afdeling 4 Hof van Justitie - EUR-Lex

EUROPESE COMMISSIE
DOCUMENTEN
ONTWERP
van algemene begroting
van de Europese Unie
voor het begrotingsjaar 2015
VOLUMEN 4
AFDELING IV
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
NL
COM(2014) 300 — NL
24.6.2014
In dit begrotingsdocument zijn, tenzij anders vermeld, de bedragen uitgedrukt in
euro.
Alle ontvangsten als bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel
Reglement en opgenomen onder de titels 5 en 6 van de staat van ontvangsten,
kunnen leiden tot de opvoering van bijkomende kredieten op de begrotingsplaatsen van de oorspronkelijke uitgaven die de betrokken ontvangsten doen ontstaan.
De cijfers voor de uitvoering hebben betrekking op alle toegestane kredieten, dus
begrotingskredieten, aanvullende kredieten en bestemmingsontvangsten.
24.6.2014
NL
Ontwerp van algemene begroting 2015
EUROPESE UNIE
ONTWERP
van algemene begroting
van de Europese Unie
voor het begrotingsjaar 2015
VOLUMEN 4
AFDELING IV
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
IV/1
NL
IV/2
Ontwerp van algemene begroting 2015
24.6.2014
RAMING VOOR 2015
I. INLEIDING — PRIORITEITEN VOOR 2015
Deze inleiding strekt ertoe de context van dit nieuwe begrotingsjaar in herinnering te brengen, in het licht van de
evolutie van de activiteiten van het Hof van Justitie en de daaruit voortvloeiende prioriteiten krachtens deze raming
voor 2015.
Na dit inleidend hoofdstuk wordt in de hoofdstukken II (Gedetailleerde analyse van het budget voor huishoudelijke
uitgaven) en III (Twee nieuwe advocaten-generaal bij het Hof van Justitie) een nauwkeurige en gedetailleerde be­
schrijving gegeven van de verschillende elementen die de kredietaanvragen van de instelling rechtvaardigen.
1.
Een Rechtsprekende Activiteit Die Ondanks Grote Productiviteitswinst Moeilijk Te Beheersen Is
Allereerst moet in herinnering worden geroepen dat de begroting van het Hof van Justitie van de Europese Unie
machtiging verleent voor het personeelsbestand en de kredieten die noodzakelijk zijn voor het functioneren van de
drie bestaande rechterlijke instanties, namelijk het Hof van Justitie, het Gerecht en het Gerecht voor ambtena­
renzaken.
In dit kader moet met nadruk worden gewezen op de sterke ontwikkeling van de rechtsprekende activiteit in de
laatste jaren (die in punt 1.1 nader wordt toegelicht) en op de aanzienlijke efficiëntietoename (in termen van ambten
en van kredieten, zoals in punt 1.2 in detail wordt uiteengezet), waardoor het tot op heden mogelijk is gebleken om
aan een dergelijke werklast het hoofd te bieden.
Het aantal zaken stijgt evenwel in die mate dat het Hof van Justitie het met het oog op de verwezenlijking van zijn
hoofddoelstelling, namelijk de bij hem aanhangig gemaakte zaken op kwaliteitsvolle en snelle manier behandelen,
noodzakelijk achtte om bij de wetgever twee voorstellen tot wijziging van zijn statuut in te dienen. Het eerste
voorstel (inzake met name de verhoging van het aantal rechters bij het Gerecht) is in maart 2011 ingediend, het
tweede (inzake de instelling van drie nieuwe ambten van advocaat-generaal bij het Hof) in januari 2013. Deze
voorstellen worden in punt 1.1 toegelicht en de budgettaire impact ervan voor het begrotingsjaar 2015 wordt in
hoofdstuk III in detail uiteengezet.
1.1.
Zeer sterke groei van de rechtsprekende activiteit, die noopt tot wetgevende maatregelen
Het is van groot belang voor ogen te houden dat de drie rechterlijke instanties van het Hof van Justitie, anders
dan sommige andere instellingen die zelf hun activiteiten kunnen beheersen (bijvoorbeeld door het aantal of de
omvang van de programma’s, audits, enz. te verminderen) of negatieve prioriteiten kunnen stellen (afzien van
bepaalde activiteiten), niet kunnen regelen hoeveel zaken er bij hen inkomen. Zij dienen echter alles in het werk
te stellen om in staat te blijven die zaken met het vereiste hoge kwaliteitsniveau en binnen redelijke termijnen te
behandelen.
In het jaarverslag 2013 van het Hof van Justitie van de Europese Unie, dat rechtstreeks toegankelijk is via de Curiawebsite (http://curia.europa.eu/jcms/jcms/Jo2_7000/), wordt bericht over de rechtsprekende activiteiten van het Hof
van Justitie, het Gerecht en het Gerecht voor ambtenarenzaken tijdens het voorbije begrotingsjaar. Tevens zijn in dat
verslag alle nodige statistieken opgenomen om de werklast (het aantal ingekomen zaken) en de productiviteit (het
aantal afgedane zaken en de duur van de procedures) van de rechterlijke instanties op transparante en objectieve wijze
te kunnen beoordelen.
Uit de gerechtelijke statistieken van het Hof voor het jaar 2013 blijkt globaal gezien dat het aantal aanhangig
gemaakte zaken nooit eerder zo hoog was (1 647, te weten 15,4 % meer dan in het jaar 2012).
Zoals uit de onderstaande tabel blijkt, bevestigt de evolutie van de rechtsprekende activiteit in de periode 20072013 (1) objectief die sterk stijgende tendens, die overigens getuigt van het vertrouwen dat de nationale rechterlijke
instanties en de justitiabelen in de rechterlijke instanties van de Unie hebben.
(1) Die periode is lang genoeg (7 jaar) om eventuele fundamentele tendensen te analyseren. Bovendien is de structuur van de
rechterlijke instanties ook onveranderd gebleven gedurende die hele periode (3 rechterlijke instanties, waaronder het in 2005
opgerichte Gerecht voor ambtenarenzaken; het aantal rechters/advocaten-generaal is vrijwel gelijk gebleven, aangezien de 2
nieuwe Kroatische rechters en de nieuwe advocaat-generaal pas in de tweede helft van 2013 in functie zijn getreden).
24.6.2014
NL
Aantal aanhangig gemaakte
zaken
Ontwerp van algemene begroting 2015
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
% wijziging
2007-2013
1 260
1 333
1 243
1 406
1 569
1 427
1 647
30,7 %
5,8 %
– 6,8 %
13,1 %
11,6 %
– 9,1 %
15,4 %
1 301
1 298
1 230
1 518
1 404
1 587
16,5 %
– 0,2 %
– 5,2 %
23,4 %
– 7,5 %
13,0 %
% wijziging n/n – 1
Aantal afgedane zaken
% wijziging n/n – 1
IV/3
1 117
42,1 %
Daarenboven moet bij de gemiddelde stijging van het aantal aanhangig gemaakte zaken met 30 % in die periode
worden aangetekend dat zich bij bepaalde rechterlijke instanties (bij het Gerecht is het aantal zaken met meer dan
50 % toegenomen) of voor bepaalde soorten van zaken (het aantal prejudiciële zaken bij het Hof is met ongeveer
70 % gestegen) nog veel grotere variaties voordoen.
Die globaal stijgende tendens zal hoogstwaarschijnlijk voortduren, met name gelet op de wijzigingen die het
Verdrag van Lissabon (waarbij de bevoegdheden van het Hof en het Gerecht zijn uitgebreid) heeft meegebracht en op
de relatief recente toetreding van een nieuwe lidstaat (de Republiek Kroatië), die in de toekomst ongetwijfeld een bron
van nieuwe zaken zal vormen.
In het bijzonder verdienen de nog sterkere stijging van het aantal afgedane zaken (+ 42 %) en het feit dat de duur
van de procedures in diezelfde periode binnen de perken is gehouden te worden beklemtoond, aangezien die
gegevens een objectief bewijs vormen van de niet-aflatende productiviteitsinspanningen die de rechterlijke in­
stanties met de steun van de diensten hebben geleverd. In punt 1.2 worden die inspanningen nader toegelicht.
Niettemin is het aantal zaken zodanig toegenomen dat al deze inspanningen niet volstaan om het aantal hangende
zaken, dat in 2013 nog is gestegen (+ 2,5 %), in te dammen.
Aangezien het Hof van Justitie zich ervan bewust was dat een dergelijke intensivering van de rechtsprekende
activiteit de efficiëntie van het rechtsprekend systeem van de Unie ernstig in gevaar kan brengen, heeft het bij de
wetgever van de Unie in 2011 en 2013 de voorstellen tot wijziging van zijn statuut ingediend die het noodzakelijk
achtte.
Bepaalde onderdelen van het voorstel van maart 2011 zijn reeds uitgevoerd (met name de instelling van de functie
van vicepresident, een nieuwe organisatie van de Grote kamer van het Hof en de mogelijkheid om bij het Gerecht
voor ambtenarenzaken een beroep te doen op plaatsvervangende rechters), maar de noodzakelijke verhoging van het
aantal rechters bij het Gerecht is er nog niet gekomen. De instelling van negen ambten voor referendarissen met
ingang van 1 januari 2014 is weliswaar een positieve voorlopige maatregel (1), maar het Hof hoopt dat de wetgevende
autoriteit zo snel mogelijk een akkoord (2) bereikt dat een oplossing biedt voor de — hoe langer hoe onaanvaard­
baarder wordende — vertraging bij de behandeling van de zaken door het Gerecht.
Wat het voorstel van januari 2013 betreft om het aantal advocaten-generaal bij het Hof te verhogen overeenkom­
stig de bepalingen die daartoe in het Verdrag van Lissabon (3) reeds waren opgenomen, is het Hof van Justitie
verheugd over de beslissing van de wetgever (4), op basis waarvan in oktober 2013 reeds een eerste aanvullende
advocaat-generaal in functie is getreden, terwijl de infunctietreding van twee andere extra advocaten-generaal
is voorzien voor oktober 2015 (zie hoofdstuk III).
(1) Voorgesteld op basis van de brief van 27 december 2012 die het Cypriotische voorzitterschap aan de president van het Hof heeft
gestuurd.
(2) Thans lijkt weliswaar een akkoord over de instelling van negen extra rechters in zicht, maar de lidstaten hebben nog geen
overeenstemming gevonden over de precieze bepalingen betreffende de toerbeurt van de rechters.
(3) Artikel 252 VWEU en Verklaring nr. 38 die de intergouvernementele conferentie bij de ondertekening van dit Verdrag heeft
aangenomen.
(4) Besluit van de Raad van 25 juni 2013 houdende verhoging van het aantal advocaten-generaal bij het Hof van Justitie van de
Europese Unie.
NL
IV/4
1.2.
Ontwerp van algemene begroting 2015
24.6.2014
Van essentieel belang: aanzienlijke efficiëntiewinst boeken, zodat de doelstelling de zaken snel en kwaliteits­
vol te behandelen ook in de toekomst nog kan worden bereikt
Teneinde het hoofd te bieden aan die snelle ontwikkeling van zijn gerechtelijke activiteit heeft het Hof van Justitie
de hierboven in herinnering gebrachte wetgevingsvoorstellen ingediend, maar bewandelt het daarnaast ook reeds
verschillende jaren alle mogelijke wegen die het in staat stellen zo goed mogelijk zijn hoofddoelstelling te
verwezenlijken, te weten de zaken snel en kwaliteitsvol behandelen.
Om de prioriteiten voor het jaar 2015 beter te kunnen begrijpen, is het dus van belang de hoofdlijnen van de
hervorming van de werkmethoden en de omvang van de reeds gerealiseerde efficiëntiewinst voor ogen te houden.
1.2.1. De hervorming van de werkmethoden in hoofdlijnen
De zeer aanzienlijke productiviteitstoename bij de rechterlijke instanties, die hierboven in herinnering is gebracht, is
het resultaat van fundamentele hervormingen, voornamelijk op de volgende vier domeinen:
— Het regelgevend kader van de rechterlijke instanties verbeteren
De activiteiten van het Hof van Justitie vinden plaats binnen een zeer strikt regelgevend kader, dat ontworpen is
om de goede rechtsgang te verzekeren en ervoor te zorgen dat alle partijen gelijk worden behandeld. Indien het
niet wordt nageleefd, brengt dit zware juridische risico's mee.
De herziening van de Reglementen voor de procesvoering van de rechterlijke instanties (die door de Raad
moet worden goedgekeurd) biedt aldus, gelet op de verbeteringen die zij met zich brengt, mogelijkheden voor
efficiëntieverbeteringen. In dit kader is in 2012 een nieuw Reglement voor de procesvoering van het Hof vast­
gesteld en kon in 2013 een nieuw Additioneel reglement worden vastgesteld (1). Daarnaast heeft het Hof ook
nieuwe praktische aanwijzingen voor de partijen vastgesteld. Thans worden ook het Reglement voor de proces­
voering van het Gerecht en dat van het Gerecht voor ambtenarenzaken herzien. Zij zullen normaal gezien in de
loop van 2014 worden vastgesteld.
Naast het feit dat de procedureregels in overeenstemming moeten worden gebracht met de realiteit van de thans bij
de rechterlijke instanties aanhangige zaken, bestaat een van de hoofddoelstellingen van deze herziening erin een
intensiever gebruik mogelijk te maken van de verschillende procedurele instrumenten waarmee bepaalde zaken
sneller kunnen worden afgehandeld, zonder daarbij echter de vereisten van een eerlijk proces te schenden.
— De gerechtelijke activiteit dematerialiseren: een omvangrijk IT-project
De eerste prioriteit bestond erin de processen die aan de rechterlijke beslissingen voorafgaan te demateria­
liseren: de eind 2011 gelanceerde toepassing e-Curia vormt een beslissende stap voorwaarts op het gebied van
documentenuitwisseling met de partijen. Zonder die toepassing was het voor de griffies van de rechterlijke
instanties onmogelijk geweest om het hoofd te bieden aan de exponentiële stijging van het aantal zaken. Het
succes van e-Curia is en blijft zeer groot en dankzij de geleidelijke verbeteringen die aan dit systeem worden
aangebracht, kan het aantal gebruikers in de toekomst nog toenemen.
Na die succesvolle lancering diende zich een nieuwe prioriteit aan: de dematerialisatie van de processen die zich
na de rechterlijke beslissingen afspelen. Daar de verspreiding van de rechtspraak van het Hof van Justitie een
essentiële taak is van deze instelling (die tot doel heeft ervoor te zorgen dat de rechtsbeoefenaars en justitiabelen
van de verschillende lidstaten op voet van gelijkheid worden behandeld) is de oude papieren Jurisprudentie door
de elektronische Jurisprudentie vervangen in nauwe interinstitutionele samenwerking met het Publicatiebureau.
Die omschakeling noopte tot IT-investeringen en tot een reorganisatie van zowel de interne als de externe
productieprocessen. De besparingen op het budget voor publicaties zijn evenwel reeds zeer aanzienlijk.
Als gevolg van die grote technologische ontwikkeling is het echter wel onontbeerlijk dat de IT-middelen op een
adequaat niveau gehandhaafd blijven, zodat de continuïteit van de dienst in deze erg complexe technologische
omgeving blijvend kan worden verzekerd.
(1) Ter vervanging van het reglement van 4 december 1974, dat laatstelijk in februari 2006 was gewijzigd.
24.6.2014
NL
Ontwerp van algemene begroting 2015
— Strikt de vereisten van de volledige meertaligheid afbakenen
Geen enkele andere rechterlijke instantie ter wereld heeft een talenregeling als die van het Hof van Justitie,
aangezien bij het Hof van Justitie elk van de officiële talen van de Unie procestaal kan zijn. De eerbiediging van
een volledige meertaligheid is noodzakelijk om met de partijen te kunnen communiceren in de procestaal en
ervoor te zorgen dat de rechtspraak in elke lidstaat wordt verspreid.
Die vereisten verklaren, in combinatie met de sterke toename van het aantal zaken, duidelijk waarom het reeds
lange tijd een absolute prioriteit is om op taalgebied te zoeken naar efficiëntiewinsten, ten eerste om een
bottleneck te vermijden die de behandeling van de zaken door de rechterlijke instanties rechtstreeks nadelig
beïnvloedt en ten tweede om de ontwikkeling van het personeelsbestand van de vertaal- en tolkendiensten
onder controle te houden.
Vanuit die optiek hebben de rechterlijke instanties de voorbije jaren op het gebied van de vertaling talrijke
procedurele maatregelen (1) met het oog op besparingen genomen, die recentelijk overigens nog fors zijn
versterkt. Zonder die maatregelen zou het aantal te vertalen bladzijden in 2013, dat meer dan 900 000 bedroeg,
aanzienlijk hoger zijn geweest dan 1,4 miljoen. Hierdoor kon dus een groot aantal ambten van jurist-vertaler
worden uitgespaard (meer dan 300 ambten), die anders onontbeerlijk waren geweest om de afhandeling van de
zaken niet te belemmeren.
Op dit gebied van de vertaling speelt ook de ontwikkeling van steeds geavanceerdere informaticatoepassingen
een doorslaggevende rol. Daarom zijn de vertaaldiensten nauw betrokken bij de interinstitutionele onderzoeken op
dit gebied (in het bijzonder bij het recente onderzoek inzake het vertaalsysteem MT@EC-Machine Translation) die
tot een geleidelijke verbetering van de prestaties zouden moeten leiden.
In diezelfde lijn kan met betrekking tot de behoefte aan tolkenprestaties worden opgemerkt dat de procedurele en
organisatorische maatregelen die de rechterlijke instanties inzake de terechtzittingen hebben genomen, ervoor
gezorgd hebben dat het aantal terechtzittingen en bijgevolg ook het beroep op freelancetolken kon worden
beperkt.
— Het gewicht van de horizontale diensten zo veel mogelijk verminderen
In de context van de zeer sterke toename van de rechtsprekende activiteit is het van essentieel belang om de
werkcapaciteit van de kabinetten en de diensten waarvan de taken rechtstreeks verbonden zijn met de rechtspre­
kende taak te versterken of toch minstens op peil te houden. Daarom is het belangrijk om de efficiëntiewinsten
binnen de ondersteunende en de administratieve diensten (personeel, financiën, informatica, logistiek, vast­
goed, enz.) zo veel mogelijk te maximaliseren, zodat ambten kunnen worden uitgespaard. Die doelstelling, die
reeds vele jaren wordt nagestreefd, heeft duidelijk vruchten afgeworpen, aangezien het relatieve gewicht van de
horizontale diensten historisch laag is (15,1 % van het totale personeelsbestand). Daarbij zij in herinnering
geroepen dat elk uitgespaard procentpunt 20 uitgespaarde ambten vertegenwoordigt.
Die prestaties, die in vergelijking met de prestaties van andere instellingen erg gunstig zijn, zijn hoofdzakelijk het
resultaat van interne organisatiemaatregelen, maar daarnaast ook van het maximale gebruik van de samenwerking
met de andere Europese instellingen (en met de Luxemburgse Staat op het gebied van het vastgoedbeleid).
1.2.2. De omvang van de gerealiseerde productiviteitswinsten
Dankzij al de organisatie- en moderniseringsmaatregelen die het Hof van Justitie genomen heeft, en in het bijzonder
dankzij de in het vorige punt aangehaalde maatregelen, konden bijzonder grote productiviteitswinsten worden geboekt,
zowel in termen van ambten als van kredieten.
(1) Selectieve publicatie van de uitspraken van het Hof en het Gerecht, samenvatting van prejudiciële verzoeken en vermindering van
de gemiddelde lengte van de conclusies.
IV/5
IV/6
NL
Ontwerp van algemene begroting 2015
24.6.2014
a) Productiviteitswinsten op het gebied van ambten
Om objectief weer te geven hoe groot de productiviteitswinsten zijn die het Hof van Justitie in de periode 20072013 heeft geboekt, kan worden volstaan met de vaststelling dat het aantal afgedane zaken met 42 % is gestegen
(zie punt 1.1), terwijl het aantal personeelsleden van de instelling slechts met 3 % is gestegen in diezelfde
periode (1).
Bovendien moet worden vastgesteld dat de stijging van het aantal personeelsleden bij het Hof van Justitie in de
periode 2007-2013 lager lag dan de gemiddelde stijging van het personeelsbestand van alle Europese instel­
lingen samen, en dit in een situatie waarin de gerechtelijke activiteit van het Hof van Justitie sterk is toegenomen.
Door de vele organisatie- en moderniseringsmaatregelen, en met name door de maatregelen die de rechterlijke
instanties hebben genomen en de ontwikkeling van steeds geavanceerdere informaticatoepassingen, was het mogelijk
om:
— bijna 350 nieuwe ambten uit te sparen, te weten bijna 18 % van het personeelsbestand voor 2013, en dit —
zoals hierboven reeds is vermeld — voornamelijk bij de talendiensten, maar ook bij de horizontale diensten;
— de door de twee takken van de begrotingsautoriteit gesloten overeenkomst ter vermindering van het per­
soneelsbestand na te leven, zij het niet zonder moeite (2) (– 5 % in de periode 2013-2017, in beginsel ieder jaar
1 %). Aldus zijn 20 ambten geschrapt in 2013 en nog eens 20 ambten in 2014.
Wat dit laatste punt betreft, moet worden opgemerkt dat de naleving van dit vereiste het Hof van Justitie voor
grote uitdagingen stelt. Zoals hierboven reeds is opgemerkt, kunnen de drie rechterlijke instanties van het Hof
van Justitie immers niet reguleren hoeveel zaken er bij hen inkomen en kunnen zij, anders dan bepaalde andere
instellingen, geen negatieve prioriteiten stellen, aangezien alle zaken met het vereiste hoge kwaliteitsniveau en
binnen redelijke termijnen moeten worden behandeld.
Het vereiste om bij de kabinetten van de rechterlijke instanties geen enkele inkrimping van het personeels­
bestand door te voeren, heeft bijgevolg aanleiding gegeven tot een selectief personeelsverminderingsbeleid, waarbij de
vermindering bij het geheel van de diensten noodzakelijkerwijs meer dan 1 % moet bedragen. De verhoging van
de arbeidstijd, die op 1 januari 2014 is ingegaan, zou deze schok voor een deel moeten helpen opvangen.
In die moeilijke context is de instelling ook zo veel mogelijk voorrang blijven geven aan de zuinigste wijzen van
personeelsbeheer: enerzijds herschikking (steeds ten behoeve van de rechtsprekende activiteit), en anderzijds her­
waardering van ambten (door AST-ambten in AD-ambten om te zetten) om het hoofd te bieden aan het feit dat de
vereisten voor de aan bepaalde activiteiten verbonden taken veranderen.
Ten slotte moet in herinnering worden gebracht dat de zeer hoge bezettingsgraad van de ambten (die net als in de
vorige jaren ongeveer 98 % blijft) steeds de beste aanwijzing vormt voor het feit dat de ambten die de begrotings­
autoriteit ter beschikking heeft gesteld van het Hof optimaal worden gebruikt. Het vacaturepercentage blijft dus zeer
gering (het hele jaar lang ongeveer 2 % (3), indien de gevolgen van de uitbreiding tot Kroatië buiten beschouwing
worden gelaten); de hoge werklast bij de diensten van het Hof vergt dan ook een zeer reactief, kwalitatief en strikt
aanwervingsbeleid.
b) Doeltreffendheid op het gebied van kredietbeheer
In de eerste plaats moet worden benadrukt hoe groot de budgettaire gevolgen zijn van de organisatie- en moderni­
seringsmaatregelen, die het mogelijk gemaakt hebben om tot op heden 350 ambten uit te sparen en 40 ambten te
schrappen. De kredieten van titel 1 van de begroting zouden anders namelijk ongeveer 40 miljoen EUR hoger geweest
zijn, te weten iets meer dan 10 % van de jaarlijkse begroting van het Hof voor 2014.
