9 nieuwsbrief, 27 april 2014

________________________________________________________________________________________________________________________
9e nieuwsbrief, 27 april 2014
GROENMOES BEZOEKGIDS:
“GROEN EN SMAKELIJK”
BIJEN EN ROUNDUP
KEURMERK EN LOGO
KNOLLEN VOOR CITROENEN
HELP, IK ZIE EEN NAAKTSLAK
COMPOSTHOOP BIJ DROOGTE
MULCHEN BIJ DROOGTE
ZOMERGROENTEN
ZAAIAGENDA
WEBSERVICE
GROEN EN SMAKELIJK
Wie er nog aan twijfelt dat de derde pijler onder Groenmoes “regionale betrokkenheid” heet zal zich
kunnen verbazen over de ca. 400 lokale en regionale initiatieven op groen- en voedselgebied die zijn
verzameld om een ‘groen dagje uit’ in eigen land (Nederland en Vlaanderen) te kunnen maken met
natuurlijk (moes)tuinieren en eerlijk voedsel als leidraad. Deze verzameling bracht Groenmoes in het
verleden uit in een zo geheten ‘groene zomeragenda’. Deze agenda was niet te vergelijken met een
tuinengids zoals die o.a. door Groei & Bloei en door de Tuinenstichting werden uitgegeven. De
specifieke invalshoek waar Groenmoes vanaf 2009 voor koos bestond toen niet. De enorme groei van
deze bijzondere initiatieven en de vele wisselende en incidentele bezoekmomenten maakt het steeds
moeilijker om een groene zomeragenda te blijven maken. Daarom heb ik de volgende keuze
gemaakt. Een aantal groene evenementen krijgt een plaats in de agendarubriek op de website (kijk
onder de knop ‘webservice’). Vervolgens verschijnen vaste gegevens provinciegewijs in een digitale
gids die je ontvangt na betaling van 0,50 eurocent per
provincie. Ter kennismaking ontvang je omstreeks 10 mei de
GROEN EN
gids van de provincie Utrecht, waarna je wordt uitgenodigd
SMAKELIJK
om een bestelling te plaatsen van de provincie(s) van je
keuze. Vlaanderen zal hierin als een geheel worden meegeBEZOEKG
BEZOEKGIDS
nomen. De verzending gebeurt via “wetransfer.com” zodat
je inbox niet belast wordt. Hoe het precies werkt zal
VOOR
NEDERLAND
omstreeks 10 mei worden toegelicht. Eind mei/begin juni zal
&
“groen en smakelijk” naar de deelnemers worden gezonden.
VLAANDEREN
De te bezoeken locaties liggen op de volgende gebieden:
historische groentetuinen, oude fruitrassen, fruit- en bloemencorso’s, groente- en fruitmusea, streekproductenmarkten, moestuinen, groentekwekerijen, fruitkwekerijen, natuurtuinen, permacultuurtuinen, biologische kwekerijen,
bloementuinen, kruidentuinen, groente- en bloemenveilingen.
1
________________________________________________________________________________________________________________________
BIJEN EN ROUNDUP
In vervolg op de twee korte artikelen over bijen en over RoundUp in nieuwsbrief 8 kan ik melden dat
het onderzoek dat Greenpeace onlangs naar stuifmeel en bijen uitvoerde er naadloos bij aansluit. Er
is namelijk onderzocht welke stoffen het bijenbrood (combinatie van stuifmeel en nectar) in
bijenkasten bevat. Men kwam tot de onthutsende ontdekking
dat er sprake is van een grote hoeveelheid landbouwbestrijdingsmiddelen, in sommige gevallen is sprake van 17 (!) verschillende chemische middelen. Er werden in 12 Europese landen 100
monsters onderzocht. Deze leverden 53 verschillende chemische
stoffen op. De persverklaring van Greenpeace eindigt aldus: “'De
landbouw leunt sterk op intensief gebruik van giftige bestrijdingsmiddelen, grootschalige monoculturen en machtsconcentratie van grote chemische bedrijven.
De last voor bijen en andere bestuivende insecten is ondraaglijk”.
Een blik in de plaatselijke Boerenbondwinkel leverde ook al een onthutsend
beeld op. Biologische en chemische bestrijdingsmiddelen staan gebroederlijk
naast elkaar in een steeds verder uitdijend winkelschap. De doorsnee klant
ziet door de bomen het bos niet meer.
