installatietotaal VLA ontwikkelt samen met TNO protocol voor beoordeling fijnstof in binnenlucht In overleg met TNO zijn we gekomen met een praktisch en goed werkbaar meetprotocol, waarbij we na een continue meting van minimaal 1 week al een representatief beeld kunnen schetsten van het fijnstofgehalte.” Dezelfde manier meten De Vereniging Leveranciers van Luchttechnische Apparaten (VLA) heeft samen met TNO een uniek meet- Een ander groot voordeel is volgens Van Veen dat alle bij de VLA aangesloten bedrijven op exact dezelfde manier meten en ook protocol ontwikkeld. Dit protocol geeft met behulp van optische deeltjestellers een schatting met exact dezelfde apparatuur werken. “Daarom is er ook de voor de jaargemiddelde fijnstofconcentratie in kantoorruimtes. Met de uitkomsten van zo’n meting is de afweging makkelijker om filters en/of luchtbehandelingsinstallaties te installeren om intentie om na verloop van tijd alle meetresultaten in een databank te zetten, zodat er een effectieve kennisoverdracht kan zijn ir. Piet Jacobs zo blootstelling binnen aan fijnstofdeeltjes van bijvoorbeeld dieseluitlaatgassen te reduceren. en specifieke patronen van bijvoorbeeld de geografische ligging van gebouwen, soort luchtbehandelingsystemen, filtertypes, een A-classificatie in aanmerking te komen, dient standtijd van filters, enz. in de praktijk in kaart gebracht kunnen Op basis van één week meten geeft deze me- het geschatte jaargemiddelde PM2.5 concentratie worden. Op die manier krijgen we een nog realistischer beeld thodiek een schatting voor de jaargemiddelde lager te zijn dan 10 μg m-3, in aansluiting met de van en beter inzicht in het binnenklimaat (in relatie tot fijnstof) concentratie PM2,5 fijn stof in binnenruimtes in de “WHO Air Quality Guidelines” aanbevolen van kantoorgebouwen. Zo blijven we continu leren en werken van kantoren. Bovendien geeft het een schatting richtlijn voor jaargemiddelde buitenluchtconcen- aan verdere verbetering/verfijning van dit voor Europa bijzon- voor gebouwkenmerken zoals luchtdichtheid en tratie. Voor een C-classificatie dient de concen- dere meetprotocol.” filterkwaliteit. “Met dit protocol en de hiervoor tratie lager te zijn dan 25 μg m-3, in aansluiting Van Veen besluit met de opmerking dat de VLA binnen afzien- ontwikkelde data-analyse is Nederland nu een met de grenswaarde voor jaargemiddelde con- bare tijd ook het fijnstofprotocol wil gebruiken om schoolgebou- voorloper in Europa. Fijnstof is een bekende ri- centratie in de buitenlucht die vanaf 2015 in Ne- wen te classificeren. “Daar is op het gebied van het verwijderen sicofactor. Blootstelling kan leiden tot een breed derland van kracht is. De B classificering zit met van fijnstof uit het binnenmilieu een wereld te winnen, zo leert spectrum aan gezondheidseffecten, waaronder 15 μg m-3 hier tussenin. een eerste inventarisatie.” luchtwegklachten en hart- en vaatziekten en is in Praktische oplossingen verband gebracht met vroegtijdige sterfte”, zegt ir. Die leent zich door de afmetingen en de geluidsproductie van Piet Jacobs, onderzoeker energie, comfort & bin- de apparatuur echter minder goed voor brede toepassing in het nenmilieu bij TNO. binnenmilieu. De meetapparatuur bedoeld voor fijnstofmeting in Michel van Veen, directeur Technolab en voorzit- de binnenlucht is daarom dan ook aanzienlijk kleiner (formaat ter van de kring binnenmilieu advies van de VLA, Jaargemiddelde van een halve schoenendoos) en stiller. Dit vergroot de prakti- zegt dat dankzij dit fijnstofprotocol nu flinke stap- sche toepasbaarheid en beperkt de overlast tot een minimum. pen vooruit gezet kunnen worden. Voor het al langer bestaande buitenluchtproto- Jacobs: “De methodiek ontwikkeld voor dit protocol, houdt re- “Voorheen moest het fijnstofgehalte dat in een col worden filterwegingen gemaakt gebaseerd kening met fluctuaties in de buitenluchtconcentratie. Daarmee gebouw werd gemeten, getoetst worden aan op zogenaamde gravimetrische meetapparatuur. is de uitkomst meer dan een momentopname, maar een slim de buitenluchtnorm. Dit terwijl er van de huidige onderbouwde schatting voor de jaargemiddelde concentratie luchtbehandelingsystemen met sterk verbeterde fijnstof, opgesteld aan de hand van één week meten met behulp filtertechnieken een reductie van het fijnstofge- van een optische deeltjesteller. Gebouwkenmerken zoals lucht- halte in het binnenklimaat verwacht mag worden dichtheid en de kwaliteit van eventueel aanwezige luchtfilters ten opzichte van de buitenlucht. en de interne stofproductie worden meegenomen in de schat- De nieuwe classificatie geeft aan de hand van tingen. De hiervoor ontwikkelde data analyse maakt het protocol reële grenswaarden een duidelijk beeld aan welk De Vereniging Leveranciers van Luchttechnische Apparaten uniek.” gezondheidsrisico mensen worden blootgesteld, (VLA) is één van de 130 brancheorganisaties van FME-CWM, maar laat ook zien hoe het fijnstofgehalte in het de overkoepelende brancheorganisatie voor de technologische Classificatie kantoorgebouwen binnenklimaat is, ten opzichte van de buitenlucht. industrie waarbij ruim 2.750 technologische bedrijven in Neder- Kortom, de meetopzet geeft snel inzicht of het land aangesloten zijn. De VLA vertegenwoordigt fabrikanten, Aan de hand van de uitkomsten worden kantoorgebouwen ge- luchtbehandelingsysteem en de filters ook daad- leveranciers en dienstverleners op het gebied van luchttechni- classificeerd in zogenoemde A-, B- of C-gebouwen. Om voor werkelijk zorgen voor lagere fijnstofwaarden in het sche apparaten die actief zijn op de Nederlandse markt. 60 61 projectmanager VLA Tekst: Remi Hompe binnenklimaat. De VLA
© Copyright 2024 ExpyDoc