(1) Het aantal personeelsleden is in de periode 2007-2013 namelijk gestegen van 1 882 tot 1 939, indien geen rekening wordt
gehouden met de ambten die zijn gecreëerd naar aanleiding van de toetreding van Kroatië (63 personeelsleden, die in de tweede
jaarhelft van 2013 zijn aangeworven). Laatstbedoelde ambten konden in de praktijk immers geen onmiddellijke invloed hebben
op de toename van de gerechtelijke productiviteit.
(2) Die overeenkomst is gesloten in het kader van de vaststelling van de meerjarige financiële vooruitzichten 2014-2020.
(3) Dit vacaturepercentage rechtvaardigt ten volle dat voor 2015 een forfaitair aftrekpercentage van 3 % wordt voorgesteld.
24.6.2014
NL
Ontwerp van algemene begroting 2015
In de tweede plaats moet echter ook aandacht worden geschonken aan andere besparingen, die het gevolg zijn van de
gekozen beleidsopties op de volgende domeinen:
— dematerialisatie van de rechtsprekende activiteit: de dematerialisatie van de documentenstromen heeft niet
alleen een rechtstreeks effect op de behandelingsduur van de zaken (dat niet kan worden uitgedrukt in termen
van kredieten), maar heeft ook een niet te verwaarlozen effect gehad op verschillende begrotingsposten (een
zeer grote afname van het papierverbruik, een sterke vermindering van de portokosten dankzij e-Curia, een
aanzienlijke vermindering van de publicatiekosten door de lancering van de elektronische Jurisprudentie);
— optimaal gebruik van de middelen voor de talendiensten: zowel bij de vertaal- als bij de tolkendiensten strekt
het beleid inzake het beheer van de middelen ertoe de interne middelen (statutaire ambten) optimaal te benutten.
Het beroep op extern personeel (freelancers) vormt in dit kader evenwel een onmisbare aanpassingsvariabele om
een enorme verhoging van het aantal statutaire personeelsleden te vermijden en het hoofd te bieden aan de
onvermijdelijke werklastschommelingen. Aldus hebben de talendiensten de verhouding tussen hetgeen intern
wordt afgehandeld en hetgeen wordt uitbesteed zo optimaal mogelijk vastgelegd, waardoor er niet meer
personeel in dienst is dan strikt noodzakelijk (1). Ook heeft de toename van de door de rechterlijke instanties
genomen maatregelen om het aantal te vertalen bladzijden te verminderen of het aantal terechtzittingen te beperken
een onmiddellijk effect op de kredieten voor freelancevertalers en -tolken (aldus is in 2013 meer dan 3 miljoen
EUR minder uitgegeven dan oorspronkelijk was geraamd);
— vastgoedbeleid: net als de meeste instellingen geeft het Hof van Justitie voorrang aan een aankoopbeleid, dat —
zoals de Rekenkamer in haar speciaal verslag nr. 2/2007 heeft aangetoond — duidelijk veel voordeliger is dan
een huurbeleid (hoofdzakelijk doordat de instellingen geen btw hoeven te betalen over de bouwkosten, maar
tevens doordat de Luxemburgse Staat kosteloos gronden ter beschikking stelt). Na de voltooiing van het gebou­
wencomplex van het nieuwe Paleis (eind 2008) en van de renovatie van de bijgebouwen (eind juni 2013), die
volledig verbonden zijn met het complex van het Paleis, is het overgrote deel van de diensten thans samengebracht
op deze hoofdsite en heeft het Hof twee van de drie gebouwen die het voordien huurde (Geos en Allegro) kunnen
verlaten. Zoals de twee takken van de begrotingsautoriteit dat wensen, passen de kredietaanvragen van het Hof in
een nauwkeurig omschreven meerjarenplan dat nader is uiteengezet in het verslag inzake de investeringen in
onroerend goed over de jaren 2014-2018;
— interinstitutionele samenwerking en samenwerking met de Luxemburgse Staat: voor een instelling met een
omvang als die van het Hof van Justitie zorgt de interinstitutionele samenwerking zonder twijfel voor grote
besparingen. Van deze mogelijkheid wordt dan ook gebruikgemaakt op alle domeinen waarop dit mogelijk is
en met name:
— op taalgebied (in het bijzonder bij de ontwikkeling van informaticatoepassingen op het domein van termino­
logie of vertaalhulp);
— op informatiegebied (interinstitutionele aanbestedingen vertegenwoordigen meer dan 90 % van de uitgaven
voor materieel en telefonie en meer dan 40 % van de uitgaven voor diensten; de Commissie of de Raad hosten
de infrastructuur voor verschillende belangrijke toepassingen);
— inzake het beheer van personeel en financiën (door middel van interinstitutionele toepassingen zoals NAP,
Sysper2 of SAP, de samenwerking met EPSO, …);
— en inzake publicaties (via het Publicatiebureau).
Evenzo is op het gebied van het vastgoed, naast de regelmatige samenwerking met OIL (interinstitutionele over­
eenkomsten voor energie, verzekeringen, technische bijstand, …), voor alle belangrijke bouw- en renovatieprojecten
nauw samengewerkt met de Luxemburgse Staat, wat tot grote besparingen in termen van kredieten en personeel heeft
geleid.
Tot slot is de zeer hoge bestedingsgraad van de kredieten een goede indicator voor de kwaliteit van de door de
diensten van de instelling opgestelde begrotingsramingen en de doeltreffendheid van hun beheer. Zo bedroeg de
globale bestedingsgraad van de kredieten 98 % in 2013, meer bepaald 99,2 % voor titel 2 en 97,5 % voor titel 1
(na neutralisering van de aanvankelijk voor de salarisaanpassingen begrote kredieten die uiteindelijk niet hoefden te
worden aangewend, gelet op de beslissingen van de Raad).
(1) Zo bedraagt de uitbestedingsgraad op het gebied van de vertaling ongeveer 23 %, met dien verstande dat enkel niet-vertrouwe­
lijke stukken aan freelancers kunnen worden gegeven.
IV/7
NL
IV/8
Ontwerp van algemene begroting 2015
24.6.2014
Het verslag over het begrotingsbeheer en het financieel beheer in het begrotingsjaar 2013, dat deel uitmaakt van
de onderhavige documentatie inzake de raming voor 2015, geeft nadere details over de besteding van de kredieten per
begrotingshoofdstuk en over de tijdens het begrotingsjaar verrichte kredietoverschrijvingen.
2.
De Prioriteiten Die De Raming Voor 2015 Kenmerken
Het Hof van Justitie heeft zich bij de opstelling van zijn raming voor 2015 laten leiden door de volgende twee
prioriteiten:
— oplossingen vinden voor de moeilijkheden die de sterk groeiende rechtsprekende activiteit met zich brengt
en uitvoering geven aan de door de wetgevende autoriteit goedgekeurde versterking van het Hof;
— blijven voldoen aan de besparingsvereisten die alle Europese instellingen in acht moeten nemen in het kader van
de beperking van de administratieve uitgaven van rubriek 5 van de begroting van de Unie
In de punten 2.1 en 2.2 hieronder worden de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen toegelicht.
2.1.
Oplossingen vinden voor de moeilijkheden die de sterk groeiende rechtsprekende activiteit met zich brengt
2.1.1. Uitvoering geven aan de door de wetgevende autoriteit toegestane versterkingen
Zoals in punt 1.1 van deze inleiding is vermeld, heeft de zeer sterke groei van de rechtsprekende activiteit binnen de
instelling het Hof van Justitie ertoe aangezet om bij de wetgever van de Unie twee voorstellen tot wijziging van zijn
structuur in te dienen.
De wetgevende autoriteit heeft het voorstel van januari 2013 betreffende de instelling van drie nieuwe ambten van
advocaat-generaal goedgekeurd. Eén van deze advocaten-generaal — van Poolse nationaliteit — is in oktober 2013
reeds in functie getreden, terwijl de twee andere — één van Tsjechische en één van Deense nationaliteit — in oktober
2015 in functie moeten treden. Derhalve is bij de opstelling van de begroting 2015 rekening gehouden met de
financiële gevolgen van de infunctietreding van deze twee laatste advocaten-generaal en de vorming van hun kabinet
(te weten 14 ambten voor tijdelijke functionarissen), wat een bedrag van 1,29 miljoen EUR vertegenwoordigt (zie
hoofdstuk III).
Wat het voorstel van maart 2011 betreft, blijkt uit de besprekingen binnen het Europees Parlement en de Raad dat een
consensus lijkt te ontstaan over de instelling van negen extra ambten voor rechters bij het Gerecht. Er komt
evenwel pas een definitieve wetgevende beslissing wanneer de lidstaten de precieze voorwaarden voor de aanwijzing/
toerbeurt van deze rechters unaniem hebben goedgekeurd. Daarom kan thans geen rekening gehouden worden met
de budgettaire weerslag ervan voor de begroting van 2015.
2.1.2. Vermijden dat bottlenecks ontstaan die de productiviteit van de rechterlijke instanties negatief beïnvloeden
Om de uitdagingen van een sterk groeiende gerechtelijke activiteit doeltreffend te kunnen aanpakken, dient het Hof
niet alleen snel uitvoering te geven aan de hierboven in herinnering gebrachte wetgevingsmaatregelen, maar moet het
ook voorkomen dat de gevolgen van de toegenomen productiviteit van de rechterlijke instanties worden tenietgedaan
door bepaalde bottlenecks die de proceduretermijnen van de zaken verlengen en de uitspraak van de rechter­
lijke beslissingen vertragen.
Om die reden ziet het Hof van Justitie, dat de in het volgende punt toegelichte vermindering van het aantal ambten
weliswaar voortzet, zich genoodzaakt om op zeer gerichte wijze bepaalde ambten aan te vragen voor de volgende
functies, die voor de doeltreffendheid van de rechtsprekende activiteit onontbeerlijk zijn:
— de groep arrestenlezers bij de president van het Gerecht en die bij de president van het Gerecht voor ambtena­
renzaken (2 ambten);
— de griffie van het Gerecht (1 ambt);
— de directie Onderzoek en Documentatie (2 ambten);
24.6.2014
NL
Ontwerp van algemene begroting 2015
— de directie Protocol en Voorlichting (1 ambt),
— en het directoraat-generaal Vertaling (6 ambten).
De precieze motivering voor die aanvragen staat te lezen in punt 2.1 van hoofdstuk II.
2.2.
Een budget voor lopende huishoudelijke uitgaven dat rekening houdt met de vereisten van begrotingsdis­
cipline
Net als in de voorgaande jaren is bij opstelling van het budget voor huishoudelijke uitgaven van de instelling ten volle
rekening gehouden met de aansporingen tot begrotingsdiscipline die de twee takken van de begrotingsautoriteit in
hun respectieve beslissingen (1) hebben geformuleerd.
Het Hof heeft ook rekening gehouden met de aanbevelingen die de Commissie in haar rol als coördinator van de
ramingen inzake administratieve uitgaven heeft geformuleerd (2), in het bijzonder wat de voortzetting van de operatie
ter vermindering van de ambten betreft.
De benadering die het Hof volgt met betrekking tot ambten
In het kader van de operatie ter vermindering van het personeelsbestand met 5 % in de periode 2013-2017 in alle
instellingen moet het Hof, gelet op het aantal ambten dat op zijn personeelsformatie was ingeschreven voor het
begrotingsjaar 2012, gedurende die vijfjarige periode 97 ambten laten verdwijnen. Thans zijn reeds 40 ambten
geschrapt (20 in het begrotingsjaar 2013 en 20 in het begrotingsjaar 2014), zodat er in de begrotingsjaren 2015, 2016
en 2017 nog in totaal 57 ambten moeten verdwijnen.
Aangezien het Hof, voor zover dit binnen zijn mogelijkheden ligt in de moeilijke omstandigheden die hierboven reeds
uitvoerig zijn toegelicht, wenst te blijven bijdragen aan deze collectieve inspanning, heeft het zijn diensten gevraagd
om door te gaan met de „screening” van hun activiteiten, met onder meer een grondigere analyse van de transversale
processen waarmee op lange termijn het best synergieën van voldoende omvang kunnen worden gerealiseerd.
Dankzij al die analyses/inspanningen zullen in lijn met de globale doelstelling van het Hof inzake schrapping van
ambten 19 ambten kunnen worden geschrapt in 2015.
Zoals hierboven in punt 1.2.2, onder a), reeds is vermeld, heeft het absolute vereiste om het aantal personeelsleden van
de kabinetten van de rechterlijke instanties niet te verminderen, er onvermijdelijk toe geleid dat op de rest van het
personeelsbestand een vermindering van meer dan 1 % moest worden toegepast.
Tot slot blijft het Hof zijn herschikkingsbeleid resoluut voortzetten, aangezien het vaststelt dat bepaalde taken of
functies steeds ingewikkelder worden en door hoger geschoolde werknemers dienen te worden vervuld. Dat beleid is
des te noodzakelijker in tijden van besparingen, aangezien die hooggeschoolde werknemers nu juist het best kunnen
bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe methoden of geavanceerdere informaticatoepassingen, die garant staan voor
toekomstige productiviteitswinsten. Dit beleid, dat tot dusver veel steun heeft gekregen van de begrotingsautoriteit,
gaat hand in hand met bepaalde gerichte herwaarderingen (16 herwaarderingen), die overigens weinig kosten op
begrotingsvlak.
De benadering die het Hof volgt met betrekking tot kredieten
Zoals uit de onderstaande tabel blijkt, gaan achter de globale stijging van het budget voor huishoudelijke uitgaven
(+ 1,47 %) twee verschillende bewegingen schuil:
— een stijging van de personeelsuitgaven van titel 1 (+ 2,39 %), die voor een zeer groot deel te verklaren is door
de toepassing van de aanpassingsparameters die de Commissie heeft meegedeeld (en die betrekking hebben op de
in punt 1.2 van hoofdstuk II nader toegelichte aanpassingen voor 2012 en 2015). De verhoging van de kredieten
voor de leden van de instelling (naar aanleiding van een omvangrijke vervangingsoperatie bij het Hof van Justitie
in oktober 2015) en de noodzakelijke verhoging van de kredieten voor freelancevertalers (die rechtstreeks verband
houdt met de verwachte ontwikkeling van de gerechtelijke activiteit) hebben immers slechts een zeer beperkt
effect. Bovendien zij opgemerkt dat de kredieten voor de pensioenen van de leden van de instelling in 2015
worden overgedragen aan de Commissie, die ze vanaf dan zal uitbetalen, zoals ze dat sinds 2014 ook al doet voor
het Europees Parlement;
(1) Conclusies van de Raad van 12 februari 2013 over de begrotingsrichtsnoeren voor 2014.
Resolutie van het Europees Parlement (EP) van 6 februari 2013 over de richtsnoeren voor de begrotingsprocedure 2014.
(2) Cfr. brief van 9 januari 2014 van commissaris Lewandowski aan de verschillende instellingen.
IV/9
NL
IV/10
Ontwerp van algemene begroting 2015
24.6.2014
— een aanzienlijke vermindering van de huishoudelijke en infrastructuuruitgaven van titel 2 (– 1,34 %), die het
resultaat is van een strikte „zero-based budgeting”-benadering en van de in punt 1.2.1 beschreven produc­
tiviteitswinsten, hetgeen dus heel wat verder gaat dan de door de Commissie vooropgestelde doelstelling om „de
uitgaven, met uitzondering van de bezoldigingen, te bevriezen op hun niveau van 2014”.
(in miljoen EUR)
2015
Budget voor lopende huishoudelijke uitgaven
Titel 1 — Aan de instelling verbonden personen
Wijziging (in %)
268,42
262,16
2,39
85,30
86,46
– 1,34 %
0,05
0,05
—
353,77
348,67
1,47 %
Titel 2 — Gebouwen, meubilair, materieel en diverse uitgaven
Titel 3 — Specifieke taken
Totaal
2014 (*)
(*) Om een transparante vergelijking mogelijk te maken, zijn de kredieten voor de pensioenen van de leden hier niet meegeteld bij de totale kredieten van
titel 1 inzake 2014, aangezien eerstbedoelde kredieten vanaf 2015 zullen zijn ingeschreven op de begroting van de Commissie.
3.
Overzicht Van De Voornaamste Ontwikkelingen In De Raming 2015
De onderstaande tabel geeft een gedetailleerd overzicht van de kredieten per titel, ingedeeld volgens de verschillende
hierboven beschreven elementen. Daaruit blijkt welk aandeel elk van deze elementen heeft in de aangroei van de
ontwerpbegroting 2015 ten opzichte van de begroting 2014.
(in miljoen EUR)
Lopende huishoude­
lijke uitgaven
Twee extra advoca­
ten- generaal
268,42
0,84
269,26
85,30
0,45
85,75
0,05
—
0,05
Totaal 2015
353,77
1,29
355,06
Begroting 2014 (*)
348,67
—
348,67
Verschil ten opzichte van de totale begroting 2014 (in %)
1,47 %
0,36 %
1,83 %
Overzicht raming 2015
Titel 1 — Aan de instelling verbonden personen
Titel 2 — Gebouwen, meubilair, materieel en diverse uitgaven
Titel 3 — Specifieke taken
Totaal
(*) Zoals hierboven reeds is toegelicht, zijn de kredieten voor de pensioenen van de leden niet meegeteld.
II. GEDETAILLEERDE ANALYSE VAN HET BUDGET VOOR HUISHOUDELIJKE UITGAVEN
1.
Hypothesen Voor 2015
Bij het opstellen van de uitgavenramingen is rekening gehouden met de aanwijzingen die de Commissie op 17 de­
cember 2013 en 7 maart 2014 aan de andere instellingen heeft meegedeeld om ervoor te zorgen dat de ramingen voor
2015 op basis van gecoördineerde en geharmoniseerde procedures zouden worden vastgesteld.
1.1.
Algemeen prijsniveau
De Commissie is, bij wijze van indicatie, van mening dat het algemene prijsniveau in Luxemburg gemiddeld met
ongeveer 1,7 % zal stijgen in 2015.
24.6.2014
1.2.
NL
Ontwerp van algemene begroting 2015
Niveau van de aanpassing van de bezoldigingen (kredieten van de hoofdstukken 1 0, 1 2 en 1 4)
De Commissie heeft de volgende hypothesen betreffende de aanpassing van de bezoldigingen voorgesteld:
a) + 1,7 % vanaf 1 juli 2015 (de bezoldigingen waren in 2014, net als in 2013, bevroren);
b) rekening houden met een aanvullende verhoging met 0,8 % voor 2012, naar aanleiding van het akkoord dat het
Parlement, de Raad en de Commissie op 4 maart 2014 hebben bereikt over deze retroactieve aanpassing (met
ingang van 1 juli 2012) van de bezoldigingen en pensioenen.
Deze twee aanpassingen samen leiden er in de praktijk toe dat de totale loonsom met 1,66 % stijgt ten opzichte van
2014.
1.3.
Rekening houden met het nieuwe Ambtenarenstatuut
Bij de opstelling van de begroting voor 2015 is ten volle rekening gehouden met alle nieuwe bepalingen ter uitvoering
van het nieuwe Statuut van de ambtenaren en andere personeelsleden, dat op 1 januari 2014 in werking is getreden.
Daardoor worden niet te verwaarlozen besparingen gerealiseerd, die met name voortvloeien uit het feit dat de carrière
van de administrateurs en de assistenten wordt beperkt, dat een nieuwe functiegroep voor secretariaatsmedewerkers is
gecreëerd en dat de vergoeding voor de reiskosten ter gelegenheid van het jaarlijks verlof is verminderd.
1.4.
Overdracht van de kredieten voor de pensioenen van de leden aan de Commissie
De kredieten voor de pensioenen van de leden zullen worden overgedragen naar de post „pensioenen” op de begroting
van de Commissie, die ze vanaf 2015 zal uitbetalen. Met die nieuwe werkwijze wordt ingegaan op het verzoek van
commissaris Lewandowski (1) om ervoor te zorgen dat de kredieten „pensioenen van de leden” van al de verschillende
instellingen op dezelfde manier worden behandeld. De Commissie heeft reeds aanvaard om vanaf 2014 de kredieten
voor de pensioenen van de voormalige leden van het Parlement te beheren.
2.
Ontwikkeling Van Het Personeelsbestand
Zoals in hoofdstuk I reeds is aangehaald, is de benadering die het Hof van Justitie op het gebied van het personeels­
bestand volgt ingegeven door de volgende beweegredenen, die nauw verbonden zijn met de noodzaak om het hoofd te
bieden aan de zeer sterke groei van zijn gerechtelijke activiteit:
— de door de wetgevende autoriteit goedgekeurde versterkingen van de rechterlijke instanties ten uitvoer
leggen;
— voorkomen dat bottlenecks ontstaan die de productiviteit van de rechterlijke instanties nadelig beïnvloeden;
— voortgaan met de vermindering van het personeelsbestand (– 5 % in de periode 2013-2017);
— de noodzakelijke herschikkingen of aanpassingen van ambten blijven uitvoeren, wat doelgerichte herwaarde­
ringen of omzettingen van ambten vereist.
De versterkingen van het personeelsbestand die verband houden met de eerste beweegreden worden in de specifieke
hoofdstukken III en IV nader uiteengezet. De andere op basis van deze benadering voorgestelde versterkingen,
verminderingen en herwaarderingen van ambten worden achtereenvolgens in de hiernavolgende punten 2.1, 2.2 en
2.3 onderzocht.
2.1.
Doelgerichte versterkingen om bottlenecks te vermijden die de productiviteit van de rechterlijke instanties
nadelig beïnvloeden
Het doel de productiviteit van de rechterlijke instanties te verhogen, dat ten grondslag ligt aan de wijzigingen van het
Statuut van het Hof van Justitie (nieuwe advocaten-generaal bij het Hof en extra rechters bij het Gerecht) en de
herziening van de Reglementen voor de procesvoering van deze drie rechterlijke instanties, kan ernstig in het gedrang
komen indien niet wordt gezorgd voor het vermijden van bepaalde bottlenecks die de proceduretermijnen van de
zaken verlengen en de uitspraak van de rechterlijke beslissingen vertragen.
(1) Cfr. brief van 9 januari 2014 van commissaris Lewandowski aan de verschillende instellingen.
IV/11
IV/12
NL
Ontwerp van algemene begroting 2015
24.6.2014
Om die reden ziet het Hof van Justitie, dat de hierboven toegelichte operatie ter vermindering van het aantal ambten
weliswaar voortzet, zich genoodzaakt om op zeer gerichte wijze bepaalde ambten aan te vragen voor de volgende
functies, die voor het goede verloop van de rechtsprekende procedure van essentieel belang zijn:
a) De groep arrestenlezers bij de president van het Gerecht (1 vast AST-ambt van corrector)
Allereerst moet in herinnering worden gebracht dat het Gerecht de werkmethoden van de groep arrestenlezers en
-correctoren grondig heeft herzien in 2011, teneinde het hoofd te kunnen bieden aan de zeer grote activiteit van het
Gerecht. Als gevolg van die herziening is de productiviteit sterk gestegen (+ 20 % tussen 2011 en 2013). Thans is
die vooruitgang evenwel op zijn grenzen gestoten en hebben de arrestencorrectoren hun maximale capaciteit voor
de behandeling van de ontwerpuitspraken bereikt. Tussen 2010 en 2013 is het aantal te corrigeren bladzijden met
bijna 6 000 gestegen (ter informatie: de jaarlijkse capaciteit van een arrestencorrector bedraagt ongeveer 4 500
bladzijden).