Bayer naast Ecostyle en Pokon naast
RoundUp terwijl DCM het met Luxan
doet. Gewasbescherming heet dat tegenwoordig. Wie zijn gewas wil beschermen en ook het milieu wil sparen
zoekt naar producten die echt op
natuurlijke basis zijn gemaakt. Xardin
en Pireco zijn van die producten. Ze zijn alleen niet in ‘bulkzaken’ te vinden. Voor Xardin kijk je eens
rond op de website van Tuinkenner.nl terwijl Pireco biologische gewasbeschermingsmiddelen onder
eigen naam bij gespecialiseerde – vaak kleine – bedrijven uitbrengt.
Maar…. Vergis je niet: spruzit en pyrethrum zijn biologische gewasbeschermingsmiddelen die wel
degelijk schadelijk kunnen zijn voor bijen. Het is maar hoe je er mee omgaat. Deze middelen worden
vaak gebruikt om op een milieuvriendelijke manier luizen te bestrijden. Ook het door chemiereus
Bayer in de markt gezette natuurlijke gewasbeschermingsproduct Natria bevat pyrethrinen. Het zijn
zo geheten niet-selectieve middelen die niet alleen de luis om zeep helpen, maar elk ander insect –
inclusief lieveheersbeestjes en bijen – die er op dat moment zijn. Gebruik het alleen als er geen
bloeiende bloemen in de buurt zijn. Je kunt het ook ’s avonds toepassen omdat pyrethrum snel
afbreekt. Dit ‘pas-op-gebruik’ van pyrethrum kende ik zelf ook niet, totdat ik, door alle commotie
omtrent het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in relatie tot bijensterfte, bij meerdere
bronnen dit waarschuwende geluid ontdekte.
In een van de volgende nieuwsbrieven laat ik je weten hoe ik op een eenvoudige manier van het lui2
________________________________________________________________________________________________________________________
zenprobleem bij tuinbonen afkom. Nu even niet, want boven ons hoofd woedt een machtsstrijd om
het gebruik van het veel gebruikte landbouwgif onder de verzamelnaam neonicotinoïden.
Terwijl uit onderzoek blijkt dat een verband bestaat tussen landbouwbestrijdingsmiddelen en
bijensterfte doet de Land- en tuinbouworganisatie (LTO) of haar neus bloedt en schreeuwt moord en
brand als de Tweede Kamer op 8 april j.l. een nationaal verbod wil op het gebruik van neonicotinoïden als chemisch bestrijdingsmiddel. En men heeft een punt als ons land daarmee economisch
op achterstand wordt gezet t.o.v. andere Europese landen. Dat men zich zelf op termijn in de staart
bijt wordt dan maar over het hoofd gezien.
KEURMERK EN LOGO
In de periode 2009-2010 deed ik onderzoek naar keurmerken en logo’s op het gebied van plantaardig
voedsel. De veelheid aan keurmerken, logo’s, vignetten, beeldmerken en labels zorgden indertijd
voor een ondoorzichtig geheel. Het was een oerwoud geworden waar je als consument zonder
kompas de weg kwijtraakte. Van 60 logo’s op het gebied van tuinbouw en voedsel heb ik geprobeerd
kenmerk, betekenis en waarde te achterhalen. Het werd overzichtelijk in een handzaam boekje
gepresenteerd en vervolgens kraaide er geen haan naar. Die situatie doet zich nu opnieuw voor. Het
oerwoud is groter geworden, de onduidelijkheid, misleiding en gebrek aan daadkracht om eerlijke
informatie over een van onze basisbehoeften te verstrekken is alleen maar toegenomen. Wat heeft
het voor zin om te milimeteren over de eigenschappen van een keurmerk, de wijze waarop producten van dezelfde soort met elkaar zijn vergeleken? Wat is de betekenis van etiketten als de boodschap over bijv. de hoeveelheid suiker op 10 verschillende manieren ondoorzichtig wordt gemaakt?
