERDE ANALYSE VAN HET BUDGET VOOR HUISHOUDELIJKE UITGAVEN 1. Hypothesen Voor 2015 Bij het opstellen van de uitgavenramingen is rekening gehouden met de aanwijzingen die de Commissie op 17 de cember 2013 en 7 maart 2014 aan de andere instellingen heeft meegedeeld om ervoor te zorgen dat de ramingen voor 2015 op basis van gecoördineerde en geharmoniseerde procedures zouden worden vastgesteld. 1.1. Algemeen prijsniveau De Commissie is, bij wijze van indicatie, van mening dat het algemene prijsniveau in Luxemburg gemiddeld met ongeveer 1,7 % zal stijgen in 2015. 24.6.2014 1.2. NL Ontwerp van algemene begroting 2015 Niveau van de aanpassing van de bezoldigingen (kredieten van de hoofdstukken 1 0, 1 2 en 1 4) De Commissie heeft de volgende hypothesen betreffende de aanpassing van de bezoldigingen voorgesteld: a) + 1,7 % vanaf 1 juli 2015 (de bezoldigingen waren in 2014, net als in 2013, bevroren); b) rekening houden met een aanvullende verhoging met 0,8 % voor 2012, naar aanleiding van het akkoord dat het Parlement, de Raad en de Commissie op 4 maart 2014 hebben bereikt over deze retroactieve aanpassing (met ingang van 1 juli 2012) van de bezoldigingen en pensioenen. Deze twee aanpassingen samen leiden er in de praktijk toe dat de totale loonsom met 1,66 % stijgt ten opzichte van 2014. 1.3. Rekening houden met het nieuwe Ambtenarenstatuut Bij de opstelling van de begroting voor 2015 is ten volle rekening gehouden met alle nieuwe bepalingen ter uitvoering van het nieuwe Statuut van de ambtenaren en andere personeelsleden, dat op 1 januari 2014 in werking is getreden. Daardoor worden niet te verwaarlozen besparingen gerealiseerd, die met name voortvloeien uit het feit dat de carrière van de administrateurs en de assistenten wordt beperkt, dat een nieuwe functiegroep voor secretariaatsmedewerkers is gecreëerd en dat de vergoeding voor de reiskosten ter gelegenheid van het jaarlijks verlof is verminderd. 1.4. Overdracht van de kredieten voor de pensioenen van de leden aan de Commissie De kredieten voor de pensioenen van de leden zullen worden overgedragen naar de post „pensioenen” op de begroting van de Commissie, die ze vanaf 2015 zal uitbetalen. Met die nieuwe werkwijze wordt ingegaan op het verzoek van commissaris Lewandowski (1) om ervoor te zorgen dat de kredieten „pensioenen van de leden” van al de verschillende instellingen op dezelfde manier worden behandeld. De Commissie heeft reeds aanvaard om vanaf 2014 de kredieten voor de pensioenen van de voormalige leden van het Parlement te beheren. 2. Ontwikkeling Van Het Personeelsbestand Zoals in hoofdstuk I reeds is aangehaald, is de benadering die het Hof van Justitie op het gebied van het personeels bestand volgt ingegeven door de volgende beweegredenen, die nauw verbonden zijn met de noodzaak om het hoofd te bieden aan de zeer sterke groei van zijn gerechtelijke activiteit: — de door de wetgevende autoriteit goedgekeurde versterkingen van de rechterlijke instanties ten uitvoer leggen; — voorkomen dat bottlenecks ontstaan die de productiviteit van de rechterlijke instanties nadelig beïnvloeden; — voortgaan met de vermindering van het personeelsbestand (– 5 % in de periode 2013-2017); — de noodzakelijke herschikkingen of aanpassingen van ambten blijven uitvoeren, wat doelgerichte herwaarde ringen of omzettingen van ambten vereist. De versterkingen van het personeelsbestand die verband houden met de eerste beweegreden worden in de specifieke hoofdstukken III en IV nader uiteengezet. De andere op basis van deze benadering voorgestelde versterkingen, verminderingen en herwaarderingen van ambten worden achtereenvolgens in de hiernavolgende punten 2.1, 2.2 en 2.3 onderzocht. 2.1. Doelgerichte versterkingen om bottlenecks te vermijden die de productiviteit van de rechterlijke instanties nadelig beïnvloeden Het doel de productiviteit van de rechterlijke instanties te verhogen, dat ten grondslag ligt aan de wijzigingen van het Statuut van het Hof van Justitie (nieuwe advocaten-generaal bij het Hof en extra rechters bij het Gerecht) en de herziening van de Reglementen voor de procesvoering van deze drie rechterlijke instanties, kan ernstig in het gedrang komen indien niet wordt gezorgd voor het vermijden van bepaalde bottlenecks die de proceduretermijnen van de zaken verlengen en de uitspraak van de rechterlijke beslissingen vertragen. (1) Cfr. brief van 9 januari 2014 van commissaris Lewandowski aan de verschillende instellingen. IV/11 IV/12 NL Ontwerp van algemene begroting 2015 24.6.2014 Om die reden ziet het Hof van Justitie, dat de hierboven toegelichte operatie ter vermindering van het aantal ambten weliswaar voortzet, zich genoodzaakt om op zeer gerichte wijze bepaalde ambten aan te vragen voor de volgende functies, die voor het goede verloop van de rechtsprekende procedure van essentieel belang zijn: a) De groep arrestenlezers bij de president van het Gerecht (1 vast AST-ambt van corrector) Allereerst moet in herinnering worden gebracht dat het Gerecht de werkmethoden van de groep arrestenlezers en -correctoren grondig heeft herzien in 2011, teneinde het hoofd te kunnen bieden aan de zeer grote activiteit van het Gerecht. Als gevolg van die herziening is de productiviteit sterk gestegen (+ 20 % tussen 2011 en 2013). Thans is die vooruitgang evenwel op zijn grenzen gestoten en hebben de arrestencorrectoren hun maximale capaciteit voor de behandeling van de ontwerpuitspraken bereikt. Tussen 2010 en 2013 is het aantal te corrigeren bladzijden met bijna 6 000 gestegen (ter informatie: de jaarlijkse capaciteit van een arrestencorrector bedraagt ongeveer 4 500 bladzijden). Derhalve is het noodzakelijk om in 2015 een vijfde corrector met de rang AST 3 binnen deze groep aan te werven. Anders bestaat het gevaar dat zich op correctieniveau een trechtereffect voordoet, waardoor het gunstige effect van de versnelde behandeling van de zaken, dat het gevolg is van de verhoogde productiviteit bij deze rechterlijke instantie, wordt tenietgaan. b) De groep arrestenlezers bij de president van het Gerecht voor ambtenarenzaken (1 tijdelijk AD-ambt van arrestenlezer) Het Gerecht voor ambtenarenzaken (Tribunal de la fonction publique (hierna „TFP”)) heeft zijn werkmethoden herzien, teneinde het steeds groter aantal zaken dat bij hem aanhangig wordt gemaakt sneller te kunnen afhandelen (het gevaar bestaat dat dit aantal nog eens sterk zal stijgen ten gevolge van de recente hervorming van het Ambtenarenstatuut) en het aantal hangende zaken te verminderen. Die hervormingen zullen echter niet de ver hoopte resultaten kunnen opleveren indien een bottleneck optreedt in de fase van de lezing van het arrest. Aange zien er op dit ogenblik slechts één arrestenlezer in dienst is, treedt die bottleneck thans reeds op bij een toe genomen productie, ondanks het feit dat één van de twee referendarissen van het kabinet van de president het grootste deel van zijn tijd spendeert aan de lezing van arresten, wat overigens ten koste gaat van de vervulling van zijn hoofdtaak. Om al die redenen dient een tweede, tijdelijk ambt van arrestenlezer (rang AD 10) te worden ingesteld, teneinde een bottleneck bij de behandeling van de zaken van het TFP te vermijden. c) Griffie van het Gerecht (1 vast AD-ambt van afdelingshoofd) De griffie speelt een belangrijke rol bij de behandeling van de aanhangig gemaakte zaken en ondervindt dus bij uitstek de gevolgen van de sterke ontwikkeling van het aantal zaken (zie punt 1.1 van hoofdstuk I). In de laatste zes jaar is het aantal door de griffie geregistreerde processtukken met ongeveer 50 % gestegen, terwijl het aantal personeelsleden van de griffie met minder dan 15 % is toegenomen. De werklast van de griffier, die de rechterlijke instantie onder het gezag van de president beheert, is thans uitzonderlijk hoog en kan niet worden opgevangen door de adjunct-griffier, die zelf reeds zeer veel werk heeft met het toezicht op de intellectuele-eigendomszaken en de hogere voorzieningen en met zijn administratieve taken inzake personeelsbeheer. Tegen de achtergrond van die overvloed aan activiteiten is het derhalve absoluut noodzakelijk de griffie beter te structureren, en kan de werklast van de griffier worden verlicht door een ambt van afdelingshoofd (rang AD 9) in te stellen en daaraan taken in verband met de rechtspraak (het werk van de administrateurs en de assistenten die de procesdossiers beheren volgen en controleren in het grootste gedeelte van de zaken, met uitzondering van de zaken waar de adjunct-griffier zich reeds mee bezighoudt), veeleer administratieve taken (de praktijken coördineren, de interne hervormingen van de taalgroepen uitvoeren, het betrokken personeelsbestand beheren en de dagelijkse leiding van de bestaande teams op zich nemen) en zuiver operationele taken (zoals de werking van de griffie verzekeren tijdens kamerbijeenkomsten en terechtzittingen) toe te wijzen. 24.6.2014 NL Ontwerp van algemene begroting 2015 d) Directoraat-generaal Vertaling (6 vaste AD-ambten van jurist-vertaler) Gelet op de in hoofdstuk I (punt 1.2) reeds vermelde vereisten van de meertaligheid speelt het directoraat-generaal Vertaling een cruciale rol binnen het Hof van Justitie, zowel in de fase die voorafgaat aan de rechterlijke beslissingen (vertaling van de processtukken in de werktaal van het Hof — het Frans — en vertaling van het arrest of de beschikking in de procestaal) als in de fase na deze beslissingen (om ervoor te zorgen dat de rechtspraak van het Hof beschikbaar wordt gesteld in alle talen van de Unie, zodat alle lidstaten op gelijke wijze toegang kunnen krijgen tot het Europees recht). Wat de behandeling van de zaken betreft, hangt de productiviteit van de rechterlijke instanties aldus in grote mate af van het vermogen van de vertaaldiensten om zowel in termen van volume als van termijnen bottlenecks te vermijden bij de vertaling van de stukken die nodig zijn voor het onderzoek van de zaken en bij de vertaling van de rechterlijke beslissingen vóór de uitspraak ervan. Zoals in hoofdstuk I is toegelicht, is daarom alles in het werk gesteld om de productiviteit van de vertaaldiensten te maximaliseren in deze tijden van zeer hoge werklast. De groei van de rechtsprekende activiteit is evenwel zodanig groot dat bepaalde taaleenheden, te weten de een heden die vertalen in de talen die het vaakst procestaal zijn (Engels, Duits, Italiaans, Spaans en ook, met betrekking tot de prejudiciële zaken, Nederlands), ondanks al deze inspanningen hun grenzen hebben bereikt; bovendien mag de vertaling van arresten/beschikkingen in de procestaal niet worden uitbesteed vóór de datum van uitspraak, dit om redenen van vertrouwelijkheid. Die situatie is des te problematischer daar het nu juist die eenheden zijn die het meest bijdragen aan de besparingen op vertaalgebied, zowel door omissies aan te brengen in en samenvattingen te maken van prejudiciële verzoeken als door middel van de fundamentele rol die zij spelen als „spiltaal”, welke rol bij het beheer van de meertaligheid van essentieel belang is (24 officiële talen leiden tot 552 mogelijke talen combinaties). Daarom worden vijf ambten van jurist-vertaler (rang AD 7) aangevraagd om deze taaleenheden waarvan de taal vaak procestaal is, te versterken en aldus zo veel mogelijk te voorkomen dat bij de behandeling van de zaken bottlenecks ontstaan. Ten slotte zal het Pools, naar aanleiding van de instelling van drie extra ambten van advocaten-generaal, waarvan er één permanent zal worden ingevuld door een Poolse advocaat-generaal, een nieuwe spiltaal worden, waardoor het mogelijk zal worden de meertaligheid binnen het Hof beter te beheren en de druk op de andere taaleenheden te verlichten. Bijgevolg wordt één ambt van jurist-vertaler (rang AD 7) aangevraagd om de Poolse vertaaleenheid te versterken. In dit verband moet worden benadrukt dat het directoraat-generaal Vertaling, naast die zeer gerichte verzoeken om versterking, ten volle bijdraagt aan de inspanningen om het aantal aangevraagde ambten van al de diensten te verminderen, met name dankzij de in hoofdstuk I reeds beschreven productiviteitsmaatregelen. Zo heeft het voor de begrotingsjaren 2013 en 2014 reeds afstand gedaan van 19 ambten en is het van plan er in 2015 nog eens 10 af te staan. Aangezien voor de verschillende ambten binnen de taaleenheden erg uiteenlopende functiebeschrijvingen gelden, zijn herschikkingen evenwel maar in zeer beperkte mate mogelijk. Dit verklaart de onderhavige aanvragen tot instelling van nieuwe ambten. e) Andere diensten (3 vaste ambten: 1 AD en 2 AST) De directie Onderzoek en Documentatie (direction de la recherche et documentation (hierna „DRD”)) is erg nauw betrokken bij de behandeling van de zaken en ondervindt dus rechtstreeks de gevolgen van het toenemend aantal zaken. Teneinde de kabinetten van het Hof, waar de werkdruk zeer hoog is, nog beter te kunnen bijstaan, heeft deze directie er onlangs de taak bijgekregen de hogere voorzieningen aan een voorafgaand onderzoek te onderwerpen en aldus onder meer het onderzoek naar de ontvankelijkheid ervan te vergemakkelijken en te versnellen. IV/13 NL IV/14 Ontwerp van algemene begroting 2015 24.6.2014 Daarnaast heeft deze dienst tot taak om de rechtspraak te volgen en de diverse rechtsdomeinen te analyseren voor elk van de lidstaten van de Unie. Daartoe moet hij voor elke lidstaat over een gespecialiseerde jurist beschikken, zodat alle Europese rechtsstelsels gedekt zijn. Aangezien hiervoor echter niet voldoende vaste ambten beschikbaar zijn, moeten die functies worden vervuld door gedetacheerde nationale deskundigen, hetgeen — gelet op het feit dat zij bij toerbeurt worden ingevuld —onvermijdelijk voor discontinuïteit zorgt. Daarom verzoekt de directie om een nieuw ambt (AD 5), waarmee zowel kan worden bijgedragen aan het eerste onderzoek van de hogere voorzieningen als op permanente wijze het rechtsstelsel van een lidstaat kan worden gedekt. Naast de taken betreffende het eerste onderzoek van de hogere voorzieningen, waarbij ook AST-personeel be trokken is, wordt op de door AST’s vervulde taken steeds vaker een beroep gedaan in het kader van de nood zakelijke verbetering van de producten en diensten die de DRD aanbiedt, met name voor de bijstand of de opleiding van nieuwe gebruikers (onder meer het kabinetspersoneel) van de door deze directie beheerde data banken. In dit kader verzoekt de directie om de instelling van één nieuw ambt AST 3. De directie Protocol en Voorlichting (direction du protocole et de l’information (hierna „DPI”)) vervult met zijn eenheid „Bezoeken” een belangrijke taak in het kader van de bevordering van de relaties tussen de leden van de instelling en de nationale magistraten. In het bijzonder zijn de „seminaries” erg belangrijk voor de voortgezette opleiding van de nationale magistraten en zorgen zij bij deze magistraten voor een beter begrip van de werkings regels van de rechterlijke instanties van de Unie. Aangezien er steeds meer van dit soort seminaries worden georganiseerd en het bekwaamheidsniveau dat vereist is om de kwaliteit ervan te verzekeren steeds stijgt, wenst de DPI zijn eenheid „Bezoeken” te versterken door middel van de instelling van een vast ambt AST 3. De budgettaire weerslag van die ambtaanvragen gedurende een periode van 6 maanden in 2015 bedraagt 637 000 EUR. 2.2. Voortzetting van de inkrimping van het personeelsbestand van de instelling Zoals in hoofdstuk I reeds in herinnering is gebracht, heeft het Hof steeds zijn inspanning ter vermindering van het personeelsbestand, waaraan alle instellingen moeten bijdragen in de periode 2013-2017, willen voortzetten, ook al is dit niet eenvoudig in tijden van zeer sterke ontwikkeling van de rechtsprekende activiteit. De door te voeren inkrimping van het personeelsbestand is evenwel onvermijdelijk zeer selectief, aangezien zij het personeel van de rechterlijke instanties (kabinetten) moet ontzien. Bijgevolg hebben alle andere diensten, en in het bijzonder de talendiensten en de horizontale ondersteunende diensten, een „screening” van hun activiteiten uitgevoerd. In dat kader hebben zij met name bijzondere aandacht geschonken aan de transversale processen en de modernisering van de informaticatoepassingen waarmee het best synergieën van voldoende omvang kunnen worden gerealiseerd. In dat kader zal het Hof — nadat het de voorbije twee jaar reeds afstand heeft gedaan van 40 (20 in 2013 en 20 in 2014) van de 97 ambten die het in de periode 2013-2017 beoogt te schrappen — 19 ambten schrappen in 2015, te weten: — 12 ambten (7 AD 5 en 5 AD 7) bij de talendiensten, en — 7 ambten (AST 1) bij bepaalde horizontale diensten, waarvan 5 ambten bij het directoraat-generaal Infra structuur en 2 ambten bij het directoraat-generaal Personeel en Financiën. Die vermindering van het aantal personeelsleden leidt tot een budgettaire besparing van 1 214 000 EUR. 24.6.2014 2.3. NL Ontwerp van algemene begroting 2015 Omzetting van ambten 2.3.1. Herwaardering van ambten in het kader van het bevorderingsbeleid Deze verzoeken betreffen de omzetting van ambten van de personeelsformatie die noodzakelijk is om ervoor te zorgen dat er overeenkomstig artikel 6, lid 2, van het nieuwe Ambtenarenstatuut vacante ambten beschikbaar zijn per 1 januari 2015 (1). Het nieuwe Statuut garandeert namelijk dat er per 1 januari van het begrotingsjaar in elke rang voldoende vacante ambten zijn om de ambtenaren volgens de voor elke rang in het Statuut vastgestelde percentages te bevorderen. Het aantal krachtens artikel 6, lid 2, van het Statuut aangevraagde herwaarderingen van ambten is berekend op basis van het aantal ambtenaren in actieve dienst op 1 januari 2014, waarop een vaste vermenigvuldigingsfactor is toegepast (zie lijst B van bijlage I bij het Statuut, en artikel 9 van bijlage XIII bij het nieuwe Statuut). Bovendien is bij de hiernavolgende verzoeken om herwaarderingen ten volle rekening gehouden met de sinds de inwerkingtreding van het nieuwe Ambtenarenstatuut geldende statutaire bepalingen die leiden tot een vertraging van bepaalde carrières. In deze context moeten de volgende herwaarderingen worden verricht. 