Derhalve is het noodzakelijk om in 2015 een vijfde corrector met de rang AST 3 binnen deze groep aan te werven.
Anders bestaat het gevaar dat zich op correctieniveau een trechtereffect voordoet, waardoor het gunstige effect van
de versnelde behandeling van de zaken, dat het gevolg is van de verhoogde productiviteit bij deze rechterlijke
instantie, wordt tenietgaan.
b) De groep arrestenlezers bij de president van het Gerecht voor ambtenarenzaken (1 tijdelijk AD-ambt van
arrestenlezer)
Het Gerecht voor ambtenarenzaken (Tribunal de la fonction publique (hierna „TFP”)) heeft zijn werkmethoden
herzien, teneinde het steeds groter aantal zaken dat bij hem aanhangig wordt gemaakt sneller te kunnen afhandelen
(het gevaar bestaat dat dit aantal nog eens sterk zal stijgen ten gevolge van de recente hervorming van het
Ambtenarenstatuut) en het aantal hangende zaken te verminderen. Die hervormingen zullen echter niet de ver­
hoopte resultaten kunnen opleveren indien een bottleneck optreedt in de fase van de lezing van het arrest. Aange­
zien er op dit ogenblik slechts één arrestenlezer in dienst is, treedt die bottleneck thans reeds op bij een toe­
genomen productie, ondanks het feit dat één van de twee referendarissen van het kabinet van de president het
grootste deel van zijn tijd spendeert aan de lezing van arresten, wat overigens ten koste gaat van de vervulling van
zijn hoofdtaak.
Om al die redenen dient een tweede, tijdelijk ambt van arrestenlezer (rang AD 10) te worden ingesteld, teneinde
een bottleneck bij de behandeling van de zaken van het TFP te vermijden.
c) Griffie van het Gerecht (1 vast AD-ambt van afdelingshoofd)
De griffie speelt een belangrijke rol bij de behandeling van de aanhangig gemaakte zaken en ondervindt dus bij
uitstek de gevolgen van de sterke ontwikkeling van het aantal zaken (zie punt 1.1 van hoofdstuk I). In de laatste
zes jaar is het aantal door de griffie geregistreerde processtukken met ongeveer 50 % gestegen, terwijl het aantal
personeelsleden van de griffie met minder dan 15 % is toegenomen. De werklast van de griffier, die de rechterlijke
instantie onder het gezag van de president beheert, is thans uitzonderlijk hoog en kan niet worden opgevangen door
de adjunct-griffier, die zelf reeds zeer veel werk heeft met het toezicht op de intellectuele-eigendomszaken en de
hogere voorzieningen en met zijn administratieve taken inzake personeelsbeheer.
Tegen de achtergrond van die overvloed aan activiteiten is het derhalve absoluut noodzakelijk de griffie beter te
structureren, en kan de werklast van de griffier worden verlicht door een ambt van afdelingshoofd (rang AD 9) in
te stellen en daaraan taken in verband met de rechtspraak (het werk van de administrateurs en de assistenten die de
procesdossiers beheren volgen en controleren in het grootste gedeelte van de zaken, met uitzondering van de zaken
waar de adjunct-griffier zich reeds mee bezighoudt), veeleer administratieve taken (de praktijken coördineren, de
interne hervormingen van de taalgroepen uitvoeren, het betrokken personeelsbestand beheren en de dagelijkse
leiding van de bestaande teams op zich nemen) en zuiver operationele taken (zoals de werking van de griffie
verzekeren tijdens kamerbijeenkomsten en terechtzittingen) toe te wijzen.
24.6.2014
NL
Ontwerp van algemene begroting 2015
d) Directoraat-generaal Vertaling (6 vaste AD-ambten van jurist-vertaler)
Gelet op de in hoofdstuk I (punt 1.2) reeds vermelde vereisten van de meertaligheid speelt het directoraat-generaal
Vertaling een cruciale rol binnen het Hof van Justitie, zowel in de fase die voorafgaat aan de rechterlijke
beslissingen (vertaling van de processtukken in de werktaal van het Hof — het Frans — en vertaling van het
arrest of de beschikking in de procestaal) als in de fase na deze beslissingen (om ervoor te zorgen dat de
rechtspraak van het Hof beschikbaar wordt gesteld in alle talen van de Unie, zodat alle lidstaten op gelijke wijze
toegang kunnen krijgen tot het Europees recht).
Wat de behandeling van de zaken betreft, hangt de productiviteit van de rechterlijke instanties aldus in grote mate
af van het vermogen van de vertaaldiensten om zowel in termen van volume als van termijnen bottlenecks te
vermijden bij de vertaling van de stukken die nodig zijn voor het onderzoek van de zaken en bij de vertaling van
de rechterlijke beslissingen vóór de uitspraak ervan. Zoals in hoofdstuk I is toegelicht, is daarom alles in het werk
gesteld om de productiviteit van de vertaaldiensten te maximaliseren in deze tijden van zeer hoge werklast.
De groei van de rechtsprekende activiteit is evenwel zodanig groot dat bepaalde taaleenheden, te weten de een­
heden die vertalen in de talen die het vaakst procestaal zijn (Engels, Duits, Italiaans, Spaans en ook, met betrekking
tot de prejudiciële zaken, Nederlands), ondanks al deze inspanningen hun grenzen hebben bereikt; bovendien mag
de vertaling van arresten/beschikkingen in de procestaal niet worden uitbesteed vóór de datum van uitspraak, dit
om redenen van vertrouwelijkheid. Die situatie is des te problematischer daar het nu juist die eenheden zijn die het
meest bijdragen aan de besparingen op vertaalgebied, zowel door omissies aan te brengen in en samenvattingen te
maken van prejudiciële verzoeken als door middel van de fundamentele rol die zij spelen als „spiltaal”, welke rol
bij het beheer van de meertaligheid van essentieel belang is (24 officiële talen leiden tot 552 mogelijke talen­
combinaties).
Daarom worden vijf ambten van jurist-vertaler (rang AD 7) aangevraagd om deze taaleenheden waarvan de taal
vaak procestaal is, te versterken en aldus zo veel mogelijk te voorkomen dat bij de behandeling van de zaken
bottlenecks ontstaan.
Ten slotte zal het Pools, naar aanleiding van de instelling van drie extra ambten van advocaten-generaal, waarvan
er één permanent zal worden ingevuld door een Poolse advocaat-generaal, een nieuwe spiltaal worden, waardoor
het mogelijk zal worden de meertaligheid binnen het Hof beter te beheren en de druk op de andere taaleenheden te
verlichten. Bijgevolg wordt één ambt van jurist-vertaler (rang AD 7) aangevraagd om de Poolse vertaaleenheid te
versterken.
In dit verband moet worden benadrukt dat het directoraat-generaal Vertaling, naast die zeer gerichte verzoeken om
versterking, ten volle bijdraagt aan de inspanningen om het aantal aangevraagde ambten van al de diensten te
verminderen, met name dankzij de in hoofdstuk I reeds beschreven productiviteitsmaatregelen. Zo heeft het voor de
begrotingsjaren 2013 en 2014 reeds afstand gedaan van 19 ambten en is het van plan er in 2015 nog eens 10 af te
staan. Aangezien voor de verschillende ambten binnen de taaleenheden erg uiteenlopende functiebeschrijvingen
gelden, zijn herschikkingen evenwel maar in zeer beperkte mate mogelijk. Dit verklaart de onderhavige aanvragen
tot instelling van nieuwe ambten.
e) Andere diensten (3 vaste ambten: 1 AD en 2 AST)
De directie Onderzoek en Documentatie (direction de la recherche et documentation (hierna „DRD”)) is erg
nauw betrokken bij de behandeling van de zaken en ondervindt dus rechtstreeks de gevolgen van het toenemend
aantal zaken.
Teneinde de kabinetten van het Hof, waar de werkdruk zeer hoog is, nog beter te kunnen bijstaan, heeft deze
directie er onlangs de taak bijgekregen de hogere voorzieningen aan een voorafgaand onderzoek te onderwerpen en
aldus onder meer het onderzoek naar de ontvankelijkheid ervan te vergemakkelijken en te versnellen.
IV/13
NL
IV/14
Ontwerp van algemene begroting 2015
24.6.2014
Daarnaast heeft deze dienst tot taak om de rechtspraak te volgen en de diverse rechtsdomeinen te analyseren voor
elk van de lidstaten van de Unie. Daartoe moet hij voor elke lidstaat over een gespecialiseerde jurist beschikken,
zodat alle Europese rechtsstelsels gedekt zijn. Aangezien hiervoor echter niet voldoende vaste ambten beschikbaar
zijn, moeten die functies worden vervuld door gedetacheerde nationale deskundigen, hetgeen — gelet op het feit
dat zij bij toerbeurt worden ingevuld —onvermijdelijk voor discontinuïteit zorgt.
Daarom verzoekt de directie om een nieuw ambt (AD 5), waarmee zowel kan worden bijgedragen aan het eerste
onderzoek van de hogere voorzieningen als op permanente wijze het rechtsstelsel van een lidstaat kan worden
gedekt.
Naast de taken betreffende het eerste onderzoek van de hogere voorzieningen, waarbij ook AST-personeel be­
trokken is, wordt op de door AST’s vervulde taken steeds vaker een beroep gedaan in het kader van de nood­
zakelijke verbetering van de producten en diensten die de DRD aanbiedt, met name voor de bijstand of de
opleiding van nieuwe gebruikers (onder meer het kabinetspersoneel) van de door deze directie beheerde data­
banken. In dit kader verzoekt de directie om de instelling van één nieuw ambt AST 3.
De directie Protocol en Voorlichting (direction du protocole et de l’information (hierna „DPI”)) vervult met zijn
eenheid „Bezoeken” een belangrijke taak in het kader van de bevordering van de relaties tussen de leden van de
instelling en de nationale magistraten. In het bijzonder zijn de „seminaries” erg belangrijk voor de voortgezette
opleiding van de nationale magistraten en zorgen zij bij deze magistraten voor een beter begrip van de werkings­
regels van de rechterlijke instanties van de Unie. Aangezien er steeds meer van dit soort seminaries worden
georganiseerd en het bekwaamheidsniveau dat vereist is om de kwaliteit ervan te verzekeren steeds stijgt, wenst
de DPI zijn eenheid „Bezoeken” te versterken door middel van de instelling van een vast ambt AST 3.
De budgettaire weerslag van die ambtaanvragen gedurende een periode van 6 maanden in 2015 bedraagt
637 000 EUR.
2.2.
Voortzetting van de inkrimping van het personeelsbestand van de instelling
Zoals in hoofdstuk I reeds in herinnering is gebracht, heeft het Hof steeds zijn inspanning ter vermindering van het
personeelsbestand, waaraan alle instellingen moeten bijdragen in de periode 2013-2017, willen voortzetten, ook al is
dit niet eenvoudig in tijden van zeer sterke ontwikkeling van de rechtsprekende activiteit.
De door te voeren inkrimping van het personeelsbestand is evenwel onvermijdelijk zeer selectief, aangezien zij het
personeel van de rechterlijke instanties (kabinetten) moet ontzien.
Bijgevolg hebben alle andere diensten, en in het bijzonder de talendiensten en de horizontale ondersteunende diensten,
een „screening” van hun activiteiten uitgevoerd. In dat kader hebben zij met name bijzondere aandacht geschonken
aan de transversale processen en de modernisering van de informaticatoepassingen waarmee het best synergieën van
voldoende omvang kunnen worden gerealiseerd.
In dat kader zal het Hof — nadat het de voorbije twee jaar reeds afstand heeft gedaan van 40 (20 in 2013 en 20 in
2014) van de 97 ambten die het in de periode 2013-2017 beoogt te schrappen — 19 ambten schrappen in 2015, te
weten:
— 12 ambten (7 AD 5 en 5 AD 7) bij de talendiensten, en
— 7 ambten (AST 1) bij bepaalde horizontale diensten, waarvan 5 ambten bij het directoraat-generaal Infra­
structuur en 2 ambten bij het directoraat-generaal Personeel en Financiën.
Die vermindering van het aantal personeelsleden leidt tot een budgettaire besparing van 1 214 000 EUR.
24.6.2014
2.3.
NL
Ontwerp van algemene begroting 2015
Omzetting van ambten
2.3.1. Herwaardering van ambten in het kader van het bevorderingsbeleid
Deze verzoeken betreffen de omzetting van ambten van de personeelsformatie die noodzakelijk is om ervoor te zorgen
dat er overeenkomstig artikel 6, lid 2, van het nieuwe Ambtenarenstatuut vacante ambten beschikbaar zijn per 1 januari
2015 (1).
Het nieuwe Statuut garandeert namelijk dat er per 1 januari van het begrotingsjaar in elke rang voldoende vacante
ambten zijn om de ambtenaren volgens de voor elke rang in het Statuut vastgestelde percentages te bevorderen. Het
aantal krachtens artikel 6, lid 2, van het Statuut aangevraagde herwaarderingen van ambten is berekend op basis van
het aantal ambtenaren in actieve dienst op 1 januari 2014, waarop een vaste vermenigvuldigingsfactor is toegepast (zie
lijst B van bijlage I bij het Statuut, en artikel 9 van bijlage XIII bij het nieuwe Statuut).
Bovendien is bij de hiernavolgende verzoeken om herwaarderingen ten volle rekening gehouden met de sinds de
inwerkingtreding van het nieuwe Ambtenarenstatuut geldende statutaire bepalingen die leiden tot een vertraging van
bepaalde carrières.
In deze context moeten de volgende herwaarderingen worden verricht.
28 AD 9 naar AD 10, 53 AD 8 naar AD 9, 32 AD 7 naar AD 8, 8 AD 6 naar AD 7, 2 AST 8 naar AST 9, 18 AST 7
naar AST 8, 10 AST 6 naar AST 7, 18 AST 4 naar AST 5, 29 AST 3 naar AST 4.
Er zij aan herinnerd dat de voormelde statutaire bepalingen een niveau van beschikbaarheid van de ambten waarbor­
gen, maar geenszins voorschrijven dat de overeenkomstige bevorderingen moeten worden verricht. Bevordering kan
immers enkel worden toegekend aan voldoende verdienstelijke ambtenaren.
Deze herwaarderingen kosten in totaal 803 000 EUR.
2.3.2. Wijziging van het aantal ambten van de virtuele reserve
Het aantal AD-ambten van de virtuele reserve moet worden verhoogd (met 2 AD 10 en 6 AD 7), om de ambtenaren,
in het bijzonder de juristen-vertalers, te vervangen die bij de leden van het Hof van Justitie, het Gerecht en het
Gerecht voor ambtenarenzaken zijn gedetacheerd. Deze maatregel heeft geen budgettaire gevolgen.
2.3.3. Herwaardering van ambten binnen de diensten
Zoals in punt 2.2 van hoofdstuk I reeds is vermeld, blijft het Hof zijn herschikkingsbeleid resoluut voortzetten,
aangezien het vaststelt dat bepaalde taken of bepaalde functies steeds ingewikkelder worden en door hoger geschoolde
werknemers dienen te worden vervuld. Dat beleid is des te noodzakelijker in tijden van besparingen, aangezien dit
soort werknemers nu juist het best kan bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe methoden of geavanceerdere
informaticatoepassingen, die garant staan voor toekomstige productiviteitswinsten. Dit beleid, dat tot dusver veel
steun heeft gekregen van de begrotingsautoriteit, gaat hand in hand met bepaalde gerichte herwaarderingen (16
herwaarderingen), die overigens weinig kosten op begrotingsvlak.
Dankzij die herwaarderingen kan ook sneller nieuw personeel worden aangeworven, doordat optimaal kan worden
gebruikgemaakt van de lijsten van de vergelijkende onderzoeken van EPSO die voor hogere niveaus (AST 3 of AD 7)
worden georganiseerd, precies om rekening te houden met de evolutie van functies en vereisten.
Tot slot maken zij het in bepaalde gevallen ook eenvoudiger om gebruik te maken van de lijsten van ambtenaren die
met succes de in het kader van de certificeringsprocedure van artikel 45 bis van het Ambtenarenstatuut georganiseerde
opleidingen hebben gevolgd.
(1) Artikel 6, lid 2, van het Ambtenarenstatuut, dat van toepassing is sedert 1 januari 2014, luidt als volgt: „Onverminderd het
beginsel van bevordering op grond van verdienste zoals neergelegd in artikel 45, garandeert die lijst van het aantal ambten dat
voor elke instelling het aantal vacatures in elke rang van de lijst van het aantal ambten op 1 januari van elk jaar gelijk is aan het
aantal ambtenaren in actieve dienst die zich op 1 januari van het jaar daarvoor in de lagere rang bevonden, vermenigvuldigd met
de in bijlage I, afdeling B, voor die rang vastgestelde percentages. Deze percentages worden toegepast op basis van een
gemiddelde over een periode van vijf jaar, met ingang van 1 januari 2014.”.
IV/15
NL
IV/16
Ontwerp van algemene begroting 2015
24.6.2014
De gevraagde herwaarderingen betreffen de volgende diensten:
— directie Protocol en Voorlichting: door 1 ambt AST 3 naar een ambt AD 5 te herwaarderen binnen de eenheid
„Pers en voorlichting” kan een specialist op het domein van de multimediatechnieken (webmaster) worden aange­
worven — een profiel waar thans veel vraag naar is op de arbeidsmarkt. Die technieken zijn van essentieel belang
om het interne en externe communicatiebeleid van de instelling te optimaliseren, dat met name via de Curia-site of
de nieuwe sociale netwerken verloopt;
— directoraat-generaal Vertaling: de herwaardering van 1 ambt AST 3 naar een ambt AD 5 binnen de eenheid
„Projecten en coördinatie inzake terminologie”, die van essentieel belang is voor de verhoging van de producti­
viteitswinsten van de taalafdelingen, strekt ertoe een administrateur met een juridische en taalopleiding aan te
werven, zodat meer bijstand zal kunnen worden verleend aan de Engelse vertaalafdeling. Het Engels is immers een
van de talen die het vaakst procestaal zijn;
— directie Onderzoek en Documentatie: door 4 ambten AD 5 naar ambten AD 7 te herwaarderen wordt het mogelijk
om hooggekwalificeerde juristen aan te werven, zodra EPSO een nieuw vergelijkend onderzoek voor die rang
organiseert. Zulke profielen zijn voor de directie immers onontbeerlijk om te voldoen aan de steeds hogere
kwaliteitseisen die aan de immer complexere juridische analyses worden gesteld, alsook door het belang van
de lopende informaticaprojecten, waarvoor zowel juridische kennis als kennis van juridische informatica nood­
zakelijk is;
— directie Informatietechnologie: door 2 ambten AST 3 naar ambten AD 7 en 2 ambten AD 5 naar ambten AD 7 te
herwaarderen, kunnen uitstekende ingenieurs met een grondige kennis van de nieuwste informaticatechnologieën
worden aangeworven, hetgeen onontbeerlijk is om de specifieke toepassingen die het Hof nodig heeft te kunnen
ontwikkelen, en kunnen ervaren projectleiders worden aangetrokken voor de ontwikkelingsactiviteiten. Die her­
waarderingen stroken overigens met het beleid dat EPSO bij zijn vergelijkende onderzoeken op het gebied van de
informatica voert (niveau AD 7);
— directie Gebouwen: de herwaardering van 3 ambten AST 3 naar ambten AD 5 is noodzakelijk om de structuur en
de competenties van deze directie te versterken. De oppervlakte die zij beheert is door de ingebruikneming van de
gerenoveerde bijgebouwen immers toegenomen van 175 000 m2 tot 220 000 m2 (en de dienst „Facility Manage­
ment” heeft tot taak de zeer omvangrijke exploitatie- en onderhoudsovereenkomsten op te stellen en te beheren, de
desbetreffende aanbestedingsdossiers op te maken en de selectieprocedure te voeren, …). Nu de begrotingsauto­
riteit het project inzake de vijfde uitbreiding heeft goedgekeurd, moet de directie bovendien in staat zijn om in
nauwe samenwerking met de Luxemburgse autoriteiten toezicht te houden op dit omvangrijke bouwproject (met
een oppervlakte van ongeveer 55 000 m2), dat vermoedelijk in 2019 zal zijn voltooid;
— directie Logistiek: de herwaardering van 2 ambten AST 3 naar ambten AD 5 betreft de eenheid „Aankoop en
inventaris” (die haar aankoopbeheer, met name wat meubilair betreft, steeds meer dient te professionaliseren) en de
eenheid „Publicatie en productie van documenten” (die het hoofd moet bieden aan het feit dat de taken in verband
met de elektronische Jurisprudentie steeds complexer worden);
— eenheid Bezoldigingen en Dienstreizen: de herwaardering van 1 ambt AST 3 naar een ambt AD 5 strekt ertoe het
hoofd te bieden aan de grote ontwikkeling van de competenties die het gevolg is van de ingebruikneming van het
nieuwe systeem voor het personeelsbeheer (Sysper 2), alsook van de inwerkingtreding van het nieuwe Ambtena­
renstatuut en van de steeds belangrijker wordende taak de kredieten voor de bezoldigingen, die de zwaarste post
van de begroting van de instelling uitmaken, te ramen en de evolutie ervan te volgen.
Al deze omzettingen samen kosten 314 000 EUR.
3.
Ontwikkeling En Analyse Van De Kredietvariaties Voor De Lopende Huishoudelijke Uitgaven 2015
(Behalve Grote Structurele Wijzigingen)
3.1.
Belangrijke vaststellingen en overzichtstabel van de kredietvariaties
Voor een optimale informatieverstrekking strekt het tot aanbeveling om de kredietvariaties die verband houden met het
budget voor lopende huishoudelijke uitgaven en die welke verband houden met de komst van twee nieuwe advocatengeneraal vanaf 7 oktober 2015, afzonderlijk te analyseren.
NL
24.6.2014
Ontwerp van algemene begroting 2015
IV/17
Door de gegevens op die manier voor te stellen, kan immers zeer duidelijk worden geanalyseerd hoe de structureel
onveranderd gebleven kredieten zijn gewijzigd tussen 2014 en 2015, en kan voorts precies worden gemeten welke
budgettaire gevolgen de verhoging van het aantal advocaten-generaal heeft.
In het algemeen is de structuur van de uitgaven van het Hof nauwelijks veranderd ten opzichte van de vorige
begrotingsjaren: de uitgaven van titel 1 „Aan de instelling verbonden personen”, vertegenwoordigen iets meer dan drie
vierde van de kredieten (268,4 miljoen EUR), terwijl de uitgaven van titel 2 „Gebouwen, meubilair, materieel en
diverse huishoudelijke uitgaven”, iets minder dan een vierde vertegenwoordigen (85,3 miljoen EUR).
In dit verband zij eraan herinnerd dat de inkomsten in totaal worden geraamd op 45 073 000 EUR, tegenover
45 957 000 EUR (1) in 2014, dus een daling met 1,92 %, die te verklaren is doordat het werknemersaandeel in de
pensioenbijdrage is verminderd.
In de onderstaande tabel wordt per titel en per hoofdstuk toegelicht hoe de lopende huishoudelijke uitgaven zijn
geëvolueerd.
