Overdrachtsdocument

Ontwikkelingen
Publieke Gezondheid
Overdrachtsdocument
Bestuurscommissie 2014
Internet
ggdtwente.nl
GGD Twente is onderdeel van Regio Twente
Het belang van een goede gezondheid is de afgelopen jaren groter
geworden. Gemeenten krijgen door de transities in het sociaal domein
een grotere verantwoording in het systeem van de gezondheidszorg.
Gezondheidszorg wordt meer ‘van de gemeenten’. Ook het besef, dat
voorkomen van ziekte beter is dan genezen en dat voorkomen ook
veel kosten bespaart op langere termijn, maakt dat gezondheid meer
de aandacht krijgt van gemeenten. Preventieve gezondheidszorg wordt
belangrijker. Preventieve gezondheidszorg is van oudsher het domein van
de gemeenten en van de GGD.
De gezondheid van de Twentenaren blijft nog steeds achter op
de gezondheid van de gemiddelde Nederlander. Twentenaren
leven gemiddeld korter dan andere Nederlanders. In Twente ligt
het sterftecijfer hoger dan het landelijk gemiddelde.
In Twente zal de bevolking nog weinig groeien en gelijktijdig
boven gemiddeld vergrijzen. Het gevolg is dat chronische
ziekten toenemen. Het beroep op zorgvoorzieningen zal
navenant groeien.
De komende jaren is het belangrijk om, voortbouwend op
de ingeslagen weg, lokaal gezondheidsbeleid verder vorm
te geven. Effectieve preventie is een zaak van lange adem
en vraagt de inzet van veel partijen. Partijen zowel binnen
als buiten het gemeentehuis. Gezien de beperkte middelen
is het de uitdaging om verbinding te zoeken met andere
beleidsterreinen zoals Sport, Onderwijs, Openbare veiligheid
en Ruimte en groen. Voor een effectief beleid is bestuurlijke
slagkracht nodig. Afgelopen vier jaren hebben bewezen
dat gemeenten en GGD deze in gezamenlijkheid kunnen
ontwikkelen.
Dit overdrachtsdocument biedt GGD Twente u aan om enkele
belangrijke ontwikkelingen en resultaten binnen publieke
gezondheid onder de aandacht te brengen. De resultaten zijn
het startpunt voor de BC Publieke Gezondheid 2014 – 2018.
De ontwikkelingen zijn relevant voor de ambities in de komende
bestuursperiode.
Een gezonde jeugd, een gezonde toekomst
In Twente wonen maar liefst 150.000 jeugdigen in de leeftijd
van 0 tot 19 jaar. Allemaal verdienen ze een gezond en veilig
opgroeien. Alle jeugd willen we kansen bieden op een zo
gezond mogelijk leven. GGD Twente bereikt 95% van de
Twentse jeugd. Professionele deskundigheid, waarbij de ouders
centraal staan, is daarbij van groot belang.
In de afgelopen bestuursperiode is succesvol gewerkt aan de
geïntegreerde jeugdgezondheidszorg (JGZ). De zorg voor 0 tot
4-jarigen, tot 1 januari 2010 uitgevoerd door verschillende
thuiszorgorganisaties, is samengevoegd met de zorg voor 4 -19
jarigen die van oudsher onder onze aandacht viel. De afgelopen
jaren is, gedreven door het versterken van de inhoud, veel
Waarom een overdrachtsdocument publieke gezondheid? aandacht besteed aan het stroomlijnen van de organisatie,
Burgers stellen een goede gezondheid vrijwel altijd op de eerste afstemmen van werkgebieden, huisvesting, etc. Met succes is
voor alle kinderen het digitaal dossier ingevoerd.
plaats. Het bewaken, beschermen en bevorderen van de
gezondheid en veiligheid van burgers is daarom belangrijk.
Voor de meeste ouders en jeugdigen lijkt opgroeien en
Dit is een taak van gemeenten.
In 2009 is de toenmalige Bestuurscommissie (BC) OGZ op bezoek opvoeden vanzelf te gaan; voor een deel is het wenselijk of
geweest bij VWS. De BC heeft daar een ‘petitie’ overhandigd met zelfs noodzakelijk dat er ondersteuning wordt geboden. Dit kan
lichte ondersteuning zijn in de vorm van informatie of advies,
de titel “Door de relatief grote groep mensen met een lage SES
blijft de levensverwachting in Twente gemiddeld 2 jaar achter bij maar soms ook meer intensieve hulp. In Twente zijn diverse
het landelijk gemiddelde.” “Een gegeven, of ook een ambitie om vormen van aanbod op het terrein van
opvoedingsondersteuning beschikbaar. In alle Twentse
hier iets aan te doen?” Deze petitie is feitelijk geconcretiseerd in
gemeenten is een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) actief.
de bestuursagenda 2012-2015.
