________________________________________________________________________________________________________________________ 9e nieuwsbrief, 27 april 2014 GROENMOES BEZOEKGIDS: “GROEN EN SMAKELIJK” BIJEN EN ROUNDUP KEURMERK EN LOGO KNOLLEN VOOR CITROENEN HELP, IK ZIE EEN NAAKTSLAK COMPOSTHOOP BIJ DROOGTE MULCHEN BIJ DROOGTE ZOMERGROENTEN ZAAIAGENDA WEBSERVICE GROEN EN SMAKELIJK Wie er nog aan twijfelt dat de derde pijler onder Groenmoes “regionale betrokkenheid” heet zal zich kunnen verbazen over de ca. 400 lokale en regionale initiatieven op groen- en voedselgebied die zijn verzameld om een ‘groen dagje uit’ in eigen land (Nederland en Vlaanderen) te kunnen maken met natuurlijk (moes)tuinieren en eerlijk voedsel als leidraad. Deze verzameling bracht Groenmoes in het verleden uit in een zo geheten ‘groene zomeragenda’. Deze agenda was niet te vergelijken met een tuinengids zoals die o.a. door Groei & Bloei en door de Tuinenstichting werden uitgegeven. De specifieke invalshoek waar Groenmoes vanaf 2009 voor koos bestond toen niet. De enorme groei van deze bijzondere initiatieven en de vele wisselende en incidentele bezoekmomenten maakt het steeds moeilijker om een groene zomeragenda te blijven maken. Daarom heb ik de volgende keuze gemaakt. Een aantal groene evenementen krijgt een plaats in de agendarubriek op de website (kijk onder de knop ‘webservice’). Vervolgens verschijnen vaste gegevens provinciegewijs in een digitale gids die je ontvangt na betaling van 0,50 eurocent per provincie. Ter kennismaking ontvang je omstreeks 10 mei de GROEN EN gids van de provincie Utrecht, waarna je wordt uitgenodigd SMAKELIJK om een bestelling te plaatsen van de provincie(s) van je keuze. Vlaanderen zal hierin als een geheel worden meegeBEZOEKG BEZOEKGIDS nomen. De verzending gebeurt via “wetransfer.com” zodat je inbox niet belast wordt. Hoe het precies werkt zal VOOR NEDERLAND omstreeks 10 mei worden toegelicht. Eind mei/begin juni zal & “groen en smakelijk” naar de deelnemers worden gezonden. VLAANDEREN De te bezoeken locaties liggen op de volgende gebieden: historische groentetuinen, oude fruitrassen, fruit- en bloemencorso’s, groente- en fruitmusea, streekproductenmarkten, moestuinen, groentekwekerijen, fruitkwekerijen, natuurtuinen, permacultuurtuinen, biologische kwekerijen, bloementuinen, kruidentuinen, groente- en bloemenveilingen. 1 ________________________________________________________________________________________________________________________ BIJEN EN ROUNDUP In vervolg op de twee korte artikelen over bijen en over RoundUp in nieuwsbrief 8 kan ik melden dat het onderzoek dat Greenpeace onlangs naar stuifmeel en bijen uitvoerde er naadloos bij aansluit. Er is namelijk onderzocht welke stoffen het bijenbrood (combinatie van stuifmeel en nectar) in bijenkasten bevat. Men kwam tot de onthutsende ontdekking dat er sprake is van een grote hoeveelheid landbouwbestrijdingsmiddelen, in sommige gevallen is sprake van 17 (!) verschillende chemische middelen. Er werden in 12 Europese landen 100 monsters onderzocht. Deze leverden 53 verschillende chemische stoffen op. De persverklaring van Greenpeace eindigt aldus: “'De landbouw leunt sterk op intensief gebruik van giftige bestrijdingsmiddelen, grootschalige monoculturen en machtsconcentratie van grote chemische bedrijven. De last voor bijen en andere bestuivende insecten is ondraaglijk”. Een blik in de plaatselijke Boerenbondwinkel leverde ook al een onthutsend beeld op. Biologische en chemische bestrijdingsmiddelen staan gebroederlijk naast elkaar in een steeds verder uitdijend winkelschap. De doorsnee klant ziet door de bomen het bos niet meer. Bayer naast Ecostyle en Pokon naast RoundUp terwijl DCM het met Luxan doet. Gewasbescherming