28 AD 9 naar AD 10, 53 AD 8 naar AD 9, 32 AD 7 naar AD 8, 8 AD 6 naar AD 7, 2 AST 8 naar AST 9, 18 AST 7 naar AST 8, 10 AST 6 naar AST 7, 18 AST 4 naar AST 5, 29 AST 3 naar AST 4. Er zij aan herinnerd dat de voormelde statutaire bepalingen een niveau van beschikbaarheid van de ambten waarbor gen, maar geenszins voorschrijven dat de overeenkomstige bevorderingen moeten worden verricht. Bevordering kan immers enkel worden toegekend aan voldoende verdienstelijke ambtenaren. Deze herwaarderingen kosten in totaal 803 000 EUR. 2.3.2. Wijziging van het aantal ambten van de virtuele reserve Het aantal AD-ambten van de virtuele reserve moet worden verhoogd (met 2 AD 10 en 6 AD 7), om de ambtenaren, in het bijzonder de juristen-vertalers, te vervangen die bij de leden van het Hof van Justitie, het Gerecht en het Gerecht voor ambtenarenzaken zijn gedetacheerd. Deze maatregel heeft geen budgettaire gevolgen. 2.3.3. Herwaardering van ambten binnen de diensten Zoals in punt 2.2 van hoofdstuk I reeds is vermeld, blijft het Hof zijn herschikkingsbeleid resoluut voortzetten, aangezien het vaststelt dat bepaalde taken of bepaalde functies steeds ingewikkelder worden en door hoger geschoolde werknemers dienen te worden vervuld. Dat beleid is des te noodzakelijker in tijden van besparingen, aangezien dit soort werknemers nu juist het best kan bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe methoden of geavanceerdere informaticatoepassingen, die garant staan voor toekomstige productiviteitswinsten. Dit beleid, dat tot dusver veel steun heeft gekregen van de begrotingsautoriteit, gaat hand in hand met bepaalde gerichte herwaarderingen (16 herwaarderingen), die overigens weinig kosten op begrotingsvlak. Dankzij die herwaarderingen kan ook sneller nieuw personeel worden aangeworven, doordat optimaal kan worden gebruikgemaakt van de lijsten van de vergelijkende onderzoeken van EPSO die voor hogere niveaus (AST 3 of AD 7) worden georganiseerd, precies om rekening te houden met de evolutie van functies en vereisten. Tot slot maken zij het in bepaalde gevallen ook eenvoudiger om gebruik te maken van de lijsten van ambtenaren die met succes de in het kader van de certificeringsprocedure van artikel 45 bis van het Ambtenarenstatuut georganiseerde opleidingen hebben gevolgd. (1) Artikel 6, lid 2, van het Ambtenarenstatuut, dat van toepassing is sedert 1 januari 2014, luidt als volgt: „Onverminderd het beginsel van bevordering op grond van verdienste zoals neergelegd in artikel 45, garandeert die lijst van het aantal ambten dat voor elke instelling het aantal vacatures in elke rang van de lijst van het aantal ambten op 1 januari van elk jaar gelijk is aan het aantal ambtenaren in actieve dienst die zich op 1 januari van het jaar daarvoor in de lagere rang bevonden, vermenigvuldigd met de in bijlage I, afdeling B, voor die rang vastgestelde percentages. Deze percentages worden toegepast op basis van een gemiddelde over een periode van vijf jaar, met ingang van 1 januari 2014.”. IV/15 NL IV/16 Ontwerp van algemene begroting 2015 24.6.2014 De gevraagde herwaarderingen betreffen de volgende diensten: — directie Protocol en Voorlichting: door 1 ambt AST 3 naar een ambt AD 5 te herwaarderen binnen de eenheid „Pers en voorlichting” kan een specialist op het domein van de multimediatechnieken (webmaster) worden aange worven — een profiel waar thans veel vraag naar is op de arbeidsmarkt. Die technieken zijn van essentieel belang om het interne en externe communicatiebeleid van de instelling te optimaliseren, dat met name via de Curia-site of de nieuwe sociale netwerken verloopt; — directoraat-generaal Vertaling: de herwaardering van 1 ambt AST 3 naar een ambt AD 5 binnen de eenheid „Projecten en coördinatie inzake terminologie”, die van essentieel belang is voor de verhoging van de producti viteitswinsten van de taalafdelingen, strekt ertoe een administrateur met een juridische en taalopleiding aan te werven, zodat meer bijstand zal kunnen worden verleend aan de Engelse vertaalafdeling. Het Engels is immers een van de talen die het vaakst procestaal zijn; — directie Onderzoek en Documentatie: door 4 ambten AD 5 naar ambten AD 7 te herwaarderen wordt het mogelijk om hooggekwalificeerde juristen aan te werven, zodra EPSO een nieuw vergelijkend onderzoek voor die rang organiseert. Zulke profielen zijn voor de directie immers onontbeerlijk om te voldoen aan de steeds hogere kwaliteitseisen die aan de immer complexere juridische analyses worden gesteld, alsook door het belang van de lopende informaticaprojecten, waarvoor zowel juridische kennis als kennis van juridische informatica nood zakelijk is; — directie Informatietechnologie: door 2 ambten AST 3 naar ambten AD 7 en 2 ambten AD 5 naar ambten AD 7 te herwaarderen, kunnen uitstekende ingenieurs met een grondige kennis van de nieuwste informaticatechnologieën worden aangeworven, hetgeen onontbeerlijk is om de specifieke toepassingen die het Hof nodig heeft te kunnen ontwikkelen, en kunnen ervaren projectleiders worden aangetrokken voor de ontwikkelingsactiviteiten. Die her waarderingen stroken overigens met het beleid dat EPSO bij zijn vergelijkende onderzoeken op het gebied van de informatica voert (niveau AD 7); — directie Gebouwen: de herwaardering van 3 ambten AST 3 naar ambten AD 5 is noodzakelijk om de structuur en de competenties van deze directie te versterken. De oppervlakte die zij beheert is door de ingebruikneming van de gerenoveerde bijgebouwen immers toegenomen van 175 000 m2 tot 220 000 m2 (en de dienst „Facility Manage ment” heeft tot taak de zeer omvangrijke exploitatie- en onderhoudsovereenkomsten op te stellen en te beheren, de desbetreffende aanbestedingsdossiers op te maken en de selectieprocedure te voeren, …). Nu de begrotingsauto riteit het project inzake de vijfde uitbreiding heeft goedgekeurd, moet de directie bovendien in staat zijn om in nauwe samenwerking met de Luxemburgse autoriteiten toezicht te houden op dit omvangrijke bouwproject (met een oppervlakte van ongeveer 55 000 m2), dat vermoedelijk in 2019 zal zijn voltooid; — directie Logistiek: de herwaardering van 2 ambten AST 3 naar ambten AD 5 betreft de eenheid „Aankoop en inventaris” (die haar aankoopbeheer, met name wat meubilair betreft, steeds meer dient te professionaliseren) en de eenheid „Publicatie en productie van documenten” (die het hoofd moet bieden aan het feit dat de taken in verband met de elektronische Jurisprudentie steeds complexer worden); — eenheid Bezoldigingen en Dienstreizen: de herwaardering van 1 ambt AST 3 naar een ambt AD 5 strekt ertoe het hoofd te bieden aan de grote ontwikkeling van de competenties die het gevolg is van de ingebruikneming van het nieuwe systeem voor het personeelsbeheer (Sysper 2), alsook van de inwerkingtreding van het nieuwe Ambtena renstatuut en van de steeds belangrijker wordende taak de kredieten voor de bezoldigingen, die de zwaarste post van de begroting van de instelling uitmaken, te ramen en de evolutie ervan te volgen. Al deze omzettingen samen kosten 314 000 EUR. 3. Ontwikkeling En Analyse Van De Kredietvariaties Voor De Lopende Huishoudelijke Uitgaven 2015 (Behalve Grote Structurele Wijzigingen) 3.1. Belangrijke vaststellingen en overzichtstabel van de kredietvariaties Voor een optimale informatieverstrekking strekt het tot aanbeveling om de kredietvariaties die verband houden met het budget voor lopende huishoudelijke uitgaven en die welke verband houden met de komst van twee nieuwe advocatengeneraal vanaf 7 oktober 2015, afzonderlijk te analyseren. NL 24.6.2014 Ontwerp van algemene begroting 2015 IV/17 Door de gegevens op die manier voor te stellen, kan immers zeer duidelijk worden geanalyseerd hoe de structureel onveranderd gebleven kredieten zijn gewijzigd tussen 2014 en 2015, en kan voorts precies worden gemeten welke budgettaire gevolgen de verhoging van het aantal advocaten-generaal heeft. In het algemeen is de structuur van de uitgaven van het Hof nauwelijks veranderd ten opzichte van de vorige begrotingsjaren: de uitgaven van titel 1 „Aan de instelling verbonden personen”, vertegenwoordigen iets meer dan drie vierde van de kredieten (268,4 miljoen EUR), terwijl de uitgaven van titel 2 „Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven”, iets minder dan een vierde vertegenwoordigen (85,3 miljoen EUR). In dit verband zij eraan herinnerd dat de inkomsten in totaal worden geraamd op 45 073 000 EUR, tegenover 45 957 000 EUR (1) in 2014, dus een daling met 1,92 %, die te verklaren is doordat het werknemersaandeel in de pensioenbijdrage is verminderd. In de onderstaande tabel wordt per titel en per hoofdstuk toegelicht hoe de lopende huishoudelijke uitgaven zijn geëvolueerd. (in EUR) Begroting 2014 (*) Begroting 2015 Variatie totale kredieten Lopende uitgaven Lopende uitgaven Δ in EUR Δ in % 1 0 — Leden van de instelling (*) 27 049 500 28 287 500 1 238 000 4,58 1 2 — Ambtenaren en tijdelijke functionarissen 212 686 000 216 615 500 3 929 500 1,85 1 4-1 6 — Overige personeelsuitgaven 22 424 500 23 520 000 1 095 500 4,89 262 160 000 268 423 000 6 263 000 2,39 2 0 — Gebouwen en daarmee samenhangende kosten 62 655 000 61 836 500 – 818 500 – 1,31 2 1 — Artikel 2 1 0 — Informatica 16 022 500 16 409 500 387 000 2,42 2 1-2 3-2 5-2 7 — Overige uitgaven 7 778 000 7 054 000 – 724 000 – 9,31 86 455 500 85 300 000 – 1 155 500 – 1,34 52 000 54 000 2 000 3,85 348 667 500 353 777 000 5 109 500 1,47 Begrotingstitels en -hoofdstukken Totaal van titel 1 Totaal van titel 2 Titel 3 — Gerechtelijke kosten Totaal van de begroting (*) Om een transparante vergelijking mogelijk te maken, zijn de kredieten voor de pensioenen van de leden hier niet meegeteld bij de kredieten van hoofdstuk 1 0 inzake 2014, aangezien eerstbedoelde kredieten vanaf 2015 zullen zijn ingeschreven op de begroting van de Commissie. 3.2. Toelichting betreffende de uitgaven van titel 1 3.2.1. Leden De wijziging in de omvang van de kredieten van hoofdstuk 1 0 (een stijging met 1 238 000 EUR (+ 4,58 %) ten opzichte van diezelfde lopende uitgaven voor 2014) is te verklaren door wijzigingen in de lopende kredieten en door onzekerdere wijzigingen die verband houden met veranderingen in de samenstelling van de rechterlijke instanties. Wat de wijzigingen in de lopende kredieten betreft, moet worden vastgesteld dat deze met 193 000 EUR (of 0,71 %) stijgen. De oorzaak daarvan kan enerzijds worden gevonden in het niveau van salarisaanpassing dat voor 2015 in (1) Op dit bedrag is een correctie toegepast voor de inkomsten inzake de pensioenen van de leden, die in 2015 aan de Commissie worden overgedragen. IV/18 NL Ontwerp van algemene begroting 2015 24.6.2014 aanmerking is genomen (+ 448 000 EUR) op basis van de voorstellen van de Commissie (zie afdeling 1.2 van dat hoofdstuk), terwijl het salarisniveau in 2014 (en 2013) bevroren was ingevolge de overeenkomst betreffende het nieuwe Ambtenarenstatuut. Anderzijds heeft zich een vermindering voorgedaan (– 255 000 EUR), die grotendeels te verklaren is doordat de kredieten voor de overbruggingstoelagen waarop de voormalige leden gedurende drie jaar na hun vertrek uit de instelling recht hebben, gedaald zijn (omdat er bij het Gerecht minder vervangingen hebben plaatsgevonden dan bij de opmaak van de begroting 2014 was verwacht). De onzekerdere wijzigingen houden verband met de ramingen betreffende de waarschijnlijke vervanging of het waarschijnlijke vertrek van leden in 2015 en bedragen 1 045 000 EUR (te weten + 3,87 %). De begrotingsramingen berusten op de hypothese dat negen leden van het Hof van Justitie zullen vertrekken (de mandaten van 18 rechters lopen af op 6 oktober 2015) en houden, uit voorzorg, ook rekening met vier onvoorziene gevallen van vertrek (2 bij het Hof en 2 bij het Gerecht, op basis van het gemiddelde van de voorbije jaren). In vergelijking met de kredieten die op de begroting 2014 waren opgenomen voor dergelijke gevallen van vervanging/vertrek, stijgen de kredieten van post 1 0 0 0 „Bezoldiging en vergoedingen”, met 212 000 EUR en die van post 1 0 0 2 „Rechten in verband met de ambtsaanvaarding, de overplaatsing en de ambtsneerlegging” met 770 000 EUR, terwijl de kredieten van artikel 1 0 2 „Overbruggingstoelagen” met 91 000 EUR dalen. Ten slotte zorgt een reeds aangekondigd vertrek (bij het Hof), dat vóór eind 2014 effectief zal plaatsvinden, ervoor dat de kredieten van dit artikel 1 0 2 „Overbruggingstoelagen”, met een aanvullend bedrag van 154 000 EUR moeten worden verhoogd. Zoals in hoofdstuk I reeds is vermeld, worden de kredieten voor de pensioenen van de leden vanaf 2015 beheerd door de Commissie, die deze pensioenen vanaf dan zal uitbetalen, zoals zij dit sinds 2014 ook al doet voor het Europees Parlement. 3.2.2. Personeel De kredieten van hoofdstuk 1 2 stijgen in totaal met 3,93 miljoen EUR (+ 1,85 %). De verklaring daarvoor ligt in de volgende elementen. Allereerst ondergaan de kredieten voor de bezoldiging van het personeel net als elk jaar onvermijdelijk een stijging die het gevolg is van de toepassing van de statutaire bepalingen (specifieke aanpassingen in verband met de twee jaarlijkse automatische overgang naar een hogere salaristrap en de voor bevorderingen bestemde herwaardering van ambten, eventuele aanpassing van het aantal personen dat gezinstoelagen ontvangt). Over het geheel genomen be draagt de nettostijging van de kredieten 1,5 miljoen EUR. De kredieten ter financiering van de jaarlijkse reis naar de plaats van herkomst dalen daarentegen met ongeveer 0,8 miljoen EUR in 2015, te weten een daling met ongeveer 30 % ten opzichte van 2014. Dit komt door de nieuwe bepalingen van het Ambtenarenstatuut op dit gebied. Zoals in het vorige punt reeds is uiteengezet, brengen de door de Commissie voorgestelde parameters voor de aanpassing van de salarissen in 2015 mee dat de kredieten voor dat jaar met 3,5 miljoen EUR stijgen (terwijl de bezoldigingen in 2013 en 2014 waren bevroren). Wat het percentage van de forfaitaire aftrek betreft, zij eraan herinnerd dat bij deze aftrek, die wordt berekend volgens een op interinstitutioneel niveau geharmoniseerde methode, het geraamde aantal onbezette en dus niet-bezoldigde ambten in 2015 in aanmerking wordt genomen. Het zeer lage vacaturepercentage bij het Hof (gemiddeld ongeveer 2 % in 2013, indien geen rekening wordt gehouden met de uitbreiding tot Kroatië) rechtvaardigt ten volle dat voor 2015 hetzelfde percentage van de forfaitaire aftrek wordt gehanteerd als voor 2014 (te weten 3 %). Er zij aan herinnerd dat wanneer een te hoog forfaitair aftrekpercentage wordt vastgesteld in vergelijking met de werkelijke bezetting van de ambten van de personeelsformatie, een reëel risico ontstaat dat in de loop van het jaar, bij gebrek aan kredieten, de aanwervingen in de vacant geworden ambten moeten worden onderbroken, waardoor de goede werking van de instelling zou worden belemmerd. Wat de kredietvariaties in verband met de wijziging van de personeelsformatie tussen 2014 en 2015 betreft, leiden de voorstellen van het Hof (zie afdeling 2 van dit hoofdstuk) er enerzijds toe dat de kredieten met 1,2 miljoen EUR kunnen worden verminderd door de schrapping van 19 vaste ambten en anderzijds dat de kredieten met 0,9 miljoen EUR moeten worden verhoogd door de instelling van 12 nieuwe ambten (voor zes maanden in 2015) in verband met de groei van de gerechtelijke activiteit en de voortzetting van het beleid ter herwaardering van ambten. 