Hierin werken alle relevante instellingen en gemeenten samen
op thema’s coördinatie van zorg en opvoedingsvoorlichting.
De afgelopen bestuursperiode zijn er in Twente op het terrein
van publieke gezondheid successen geboekt, die het verdienen Ook zijn in alle gemeenten lokale zorgnetwerken voor de jeugd
actief. Wij nemen hieraan deel.
voortgezet en doorontwikkeld te worden.
Onlangs is een start gemaakt met het adolescenten
contactmoment, een contactmoment rond het 15e en 16e
levensjaar. Hiervoor is extra geld beschikbaar gesteld door het
Rijk. Wij geven het adolescenten contactmoment vorm in nauw
overleg met de verschillende middelbare scholen. Daarmee
wordt bereikt dat het aanbod zo goed mogelijk aansluit bij de
behoefte en belevingswereld van de jeugd.
Vanaf oktober 2011 is de academische werkplaats jeugd
Twente (AWJTwente) actief. Het AWJTwente is een
samenwerking van GGD Twente, Universiteit Twente, Saxion
Hogeschool en het Universitair Medisch Centrum Groningen.
De doelstellingen zijn: verbeteren van de keten tussen JGZ en
samenwerkende organisaties binnen de Twentse CJG’s en het
inzetten van effectieve interventies, zodat kinderen in
risicosituaties beter bereikt worden.
Voor de komende bestuursperiode zijn
de volgende ontwikkelingen relevant voor de JGZ:
• invoering van het nieuwe basispakket JGZ. Hierin zullen
onderwerpen als schoolverzuim, ziekteverzuim schooluitval een
plek krijgen, evenals onderwerpen als internetgebruik, onder/
overgewicht en kindermishandeling;
• verdere flexibilisering van de uitvoering van het basispakket JGZ;
• aansluiten bij de decentralisatie jeugdzorg;
• relatie JGZ met ontwikkelingen passend onderwijs;
• dienstverlening met gebruikmaking van social media en verdere
digitalisering.
Voor de JGZ bestaat een landelijk wettelijk
basistakenpakket. Wij voeren het takenpakket
dusdanig uit dat én alle kinderen de basiszorg
krijgen én er ruimte ontstaat om, daar waar
noodzakelijk, meer aandacht te geven. Deze
flexibilisering van het aanbod zal in de komende
jaren nog verder doorzetten.
gezondheid is leefstijl en gedrag van de burger. Hier ligt een
belangrijke relatie met de ontwikkeling van een verschuivende
overheidsbemoeienis. Deze ontwikkeling uitte zich ondermeer
in de invoering van de Wmo in 2007 en actueel in de
decentralisaties in het sociaal domein: eigen kracht, eigen
verantwoordelijkheid, vraagstukken voorkomen en aanpakken
bij de bron. Belangrijk is, dat burgers kennis hebben van en
vaardigheden ontwikkelen voor een gezonde leefstijl.
Lokaal gezondheidsbeleid, vitale coalities
Elke vier jaar moet een gemeente een nieuw beleidskader lokaal
gezondheidsbeleid (LGB) vaststellen. Dit beleidskader hangt in
tijd samen met de vierjaarlijkse rijksnota. Twee jaar na het
verschijnen van de rijksnota moet het nieuwe gemeentelijk
beleidskader zijn vastgesteld. De laatste rijksnota is verschenen
in mei 2011.
In 2012 is een regionale nota LGB opgesteld: ‘Vitale coalities,
beter gezondheid, meer participatie’. Deze regionale nota is
door vrijwel alle Twentse gemeenten, voorzien van een lokale
aanvulling, tot lokaal beleid gemaakt. Essentie van het
gedachtegoed in ‘Vitale coalities’ zijn twee noties. Ten eerste
dat ééndimensionaal gezondheidsbeleid binnen een gemeente
In de afgelopen bestuursperiode is ingezet op de bestrijding van niet effectief is. Daarom is er voor gekozen om op zoek te gaan
laaggeletterdheid. Dit in samenwerking met onder andere
zowel regionaal als lokaal naar beleidsvelden, interventies en
scholen en bibliotheken. Te veel mensen kunnen niet of slecht
lezen. Daarmee staan zij op achterstand. Immers, veel
informatie over gezondheid bereikt hen onvoldoende.
Een in het oogspringend initiatief is ‘Twente in Balans’, een
initiatief van de 14 Twentse gemeenten en GGD Twente waarin
gemeenten, organisaties en burgers worden gefaciliteerd in het
praktisch oplossen van het vraagstuk overgewicht bij de jeugd.
Preventie en
gezondheidsvaardigheden
Ook in Twente leven we langer en langer in goede gezondheid.
