De Bunschoter

de Bunschoter - vrijdag 7 februari 2014
5
Don Schothorst helpt in strijd tegen verslaving
’Spakenburgers zijn harde werkers,
maar slechte praters’
Don Schothorst is zeker geen doorsnee Nederlander. Ondanks zakelijke successen ging het begin
jaren negentig van de vorige eeuw helemaal mis
met de inmiddels 65-jarige Schothorst. Drank
en drugs stortten hem in de afgrond. Hij zat in
een diep dal. Dankzij interventie van zijn familie
kwam hij in een kliniek in Londen terecht. Daar
kreeg hij zijn leven weer op de rit. Na zijn herstel
besloot hij SolutionS Addiction op te zetten, een
afkickkliniek voor welgesteld Nederland. Tegenwoordig komen verslaafden uit alle sociale klassen bij hem ‘over de vloer’. Ook Spakenburgers.
,,Niet een paar, maar in al die jaren zeker honderd
of meer’’, laat Don weten.
ABRAM MUIJS
De markante ex-verslaafde en
oprichter/directeur van SolutionS wil op verzoek in zijn
kantoor in Barneveld zijn verhaal
graag vertellen, want het mooiste
zou zijn dat SolutionS helemaal
niet zou bestaan. Maar dat is
een utopie. Verslavingen laten
een spoor van vernieling achter.
Schothorst weet dat als geen
ander. Maar hij weet ook dat er
voor iedereen een weg terug is,
als hulp wordt gezocht.
Je bent zelf ervaringsdeskundige.
Je kent de verhalen van de verslaafden en hun praatjes als geen
ander.
,,Dat kun je wel stellen, ja. Jarenlang heb ik geroepen: ‘Ik heb helemaal geen probleem. Ze kletsen maar wat.’ Vervolgens heb ik
zo mogelijk nog langer geroepen:
‘Ik heb misschien wel een probleem, maar ik los het zelf op.’
Totdat ik gewoon aan het einde
van mijn Latijn was. Met mijn
rug tegen de muur stond. Alleen
maar schulden had. Drie huwelijken waren stukgelopen. Op
een gegeven moment lag ik op de
intensive care met een overdosis.
Ik balanceerde op het randje van
de dood. Ik was 45. Toen heeft
mijn familie ingegrepen en aangegeven: nu is het afgelopen.
Op een ochtend zaten familieleden en twee mensen die ik niet
kende bij me aan tafel. ’s Middags zat ik in het vliegtuig naar
Londen met drie zusters en een
broer. Die vlogen niet mee voor
de gezelligheid. Ze waren bang
dat ik er alsnog tussenuit zou
piepen. Dat is niet gebeurd. Zonder die interventie had ik niet
meer geleefd. Dat is mijn redding geweest. Ik heb vierenhalve
maand in die kliniek gezeten.
Vervolgens heb ik daar meer dan
een jaar gewoond, om de hoek
bij de kliniek. Om alsnog daarop
terug te kunnen vallen en AA- en
NA-meetings te kunnen bezoeken. Dat alles heeft me een nieuw
leven gegeven.’’
Veel verslaafden krijgen een terugval. Heb jij die niet gehad?
,,Jawel. Ik ben nog een paar keer
teruggevallen op alcohol. Alcohol is de moeilijkste verslaving,
want dat is overal verkrijgbaar.
Op de hoek van elke straat. De
Engelsen zeggen zo mooi: ‘It’s
just an armlength away.’ Je kunt
overal scoren. Met drugs is dat
anders, hoewel dat ook steeds
makkelijker wordt. Zodra er wat
druk op de ketel komt, is het heel
makkelijk om naar de fles te grijpen. Als je maanden droog staat,
denk je op zo’n moment: Ach,
ik kan wel een biertje, wijntje
of whisky nemen. Maar je kunt
dat niet. Je receptoren komen
meteen in beweging en dan is
er geen rem. Zodra je er eentje
neemt, gaat het mis in de hersenen. Daarom is het een ongelijke
strijd, die je nooit wint.’’
Je hebt je verslavingen overwonnen. Daar wilde je wat mee
gaan doen en toen is SolutionS
’geboren’.