24.6.2014 NL Ontwerp van algemene begroting 2015 3.2.3. Ander personeel en prestaties van derden De belangrijke toename van de kredieten van hoofdstuk 1 4 met 1,4 miljoen EUR (+ 8,11 %) is hoofdzakelijk te verklaren door de volgende factoren. a) postonderverdeling 1 4 0 0.5 „Arbeidscontractanten”, vertoont een stijging met 642 000 EUR (+ 12,52 %). In het algemeen worden arbeidscontractanten aangeworven om in de volgende hoofdbehoeften te voorzien: — ambtenaren en tijdelijke functionarissen vervangen tijdens hun zwangerschaps- of ziekteverlof; — handenarbeid of taken van administratieve ondersteuning verrichten, die voorheen werden verricht door amb tenaren van categorie D (bodes, magazijnbedienden, chauffeurs). In bepaalde uitzonderlijke gevallen worden arbeidscontractanten voor hulptaken ook aangeworven om een tijdelijke overbelasting van de diensten op te vangen. Allereerst moet worden benadrukt dat de grote wijziging in de omvang van de kredieten in wezen voor meer dan 50 % een loutere overdracht vertegenwoordigt van de kredieten die voorheen waren ingeschreven op postonder verdeling 1 4 0 6.4 „Freelancecorrectoren” (ten belope van 365 000 EUR). De reden voor die overdracht ligt hierin dat het noodzakelijk is efficiënter om te gaan met de stijgende werklast van de typografische correctie/taalcor rectie, die rechtstreeks verband houdt met de groei van de gerechtelijke activiteit, en tegelijk toch te vermijden dat het aantal correctoren-ambtenaren binnen de taaleenheden stijgt. Wanneer het correctorenbestand stabieler blijft, kunnen namelijk productiviteitswinsten worden geboekt, vanwege de ervaring die deze correctoren dan opbouwen en de vakkennis die zij opdoen. Overigens moet in herinnering worden gebracht dat in het budget van de arbeidscontractanten voor hulptaken op aansporing van de begrotingsautoriteit nu al ieder jaar kredieten worden uitgetrokken voor tien assistenten die belast zijn met taalcorrectie. Naast die herschikking van de kredieten moeten vanwege de stijgende werklast ook kredieten worden voorzien voor vier nieuwe correctoren, met name voor een betere ondersteuning van de taaleenheden waarvan de taal vaak procestaal is. Zoals in punt 2.1, onder d), hier boven is uiteengezet, ligt de werkdruk bij die eenheden opmerkelijk hoger. Teneinde te zorgen voor een succesvolle overgang van de papieren Jurisprudentie naar de elektronische Juris prudentie, waarvoor in 2015 nog een inhaalslag zal moeten gebeuren, hebben de Vertaaldienst en de dienst Onderzoek en Documentatie voorts eenmalig nood aan kredieten om een arbeidscontractant voor hulptaken in dienst te kunnen nemen gedurende respectievelijk 12 en 10 maanden. Tevens is bij de kredietvariaties rekening gehouden met de door de Commissie aangereikte parameters voor de aanpassing van de bezoldigingen, die voor deze post aanleiding geven tot een verhoging van de kredieten met 93 000 EUR. Tot slot moet nog worden beklemtoond dat het aantal arbeidscontractanten maar een zeer beperkt percentage van het personeelsbestand van de instelling uitmaakt (minder dan 8 %) en relatief gezien duidelijk lager ligt dan bij andere instellingen. b) post 1 4 0 6 „Externe dienstverlening op taalkundig gebied” (freelancetolken en -vertalers), vertegenwoordigt 62,4 % van het budget van hoofdstuk 1 4 (11,45 miljoen EUR op 18,35 miljoen EUR) en vertoont een stijging met 721 500 EUR (+ 6,73 %). De kredieten die nodig zijn voor freelancetolken worden geraamd op 2,16 miljoen EUR, en dalen dus sterk ten opzichte van 2014 (– 25 %). De directie Vertolking voert niet enkel een beleid om de bezettingsgraad van de vaste tolkenambten zo hoog mogelijk te houden en aldus het beroep op conferentietolken (AIC’s) zo veel mogelijk te beperken, maar zij rekent er ook op dat zij de vruchten kan blijven plukken van de maatregelen die de rechterlijke instanties hebben genomen om het aantal terechtzittingen en de organisatie van samenvallende terechtzittingen zo veel mogelijk te verminderen. Op basis van de gegevens betreffende de activiteiten in 2013, wordt verwacht dat er slechts 2 000 prestaties aan AIC’s zullen worden uitbesteed in 2015 (tegenover 2 468 in 2014, dus – 19 %). Daarenboven wordt op basis van de gegevens van de Gemeenschappelijke Tolkendienst van de Commissie (SCIC) verwacht dat de gemiddelde kostprijs per dag van een AIC in 2015 licht zal dalen (van 1 100 EUR in 2014 naar 1 080 EUR). IV/19 IV/20 NL Ontwerp van algemene begroting 2015 24.6.2014 De kredieten voor freelancevertaling worden geraamd op 9 miljoen EUR en stijgen dus fors ten opzichte van 2014 (+ 1,7 miljoen EUR, te weten + 23,29 %). Net zoals voor de tolkenprestaties, maakt het beleid om bij voorrang interne middelen te gebruiken het mogelijk het beroep op freelancevertalers — dat nochtans een onmisbare aanpassingsvariabele is om het hoofd te bieden aan de schommelingen in het aantal te vertalen bladzijden, dat afhangt van de rechtsprekende activiteit — zo veel mogelijk te beperken. Dat is overigens zeer duidelijk gebleken in 2013, toen dankzij de belangrijke maatregelen die de rechterlijke instanties hebben genomen om de vertaalaanvragen af te remmen en dankzij de productiviteitswinst bij de vertaaldiensten (zie punt 1.2 van hoofdstuk I) ongeveer 2,2 miljoen EUR minder is uitgegeven dan oor spronkelijk was begroot. Nadat het aantal te vertalen bladzijden in 2012 was afgenomen (– 8,8 % ten opzichte van 2011) is dat aantal in 2013 echter opnieuw beginnen stijgen (924 829 te vertalen bladzijden, te weten + 3,7 % ten opzichte van 2012). Die tendens zal zich waarschijnlijk doorzetten, aangezien de gerechtelijke activiteit blijft toenemen (+ 11 % bij het Hof en + 28 % bij het Gerecht). De toename van de behoefte aan freelancevertalingen die voor 2015 wordt verwacht, is onder meer te verklaren door de volgende factoren: — de toegenomen productiviteit van de rechterlijke instanties en de versnelling van de procedures (dankzij de toepassing e-Curia, waarmee stukken sneller kunnen worden uitgewisseld), met name door de instelling van nieuwe kamers bij het Hof en het Gerecht en door de komst van negen nieuwe referendarissen bij het Gerecht; — de inkrimping van het personeelsbestand, die de Vertaaldienst relatief sterk treft (schrapping van ongeveer 30 ambten tussen 2013 en 2015, waaronder 12 ambten van jurist-vertaler); — en het feit dat de Kroatische taaleenheid hetzelfde uitbestedingsritme zal bereiken als de andere taaleenheden. Op basis van die veronderstellingen schat het directoraat-generaal Vertaling dat er in 2015 ongeveer 265 000 bladzijden zullen worden uitbesteed (tegenover 203 000 in 2014), wat overeenkomt met een budget van 9 miljoen EUR indien wordt uitgegaan van dezelfde prijs per bladzijde als in 2014 (34 EUR). Voorts heeft een gedeelte van de kredieten van deze begrotingspost (197 000 EUR, tegenover 150 500 EUR in 2014) betrekking op het aandeel van het Hof in de financiering van de activiteiten van interinstitutionele samen werking, waarvan moet worden beklemtoond dat zij van groot belang zijn voor de verhoging van de productiviteit (ontwikkeling/verbetering van vertaalhulpmiddelen, gemeenschappelijke terminologische database, …). De sterke verhoging van deze kredieten is te verklaren door de deelname van het Hof van Justitie aan het nieuwe project „Machine Translation”, dat thans in de ontwikkelingsfase zit en waarvan wordt verhoopt dat het in de toekomst voor nieuwe productiviteitswinst zal zorgen. Tot slot dalen de kredieten voor freelance typografische correctie zeer sterk (met 307 500 EUR ten opzichte van 2014, te weten – 80,92 %). Die variatie is voornamelijk te verklaren door enerzijds de hierboven reeds aangehaalde interne overdracht van kredieten (365 000 EUR) naar post 1 4 0 0.5, en anderzijds de vraag van de directie Onderzoek en Documentatie om specifieke correctietaken voor bepaalde talen uit te besteden (11 500 bladzijden tegen een gemiddelde prijs van 5 EUR per bladzijde) in het kader van de operatie waarbij in de juridische databanken van die directie de samenvattingen van de rechtspraak sinds 1954 in alle taalversies worden opge nomen. 3.2.4. Andere personeelsgerelateerde uitgaven De totale omvang van de kredieten van hoofdstuk 1 6 neemt af met 281 500 EUR (zijnde – 5,17 % in vergelijking met diezelfde lopende uitgaven voor 2014). NL 24.6.2014 Ontwerp van algemene begroting 2015 Aan de basis van die kredietvermindering ligt niet alleen de wil om bepaalde uitgaven op hun niveau van 2014 te bevriezen (met name de uitgaven voor bijscholing en sociale contacten tussen de personeelsleden), maar ook en hoofdzakelijk (282 000 EUR) de schommeling van de kredieten van post 1 6 5 4 „Kinderdagverblijf”, waarvan de uitgaven volledig op interinstitutioneel vlak worden beheerd. De raming van deze kredieten berust dus op de door de instellingen meegedeelde verwachtingen, met name een daling van de uitgaven voor de door het Parlement beheerde crèches. 3.3. Toelichting betreffende de uitgaven van titel 2 De uitgaven van titel 2 dalen in totaal met 1 155 500 EUR, te weten een daling met 1,34 % ten opzichte van 2014. Aangezien voor bepaalde uitgaven van die titel een indexering geldt die soms groter is dan de inflatie, is dus wel degelijk sprake van een zeer aanzienlijke daling van de huishoudelijke uitgaven inzake infrastructuur, die het gevolg is van de strikte „zero-based budgeting”-benadering die het Hof blijft volgen en van de in punt 1.2.1 hierboven beschreven productiviteitswinsten. Dit gaat hoe dan ook heel wat verder dan de door de Commissie vooropgestelde doelstelling om „de uitgaven, met uitzondering van de bezoldigingen, te bevriezen op hun niveau van 2014”. De voornaamste wijzigingen worden hierna per hoofdstuk geanalyseerd. 3.3.1. Gebouwen en daarmee samenhangende kosten (hoofdstuk 2 0) Deze kredieten vertonen een duidelijke daling met 818 500 EUR (te weten – 1,31 %) vanwege de voorzienbare evolutie in de samenstelling en structuur van de gebouwen van het Hof in de loop van 2015, die de tegengestelde kredietbewegingen op de volgende begrotingsposten verklaart: — begrotingspost 2 0 0 0 „Huur”, vertoont een daling met 243 500 EUR (– 2,55 %). Het feit dat het gebouw Geos begin 2014 definitief kon worden verlaten naar aanleiding van de ingebruikneming van de gerenoveerde bijgebouwen leidt ertoe dat 822 000 EUR minder hoeft te worden aangevraagd dan voor 2014. In 2015 en de daaropvolgende jaren hoeft dus nog enkel gebouw T (waarvan de huurprijs erg gunstig is in ver gelijking met de gangbare prijzen op het plateau van Kirchberg) te worden gehuurd om er een gedeelte van het personeel van de instelling in onder te brengen. In 2013 is de huurovereenkomst met betrekking tot dat gebouw bovendien gewijzigd, in die zin dat het Hof voortaan ook de door de Rekenkamer en het Vertaalbureau ontruimde oppervlakten mag gebruiken. Bij de verwachte huurprijsverhoging (+ 269 000 EUR) voor dit gebouw en het daarbij horend parkeerterrein is rekening gehouden met de toepassing van de contractuele indexeringsmechanismen. Ter informatie zij nog opgemerkt dat het pas bij de voltooiing van het project inzake de vijfde uitbreiding van de gebouwen van het Hof (in 2019) mogelijk zal zijn om alle personeelsleden op één site bijeen te brengen en het gebouw T te verlaten. In het kader van het programma ter beveiliging van de IT-infrastructuur zal het Hof zijn IT-noodcentrum in handen geven van een professionele host, zoals verschillende instellingen reeds hebben gedaan om ervoor te zorgen dat de noodzakelijke veiligheid van die essentiële infrastructuur optimaal is gegarandeerd. De jaarlijkse huurprijs voor deze apparatuur wordt geraamd op 171 000 EUR. In het eerste jaar dient daarbovenop nog 155 000 EUR te worden betaald voor specifieke aanpassingen. — post 2 0 0 1 „Huurkoop”, vertoont een stijging met 854 000 EUR (te weten + 2,6 %), die voornamelijk verband houdt met de stijging van de huurkoopvergoeding voor de bijgebouwen, waarvan de renovatie reeds in het tweede semester van 2013 werd voltooid. In het algemeen stelt deze begrotingspost het Hof van Justitie in staat om te voldoen aan de verplichtingen die het in het kader van twee huurkoopovereenkomsten is aangegaan. De eerste overeenkomst, die op 15 november 1994 met de Luxemburgse autoriteiten is gesloten, betreft de huurkoop van de bijgebouwen bij het Paleis (gebouwen Erasmus, Thomas More en „C”, die een historische waarde hebben van 147,5 miljoen EUR, waarvan eind 2013 nog minder dan 2 miljoen EUR verschuldigd was, op basis van de vaststellingen van de onafhankelijke deskundige KPMG). Daarbij komen vanaf nu ook de kosten IV/21 IV/22 NL Ontwerp van algemene begroting 2015 24.6.2014 voor de volledige renovatie van die gebouwen, die in juni 2013 is voltooid. Deze kosten zijn op het actief van de balans van het Hof ingeschreven voor een totaalbedrag van 80,4 miljoen EUR (exclusief de financiële lasten van de voorfinanciering). Gelet op de voorafbetalingen voor deze werkzaamheden waarmee de begrotingsautoriteit reeds heeft ingestemd (20,6 miljoen EUR) en de voor eind 2014 voorziene schijf voor de consolidatie (16 miljoen EUR, op basis van de werkzaamheden die in 2014 nog dienen te worden betaald) wordt de huurkoopvergoeding voor 2015 derhalve geraamd op bijna 6 miljoen EUR (verhuurderskosten inbegrepen), overeenkomstig het contract met de Luxemburgse autoriteiten waarin is bepaald dat de terugbetaling zal worden gespreid over een periode die eindigt in 2026 (zoals voor het gebouwencomplex van het nieuwe Paleis). De tweede overeenkomst, die op 13 juni 2007 — eveneens met de Luxemburgse autoriteiten — is gesloten op basis van een in 2001 ondertekende kaderovereenkomst, betreft de huurkoop van het gerenoveerde oude Paleis en de uitbreiding ervan (ring rond dit Paleis, twee hoge torens en een galerij die deze verschillende gebouwen met elkaar verbindt). Voor de berekening van deze huurkoopvergoeding is rekening gehouden met de bouwkosten, die op 31 december 2013 op het actief van de balans van de instelling waren ingeschreven voor een bedrag van 352,8 miljoen EUR (exclusief de financiële lasten van de voorfinanciering). Volgens de informatie die bij de voorbereiding van de onderhavige begrotingsramingen beschikbaar was, zal de voor 2015 noodzakelijke huurkoopvergoeding 27,6 miljoen EUR bedragen (verhuurderskosten inbegrepen), tegenover 27,9 miljoen EUR in 2014, gelet op de voor uitbetalingen die de begrotingsautoriteit tot op heden heeft toegestaan (57,3 miljoen EUR). Het is immers nuttig te beklemtonen dat dit begrotingsonderdeel meer dan 40 miljoen EUR, dus 20 % méér, zou hebben bedragen zonder al de vooruitbetalingen die de begrotingsautoriteit voor deze projecten heeft toegestaan. — post 2 0 0 7 „Inrichting van dienstruimten”, waarvan de kredieten worden geraamd op 775 000 EUR, vertoont een sterke daling met 575 000 EUR (zijnde – 42,59 %). Nadat onder meer door de ingebruikneming van nieuwe gebouwen jarenlang zwaarder is geïnvesteerd, zullen de te financieren werkzaamheden in 2015 minder groot zijn. Naast de recurrente werkzaamheden in verband met scheidingswanden en de andere werkzaamheden die noodzakelijk zijn om de goede werking van een groot vast goedcomplex (220 000 m2) te verzekeren, moeten bepaalde werkzaamheden worden uitgevoerd om het energie verbruik van de airconditioning in de twee torens te optimaliseren. — post 2 0 0 8 „Studies en technische bijstand bij bouwprojecten”, waarvan de kredieten worden geraamd op 1 121 000 EUR, vertoont een stijging met 145 000 EUR (+ 14,86 %). Hoewel niet langer een beroep hoeft te worden gedaan op de gespecialiseerde technische bijstand die nodig was bij de renovatie van de bijgebouwen (en er hierdoor 95 000 EUR wordt bespaard), vertonen de kredieten van deze post een stijging. Die is te verklaren doordat op 1 januari 2015 een nieuwe interinstitutionele kaderovereenkomst op het gebied van technische, architecturale en financiële bijstand en advies in werking zal treden, waarvan zal worden gebruikgemaakt om onder meer audits over de schoonmaakdiensten en het onderhoud van de technische installaties, alsook milieuaudits en diverse andere studies te laten uitvoeren. Gelet op de nieuwe omvang van zijn gebouwencomplex heeft het Hof aangegeven dat zijn bijdrage aan deze overeenkomst 1,8 miljoen EUR bedraagt over 4 jaar en 450 000 EUR voor het jaar 2015. Daarnaast zullen de architecturale en technische studies voor het project inzake de vijfde uitbreiding (dat in 2011 is goedgekeurd door de begrotingsautoriteit) worden voortgezet. De kosten daarvoor worden voor 2015 geraamd op 562 000 EUR (een stijging met 40 000 EUR ten opzichte van 2014, die te wijten is aan de eerste indexering van de overeenkomst). Dit project moet de mogelijkheid scheppen om tegen 2019 alle personeelsleden op dezelfde site samen te brengen en om het laatste nog gehuurde gebouw (gebouw T) te verlaten. Tot slot dient te worden gewezen op bepaalde nieuwe uitgaven. Allereerst is, teneinde ervoor te zorgen dat de toepasselijke wettelijke regeling inzake openbare gebouwen wordt nageleefd, overeengekomen om deel te nemen aan een interinstitutionele opdracht betreffende de naleving van de technische en milieureglementering (een nood zakelijke voorwaarde voor de EMAS-registratie). Het aandeel van het Hof daarin wordt geraamd op 20 000 EUR per jaar. Ook is het Hof voornemens om een overeenkomst voor bijstand inzake het „beheer van waarborgen en verborgen gebreken” te sluiten in verband met de recente werkzaamheden bij het Hof (de kostprijs daarvoor wordt begroot op 50 000 EUR voor 2015). 