heet dat tegenwoordig. Wie zijn gewas wil beschermen en ook het milieu wil sparen zoekt naar producten die echt op natuurlijke basis zijn gemaakt. Xardin en Pireco zijn van die producten. Ze zijn alleen niet in ‘bulkzaken’ te vinden. Voor Xardin kijk je eens rond op de website van Tuinkenner.nl terwijl Pireco biologische gewasbeschermingsmiddelen onder eigen naam bij gespecialiseerde – vaak kleine – bedrijven uitbrengt. Maar…. Vergis je niet: spruzit en pyrethrum zijn biologische gewasbeschermingsmiddelen die wel degelijk schadelijk kunnen zijn voor bijen. Het is maar hoe je er mee omgaat. Deze middelen worden vaak gebruikt om op een milieuvriendelijke manier luizen te bestrijden. Ook het door chemiereus Bayer in de markt gezette natuurlijke gewasbeschermingsproduct Natria bevat pyrethrinen. Het zijn zo geheten niet-selectieve middelen die niet alleen de luis om zeep helpen, maar elk ander insect – inclusief lieveheersbeestjes en bijen – die er op dat moment zijn. Gebruik het alleen als er geen bloeiende bloemen in de buurt zijn. Je kunt het ook ’s avonds toepassen omdat pyrethrum snel afbreekt. Dit ‘pas-op-gebruik’ van pyrethrum kende ik zelf ook niet, totdat ik, door alle commotie omtrent het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in relatie tot bijensterfte, bij meerdere bronnen dit waarschuwende geluid ontdekte. In een van de volgende nieuwsbrieven laat ik je weten hoe ik op een eenvoudige manier van het lui2 ________________________________________________________________________________________________________________________ zenprobleem bij tuinbonen afkom. Nu even niet, want boven ons hoofd woedt een machtsstrijd om het gebruik van het veel gebruikte landbouwgif onder de verzamelnaam neonicotinoïden. Terwijl uit onderzoek blijkt dat een verband bestaat tussen landbouwbestrijdingsmiddelen en bijensterfte doet de Land- en tuinbouworganisatie (LTO) of haar neus bloedt en schreeuwt moord en brand als de Tweede Kamer op 8 april j.l. een nationaal verbod wil op het gebruik van neonicotinoïden als chemisch bestrijdingsmiddel. En men heeft een punt als ons land daarmee economisch op achterstand wordt gezet t.o.v. andere Europese landen. Dat men zich zelf op termijn in de staart bijt wordt dan maar over het hoofd gezien. KEURMERK EN LOGO In de periode 2009-2010 deed ik onderzoek naar keurmerken en logo’s op het gebied van plantaardig voedsel. De veelheid aan keurmerken, logo’s, vignetten, beeldmerken en labels zorgden indertijd voor een ondoorzichtig geheel. Het was een oerwoud geworden waar je als consument zonder kompas de weg kwijtraakte. Van 60 logo’s op het gebied van tuinbouw en voedsel heb ik geprobeerd kenmerk, betekenis en waarde te achterhalen. Het werd overzichtelijk in een handzaam boekje gepresenteerd en vervolgens kraaide er geen haan naar. Die situatie doet zich nu opnieuw voor. Het oerwoud is groter geworden, de onduidelijkheid, misleiding en gebrek aan daadkracht om eerlijke informatie over een van onze basisbehoeften te verstrekken is alleen maar toegenomen. Wat heeft het voor zin om te milimeteren over de eigenschappen van een keurmerk, de wijze waarop producten van dezelfde soort met elkaar zijn vergeleken? Wat is de betekenis van etiketten als de boodschap over bijv. de hoeveelheid suiker op 10 verschillende manieren ondoorzichtig wordt gemaakt? Waarom wordt de regering boos en doet vervolgens niets als de voedselindustrie telkenmale belooft om minder zout in bewerkt voedsel te doen en het bij beloften houdt? Waarom duizelt het van moeilijke woorden in etiketten en worden E-nummers vervangen door bewoordingen die de schijn wekken dat er minder additieven worden gebruikt? Waarom klopt een bedrijf zich op de borst als het de indruk wekt zich bezorgd