(in EUR)
Begroting 2014 (*)
Begroting 2015
Variatie totale kredieten
Lopende uitgaven
Lopende uitgaven
Δ in EUR
Δ in %
1 0 — Leden van de instelling (*)
27 049 500
28 287 500
1 238 000
4,58
1 2 — Ambtenaren en tijdelijke functionarissen
212 686 000
216 615 500
3 929 500
1,85
1 4-1 6 — Overige personeelsuitgaven
22 424 500
23 520 000
1 095 500
4,89
262 160 000
268 423 000
6 263 000
2,39
2 0 — Gebouwen en daarmee samenhangende kosten
62 655 000
61 836 500
– 818 500
– 1,31
2 1 — Artikel 2 1 0 — Informatica
16 022 500
16 409 500
387 000
2,42
2 1-2 3-2 5-2 7 — Overige uitgaven
7 778 000
7 054 000
– 724 000
– 9,31
86 455 500
85 300 000
– 1 155 500
– 1,34
52 000
54 000
2 000
3,85
348 667 500
353 777 000
5 109 500
1,47
Begrotingstitels en -hoofdstukken
Totaal van titel 1
Totaal van titel 2
Titel 3 — Gerechtelijke kosten
Totaal van de begroting
(*) Om een transparante vergelijking mogelijk te maken, zijn de kredieten voor de pensioenen van de leden hier niet meegeteld bij de kredieten van
hoofdstuk 1 0 inzake 2014, aangezien eerstbedoelde kredieten vanaf 2015 zullen zijn ingeschreven op de begroting van de Commissie.
3.2.
Toelichting betreffende de uitgaven van titel 1
3.2.1. Leden
De wijziging in de omvang van de kredieten van hoofdstuk 1 0 (een stijging met 1 238 000 EUR (+ 4,58 %) ten
opzichte van diezelfde lopende uitgaven voor 2014) is te verklaren door wijzigingen in de lopende kredieten en door
onzekerdere wijzigingen die verband houden met veranderingen in de samenstelling van de rechterlijke instanties.
Wat de wijzigingen in de lopende kredieten betreft, moet worden vastgesteld dat deze met 193 000 EUR (of 0,71 %)
stijgen. De oorzaak daarvan kan enerzijds worden gevonden in het niveau van salarisaanpassing dat voor 2015 in
(1) Op dit bedrag is een correctie toegepast voor de inkomsten inzake de pensioenen van de leden, die in 2015 aan de Commissie
worden overgedragen.
IV/18
NL
Ontwerp van algemene begroting 2015
24.6.2014
aanmerking is genomen (+ 448 000 EUR) op basis van de voorstellen van de Commissie (zie afdeling 1.2 van dat
hoofdstuk), terwijl het salarisniveau in 2014 (en 2013) bevroren was ingevolge de overeenkomst betreffende het
nieuwe Ambtenarenstatuut. Anderzijds heeft zich een vermindering voorgedaan (– 255 000 EUR), die grotendeels te
verklaren is doordat de kredieten voor de overbruggingstoelagen waarop de voormalige leden gedurende drie jaar na
hun vertrek uit de instelling recht hebben, gedaald zijn (omdat er bij het Gerecht minder vervangingen hebben
plaatsgevonden dan bij de opmaak van de begroting 2014 was verwacht).
De onzekerdere wijzigingen houden verband met de ramingen betreffende de waarschijnlijke vervanging of het
waarschijnlijke vertrek van leden in 2015 en bedragen 1 045 000 EUR (te weten + 3,87 %). De begrotingsramingen
berusten op de hypothese dat negen leden van het Hof van Justitie zullen vertrekken (de mandaten van 18 rechters
lopen af op 6 oktober 2015) en houden, uit voorzorg, ook rekening met vier onvoorziene gevallen van vertrek (2 bij
het Hof en 2 bij het Gerecht, op basis van het gemiddelde van de voorbije jaren). In vergelijking met de kredieten die
op de begroting 2014 waren opgenomen voor dergelijke gevallen van vervanging/vertrek, stijgen de kredieten van post
1 0 0 0 „Bezoldiging en vergoedingen”, met 212 000 EUR en die van post 1 0 0 2 „Rechten in verband met de
ambtsaanvaarding, de overplaatsing en de ambtsneerlegging” met 770 000 EUR, terwijl de kredieten van artikel 1 0 2
„Overbruggingstoelagen” met 91 000 EUR dalen. Ten slotte zorgt een reeds aangekondigd vertrek (bij het Hof), dat
vóór eind 2014 effectief zal plaatsvinden, ervoor dat de kredieten van dit artikel 1 0 2 „Overbruggingstoelagen”, met
een aanvullend bedrag van 154 000 EUR moeten worden verhoogd.
Zoals in hoofdstuk I reeds is vermeld, worden de kredieten voor de pensioenen van de leden vanaf 2015 beheerd door
de Commissie, die deze pensioenen vanaf dan zal uitbetalen, zoals zij dit sinds 2014 ook al doet voor het Europees
Parlement.
3.2.2. Personeel
De kredieten van hoofdstuk 1 2 stijgen in totaal met 3,93 miljoen EUR (+ 1,85 %). De verklaring daarvoor ligt in de
volgende elementen.
Allereerst ondergaan de kredieten voor de bezoldiging van het personeel net als elk jaar onvermijdelijk een stijging die
het gevolg is van de toepassing van de statutaire bepalingen (specifieke aanpassingen in verband met de twee­
jaarlijkse automatische overgang naar een hogere salaristrap en de voor bevorderingen bestemde herwaardering van
ambten, eventuele aanpassing van het aantal personen dat gezinstoelagen ontvangt). Over het geheel genomen be­
draagt de nettostijging van de kredieten 1,5 miljoen EUR.
De kredieten ter financiering van de jaarlijkse reis naar de plaats van herkomst dalen daarentegen met ongeveer 0,8
miljoen EUR in 2015, te weten een daling met ongeveer 30 % ten opzichte van 2014. Dit komt door de nieuwe
bepalingen van het Ambtenarenstatuut op dit gebied.
Zoals in het vorige punt reeds is uiteengezet, brengen de door de Commissie voorgestelde parameters voor de
aanpassing van de salarissen in 2015 mee dat de kredieten voor dat jaar met 3,5 miljoen EUR stijgen (terwijl de
bezoldigingen in 2013 en 2014 waren bevroren).
Wat het percentage van de forfaitaire aftrek betreft, zij eraan herinnerd dat bij deze aftrek, die wordt berekend volgens
een op interinstitutioneel niveau geharmoniseerde methode, het geraamde aantal onbezette en dus niet-bezoldigde
ambten in 2015 in aanmerking wordt genomen. Het zeer lage vacaturepercentage bij het Hof (gemiddeld ongeveer 2 %
in 2013, indien geen rekening wordt gehouden met de uitbreiding tot Kroatië) rechtvaardigt ten volle dat voor 2015
hetzelfde percentage van de forfaitaire aftrek wordt gehanteerd als voor 2014 (te weten 3 %). Er zij aan herinnerd dat
wanneer een te hoog forfaitair aftrekpercentage wordt vastgesteld in vergelijking met de werkelijke bezetting van de
ambten van de personeelsformatie, een reëel risico ontstaat dat in de loop van het jaar, bij gebrek aan kredieten, de
aanwervingen in de vacant geworden ambten moeten worden onderbroken, waardoor de goede werking van de
instelling zou worden belemmerd.
Wat de kredietvariaties in verband met de wijziging van de personeelsformatie tussen 2014 en 2015 betreft, leiden de
voorstellen van het Hof (zie afdeling 2 van dit hoofdstuk) er enerzijds toe dat de kredieten met 1,2 miljoen EUR
kunnen worden verminderd door de schrapping van 19 vaste ambten en anderzijds dat de kredieten met 0,9 miljoen
EUR moeten worden verhoogd door de instelling van 12 nieuwe ambten (voor zes maanden in 2015) in verband met
de groei van de gerechtelijke activiteit en de voortzetting van het beleid ter herwaardering van ambten.
24.6.2014
NL
Ontwerp van algemene begroting 2015
3.2.3. Ander personeel en prestaties van derden
De belangrijke toename van de kredieten van hoofdstuk 1 4 met 1,4 miljoen EUR (+ 8,11 %) is hoofdzakelijk te
verklaren door de volgende factoren.
a) postonderverdeling 1 4 0 0.5 „Arbeidscontractanten”, vertoont een stijging met 642 000 EUR (+ 12,52 %).
In het algemeen worden arbeidscontractanten aangeworven om in de volgende hoofdbehoeften te voorzien:
— ambtenaren en tijdelijke functionarissen vervangen tijdens hun zwangerschaps- of ziekteverlof;
— handenarbeid of taken van administratieve ondersteuning verrichten, die voorheen werden verricht door amb­
tenaren van categorie D (bodes, magazijnbedienden, chauffeurs).
In bepaalde uitzonderlijke gevallen worden arbeidscontractanten voor hulptaken ook aangeworven om een tijdelijke
overbelasting van de diensten op te vangen.
Allereerst moet worden benadrukt dat de grote wijziging in de omvang van de kredieten in wezen voor meer dan
50 % een loutere overdracht vertegenwoordigt van de kredieten die voorheen waren ingeschreven op postonder­
verdeling 1 4 0 6.4 „Freelancecorrectoren” (ten belope van 365 000 EUR). De reden voor die overdracht ligt hierin
dat het noodzakelijk is efficiënter om te gaan met de stijgende werklast van de typografische correctie/taalcor­
rectie, die rechtstreeks verband houdt met de groei van de gerechtelijke activiteit, en tegelijk toch te vermijden dat
het aantal correctoren-ambtenaren binnen de taaleenheden stijgt. Wanneer het correctorenbestand stabieler blijft,
kunnen namelijk productiviteitswinsten worden geboekt, vanwege de ervaring die deze correctoren dan opbouwen
en de vakkennis die zij opdoen. Overigens moet in herinnering worden gebracht dat in het budget van de
arbeidscontractanten voor hulptaken op aansporing van de begrotingsautoriteit nu al ieder jaar kredieten worden
uitgetrokken voor tien assistenten die belast zijn met taalcorrectie. Naast die herschikking van de kredieten moeten
vanwege de stijgende werklast ook kredieten worden voorzien voor vier nieuwe correctoren, met name voor een
betere ondersteuning van de taaleenheden waarvan de taal vaak procestaal is. Zoals in punt 2.1, onder d), hier­
boven is uiteengezet, ligt de werkdruk bij die eenheden opmerkelijk hoger.
Teneinde te zorgen voor een succesvolle overgang van de papieren Jurisprudentie naar de elektronische Juris­
prudentie, waarvoor in 2015 nog een inhaalslag zal moeten gebeuren, hebben de Vertaaldienst en de dienst
Onderzoek en Documentatie voorts eenmalig nood aan kredieten om een arbeidscontractant voor hulptaken in
dienst te kunnen nemen gedurende respectievelijk 12 en 10 maanden.
Tevens is bij de kredietvariaties rekening gehouden met de door de Commissie aangereikte parameters voor de
aanpassing van de bezoldigingen, die voor deze post aanleiding geven tot een verhoging van de kredieten met
93 000 EUR.
Tot slot moet nog worden beklemtoond dat het aantal arbeidscontractanten maar een zeer beperkt percentage van
het personeelsbestand van de instelling uitmaakt (minder dan 8 %) en relatief gezien duidelijk lager ligt dan bij
andere instellingen.
b) post 1 4 0 6 „Externe dienstverlening op taalkundig gebied” (freelancetolken en -vertalers), vertegenwoordigt
62,4 % van het budget van hoofdstuk 1 4 (11,45 miljoen EUR op 18,35 miljoen EUR) en vertoont een stijging met
721 500 EUR (+ 6,73 %).
De kredieten die nodig zijn voor freelancetolken worden geraamd op 2,16 miljoen EUR, en dalen dus sterk ten
opzichte van 2014 (– 25 %). De directie Vertolking voert niet enkel een beleid om de bezettingsgraad van de vaste
tolkenambten zo hoog mogelijk te houden en aldus het beroep op conferentietolken (AIC’s) zo veel mogelijk te
beperken, maar zij rekent er ook op dat zij de vruchten kan blijven plukken van de maatregelen die de rechterlijke
instanties hebben genomen om het aantal terechtzittingen en de organisatie van samenvallende terechtzittingen zo
veel mogelijk te verminderen. Op basis van de gegevens betreffende de activiteiten in 2013, wordt verwacht dat er
slechts 2 000 prestaties aan AIC’s zullen worden uitbesteed in 2015 (tegenover 2 468 in 2014, dus – 19 %).
Daarenboven wordt op basis van de gegevens van de Gemeenschappelijke Tolkendienst van de Commissie (SCIC)
verwacht dat de gemiddelde kostprijs per dag van een AIC in 2015 licht zal dalen (van 1 100 EUR in 2014 naar
1 080 EUR).
IV/19
IV/20
NL
Ontwerp van algemene begroting 2015
24.6.2014
De kredieten voor freelancevertaling worden geraamd op 9 miljoen EUR en stijgen dus fors ten opzichte van 2014
(+ 1,7 miljoen EUR, te weten + 23,29 %).
Net zoals voor de tolkenprestaties, maakt het beleid om bij voorrang interne middelen te gebruiken het mogelijk
het beroep op freelancevertalers — dat nochtans een onmisbare aanpassingsvariabele is om het hoofd te bieden aan
de schommelingen in het aantal te vertalen bladzijden, dat afhangt van de rechtsprekende activiteit — zo veel
mogelijk te beperken. Dat is overigens zeer duidelijk gebleken in 2013, toen dankzij de belangrijke maatregelen die
de rechterlijke instanties hebben genomen om de vertaalaanvragen af te remmen en dankzij de productiviteitswinst
bij de vertaaldiensten (zie punt 1.2 van hoofdstuk I) ongeveer 2,2 miljoen EUR minder is uitgegeven dan oor­
spronkelijk was begroot.
Nadat het aantal te vertalen bladzijden in 2012 was afgenomen (– 8,8 % ten opzichte van 2011) is dat aantal in
2013 echter opnieuw beginnen stijgen (924 829 te vertalen bladzijden, te weten + 3,7 % ten opzichte van 2012).
Die tendens zal zich waarschijnlijk doorzetten, aangezien de gerechtelijke activiteit blijft toenemen (+ 11 % bij het
Hof en + 28 % bij het Gerecht).
De toename van de behoefte aan freelancevertalingen die voor 2015 wordt verwacht, is onder meer te verklaren
door de volgende factoren:
— de toegenomen productiviteit van de rechterlijke instanties en de versnelling van de procedures (dankzij de
toepassing e-Curia, waarmee stukken sneller kunnen worden uitgewisseld), met name door de instelling van
nieuwe kamers bij het Hof en het Gerecht en door de komst van negen nieuwe referendarissen bij het Gerecht;
— de inkrimping van het personeelsbestand, die de Vertaaldienst relatief sterk treft (schrapping van ongeveer 30
ambten tussen 2013 en 2015, waaronder 12 ambten van jurist-vertaler);
— en het feit dat de Kroatische taaleenheid hetzelfde uitbestedingsritme zal bereiken als de andere taaleenheden.
Op basis van die veronderstellingen schat het directoraat-generaal Vertaling dat er in 2015 ongeveer 265 000
bladzijden zullen worden uitbesteed (tegenover 203 000 in 2014), wat overeenkomt met een budget van 9 miljoen
EUR indien wordt uitgegaan van dezelfde prijs per bladzijde als in 2014 (34 EUR).
Voorts heeft een gedeelte van de kredieten van deze begrotingspost (197 000 EUR, tegenover 150 500 EUR in
2014) betrekking op het aandeel van het Hof in de financiering van de activiteiten van interinstitutionele samen­
werking, waarvan moet worden beklemtoond dat zij van groot belang zijn voor de verhoging van de productiviteit
(ontwikkeling/verbetering van vertaalhulpmiddelen, gemeenschappelijke terminologische database, …). De sterke
verhoging van deze kredieten is te verklaren door de deelname van het Hof van Justitie aan het nieuwe project
„Machine Translation”, dat thans in de ontwikkelingsfase zit en waarvan wordt verhoopt dat het in de toekomst
voor nieuwe productiviteitswinst zal zorgen.
Tot slot dalen de kredieten voor freelance typografische correctie zeer sterk (met 307 500 EUR ten opzichte van
2014, te weten – 80,92 %). Die variatie is voornamelijk te verklaren door enerzijds de hierboven reeds aangehaalde
interne overdracht van kredieten (365 000 EUR) naar post 1 4 0 0.5, en anderzijds de vraag van de directie
Onderzoek en Documentatie om specifieke correctietaken voor bepaalde talen uit te besteden (11 500 bladzijden
tegen een gemiddelde prijs van 5 EUR per bladzijde) in het kader van de operatie waarbij in de juridische
databanken van die directie de samenvattingen van de rechtspraak sinds 1954 in alle taalversies worden opge­
nomen.
3.2.4. Andere personeelsgerelateerde uitgaven
De totale omvang van de kredieten van hoofdstuk 1 6 neemt af met 281 500 EUR (zijnde – 5,17 % in vergelijking met
diezelfde lopende uitgaven voor 2014).
NL
24.6.2014
Ontwerp van algemene begroting 2015
Aan de basis van die kredietvermindering ligt niet alleen de wil om bepaalde uitgaven op hun niveau van 2014 te
bevriezen (met name de uitgaven voor bijscholing en sociale contacten tussen de personeelsleden), maar ook en
hoofdzakelijk (282 000 EUR) de schommeling van de kredieten van post 1 6 5 4 „Kinderdagverblijf”, waarvan de
uitgaven volledig op interinstitutioneel vlak worden beheerd. De raming van deze kredieten berust dus op de door de
instellingen meegedeelde verwachtingen, met name een daling van de uitgaven voor de door het Parlement beheerde
crèches.
3.3.
Toelichting betreffende de uitgaven van titel 2
De uitgaven van titel 2 dalen in totaal met 1 155 500 EUR, te weten een daling met 1,34 % ten opzichte van 2014.
Aangezien voor bepaalde uitgaven van die titel een indexering geldt die soms groter is dan de inflatie, is dus wel
degelijk sprake van een zeer aanzienlijke daling van de huishoudelijke uitgaven inzake infrastructuur, die het
gevolg is van de strikte „zero-based budgeting”-benadering die het Hof blijft volgen en van de in punt 1.2.1
hierboven beschreven productiviteitswinsten. Dit gaat hoe dan ook heel wat verder dan de door de Commissie
vooropgestelde doelstelling om „de uitgaven, met uitzondering van de bezoldigingen, te bevriezen op hun niveau van
2014”.
De voornaamste wijzigingen worden hierna per hoofdstuk geanalyseerd.
3.3.1. Gebouwen en daarmee samenhangende kosten (hoofdstuk 2 0)
Deze kredieten vertonen een duidelijke daling met 818 500 EUR (te weten – 1,31 %) vanwege de voorzienbare
evolutie in de samenstelling en structuur van de gebouwen van het Hof in de loop van 2015, die de tegengestelde
kredietbewegingen op de volgende begrotingsposten verklaart:
— begrotingspost 2 0 0 0 „Huur”, vertoont een daling met 243 500 EUR (– 2,55 %).
Het feit dat het gebouw Geos begin 2014 definitief kon worden verlaten naar aanleiding van de ingebruikneming van
de gerenoveerde bijgebouwen leidt ertoe dat 822 000 EUR minder hoeft te worden aangevraagd dan voor 2014.
In 2015 en de daaropvolgende jaren hoeft dus nog enkel gebouw T (waarvan de huurprijs erg gunstig is in ver­
gelijking met de gangbare prijzen op het plateau van Kirchberg) te worden gehuurd om er een gedeelte van het
personeel van de instelling in onder te brengen. In 2013 is de huurovereenkomst met betrekking tot dat gebouw
bovendien gewijzigd, in die zin dat het Hof voortaan ook de door de Rekenkamer en het Vertaalbureau ontruimde
oppervlakten mag gebruiken. Bij de verwachte huurprijsverhoging (+ 269 000 EUR) voor dit gebouw en het daarbij
horend parkeerterrein is rekening gehouden met de toepassing van de contractuele indexeringsmechanismen.
Ter informatie zij nog opgemerkt dat het pas bij de voltooiing van het project inzake de vijfde uitbreiding van de
gebouwen van het Hof (in 2019) mogelijk zal zijn om alle personeelsleden op één site bijeen te brengen en het
gebouw T te verlaten.
In het kader van het programma ter beveiliging van de IT-infrastructuur zal het Hof zijn IT-noodcentrum in handen
geven van een professionele host, zoals verschillende instellingen reeds hebben gedaan om ervoor te zorgen dat de
noodzakelijke veiligheid van die essentiële infrastructuur optimaal is gegarandeerd. De jaarlijkse huurprijs voor deze
apparatuur wordt geraamd op 171 000 EUR. In het eerste jaar dient daarbovenop nog 155 000 EUR te worden betaald
voor specifieke aanpassingen.
— post 2 0 0 1 „Huurkoop”, vertoont een stijging met 854 000 EUR (te weten + 2,6 %), die voornamelijk verband
houdt met de stijging van de huurkoopvergoeding voor de bijgebouwen, waarvan de renovatie reeds in het tweede
semester van 2013 werd voltooid.
In het algemeen stelt deze begrotingspost het Hof van Justitie in staat om te voldoen aan de verplichtingen die het
in het kader van twee huurkoopovereenkomsten is aangegaan.
De eerste overeenkomst, die op 15 november 1994 met de Luxemburgse autoriteiten is gesloten, betreft de
huurkoop van de bijgebouwen bij het Paleis (gebouwen Erasmus, Thomas More en „C”, die een historische
waarde hebben van 147,5 miljoen EUR, waarvan eind 2013 nog minder dan 2 miljoen EUR verschuldigd was, op
basis van de vaststellingen van de onafhankelijke deskundige KPMG). Daarbij komen vanaf nu ook de kosten
IV/21
IV/22
NL
Ontwerp van algemene begroting 2015
24.6.2014
voor de volledige renovatie van die gebouwen, die in juni 2013 is voltooid. Deze kosten zijn op het actief van de
balans van het Hof ingeschreven voor een totaalbedrag van 80,4 miljoen EUR (exclusief de financiële lasten van
de voorfinanciering). Gelet op de voorafbetalingen voor deze werkzaamheden waarmee de begrotingsautoriteit
reeds heeft ingestemd (20,6 miljoen EUR) en de voor eind 2014 voorziene schijf voor de consolidatie (16 miljoen
EUR, op basis van de werkzaamheden die in 2014 nog dienen te worden betaald) wordt de huurkoopvergoeding
voor 2015 derhalve geraamd op bijna 6 miljoen EUR (verhuurderskosten inbegrepen), overeenkomstig het contract
met de Luxemburgse autoriteiten waarin is bepaald dat de terugbetaling zal worden gespreid over een periode die
eindigt in 2026 (zoals voor het gebouwencomplex van het nieuwe Paleis).
De tweede overeenkomst, die op 13 juni 2007 — eveneens met de Luxemburgse autoriteiten — is gesloten op
basis van een in 2001 ondertekende kaderovereenkomst, betreft de huurkoop van het gerenoveerde oude Paleis en
de uitbreiding ervan (ring rond dit Paleis, twee hoge torens en een galerij die deze verschillende gebouwen met
elkaar verbindt).