Waarom wordt de regering boos en doet vervolgens niets als de voedselindustrie telkenmale belooft
om minder zout in bewerkt voedsel te doen en het bij beloften houdt? Waarom duizelt het van moeilijke woorden in etiketten en worden E-nummers vervangen door bewoordingen die de schijn wekken dat er minder additieven worden gebruikt? Waarom klopt een bedrijf zich op de borst als het de
indruk wekt zich bezorgd te tonen om onze gezondheid en vervolgens de slechte boodschap verzwijgt? Sorry voor Milieucentraal die heeft geturfd dat er in de afgelopen 18
maanden maar liefst 90 keurmerken in de supermarkt zijn bijgekomen. Leuk om dit
te weten, of ook weer niet want wat doen we met die kennis? Waarschijnlijk is het
een reden om de schouders op te halen en maar op eigen kompas te varen. En dat
past precies in het straatje van de voedselindustrie en de supermarktketens: “we
zullen de consument overvoeren met informatie. Hij wordt er op den duur zo moe
van dat hij het hoofd in de schoot legt”. En mij is dat al overkomen met die
milieuvriendelijke, uit de ren weggelopen scharreleieren uit klas A van stal 17, of…
hoe zat dat ook al weer.
Het stoplichtsysteem zal het wel nooit halen. Je denkt toch niet dat er een bedrijf is
dat accepteert dat een consumentenorganisatie het licht op rood zet voor een van
3
________________________________________________________________________________________________________________________
hun producten? Het is wel het meest eenvoudige, duidelijke en daadkrachtige keurmerk dat je je
kunt wensen. Dat heeft men bij de WUR in Wageningen onderzocht, maar ja, daar wordt geen
voedsel verkocht.
WAAROM KOPEN WE KNOLLEN VOOR CITROENEN?
Ik kan er bijna niet op wachten. Ze staan volop in bloei en de
vruchtvorming is al goed te zien. Afhankelijk van het ras kan ik
over enkele weken al plukken. Dat is dan, dank zij veel zon en
hoge dagtemperaturen ruim eerder dan vorig jaar. Ik heb het
niet over knollen en zeker niet over citroenen. Aardbeien. Met
recht zomerkoninkjes genoemd want wat heb je je tot nu toe
bekocht kunnen voelen. De Spaanse aardbeien die lange tijd de
supermarkt haalden voelden aan en smaakten als knollen. Als ik de Nederlandse kasaardbeien proef
die de Spaanse zijn opgevolgd in het schap dan gaat de knol over in een waterige massa en heb ik
nog steeds geen smakelijk product op mijn tong gehad. Warmte en licht zijn essentieel voor een
smaakvolle aardbei. Ook al komen ze uit Spanje, ook daar tellen we in maart en april nog te weinig
zonuren. Misschien begrijp je waarom je zelf geteelde aardbeien beter smaken dan elke aardbei die
vroeger in het jaar wordt aangeboden. Het is niet alleen de raskeuze die iets over de smaak zegt, het
is vooral het tijdstip waarop we ze eten. Houd het toch maar op een seizoensproduct, ook al worden
ze jaarrond aangeboden. Want anders zou je wel eens knollen voor citroenen in je winkelmandje
kunnen meenemen.
HELP, IK ZIE NIET ÉÉN NAAKTSLAK, IK ZIE ER WEL HONDERD!!
“hiebij wil ik u vragen hoe u omgaat met slakken vooral naaktslakken in de
natuurlijke moestuin zonder gif en andere spuitmiddelen en ander giftige
produkten. Hebt u een methode om ze niet dood te maken maar juist ze toe te
laten en van ze te profiteren als composteerder?”
Beste Lucy
Je stelt me nog een andere vraag maar
het slakkenprobleem lijkt me interessant genoeg om ook anderen die natuurlijk moestuinieren omarmen troostend of bemoedigend te hulp te snellen.