,,Toen ik terug was in Nederland
heb ik een adviescentrum voor
marketing en communicatie
opgezet. Dat liep op zich prima,
maar ik zag op een gegeven
moment geen uitdaging meer.
Ik wilde graag iets gaan doen
met de ervaringen die ik in de
verslavingszorg had gehad. En
zo is, na veel voorbereiding,
SolutionS ontstaan. Of ik dit als
mijn levenswerk zie? Zeker. Ik
ben nu 65, maar ben nog lang
niet klaar. Ik ben er dag en nacht
mee bezig. Ook in de weekenden
ben ik altijd even in de kliniek.
Vanuit het niets is dit in twaalf
jaar opgebouwd, maar het is nog
lang niet wat het moet zijn. Er
komen nog meer klinieken bij,
bijvoorbeeld aparte klinieken
voor eetverslaafden.’’
Harder
Aan de ene kant is het natuurlijk
jammer dat het zo’n succes is?
,,Ja natuurlijk. Maar laten we
daar geen misverstand over hebben; de ziekte verslaving groeit.
Waar dat door komt? Door
alle ellende. De wereld is harder
geworden. Het is moeilijk, ook
als kind, om je weg te vinden
in deze wereld en volwassen te
worden zonder tegen dingen
aan te lopen. Dat is veel lastiger
dan vroeger. Kijk maar eens wat
je tegenwoordig allemaal aan
diploma’s nodig hebt, wil je iets
bereiken. En daarnaast verkilt de
liefde. Steeds meer huwelijken
stranden. Daardoor belanden
kinderen tussen wal en schip.
Na een scheiding moeten beide
partners vaak hard knokken
om overeind te blijven, zeker
financieel. Dan mag je blij zijn
dat er nog wat tijd overblijft om
de kinderen goed te begeleiden.
Dat schiet er vaak bij in, met alle
gevolgen van dien. Je ziet in de
Don Schothorst: ,,Volgens mij hangt er elk weekend een witte wolk boven Spakenburg, van de coke.’’
(foto: Mark van Hardeveld)
verslavingsklinieken bijna één op
één dat er in de jeugd dingen zijn
gebeurd die niet prettig zijn en in
bepaalde gevallen zelfs traumatisch zijn geweest. Die kinderen
hebben niet de bescherming
gekregen die nodig is om op een
goede manier op te groeien.’’
Ziekte
Denk je - als je terugkijkt op de
tijd dat je verslaafd was - soms
niet: wat ben ik een eikel geweest?
,,Nee. Ik weet nu inmiddels dat
het een ziekte is. En het komt
voor in alle sociale klassen.
Waarom de één er gevoeliger
voor is dan de ander? Dat heeft
met genetische aanleg te maken.
Tien procent van de wereldbevolking heeft een genetische
aanleg voor verslaving. Dat is wetenschappelijk bewezen. Verslaving is gewoon een hersenziekte.
Anders zouden de ziektekostenverzekeraars de behandelingen
ook niet vergoeden.
Het grote probleem bij verslaafden is dat de meesten er zo
lang over doen voordat ze hulp
vragen. Dat heeft te maken met
schaamte, heel veel schaamte.
Als ze uiteindelijk bellen, is er al
een gigantisch lange tijd overheen gegaan. En meestal bellen
ze niet zelf, maar belt de familie.
In de meeste gevallen komt de
verslaafde dan vrijwillig met z’n
familie naar ons toe. Maar soms
wordt een andere weg bewandeld.’’
Dan grijpen jullie dus in. Hoe
gaat dat in zijn werk?
,,We kennen bij SolutionS het
een Familie Interventie Plan.
Doel daarvan is om tijdens een
zeer zorgvuldig voorbereide interventiedag de hoofdpersoon te
overtuigen van de noodzaak tot
het accepteren van hulp. Het uitgangspunt is dat het initiatief uitgaat van de direct betrokkenen
van de hoofdpersoon. Dat kan de
partner zijn of de familie, maar
ook vrienden of collega’s.