Voor de berekening van deze huurkoopvergoeding is rekening gehouden met de bouwkosten, die op 31 december
2013 op het actief van de balans van de instelling waren ingeschreven voor een bedrag van 352,8 miljoen EUR
(exclusief de financiële lasten van de voorfinanciering). Volgens de informatie die bij de voorbereiding van de
onderhavige begrotingsramingen beschikbaar was, zal de voor 2015 noodzakelijke huurkoopvergoeding 27,6
miljoen EUR bedragen (verhuurderskosten inbegrepen), tegenover 27,9 miljoen EUR in 2014, gelet op de voor­
uitbetalingen die de begrotingsautoriteit tot op heden heeft toegestaan (57,3 miljoen EUR).
Het is immers nuttig te beklemtonen dat dit begrotingsonderdeel meer dan 40 miljoen EUR, dus 20 % méér, zou
hebben bedragen zonder al de vooruitbetalingen die de begrotingsautoriteit voor deze projecten heeft toegestaan.
— post 2 0 0 7 „Inrichting van dienstruimten”, waarvan de kredieten worden geraamd op 775 000 EUR, vertoont een
sterke daling met 575 000 EUR (zijnde – 42,59 %).
Nadat onder meer door de ingebruikneming van nieuwe gebouwen jarenlang zwaarder is geïnvesteerd, zullen de te
financieren werkzaamheden in 2015 minder groot zijn. Naast de recurrente werkzaamheden in verband met
scheidingswanden en de andere werkzaamheden die noodzakelijk zijn om de goede werking van een groot vast­
goedcomplex (220 000 m2) te verzekeren, moeten bepaalde werkzaamheden worden uitgevoerd om het energie­
verbruik van de airconditioning in de twee torens te optimaliseren.
— post 2 0 0 8 „Studies en technische bijstand bij bouwprojecten”, waarvan de kredieten worden geraamd op
1 121 000 EUR, vertoont een stijging met 145 000 EUR (+ 14,86 %).
Hoewel niet langer een beroep hoeft te worden gedaan op de gespecialiseerde technische bijstand die nodig was
bij de renovatie van de bijgebouwen (en er hierdoor 95 000 EUR wordt bespaard), vertonen de kredieten van deze
post een stijging. Die is te verklaren doordat op 1 januari 2015 een nieuwe interinstitutionele kaderovereenkomst
op het gebied van technische, architecturale en financiële bijstand en advies in werking zal treden, waarvan zal
worden gebruikgemaakt om onder meer audits over de schoonmaakdiensten en het onderhoud van de technische
installaties, alsook milieuaudits en diverse andere studies te laten uitvoeren. Gelet op de nieuwe omvang van zijn
gebouwencomplex heeft het Hof aangegeven dat zijn bijdrage aan deze overeenkomst 1,8 miljoen EUR bedraagt
over 4 jaar en 450 000 EUR voor het jaar 2015.
Daarnaast zullen de architecturale en technische studies voor het project inzake de vijfde uitbreiding (dat in 2011
is goedgekeurd door de begrotingsautoriteit) worden voortgezet. De kosten daarvoor worden voor 2015 geraamd
op 562 000 EUR (een stijging met 40 000 EUR ten opzichte van 2014, die te wijten is aan de eerste indexering
van de overeenkomst). Dit project moet de mogelijkheid scheppen om tegen 2019 alle personeelsleden op dezelfde
site samen te brengen en om het laatste nog gehuurde gebouw (gebouw T) te verlaten.
Tot slot dient te worden gewezen op bepaalde nieuwe uitgaven. Allereerst is, teneinde ervoor te zorgen dat de
toepasselijke wettelijke regeling inzake openbare gebouwen wordt nageleefd, overeengekomen om deel te nemen
aan een interinstitutionele opdracht betreffende de naleving van de technische en milieureglementering (een nood­
zakelijke voorwaarde voor de EMAS-registratie). Het aandeel van het Hof daarin wordt geraamd op 20 000 EUR
per jaar. Ook is het Hof voornemens om een overeenkomst voor bijstand inzake het „beheer van waarborgen en
verborgen gebreken” te sluiten in verband met de recente werkzaamheden bij het Hof (de kostprijs daarvoor wordt
begroot op 50 000 EUR voor 2015).
24.6.2014
NL
Ontwerp van algemene begroting 2015
— artikel 2 0 2 „Uitgaven in verband met de gebouwen”, dat hoofdzakelijk de uitgaven voor schoonmaak/onderhoud
(post 2 0 2 2), energie (post 2 0 2 4) en veiligheid/toezicht (post 2 0 2 6) dekt, kent een daling met in totaal
999 000 EUR (zijnde – 5,55 %).
Bij de berekening van de uitgaven voor onderhoud/schoonmaak, die licht stijgen met 31 500 EUR (+ 0,4 %), is in
aanmerking genomen dat de oppervlakte van de gebouwen is gewijzigd, dat er in het kader van de voornaamste
onderhoudsovereenkomst een groter aantal en een ander soort installaties moet worden onderhouden (nieuwe,
complexere technische installaties in de bijgebouwen), en dat in het kader van de nieuwe schoonmaakovereen­
komst normaal gezien vanaf juni 2014 gunstigere voorwaarden zullen gelden. Bij de bepaling van het totaalbedrag
van de aangevraagde kredieten voor dit begrotingsonderdeel is ook rekening gehouden met de indexeringsvoor­
schriften.
De uitgaven voor energie dalen dan weer sterk, met 1 041 500 EUR (– 27,03 %). De oorzaak daarvan ligt in
wezen in het feit dat de tarieven van een nieuwe interinstitutionele overeenkomst die op 1 januari 2014 in werking
is getreden, veel gunstiger zijn dan die van de vorige overeenkomst (ongeveer 30 % gunstiger). Bij de kredietra­
mingen is ook rekening gehouden met het verwachte elektriciteitsverbruik van het toekomstige IT-noodcentrum
(21 000 EUR) en met de nieuwe interinstitutionele overeenkomst voor de levering van gas aan gebouw T (die
zorgt voor een stijging met 40 000 EUR tegenover 2014).
In dit kader verdienen twee belangrijke milieumaatregelen nog steeds te worden benadrukt, aangezien zij in
aanzienlijke mate bijdragen tot de vermindering van het energieverbruik. Het gaat in de eerste plaats om de zeer
grote fotovoltaïsche installaties (met een oppervlakte van 2 750 m2) op het dak van het nieuwe Paleis, die een
niet-onaanzienlijke besparing mogelijk maken omdat de aldus geproduceerde energie aan de netoperator kan
worden verkocht (geraamd op ongeveer 120 000 EUR in 2015). In de tweede plaats worden de verwarmingskosten
ook aanzienlijk beperkt doordat de instelling is aangesloten op de warmtekrachtkoppelingsinstallatie van de
wijk Kirchberg. Er zij aan herinnerd dat de nieuwe gebouwen van het Hof bij de eerste waren om te worden
aangesloten op dit stadsverwarmingsnet, dat zelf wordt gevoed door een installatie die met behulp van een
gasmotor elektriciteit produceert. De geproduceerde elektriciteit wordt toegevoegd aan het algemene net, terwijl
de bij dit productieproces vrijgekomen warmte in de vorm van warm water wordt verdeeld onder de aangesloten
klanten, die beschikken over warmtewisselaars waarmee zij het water van hun particuliere verwarmingscircuit
kunnen verwarmen. Dankzij warmtekrachtkoppelingsinstallaties kunnen het primaire energieverbruik en de NOxuitstoot met ongeveer 30 % worden verlaagd ten opzichte van traditionele verwarmingsinstallaties en zijn er ook
minder schadelijke emissies.
Tot slot stijgen de uitgaven voor veiligheid en toezicht met slechts 19 000 EUR (+ 0,33 %). Die stijging is te
wijten aan de indexering van de voor deze diensten gesloten overeenkomsten. Daarbij moet wel worden opgemerkt
dat de hoofdovereenkomst op 15 juli 2015 afloopt en dat bij de berekening van de aangevraagde kredieten geen
rekening is gehouden met eventuele prijswijzigingen als gevolg van de nieuwe aanbesteding.
Wat de twee laatste posten van artikel 2 0 2 betreft, moet worden vastgesteld dat de kredieten van post 2 0 2 8
„Verzekeringen” dalen met 12 000 EUR (te weten – 10,71 %) ten gevolge van een nieuwe interinstitutionele
kaderovereenkomst betreffende de brandverzekering voor de Luxemburgse gebouwen van de instellingen van
de Unie. Post 2 0 2 9 „Overige uitgaven in verband met de gebouwen” (waarvan de kredieten worden begroot
op 309 000 EUR) vertoont een stijging met 4 000 EUR (+ 1,31 %), die rekening houdt met de hogere prijzen van
de nieuwe afvalophalingsovereenkomst.
3.3.2. Materieel, exploitatiekosten en diensten in verband met informatica en telecommunicatie (artikel 2 1 0)
De kredieten betreffende informatica en telecommunicatie zijn van vitaal belang voor de werking van alle
activiteiten van het Hof van Justitie: rechtsprekend, taalkundig en administratief. Zoals in hoofdstuk I reeds is
aangegeven, draagt de informatica ertoe bij dat de productiviteit van de instelling aanzienlijk verhoogt, zoals
bijvoorbeeld blijkt uit de dematerialisatie in de fase die aan de rechterlijke beslissingen voorafgaat (gebruik van eCuria voor de uitwisseling van documenten met de partijen, vakinstrumenten voor de rechterlijke instanties, de griffies
en de talendiensten) en in de fase nadat deze beslissingen zijn gegeven (elektronische Jurisprudentie). Omdat de
continuïteit van de dienst moet worden verzekerd is het echter wel noodzakelijk om de budgettaire middelen op dit
cruciale technische domein veilig te stellen, temeer daar zij relatief beperkt zijn in vergelijking met die van andere
instellingen.
Net als bij de voorstelling van de ramingen van de vorige jaren, heeft het Hof van Justitie zich ingespannen om, met
het oog op transparantie en duidelijkheid, een onderscheid te maken tussen de kredieten die noodzakelijk zijn voor de
lopende informaticabehoeften (exploitatie, ontwikkeling en onderhoud van de bestaande hardware en toepassingen)
en de kredieten voor specifieke strategische/niet-recurrente behoeften.
IV/23
IV/24
NL
Ontwerp van algemene begroting 2015
24.6.2014
Voor het jaar 2015 vertegenwoordigt het totaalbedrag van de kredieten met betrekking tot informatietechnologie iets
meer dan 19 % van de uitgaven van titel 2, en stijgt het met 387 000 EUR (+ 2,42 %). Aangezien de kredieten voor
strategische behoeften op hetzelfde niveau blijven als in 2014, is de kredietvariatie volledig toe te schrijven aan de
stijging van de kredieten voor lopende behoeften. Deze laatste kredieten worden in punt a) hieronder gedetailleerd
beschreven, terwijl de kredieten voor de financiering van strategische behoeften in punt b worden toegelicht.
a) Kredieten die noodzakelijk zijn voor de werking en het normale onderhoud van het bestaande materieel en
de bestaande toepassingen
De kredieten van artikel 2 1 0 „Materieel, exploitatiekosten en diensten in verband met informatica en telecom­
municatie”, stijgen in totaal met 387 000 EUR (+ 2,6 %) ten opzichte van het bedrag dat in de begroting 2014 was
opgenomen voor de lopende behoeften.
Binnen dit artikel doen zich in wezen de volgende wijzigingen voor:
— de kredieten van post 2 1 0 0 „Aankoop en onderhoud van materieel en software en werkzaamheden daar­
aan”, stijgen met 108 500 EUR. Die gematigde stijging vloeit voort uit de onvermijdelijke toename van de
kosten voor de normale exploitatie op het gebied van materieel (met name omdat het aantal gebruikers wijzigt
door de toenemende informatisering van de gerechtelijke en niet-gerechtelijke activiteiten).
Het is van belang om te benadrukken dat het Hof van Justitie op dit begrotingsonderdeel in zeer grote mate de
vruchten plukt van de interinstitutionele samenwerking, aangezien meer dan 90 % van de uitgaven van
post 2 1 0 0 door interinstitutionele contracten wordt gedekt. Deze samenwerking leidt niet alleen tot bespa­
ringen bij de aankoop en het onderhoud van materieel, maar zorgt er ook voor dat elk jaar een aanzienlijk
bedrag kan worden uitgespaard doordat essentiële internettoepassingen van de instelling (zoals de Curia-website
of e-Curia) bij de Commissie worden ondergebracht.
— de kredieten van post 2 1 0 2 „Diensten van derden in verband met de exploitatie, het ontwerpen en het
onderhoud van software en systemen”, stijgen met 278 000 EUR. Die stijging wordt veroorzaakt door de
combinatie van de volgende twee factoren:
a) de stijging van de kosten voor de dienstverlening inzake de gebruikelijke exploitatie, die te wijten is aan de
indexering van de overeenkomsten en de stijging van het aantal toepassingen;
b) de financiering van nieuwe lopende activiteiten (vervanging van verouderde administratieve toepassingen
door de interinstitutionele toepassing Sysper 2, gedeeltelijke uitbesteding van multimedia-activiteiten, stij­
ging van de kostprijs om internettoepassingen van de instelling onder te brengen bij de Commissie, en de
behoefte aan permanente technische expertise met betrekking tot de werking van de nieuwe ECM-instru­
menten).
Ook voor deze uitgaven plukt het Hof van Justitie in ruime mate de vruchten van de interinstitutionele
samenwerking, aangezien meer dan 30 % van de uitgaven van post 2 1 0 2 worden gedekt door inter­
institutionele contracten, voornamelijk wat de exploitatie van de computerzalen, de studies en de admini­
stratieve toepassingen betreft. In dit verband maakt het onderbrengen van de sites Curia en e-Curia bij de
Commissie het mogelijk om de exploitatiekosten voor internetinfrastructuur uit te sparen. Door te opteren
voor het personeelsbeheerssysteem van de Commissie (Sysper 2) was het bovendien mogelijk om het
meerjarenbudget voor deze ontwikkeling ongeveer te halveren in vergelijking met een autonome ontwik­
keling.
— op post 2 1 0 3 „Telecommunicatie”, stijgen de kredieten licht (met 500 EUR). Het overgrote deel van die
uitgaven (65 %) wordt verricht op basis van interinstitutionele overeenkomsten. Bij deze kredietaanvraag voor
2015 wordt ervan uitgegaan dat intensiever zal worden gebruikgemaakt van de datalijnen, maar dat dit zal
worden gecompenseerd door een daling van de algemene kostprijs van die gegevens op de markt.
b) Kredieten ter financiering van de strategische behoeften
De kredieten voor de strategische behoeften in 2015 bedragen 1 150 000 EUR, net als in 2014. Daarmee worden
hoofdzakelijk de kosten gedekt van twee projecten waarmee in 2014 is gestart (de modernisering van de database
„Litige” van de griffies en het programma „Enterprise Content Management”). Die zullen in 2015 in totaal
950 000 EUR bedragen. Daarnaast is een bedrag van 200 000 EUR uitgetrokken voor prioritaire IT-investeringen
die verband houden met, ten eerste, de multimediacapaciteit voor het houden van terechtzittingen en, ten tweede,
de installatie van een nieuw IT-noodcentrum.
24.6.2014
NL
Ontwerp van algemene begroting 2015
Programma ter modernisering van de invoer van gegevens in de database van de griffies (Litige)
Zoals in 2014 al is aangekondigd, moet in 2015 een tweede financieringstranche voor dit programma worden
voldaan (750 000 EUR, net als in 2014). De Informaticadienst beschikt immers niet over voldoende budgettaire
middelen om dergelijke ontwikkelingen uit de lopende uitgaven te financieren.
Er zij aan herinnerd dat de database „Litige” een van de oudste informaticatoepassingen van het Hof is, maar ook
een van de belangrijkste, zo niet dé belangrijkste, aangezien zij rechtstreeks de kerntaak van de instelling betreft
(het beheer van de gerechtelijke procedures).
Deze modernisering strekt er zowel toe verouderde technische bestanddelen te moderniseren, als nieuwe func­
tionaliteiten, zoals functies met betrekking tot de workflow, toe te voegen. Wegens een gebrek aan middelen is een
essentieel onderdeel van die modernisering, namelijk de herziening van het systeem om de gegevens in de database
„Litige” in te voeren, reeds verschillende jaren uitgesteld. Volgens de berekeningen van de directie Informatie­
technologie moeten meer dan 350 invoerschermen naar een nieuwe technologie worden overgezet en zijn meer dan
de helft van die schermen erg complex, waardoor zij volledig moeten worden herschreven. Bij die tweede
financieringstranche voor dit project is ook in aanmerking genomen dat de schermen moeten worden aangepast
aan de belangrijke wijzigingen in de regelgeving die gedurende de laatste tien jaar hebben plaatsgevonden en aan
de herziening/modellering van het bedrijfsproces („business process”).
Die technologische modernisering is cruciaal, aangezien de technologie die thans wordt gebruikt (Forms 6) in­
middels volledig verouderd is en zelfs niet meer wordt ondersteund door de uitgever ervan.
Dit tweede gedeelte van de strategische financiering kost 750 000 EUR.
Programma Entreprise Content Management (ECM)
Dit programma is zeer belangrijk voor de instelling, waarvan de taak vanuit informatica-oogpunt kan worden
gezien als de behandeling van een documentenstroom, die begint bij de indiening van het inleidend verzoekschrift
en eindigt bij de publicatie van de uitspraken. Vooral omdat de instelling haar activiteiten de laatste jaren steeds
verder heeft gedematerialiseerd met behulp van diverse speciaal daarvoor ontworpen toepassingen, is het thans
echter noodzakelijk om de eenvormigheid en de coherentie van de rechtspraak te garanderen door middel van zeer
geavanceerde middelen, waarmee de rechters en hun medewerkers alle juridische stukken kunnen vinden die zij
nodig hebben voor het nemen van een beslissing.
In 2014 is hiervoor reeds een eerste tranche van 400 000 EUR toegekend. Thans moet het programma worden
voortgezet, met name door de toevoeging van zoekmachines die nodig zijn om de eenvormigheid en de coherentie
van de rechtspraak te verzekeren. De tranche van 200 000 EUR, waarvan de betaling is voorzien voor 2015,
dient voor de aankoop van de licenties en servers die noodzakelijk zijn om die functies te kunnen aanbieden.
Het is van belang te benadrukken dat die investeringen ook ten goede zullen komen aan het publiek dat belang­
stelling heeft voor de rechtspraak van het Hof, meer bepaald via de externe portaalsite, die een digitale versie (pdfformaat) in de verschillende talen bevat van alle uitspraken die het Hof sinds zijn oprichting (1952) heeft genomen.
Toename van de multimediacapaciteit van de instelling
Tot op heden heeft het Hof enkel voor „meertalige audio” ten volle gebruikgemaakt van zijn multimediacapaciteit.
Om de mogelijkheid te scheppen in de toekomst eventueel ook gebruik te maken van „meertalige video”, moet de
capaciteit — het opslagvolume van de servers — worden verhoogd (een beeldopname van één minuut neemt
immers 10 keer meer ruimte in dan een geluidsopname van één minuut). Dit project kost 100 000 EUR.
Nieuw IT-noodcentrum
Zoals in de toelichting bij begrotingsonderdeel 2 0 0 0 „Huur”, reeds is vermeld, heeft de Informaticadienst het
plan opgevat om zijn IT-noodcentrum aan een professionele host over te dragen, waardoor de hele serverinfra­
structuur kan worden gedupliceerd en zij het hoge beschikbaarheidsniveau van de TIER IV-norm bereikt. De
kosten van dit project worden geraamd op 100 000 EUR en dekken de installatie van de IT-apparatuur en de
overdracht van de toepassingen buiten de werkdagen en werkuren.
IV/25
NL
IV/26
Ontwerp van algemene begroting 2015
24.6.2014
3.3.3. Overige huishoudelijke uitgaven
Wat hoofdstuk 2 1 betreft (zonder de hierboven reeds onderzochte informatica-uitgaven), valt een zeer lichte stijging
op te merken met 19 000 EUR (+ 0,83 %), die als volgt kan worden uitgesplitst:
— artikel 2 1 2 „Meubilair”: de kredieten nemen af met 3 500 EUR (dus – 0,55 %);
— artikel 2 1 4 „Technische installaties en technisch materieel”: de kredieten dalen met 14 500 EUR (zijnde
– 5,74 %);
— artikel 2 1 6 „Voertuigen”: deze kredieten stijgen met 37 000 EUR (te weten + 2,64 %). Net als andere instel­
lingen heeft het Hof er sedert enkele jaren voor gekozen om zijn voertuigen te huren, aangezien dit veel goedkoper
is dan het interne beheer van een voertuigenpark in volle eigendom. De gebruikte overeenkomst is het resultaat
van een interinstitutionele aanbesteding, waarvan het Hof van Justitie de leiding heeft. Bij de berekening van deze
kredieten zijn de voorzienbare vervangingen van voertuigen in 2015 in aanmerking genomen. In dit verband is
gepland dat in 2015 drie dienstwagens zullen worden vervangen door elektrische en hybride wagens (die minder
vervuilen, maar waarvan de huurprijs momenteel wel hoger ligt). Die inspanning om het rollend materieel te
vergroenen, zal in de volgende jaren worden voortgezet.
De kredieten van hoofdstuk 2 3 „Lopende huishoudelijke uitgaven”, dalen met 39 000 EUR, te weten – 2,62 %.
Die daling is te verklaren door het feit dat de kredieten van artikel 2 3 6 „Portokosten”, met 46 000 EUR dalen (naar
aanleiding van een nieuwe interinstitutionele aanbesteding op dit domein) en door het feit dat de kredieten van
artikel 2 3 0 „Papier, kantoorbenodigdheden en divers klein materiaal”, met 15 500 EUR dalen door de voortschrij­
dende dematerialisatie van de documentenstromen.
De kredieten van hoofdstuk 2 5 „Vergaderingen en conferenties”, stijgen met 12 000 EUR (+ 2,04 %). Die stijging is
te verklaren door het feit dat de leveranciers waarop de instelling een beroep doet bij de organisatie van verschillende
evenementen (plechtige zittingen, officiële bezoeken, seminaries, …) hun tarieven verhogen.
De kredieten van hoofdstuk 2 7 „Voorlichting: aankoop, archivering, productie en verspreiding”, vertonen globaal
een sterke daling met 716 000 EUR (zijnde – 21 %), die als volgt kan worden uitgesplitst:
— artikel 2 7 2 „Documentatie, bibliotheek en archivering”: de stijging van de kredieten blijft beperkt tot
31 000 EUR, zijnde + 2,30 %. Deze uitgaven vormen een essentiële investering voor alle juristen die betrokken
zijn bij de behandeling van de zaken van de drie rechterlijke instanties van het Hof. De stijging ervan is
hoofdzakelijk te verklaren door de verhoging van de prijzen die de uitgevers/leveranciers aanrekenen voor abon­
nementen op de elektronische uitgaves, welke prijsverhogingen vaak hoger zijn dan de inflatie. Tegelijk blijven
ook de papieren boekwerken en tijdschriften, die nog steeds erg talrijk zijn op het juridische domein, essentieel om
de collecties up-to-date te houden. Tot slot dekt dit artikel de vergoedingen die krachtens de Luxemburgse
wetgeving inzake auteursrechten verschuldigd zijn voor de fotokopieën die de lezers/bezoekers in de bibliotheek
maken;
— artikel 2 7 4 „Productie en verspreiding”: deze kredieten dalen zeer sterk (met 747 000 EUR, te weten
– 36,23 %). Ten eerste verminderen de kredieten van post 2 7 4 0, „Publicatieblad” met 150 000 EUR (– 23 %)
door de inwerkingtreding van een voordeligere overeenkomst inzake productie, wat de toename van het aantal
gepubliceerde bladzijden compenseert. Ten tweede vertoont post 2 7 4 1 „Publicaties van algemene aard”, een nog
grotere daling (met 597 000 EUR, te weten – 42 %), waarvan de oorzaak ligt in de aanzienlijke besparingen die
dankzij de nieuwe elektronische Jurisprudentie konden worden geboekt, en in het project om het Jaarverslag van
de instelling enkel nog elektronisch te publiceren (en dus niet meer op papier, hetgeen een besparing oplevert van
62 000 EUR).