24.6.2014 NL Ontwerp van algemene begroting 2015 — artikel 2 0 2 „Uitgaven in verband met de gebouwen”, dat hoofdzakelijk de uitgaven voor schoonmaak/onderhoud (post 2 0 2 2), energie (post 2 0 2 4) en veiligheid/toezicht (post 2 0 2 6) dekt, kent een daling met in totaal 999 000 EUR (zijnde – 5,55 %). Bij de berekening van de uitgaven voor onderhoud/schoonmaak, die licht stijgen met 31 500 EUR (+ 0,4 %), is in aanmerking genomen dat de oppervlakte van de gebouwen is gewijzigd, dat er in het kader van de voornaamste onderhoudsovereenkomst een groter aantal en een ander soort installaties moet worden onderhouden (nieuwe, complexere technische installaties in de bijgebouwen), en dat in het kader van de nieuwe schoonmaakovereen komst normaal gezien vanaf juni 2014 gunstigere voorwaarden zullen gelden. Bij de bepaling van het totaalbedrag van de aangevraagde kredieten voor dit begrotingsonderdeel is ook rekening gehouden met de indexeringsvoor schriften. De uitgaven voor energie dalen dan weer sterk, met 1 041 500 EUR (– 27,03 %). De oorzaak daarvan ligt in wezen in het feit dat de tarieven van een nieuwe interinstitutionele overeenkomst die op 1 januari 2014 in werking is getreden, veel gunstiger zijn dan die van de vorige overeenkomst (ongeveer 30 % gunstiger). Bij de kredietra mingen is ook rekening gehouden met het verwachte elektriciteitsverbruik van het toekomstige IT-noodcentrum (21 000 EUR) en met de nieuwe interinstitutionele overeenkomst voor de levering van gas aan gebouw T (die zorgt voor een stijging met 40 000 EUR tegenover 2014). In dit kader verdienen twee belangrijke milieumaatregelen nog steeds te worden benadrukt, aangezien zij in aanzienlijke mate bijdragen tot de vermindering van het energieverbruik. Het gaat in de eerste plaats om de zeer grote fotovoltaïsche installaties (met een oppervlakte van 2 750 m2) op het dak van het nieuwe Paleis, die een niet-onaanzienlijke besparing mogelijk maken omdat de aldus geproduceerde energie aan de netoperator kan worden verkocht (geraamd op ongeveer 120 000 EUR in 2015). In de tweede plaats worden de verwarmingskosten ook aanzienlijk beperkt doordat de instelling is aangesloten op de warmtekrachtkoppelingsinstallatie van de wijk Kirchberg. Er zij aan herinnerd dat de nieuwe gebouwen van het Hof bij de eerste waren om te worden aangesloten op dit stadsverwarmingsnet, dat zelf wordt gevoed door een installatie die met behulp van een gasmotor elektriciteit produceert. De geproduceerde elektriciteit wordt toegevoegd aan het algemene net, terwijl de bij dit productieproces vrijgekomen warmte in de vorm van warm water wordt verdeeld onder de aangesloten klanten, die beschikken over warmtewisselaars waarmee zij het water van hun particuliere verwarmingscircuit kunnen verwarmen. Dankzij warmtekrachtkoppelingsinstallaties kunnen het primaire energieverbruik en de NOxuitstoot met ongeveer 30 % worden verlaagd ten opzichte van traditionele verwarmingsinstallaties en zijn er ook minder schadelijke emissies. Tot slot stijgen de uitgaven voor veiligheid en toezicht met slechts 19 000 EUR (+ 0,33 %). Die stijging is te wijten aan de indexering van de voor deze diensten gesloten overeenkomsten. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat de hoofdovereenkomst op 15 juli 2015 afloopt en dat bij de berekening van de aangevraagde kredieten geen rekening is gehouden met eventuele prijswijzigingen als gevolg van de nieuwe aanbesteding. Wat de twee laatste posten van artikel 2 0 2 betreft, moet worden vastgesteld dat de kredieten van post 2 0 2 8 „Verzekeringen” dalen met 12 000 EUR (te weten – 10,71 %) ten gevolge van een nieuwe interinstitutionele kaderovereenkomst betreffende de brandverzekering voor de Luxemburgse gebouwen van de instellingen van de Unie. Post 2 0 2 9 „Overige uitgaven in verband met de gebouwen” (waarvan de kredieten worden begroot op 309 000 EUR) vertoont een stijging met 4 000 EUR (+ 1,31 %), die rekening houdt met de hogere prijzen van de nieuwe afvalophalingsovereenkomst. 3.3.2. Materieel, exploitatiekosten en diensten in verband met informatica en telecommunicatie (artikel 2 1 0) De kredieten betreffende informatica en telecommunicatie zijn van vitaal belang voor de werking van alle activiteiten van het Hof van Justitie: rechtsprekend, taalkundig en administratief. Zoals in hoofdstuk I reeds is aangegeven, draagt de informatica ertoe bij dat de productiviteit van de instelling aanzienlijk verhoogt, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de dematerialisatie in de fase die aan de rechterlijke beslissingen voorafgaat (gebruik van eCuria voor de uitwisseling van documenten met de partijen, vakinstrumenten voor de rechterlijke instanties, de griffies en de talendiensten) en in de fase nadat deze beslissingen zijn gegeven (elektronische Jurisprudentie). Omdat de continuïteit van de dienst moet worden verzekerd is het echter wel noodzakelijk om de budgettaire middelen op dit cruciale technische domein veilig te stellen, temeer daar zij relatief beperkt zijn in vergelijking met die van andere instellingen. Net als bij de voorstelling van de ramingen van de vorige jaren, heeft het Hof van Justitie zich ingespannen om, met het oog op transparantie en duidelijkheid, een onderscheid te maken tussen de kredieten die noodzakelijk zijn voor de lopende informaticabehoeften (exploitatie, ontwikkeling en onderhoud van de bestaande hardware en toepassingen) en de kredieten voor specifieke strategische/niet-recurrente behoeften. IV/23 IV/24 NL Ontwerp van algemene begroting 2015 24.6.2014 Voor het jaar 2015 vertegenwoordigt het totaalbedrag van de kredieten met betrekking tot informatietechnologie iets meer dan 19 % van de uitgaven van titel 2, en stijgt het met 387 000 EUR (+ 2,42 %). Aangezien de kredieten voor strategische behoeften op hetzelfde niveau blijven als in 2014, is de kredietvariatie volledig toe te schrijven aan de stijging van de kredieten voor lopende behoeften. Deze laatste kredieten worden in punt a) hieronder gedetailleerd beschreven, terwijl de kredieten voor de financiering van strategische behoeften in punt b worden toegelicht. a) Kredieten die noodzakelijk zijn voor de werking en het normale onderhoud van het bestaande materieel en de bestaande toepassingen De kredieten van artikel 2 1 0 „Materieel, exploitatiekosten en diensten in verband met informatica en telecom municatie”, stijgen in totaal met 387 000 EUR (+ 2,6 %) ten opzichte van het bedrag dat in de begroting 2014 was opgenomen voor de lopende behoeften. Binnen dit artikel doen zich in wezen de volgende wijzigingen voor: — de kredieten van post 2 1 0 0 „Aankoop en onderhoud van materieel en software en werkzaamheden daar aan”, stijgen met 108 500 EUR. Die gematigde stijging vloeit voort uit de onvermijdelijke toename van de kosten voor de normale exploitatie op het gebied van materieel (met name omdat het aantal gebruikers wijzigt door de toenemende informatisering van de gerechtelijke en niet-gerechtelijke activiteiten). Het is van belang om te benadrukken dat het Hof van Justitie op dit begrotingsonderdeel in zeer grote mate de vruchten plukt van de interinstitutionele samenwerking, aangezien meer dan 90 % van de uitgaven van post 2 1 0 0 door interinstitutionele contracten wordt gedekt. Deze samenwerking leidt niet alleen tot bespa ringen bij de aankoop en het onderhoud van materieel, maar zorgt er ook voor dat elk jaar een aanzienlijk bedrag kan worden uitgespaard doordat essentiële internettoepassingen van de instelling (zoals de Curia-website of e-Curia) bij de Commissie worden ondergebracht. — de kredieten van post 2 1 0 2 „Diensten van derden in verband met de exploitatie, het ontwerpen en het onderhoud van software en systemen”, stijgen met 278 000 EUR. Die stijging wordt veroorzaakt door de combinatie van de volgende twee factoren: a) de stijging van de kosten voor de dienstverlening inzake de gebruikelijke exploitatie, die te wijten is aan de indexering van de overeenkomsten en de stijging van het aantal toepassingen; b) de financiering van nieuwe lopende activiteiten (vervanging van verouderde administratieve toepassingen door de interinstitutionele toepassing Sysper 2, gedeeltelijke uitbesteding van multimedia-activiteiten, stij ging van de kostprijs om internettoepassingen van de instelling onder te brengen bij de Commissie, en de behoefte aan permanente technische expertise met betrekking tot de werking van de nieuwe ECM-instru menten). Ook voor deze uitgaven plukt het Hof van Justitie in ruime mate de vruchten van de interinstitutionele samenwerking, aangezien meer dan 30 % van de uitgaven van post 2 1 0 2 worden gedekt door inter institutionele contracten, voornamelijk wat de exploitatie van de computerzalen, de studies en de admini stratieve toepassingen betreft. In dit verband maakt het onderbrengen van de sites Curia en e-Curia bij de Commissie het mogelijk om de exploitatiekosten voor internetinfrastructuur uit te sparen. Door te opteren voor het personeelsbeheerssysteem van de Commissie (Sysper 2) was het bovendien mogelijk om het meerjarenbudget voor deze ontwikkeling ongeveer te halveren in vergelijking met een autonome ontwik keling. — op post 2 1 0 3 „Telecommunicatie”, stijgen de kredieten licht (met 500 EUR). Het overgrote deel van die uitgaven (65 %) wordt verricht op basis van interinstitutionele overeenkomsten. Bij deze kredietaanvraag voor 2015 wordt ervan uitgegaan dat intensiever zal worden gebruikgemaakt van de datalijnen, maar dat dit zal worden gecompenseerd door een daling van de algemene kostprijs van die gegevens op de markt. b) Kredieten ter financiering van de strategische behoeften De kredieten voor de strategische behoeften in 2015 bedragen 1 150 000 EUR, net als in 2014. Daarmee worden hoofdzakelijk de kosten gedekt van twee projecten waarmee in 2014 is gestart (de modernisering van de database „Litige” van de griffies en het programma „Enterprise Content Management”). Die zullen in 2015 in totaal 950 000 EUR bedragen. Daarnaast is een bedrag van 200 000 EUR uitgetrokken voor prioritaire IT-investeringen die verband houden met, ten eerste, de multimediacapaciteit voor het houden van terechtzittingen en, ten tweede, de installatie van een nieuw IT-noodcentrum. 24.6.2014 NL Ontwerp van algemene begroting 2015 Programma ter modernisering van de invoer van gegevens in de database van de griffies (Litige) Zoals in 2014 al is aangekondigd, moet in 2015 een tweede financieringstranche voor dit programma worden voldaan (750 000 EUR, net als in 2014). De Informaticadienst beschikt immers niet over voldoende budgettaire middelen om dergelijke ontwikkelingen uit de lopende uitgaven te financieren. Er zij aan herinnerd dat de database „Litige” een van de oudste informaticatoepassingen van het Hof is, maar ook een van de belangrijkste, zo niet dé belangrijkste, aangezien zij rechtstreeks de kerntaak van de instelling betreft (het beheer van de gerechtelijke procedures). Deze modernisering strekt er zowel toe verouderde technische bestanddelen te moderniseren, als nieuwe func tionaliteiten, zoals functies met betrekking tot de workflow, toe te voegen. Wegens een gebrek aan middelen is een essentieel onderdeel van die modernisering, namelijk de herziening van het systeem om de gegevens in de database „Litige” in te voeren, reeds verschillende jaren uitgesteld. Volgens de berekeningen van de directie Informatie technologie moeten meer dan 350 invoerschermen naar een nieuwe technologie worden overgezet en zijn meer dan de helft van die schermen erg complex, waardoor zij volledig moeten worden herschreven. Bij die tweede financieringstranche voor dit project is ook in aanmerking genomen dat de schermen moeten worden aangepast aan de belangrijke wijzigingen in de regelgeving die gedurende de laatste tien jaar hebben plaatsgevonden en aan de herziening/modellering van het bedrijfsproces („business process”). Die technologische modernisering is cruciaal, aangezien de technologie die thans wordt gebruikt (Forms 6) in middels volledig verouderd is en zelfs niet meer wordt ondersteund door de uitgever ervan. Dit tweede gedeelte van de strategische financiering kost 750 000 EUR. Programma Entreprise Content Management (ECM) Dit programma is zeer belangrijk voor de instelling, waarvan de taak vanuit informatica-oogpunt kan worden gezien als de behandeling van een documentenstroom, die begint bij de indiening van het inleidend verzoekschrift en eindigt bij de publicatie van de uitspraken. Vooral omdat de instelling haar activiteiten de laatste jaren steeds verder heeft gedematerialiseerd met behulp van diverse speciaal daarvoor ontworpen toepassingen, is het thans echter noodzakelijk om de eenvormigheid en de coherentie van de rechtspraak te garanderen door middel van zeer geavanceerde middelen, waarmee de rechters en hun medewerkers alle juridische stukken kunnen vinden die zij nodig hebben voor het nemen van een beslissing. In 2014 is hiervoor reeds een eerste tranche van 400 000 EUR toegekend. Thans moet het programma worden voortgezet, met name door de toevoeging van zoekmachines die nodig zijn om de eenvormigheid en de coherentie van de rechtspraak te verzekeren. De tranche van 200 000 EUR, waarvan de betaling is voorzien voor 2015, dient voor de aankoop van de licenties en servers die noodzakelijk zijn om die functies te kunnen aanbieden. Het is van belang te benadrukken dat die investeringen ook ten goede zullen komen aan het publiek dat belang stelling heeft voor de rechtspraak van het Hof, meer bepaald via de externe portaalsite, die een digitale versie (pdfformaat) in de verschillende talen bevat van alle uitspraken die het Hof sinds zijn oprichting (1952) heeft genomen. Toename van de multimediacapaciteit van de instelling Tot op heden heeft het Hof enkel voor „meertalige audio” ten volle gebruikgemaakt van zijn multimediacapaciteit. Om de mogelijkheid te scheppen in de toekomst eventueel ook gebruik te maken van „meertalige video”, moet de capaciteit — het opslagvolume van de servers — worden verhoogd (een beeldopname van één minuut neemt immers 10 keer meer ruimte in dan een geluidsopname van één minuut). Dit project kost 100 000 EUR. Nieuw IT-noodcentrum Zoals in de toelichting bij begrotingsonderdeel 2 0 0 0 „Huur”, reeds is vermeld, heeft de Informaticadienst het plan opgevat om zijn IT-noodcentrum aan een professionele host over te dragen, waardoor de hele serverinfra structuur kan worden gedupliceerd en zij het hoge beschikbaarheidsniveau van de TIER IV-norm bereikt. De kosten van dit project worden geraamd op 100 000 EUR en dekken de installatie van de IT-apparatuur en de overdracht van de toepassingen buiten de werkdagen en werkuren. IV/25 NL IV/26 Ontwerp van algemene begroting 2015 24.6.2014 3.3.3. Overige huishoudelijke uitgaven Wat hoofdstuk 2 1 betreft (zonder de hierboven reeds onderzochte informatica-uitgaven), valt een zeer lichte stijging op te merken met 19 000 EUR (+ 0,83 %), die als volgt kan worden uitgesplitst: — artikel 2 1 2 „Meubilair”: de kredieten nemen af met 3 500 EUR (dus – 0,55 %); — artikel 2 1 4 „Technische installaties en technisch materieel”: de kredieten dalen met 14 500 EUR (zijnde – 5,74 %); — artikel 2 1 6 „Voertuigen”: deze kredieten stijgen met 37 000 EUR (te weten + 2,64 %). Net als andere instel lingen heeft het Hof er sedert enkele jaren voor gekozen om zijn voertuigen te huren, aangezien dit veel goedkoper is dan het interne beheer van een voertuigenpark in volle eigendom. De gebruikte overeenkomst is het resultaat van een interinstitutionele aanbesteding, waarvan het Hof van Justitie de leiding heeft. Bij de berekening van deze kredieten zijn de voorzienbare vervangingen van voertuigen in 2015 in aanmerking genomen. In dit verband is gepland dat in 2015 drie dienstwagens zullen worden vervangen door elektrische en hybride wagens (die minder vervuilen, maar waarvan de huurprijs momenteel wel hoger ligt). Die inspanning om het rollend materieel te vergroenen, zal in de volgende jaren worden voortgezet. De kredieten van hoofdstuk 2 3 „Lopende huishoudelijke uitgaven”, dalen met 39 000 EUR, te weten – 2,62 %. Die daling is te verklaren door het feit dat de kredieten van artikel 2 3 6 „Portokosten”, met 46 000 EUR dalen (naar aanleiding van een nieuwe interinstitutionele aanbesteding op dit domein) en door het feit dat de kredieten van artikel 2 3 0 „Papier, kantoorbenodigdheden en divers klein materiaal”, met 15 500 EUR dalen door de voortschrij dende dematerialisatie van de documentenstromen. De kredieten van hoofdstuk 2 5 „Vergaderingen en conferenties”, stijgen met 12 000 EUR (+ 2,04 %). Die stijging is te verklaren door het feit dat de leveranciers waarop de instelling een beroep doet bij de organisatie van verschillende evenementen (plechtige zittingen, officiële bezoeken, seminaries, …) hun tarieven verhogen. De kredieten van hoofdstuk 2 7 „Voorlichting: aankoop, archivering, productie en verspreiding”, vertonen globaal een sterke daling met 716 000 EUR (zijnde – 21 %), die als volgt kan worden uitgesplitst: — artikel 2 7 2 „Documentatie, bibliotheek en archivering”: de stijging van de kredieten blijft beperkt tot 31 000 EUR, zijnde + 2,30 %. Deze uitgaven vormen een essentiële investering voor alle juristen die betrokken zijn bij de behandeling van de zaken van de drie rechterlijke instanties van het Hof. De stijging ervan is hoofdzakelijk te verklaren door de verhoging van de prijzen die de uitgevers/leveranciers aanrekenen voor abon nementen op de elektronische uitgaves, welke prijsverhogingen vaak hoger zijn dan de inflatie. Tegelijk blijven ook de papieren boekwerken en tijdschriften, die nog steeds erg talrijk zijn op het juridische domein, essentieel om de collecties up-to-date te houden. Tot slot dekt dit artikel de vergoedingen die krachtens de Luxemburgse wetgeving inzake auteursrechten verschuldigd zijn voor de fotokopieën die de lezers/bezoekers in de bibliotheek maken; — artikel 2 7 4 „Productie en verspreiding”: deze kredieten dalen zeer sterk (met 747 000 EUR, te weten – 36,23 %). Ten eerste verminderen de kredieten van post 2 7 4 0, „Publicatieblad” met 150 000 EUR (– 23 %) door de inwerkingtreding van een voordeligere overeenkomst inzake productie, wat de toename van het aantal gepubliceerde bladzijden compenseert. Ten tweede vertoont post 2 7 4 1 „Publicaties van algemene aard”, een nog grotere daling (met 597 000 EUR, te weten – 42 %), waarvan de oorzaak ligt in de aanzienlijke besparingen die dankzij de nieuwe elektronische Jurisprudentie konden worden geboekt, en in het project om het Jaarverslag van de instelling enkel nog elektronisch te publiceren (en dus niet meer op papier, hetgeen een besparing oplevert van 62 000 EUR). III. TWEE NIEUWE ADVOCATEN-GENERAAL BIJ HET HOF VAN JUSTITIE 1. Inleiding Bij besluit van 25 juni 2013 heeft de Raad ingestemd met het voorstel van het Hof van Justitie van januari 2013 om het aantal advocaten-generaal overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag van Lissabon met drie te verhogen. 