We laten in het voortraject vier
of vijf familieleden een brief
schrijven, met verschillende
invalshoeken en inhoud. Daarbij
zorgen we ervoor dat er niemand beledigd wordt. We gaan
respectvol te werk. Respect is
de basis van ons handelen. We
zijn er niet om te veroordelen. Ik
zeg altijd: respect voor de zieke
en voor de ziekte. We houden,
voordat we op pad gaan, een
generale repetitie. Daar spatten
de emoties vaak vanaf. En dan
gaan we op pad en overvallen
we de verslaafde. En dan zijn de
emoties vaak nog heftiger. Soms
lopen de verslaafden zo de achterdeur uit. Dan proberen we ze
met zachte hand weer naar binnen te krijgen. We doen niks met
geweld. Nogmaals, alles gebeurt
op basis van respect. Dat moet
de verslaafde voelen. Negentig
procent gaat mee. Dat komt door
de goede voorbereiding. Als de
verslaafde de emotie die loskomt
bij het voorlezen van de brieven voelt, dan wil hij wel. Tien
procent denkt nog steeds geen
probleem te hebben, maar komt
later vaak alsnog naar SolutionS.
Als ze echt niet willen, vragen we
de familie afstand te nemen van
die persoon. Dat is echt nodig.’’
Bunschoten-Spakenburg is geen
onbekend terrein voor je?
,,Ik ken het dorp al langere tijd.
Zelfs voordat ik met SolutionS
begon. Ik ken het centrum en
ging er wel eens eten. En in de
twaalf jaar dat ik SolutionS run
heb ik heel veel aanvragen uit
dit dorp ontvangen. Hoeveel?
Wel honderd of meer. Vooral
jongens. En het gaat vrijwel altijd
om drank- en/of drugsverslaving.
Alcohol en coke, en zo nu en dan
speed.’’
Slechte praters
Hoe zou je de Bunschoters en
Spakenburgers omschrijven?
,,Wat mij opvalt is dat het harde
werkers zijn, maar slechte praters. Met slecht praten bedoel ik
in dit geval: ze kunnen hun gevoelens moeilijk onder woorden
brengen.
Ze werken zich de hele week te
pletter, hebben een enorme inzet
en een dito verantwoordelijkheidsgevoel. Maar dan komt het
weekend en is er de grote verleiding om uit de band te springen.
Doordeweeks doen ze dat niet.
Het begint met een biertje, maar
dat loopt snel op en later komt er
coke bij. Ze steken elkaar aan, er
ontstaat kliekvorming, groepsgedrag. Volgens mij hangt er elk
weekend een witte wolk boven
Spakenburg, van de coke. In
Volendam en op Urk is het niet
anders.’’
Hoe zijn ze als patiënt?
,,Het zijn jongens die het goed
doen in de behandeling die wij ze
bieden. Weinig terugval. En als
ze terugvallen, komen ze weer
terug. Er zijn jongens bij die een
geweldige ommekeer hebben
meegemaakt en die nu AA- of
NA-meetingsleider zijn.
Niet je emoties kunnen delen,
betekent dat je ze opkropt. In
de behandeling krijgt dat ruim
aandacht. Dat proberen we te
doorbreken. Spakenburgers gáán
er voor in de behandeling. Het is
net of ze ook daar de omzet van
de week moeten halen.
Ik heb wel een beetje een zwak
voor het dorp. Het zijn harde
werkers, aanpakkers, dat ben ik
ook. Wat mij opvalt, is dat naast
familie vaak ook werkgevers bij
ons aankloppen. Zij zijn begaan
met hun personeel. Dat vind ik
geweldig. Daar heb ik respect
voor.’’
Wat zou je de Bunschoters en
Spakenburgers die verslaafd zijn
tot slot willen meegeven?
,,Hou op met jezelf voor de gek
te houden en kom langs. Er is
niemand die je veroordeelt. Het
is heel goed te behandelen. Pak
vandaag de telefoon nog. Je krijgt
een nieuw leven. Alles sal reg
kom, zou de Zuid-Afrikaan zeggen. Maar bedenk wel: Zonder
professionele hulp red je het
niet en wordt je leven verwoest.
Uiteindelijk verlies je het dan
van die verslaving. En dat kan
fataal zijn. Ik kan het weten, want
ik ben van de dood opgehaald.
Ik ben mijn verslavingen kwijt,
maar heb er zoveel voor teruggekregen. Dat gun ik iedereen.’’