te tonen om onze gezondheid en vervolgens de slechte boodschap verzwijgt? Sorry voor Milieucentraal die heeft geturfd dat er in de afgelopen 18 maanden maar liefst 90 keurmerken in de supermarkt zijn bijgekomen. Leuk om dit te weten, of ook weer niet want wat doen we met die kennis? Waarschijnlijk is het een reden om de schouders op te halen en maar op eigen kompas te varen. En dat past precies in het straatje van de voedselindustrie en de supermarktketens: “we zullen de consument overvoeren met informatie. Hij wordt er op den duur zo moe van dat hij het hoofd in de schoot legt”. En mij is dat al overkomen met die milieuvriendelijke, uit de ren weggelopen scharreleieren uit klas A van stal 17, of… hoe zat dat ook al weer. Het stoplichtsysteem zal het wel nooit halen. Je denkt toch niet dat er een bedrijf is dat accepteert dat een consumentenorganisatie het licht op rood zet voor een van 3 ________________________________________________________________________________________________________________________ hun producten? Het is wel het meest eenvoudige, duidelijke en daadkrachtige keurmerk dat je je kunt wensen. Dat heeft men bij de WUR in Wageningen onderzocht, maar ja, daar wordt geen voedsel verkocht. WAAROM KOPEN WE KNOLLEN VOOR CITROENEN? Ik kan er bijna niet op wachten. Ze staan volop in bloei en de vruchtvorming is al goed te zien. Afhankelijk van het ras kan ik over enkele weken al plukken. Dat is dan, dank zij veel zon en hoge dagtemperaturen ruim eerder dan vorig jaar. Ik heb het niet over knollen en zeker niet over citroenen. Aardbeien. Met recht zomerkoninkjes genoemd want wat heb je je tot nu toe bekocht kunnen voelen. De Spaanse aardbeien die lange tijd de supermarkt haalden voelden aan en smaakten als knollen. Als ik de Nederlandse kasaardbeien proef die de Spaanse zijn opgevolgd in het schap dan gaat de knol over in een waterige massa en heb ik nog steeds geen smakelijk product op mijn tong gehad. Warmte en licht zijn essentieel voor een smaakvolle aardbei. Ook al komen ze uit Spanje, ook daar tellen we in maart en april nog te weinig zonuren. Misschien begrijp je waarom je zelf geteelde aardbeien beter smaken dan elke aardbei die vroeger in het jaar wordt aangeboden. Het is niet alleen de raskeuze die iets over de smaak zegt, het is vooral het tijdstip waarop we ze eten. Houd het toch maar op een seizoensproduct, ook al worden ze jaarrond aangeboden. Want anders zou je wel eens knollen voor citroenen in je winkelmandje kunnen meenemen. HELP, IK ZIE NIET ÉÉN NAAKTSLAK, IK ZIE ER WEL HONDERD!! “hiebij wil ik u vragen hoe u omgaat met slakken vooral naaktslakken in de natuurlijke moestuin zonder gif en andere spuitmiddelen en ander giftige produkten. Hebt u een methode om ze niet dood te maken maar juist ze toe te laten en van ze te profiteren als composteerder?” Beste Lucy Je stelt me nog een andere vraag maar het slakkenprobleem lijkt me interessant genoeg om ook anderen die natuurlijk moestuinieren omarmen troostend of bemoedigend te hulp te snellen. Laat ik voorop stellen dat onze tuin een verlengstuk is van de natuur en dat we in een natuurlijke omgeving zo weinig mogelijk ingrijpen. Nu kunnen we wel proberen om die natuur na te bootsen 4 ________________________________________________________________________________________________________________________ in een tuin, maar dan moeten we niet beginnen met rijtjes sla of courgettes en pompoenen uit te planten. Het zijn slechts enkele groenten waarvan het blad door slakken tot lekkernij is verklaard. In een tuin balanceren we op een wankel evenwicht: tot hoever laten we de natuur zijn gang gaan en wanneer grijpen we in. Laat ik maar uitgaan van mijn eigen ervaringen. Naaktslakken zijn vooral in de periode