24.6.2014 NL Ontwerp van algemene begroting 2015 IV/27 Overeenkomstig dat besluit is een eerste advocaat-generaal (van Poolse nationaliteit) op 23 oktober 2013 in functie getreden en zullen de twee andere advocaten-generaal (de ene van Tsjechische en de andere van Deense nationaliteit) in functie treden op 7 oktober 2015, wanneer een gedeelte van de leden van het Hof van Justitie wordt vervangen. Zoals uit de overzichtstabel hieronder blijkt, heeft de instelling van die twee ambten van advocaat-generaal en hun kabinet een budgettaire impact van 1,29 miljoen EUR voor de periode van 7 oktober tot en met 31 december 2015, waarvan 0,61 miljoen EUR recurrente uitgaven en 0,68 miljoen EUR eenmalige uitgaven in verband met de infunc tietreding van de twee nieuwe leden en hun personeel. Die uitgaven zijn volkomen in overeenstemming met het financieel memorandum dat was gevoegd bij het voorstel van het Hof van begin 2013, en met de uitgaven die zijn begroot en goedgekeurd voor de infunctietreding van de eerste advocaat-generaal. (in EUR) Kredieten (periode van 7 oktober tot en met 31 december 2015) Begrotingstitels en -hoofdstukken Recurrente uitgaven Niet-recurrente uitgaven Totaal 1 0 — Leden van de instelling 155 000 117 500 272 500 1 2 — Ambtenaren en tijdelijke functionarissen 415 500 117 000 532 500 9 000 25 500 34 500 579 500 260 000 839 500 5 500 250 000 255 500 19 000 143 000 162 000 4 000 19 000 23 000 500 4 500 5 000 Totaal van titel 2 29 000 416 500 445 500 Totaal van de begroting 608 500 676 500 1 285 000 1 6 — Overige uitgaven in verband met de aan de instel ling verbonden personen Totaal van titel 1 2 0 — Gebouwen en daarmee samenhangende kosten 2 1 — Informatica, materieel en roerende goederen: aan koop, huur en onderhoud 2 3 — Lopende huishoudelijke uitgaven 2 7 — Voorlichting: aankoop, archivering, productie en verspreiding Het totaal van deze uitgaven vertegenwoordigt een stijging met 0,36 % in vergelijking met de volledige begroting van de instelling voor 2014, exclusief de pensioenen van de leden. Ter informatie zij vermeld dat de ontvangsten voor dezelfde periode 113 000 EUR bedragen. Hierna wordt elk begrotingshoofdstuk nader toegelicht. 2. Toelichting Betreffende De Uitgaven Van Titel 1 De uitgaven van titel 1 „Aan de instelling verbonden personen”, met betrekking tot de bezoldigingen (en bepaalde aanverwante kosten) van de advocaten-generaal en het personeel van hun kabinet is gebaseerd op de thans geldende statutaire bepalingen. De hypothesen betreffende de aanpassing van de bezoldigingen zijn identiek aan de in hoofdstuk II, punt 1.2, reeds vermelde hypothesen. 2.1. Hoofdstuk 1 0 — Bezoldigingen van de twee nieuwe advocaten-generaal De recurrente uitgaven van de begrotingsonderdelen van hoofdstuk 10 „Leden van de instelling”, bedragen 155 000 EUR en omvatten de volgende elementen: NL IV/28 Ontwerp van algemene begroting 2015 24.6.2014 — de brutobezoldiging wordt berekend op basis van de geldelijke regeling (1) (112,5 % van het basissalaris van een directeur-generaal in rang AD 16/3, zijnde 119 000 EUR voor 86 dagen). Daarbij komen nog de verschillende toelagen (standplaatstoelage, gezinstoelagen, …) en de werkgeversbijdrage voor de ziektekosten- en ongevallen verzekering (31 500 EUR); — de aanverwante lasten omvatten de kosten voor dienstreizen alsook de opleidingskosten, met name op taalkundig gebied, die samen 4 500 EUR bedragen. De niet-recurrente uitgaven in verband met de infunctietreding bedragen 117 500 EUR en omvatten de volgende elementen: — Inrichtingskosten De ramingen zijn gebaseerd op soortgelijke begrotingsuitgaven die vroeger bij de driejaarlijkse vervanging van leden van het Hof werden gedaan, te weten: de reiskosten bij de indiensttreding, de inrichtingsvergoeding en de verhuiskosten. In totaal bedragen deze kosten 107 000 EUR. — Kosten voor de initiële opleiding In het algemeen zijn de opleidingskosten hoger in het jaar van de indiensttreding, vanwege de investeringen die nodig kunnen blijken op taalkundig gebied, maar ook op het gebied van informatica (om zich vertrouwd te maken met de instrumenten en databanken). In die context wordt deze initiële investering geraamd op 10 500 EUR, zijnde 125 % van het budget dat gewoonlijk nodig is in een normaal werkingsjaar. 2.2. Hoofdstuk 1 2 — Bezoldigingen van het kabinetspersoneel van de twee advocaten-generaal De twee kabinetten worden op dezelfde manier samengesteld als de kabinetten van de negen thans zetelende ad vocaten-generaal, te weten zeven tijdelijke ambten, waaronder vier ambten van referendaris en drie van assistent. Wat de referendarissen betreft, is de rangindeling van de aangevraagde ambten gebaseerd op de gemiddelde spreiding van de personeelsformatie van de instelling in 2014. Dit leidt tot de volgende indeling: 2 ambten AD 14, 3 ambten AD 12 en 3 ambten AD 11. Voor de assistenten stemmen de aangevraagde ambten overeen met de rang van de betrokkenen bij indiensttreding, dus 2 ambten AST 5, 2 ambten AST 3 en 2 ambten SC 3. Op basis daarvan bedragen de recurrente uitgaven van de begrotingsonderdelen van hoofdstuk 1 2 „Ambtenaren en tijdelijke functionarissen”, 415 500 EUR voor 86 dagen. Dat bedrag omvat de brutobezoldiging (319 000 EUR) alsook de statutaire toelagen (gezinsuitkeringen, ontheemdingstoelage, jaarlijkse reiskosten, ...) en de werkgeversbijdrage ter dekking van bepaalde risico’s/uitkeringen (ziekte, ongeval, werkloosheid), die samen op 96 500 EUR worden begroot. De niet-recurrente uitgaven die bij de indiensttreding van het personeel van het kabinet dienen te worden gemaakt, bedragen 117 000 EUR. Ze omvatten de reiskosten bij de indiensttreding, de inrichtingsvergoeding, de verhuiskosten en de dagvergoeding. 2.3. Hoofdstuk 1 6 — Overige uitgaven in verband met het personeel De kredieten ter dekking van de recurrente uitgaven op het gebied van opleiding (3 000 EUR), dienstreizen (500 EUR) en sociale voorzieningen (5 500 EUR) zijn, naar verhouding van het aantal gevraagde extra personeels leden, berekend op basis van de overeenkomstige kredieten die in de begroting 2014 waren ingeschreven. De niet-recurrente uitgaven hebben betrekking op de specifieke behoeften aan opleiding bij de indiensttreding (14 500 EUR), zowel in verband met de specifieke activiteiten en procedures/informaticatoepassingen van de instelling als in verband met de taalkundige aspecten. Die investering wordt begroot op 125 % van het budget dat gewoonlijk nodig is in een normaal werkingsjaar. Voorts bedragen de diverse kosten voor personeelsaanwerving 11 000 EUR. (1) Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967, zoals gewijzigd. 24.6.2014 3. NL Ontwerp van algemene begroting 2015 Toelichting Betreffende De Uitgaven Van Titel 2 Zoals hierboven reeds is vermeld, worden de uitgaven van titel 2 geraamd op 445 500 EUR. Nagenoeg dit hele bedrag dient om de niet-recurrente uitgaven bij de infunctietreding van de twee nieuwe advocaten-generaal en hun kabinet te dekken (416 500 EUR). De recurrente uitgaven bedragen in totaal slechts 29 000 EUR voor 2015, waarvan bijna twee derde (19 000 EUR) de kosten voor werking/onderhoud op informaticagebied en de kosten voor de huur van het te voorziene materiaal vertegenwoordigen. In het algemeen zijn deze recurrente uitgaven berekend op basis van het aantal nieuwe personeels leden en de standaardkosten die worden vastgesteld bij de huidige leden en personeelsleden. De niet-recurrente uitgaven (416 500 EUR) betreffen hoofdzakelijk de volgende initiële investeringen: — werkzaamheden voor de inrichting van het interieur (hoofdstuk 2 0), die vermoedelijk drie tot vijf maanden zullen duren en waarvan de kostprijs wordt geraamd op 250 000 EUR. Deze werkzaamheden dienen om de twee nieuwe advocaten-generaal en hun kabinet onder te brengen in de ring rond het Paleis, dus bij de andere leden van het Hof; — de initiële investeringen in IT-uitrusting en meubilair (hoofdstuk 2 1), die worden geraamd op in totaal 143 000 EUR. Die niet-recurrente uitgaven zijn eveneens berekend op basis van het aantal nieuwe personeelsleden en op de investeringen die voor de huidige leden en personeelsleden werden gedaan. IV. TECHNISCHE WIJZIGINGEN TEN OPZICHTE VAN DE BEGROTING 2014 In dit kader moet worden opgemerkt dat de tekst van de begrotingstoelichting op artikel 2 3 2 „Juridische kosten”, is gewijzigd teneinde beter weer te geven welk type kosten wordt gefinancierd met de middelen van dit begrotings onderdeel. Voorts moet er nog op worden gewezen dat bepaalde verwijzingen in de begrotingstoelichting zijn gewijzigd, om rekening te houden met de inwerkingtreding van het nieuwe Ambtenarenstatuut. IV/29 IV/30 NL 24.6.2014 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE ONTVANGSTEN Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2015 Rubriek Bedrag Uitgaven 354 425 000 Eigen inkomsten – 45 186 000 Te ontvangen bijdrage 309 239 000 24.6.2014 NL IV/31 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE EIGEN INKOMSTEN TITEL 4 ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN OF ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE HOOFDSTUK 4 0 — DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELINGEN Artikel Post Begrotingsjaar 2015 Rubriek Begrotingsjaar 2014 Begrotingsjaar 2013 % 2013-2015 HOOFDSTUK 4 0 400 403 404 Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden 23 694 000 24 204 000 Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst p.m. p.m. Opbrengst van de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst 4 513 000 4 402 000 32 658,09 0,72 HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL 28 207 000 28 606 000 23 084 035,71 81,84 16 155 664,42 95,15 23 051 377,62 97,29 0,— HOOFDSTUK 4 1 410 Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling 16 979 000 18 697 000 411 Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel p.m. p.m. 1 949 704,57 Bijdragen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling p.m. p.m. 0,— HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL 16 979 000 18 697 000 18 105 368,99 106,63 Titel 4 — Totaal 45 186 000 47 303 000 41 189 404,70 91,16 412 IV/32 NL 24.6.2014 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE TITEL 4 ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN OF ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE HOOFDSTUK 4 0 — DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN 400 Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden Begrotingsjaar 2014 Begrotingsjaar 2015 Begrotingsjaar 2013 24 204 000 23 694 000 23 051 377,62 Toelichting Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12. Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1). Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8). 403 Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst Begrotingsjaar 2015 Begrotingsjaar 2014 p.m. p.m. Begrotingsjaar 2013 0,— Toelichting Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1). Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003. 404 Opbrengst van de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst Begrotingsjaar 2014 Begrotingsjaar 2015 4 513 000 Begrotingsjaar 2013 4 402 000 32 658,09 24.6.2014 NL IV/33 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 4 0 — DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN (vervolg) 404 (vervolg) Toelichting Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis. Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1). HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELINGEN 410 Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling Begrotingsjaar 2014 Begrotingsjaar 2015 16 979 000 Begrotingsjaar 2013 18 697 000 16 155 664,42 Toelichting Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2. 411 Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel Begrotingsjaar 2015 Begrotingsjaar 2014 p.m. p.m. Begrotingsjaar 2013 1 949 704,57 Toelichting Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 11, lid 2, alsook artikel 48 van bijlage VIII bij het Statuut. 412 Bijdragen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling Begrotingsjaar 2015 Begrotingsjaar 2014 p.m. p.m. Toelichting Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie. Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie. Begrotingsjaar 2013 0,— IV/34 NL 24.6.2014 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE TITEL 5 ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING HOOFDSTUK 5 0 — OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN HOOFDSTUK 5 1 — HUUROPBRENGST HOOFDSTUK 5 2 — OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE Artikel Post Rubriek Begrotingsjaar 2015 Begrotingsjaar 2014 Begrotingsjaar 2013 HOOFDSTUK 5 0 500 Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (leveringen van goederen) 5000 Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten p.m. p.m. 122 768,22 5001 Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten p.m. p.m. 0,— p.m. p.m. 122 768,22 p.m. p.m. 2 822,81 p.m. p.m. 125 591,03 Artikel 5 0 0 — Totaal 502 Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL HOOFDSTUK 5 1 511 Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten 5110 Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten p.m. p.m. 0,— 5111 Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten p.m. p.m. 0,— Artikel 5 1 1 — Totaal p.m. p.m. 0,— HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL p.m. p.m. 0,— Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de instelling p.m. p.m. 217,13 Rente over voorfinancieringen p.m. p.m. 0,— p.m. p.m. 217,13 HOOFDSTUK 5 2 520 522 HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL % 2013-2015 24.6.2014 NL IV/35 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 5 5 — ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE OPBRENGST VAN DIENSTEN EN WERKEN HOOFDSTUK 5 7 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING HOOFDSTUK 5 8 — DIVERSE VERGOEDINGEN HOOFDSTUK 5 9 — OVERIGE ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING Artikel Post Begrotingsjaar 2015 Begrotingsjaar 2014 Ontvangsten afkomstig van de opbrengst van diensten en werken ten behoeve van andere instellingen of organen, met inbegrip van vergoedingen voor dienstreizen betaald voor rekening van en terugbetaald door andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten p.m. p.m. 130,96 Ontvangsten afkomstig van derden wegens op hun verzoek verrichte diensten en werken — Bestemmingsontvangsten p.m. p.m. 0,— p.m. p.m. 130,96 Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten p.m. p.m. 87 148,94 Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten p.m. p.m. 0,— Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten p.m. p.m. 631 653,61 HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL p.m. p.m. 718 802,55 Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten p.m. p.m. 0,— Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten p.m. p.m. 137 092,63 p.m. p.m. 137 092,63 p.m. p.m. 0,— HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL p.m. p.m. 0,— Titel 5 — Totaal p.m. p.m. 981 834,30 Rubriek Begrotingsjaar 2013 HOOFDSTUK 5 5 550 551 HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL HOOFDSTUK 5 7 570 571 573 HOOFDSTUK 5 8 580 581 HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL HOOFDSTUK 5 9 590 Overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking % 2013-2015 IV/36 NL 24.6.2014 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE TITEL 5 ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING HOOFDSTUK 5 0 — OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN 500 Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (leveringen van goederen) 5000 Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten Begrotingsjaar 2015 Begrotingsjaar 2014 p.m. p.m. Begrotingsjaar 2013 122 768,22 Toelichting Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling. Voorts wordt onder deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van voertuigen, na volledige afschrijving van hun boekwaarde. Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid. 5001 Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten Begrotingsjaar 2015 Begrotingsjaar 2014 p.m. p.m. Begrotingsjaar 2013 0,— Toelichting Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen. Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid. 502 Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten Begrotingsjaar 2015 Begrotingsjaar 2014 p.m. p.m. Begrotingsjaar 2013 2 822,81 Toelichting Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid. 24.6.2014 NL IV/37 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 5 1 — HUUROPBRENGST 511 Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten 5110 Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten Begrotingsjaar 2015 Begrotingsjaar 2014 p.m. p.m. Begrotingsjaar 2013 0,— Toelichting Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid. 5111 Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten Begrotingsjaar 2015 Begrotingsjaar 2014 p.m. p.m. Begrotingsjaar 2013 0,— Toelichting Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid. HOOFDSTUK 5 2 — OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE 520 Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de instelling Begrotingsjaar 2015 Begrotingsjaar 2014 p.m. p.m. Begrotingsjaar 2013 217,13 Toelichting Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt uit beleggingen of leningen, bankrenten en andere rente. 