Laat ik voorop stellen dat onze tuin een
verlengstuk is van de natuur en dat we
in een natuurlijke omgeving zo weinig
mogelijk ingrijpen. Nu kunnen we wel
proberen om die natuur na te bootsen
4
________________________________________________________________________________________________________________________
in een tuin, maar dan moeten we niet beginnen met rijtjes sla of courgettes en pompoenen uit te
planten. Het zijn slechts enkele groenten waarvan het blad door slakken tot lekkernij is verklaard. In
een tuin balanceren we op een wankel evenwicht: tot hoever laten we de natuur zijn gang gaan en
wanneer grijpen we in. Laat ik maar uitgaan van mijn eigen ervaringen. Naaktslakken zijn vooral in de
periode april-juni een ware plaag. Er is nog weinig groen in de tuin te bespeuren en de sla die ik er
zaai zie ik nog wel kiemen en kiemblaadjes krijgen maar dan is de sla plotseling verdwenen. In de
pompoenbladeren vallen grote gaten, dusdanig dat ook dit jonge plantje, dat in de eerste maand van
zijn leven toch al stress ervaart bij kou en nattigheid, tegen die slakkenvraat niet is opgewassen. Ik
heb enkele naaktslakken beetgepakt en bij sla en pompoenplant neergevleid. Vervolgens bouwde ik
barrieres van koffiedrab en van eierschalen, gaf het signaal ‘aanvallen’ en ik zag ze traag maar dapper
de hindernissen nemen om vervolgens te doen alsof ze er niet waren geweest. Ik ken mensen die
slakkenvallen neerzetten met bier maar als het veel regent wordt ‘onze en ‘hun’’ lekkernij verdund
en wil geen slak meer aan het bier. Stenen neerleggen of plankjes, in ieder geval plaatsen waar
slakken onder kunnen kruipen na een nachtje stappen. Deze vochtige, want niet uitdrogende locaties
zijn voor ons het signaal om die gauwdieven eronder uit te halen en uit onze tuin te verbannen. Met
koperen strips en knoflookthee heb ik nooit gewerkt. Wel met ecologische slakkenkorrels die, na een
bui regen uiteenvallen en de slak verder niet deren. Zelfs de Ecostyle slakkenkorrel die ik een slak
voorhield nam hij dankbaar in ontvangst om daarna zijn weg richting koolplant te vervolgen, want
daarnaar was hij op weg.
Ik heb het aantal slakken in mijn
volkstuin van ca. 250 m2 nooit geteld.
Geen beginnen aan. Honderd staat er
boven dit artikel, maar ik denk eerder
richting de duizend. Ik heb mijn strijd
tegen slakken opgegeven. Ik accepteer dat ze er zijn. Ik ga ’s morgens
vroeg een slakkenwandeling maken
omdat veel slakken dan nog op weg
slakken in mijn composthoop
zijn naar hun natuurlijke schuilplaats.
Tientallen vang ik er elke ochtend
weg. De composthoop is er goed
slakken in mijn composthoop
mee. Leg daar trouwens elke avond
enkele lekkere blaadjes neer en ze
zullen zich in de composthoop gaan thuisvoelen als er regelmatig ‘voedsel’ aan wordt toegevoegd.
Toch laat ik de sla niet van mijn brood eten. Om me tot deze groente te beperken: ik doe twee
dingen tegelijk: ik zaai thuis sla in bakjes, verspeen ze in grotere potten en breng ze daarna pas naar
de tuin. In de tuin staan inmiddels enkele gekochte exemplaren, afgeschermd door plastic flessen
waarvan de bodem is afgesneden. De bovenranden van de flessen smeer ik in met vaseline en
verwacht dat slakken hier niet overheen kunnen glijden. Als experiment heb ik eens enkele
tonkinstokken in de grond gestoken waaromheen een aantal potten waren gestoken met op te
kweken sla, andijvie en boontjes. Slakken zouden alleen via de tonkinstokken een groen blaadje
kunnen bemachtigen maar de onderkant van de stokken had ik eveneens met vaseline ingesmeerd.
5
________________________________________________________________________________________________________________________
Mijn ervaring is dat slakroppen, als ze eenmaal goed
mijn “slakkenvrije groentetoren’
aan de groei zijn, een slak
meer of minder wel kunnen
verdragen. Als de sla vlak voor
gebruik in de keuken wordt
gewassen, komen er altijd nog
wel kleine slakjes gedag zeggen. Ook dat is de natuur.
Je begrijpt dat het jouw individuele keus is om het slakkenprobleem aan te pakken.
Wat voor mij geldt hoeft jouw
oplossing niet te zijn. Maar ik
ben er eerlijk in, ik ben de
strijd aangegaan maar ik heb
verloren. Ik accepteer dat er mee-eters zijn en ik behelp me met eigen vindingen. Eén troost: je bent
niet de enige met hetzelfde probleem en nog één: als het zomer wordt is er zo veel te snoepen in de
tuin dat je enkele blaadjes niet zult missen.