april-juni een ware plaag. Er is nog weinig groen in de tuin te bespeuren en de sla die ik er zaai zie ik nog wel kiemen en kiemblaadjes krijgen maar dan is de sla plotseling verdwenen. In de pompoenbladeren vallen grote gaten, dusdanig dat ook dit jonge plantje, dat in de eerste maand van zijn leven toch al stress ervaart bij kou en nattigheid, tegen die slakkenvraat niet is opgewassen. Ik heb enkele naaktslakken beetgepakt en bij sla en pompoenplant neergevleid. Vervolgens bouwde ik barrieres van koffiedrab en van eierschalen, gaf het signaal ‘aanvallen’ en ik zag ze traag maar dapper de hindernissen nemen om vervolgens te doen alsof ze er niet waren geweest. Ik ken mensen die slakkenvallen neerzetten met bier maar als het veel regent wordt ‘onze en ‘hun’’ lekkernij verdund en wil geen slak meer aan het bier. Stenen neerleggen of plankjes, in ieder geval plaatsen waar slakken onder kunnen kruipen na een nachtje stappen. Deze vochtige, want niet uitdrogende locaties zijn voor ons het signaal om die gauwdieven eronder uit te halen en uit onze tuin te verbannen. Met koperen strips en knoflookthee heb ik nooit gewerkt. Wel met ecologische slakkenkorrels die, na een bui regen uiteenvallen en de slak verder niet deren. Zelfs de Ecostyle slakkenkorrel die ik een slak voorhield nam hij dankbaar in ontvangst om daarna zijn weg richting koolplant te vervolgen, want daarnaar was hij op weg. Ik heb het aantal slakken in mijn volkstuin van ca. 250 m2 nooit geteld. Geen beginnen aan. Honderd staat er boven dit artikel, maar ik denk eerder richting de duizend. Ik heb mijn strijd tegen slakken opgegeven. Ik accepteer dat ze er zijn. Ik ga ’s morgens vroeg een slakkenwandeling maken omdat veel slakken dan nog op weg slakken in mijn composthoop zijn naar hun natuurlijke schuilplaats. Tientallen vang ik er elke ochtend weg. De composthoop is er goed slakken in mijn composthoop mee. Leg daar trouwens elke avond enkele lekkere blaadjes neer en ze zullen zich in de composthoop gaan thuisvoelen als er regelmatig ‘voedsel’ aan wordt toegevoegd. Toch laat ik de sla niet van mijn brood eten. Om me tot deze groente te beperken: ik doe twee dingen tegelijk: ik zaai thuis sla in bakjes, verspeen ze in grotere potten en breng ze daarna pas naar de tuin. In de tuin staan inmiddels enkele gekochte exemplaren, afgeschermd door plastic flessen waarvan de bodem is afgesneden. De bovenranden van de flessen smeer ik in met vaseline en verwacht dat slakken hier niet overheen kunnen glijden. Als experiment heb ik eens enkele tonkinstokken in de grond gestoken waaromheen een aantal potten waren gestoken met op te kweken sla, andijvie en boontjes. Slakken zouden alleen via de tonkinstokken een groen blaadje kunnen bemachtigen maar de onderkant van de stokken had ik eveneens met vaseline ingesmeerd. 5 ________________________________________________________________________________________________________________________ Mijn ervaring is dat slakroppen, als ze eenmaal goed mijn “slakkenvrije groentetoren’ aan de groei zijn, een slak meer of minder wel kunnen verdragen. Als de sla vlak voor gebruik in de keuken wordt gewassen, komen er altijd nog wel kleine slakjes gedag zeggen. Ook dat is de natuur. Je begrijpt dat het jouw individuele keus is om het slakkenprobleem aan te pakken. Wat voor mij geldt hoeft jouw oplossing niet te zijn. Maar ik ben er eerlijk in, ik ben de strijd aangegaan maar ik heb verloren. Ik accepteer dat er mee-eters zijn en ik behelp me met eigen vindingen. Eén troost: je bent niet de enige met hetzelfde probleem en nog één: als het zomer wordt is er zo veel te snoepen in de tuin dat je enkele blaadjes niet zult missen. Mijn slakkenvers is ook in 2014 nog steeds actueel: slakken Ik zie in mijn droom