522 Rente over voorfinancieringen Begrotingsjaar 2015 Begrotingsjaar 2014 p.m. p.m. Begrotingsjaar 2013 0,— HOOFDSTUK 5 5 — ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE OPBRENGST VAN DIENSTEN EN WERKEN 550 Ontvangsten afkomstig van de opbrengst van diensten en werken ten behoeve van andere instellingen of organen, met inbegrip van vergoedingen voor dienstreizen betaald voor rekening van en terugbetaald door andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten Begrotingsjaar 2015 Begrotingsjaar 2014 p.m. p.m. Begrotingsjaar 2013 130,96 IV/38 NL 24.6.2014 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 5 5 — ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE OPBRENGST VAN DIENSTEN EN WERKEN (vervolg) 550 (vervolg) Toelichting Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid. 551 Ontvangsten afkomstig van Bestemmingsontvangsten derden wegens op hun verzoek Begrotingsjaar 2015 Begrotingsjaar 2014 p.m. p.m. verrichte diensten en werken — Begrotingsjaar 2013 0,— Toelichting Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid. HOOFDSTUK 5 7 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING 570 Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten Begrotingsjaar 2015 Begrotingsjaar 2014 p.m. p.m. Begrotingsjaar 2013 87 148,94 Toelichting Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid. 571 Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten Begrotingsjaar 2015 Begrotingsjaar 2014 p.m. p.m. Begrotingsjaar 2013 0,— Toelichting Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid. 24.6.2014 NL IV/39 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 5 7 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING (vervolg) 573 Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten Begrotingsjaar 2015 Begrotingsjaar 2014 p.m. p.m. Begrotingsjaar 2013 631 653,61 Toelichting Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid. HOOFDSTUK 5 8 — DIVERSE VERGOEDINGEN 580 Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten Begrotingsjaar 2015 Begrotingsjaar 2014 p.m. p.m. Begrotingsjaar 2013 0,— Toelichting Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid. 581 Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten Begrotingsjaar 2015 Begrotingsjaar 2014 p.m. p.m. Begrotingsjaar 2013 137 092,63 Toelichting Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid. HOOFDSTUK 5 9 — OVERIGE ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING 590 Overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking Begrotingsjaar 2015 Begrotingsjaar 2014 p.m. p.m. Begrotingsjaar 2013 Toelichting Onder dit artikel worden de overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking geboekt. 0,— IV/40 NL 24.6.2014 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE TITEL 9 DIVERSE ONTVANGSTEN HOOFDSTUK 9 0 — DIVERSE ONTVANGSTEN Artikel Post Begrotingsjaar 2015 Begrotingsjaar 2014 p.m. p.m. 0,— HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL p.m. p.m. 0,— Titel 9 — Totaal p.m. p.m. 0,— 45 186 000 47 303 000 Rubriek Begrotingsjaar 2013 % 2013-2015 HOOFDSTUK 9 0 900 Diverse ontvangsten TOTAAL-GENERAAL 42 171 239,— 93,33 24.6.2014 NL IV/41 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE TITEL 9 DIVERSE ONTVANGSTEN HOOFDSTUK 9 0 — DIVERSE ONTVANGSTEN 900 Diverse ontvangsten Begrotingsjaar 2015 Begrotingsjaar 2014 p.m. p.m. Begrotingsjaar 2013 0,— IV/42 NL 24.6.2014 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE UITGAVEN Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013) Titel Hoofdstuk Rubriek Kredieten 2015 Kredieten 2014 Uitvoering 2013 1 AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN 10 LEDEN VAN DE INSTELLING 28 560 000 33 749 500 32 179 432,31 12 AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN 216 511 000 212 686 000 200 965 738,47 14 ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN 18 354 000 16 977 000 16 238 217,27 16 OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN 5 200 500 5 447 500 5 458 093,38 Titel 1 — Totaal 268 625 500 268 860 000 254 841 481,43 2 GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN 20 GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN 62 092 000 62 655 000 61 886 134,57 21 INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD 18 882 500 18 314 500 18 955 545,09 1 471 500 1 487 500 2 599 421,16 599 500 587 500 571 052,78 2 700 000 3 411 000 2 992 227,08 85 745 500 86 455 500 87 004 380,68 54 000 52 000 26 110,— 54 000 52 000 26 110,— 23 LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN 25 VERGADERINGEN EN CONFERENTIES 27 VOORLICHTING: AANKOOP, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING Titel 2 — Totaal 3 UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT SPECIFIEKE TAKEN VAN DE INSTELLING 37 SPECIALE UITGAVEN VAN BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN Titel 3 — Totaal 10 OVERIGE UITGAVEN 10 0 VOORZIENINGEN p.m. p.m. 0,— 10 1 RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN p.m. p.m. 0,— p.m. p.m. 0,— Titel 10 — Totaal TOTAAL-GENERAAL 354 425 000 355 367 500 341 871 972,11 24.6.2014 NL IV/43 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE TITEL 1 AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN HOOFDSTUK 1 0 — LEDEN VAN DE INSTELLING HOOFDSTUK 1 2 — AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN Artikel Post Rubriek Kredieten 2015 Kredieten 2014 Uitvoering 2013 % 2013-2015 HOOFDSTUK 1 0 100 Bezoldiging en andere rechten 1000 Salarissen en vergoedingen Niet-gesplitste kredieten 1002 102 103 104 106 109 23 916 500 23 185 000 22 229 039,70 92,94 Niet-gesplitste kredieten 1 449 000 553 000 805 581,33 55,60 Artikel 1 0 0 — Totaal 25 365 500 23 738 000 23 034 621,03 90,81 Niet-gesplitste kredieten 2 447 000 2 579 000 2 122 075,67 86,72 Niet-gesplitste kredieten p.m. 6 700 000 6 381 515,42 Rechten in verband met de ambtsaanvaarding, de overplaatsing en de ambtsneerlegging Overbruggingstoelagen Pensioenen Dienstreizen Niet-gesplitste kredieten 295 500 293 000 288 000,— 97,46 Niet-gesplitste kredieten 452 000 439 500 353 220,19 78,15 Opleidingen Voorziening Niet-gesplitste kredieten HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL p.m. p.m. 28 560 000 33 749 500 0,— 32 179 432,31 112,67 209 556 000 198 127 515,09 92,89 HOOFDSTUK 1 2 120 Salarissen en andere rechten 1200 Salarissen en vergoedingen 1202 1204 Niet-gesplitste kredieten 213 303 000 Niet-gesplitste kredieten 656 000 689 500 648 040,54 98,79 Niet-gesplitste kredieten 2 322 000 2 210 500 2 190 182,84 94,32 Artikel 1 2 0 — Totaal 216 281 000 212 456 000 200 965 738,47 92,92 Betaalde overuren Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst 122 Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst 1220 Vergoedingen bij ontheffing van het ambt in het belang van de dienst Niet-gesplitste kredieten 230 000 230 000 0,— IV/44 NL 24.6.2014 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 1 2 — AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN (vervolg) HOOFDSTUK 1 4 — ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN HOOFDSTUK 1 6 — OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN Artikel Post Rubriek 122 (vervolg) 1222 Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen Niet-gesplitste kredieten Artikel 1 2 2 — Totaal 129 Kredieten 2015 Kredieten 2014 p.m. p.m. 230 000 230 000 Uitvoering 2013 % 2013-2015 0,— 0,— Voorziening Niet-gesplitste kredieten HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL p.m. 216 511 000 p.m. 0,— 212 686 000 200 965 738,47 92,82 HOOFDSTUK 1 4 140 Andere personeelsleden en externe personen 1400 Andere personeelsleden 1404 1405 1406 149 Niet-gesplitste kredieten 5 955 000 5 309 000 5 833 162,37 97,95 Niet-gesplitste kredieten 688 000 670 500 452 000,— 65,70 Niet-gesplitste kredieten 261 500 269 500 309 000,— 118,16 Niet-gesplitste kredieten 11 449 500 10 728 000 9 644 054,90 84,23 Artikel 1 4 0 — Totaal 18 354 000 16 977 000 16 238 217,27 88,47 p.m. p.m. 18 354 000 16 977 000 16 238 217,27 88,47 Niet-gesplitste kredieten 207 000 207 000 186 266,59 89,98 Niet-gesplitste kredieten 1 540 500 1 540 500 1 461 639,85 94,88 Artikel 1 6 1 — Totaal 1 747 500 1 747 500 1 647 906,44 94,30 Niet-gesplitste kredieten 349 000 348 000 346 500,— 99,28 21 000 21 000 0,— Stages en uitwisseling van personeel Andere externe dienstverlening Externe dienstverlening op taalkundig gebied Voorziening Niet-gesplitste kredieten HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL 0,— HOOFDSTUK 1 6 161 Uitgaven in verband met het personeelsbeheer 1610 Diverse uitgaven voor de aanwerving 1612 162 Bijscholing Dienstreizen 163 Voorzieningen voor het personeel van de instelling 1630 Sociale dienst Niet-gesplitste kredieten 24.6.2014 NL IV/45 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 1 6 — OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN (vervolg) Artikel Post Rubriek Kredieten 2015 163 (vervolg) 1632 Sociale contacten tussen de leden van het personeel en overige sociale voorzieningen % 2013-2015 271 000 242 000 242 534,79 89,50 Artikel 1 6 3 — Totaal 292 000 263 000 242 534,79 83,06 Niet-gesplitste kredieten 182 000 181 000 153 445,95 84,31 Niet-gesplitste kredieten 80 000 80 000 192 267,20 240,33 Niet-gesplitste kredieten 2 550 000 2 828 000 2 875 439,— 112,76 Artikel 1 6 5 — Totaal 2 812 000 3 089 000 3 221 152,15 114,55 HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL 5 200 500 5 447 500 5 458 093,38 104,95 Titel 1 — Totaal 268 625 500 268 860 000 254 841 481,43 94,87 Activiteiten in verband met alle aan de instelling verbonden personen 1650 Medische dienst 1654 Uitvoering 2013 Niet-gesplitste kredieten 165 1652 Kredieten 2014 Restaurants en kantines Kinderdagverblijf IV/46 NL 24.6.2014 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE TITEL 1 AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN HOOFDSTUK 1 0 — LEDEN VAN DE INSTELLING 100 Bezoldiging en andere rechten 1000 Salarissen en vergoedingen Kredieten 2015 Kredieten 2014 23 916 500 Uitvoering 2013 23 185 000 22 229 039,70 Toelichting Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 3, 4, 4 bis, 11 en 14. Dit krediet dient ter dekking, voor de leden van de instelling, van: — het basissalaris; — de standplaatsvergoeding; — de gezinstoelagen, te weten: de kostwinnerstoelage, de kindertoelage en de schooltoelage; — de representatie en ambtsvergoedingen; — de werkgeversbijdrage (0,87 %) voor de ongevallen en beroepsziekteverzekering en de werkgeversbijdrage (3,4 %) voor de ziektekostenverzekering; — de geboortetoelage; — de uitkeringen bij overlijden van een lid van de instelling; — de kosten van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de basissalarissen, de standplaatsvergoedingen, de gezinstoelagen en de overmakingen van een deel van de bezoldiging van de leden van de instelling naar het buitenland (analoge toepassing van artikel 17 van bijlage VII bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie). 1002 Rechten in verband met de ambtsaanvaarding, de overplaatsing en de ambtsneerlegging Kredieten 2015 Kredieten 2014 1 449 000 Uitvoering 2013 553 000 805 581,33 24.6.2014 NL IV/47 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 1 0 — LEDEN VAN DE INSTELLING (vervolg) 100 (vervolg) 1002 (vervolg) Toelichting Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 5. Dit krediet dient ter dekking van: — de reiskosten van de leden van de instelling (met inbegrip van hun gezinsleden) bij de aanvaarding van hun functie en bij hun vertrek; — de bij de aanvaarding van hun functie en bij hun vertrek verschuldigde inrichtingsvergoeding; — de bij de aanvaarding van hun functie en bij hun vertrek verschuldigde verhuiskosten. 102 Overbruggingstoelagen Kredieten 2015 Kredieten 2014 2 447 000 Uitvoering 2013 2 579 000 2 122 075,67 Toelichting Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 7. Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen, de gezinstoelagen en de voor het land van de verblijfplaats vastgestelde aanpassingscoëfficiënten voor de voormalige leden van het Hof. 103 Pensioenen Kredieten 2015 p.m. Kredieten 2014 Uitvoering 2013 6 700 000 6 381 515,42 Toelichting Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 8, 9, 15 en 18. IV/48 NL 24.6.2014 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 1 0 — LEDEN VAN DE INSTELLING (vervolg) 103 (vervolg) Dit krediet dient ter dekking van: — de ouderdomspensioenen van de voormalige leden van de instelling, alsmede de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten van het land van hun verblijfplaats; — de invaliditeitspensioenen; — de overlevingspensioenen voor overlevende echtgenoten en/of wezen van de voormalige leden van de instelling en de toepassing van de aanpassingscoëfficiënt van het land van hun verblijfplaats. 104 Dienstreizen Kredieten 2014 Kredieten 2015 295 500 Uitvoering 2013 293 000 288 000,— Toelichting Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 6. Dit krediet dient ter dekking van vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten in verband met dienstreizen. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. 106 Opleidingen Kredieten 2014 Kredieten 2015 452 000 Uitvoering 2013 439 500 353 220,19 Toelichting Dit krediet dient ter dekking van de kosten van talencursussen of andere seminars voor opleiding voor de leden van de instelling. 109 Voorziening Kredieten 2015 Kredieten 2014 p.m. p.m. Uitvoering 2013 0,— 24.6.2014 NL IV/49 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 1 0 — LEDEN VAN DE INSTELLING (vervolg) 109 (vervolg) Toelichting Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1). Dit krediet dient ter dekking van de financiële consequenties van eventuele door de Raad in de loop van dit begrotingsjaar vast te stellen aanpassingen van de bezoldigingen en de pensioenen. Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het bepaalde in het Financieel Reglement. HOOFDSTUK 1 2 — AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN Toelichting Op de kredieten van dit hoofdstuk is een forfaitaire aftrek van 3 % toegepast. 120 Salarissen en andere rechten 1200 Salarissen en vergoedingen Kredieten 2015 Kredieten 2014 213 303 000 Uitvoering 2013 209 556 000 198 127 515,09 Toelichting Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 62, 64, 65, 66, 67 en 68, alsmede bijlage VII, afdeling I, artikel 69, bijlage VII, artikel 4, bijlage XIII, artikel 18, de artikelen 72 en 73, bijlage VIII, artikel 15, de artikelen 70, 74 en 75, bijlage VII, artikel 8, en artikel 34 van het Statuut. Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name de artikelen 28 bis, 42, 47 en 48. Regeling betreffende de ziektekostenverzekering van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 23. Dit krediet dient ter dekking van: — het basissalaris van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen; — de gezinstoelagen, met name de kostwinnerstoelage, de kindertoelage en de schooltoelage van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen; — de ontheemdingstoelage en de toelage voor verblijf in het buitenland van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen; IV/50 NL 24.6.2014 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 1 2 — AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN (vervolg) 120 (vervolg) 1200 (vervolg) — de secretariaatstoelage van ambtenaren van categorie AST, die als stenotypist(e), telexist(e), typist(e), directiesecretaris/secretaresse of hoofdsecretaris/secretaresse werkzaam zijn; — werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering (3,4 % van het basissalaris); de bijdrage van de personeelsleden bedraagt 1,7 % van het basissalaris; — de werkgeversbijdrage voor de ongevallen- en beroepsziekteverzekering (0,5 % van het basissalaris) en de aanvullende uitgaven die voortvloeien uit de toepassing van de desbetreffende bepalingen van het Statuut; — de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen; — de betalingen die de instelling verricht met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen; — de geboortetoelage en, in geval van overlijden van een ambtenaar, de betaling van de totale bezoldiging van de overledene tot en met de derde maand na de maand van overlijden, alsmede van de kosten van vervoer van het lichaam naar de plaats van herkomst van de overledene; — de reiskosten van het jaarlijkse verlof van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst; — de ontslagvergoeding van wegens kennelijke onbekwaamheid ontslagen ambtenaren op proef, de vergoeding wegens opzegging door de instelling van het contract van de tijdelijke functionarissen en de inkoop van pensioenrechten van voormalige hulpfunctionarissen die als tijdelijke functionarissen of als ambtenaren zijn aangesteld; — financiële gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van ambtenaren en hulpfunctionarissen en de vergoeding voor de overuren; — huisvestings- en vervoersvergoedingen; — vaste ambtsvergoeding; — vaste vergoedingen voor lokaal vervoer; — vergoedingen voor continudienst, ploegendienst of verplichte beschikbaarheid op het werk en/of thuis. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. 1202 Betaalde overuren Kredieten 2015 Kredieten 2014 656 000 Uitvoering 2013 689 500 Toelichting Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI. 648 040,54 24.6.2014 NL IV/51 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 1 2 — AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN (vervolg) 120 (vervolg) 1202 (vervolg) Dit krediet dient ter dekking van de vaste vergoedingen of vergoedingen op basis van het aantal gemaakte uren voor ambtenaren, hulpfunctionarissen en plaatselijke functionarissen die overwerk verrichten dat niet overeenkomstig de geldende bepalingen met vrije tijd kan worden gecompenseerd. 