Mijn slakkenvers is ook in 2014 nog steeds actueel:
slakken
Ik zie in mijn droom een colonne aan slakken
Die, terwijl ik hier pit
Heel traag in gelid
Op weg zijn mijn sla aan te pakken
Ik sla in mijn droom naar de slakken
Die, glibberend en glijdend
Zich op slablad verblijdend
Niet dromen en ook niet slabakken
Daar komen ze aan, daar komen ze aan
Ze hebben geen kousen of schoenen meer aan
Maar naakt of gekleed
’t Is al sla dat men eet
Ik droom niet als ‘k geen sla meer zie staan
Hans van Eekelen, 2009
6
________________________________________________________________________________________________________________________
COMPOSTHOOP BIJ DROOGTE
De maanden maart en april zijn overwegend droog en warm
geweest. Vaak was ik in de weer met het water geven aan planten in
de tuin. Die paar buien zorgen alleen oppervlakkig voor nattigheid.
Vooral op zandgrond dringt het water moeilijk door de bovenlaag en
kan de onderlaag nog steeds kurkdroog zijn. Waar ik het over wil
hebben is het automatisme dat bij mij is ontstaan om bij de
watergeefbeurt ook de composthoop te betrekken. Als die droog
blijft zullen wormen en slakken niet veel voor je kunnen betekenen en vindt er geen omzetting
plaats. Dus geef ik ook de composthoop water – een gieter vol, soms twee keer de inhoud. Is te
voorzien dat het daarna droog blijft dan dek ik de composthoop af. Karton is er geschikt voor
(organisch materiaal) maar zwart plastic kan natuurlijk ook. Daaronder wordt het vochtig, warm.
Ideaal om compostwormen aan het werk te zetten. Na een tijdje haal ik de bedekking weg, en werk
ik de hoop goed door elkaar. Dat geeft letterlijk lucht aan de hoop. Indien nodig dek ik de hoop weer
af en het composteringsproces herneemt zijn gang.
MULCHEN BIJ DROOGTE
Ben je nog niet gewend om te mulchen? Wat dat is? De grond bedekt houden met organisch
materiaal (bladafval, nog niet in bloei geschoten onkruid, stro, houtvezels, dennennaalden). Het
bedekt houden van de grond voorkomt uitdroging ervan en als goede tweede: het houdt de groei
van onkruid tegen. Een derde voordeel: het stimuleert het bodemleven dat vervolgens de grond
luchtig houdt. Schoffelen is dus helemaal niet nodig. Nog een vierde punt? Ja, wat ervan verteert
levert direct ter
plekke compost op.
Iemand die aardappelen teelde vertelde ooit dat hij de
aardappelbedden
niet aanaardde maar
tegen de planten
een steeds hoger
wordende
berg
mulchmateriaal
legde. De aardappelen groeiden tussen
het mulchmateriaal;
ze werden niet
groen omdat ze tegen het licht waren
afgeschermd en het ‘plukken’ (aardappelen groeien niet aan de wortels, maar aan de stengels)
verliep ook al gemakkelijker. Bovendien kun je op die manier beter voelen welke aardappelen groot
7
________________________________________________________________________________________________________________________
genoeg zijn om te oogsten. Je hoeft dus ook niet de hele plant eruit te spitten. Wie volgens principes
van permacultuur werkt mulcht als vanzelfsprekend. Het is immers het nabootsen van de natuur
waarin bomen en struiken hun blad verliezen, de bodem bedekken, waarna het bodemleven vanzelf
wordt geactiveerd. Mulch en bodemleven houden de grond luchtig, precies wat een plant nodig
heeft.