een colonne aan slakken Die, terwijl ik hier pit Heel traag in gelid Op weg zijn mijn sla aan te pakken Ik sla in mijn droom naar de slakken Die, glibberend en glijdend Zich op slablad verblijdend Niet dromen en ook niet slabakken Daar komen ze aan, daar komen ze aan Ze hebben geen kousen of schoenen meer aan Maar naakt of gekleed ’t Is al sla dat men eet Ik droom niet als ‘k geen sla meer zie staan Hans van Eekelen, 2009 6 ________________________________________________________________________________________________________________________ COMPOSTHOOP BIJ DROOGTE De maanden maart en april zijn overwegend droog en warm geweest. Vaak was ik in de weer met het water geven aan planten in de tuin. Die paar buien zorgen alleen oppervlakkig voor nattigheid. Vooral op zandgrond dringt het water moeilijk door de bovenlaag en kan de onderlaag nog steeds kurkdroog zijn. Waar ik het over wil hebben is het automatisme dat bij mij is ontstaan om bij de watergeefbeurt ook de composthoop te betrekken. Als die droog blijft zullen wormen en slakken niet veel voor je kunnen betekenen en vindt er geen omzetting plaats. Dus geef ik ook de composthoop water – een gieter vol, soms twee keer de inhoud. Is te voorzien dat het daarna droog blijft dan dek ik de composthoop af. Karton is er geschikt voor (organisch materiaal) maar zwart plastic kan natuurlijk ook. Daaronder wordt het vochtig, warm. Ideaal om compostwormen aan het werk te zetten. Na een tijdje haal ik de bedekking weg, en werk ik de hoop goed door elkaar. Dat geeft letterlijk lucht aan de hoop. Indien nodig dek ik de hoop weer af en het composteringsproces herneemt zijn gang. MULCHEN BIJ DROOGTE Ben je nog niet gewend om te mulchen? Wat dat is? De grond bedekt houden met organisch materiaal (bladafval, nog niet in bloei geschoten onkruid, stro, houtvezels, dennennaalden). Het bedekt houden van de grond voorkomt uitdroging ervan en als goede tweede: het houdt de groei van onkruid tegen. Een derde voordeel: het stimuleert het bodemleven dat vervolgens de grond luchtig houdt. Schoffelen is dus helemaal niet nodig. Nog een vierde punt? Ja, wat ervan verteert levert direct ter plekke compost op. Iemand die aardappelen teelde vertelde ooit dat hij de aardappelbedden niet aanaardde maar tegen de planten een steeds hoger wordende berg mulchmateriaal legde. De aardappelen groeiden tussen het mulchmateriaal; ze werden niet groen omdat ze tegen het licht waren afgeschermd en het ‘plukken’ (aardappelen groeien niet aan de wortels, maar aan de stengels) verliep ook al gemakkelijker. Bovendien kun je op die manier beter voelen welke aardappelen groot 7 ________________________________________________________________________________________________________________________ genoeg zijn om te oogsten. Je hoeft dus ook niet de hele plant eruit te spitten. Wie volgens principes van permacultuur werkt mulcht als vanzelfsprekend. Het is immers het nabootsen van de natuur waarin bomen en struiken hun blad verliezen, de bodem bedekken, waarna het bodemleven vanzelf wordt geactiveerd. Mulch en bodemleven houden de grond luchtig, precies wat een plant nodig heeft. ZOMERGROENTEN Hiermee worden groenten bedoeld die geen vorst kunnen verdragen sterker nog, bij een temperatuur van ca. 20 ˚C pas goed gedijen. Tot mijn stomme verbazing zag ik op mijn volkstuincomplex de ene na de andere tuinman en –vrouw met grote planten komkommers, tomaten, aubergines, paprika’s, courgettes en pompoenen lopen. Je hoorde ze denken: ‘kijk mij ‘eens’. Het was nog maart en je denkt dan nog eerder aan kool- en slaplanten. Maar als tuincentra al dat moois aanbieden dan zullen ze daar toch wel weten dat die dan de tuin in kunnen? Nee, tuincentra verkopen graag en veel. Hoe groter de