III. TWEE NIEUWE ADVOCATEN-GENERAAL BIJ HET HOF VAN JUSTITIE
1.
Inleiding
Bij besluit van 25 juni 2013 heeft de Raad ingestemd met het voorstel van het Hof van Justitie van januari 2013 om
het aantal advocaten-generaal overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag van Lissabon met drie te verhogen.
24.6.2014
NL
Ontwerp van algemene begroting 2015
IV/27
Overeenkomstig dat besluit is een eerste advocaat-generaal (van Poolse nationaliteit) op 23 oktober 2013 in functie
getreden en zullen de twee andere advocaten-generaal (de ene van Tsjechische en de andere van Deense nationaliteit)
in functie treden op 7 oktober 2015, wanneer een gedeelte van de leden van het Hof van Justitie wordt vervangen.
Zoals uit de overzichtstabel hieronder blijkt, heeft de instelling van die twee ambten van advocaat-generaal en hun
kabinet een budgettaire impact van 1,29 miljoen EUR voor de periode van 7 oktober tot en met 31 december 2015,
waarvan 0,61 miljoen EUR recurrente uitgaven en 0,68 miljoen EUR eenmalige uitgaven in verband met de infunc­
tietreding van de twee nieuwe leden en hun personeel.
Die uitgaven zijn volkomen in overeenstemming met het financieel memorandum dat was gevoegd bij het voorstel van
het Hof van begin 2013, en met de uitgaven die zijn begroot en goedgekeurd voor de infunctietreding van de eerste
advocaat-generaal.
(in EUR)
Kredieten (periode van 7 oktober tot en met 31 december 2015)
Begrotingstitels en -hoofdstukken
Recurrente uitgaven
Niet-recurrente uitgaven
Totaal
1 0 — Leden van de instelling
155 000
117 500
272 500
1 2 — Ambtenaren en tijdelijke functionarissen
415 500
117 000
532 500
9 000
25 500
34 500
579 500
260 000
839 500
5 500
250 000
255 500
19 000
143 000
162 000
4 000
19 000
23 000
500
4 500
5 000
Totaal van titel 2
29 000
416 500
445 500
Totaal van de begroting
608 500
676 500
1 285 000
1 6 — Overige uitgaven in verband met de aan de instel­
ling verbonden personen
Totaal van titel 1
2 0 — Gebouwen en daarmee samenhangende kosten
2 1 — Informatica, materieel en roerende goederen: aan­
koop, huur en onderhoud
2 3 — Lopende huishoudelijke uitgaven
2 7 — Voorlichting: aankoop, archivering, productie en
verspreiding
Het totaal van deze uitgaven vertegenwoordigt een stijging met 0,36 % in vergelijking met de volledige begroting
van de instelling voor 2014, exclusief de pensioenen van de leden. Ter informatie zij vermeld dat de ontvangsten
voor dezelfde periode 113 000 EUR bedragen.
Hierna wordt elk begrotingshoofdstuk nader toegelicht.
2.
Toelichting Betreffende De Uitgaven Van Titel 1
De uitgaven van titel 1 „Aan de instelling verbonden personen”, met betrekking tot de bezoldigingen (en bepaalde
aanverwante kosten) van de advocaten-generaal en het personeel van hun kabinet is gebaseerd op de thans geldende
statutaire bepalingen.
De hypothesen betreffende de aanpassing van de bezoldigingen zijn identiek aan de in hoofdstuk II, punt 1.2, reeds
vermelde hypothesen.
2.1.
Hoofdstuk 1 0 — Bezoldigingen van de twee nieuwe advocaten-generaal
De recurrente uitgaven van de begrotingsonderdelen van hoofdstuk 10 „Leden van de instelling”, bedragen
155 000 EUR en omvatten de volgende elementen:
NL
IV/28
Ontwerp van algemene begroting 2015
24.6.2014
— de brutobezoldiging wordt berekend op basis van de geldelijke regeling (1) (112,5 % van het basissalaris van een
directeur-generaal in rang AD 16/3, zijnde 119 000 EUR voor 86 dagen). Daarbij komen nog de verschillende
toelagen (standplaatstoelage, gezinstoelagen, …) en de werkgeversbijdrage voor de ziektekosten- en ongevallen­
verzekering (31 500 EUR);
— de aanverwante lasten omvatten de kosten voor dienstreizen alsook de opleidingskosten, met name op taalkundig
gebied, die samen 4 500 EUR bedragen.
De niet-recurrente uitgaven in verband met de infunctietreding bedragen 117 500 EUR en omvatten de volgende
elementen:
— Inrichtingskosten
De ramingen zijn gebaseerd op soortgelijke begrotingsuitgaven die vroeger bij de driejaarlijkse vervanging van
leden van het Hof werden gedaan, te weten: de reiskosten bij de indiensttreding, de inrichtingsvergoeding en de
verhuiskosten. In totaal bedragen deze kosten 107 000 EUR.
— Kosten voor de initiële opleiding
In het algemeen zijn de opleidingskosten hoger in het jaar van de indiensttreding, vanwege de investeringen die
nodig kunnen blijken op taalkundig gebied, maar ook op het gebied van informatica (om zich vertrouwd te maken
met de instrumenten en databanken). In die context wordt deze initiële investering geraamd op 10 500 EUR, zijnde
125 % van het budget dat gewoonlijk nodig is in een normaal werkingsjaar.
2.2.
Hoofdstuk 1 2 — Bezoldigingen van het kabinetspersoneel van de twee advocaten-generaal
De twee kabinetten worden op dezelfde manier samengesteld als de kabinetten van de negen thans zetelende ad­
vocaten-generaal, te weten zeven tijdelijke ambten, waaronder vier ambten van referendaris en drie van assistent.
Wat de referendarissen betreft, is de rangindeling van de aangevraagde ambten gebaseerd op de gemiddelde spreiding
van de personeelsformatie van de instelling in 2014. Dit leidt tot de volgende indeling: 2 ambten AD 14, 3 ambten
AD 12 en 3 ambten AD 11. Voor de assistenten stemmen de aangevraagde ambten overeen met de rang van de
betrokkenen bij indiensttreding, dus 2 ambten AST 5, 2 ambten AST 3 en 2 ambten SC 3.
Op basis daarvan bedragen de recurrente uitgaven van de begrotingsonderdelen van hoofdstuk 1 2 „Ambtenaren en
tijdelijke functionarissen”, 415 500 EUR voor 86 dagen. Dat bedrag omvat de brutobezoldiging (319 000 EUR) alsook
de statutaire toelagen (gezinsuitkeringen, ontheemdingstoelage, jaarlijkse reiskosten, ...) en de werkgeversbijdrage ter
dekking van bepaalde risico’s/uitkeringen (ziekte, ongeval, werkloosheid), die samen op 96 500 EUR worden begroot.
De niet-recurrente uitgaven die bij de indiensttreding van het personeel van het kabinet dienen te worden gemaakt,
bedragen 117 000 EUR. Ze omvatten de reiskosten bij de indiensttreding, de inrichtingsvergoeding, de verhuiskosten
en de dagvergoeding.
2.3.
Hoofdstuk 1 6 — Overige uitgaven in verband met het personeel
De kredieten ter dekking van de recurrente uitgaven op het gebied van opleiding (3 000 EUR), dienstreizen
(500 EUR) en sociale voorzieningen (5 500 EUR) zijn, naar verhouding van het aantal gevraagde extra personeels­
leden, berekend op basis van de overeenkomstige kredieten die in de begroting 2014 waren ingeschreven.
De niet-recurrente uitgaven hebben betrekking op de specifieke behoeften aan opleiding bij de indiensttreding
(14 500 EUR), zowel in verband met de specifieke activiteiten en procedures/informaticatoepassingen van de instelling
als in verband met de taalkundige aspecten. Die investering wordt begroot op 125 % van het budget dat gewoonlijk
nodig is in een normaal werkingsjaar. Voorts bedragen de diverse kosten voor personeelsaanwerving 11 000 EUR.
(1) Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967, zoals gewijzigd.
24.6.2014
3.
NL
Ontwerp van algemene begroting 2015
Toelichting Betreffende De Uitgaven Van Titel 2
Zoals hierboven reeds is vermeld, worden de uitgaven van titel 2 geraamd op 445 500 EUR. Nagenoeg dit hele bedrag
dient om de niet-recurrente uitgaven bij de infunctietreding van de twee nieuwe advocaten-generaal en hun kabinet te
dekken (416 500 EUR).
De recurrente uitgaven bedragen in totaal slechts 29 000 EUR voor 2015, waarvan bijna twee derde (19 000 EUR) de
kosten voor werking/onderhoud op informaticagebied en de kosten voor de huur van het te voorziene materiaal
vertegenwoordigen. In het algemeen zijn deze recurrente uitgaven berekend op basis van het aantal nieuwe personeels­
leden en de standaardkosten die worden vastgesteld bij de huidige leden en personeelsleden.
De niet-recurrente uitgaven (416 500 EUR) betreffen hoofdzakelijk de volgende initiële investeringen:
— werkzaamheden voor de inrichting van het interieur (hoofdstuk 2 0), die vermoedelijk drie tot vijf maanden zullen
duren en waarvan de kostprijs wordt geraamd op 250 000 EUR. Deze werkzaamheden dienen om de twee nieuwe
advocaten-generaal en hun kabinet onder te brengen in de ring rond het Paleis, dus bij de andere leden van het
Hof;
— de initiële investeringen in IT-uitrusting en meubilair (hoofdstuk 2 1), die worden geraamd op in totaal
143 000 EUR. Die niet-recurrente uitgaven zijn eveneens berekend op basis van het aantal nieuwe personeelsleden
en op de investeringen die voor de huidige leden en personeelsleden werden gedaan.
IV. TECHNISCHE WIJZIGINGEN TEN OPZICHTE VAN DE BEGROTING 2014
In dit kader moet worden opgemerkt dat de tekst van de begrotingstoelichting op artikel 2 3 2 „Juridische kosten”, is
gewijzigd teneinde beter weer te geven welk type kosten wordt gefinancierd met de middelen van dit begrotings­
onderdeel. Voorts moet er nog op worden gewezen dat bepaalde verwijzingen in de begrotingstoelichting zijn
gewijzigd, om rekening te houden met de inwerkingtreding van het nieuwe Ambtenarenstatuut.
IV/29
IV/30
NL
24.6.2014
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
ONTVANGSTEN
Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van het
Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2015
Rubriek
Bedrag
Uitgaven
354 425 000
Eigen inkomsten
– 45 186 000
Te ontvangen bijdrage
309 239 000
24.6.2014
NL
IV/31
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
EIGEN INKOMSTEN
TITEL 4
ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN OF
ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE
HOOFDSTUK 4 0 — DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN
HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELINGEN
Artikel
Post
Begrotingsjaar
2015
Rubriek
Begrotingsjaar
2014
Begrotingsjaar
2013
% 2013-2015
HOOFDSTUK 4 0
400
403
404
Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en
vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren,
de andere personeelsleden en de gepensioneerden
23 694 000
24 204 000
Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op
de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst
p.m.
p.m.
Opbrengst van de solidariteitsheffing die van toepassing is
op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst
4 513 000
4 402 000
32 658,09
0,72
HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL
28 207 000
28 606 000
23 084 035,71
81,84
16 155 664,42
95,15
23 051 377,62
97,29
0,—
HOOFDSTUK 4 1
410
Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling
16 979 000
18 697 000
411
Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel
p.m.
p.m.
1 949 704,57
Bijdragen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen
met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling
p.m.
p.m.
0,—
HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL
16 979 000
18 697 000
18 105 368,99
106,63
Titel 4 — Totaal
45 186 000
47 303 000
41 189 404,70
91,16
412
IV/32
NL
24.6.2014
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
TITEL 4
ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN OF
ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE
HOOFDSTUK 4 0 — DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN
400
Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de
ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden
Begrotingsjaar 2014
Begrotingsjaar 2015
Begrotingsjaar 2013
24 204 000
23 694 000
23 051 377,62
Toelichting
Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.
Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke
regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de
advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de
president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van
8.8.1967, blz. 1).
Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de
voorwaarden en de wijze van heffing van belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56
van 4.3.1968, blz. 8).
403
Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de
ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst
Begrotingsjaar 2015
Begrotingsjaar 2014
p.m.
p.m.
Begrotingsjaar 2013
0,—
Toelichting
Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke
regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de
advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de
president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van
8.8.1967, blz. 1).
Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht
was tot 15 december 2003.
404
Opbrengst van de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de
ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst
Begrotingsjaar 2014
Begrotingsjaar 2015
4 513 000
Begrotingsjaar 2013
4 402 000
32 658,09
24.6.2014
NL
IV/33
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 4 0 — DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN (vervolg)
404
(vervolg)
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.
Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke
regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de
advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de
president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van
8.8.1967, blz. 1).
HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELINGEN
410
Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling
Begrotingsjaar 2014
Begrotingsjaar 2015
16 979 000
Begrotingsjaar 2013
18 697 000
16 155 664,42
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.
411
Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel
Begrotingsjaar 2015
Begrotingsjaar 2014
p.m.
p.m.
Begrotingsjaar 2013
1 949 704,57
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 11, lid 2, alsook artikel 48 van bijlage VIII bij
het Statuut.
412
Bijdragen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de
pensioenregeling
Begrotingsjaar 2015
Begrotingsjaar 2014
p.m.
p.m.
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Begrotingsjaar 2013
0,—
IV/34
NL
24.6.2014
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
TITEL 5
ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING
HOOFDSTUK 5 0 — OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN
HOOFDSTUK 5 1 — HUUROPBRENGST
HOOFDSTUK 5 2 — OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN
ANDERE RENTE
Artikel
Post
Rubriek
Begrotingsjaar
2015
Begrotingsjaar
2014
Begrotingsjaar
2013
HOOFDSTUK 5 0
500
Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (leveringen van goederen)
5000
Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten
p.m.
p.m.
122 768,22
5001
Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten
p.m.
p.m.
0,—
p.m.
p.m.
122 768,22
p.m.
p.m.
2 822,81
p.m.
p.m.
125 591,03
Artikel 5 0 0 — Totaal
502
Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en
films — Bestemmingsontvangsten
HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL
HOOFDSTUK 5 1
511
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en
terugbetaling van huurlasten
5110
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten
p.m.
p.m.
0,—
5111
Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten
p.m.
p.m.
0,—
Artikel 5 1 1 — Totaal
p.m.
p.m.
0,—
HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL
p.m.
p.m.
0,—
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de
instelling
p.m.
p.m.
217,13
Rente over voorfinancieringen
p.m.
p.m.
0,—
p.m.
p.m.
217,13
HOOFDSTUK 5 2
520
522
HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL
% 2013-2015
24.6.2014
NL
IV/35
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 5 5 — ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE OPBRENGST VAN DIENSTEN EN WERKEN
HOOFDSTUK 5 7 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE
ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING
HOOFDSTUK 5 8 — DIVERSE VERGOEDINGEN
HOOFDSTUK 5 9 — OVERIGE ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING
Artikel
Post
Begrotingsjaar
2015
Begrotingsjaar
2014
Ontvangsten afkomstig van de opbrengst van diensten en
werken ten behoeve van andere instellingen of organen, met
inbegrip van vergoedingen voor dienstreizen betaald voor
rekening van en terugbetaald door andere instellingen of
organen — Bestemmingsontvangsten
p.m.
p.m.
130,96
Ontvangsten afkomstig van derden wegens op hun verzoek
verrichte diensten en werken — Bestemmingsontvangsten
p.m.
p.m.
0,—
p.m.
p.m.
130,96
Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten
p.m.
p.m.
87 148,94
Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals
inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf
toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten
p.m.
p.m.
0,—
Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de
administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten
p.m.
p.m.
631 653,61
HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL
p.m.
p.m.
718 802,55
Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten
p.m.
p.m.
0,—
Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten
p.m.
p.m.
137 092,63
p.m.
p.m.
137 092,63
p.m.
p.m.
0,—
HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL
p.m.
p.m.
0,—
Titel 5 — Totaal
p.m.
p.m.
981 834,30
Rubriek
Begrotingsjaar
2013
HOOFDSTUK 5 5
550
551
HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL
HOOFDSTUK 5 7
570
571
573
HOOFDSTUK 5 8
580
581
HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL
HOOFDSTUK 5 9
590
Overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve
werking
% 2013-2015
IV/36
NL
24.6.2014
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
TITEL 5
ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING
HOOFDSTUK 5 0 — OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN
500
Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (leveringen van goederen)
5000
Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015
Begrotingsjaar 2014
p.m.
p.m.
Begrotingsjaar 2013
122 768,22
Toelichting
Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen
van de instelling. Voorts wordt onder deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het
buiten dienst stellen van voertuigen, na volledige afschrijving van hun boekwaarde.
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke
uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
5001
Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015
Begrotingsjaar 2014
p.m.
p.m.
Begrotingsjaar 2013
0,—
Toelichting
Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere
roerende goederen van de instelling dan voertuigen.
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke
uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
502
Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015
Begrotingsjaar 2014
p.m.
p.m.
Begrotingsjaar 2013
2 822,81
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke
uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
24.6.2014
NL
IV/37
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 5 1 — HUUROPBRENGST
511
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten
5110
Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015
Begrotingsjaar 2014
p.m.
p.m.
Begrotingsjaar 2013
0,—
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als
bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de
oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
5111
Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015
Begrotingsjaar 2014
p.m.
p.m.
Begrotingsjaar 2013
0,—
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als
bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de
oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
HOOFDSTUK 5 2 — OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE
520
Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de
instelling
Begrotingsjaar 2015
Begrotingsjaar 2014
p.m.
p.m.
Begrotingsjaar 2013
217,13
Toelichting
Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt uit beleggingen of leningen, bankrenten en andere rente.
522
Rente over voorfinancieringen
Begrotingsjaar 2015
Begrotingsjaar 2014
p.m.
p.m.
Begrotingsjaar 2013
0,—
HOOFDSTUK 5 5 — ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE OPBRENGST VAN DIENSTEN EN WERKEN
550
Ontvangsten afkomstig van de opbrengst van diensten en werken ten behoeve van andere instellingen of organen,
met inbegrip van vergoedingen voor dienstreizen betaald voor rekening van en terugbetaald door andere
instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015
Begrotingsjaar 2014
p.m.
p.m.
Begrotingsjaar 2013
130,96
IV/38
NL
24.6.2014
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 5 5 — ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE OPBRENGST VAN DIENSTEN EN WERKEN (vervolg)
550
(vervolg)
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke
uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
551
Ontvangsten afkomstig van
Bestemmingsontvangsten
derden
wegens
op
hun
verzoek
Begrotingsjaar 2015
Begrotingsjaar 2014
p.m.
p.m.
verrichte
diensten
en
werken
—
Begrotingsjaar 2013
0,—
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke
uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
HOOFDSTUK 5 7 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE
WERKING VAN DE INSTELLING
570
Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015
Begrotingsjaar 2014
p.m.
p.m.
Begrotingsjaar 2013
87 148,94
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke
uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
571
Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften
en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten —
Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015
Begrotingsjaar 2014
p.m.
p.m.
Begrotingsjaar 2013
0,—
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke
uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
24.6.2014
NL
IV/39
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 5 7 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE
WERKING VAN DE INSTELLING (vervolg)
573
Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen —
Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015
Begrotingsjaar 2014
p.m.
p.m.
Begrotingsjaar 2013
631 653,61
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke
uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
HOOFDSTUK 5 8 — DIVERSE VERGOEDINGEN
580
Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015
Begrotingsjaar 2014
p.m.
p.m.
Begrotingsjaar 2013
0,—
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke
uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
581
Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten
Begrotingsjaar 2015
Begrotingsjaar 2014
p.m.
p.m.
Begrotingsjaar 2013
137 092,63
Toelichting
Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke
uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.
HOOFDSTUK 5 9 — OVERIGE ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING
590
Overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking
Begrotingsjaar 2015
Begrotingsjaar 2014
p.m.
p.m.
Begrotingsjaar 2013
Toelichting
Onder dit artikel worden de overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking geboekt.
0,—
IV/40
NL
24.6.2014
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
TITEL 9
DIVERSE ONTVANGSTEN
HOOFDSTUK 9 0 — DIVERSE ONTVANGSTEN
Artikel
Post
Begrotingsjaar
2015
Begrotingsjaar
2014
p.m.
p.m.
0,—
HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL
p.m.
p.m.
0,—
Titel 9 — Totaal
p.m.
p.m.
0,—
45 186 000
47 303 000
Rubriek
Begrotingsjaar
2013
% 2013-2015
HOOFDSTUK 9 0
900
Diverse ontvangsten
TOTAAL-GENERAAL
42 171 239,—
93,33
24.6.2014
NL
IV/41
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
TITEL 9
DIVERSE ONTVANGSTEN
HOOFDSTUK 9 0 — DIVERSE ONTVANGSTEN
900
Diverse ontvangsten
Begrotingsjaar 2015
Begrotingsjaar 2014
p.m.
p.m.
Begrotingsjaar 2013
0,—
IV/42
NL
24.6.2014
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
UITGAVEN
Algemene samenvatting van de kredieten (2015 en 2014) en van de uitvoering (2013)
Titel
Hoofdstuk
Rubriek
Kredieten 2015
Kredieten 2014
Uitvoering 2013
1
AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN
10
LEDEN VAN DE INSTELLING
28 560 000
33 749 500
32 179 432,31
12
AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN
216 511 000
212 686 000
200 965 738,47
14
ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN
18 354 000
16 977 000
16 238 217,27
16
OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET DE AAN DE
INSTELLING VERBONDEN PERSONEN
5 200 500
5 447 500
5 458 093,38
Titel 1 — Totaal
268 625 500
268 860 000
254 841 481,43
2
GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN
20
GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE
KOSTEN
62 092 000
62 655 000
61 886 134,57
21
INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD
18 882 500
18 314 500
18 955 545,09
1 471 500
1 487 500
2 599 421,16
599 500
587 500
571 052,78
2 700 000
3 411 000
2 992 227,08
85 745 500
86 455 500
87 004 380,68
54 000
52 000
26 110,—
54 000
52 000
26 110,—
23
LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN
25
VERGADERINGEN EN CONFERENTIES
27
VOORLICHTING: AANKOOP, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING
Titel 2 — Totaal
3
UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT SPECIFIEKE
TAKEN VAN DE INSTELLING
37
SPECIALE UITGAVEN VAN BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN
Titel 3 — Totaal
10
OVERIGE UITGAVEN
10 0
VOORZIENINGEN
p.m.
p.m.
0,—
10 1
RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN
p.m.
p.m.
0,—
p.m.
p.m.