ZOMERGROENTEN
Hiermee worden groenten bedoeld die geen vorst kunnen verdragen sterker nog, bij een temperatuur van ca. 20 ˚C pas goed gedijen. Tot mijn
stomme verbazing zag ik op mijn volkstuincomplex de ene na de andere
tuinman en –vrouw met grote planten komkommers, tomaten, aubergines,
paprika’s, courgettes en pompoenen lopen. Je hoorde ze denken: ‘kijk mij
‘eens’. Het was nog maart en je denkt dan nog eerder aan kool- en slaplanten. Maar als tuincentra al dat moois aanbieden dan zullen ze daar
toch wel weten dat die dan de tuin in kunnen? Nee, tuincentra verkopen
graag en veel. Hoe groter de hoeveelheid groenteplanten des te eerder zal
de moestuinman en -vrouw tot koop overgaan. Het zijn marketingtrucs om
je zo snel mogelijk tot bestedingen te verleiden. Als je daarvoor bezwijkt heeft het tuincentrum twee
vliegen in een klap: je koopt niet bij de concurrent en je komt vast nog een keer terug om de door te
lage opkweektemperaturen verloren gegane moestuinplanten te vervangen. Wie zijn aankopen
uitstelt tot begin mei loopt in kas of koude bak het minste risico op vorstschade. Is de verdere teelt in
de volle grond bedoeld wacht dan tot ca. 15 mei (IJsheiligen). Courgetteplanten zullen je dankbaar
zijn als ze medio mei nog even in de wachtkamer mogen blijven
als de buitentemperatuur lager is dan normaal voor de tijd van
het jaar. Volgens de zaaiagenda hebben we het dan over een
nachttemperatuur van + 8 ˚C en een dagtemperatuur van ca. +
18 ˚C. Uit eigen ervaring weet ik dat ongeduld een slechte
raadgever is: toen ik mijn stokbonen had voorgekweekt en de
‘slingers’ zich overal aan wilden vastklampen besloot ik de
bonen half mei bij de staak te zetten. Twee dagen later kwam er
toch nog een lichte nachtvorst en waren de bonen bevroren. Dat kan gebeuren als je half april met
voorzaaien begint. De zaaiagenda noemt 12 april, resp. 18 april als eerste data om met een normale
teelt van bonen te beginnen. Je loopt dan dus nog wel vorstschaderisico’s. Het tweede moment (3
mei, resp. 11 mei) geeft meer zekerheid om in ieder geval nachtvorst te ontlopen. Maar koud en nat
weer na half mei… ook daar kunnen bonen niet goed tegen!
WAAROM WORDEN ER VAN EEN GROENTESOORT ZOVEEL DATA IN
DE ZAAIAGENDA GENOEMD?
Het antwoord op de vraag is meerledig.
Als je bijv. rucola zaait dan kun je daar al vroeg in het jaar mee beginnen. En rucola groeit snel. Zes
8
________________________________________________________________________________________________________________________
weken na het zaaien kunnen de eerste blaadjes al geplukt worden. Je kunt ervan blijven plukken, ook
als de planten in bloei schieten. De smaak gaat wel achteruit. De jonge blaadjes smaken het best. Als
je daar de voorkeur aan geeft zorg je in mei voor een tweede zaai. Nadat je daarvan kunt oogsten
composteer je het eerste zaaisel. Als je dat elke 2 maanden herhaalt beschik je altijd over jong en
smakelijk blad. Door het noemen van alle data weet je dus dat je op herhaling kunt gaan maar weet
je tevens wanneer het laatste moment aanbreekt om in hetzelfde jaar nog succesvol te kunnen
oogsten.
Bij snijselderie worden net zo veel zaaimomenten genoemd als bij rucola. Toch hoef je niet vier keer
per jaar te zaaien, want kun je er eenmaal van oogsten dan kan dat gedurende de rest van het jaar
ook. Waarom dan toch vier momenten genoemd? Niet iedereen is ermee bekend vanaf wanneer je
in de vollegrond met zaaien kunt beginnen. Of als je nog bruikbare selderie van een eerder jaar in je
tuin hebt dan kun je het eerste zaaimoment wellicht overslaan. Ook overjarige selderie zal een keer
in bloei schieten en dan harder en minder smakelijk blad opleveren. Zaai dus op enig moment op een
later tijdstip en de zaaiagenda herinnert je er aan dat je dit niet vergeet te doen.
Bij een derde reden om gespreide zaaimomenten te noemen geef ik spinazie als voorbeeld. Je kunt
er in herfst en winter mee beginnen (of eindigen zo je wilt) maar dan gaat het wel over teelt onder
glas of onder andere beschutte omstandigheden. Hiervan worden drie zaaimomenten genoemd. Het
tegenovergestelde seizoen, de zomer dus, is in feite niet geschikt om spinazie te zaaien. Bij warm
weer groeit spinazie te hard, schiet in bloei en is dan niet
meer te eten. Hoewel er wel spinazierassen worden genoemd (13 mei, 12 juni, 13 juli) worden de alternatieven
voor zomerspinazie ook aangereikt. Eén ervan, NieuwZeelandse spinazie, is alleen maar geschikt om na de
IJsheiligen uit te planten. Voorzaaien kan uiteraard wel
eerder (onder warm, resp. koud glas).