hoeveelheid groenteplanten des te eerder zal de moestuinman en -vrouw tot koop overgaan. Het zijn marketingtrucs om je zo snel mogelijk tot bestedingen te verleiden. Als je daarvoor bezwijkt heeft het tuincentrum twee vliegen in een klap: je koopt niet bij de concurrent en je komt vast nog een keer terug om de door te lage opkweektemperaturen verloren gegane moestuinplanten te vervangen. Wie zijn aankopen uitstelt tot begin mei loopt in kas of koude bak het minste risico op vorstschade. Is de verdere teelt in de volle grond bedoeld wacht dan tot ca. 15 mei (IJsheiligen). Courgetteplanten zullen je dankbaar zijn als ze medio mei nog even in de wachtkamer mogen blijven als de buitentemperatuur lager is dan normaal voor de tijd van het jaar. Volgens de zaaiagenda hebben we het dan over een nachttemperatuur van + 8 ˚C en een dagtemperatuur van ca. + 18 ˚C. Uit eigen ervaring weet ik dat ongeduld een slechte raadgever is: toen ik mijn stokbonen had voorgekweekt en de ‘slingers’ zich overal aan wilden vastklampen besloot ik de bonen half mei bij de staak te zetten. Twee dagen later kwam er toch nog een lichte nachtvorst en waren de bonen bevroren. Dat kan gebeuren als je half april met voorzaaien begint. De zaaiagenda noemt 12 april, resp. 18 april als eerste data om met een normale teelt van bonen te beginnen. Je loopt dan dus nog wel vorstschaderisico’s. Het tweede moment (3 mei, resp. 11 mei) geeft meer zekerheid om in ieder geval nachtvorst te ontlopen. Maar koud en nat weer na half mei… ook daar kunnen bonen niet goed tegen! WAAROM WORDEN ER VAN EEN GROENTESOORT ZOVEEL DATA IN DE ZAAIAGENDA GENOEMD? Het antwoord op de vraag is meerledig. Als je bijv. rucola zaait dan kun je daar al vroeg in het jaar mee beginnen. En rucola groeit snel. Zes 8 ________________________________________________________________________________________________________________________ weken na het zaaien kunnen de eerste blaadjes al geplukt worden. Je kunt ervan blijven plukken, ook als de planten in bloei schieten. De smaak gaat wel achteruit. De jonge blaadjes smaken het best. Als je daar de voorkeur aan geeft zorg je in mei voor een tweede zaai. Nadat je daarvan kunt oogsten composteer je het eerste zaaisel. Als je dat elke 2 maanden herhaalt beschik je altijd over jong en smakelijk blad. Door het noemen van alle data weet je dus dat je op herhaling kunt gaan maar weet je tevens wanneer het laatste moment aanbreekt om in hetzelfde jaar nog succesvol te kunnen oogsten. Bij snijselderie worden net zo veel zaaimomenten genoemd als bij rucola. Toch hoef je niet vier keer per jaar te zaaien, want kun je er eenmaal van oogsten dan kan dat gedurende de rest van het jaar ook. Waarom dan toch vier momenten genoemd? Niet iedereen is ermee bekend vanaf wanneer je in de vollegrond met zaaien kunt beginnen. Of als je nog bruikbare selderie van een eerder jaar in je tuin hebt dan kun je het eerste zaaimoment wellicht overslaan. Ook overjarige selderie zal een keer in bloei schieten en dan harder en minder smakelijk blad opleveren. Zaai dus op enig moment op een later tijdstip en de zaaiagenda herinnert je er aan dat je dit niet vergeet te doen. Bij een derde reden om gespreide zaaimomenten te noemen geef ik spinazie als voorbeeld. Je kunt er in herfst en winter mee beginnen (of eindigen zo je wilt) maar dan gaat het wel over teelt onder glas of onder andere beschutte omstandigheden. Hiervan worden drie zaaimomenten genoemd. Het tegenovergestelde seizoen, de zomer dus, is in feite niet geschikt om spinazie te zaaien. Bij warm weer groeit spinazie te hard, schiet in bloei en is dan niet meer te eten. Hoewel er wel spinazierassen worden genoemd (13 mei, 12 juni, 13 juli) worden de alternatieven voor zomerspinazie ook