2 deVerdieping DINSDAG 2 DECEMBER 2014 Trouw ‘Mensen komen hier soms al met een weekendtas, maar gaan dan toch weer naar huis’ Verslaafden aan crystal meth (methamfetamine) voeren een kringgesprek in een ziekenhuis in het Duitse Höchstadt. FOTO HH Als het even kan thuis afkicken Politici en hun belangrijkste adviseurs willen dat verslaafden thuis afkicken. Dat werkt net zo goed en is veel goedkoper. Het kan vaker dan nu gebeurt, maar verwacht geen wonderen, zeggen behandelaars en experts. ‘Een gedragsverandering kan even tijd nodig hebben.’ TEKST Edwin Kreulen P eter (55) is een fictief karakter maar wel een typische verslaafde. Het lukt hem al jaren niet om af te komen van de drank of drugs, zijn werk en gezinsleven worden onhoudbaar en daarom wordt hij een van de 66.000 mensen die jaarlijks aankloppen bij een van de verslavingsinstellingen in het land. Vandaag debatteert de Tweede Kamer over deze zorg. Vroeger zou een ernstig verslaafde als Peter vaak meteen zijn tandenborstel en pyjama mee mogen nemen. Binnen de kliniek zou hij zijn ontwenningsweken doen, en als het even kon daarna ook nog een tijdje intern blijven zodat zijn ‘inzichtgevende’ therapie alvast kon aanslaan. Volgens alle protocollen, maar ook van de politiek, mag dat niet meer. Zo’n klinische behandeling is allereerst zeer kostbaar – en dat geld is er niet meer. Maar ook Peters bestwil is hiermee gediend: het inzicht is gegroeid dat thuis afkicken minstens zo goed werkt. Zolang Peter natuurlijk wel langs blijft komen voor behandeling. Soms is deze vorm zelfs beter – zo kan de hele omgeving van Peter alvast wennen aan de afgekickte versie en wordt de patiënt niet na weken afzondering weliswaar clean maar geheel onvoorbereid weer naar huis gestuurd. Tegenwoordig zal iemand als Peter steeds vaker een zogeheten ambulante behandeling moeten volgen: gewoon thuis eten en slapen. Toch zijn er nog te veel Peters die alsnog binnen de muren van de kliniek worden behandeld, suggereert een recent rapport. Dat is gemaakt door Zorginstituut Nederland (ZiN), de belangrijkste adviseur van het kabinet over de vraag welke zorg in het basispakket thuishoort. De verslavingszorg doet het helemaal niet slecht, zegt ZiN, maar er kunnen altijd nog bedden verdwijnen en het is lang niet altijd duidelijk waarom iemand wordt opgenomen. “Puur cijfermatig is daar wel iets voor te zeggen”, concludeert Wim van den Brink. De hoogleraar verslavingszorg aan het AMC Amsterdam zat in de commissie die de richtlijnen ontwierp, onder meer voor de keuze tussen klinische en ambulante behandeling. “Nu krijgt 20 tot 25 procent van de patiënten te maken met een opname. Dat zou omlaag moeten. Misschien wel tot 15 procent. Want inderdaad, een opname is duur. Die 20 procent van de patiënten zorgt voor ruim 70 procent van de kosten.” Betere medicijnen Het inzicht is veranderd, beaamt Van den Brink. “Maar er zijn ook betere medicijnen, zodat patiënten veiliger thuis kunnen verblijven tussen de behandelingen door. En de cognitie- ve gedragstherapie die tegenwoordig bijna overal wordt toegepast, geeft meer mogelijkheden om het aangeleerde direct thuis toe te passen.” Nog niet iedere behandelaar is daarin getraind, merkt Van den Brink. “Je moet niet alleen een protocol hebben voor de behandeling, maar ook geschoolde medewerkers. Anders heb je alleen op papier een effectieve behandeling. Nog niet elke instelling in de verslavingszorg heeft alle medewerkers getraind. Dat zou allemaal kunnen helpen in een nog scherpere selectie van de mensen die opgenomen moeten worden.” Directeur Jasper ten Dam van de Amsterdamse instelling voor verslavingszorg Jellinek zou ze niet zomaar kunnen aanwijzen, de Peters die bij hem en bij zijn collega’s onterecht zijn opgenomen. “Mensen komen hier soms al met een weekendtas, maar gaan dan toch weer Trouw deVerdieping DINSDAG 2 DECEMBER 2014 3 ‘De zucht naar drugs