Nog een reden om van spinazie zoveel zaaimomenten te
geven ligt in het onderscheid tussen scherpzadige en
rondzadige spinazierassen. Dit onderscheid is van belang bij het stijgen van de temperatuur. Spinazie
groeit bij hoge temperaturen sneller dan bij lage. Maak van deze wetenschap gebruik door in winter
en vroege voorjaar voor een scherpzadig=snelgroeiend ras te kiezen. Vanaf midden voorjaar zou de
groei wel eens te snel kunnen gaan met in zaad schieten tot gevolg. Rondzadige rassen groeien
trager en schieten dus ook minder gemakkelijk in bloei.
Met alle vooraf genoemde verschillen is het niet verwonderlijk dat er wel 12 zaaimomenten
genoemd worden, waarbij een eerste en laatste zaaimoment sowieso gegeven wordt.
WEBSERVICE
Het jaar 20214 is het jaar van de boon. Je zag het op de
Groenmoesmarkt waar je kon navelstaren naar 3.202
kleurrijke bonen. Er komt dit jaar in de Week van de Smaak
een verkiezing voor (bonen)’held van de smaak’. Al die
aandacht bracht me ertoe om je te wijzen op een aantal
9
________________________________________________________________________________________________________________________
websites waarin boontje om zijn loontje komt. Ik heb me tot 3 websites beperkt maar ik zou er de
website van de Bruinebonenbende aan kunnen toevoegen ware het niet dat deze bende onlangs
weinig inspirerend naar Groenmoes opereerde waardoor ik – samen met Vreekens’ Zaden – een
eigen bende bonen aan Groenmoesmarktbezoekers moest voorleggen. En dat bleek erg inspirerend
geweest te zijn!
www.landschapvansmaken.nl
Dit is de website van het praktijknetwerk over oude rassen en gewassen. Dit netwerk bestaat op
projectbasis van 2012 tot en met 2015. Het is opgezet door de stichting Streekeigen Producten
Nederland. Niet alleen boeren maken er deel van uit, ook handelaren en verwerkers zoals koks.
Organisaties zijn o.a. Slow Food Nederland, Biologisch Goed Van Eigen Erf, en van Stichting
Waldfrucht in Friesland tot De Genneperhoeve in Brabant. In het jaar 2014 ligt de focus in allerlei
opzicht op peulvruchten en bij Het Landschap van Smaken heel bijzonder op het Friese, gele Woudboontje.
www.zaadgoed.nl
Stichting Zaadgoed was in 2012 aanwezig op de Groenmoesmarkt. Bezoekers konden er kennis
maken met Maaike Raaijmakers die toen, tevens als vertegenwoordiger van de professionele
organisatie Bionext, een warm pleidooi hield voor vrij gebruik van (voedsel)zaden. Stichting
Zaadgoed blijft zich verzetten tegen aanspraken van multinationals. Het is te lezen op de website van
de stichting. Iets lichtvoetiger is de oproep om vóór 15 mei a.s. zaden van bonen op te sturen voor
het houden van een proef (enkele jaren geleden gebeurde dit ook met doperwten). Zie verder de
website voor een toelichting hierop.
www.bohnen-atlas.de
In de Week van de Smaak – in het najaar – is er elk
jaar de verkiezing van de Held van de Smaak. Dit jaar
zal het een “bonen of peulvruchtenheld” moeten
worden. Reden om eens een kijkje te nemen op de
Duitse website van de bonenatlas. Je kunt er echt
van in de bonen raken. Daar verbleekt het aantal
verschillende rassen bij die ik op de Groenmoesmarkt
ten behoeve van het prijzenfestival had meegenomen. Van bonen kun je zo maar in vervoering
raken, ook al eet je ze niet. Ik pronk er graag mee.
Op 27 april 2014 zijn er 1.138 nieuwsbriefabonnees
Wil je geen nieuwsbrief meer ontvangen? Stuur een e-mail naar [email protected] met
de mededeling ‘uitschrijven’ en de berichtgeving zal worden stopgezet.
Best, 27 april 2014, Hans van Eekelen, [email protected] / www.groenmoes.nl
10