0,—
Titel 10 — Totaal
TOTAAL-GENERAAL
354 425 000
355 367 500
341 871 972,11
24.6.2014
NL
IV/43
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
TITEL 1
AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN
HOOFDSTUK 1 0 — LEDEN VAN DE INSTELLING
HOOFDSTUK 1 2 — AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN
Artikel
Post
Rubriek
Kredieten 2015
Kredieten 2014
Uitvoering 2013
% 2013-2015
HOOFDSTUK 1 0
100
Bezoldiging en andere rechten
1000
Salarissen en vergoedingen
Niet-gesplitste kredieten
1002
102
103
104
106
109
23 916 500
23 185 000
22 229 039,70
92,94
Niet-gesplitste kredieten
1 449 000
553 000
805 581,33
55,60
Artikel 1 0 0 — Totaal
25 365 500
23 738 000
23 034 621,03
90,81
Niet-gesplitste kredieten
2 447 000
2 579 000
2 122 075,67
86,72
Niet-gesplitste kredieten
p.m.
6 700 000
6 381 515,42
Rechten in verband met de ambtsaanvaarding, de overplaatsing en de ambtsneerlegging
Overbruggingstoelagen
Pensioenen
Dienstreizen
Niet-gesplitste kredieten
295 500
293 000
288 000,—
97,46
Niet-gesplitste kredieten
452 000
439 500
353 220,19
78,15
Opleidingen
Voorziening
Niet-gesplitste kredieten
HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL
p.m.
p.m.
28 560 000
33 749 500
0,—
32 179 432,31
112,67
209 556 000 198 127 515,09
92,89
HOOFDSTUK 1 2
120
Salarissen en andere rechten
1200
Salarissen en vergoedingen
1202
1204
Niet-gesplitste kredieten
213 303 000
Niet-gesplitste kredieten
656 000
689 500
648 040,54
98,79
Niet-gesplitste kredieten
2 322 000
2 210 500
2 190 182,84
94,32
Artikel 1 2 0 — Totaal
216 281 000
212 456 000 200 965 738,47
92,92
Betaalde overuren
Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van
de dienst
122
Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst
1220
Vergoedingen bij ontheffing van het ambt in het belang van de
dienst
Niet-gesplitste kredieten
230 000
230 000
0,—
IV/44
NL
24.6.2014
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 1 2 — AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN (vervolg)
HOOFDSTUK 1 4 — ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN
HOOFDSTUK 1 6 — OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN
PERSONEN
Artikel
Post
Rubriek
122
(vervolg)
1222
Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en
speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen
Niet-gesplitste kredieten
Artikel 1 2 2 — Totaal
129
Kredieten 2015
Kredieten 2014
p.m.
p.m.
230 000
230 000
Uitvoering 2013
% 2013-2015
0,—
0,—
Voorziening
Niet-gesplitste kredieten
HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL
p.m.
216 511 000
p.m.
0,—
212 686 000 200 965 738,47
92,82
HOOFDSTUK 1 4
140
Andere personeelsleden en externe personen
1400
Andere personeelsleden
1404
1405
1406
149
Niet-gesplitste kredieten
5 955 000
5 309 000
5 833 162,37
97,95
Niet-gesplitste kredieten
688 000
670 500
452 000,—
65,70
Niet-gesplitste kredieten
261 500
269 500
309 000,—
118,16
Niet-gesplitste kredieten
11 449 500
10 728 000
9 644 054,90
84,23
Artikel 1 4 0 — Totaal
18 354 000
16 977 000
16 238 217,27
88,47
p.m.
p.m.
18 354 000
16 977 000
16 238 217,27
88,47
Niet-gesplitste kredieten
207 000
207 000
186 266,59
89,98
Niet-gesplitste kredieten
1 540 500
1 540 500
1 461 639,85
94,88
Artikel 1 6 1 — Totaal
1 747 500
1 747 500
1 647 906,44
94,30
Niet-gesplitste kredieten
349 000
348 000
346 500,—
99,28
21 000
21 000
0,—
Stages en uitwisseling van personeel
Andere externe dienstverlening
Externe dienstverlening op taalkundig gebied
Voorziening
Niet-gesplitste kredieten
HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL
0,—
HOOFDSTUK 1 6
161
Uitgaven in verband met het personeelsbeheer
1610
Diverse uitgaven voor de aanwerving
1612
162
Bijscholing
Dienstreizen
163
Voorzieningen voor het personeel van de instelling
1630
Sociale dienst
Niet-gesplitste kredieten
24.6.2014
NL
IV/45
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 1 6 — OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN
PERSONEN (vervolg)
Artikel
Post
Rubriek
Kredieten 2015
163
(vervolg)
1632
Sociale contacten tussen de leden van het personeel en overige
sociale voorzieningen
% 2013-2015
271 000
242 000
242 534,79
89,50
Artikel 1 6 3 — Totaal
292 000
263 000
242 534,79
83,06
Niet-gesplitste kredieten
182 000
181 000
153 445,95
84,31
Niet-gesplitste kredieten
80 000
80 000
192 267,20
240,33
Niet-gesplitste kredieten
2 550 000
2 828 000
2 875 439,—
112,76
Artikel 1 6 5 — Totaal
2 812 000
3 089 000
3 221 152,15
114,55
HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL
5 200 500
5 447 500
5 458 093,38
104,95
Titel 1 — Totaal
268 625 500
268 860 000 254 841 481,43
94,87
Activiteiten in verband met alle aan de instelling verbonden
personen
1650
Medische dienst
1654
Uitvoering 2013
Niet-gesplitste kredieten
165
1652
Kredieten 2014
Restaurants en kantines
Kinderdagverblijf
IV/46
NL
24.6.2014
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
TITEL 1
AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN
HOOFDSTUK 1 0 — LEDEN VAN DE INSTELLING
100
Bezoldiging en andere rechten
1000
Salarissen en vergoedingen
Kredieten 2015
Kredieten 2014
23 916 500
Uitvoering 2013
23 185 000
22 229 039,70
Toelichting
Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke
regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de
advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de
president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van
8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 3, 4, 4 bis, 11 en 14.
Dit krediet dient ter dekking, voor de leden van de instelling, van:
— het basissalaris;
— de standplaatsvergoeding;
— de gezinstoelagen, te weten: de kostwinnerstoelage, de kindertoelage en de schooltoelage;
— de representatie en ambtsvergoedingen;
— de werkgeversbijdrage (0,87 %) voor de ongevallen en beroepsziekteverzekering en de werkgeversbijdrage
(3,4 %) voor de ziektekostenverzekering;
— de geboortetoelage;
— de uitkeringen bij overlijden van een lid van de instelling;
— de kosten van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de basissalarissen, de standplaatsvergoedingen,
de gezinstoelagen en de overmakingen van een deel van de bezoldiging van de leden van de instelling naar het
buitenland (analoge toepassing van artikel 17 van bijlage VII bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese
Unie).
1002
Rechten in verband met de ambtsaanvaarding, de overplaatsing en de ambtsneerlegging
Kredieten 2015
Kredieten 2014
1 449 000
Uitvoering 2013
553 000
805 581,33
24.6.2014
NL
IV/47
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 1 0 — LEDEN VAN DE INSTELLING (vervolg)
100
(vervolg)
1002
(vervolg)
Toelichting
Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke
regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de
advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de
president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van
8.8.1967, blz. 1), met name artikel 5.
Dit krediet dient ter dekking van:
— de reiskosten van de leden van de instelling (met inbegrip van hun gezinsleden) bij de aanvaarding van hun
functie en bij hun vertrek;
— de bij de aanvaarding van hun functie en bij hun vertrek verschuldigde inrichtingsvergoeding;
— de bij de aanvaarding van hun functie en bij hun vertrek verschuldigde verhuiskosten.
102
Overbruggingstoelagen
Kredieten 2015
Kredieten 2014
2 447 000
Uitvoering 2013
2 579 000
2 122 075,67
Toelichting
Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke
regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de
advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de
president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van
8.8.1967, blz. 1), met name artikel 7.
Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen, de gezinstoelagen en de voor het land van de
verblijfplaats vastgestelde aanpassingscoëfficiënten voor de voormalige leden van het Hof.
103
Pensioenen
Kredieten 2015
p.m.
Kredieten 2014
Uitvoering 2013
6 700 000
6 381 515,42
Toelichting
Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke
regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de
advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de
president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van
8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.
IV/48
NL
24.6.2014
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 1 0 — LEDEN VAN DE INSTELLING (vervolg)
103
(vervolg)
Dit krediet dient ter dekking van:
— de ouderdomspensioenen van de voormalige leden van de instelling, alsmede de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten van het land van hun verblijfplaats;
— de invaliditeitspensioenen;
— de overlevingspensioenen voor overlevende echtgenoten en/of wezen van de voormalige leden van de instelling
en de toepassing van de aanpassingscoëfficiënt van het land van hun verblijfplaats.
104
Dienstreizen
Kredieten 2014
Kredieten 2015
295 500
Uitvoering 2013
293 000
288 000,—
Toelichting
Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke
regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de
advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de
president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van
8.8.1967, blz. 1), met name artikel 6.
Dit krediet dient ter dekking van vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten in verband
met dienstreizen.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
106
Opleidingen
Kredieten 2014
Kredieten 2015
452 000
Uitvoering 2013
439 500
353 220,19
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten van talencursussen of andere seminars voor opleiding voor de leden van
de instelling.
109
Voorziening
Kredieten 2015
Kredieten 2014
p.m.
p.m.
Uitvoering 2013
0,—
24.6.2014
NL
IV/49
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 1 0 — LEDEN VAN DE INSTELLING (vervolg)
109
(vervolg)
Toelichting
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot
vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van
Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
Dit krediet dient ter dekking van de financiële consequenties van eventuele door de Raad in de loop van dit
begrotingsjaar vast te stellen aanpassingen van de bezoldigingen en de pensioenen.
Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het bepaalde in het Financieel Reglement.
HOOFDSTUK 1 2 — AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN
Toelichting
Op de kredieten van dit hoofdstuk is een forfaitaire aftrek van 3 % toegepast.
120
Salarissen en andere rechten
1200
Salarissen en vergoedingen
Kredieten 2015
Kredieten 2014
213 303 000
Uitvoering 2013
209 556 000
198 127 515,09
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 62, 64, 65, 66, 67 en 68, alsmede bijlage
VII, afdeling I, artikel 69, bijlage VII, artikel 4, bijlage XIII, artikel 18, de artikelen 72 en 73, bijlage VIII, artikel 15,
de artikelen 70, 74 en 75, bijlage VII, artikel 8, en artikel 34 van het Statuut.
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name de artikelen 28 bis,
42, 47 en 48.
Regeling betreffende de ziektekostenverzekering van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name
artikel 23.
Dit krediet dient ter dekking van:
— het basissalaris van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen;
— de gezinstoelagen, met name de kostwinnerstoelage, de kindertoelage en de schooltoelage van de ambtenaren en
de tijdelijke functionarissen;
— de ontheemdingstoelage en de toelage voor verblijf in het buitenland van de ambtenaren en de tijdelijke
functionarissen;
IV/50
NL
24.6.2014
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 1 2 — AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN (vervolg)
120
(vervolg)
1200
(vervolg)
— de secretariaatstoelage van ambtenaren van categorie AST, die als stenotypist(e), telexist(e), typist(e), directiesecretaris/secretaresse of hoofdsecretaris/secretaresse werkzaam zijn;
— werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering (3,4 % van het basissalaris); de bijdrage van de personeelsleden bedraagt 1,7 % van het basissalaris;
— de werkgeversbijdrage voor de ongevallen- en beroepsziekteverzekering (0,5 % van het basissalaris) en de
aanvullende uitgaven die voortvloeien uit de toepassing van de desbetreffende bepalingen van het Statuut;
— de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen;
— de betalingen die de instelling verricht met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten
in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;
— de geboortetoelage en, in geval van overlijden van een ambtenaar, de betaling van de totale bezoldiging van de
overledene tot en met de derde maand na de maand van overlijden, alsmede van de kosten van vervoer van het
lichaam naar de plaats van herkomst van de overledene;
— de reiskosten van het jaarlijkse verlof van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de
personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;
— de ontslagvergoeding van wegens kennelijke onbekwaamheid ontslagen ambtenaren op proef, de vergoeding
wegens opzegging door de instelling van het contract van de tijdelijke functionarissen en de inkoop van
pensioenrechten van voormalige hulpfunctionarissen die als tijdelijke functionarissen of als ambtenaren zijn
aangesteld;
— financiële gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van ambtenaren en
hulpfunctionarissen en de vergoeding voor de overuren;
— huisvestings- en vervoersvergoedingen;
— vaste ambtsvergoeding;
— vaste vergoedingen voor lokaal vervoer;
— vergoedingen voor continudienst, ploegendienst of verplichte beschikbaarheid op het werk en/of thuis.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
1202
Betaalde overuren
Kredieten 2015
Kredieten 2014
656 000
Uitvoering 2013
689 500
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.
648 040,54
24.6.2014
NL
IV/51
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 1 2 — AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN (vervolg)
120
(vervolg)
1202
(vervolg)
Dit krediet dient ter dekking van de vaste vergoedingen of vergoedingen op basis van het aantal gemaakte uren voor
ambtenaren, hulpfunctionarissen en plaatselijke functionarissen die overwerk verrichten dat niet overeenkomstig de
geldende bepalingen met vrije tijd kan worden gecompenseerd.
1204
Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst
Kredieten 2015
Kredieten 2014
Uitvoering 2013
2 210 500
2 322 000
2 190 182,84
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 20 en 71, alsmede bijlage VII, artikelen 5,
6, 7, 9 en 10.
Dit krediet dient ter dekking van:
— de aan het personeel (met inbegrip van hun gezinsleden) bij indiensttreding of vertrek verschuldigde reiskosten;
— de inrichtingsvergoedingen verschuldigd aan personeelsleden die bij indiensttreding of beëindiging van de dienst
van woonplaats moeten veranderen;
— de verhuiskosten van personeelsleden die bij hun indiensttreding of bij beëindiging van de dienst van woonplaats
(moeten) veranderen;
— de dagvergoedingen voor personeelsleden die aantonen dat zij bij hun indiensttreding van woonplaats moeten
veranderen.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
122
Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst
1220
Vergoedingen bij ontheffing van het ambt in het belang van de dienst
Kredieten 2015
Kredieten 2014
230 000
Uitvoering 2013
230 000
0,—
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 42 quater en 50, alsook bijlage IV bij het
Statuut.
Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen ten behoeve van de ambtenaren die ter beschikking zijn gesteld
ingevolge een maatregel ter vermindering van het aantal ambten bij de instelling, de ambtenaren die een ambt
bekleden in rang AD 16, AD 15 of AD 14 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang, en de
ambtenaren die in het belang van de dienst op verlof worden geplaatst om organisatorische redenen die verband
houden met de verwerving van nieuwe bekwaamheden binnen de instellingen.
IV/52
NL
24.6.2014
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 1 2 — AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN (vervolg)
122
(vervolg)
1222
Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke
functionarissen
Kredieten 2015
Kredieten 2014
p.m.
p.m.
Uitvoering 2013
0,—
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.
Dit krediet dient ter dekking van:
— vergoedingen krachtens het Statuut of andere regelingen;
— werkgeversbijdrage in de ziektekostenverzekering van de begunstigden van de vergoedingen;
— gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten welke gelden voor de verschillende vergoedingen.
129
Voorziening
Kredieten 2015
Kredieten 2014
p.m.
p.m.
Uitvoering 2013
0,—
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65.
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot
vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van
Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
Dit krediet dient ter dekking van de financiële gevolgen van eventuele in de loop van het jaar door de Raad vast te
stellen aanpassingen van de bezoldigingen en vergoedingen.
Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het Financieel Reglement.
HOOFDSTUK 1 4 — ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN
140
Andere personeelsleden en externe personen
1400
Andere personeelsleden
Kredieten 2015
Kredieten 2014
5 955 000
Uitvoering 2013
5 309 000
5 833 162,37
24.6.2014
NL
IV/53
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 1 4 — ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN (vervolg)
140
(vervolg)
1400
(vervolg)
Toelichting
Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name artikel 4 en titel V,
alsook artikel 5 en titel VI van de Regeling.
Dit krediet dient ter dekking van:
— bezoldiging en de werkgeversbijdrage voor de sociale verzekering van de hulpfunctionarissen, hulptolken,
plaatselijke functionarissen en hulpvertalers;
— honoraria en de kosten van de bijzondere adviseurs, de honoraria van de raadgevende arts daaronder begrepen;
— uitgaven betreffende het eventuele beroep op arbeidscontractanten.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
1404
Stages en uitwisseling van personeel
Kredieten 2015
Kredieten 2014
688 000
Uitvoering 2013
670 500
452 000,—
Toelichting
Dit krediet is bestemd ter dekking van:
— de uitgaven betreffende de detachering van ambtenaren van lidstaten of andere nationale deskundigen in de
diensten van het Hof van Justitie van de Europese Unie;
— de kosten van beurzen voor studenten die stage volgen bij de diensten van de instelling.
1405
Andere externe dienstverlening
Kredieten 2015
Kredieten 2014
261 500
Uitvoering 2013
269 500
309 000,—
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor andere incidentele hulpdiensten, voor zover zij niet door de eigen
diensten van het Hof van Justitie kunnen worden verricht.
IV/54
NL
24.6.2014
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 1 4 — ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN (vervolg)
140
(vervolg)
1406
Externe dienstverlening op taalkundig gebied
Kredieten 2015
Kredieten 2014
11 449 500
Uitvoering 2013
10 728 000
9 644 054,90
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— de uitgaven betreffende de door het Interinstitutioneel Comité voor vertaling en vertolking (CITI) besliste acties
ter bevordering van de interinstitutionele samenwerking op taalkundig gebied;
— de uitgaven voor freelancetolken het directoraat-generaal Tolken van de Europese Commissie;
— de bezoldiging van de conferentietolken;
— de uitgaven voor op contract en ad interim werkzaam conferentiepersoneel;
— prestaties van derden op het gebied van de correctie van teksten, met name de honoraria en de kosten van
verzekering, verplaatsing, verblijf en dienstreizen van freelancecorrectoren, alsmede bijkomende administratieve
uitgaven;
— uitgaven voor werkzaamheden van zelfstandige vertalers of uitzendvertalers, alsmede voor type- en andere
werkzaamheden die door de vertaaldienst aan derden worden opgedragen.
149
Voorziening
Kredieten 2015
Kredieten 2014
p.m.
p.m.
Uitvoering 2013
0,—
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis, alsmede bijlage XI.
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot
vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van
Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
Dit krediet is bestemd ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de
Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.
Dit krediet heeft het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt na overschrijving naar andere
artikelen of posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement.
24.6.2014
NL
IV/55
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 1 6 — OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN
161
Uitgaven in verband met het personeelsbeheer
1610
Diverse uitgaven voor de aanwerving
Kredieten 2015
Kredieten 2014
207 000
Uitvoering 2013
207 000
186 266,59
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankondigingen, de uitnodigingen van de kandidaten, de huur
van zalen en machines voor het organiseren van algemene vergelijkende onderzoeken op interinstitutionele basis. In
gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond, op grond van functionele behoeften en na overleg met het
Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet gedeeltelijk worden gebruikt voor het organiseren van
vergelijkende onderzoeken door het Hof van Justitie zelf.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
1612
Bijscholing
Kredieten 2015
Kredieten 2014
Uitvoering 2013
1 540 500
1 540 500
1 461 639,85
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.
Dit krediet dient ter dekking van de organisatie van beroepsopleidings- en bijscholingscursussen op interinstitutionele basis, met inbegrip van de talencursussen.
Tevens dient het ter dekking van de uitgaven voor educatief en technisch materiaal.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
162
Dienstreizen
Kredieten 2015
Kredieten 2014
349 000
Uitvoering 2013
348 000
346 500,—
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 11, 12 en 13 van bijlage VII.
Dit krediet dient ter dekking van vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij
dienstreizen.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
IV/56
NL
24.6.2014
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 1 6 — OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN (vervolg)
163
Voorzieningen voor het personeel van de instelling
1630
Sociale dienst
Kredieten 2015
Kredieten 2014
Uitvoering 2013
21 000
21 000
0,—
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 76.
Dit krediet dient ter dekking van de bijstand aan personeelsleden die in een zeer benarde situatie verkeren.
Het is, in het kader van het gehandicaptenbeleid, tevens bestemd voor gehandicapten die behoren tot een van de
volgende groepen:
— ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;
— echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;
— alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.
Het dient ter dekking, binnen de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het
land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde
niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.
1632
Sociale contacten tussen de leden van het personeel en overige sociale voorzieningen
Kredieten 2015
Kredieten 2014
Uitvoering 2013
242 000
271 000
242 534,79
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— de financiële steun voor initiatieven ter bevordering van de sociale betrekkingen tussen de personeelsleden van
de verschillende nationaliteiten, onder meer in de vorm van subsidies aan personeelsverenigingen die zich
bezighouden met activiteiten op cultureel of op sportgebied;
— andere uitgaven en subsidies ten behoeve van de personeelsleden en hun gezinnen.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
165
Activiteiten in verband met alle aan de instelling verbonden personen
1650
Medische dienst
Kredieten 2015
Kredieten 2014
182 000
Uitvoering 2013
181 000
153 445,95
24.6.2014
NL
IV/57
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 1 6 — OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN (vervolg)
165
(vervolg)
1650
(vervolg)
Toelichting
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.
Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het jaarlijkse medische onderzoek van alle ambtenaren, daaronder
begrepen de analyses en speciale onderzoeken die in het kader daarvan worden gevraagd en de huishoudelijke
kosten van de spreek- en behandelkamer.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
1652
Restaurants en kantines
Kredieten 2015
Kredieten 2014
Uitvoering 2013
80 000
80 000
192 267,20
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de aankoop en het onderhoud van het materiaal en van een gedeelte van de
exploitatiekosten van het restaurant en de cafetaria.
Dit krediet dient eveneens ter dekking van de aanpassing en vernieuwing van installaties van restaurants en kantines.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
1654
Kinderdagverblijf
Kredieten 2015
Kredieten 2014
2 550 000
Uitvoering 2013
2 828 000
2 875 439,—
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van het Hof voor het kinderdagverblijf en het studiecentrum in
Luxemburg.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
IV/58
NL
24.6.2014
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
TITEL 2
GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN
HOOFDSTUK 2 0 — GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN
Artikel
Post
Rubriek
Kredieten 2015
Kredieten 2014
Uitvoering 2013
% 2013-2015
HOOFDSTUK 2 0
200
Gebouwen
2000
Huur
2001
2003
2005
2007
2008
Niet-gesplitste kredieten
9 288 000
9 531 500
14 141 501,80
152,26
Niet-gesplitste kredieten
33 644 000
32 790 000
28 508 992,69
84,74
Niet-gesplitste kredieten
p.m.
p.m.
0,—
Niet-gesplitste kredieten
p.m.
p.m.