was zo groot toen ik thuiskwam’ O Notities na een gesprek in afkickkliniek U-center in Epen. FOTO FLIP FRANSSEN, HH naar huis. We selecteren niet alleen bij het begin, ook na een paar weken. Het gebeurt regelmatig dat cliënten nog graag willen blijven, maar de behandeling toch ambulant wordt. Slechts bij een op de honderd mensen wordt de behandeling volledig in de kliniek gegeven. De rest van de groep is doorgaans maar een week opgenomen. Die cliënten gaan daarna naar huis terwijl de behandeling doorgaat.” Ten Dam denkt wel dat de verslavingszorg zich scherper kan verantwoorden. “Afhankelijk van de achtergrond van de cliënt, en ook van het middel waar men aan verslaafd is, zouden we nog meer onderscheid kunnen maken in de periode dat mensen in de kliniek blijven. Voor de een ligt dat net wat anders dan voor de ander. We zouden de wetenschappelijke onderzoeken naar die groepen nog beter kunnen gebruiken. Maar dat is geen garantie dat de tijd in de kliniek gemiddeld korter wordt. Bij sommige groepen kom je dan misschien tot het inzicht dat ze beter langer kunnen blijven. Soms kan blijken dat onder een verslaving een flink trauma ligt. Je verwacht toch het begin van een gedragsverandering, dat kan even tijd nodig hebben. Het kan beter, maar verwacht geen wonderen van die selectie.” Hoogleraar Van den Brink is dat eens met de Jellinek-directeur. Hij ziet vier soorten ‘Peters’ ‘Er kan meer, denk aan games waarbij mensen in een virtuele kroeg ‘nee’ moeten zeggen tegen alcohol’ voor wie opname toch echt noodzakelijk is. Het komt voor dat Peter al eerder is opgenomen voor een zware alcoholverslaving, en dat zijn ontgifting problemen opleverde. “Denk aan een onthoudingsinsult. Dat zijn risico’s die je liever niet nog een keer wilt lopen.” Een tweede groep betreft de patiënten die naar de kliniek zijn gestuurd door justitie, na een vergrijp onder invloed van drank of drugs. Die moeten van de rechter binnen blijven, daar kan de verslavingszorg weinig aan doen. p zijn vijftiende rookte hij zijn eerste joint, daarna volgden xtc, de partydrug GHB en cocaïne. Jeroen (24) uit Eindhoven werd vier weken geleden met spoed opgenomen in het ziekenhuis, omdat zijn GHB op was en hij een dosis nodig had om te overleven. In het ziekenhuis kreeg hij drie dagen lang GHB toegediend. Daarna werd hij doorverwezen naar verslavingskliniek Novadic-Kentron in Vught. “Daar begon ik met de detox, het ontgiften van mijn lichaam. Elke dag een beetje minder GHB, tot ik helemaal op nul stond.” Jeroen, klein van stuk en met een pet op, was hiervoor werkloos. Eerder werkte hij in de bouw en bij pakketbezorger DHL. Nu blijft hij drie tot zes maanden intern in de kliniek, want hij wil helemaal van zijn verslaving afkomen. Volgens hem is een behandeling thuis onmogelijk. “Ik moet hier fulltime zijn, anders gaat het mis. Een verslaafde moet uit zijn eigen omgeving gehaald worden. Zelfs in een beginstadium zou je moeten worden opgenomen, omdat je hier veilig bent.” Ook na de behandeling wil hij begeleiding blijven krijgen. Als alles goed gaat, mag hij na een jaar in een huurhuis van NovadicKentron wonen. “Dit weekend ga ik voor het eerst weer even weg uit de kliniek, naar mijn vader. Die houdt mij dan 24 uur in de gaten.” Jeroen is bang voor terugval. “Ik had al veel eerder hulp moeten inschakelen. Zo vroeg mogelijk. Het begon allemaal met blowen. Dat is niet zo ernstig, maar het gaat snel steeds verder.” Een jaar geleden werd Jeroen ook al opgenomen, voor drie maanden. Dat was geen bewuste keuze want hij werd gestuurd door zijn vriendin, vader, moeder en opa. “Het hielp niet dat ik toen bij afdeling Jeugd werd ondergebracht. De verslaafden waren daar niet allemaal even serieus, en het is juist belangrijk om mensen om je heen te hebben die echt willen stoppen met drugs.” De be- Peter kan ook nog eens dakloos zijn: dan heeft naar huis sturen al helemaal