1204 Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst Kredieten 2015 Kredieten 2014 Uitvoering 2013 2 210 500 2 322 000 2 190 182,84 Toelichting Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 20 en 71, alsmede bijlage VII, artikelen 5, 6, 7, 9 en 10. Dit krediet dient ter dekking van: — de aan het personeel (met inbegrip van hun gezinsleden) bij indiensttreding of vertrek verschuldigde reiskosten; — de inrichtingsvergoedingen verschuldigd aan personeelsleden die bij indiensttreding of beëindiging van de dienst van woonplaats moeten veranderen; — de verhuiskosten van personeelsleden die bij hun indiensttreding of bij beëindiging van de dienst van woonplaats (moeten) veranderen; — de dagvergoedingen voor personeelsleden die aantonen dat zij bij hun indiensttreding van woonplaats moeten veranderen. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. 122 Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst 1220 Vergoedingen bij ontheffing van het ambt in het belang van de dienst Kredieten 2015 Kredieten 2014 230 000 Uitvoering 2013 230 000 0,— Toelichting Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 42 quater en 50, alsook bijlage IV bij het Statuut. Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen ten behoeve van de ambtenaren die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel ter vermindering van het aantal ambten bij de instelling, de ambtenaren die een ambt bekleden in rang AD 16, AD 15 of AD 14 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang, en de ambtenaren die in het belang van de dienst op verlof worden geplaatst om organisatorische redenen die verband houden met de verwerving van nieuwe bekwaamheden binnen de instellingen. IV/52 NL 24.6.2014 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 1 2 — AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN (vervolg) 122 (vervolg) 1222 Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen Kredieten 2015 Kredieten 2014 p.m. p.m. Uitvoering 2013 0,— Toelichting Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72. Dit krediet dient ter dekking van: — vergoedingen krachtens het Statuut of andere regelingen; — werkgeversbijdrage in de ziektekostenverzekering van de begunstigden van de vergoedingen; — gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten welke gelden voor de verschillende vergoedingen. 129 Voorziening Kredieten 2015 Kredieten 2014 p.m. p.m. Uitvoering 2013 0,— Toelichting Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65. Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1). Dit krediet dient ter dekking van de financiële gevolgen van eventuele in de loop van het jaar door de Raad vast te stellen aanpassingen van de bezoldigingen en vergoedingen. Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het Financieel Reglement. HOOFDSTUK 1 4 — ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN 140 Andere personeelsleden en externe personen 1400 Andere personeelsleden Kredieten 2015 Kredieten 2014 5 955 000 Uitvoering 2013 5 309 000 5 833 162,37 24.6.2014 NL IV/53 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 1 4 — ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN (vervolg) 140 (vervolg) 1400 (vervolg) Toelichting Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name artikel 4 en titel V, alsook artikel 5 en titel VI van de Regeling. Dit krediet dient ter dekking van: — bezoldiging en de werkgeversbijdrage voor de sociale verzekering van de hulpfunctionarissen, hulptolken, plaatselijke functionarissen en hulpvertalers; — honoraria en de kosten van de bijzondere adviseurs, de honoraria van de raadgevende arts daaronder begrepen; — uitgaven betreffende het eventuele beroep op arbeidscontractanten. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. 1404 Stages en uitwisseling van personeel Kredieten 2015 Kredieten 2014 688 000 Uitvoering 2013 670 500 452 000,— Toelichting Dit krediet is bestemd ter dekking van: — de uitgaven betreffende de detachering van ambtenaren van lidstaten of andere nationale deskundigen in de diensten van het Hof van Justitie van de Europese Unie; — de kosten van beurzen voor studenten die stage volgen bij de diensten van de instelling. 1405 Andere externe dienstverlening Kredieten 2015 Kredieten 2014 261 500 Uitvoering 2013 269 500 309 000,— Toelichting Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor andere incidentele hulpdiensten, voor zover zij niet door de eigen diensten van het Hof van Justitie kunnen worden verricht. IV/54 NL 24.6.2014 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 1 4 — ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN (vervolg) 140 (vervolg) 1406 Externe dienstverlening op taalkundig gebied Kredieten 2015 Kredieten 2014 11 449 500 Uitvoering 2013 10 728 000 9 644 054,90 Toelichting Dit krediet dient ter dekking van: — de uitgaven betreffende de door het Interinstitutioneel Comité voor vertaling en vertolking (CITI) besliste acties ter bevordering van de interinstitutionele samenwerking op taalkundig gebied; — de uitgaven voor freelancetolken het directoraat-generaal Tolken van de Europese Commissie; — de bezoldiging van de conferentietolken; — de uitgaven voor op contract en ad interim werkzaam conferentiepersoneel; — prestaties van derden op het gebied van de correctie van teksten, met name de honoraria en de kosten van verzekering, verplaatsing, verblijf en dienstreizen van freelancecorrectoren, alsmede bijkomende administratieve uitgaven; — uitgaven voor werkzaamheden van zelfstandige vertalers of uitzendvertalers, alsmede voor type- en andere werkzaamheden die door de vertaaldienst aan derden worden opgedragen. 149 Voorziening Kredieten 2015 Kredieten 2014 p.m. p.m. Uitvoering 2013 0,— Toelichting Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis, alsmede bijlage XI. Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1). Dit krediet is bestemd ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit. Dit krediet heeft het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt na overschrijving naar andere artikelen of posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement. 24.6.2014 NL IV/55 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 1 6 — OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN 161 Uitgaven in verband met het personeelsbeheer 1610 Diverse uitgaven voor de aanwerving Kredieten 2015 Kredieten 2014 207 000 Uitvoering 2013 207 000 186 266,59 Toelichting Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankondigingen, de uitnodigingen van de kandidaten, de huur van zalen en machines voor het organiseren van algemene vergelijkende onderzoeken op interinstitutionele basis. In gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond, op grond van functionele behoeften en na overleg met het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet gedeeltelijk worden gebruikt voor het organiseren van vergelijkende onderzoeken door het Hof van Justitie zelf. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. 1612 Bijscholing Kredieten 2015 Kredieten 2014 Uitvoering 2013 1 540 500 1 540 500 1 461 639,85 Toelichting Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis. Dit krediet dient ter dekking van de organisatie van beroepsopleidings- en bijscholingscursussen op interinstitutionele basis, met inbegrip van de talencursussen. Tevens dient het ter dekking van de uitgaven voor educatief en technisch materiaal. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. 162 Dienstreizen Kredieten 2015 Kredieten 2014 349 000 Uitvoering 2013 348 000 346 500,— Toelichting Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 11, 12 en 13 van bijlage VII. Dit krediet dient ter dekking van vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. IV/56 NL 24.6.2014 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 1 6 — OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN (vervolg) 163 Voorzieningen voor het personeel van de instelling 1630 Sociale dienst Kredieten 2015 Kredieten 2014 Uitvoering 2013 21 000 21 000 0,— Toelichting Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 76. Dit krediet dient ter dekking van de bijstand aan personeelsleden die in een zeer benarde situatie verkeren. Het is, in het kader van het gehandicaptenbeleid, tevens bestemd voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen: — ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst; — echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst; — alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie. Het dient ter dekking, binnen de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt. 1632 Sociale contacten tussen de leden van het personeel en overige sociale voorzieningen Kredieten 2015 Kredieten 2014 Uitvoering 2013 242 000 271 000 242 534,79 Toelichting Dit krediet dient ter dekking van: — de financiële steun voor initiatieven ter bevordering van de sociale betrekkingen tussen de personeelsleden van de verschillende nationaliteiten, onder meer in de vorm van subsidies aan personeelsverenigingen die zich bezighouden met activiteiten op cultureel of op sportgebied; — andere uitgaven en subsidies ten behoeve van de personeelsleden en hun gezinnen. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. 165 Activiteiten in verband met alle aan de instelling verbonden personen 1650 Medische dienst Kredieten 2015 Kredieten 2014 182 000 Uitvoering 2013 181 000 153 445,95 24.6.2014 NL IV/57 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 1 6 — OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN (vervolg) 165 (vervolg) 1650 (vervolg) Toelichting Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8. Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het jaarlijkse medische onderzoek van alle ambtenaren, daaronder begrepen de analyses en speciale onderzoeken die in het kader daarvan worden gevraagd en de huishoudelijke kosten van de spreek- en behandelkamer. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. 1652 Restaurants en kantines Kredieten 2015 Kredieten 2014 Uitvoering 2013 80 000 80 000 192 267,20 Toelichting Dit krediet dient ter dekking van de aankoop en het onderhoud van het materiaal en van een gedeelte van de exploitatiekosten van het restaurant en de cafetaria. Dit krediet dient eveneens ter dekking van de aanpassing en vernieuwing van installaties van restaurants en kantines. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. 1654 Kinderdagverblijf Kredieten 2015 Kredieten 2014 2 550 000 Uitvoering 2013 2 828 000 2 875 439,— Toelichting Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van het Hof voor het kinderdagverblijf en het studiecentrum in Luxemburg. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. IV/58 NL 24.6.2014 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE TITEL 2 GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN HOOFDSTUK 2 0 — GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN Artikel Post Rubriek Kredieten 2015 Kredieten 2014 Uitvoering 2013 % 2013-2015 HOOFDSTUK 2 0 200 Gebouwen 2000 Huur 2001 2003 2005 2007 2008 Niet-gesplitste kredieten 9 288 000 9 531 500 14 141 501,80 152,26 Niet-gesplitste kredieten 33 644 000 32 790 000 28 508 992,69 84,74 Niet-gesplitste kredieten p.m. p.m. 0,— Niet-gesplitste kredieten p.m. p.m. 0,— Niet-gesplitste kredieten 1 025 000 1 350 000 2 965 844,92 289,35 Niet-gesplitste kredieten 1 121 000 976 000 892 755,03 79,64 Artikel 2 0 0 — Totaal 45 078 000 44 647 500 46 509 094,44 103,17 Niet-gesplitste kredieten 7 996 000 7 962 000 6 776 041,04 84,74 Niet-gesplitste kredieten 2 812 000 3 852 500 2 303 350,57 81,91 Niet-gesplitste kredieten 5 797 000 5 776 000 5 684 000,— 98,05 Niet-gesplitste kredieten 100 000 112 000 108 182,01 108,18 Niet-gesplitste kredieten 309 000 305 000 505 466,51 163,58 Artikel 2 0 2 — Totaal 17 014 000 18 007 500 15 377 040,13 90,38 HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL 62 092 000 62 655 000 61 886 134,57 99,67 Huurkoop Verwerving van onroerende goederen Oprichting van gebouwen Inrichting van dienstruimten Studies en technische bijstand bij bouwprojecten 202 Uitgaven in verband met de gebouwen 2022 Schoonmaak en onderhoud 2024 2026 2028 2029 Energieverbruik Veiligheid van en toezicht op de gebouwen Verzekeringen Overige uitgaven in verband met de gebouwen 24.6.2014 NL IV/59 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 2 1 — INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD HOOFDSTUK 2 3 — LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN HOOFDSTUK 2 5 — VERGADERINGEN EN CONFERENTIES Artikel Post Rubriek Kredieten 2015 Kredieten 2014 Uitvoering 2013 % 2013-2015 HOOFDSTUK 2 1 210 Materieel, exploitatiekosten en diensten in verband met informatica en telecommunicatie 2100 Aankoop en onderhoud van materieel en software en werkzaamheden daaraan Niet-gesplitste kredieten 2102 2103 212 5 437 000 5 307 500 5 357 562,45 98,54 Niet-gesplitste kredieten 10 231 000 9 914 000 10 233 168,90 100,02 Niet-gesplitste kredieten 804 500 801 000 770 692,69 95,80 Artikel 2 1 0 — Totaal 16 472 500 16 022 500 16 361 424,04 99,33 Niet-gesplitste kredieten 722 000 636 000 992 584,26 137,48 Niet-gesplitste kredieten 238 000 252 500 238 202,19 100,08 Niet-gesplitste kredieten 1 450 000 1 403 500 1 363 334,60 94,02 HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL 18 882 500 18 314 500 18 955 545,09 100,39 Niet-gesplitste kredieten 640 000 649 500 522 507,12 81,64 Niet-gesplitste kredieten 50 000 50 000 15 086,25 30,17 Niet-gesplitste kredieten 20 000 20 000 17 343,80 86,72 Niet-gesplitste kredieten 304 000 350 000 360 000,— 118,42 Niet-gesplitste kredieten 457 500 418 000 1 684 483,99 368,19 HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL 1 471 500 1 487 500 2 599 421,16 176,65 129 000 149 000 157 865,98 122,38 320 500 291 000 265 437,23 82,82 Diensten van derden in verband met de exploitatie, het ontwerpen en het onderhoud van software en systemen Telecommunicatie Meubilair 214 Technische installaties en technisch materieel 216 Voertuigen HOOFDSTUK 2 3 230 231 Papier, kantoorbenodigdheden en divers klein materiaal Financiële kosten 232 Juridische kosten en schadevergoeding 236 Portokosten 238 Overige administratieve uitgaven HOOFDSTUK 2 5 252 Onthaal- en representatiekosten Niet-gesplitste kredieten 254 Conferenties, congressen en vergaderingen Niet-gesplitste kredieten IV/60 NL 24.6.2014 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 2 5 — VERGADERINGEN EN CONFERENTIES (vervolg) HOOFDSTUK 2 7 — VOORLICHTING: AANKOOP, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING Artikel Post 256 Rubriek Kredieten 2015 Uitvoering 2013 % 2013-2015 Kosten van voorlichting en deelneming aan openbare evenementen Niet-gesplitste kredieten 257 Kredieten 2014 150 000 147 500 147 749,57 98,50 Dienst juridische informatica Niet-gesplitste kredieten HOOFDSTUK 2 5 — TOTAAL p.m. 599 500 p.m. 587 500 0,— 571 052,78 95,25 HOOFDSTUK 2 7 270 Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen Niet-gesplitste kredieten 272 p.m. 0,— Niet-gesplitste kredieten 1 385 000 1 349 000 1 333 500,— 96,28 Niet-gesplitste kredieten 500 000 650 000 682 000,— 136,40 Niet-gesplitste kredieten 815 000 1 412 000 976 727,08 119,84 Artikel 2 7 4 — Totaal 1 315 000 2 062 000 1 658 727,08 126,14 HOOFDSTUK 2 7 — TOTAAL 2 700 000 3 411 000 2 992 227,08 110,82 Titel 2 — Totaal 85 745 500 86 455 500 87 004 380,68 101,47 Documentatie, bibliotheek en archivering 274 Productie en verspreiding 2740 Publicatieblad 2741 p.m. Publicaties van algemene aard 24.6.2014 NL IV/61 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE TITEL 2 GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN HOOFDSTUK 2 0 — GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN 200 Gebouwen 2000 Huur Kredieten 2015 Kredieten 2014 Uitvoering 2013 9 531 500 9 288 000 14 141 501,80 Toelichting Dit krediet dient ter dekking van de huurbedragen voor de gebouwen die door de instelling worden gebruikt. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. 2001 Huurkoop Kredieten 2015 Kredieten 2014 33 644 000 Uitvoering 2013 32 790 000 28 508 992,69 Toelichting Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen voor de huurkoop van gebouwen. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. 2003 2005 Verwerving van onroerende goederen Kredieten 2015 Kredieten 2014 p.m. p.m. Uitvoering 2013 0,— Oprichting van gebouwen Kredieten 2015 Kredieten 2014 p.m. p.m. Uitvoering 2013 0,— Toelichting Deze post dient voor de opvoering van kredieten voor de oprichting van gebouwen. 2007 Inrichting van dienstruimten Kredieten 2014 Kredieten 2015 1 025 000 Uitvoering 2013 1 350 000 2 965 844,92 IV/62 NL 24.6.2014 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 2 0 — GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN (vervolg) 200 (vervolg) 2007 (vervolg) Toelichting Dit krediet dient ter dekking van: — de kosten van inrichtingswerkzaamheden, met name het aanbrengen van tussenschotten, gordijnen en kabels, schilderwerk, behang, vloerbedekking, valse plafonds, alsmede de desbetreffende technische installaties; — de uitgaven voor werkzaamheden voortvloeiend uit studies en technische bijstand. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. 