0,—
Niet-gesplitste kredieten
1 025 000
1 350 000
2 965 844,92
289,35
Niet-gesplitste kredieten
1 121 000
976 000
892 755,03
79,64
Artikel 2 0 0 — Totaal
45 078 000
44 647 500
46 509 094,44
103,17
Niet-gesplitste kredieten
7 996 000
7 962 000
6 776 041,04
84,74
Niet-gesplitste kredieten
2 812 000
3 852 500
2 303 350,57
81,91
Niet-gesplitste kredieten
5 797 000
5 776 000
5 684 000,—
98,05
Niet-gesplitste kredieten
100 000
112 000
108 182,01
108,18
Niet-gesplitste kredieten
309 000
305 000
505 466,51
163,58
Artikel 2 0 2 — Totaal
17 014 000
18 007 500
15 377 040,13
90,38
HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL
62 092 000
62 655 000
61 886 134,57
99,67
Huurkoop
Verwerving van onroerende goederen
Oprichting van gebouwen
Inrichting van dienstruimten
Studies en technische bijstand bij bouwprojecten
202
Uitgaven in verband met de gebouwen
2022
Schoonmaak en onderhoud
2024
2026
2028
2029
Energieverbruik
Veiligheid van en toezicht op de gebouwen
Verzekeringen
Overige uitgaven in verband met de gebouwen
24.6.2014
NL
IV/59
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 2 1 — INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN
ONDERHOUD
HOOFDSTUK 2 3 — LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN
HOOFDSTUK 2 5 — VERGADERINGEN EN CONFERENTIES
Artikel
Post
Rubriek
Kredieten 2015
Kredieten 2014
Uitvoering 2013
% 2013-2015
HOOFDSTUK 2 1
210
Materieel, exploitatiekosten en diensten in verband met informatica en telecommunicatie
2100
Aankoop en onderhoud van materieel en software en werkzaamheden daaraan
Niet-gesplitste kredieten
2102
2103
212
5 437 000
5 307 500
5 357 562,45
98,54
Niet-gesplitste kredieten
10 231 000
9 914 000
10 233 168,90
100,02
Niet-gesplitste kredieten
804 500
801 000
770 692,69
95,80
Artikel 2 1 0 — Totaal
16 472 500
16 022 500
16 361 424,04
99,33
Niet-gesplitste kredieten
722 000
636 000
992 584,26
137,48
Niet-gesplitste kredieten
238 000
252 500
238 202,19
100,08
Niet-gesplitste kredieten
1 450 000
1 403 500
1 363 334,60
94,02
HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL
18 882 500
18 314 500
18 955 545,09
100,39
Niet-gesplitste kredieten
640 000
649 500
522 507,12
81,64
Niet-gesplitste kredieten
50 000
50 000
15 086,25
30,17
Niet-gesplitste kredieten
20 000
20 000
17 343,80
86,72
Niet-gesplitste kredieten
304 000
350 000
360 000,—
118,42
Niet-gesplitste kredieten
457 500
418 000
1 684 483,99
368,19
HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL
1 471 500
1 487 500
2 599 421,16
176,65
129 000
149 000
157 865,98
122,38
320 500
291 000
265 437,23
82,82
Diensten van derden in verband met de exploitatie, het ontwerpen en het onderhoud van software en systemen
Telecommunicatie
Meubilair
214
Technische installaties en technisch materieel
216
Voertuigen
HOOFDSTUK 2 3
230
231
Papier, kantoorbenodigdheden en divers klein materiaal
Financiële kosten
232
Juridische kosten en schadevergoeding
236
Portokosten
238
Overige administratieve uitgaven
HOOFDSTUK 2 5
252
Onthaal- en representatiekosten
Niet-gesplitste kredieten
254
Conferenties, congressen en vergaderingen
Niet-gesplitste kredieten
IV/60
NL
24.6.2014
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 2 5 — VERGADERINGEN EN CONFERENTIES (vervolg)
HOOFDSTUK 2 7 — VOORLICHTING: AANKOOP, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING
Artikel
Post
256
Rubriek
Kredieten 2015
Uitvoering 2013
% 2013-2015
Kosten van voorlichting en deelneming aan openbare evenementen
Niet-gesplitste kredieten
257
Kredieten 2014
150 000
147 500
147 749,57
98,50
Dienst juridische informatica
Niet-gesplitste kredieten
HOOFDSTUK 2 5 — TOTAAL
p.m.
599 500
p.m.
587 500
0,—
571 052,78
95,25
HOOFDSTUK 2 7
270
Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen
Niet-gesplitste kredieten
272
p.m.
0,—
Niet-gesplitste kredieten
1 385 000
1 349 000
1 333 500,—
96,28
Niet-gesplitste kredieten
500 000
650 000
682 000,—
136,40
Niet-gesplitste kredieten
815 000
1 412 000
976 727,08
119,84
Artikel 2 7 4 — Totaal
1 315 000
2 062 000
1 658 727,08
126,14
HOOFDSTUK 2 7 — TOTAAL
2 700 000
3 411 000
2 992 227,08
110,82
Titel 2 — Totaal
85 745 500
86 455 500
87 004 380,68
101,47
Documentatie, bibliotheek en archivering
274
Productie en verspreiding
2740
Publicatieblad
2741
p.m.
Publicaties van algemene aard
24.6.2014
NL
IV/61
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
TITEL 2
GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN
HOOFDSTUK 2 0 — GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN
200
Gebouwen
2000
Huur
Kredieten 2015
Kredieten 2014
Uitvoering 2013
9 531 500
9 288 000
14 141 501,80
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de huurbedragen voor de gebouwen die door de instelling worden gebruikt.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
2001
Huurkoop
Kredieten 2015
Kredieten 2014
33 644 000
Uitvoering 2013
32 790 000
28 508 992,69
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen voor de huurkoop van gebouwen.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
2003
2005
Verwerving van onroerende goederen
Kredieten 2015
Kredieten 2014
p.m.
p.m.
Uitvoering 2013
0,—
Oprichting van gebouwen
Kredieten 2015
Kredieten 2014
p.m.
p.m.
Uitvoering 2013
0,—
Toelichting
Deze post dient voor de opvoering van kredieten voor de oprichting van gebouwen.
2007
Inrichting van dienstruimten
Kredieten 2014
Kredieten 2015
1 025 000
Uitvoering 2013
1 350 000
2 965 844,92
IV/62
NL
24.6.2014
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 2 0 — GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN (vervolg)
200
(vervolg)
2007
(vervolg)
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— de kosten van inrichtingswerkzaamheden, met name het aanbrengen van tussenschotten, gordijnen en kabels,
schilderwerk, behang, vloerbedekking, valse plafonds, alsmede de desbetreffende technische installaties;
— de uitgaven voor werkzaamheden voortvloeiend uit studies en technische bijstand.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
2008
Studies en technische bijstand bij bouwprojecten
Kredieten 2015
Kredieten 2014
Uitvoering 2013
976 000
1 121 000
892 755,03
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en technische bijstand bij grootscheepse bouwprojecten.
202
Uitgaven in verband met de gebouwen
2022
Schoonmaak en onderhoud
Kredieten 2015
Kredieten 2014
7 996 000
Uitvoering 2013
7 962 000
6 776 041,04
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de schoonmaak en het onderhoud, overeenkomstig de lopende
contracten, van ruimten en technische installaties, alsmede van de uitgaven voor het werk en het nodige materiaal
voor het algemene onderhoud (schilderwerkzaamheden, reparaties, enz.) van de door het Hof van Justitie gebruikte
gebouwen.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
2024
Energieverbruik
Kredieten 2015
Kredieten 2014
2 812 000
Uitvoering 2013
3 852 500
2 303 350,57
24.6.2014
NL
IV/63
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 2 0 — GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN (vervolg)
202
(vervolg)
2024
(vervolg)
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt
geraamd op 120 000 EUR.
2026
Veiligheid van en toezicht op de gebouwen
Kredieten 2014
Kredieten 2015
5 797 000
Uitvoering 2013
5 776 000
5 684 000,—
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten van bewaking van de door het Hof van Justitie gebruikte gebouwen.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
2028
Verzekeringen
Kredieten 2014
Kredieten 2015
100 000
Uitvoering 2013
112 000
108 182,01
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de verzekeringspremies voor de door de instelling gebruikte gebouwen.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
2029
Overige uitgaven in verband met de gebouwen
Kredieten 2014
Kredieten 2015
309 000
Uitvoering 2013
305 000
505 466,51
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de andere lopende uitgaven in verband met gebouwen welke niet speciaal zijn
vermeld in de andere artikelen van dit hoofdstuk, met name straatbelasting, reiniging, vuilnisophaaldienst,
bewegwijzering, enz.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
IV/64
NL
24.6.2014
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 2 1 — INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD
210
Materieel, exploitatiekosten en diensten in verband met informatica en telecommunicatie
2100
Aankoop en onderhoud van materieel en software en werkzaamheden daaraan
Kredieten 2014
Kredieten 2015
Uitvoering 2013
5 307 500
5 437 000
5 357 562,45
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de vervanging, de huur, de reparatie en het onderhoud van alle
apparatuur op het gebied van kantoorautomatisering, informatica en telefonie (met inbegrip van telefax, videoconferentiematerieel en multimediamaterieel), alsook materieel voor tolkwerkzaamheden, zoals tolkencabines,
koptelefoons en luisterapparatuur ten behoeve van installaties voor simultane vertolking.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
2102
Diensten van derden in verband met de exploitatie, het ontwerpen en het onderhoud van software en systemen
Kredieten 2014
Kredieten 2015
10 231 000
Uitvoering 2013
9 914 000
10 233 168,90
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de analyse en programmering van informaticaonderzoek.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
2103
Telecommunicatie
Kredieten 2014
Kredieten 2015
Uitvoering 2013
801 000
804 500
770 692,69
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven in verband met telecommunicatie, zoals abonnementen en de kosten
van (vaste en mobiele) telefoonverbindingen.
Het dekt ook de uitgaven betreffende de datatransmissienetwerken.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt
geraamd op 50 000 EUR.
212
Meubilair
Kredieten 2014
Kredieten 2015
722 000
Uitvoering 2013
636 000
992 584,26
24.6.2014
NL
IV/65
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 2 1 — INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD (vervolg)
212
(vervolg)
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— aankoop van bijkomend meubilair;
— vervanging van een gedeelte van het meubilair dat ten minste 15 jaar oud is, en van het meubilair dat niet kan
worden gerepareerd;
— huur van meubilair;
— kosten van onderhoud en reparatie van meubilair.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
214
Technische installaties en technisch materieel
Kredieten 2015
Kredieten 2014
238 000
Uitvoering 2013
252 500
238 202,19
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— aanschaf van technisch materieel;
— vervanging van technisch materieel, met name audiovisueel materieel, materieel voor archieven en bibliotheek,
alsook diverse werktuigen voor de onderhoudsdienst van de gebouwen en reproductie, verspreidings- en
postmaterieel;
— huur van technisch materieel en technische installaties;
— onderhoud en reparatie van het materieel als in dit artikel genoemd.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
216
Voertuigen
Kredieten 2015
Kredieten 2014
1 450 000
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— aanschaf van voertuigen;
Uitvoering 2013
1 403 500
1 363 334,60
IV/66
NL
24.6.2014
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 2 1 — INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD (vervolg)
216
(vervolg)
— vervanging van de voertuigen met de hoogste kilometerstand boven 120 000 km;
— huur en gebruikskosten van huurvoertuigen;
— onderhoud, reparatie, parkeerruimte, parkeerkosten en verzekering van de dienstauto’s, alsmede van de
autowegentol.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt
geraamd op 51 500 EUR.
HOOFDSTUK 2 3 — LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN
Toelichting
230
Papier, kantoorbenodigdheden en divers klein materiaal
Kredieten 2014
Kredieten 2015
Uitvoering 2013
649 500
640 000
522 507,12
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf van papier en kantoorbenodigdheden:
— xerografisch papier en papier voor fotokopieën en facturatie;
— papier en kantoorbenodigdheden;
— materieel voor de reproductiedienst;
— materieel voor de diensten belast met de verspreiding van documenten en van de post;
— materieel voor bandopnameapparatuur;
— drukkerijbenodigdheden en formulieren;
— benodigdheden voor kantoorautomatiserings- en informatica-apparatuur;
— ander en niet in de inventaris opgenomen materieel.
Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt
geraamd op 2 000 EUR.
231
Financiële kosten
Kredieten 2014
Kredieten 2015
50 000
Uitvoering 2013
50 000
15 086,25
24.6.2014
NL
IV/67
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 2 3 — LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN (vervolg)
231
(vervolg)
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio’s en diverse kosten) en van de overige financiële
kosten.
De door de instelling geïnde bankrente op haar rekeningen worden als ontvangsten geboekt.
232
Juridische kosten en schadevergoeding
Kredieten 2015
Kredieten 2014
20 000
Uitvoering 2013
20 000
17 343,80
Toelichting
Dit krediet dient met name ter dekking van de advocatenhonoraria die de instelling moet betalen voor de
professionele diensten waarop zij een beroep heeft gedaan of ter vergoeding van de kosten die zij moet betalen
ingevolge een rechterlijke beslissing, alsook ter dekking van de te betalen schadevergoedingen.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
236
Portokosten
Kredieten 2015
Kredieten 2014
304 000
Uitvoering 2013
350 000
360 000,—
Toelichting
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
238
Overige administratieve uitgaven
Kredieten 2015
Kredieten 2014
457 500
Uitvoering 2013
418 000
1 684 483,99
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— diverse verzekeringen (met name wettelijke aansprakelijkheid, diefstal, risico in verband met tekstverwerkingsapparatuur, risico in verband met elektronica);
— de aankoop, het onderhoud en de reiniging van voornamelijk de toga’s van de magistraten, de uniformen voor
bodes en chauffeurs, de werkkleding voor het personeel verantwoordelijk voor de reproductie van documenten
en voor het onderhoudspersoneel;
IV/68
NL
24.6.2014
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 2 3 — LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN (vervolg)
238
(vervolg)
— de diverse benodigdheden voor interne vergaderingen;
— de kosten van interne verhuizing en van opslag en verdeling van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;
— de door de dienstverrichters gedane huishoudelijke uitgaven;
— de overige huishoudelijke uitgaven, die in de voorgaande begrotingsonderdelen niet uitdrukkelijk zijn genoemd.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
HOOFDSTUK 2 5 — VERGADERINGEN EN CONFERENTIES
252
Onthaal- en representatiekosten
Kredieten 2015
Kredieten 2014
129 000
Uitvoering 2013
149 000
157 865,98
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de ontvangst- en representatiekosten van de instelling en van de onthaal- en
representatiekosten voor de personeelsleden.
254
Conferenties, congressen en vergaderingen
Kredieten 2014
Kredieten 2015
320 500
Uitvoering 2013
291 000
265 437,23
Toelichting
Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van de organisatie, met medewerking van de ministeries van justitie, in
de plaats waar de instelling is gevestigd, van seminaries en informatiedagen voor magistraten en andere juristen uit
de lidstaten.
Met het oog op de verdere samenhangende ontwikkeling van de rechtspraak van het Hof en van de nationale
rechterlijke instanties op het gebied van het Unierecht zijn studiebijeenkomsten met hoge magistraten van de
lidstaten en specialisten op het gebied van het Unierecht noodzakelijk.
Dit krediet dient tevens ter dekking van de organisatiekosten, met inbegrip van de reis- en verblijfkosten van de
deelnemers.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
24.6.2014
NL
IV/69
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 2 5 — VERGADERINGEN EN CONFERENTIES (vervolg)
256
Kosten van voorlichting en deelneming aan openbare evenementen
Kredieten 2014
Kredieten 2015
Uitvoering 2013
147 500
150 000
147 749,57
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de aankoop en opstelling van populair-wetenschappelijke werken over het
Unierecht en van de overige uitgaven voor voorlichting en foto’s, alsook van de bijdrage in de kosten van
bezoeken aan de instelling.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
257
Dienst juridische informatica
Kredieten 2015
Kredieten 2014
p.m.
p.m.
Uitvoering 2013
0,—
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van uitgaven ingevolge een eventueel verzoek van de Commissie aan de andere
instellingen om een bijdrage in de kosten van de dienst juridische informatica (invoering en verspreiding van
gegevens van de interinstitutionele gegevensbank).
HOOFDSTUK 2 7 — VOORLICHTING: AANKOOP, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING
270
272
Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen
Kredieten 2015
Kredieten 2014
p.m.
p.m.
Uitvoering 2013
0,—
Documentatie, bibliotheek en archivering
Kredieten 2014
Kredieten 2015
1 385 000
Uitvoering 2013
1 349 000
1 333 500,—
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van:
— de aankoop van boekwerken, documenten en andere publicaties, alsmede van de bijwerking van reeds aanwezige
werken;
— het inbrengen en de aankoop van geïnformatiseerde gegevens op het gebied van juridische documentatie;
— speciale bibliotheekuitrusting;
— de abonnementen op kranten, algemene tijdschriften en diverse berichtgevingen;
IV/70
NL
24.6.2014
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK 2 7 — VOORLICHTING: AANKOOP, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING (vervolg)
272
(vervolg)
— de abonnementen op persbureaus;
— het inbinden en onderhouden van het bibliotheekbezit;
— de kosten van het gebruik van sommige externe juridische databanken.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
274
Productie en verspreiding
2740
Publicatieblad
Kredieten 2015
Kredieten 2014
Uitvoering 2013
650 000
500 000
682 000,—
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten verbonden aan bekendmakingen in het Publicatieblad van de Europese
Unie.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
2741
Publicaties van algemene aard
Kredieten 2015
Kredieten 2014
815 000
Uitvoering 2013
1 412 000
976 727,08
Toelichting
Dit krediet dient met name ter dekking van de druk- en distributiekosten van de Jurisprudentie van het Hof, evenals
van het Gerecht en van het Gerecht voor ambtenarenzaken, alsook van het Repertorium van de rechtspraak op het
gebied van het Unierecht.
Dit krediet dient eveneens ter dekking van de kosten verbonden aan de uitgave van het Jaarverslag en van andere
brochures over het Hof die aan bezoekers worden verstrekt.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
24.6.2014
NL
IV/71
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
TITEL 3
UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT SPECIFIEKE TAKEN VAN DE INSTELLING
HOOFDSTUK 3 7 — SPECIALE UITGAVEN VAN BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN
Artikel
Post
Rubriek
Kredieten 2015
Kredieten 2014
Uitvoering 2013
% 2013-2015
HOOFDSTUK 3 7
371
Speciale uitgaven van het Hof van Justitie van de Europese
Unie
3710
Gerechtelijke kosten
Niet-gesplitste kredieten
3711
54 000
52 000
26 110,—
48,35
Arbitragecommissie bedoeld in artikel 18 van het Verdrag tot
oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
Niet-gesplitste kredieten
p.m.
p.m.
0,—
Artikel 3 7 1 — Totaal
54 000
52 000
26 110,—
48,35
HOOFDSTUK 3 7 — TOTAAL
54 000
52 000
26 110,—
48,35
Titel 3 — Totaal
54 000
52 000
26 110,—
48,35
IV/72
NL
24.6.2014
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
TITEL 3
UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT SPECIFIEKE TAKEN VAN DE INSTELLING
HOOFDSTUK 3 7 — SPECIALE UITGAVEN VAN BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN
371
Speciale uitgaven van het Hof van Justitie van de Europese Unie
3710
Gerechtelijke kosten
Kredieten 2015
Kredieten 2014
Uitvoering 2013
52 000
54 000
26 110,—
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de kosten van een normale rechtsbedeling in alle gevallen waarin kosteloze
rechtsbijstand wordt verleend, alsmede van de kosten van getuigen en deskundigen, van plaatsopneming en van
rogatoire commissies, van honoraria van advocaten en van andere kosten die ten laste van het Hof van Justitie
kunnen komen.
Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.
3711
Arbitragecommissie bedoeld in artikel 18 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor
Atoomenergie
Kredieten 2015
Kredieten 2014
p.m.
p.m.
Uitvoering 2013
0,—
24.6.2014
NL
IV/73
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
TITEL 10
OVERIGE UITGAVEN
HOOFDSTUK 10 0 — VOORZIENINGEN
HOOFDSTUK 10 1 — RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN
Artikel
Post
Rubriek
Kredieten 2015
Kredieten 2014
p.m.
p.m.
0,—
p.m.
p.m.
0,—
p.m.
p.m.
0,—
HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL
p.m.
p.m.
0,—
Titel 10 — Totaal
p.m.
p.m.
0,—
HOOFDSTUK 10 0
HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL
HOOFDSTUK 10 1
TOTAAL-GENERAAL
354 425 000
355 367 500
Uitvoering 2013
341 871 972,11
% 2013-2015
96,46
IV/74
NL
24.6.2014
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
TITEL 10
OVERIGE UITGAVEN
HOOFDSTUK 10 0 — VOORZIENINGEN
Kredieten 2015
Kredieten 2014
p.m.
p.m.
Uitvoering 2013
0,—
Toelichting
HOOFDSTUK 10 1 — RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN
Kredieten 2015
Kredieten 2014
p.m.
p.m.
Uitvoering 2013
0,—
24.6.2014
NL
IV/75
Ontwerp van algemene begroting 2015
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
PERSONEEL
Afdeling IV — Hof van Justitie van de Europese Unie
Hof van Justitie van de Europese Unie
Functiegroep en rang
AD 16
AD 15
AD 14
AD 13
AD 12
AD 11
AD 10
AD 9
AD 8
AD 7
AD 6
AD 5
TOTAAL AD
AST 11
AST 10
AST 9
AST 8
AST 7
AST 6
AST 5
AST 4
AST 3
AST 2
AST 1
Totaal AST
AST/SC
AST/SC
AST/SC
AST/SC
AST/SC
AST/SC
2015
2014
Vaste ambten
Tijdelijke ambten
Vaste ambten
Tijdelijke ambten
5
10
45 (1)
120
99 (2)
50
52
196
100
175
27
52
—
1
47 (1)
—
72
79
37
2
1
—
—
28
5
10
45 (1)
120
99 (2)
50
80
221
79
154
19
47
—
1
49 (1)
—
75
82
37
2
1
—
—
28
931
267
929
275
10
17
30
47
56
62
65
91
167
40
39
—
1
—
5
31
24
49
42
11
6
—
10
17
32
63
48
52
83
102
128
32
—
—
1
—
5
31
24
51
42
13
5
—
624
169
567
172
—
—
—
—
40
—
—
—
—
3
—
—
40 (3)
3 (3)
6
5
4
3
2
1
Totaal AST/SC
Totaal-generaal
Totaal personeel
(1)
(2)
(3)
(4)
1 555 (4)
436
6
1 991 ( )
1 536 (5)
450
6
1 986 ( )
Waarvan 1 AD 15 ad personam.
Waarvan 1 AD 14 ad personam.
Thans is de instelling niet in staat om het aantal benodigde ambten nauwkeurig in te schatten.
Niet inbegrepen de reserve voor onvoorziene uitgaven, zonder toewijzing van kredieten, voor de detachering van ambtenaren bij de leden van het Hof van Justitie,
het Gerecht of het Gerecht voor ambtenarenzaken (6 AD 12, 12 AD 11, 18 AD 10, 9 AD 7, 11 AST 6, 17 AST 5, 21 AST 4 en 8 AST 3).
(5) Exclusief de virtuele reserve, zonder toewijzing van kredieten, voor ambtenaren die bij de kabinetten van het Hof van Justitie, het Gerecht of het Gerecht voor
ambtenarenzaken gedetacheerd zijn (6 AD 12, 12 AD 11, 20 AD 10, 15 AD 7, 11 AST 6, 17 AST 5, 21 AST 4, 8 AST 3).
(6) Halftijdse bezetting van bepaalde ambten kan worden gecompenseerd door de aanstelling van andere personeelsleden, tot een maximum van het aantal aldus
vrijgekomen ambten per categorie.
NL