geen zin. Nieuw is een kleine, maar hardnekkig groep: de wat jongere Peter die verslaafd is aan de drug GHB. Landelijk zijn dat er jaarlijks inmiddels ruim 600. “Bij die groep is ontgifting zo heftig, dat het bijna altijd het beste is om het in de kliniek te doen. En ook in de fase daarna is het vaak verstandig om nog even te blijven, zodat de behandeling kan beginnen. Dat komt toch al snel neer op twee tot zes weken in de kliniek, en vaak nog langer.” Bij de Jellinek is een opname van zes weken bepaald geen uitzondering voor GHB, zegt directeur Ten Dam. “Maar ik zou niet zo ver willen gaan dat deze groep alle bedden in de verslavingszorg bezet. Met ruim 600 cliënten blijft het een beperkt deel van de 66.000 mensen die wij jaarlijks zien.” Ten Dam vindt dat de verslavingprogramma’s nog aantrekkelijker gemaakt kunnen worden en daardoor ook effectiever kunnen zijn. “Denk ook aan de toepassing van e-health. De helft van onze cliënten werkt daarmee. Er kan meer, denk aan games waarbij mensen in een virtuele kroeg ‘nee’ moeten zeggen tegen de alcohol die hun wordt toegeschoven. We hopen zo nog meer verslaafden te helpen. Want uiteindelijk zien wij maar 10 procent van de mensen die worstelen met handeling was nog maar net begonnen, toen hij een gevangenisstraf van twee maanden moest uitzitten voor het richten van een pistool op een politieagent. Daarna keerde hij zonder toezicht naar huis terug, zonder een goed afgeronde behandeling.“De zucht naar drugs was zo groot toen ik thuiskwam. Ik wilde mezelf belonen, dus ik ging meteen de fout in.” Eerst gebruikte hij nog alcohol ter vervanging. Maar al snel raakte hij weer aan de coke en GHB. “Ik heb ervaren dat verslaafd en thuis zijn niet samengaat. Een verslaafde moet wakker geschud worden. Het is belangrijk dat je een normale structuur krijgt, met rust en orde. Als het thuis bijvoorbeeld financieel slecht gaat, dan moet je daar niet aan te hoeven denken.” Jeroen krijgt binnenkort trainingen en therapie tegen agressie en terugval. Ook gaat hij leren om te ontspannen en om structuur aan te brengen in zijn leven. “Ik ben tevreden met de zorg van Novadic-Kentron. Behalve dat er veel stagiaires zijn, naar mijn schatting is 75 procent student. Soms hebben ze geen antwoorden op mijn vragen. Ik heb er soms meer verstand van dan zij. Maar ik kan bij iedereen terecht voor mijn problemen, dat is fijn.” In zijn vrije tijd sport hij veel. Zijn dag heeft een vaste structuur, ook door de medicijnen. “Op drie momenten per dag krijg ik het medicijn Baclofen. Dat is een middel dat chemisch verwant is aan GHB, en het gebruik ervan wordt nog getest. De dosis gaat steeds meer opgebouwd worden. Ook krijg ik een slaapmiddel.” Over de kosten van de behandeling zit hij niet in. “De GGZ betaalt alles. En een deel heb ik indirect betaald in het eigen risico. Ik vind het logisch dat ze betalen, want het houdt criminaliteit weg van de straat. En ik ga mijn best doen, in de toekomst wil ik altijd clean blijven.” GERMIEKE SMITS Om zijn kansen bij toekomstige werkgevers niet te verkleinen, is de echte naam van ‘Jeroen’ alleen bij de redactie bekend. een verslaving. Dat moeten er meer worden, maar dat zou ook betekenen dat we op een slimmere manier meer mensen moeten behandelen. En dat in een tijd waarin we niet moeten verwachten dat ons budget enorm groeit.” Nieuwe aanbieders Meer nog dan de reguliere verslavingszorg krijgen ‘nieuwe aanbieders’ er van langs in het ZiN-rapport. De goede daargelaten bieden die nogal eens programma’s die niet effectief zijn, met een hoop dagbesteding zoals yoga en paardrijden, en soms halen ze verslaafden helemaal uit hun sociale omgeving. “Wat er gebeurt tijdens een behandeling in Thailand of Zuid-Afrika, weten we niet”, zegt hoogleraar Wim van den Brink. Het marktaandeel van deze nieuwe aanbieders is niet hoog, rond de 6 à 7 procent.
© Copyright 2024 ExpyDoc