2008 Studies en technische bijstand bij bouwprojecten Kredieten 2015 Kredieten 2014 Uitvoering 2013 976 000 1 121 000 892 755,03 Toelichting Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en technische bijstand bij grootscheepse bouwprojecten. 202 Uitgaven in verband met de gebouwen 2022 Schoonmaak en onderhoud Kredieten 2015 Kredieten 2014 7 996 000 Uitvoering 2013 7 962 000 6 776 041,04 Toelichting Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de schoonmaak en het onderhoud, overeenkomstig de lopende contracten, van ruimten en technische installaties, alsmede van de uitgaven voor het werk en het nodige materiaal voor het algemene onderhoud (schilderwerkzaamheden, reparaties, enz.) van de door het Hof van Justitie gebruikte gebouwen. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. 2024 Energieverbruik Kredieten 2015 Kredieten 2014 2 812 000 Uitvoering 2013 3 852 500 2 303 350,57 24.6.2014 NL IV/63 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 2 0 — GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN (vervolg) 202 (vervolg) 2024 (vervolg) Toelichting Dit krediet dient ter dekking van de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming. Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 120 000 EUR. 2026 Veiligheid van en toezicht op de gebouwen Kredieten 2014 Kredieten 2015 5 797 000 Uitvoering 2013 5 776 000 5 684 000,— Toelichting Dit krediet dient ter dekking van de kosten van bewaking van de door het Hof van Justitie gebruikte gebouwen. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. 2028 Verzekeringen Kredieten 2014 Kredieten 2015 100 000 Uitvoering 2013 112 000 108 182,01 Toelichting Dit krediet dient ter dekking van de verzekeringspremies voor de door de instelling gebruikte gebouwen. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. 2029 Overige uitgaven in verband met de gebouwen Kredieten 2014 Kredieten 2015 309 000 Uitvoering 2013 305 000 505 466,51 Toelichting Dit krediet dient ter dekking van de andere lopende uitgaven in verband met gebouwen welke niet speciaal zijn vermeld in de andere artikelen van dit hoofdstuk, met name straatbelasting, reiniging, vuilnisophaaldienst, bewegwijzering, enz. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. IV/64 NL 24.6.2014 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 2 1 — INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD 210 Materieel, exploitatiekosten en diensten in verband met informatica en telecommunicatie 2100 Aankoop en onderhoud van materieel en software en werkzaamheden daaraan Kredieten 2014 Kredieten 2015 Uitvoering 2013 5 307 500 5 437 000 5 357 562,45 Toelichting Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de vervanging, de huur, de reparatie en het onderhoud van alle apparatuur op het gebied van kantoorautomatisering, informatica en telefonie (met inbegrip van telefax, videoconferentiematerieel en multimediamaterieel), alsook materieel voor tolkwerkzaamheden, zoals tolkencabines, koptelefoons en luisterapparatuur ten behoeve van installaties voor simultane vertolking. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. 2102 Diensten van derden in verband met de exploitatie, het ontwerpen en het onderhoud van software en systemen Kredieten 2014 Kredieten 2015 10 231 000 Uitvoering 2013 9 914 000 10 233 168,90 Toelichting Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de analyse en programmering van informaticaonderzoek. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. 2103 Telecommunicatie Kredieten 2014 Kredieten 2015 Uitvoering 2013 801 000 804 500 770 692,69 Toelichting Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven in verband met telecommunicatie, zoals abonnementen en de kosten van (vaste en mobiele) telefoonverbindingen. Het dekt ook de uitgaven betreffende de datatransmissienetwerken. Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR. 212 Meubilair Kredieten 2014 Kredieten 2015 722 000 Uitvoering 2013 636 000 992 584,26 24.6.2014 NL IV/65 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 2 1 — INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD (vervolg) 212 (vervolg) Toelichting Dit krediet dient ter dekking van: — aankoop van bijkomend meubilair; — vervanging van een gedeelte van het meubilair dat ten minste 15 jaar oud is, en van het meubilair dat niet kan worden gerepareerd; — huur van meubilair; — kosten van onderhoud en reparatie van meubilair. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. 214 Technische installaties en technisch materieel Kredieten 2015 Kredieten 2014 238 000 Uitvoering 2013 252 500 238 202,19 Toelichting Dit krediet dient ter dekking van: — aanschaf van technisch materieel; — vervanging van technisch materieel, met name audiovisueel materieel, materieel voor archieven en bibliotheek, alsook diverse werktuigen voor de onderhoudsdienst van de gebouwen en reproductie, verspreidings- en postmaterieel; — huur van technisch materieel en technische installaties; — onderhoud en reparatie van het materieel als in dit artikel genoemd. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. 216 Voertuigen Kredieten 2015 Kredieten 2014 1 450 000 Toelichting Dit krediet dient ter dekking van: — aanschaf van voertuigen; Uitvoering 2013 1 403 500 1 363 334,60 IV/66 NL 24.6.2014 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 2 1 — INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD (vervolg) 216 (vervolg) — vervanging van de voertuigen met de hoogste kilometerstand boven 120 000 km; — huur en gebruikskosten van huurvoertuigen; — onderhoud, reparatie, parkeerruimte, parkeerkosten en verzekering van de dienstauto’s, alsmede van de autowegentol. Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 51 500 EUR. HOOFDSTUK 2 3 — LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN Toelichting 230 Papier, kantoorbenodigdheden en divers klein materiaal Kredieten 2014 Kredieten 2015 Uitvoering 2013 649 500 640 000 522 507,12 Toelichting Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf van papier en kantoorbenodigdheden: — xerografisch papier en papier voor fotokopieën en facturatie; — papier en kantoorbenodigdheden; — materieel voor de reproductiedienst; — materieel voor de diensten belast met de verspreiding van documenten en van de post; — materieel voor bandopnameapparatuur; — drukkerijbenodigdheden en formulieren; — benodigdheden voor kantoorautomatiserings- en informatica-apparatuur; — ander en niet in de inventaris opgenomen materieel. Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 000 EUR. 231 Financiële kosten Kredieten 2014 Kredieten 2015 50 000 Uitvoering 2013 50 000 15 086,25 24.6.2014 NL IV/67 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 2 3 — LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN (vervolg) 231 (vervolg) Toelichting Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio’s en diverse kosten) en van de overige financiële kosten. De door de instelling geïnde bankrente op haar rekeningen worden als ontvangsten geboekt. 232 Juridische kosten en schadevergoeding Kredieten 2015 Kredieten 2014 20 000 Uitvoering 2013 20 000 17 343,80 Toelichting Dit krediet dient met name ter dekking van de advocatenhonoraria die de instelling moet betalen voor de professionele diensten waarop zij een beroep heeft gedaan of ter vergoeding van de kosten die zij moet betalen ingevolge een rechterlijke beslissing, alsook ter dekking van de te betalen schadevergoedingen. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. 236 Portokosten Kredieten 2015 Kredieten 2014 304 000 Uitvoering 2013 350 000 360 000,— Toelichting Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. 238 Overige administratieve uitgaven Kredieten 2015 Kredieten 2014 457 500 Uitvoering 2013 418 000 1 684 483,99 Toelichting Dit krediet dient ter dekking van: — diverse verzekeringen (met name wettelijke aansprakelijkheid, diefstal, risico in verband met tekstverwerkingsapparatuur, risico in verband met elektronica); — de aankoop, het onderhoud en de reiniging van voornamelijk de toga’s van de magistraten, de uniformen voor bodes en chauffeurs, de werkkleding voor het personeel verantwoordelijk voor de reproductie van documenten en voor het onderhoudspersoneel; IV/68 NL 24.6.2014 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 2 3 — LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN (vervolg) 238 (vervolg) — de diverse benodigdheden voor interne vergaderingen; — de kosten van interne verhuizing en van opslag en verdeling van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden; — de door de dienstverrichters gedane huishoudelijke uitgaven; — de overige huishoudelijke uitgaven, die in de voorgaande begrotingsonderdelen niet uitdrukkelijk zijn genoemd. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. HOOFDSTUK 2 5 — VERGADERINGEN EN CONFERENTIES 252 Onthaal- en representatiekosten Kredieten 2015 Kredieten 2014 129 000 Uitvoering 2013 149 000 157 865,98 Toelichting Dit krediet dient ter dekking van de ontvangst- en representatiekosten van de instelling en van de onthaal- en representatiekosten voor de personeelsleden. 254 Conferenties, congressen en vergaderingen Kredieten 2014 Kredieten 2015 320 500 Uitvoering 2013 291 000 265 437,23 Toelichting Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van de organisatie, met medewerking van de ministeries van justitie, in de plaats waar de instelling is gevestigd, van seminaries en informatiedagen voor magistraten en andere juristen uit de lidstaten. Met het oog op de verdere samenhangende ontwikkeling van de rechtspraak van het Hof en van de nationale rechterlijke instanties op het gebied van het Unierecht zijn studiebijeenkomsten met hoge magistraten van de lidstaten en specialisten op het gebied van het Unierecht noodzakelijk. Dit krediet dient tevens ter dekking van de organisatiekosten, met inbegrip van de reis- en verblijfkosten van de deelnemers. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. 24.6.2014 NL IV/69 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 2 5 — VERGADERINGEN EN CONFERENTIES (vervolg) 256 Kosten van voorlichting en deelneming aan openbare evenementen Kredieten 2014 Kredieten 2015 Uitvoering 2013 147 500 150 000 147 749,57 Toelichting Dit krediet dient ter dekking van de aankoop en opstelling van populair-wetenschappelijke werken over het Unierecht en van de overige uitgaven voor voorlichting en foto’s, alsook van de bijdrage in de kosten van bezoeken aan de instelling. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. 257 Dienst juridische informatica Kredieten 2015 Kredieten 2014 p.m. p.m. Uitvoering 2013 0,— Toelichting Dit krediet dient ter dekking van uitgaven ingevolge een eventueel verzoek van de Commissie aan de andere instellingen om een bijdrage in de kosten van de dienst juridische informatica (invoering en verspreiding van gegevens van de interinstitutionele gegevensbank). HOOFDSTUK 2 7 — VOORLICHTING: AANKOOP, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING 270 272 Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen Kredieten 2015 Kredieten 2014 p.m. p.m. Uitvoering 2013 0,— Documentatie, bibliotheek en archivering Kredieten 2014 Kredieten 2015 1 385 000 Uitvoering 2013 1 349 000 1 333 500,— Toelichting Dit krediet dient ter dekking van: — de aankoop van boekwerken, documenten en andere publicaties, alsmede van de bijwerking van reeds aanwezige werken; — het inbrengen en de aankoop van geïnformatiseerde gegevens op het gebied van juridische documentatie; — speciale bibliotheekuitrusting; — de abonnementen op kranten, algemene tijdschriften en diverse berichtgevingen; IV/70 NL 24.6.2014 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 2 7 — VOORLICHTING: AANKOOP, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING (vervolg) 272 (vervolg) — de abonnementen op persbureaus; — het inbinden en onderhouden van het bibliotheekbezit; — de kosten van het gebruik van sommige externe juridische databanken. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. 274 Productie en verspreiding 2740 Publicatieblad Kredieten 2015 Kredieten 2014 Uitvoering 2013 650 000 500 000 682 000,— Toelichting Dit krediet dient ter dekking van de kosten verbonden aan bekendmakingen in het Publicatieblad van de Europese Unie. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. 2741 Publicaties van algemene aard Kredieten 2015 Kredieten 2014 815 000 Uitvoering 2013 1 412 000 976 727,08 Toelichting Dit krediet dient met name ter dekking van de druk- en distributiekosten van de Jurisprudentie van het Hof, evenals van het Gerecht en van het Gerecht voor ambtenarenzaken, alsook van het Repertorium van de rechtspraak op het gebied van het Unierecht. Dit krediet dient eveneens ter dekking van de kosten verbonden aan de uitgave van het Jaarverslag en van andere brochures over het Hof die aan bezoekers worden verstrekt. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. 24.6.2014 NL IV/71 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE TITEL 3 UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT SPECIFIEKE TAKEN VAN DE INSTELLING HOOFDSTUK 3 7 — SPECIALE UITGAVEN VAN BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN Artikel Post Rubriek Kredieten 2015 Kredieten 2014 Uitvoering 2013 % 2013-2015 HOOFDSTUK 3 7 371 Speciale uitgaven van het Hof van Justitie van de Europese Unie 3710 Gerechtelijke kosten Niet-gesplitste kredieten 3711 54 000 52 000 26 110,— 48,35 Arbitragecommissie bedoeld in artikel 18 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie Niet-gesplitste kredieten p.m. p.m. 0,— Artikel 3 7 1 — Totaal 54 000 52 000 26 110,— 48,35 HOOFDSTUK 3 7 — TOTAAL 54 000 52 000 26 110,— 48,35 Titel 3 — Totaal 54 000 52 000 26 110,— 48,35 IV/72 NL 24.6.2014 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE TITEL 3 UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT SPECIFIEKE TAKEN VAN DE INSTELLING HOOFDSTUK 3 7 — SPECIALE UITGAVEN VAN BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN 371 Speciale uitgaven van het Hof van Justitie van de Europese Unie 3710 Gerechtelijke kosten Kredieten 2015 Kredieten 2014 Uitvoering 2013 52 000 54 000 26 110,— Toelichting Dit krediet dient ter dekking van de kosten van een normale rechtsbedeling in alle gevallen waarin kosteloze rechtsbijstand wordt verleend, alsmede van de kosten van getuigen en deskundigen, van plaatsopneming en van rogatoire commissies, van honoraria van advocaten en van andere kosten die ten laste van het Hof van Justitie kunnen komen. Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m. 3711 Arbitragecommissie bedoeld in artikel 18 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie Kredieten 2015 Kredieten 2014 p.m. p.m. Uitvoering 2013 0,— 24.6.2014 NL IV/73 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE TITEL 10 OVERIGE UITGAVEN HOOFDSTUK 10 0 — VOORZIENINGEN HOOFDSTUK 10 1 — RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN Artikel Post Rubriek Kredieten 2015 Kredieten 2014 p.m. p.m. 0,— p.m. p.m. 0,— p.m. p.m. 0,— HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL p.m. p.m. 0,— Titel 10 — Totaal p.m. p.m. 0,— HOOFDSTUK 10 0 HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL HOOFDSTUK 10 1 TOTAAL-GENERAAL 354 425 000 355 367 500 Uitvoering 2013 341 871 972,11 % 2013-2015 96,46 IV/74 NL 24.6.2014 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE TITEL 10 OVERIGE UITGAVEN HOOFDSTUK 10 0 — VOORZIENINGEN Kredieten 2015 Kredieten 2014 p.m. p.m. Uitvoering 2013 0,— Toelichting HOOFDSTUK 10 1 — RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN Kredieten 2015 Kredieten 2014 p.m. p.m. Uitvoering 2013 0,— 24.6.2014 NL IV/75 Ontwerp van algemene begroting 2015 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE PERSONEEL Afdeling IV — Hof van Justitie van de Europese Unie Hof van Justitie van de Europese Unie Functiegroep en rang AD 16 AD 15 AD 14 AD 13 AD 12 AD 11 AD 10 AD 9 AD 8 AD 7 AD 6 AD 5 TOTAAL AD AST 11 AST 10 AST 9 AST 8 AST 7 AST 6 AST 5 AST 4 AST 3 AST 2 AST 1 Totaal AST AST/SC AST/SC AST/SC AST/SC AST/SC AST/SC 2015 2014 Vaste ambten Tijdelijke ambten Vaste ambten Tijdelijke ambten 5 10 45 (1) 120 99 (2) 50 52 196 100 175 27 52 — 1 47 (1) — 72 79 37 2 1 — — 28 5 10 45 (1) 120 99 (2) 50 80 221 79 154 19 47 — 1 49 (1) — 75 82 37 2 1 — — 28 931 267 929 275 10 17 30 47 56 62 65 91 167 40 39 — 1 — 5 31 24 49 42 11 6 — 10 17 32 63 48 52 83 102 128 32 — — 1 — 5 31 24 51 42 13 5 — 624 169 567 172 — — — — 40 — — — — 3 — — 40 (3) 3 (3) 6 5 4 3 2 1 Totaal AST/SC Totaal-generaal Totaal personeel (1) (2) (3) (4) 1 555 (4) 436 6 1 991 ( ) 1 536 (5) 450 6 1 986 ( ) Waarvan 1 AD 15 ad personam. Waarvan 1 AD 14 ad personam. Thans is de instelling niet in staat om het aantal benodigde ambten nauwkeurig in te schatten. Niet inbegrepen de reserve voor onvoorziene uitgaven, zonder toewijzing van kredieten, voor de detachering van ambtenaren bij de leden van het Hof van Justitie, het Gerecht of het Gerecht voor ambtenarenzaken (6 AD 12, 12 AD 11, 18 AD 10, 9 AD 7, 11 AST 6, 17 AST 5, 21 AST 4 en 8 AST 3). (5) Exclusief de virtuele reserve, zonder toewijzing van kredieten, voor ambtenaren die bij de kabinetten van het Hof van Justitie, het Gerecht of het Gerecht voor ambtenarenzaken gedetacheerd zijn (6 AD 12, 12 AD 11, 20 AD 10, 15 AD 7, 11 AST 6, 17 AST 5, 21 AST 4, 8 AST 3). (6) Halftijdse bezetting van bepaalde ambten kan worden gecompenseerd door de aanstelling van andere personeelsleden, tot een maximum van het aantal aldus vrijgekomen ambten per categorie. NL
© Copyright 2024 ExpyDoc