aangereikt. Eén ervan, NieuwZeelandse spinazie, is alleen maar geschikt om na de IJsheiligen uit te planten. Voorzaaien kan uiteraard wel eerder (onder warm, resp. koud glas). Nog een reden om van spinazie zoveel zaaimomenten te geven ligt in het onderscheid tussen scherpzadige en rondzadige spinazierassen. Dit onderscheid is van belang bij het stijgen van de temperatuur. Spinazie groeit bij hoge temperaturen sneller dan bij lage. Maak van deze wetenschap gebruik door in winter en vroege voorjaar voor een scherpzadig=snelgroeiend ras te kiezen. Vanaf midden voorjaar zou de groei wel eens te snel kunnen gaan met in zaad schieten tot gevolg. Rondzadige rassen groeien trager en schieten dus ook minder gemakkelijk in bloei. Met alle vooraf genoemde verschillen is het niet verwonderlijk dat er wel 12 zaaimomenten genoemd worden, waarbij een eerste en laatste zaaimoment sowieso gegeven wordt. WEBSERVICE Het jaar 20214 is het jaar van de boon. Je zag het op de Groenmoesmarkt waar je kon navelstaren naar 3.202 kleurrijke bonen. Er komt dit jaar in de Week van de Smaak een verkiezing voor (bonen)’held van de smaak’. Al die aandacht bracht me ertoe om je te wijzen op een aantal 9 ________________________________________________________________________________________________________________________ websites waarin boontje om zijn loontje komt. Ik heb me tot 3 websites beperkt maar ik zou er de website van de Bruinebonenbende aan kunnen toevoegen ware het niet dat deze bende onlangs weinig inspirerend naar Groenmoes opereerde waardoor ik – samen met Vreekens’ Zaden – een eigen bende bonen aan Groenmoesmarktbezoekers moest voorleggen. En dat bleek erg inspirerend geweest te zijn! www.landschapvansmaken.nl Dit is de website van het praktijknetwerk over oude rassen en gewassen. Dit netwerk bestaat op projectbasis van 2012 tot en met 2015. Het is opgezet door de stichting Streekeigen Producten Nederland. Niet alleen boeren maken er deel van uit, ook handelaren en verwerkers zoals koks. Organisaties zijn o.a. Slow Food Nederland, Biologisch Goed Van Eigen Erf, en van Stichting Waldfrucht in Friesland tot De Genneperhoeve in Brabant. In het jaar 2014 ligt de focus in allerlei opzicht op peulvruchten en bij Het Landschap van Smaken heel bijzonder op het Friese, gele Woudboontje. www.zaadgoed.nl Stichting Zaadgoed was in 2012 aanwezig op de Groenmoesmarkt. Bezoekers konden er kennis maken met Maaike Raaijmakers die toen, tevens als vertegenwoordiger van de professionele organisatie Bionext, een warm pleidooi hield voor vrij gebruik van (voedsel)zaden. Stichting Zaadgoed blijft zich verzetten tegen aanspraken van multinationals. Het is te lezen op de website van de stichting. Iets lichtvoetiger is de oproep om vóór 15 mei a.s. zaden van bonen op te sturen voor het houden van een proef (enkele jaren geleden gebeurde dit ook met doperwten). Zie verder de website voor een toelichting hierop. www.bohnen-atlas.de In de Week van de Smaak – in het najaar – is er elk jaar de verkiezing van de Held van de Smaak. Dit jaar zal het een “bonen of peulvruchtenheld” moeten worden. Reden om eens een kijkje te nemen op de Duitse website van de bonenatlas. Je kunt er echt van in de bonen raken. Daar verbleekt het aantal verschillende rassen bij die ik op de Groenmoesmarkt ten behoeve van het prijzenfestival had meegenomen. Van bonen kun je zo maar in vervoering raken, ook al eet je ze niet. Ik pronk er graag mee. Op 27 april 2014 zijn er 1.138 nieuwsbriefabonnees Wil je geen nieuwsbrief meer ontvangen? Stuur een e-mail naar [email protected] met de mededeling ‘uitschrijven’ en de berichtgeving zal worden stopgezet. Best, 27 april 2014, Hans van Eekelen, [email protected] / www.groenmoes.nl 10
© Copyright 2024 ExpyDoc