In vergelijking met het Nederlands gemiddelde blijven we
echter nog steeds achter. Twee trends zijn zeer zorgelijk en
vragen aandacht: de gezondheidsverschillen tussen lager en
hoger opgeleiden zijn groot en dreigen groter te worden.
Daarnaast groeit het aantal chronische zieken en het aantal
chronische ziekten per persoon. De ziektelast van deze ziekten
is deels vermijdbaar. Die trends moeten omgebogen worden
voor een vitaal en gezond Twente.
Veel activiteiten van ons zijn direct gericht op preventie.
Hierboven zijn de activiteiten van de JGZ beschreven. Daarnaast
is de infectieziektebestrijding een belangrijke preventieve taak.
Hierin zijn over de afgelopen bestuursperiode een aantal
ontwikkelingen relevant. De bestrijding van Tuberculose (TBC) is
succesvol. Het aantal TBC gevallen daalt nog steeds. Gelijkertijd
moeten we alert blijven op het binnenkomen van TBC van
elders uit de wereld. De ontwikkeling van resistente bacteriën
gaat snel. Het voorkomen en inperken van de verspreiding van
deze bacteriën is mede onze taak. Voor ziekten die van dier op
mens kunnen worden overgedragen (zoönose) hebben wij
intensief contact met de veterinaire sector.
Een specifieke activiteit in de infectieziekte bestrijding is de
reizigersadvisering. Dit product is de afgelopen jaren om
uiteenlopende redenen verliesgevend geweest. Er is gezocht
naar een oplossing om het financiële vraagstuk op te lossen en
gelijktijdig de verbinding tussen het product en de monitoring
en bestrijdingstaak van GGD Twente in stand te houden. Dit is
gevonden in de samenwerking met de Travel Health Clinic(THC).
THC voert de reizigersadvisering vanaf 1 januari 2014 voor ons
uit en is hierbij volledig risicodragend. Onze infectieziekteartsen
blijven medisch betrokken.
Recente publicaties tonen aan dat preventie, in de vorm van
een gezonde leefstijl, grote baten heeft voor mensen in de zin
van, vitaliteit, langer genieten van het leven en van een grotere
inzetbaarheid. Een van de belangrijkste invloeden op
Wij behoren waar het gaat om het opsporen en
bestrijden van seksueel overdraagbare aandoening
tot de best presterende GGD-en.
Voor de komende bestuursperiode zijn de volgende
ontwikkelingen relevant voor preventie en
gezondheidsvaardigheden:
• infectieziektebestrijding zal meer geconfronteerd worden met
vraagstukken op het gebied van zoönosen en resistentie bij
antibioticagebruik;
• aansluiting preventie bij de decentralisaties in het sociaal
domein;
• er is een Nationaal Programma Preventie (NPP) ontwikkeld.
De verwachting is dat dit NPP een belangrijk beleidskader gaat
worden voor preventiebeleid in de komende jaren;
• verbinding tussen gemeentelijke overheid en zorgverzekeraar
wordt steeds belangrijker, omdat preventieve activiteiten vaak
op lange termijn hun effecten hebben en kosten en
opbrengsten domein overstijgend zijn;
• eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid van burgers
zullen belangrijke uitgangspunten blijven. Van belang
is dat burgers voldoende in staat worden gesteld de
eigen gezondheidsvaardigheden te vergroten.
beleidsinstrumenten waarbij gezondheidsdoelen en doelen uit
andere gemeentelijke beleidsvelden elkaar versterken. Hierdoor
wordt met vrijwel hetzelfde geld en dezelfde inspanning meer
gerealiseerd. Ten tweede de notie dat (goede) gezondheid van
doorslaggevend belang is voor mensen voor het participeren in
de samenleving. Zowel op de arbeidsmarkt, in opleiding en in
de informele (vrijwilligers) zorg. Gezondheid is daarmee geen
doel op zich, maar een middel in de sociaal economische
versterking van de samenleving. Regionaal is er voor gekozen
om het beleid te concentreren rond vier thema’s:
• bewegen en voeding: bewegen op maat, afgestemd op de
doelgroep, behoefte burgers, gecombineerd met gezonde
voeding;
• doe groen: inrichting openbare ruimte en groen verzilveren
voor welzijn en ontmoeten, uitgenodigd worden voor
bewegen en doen in de wijk;
• collectieve preventie GGZ: op tijd interveniëren (weerbaar
maken) met als doel ‘gezond meedoen’;
• verbinden 0e en 1e lijn: preventie en eerstelijnszorg verbinden
door benutten rol huisarts en praktijkondersteuners en
voorliggende voorzieningen om vooral risicogroepen en
chronisch zieken (waaronder kwetsbare ouderen) te bereiken.
Elke gemeente baseert haar eigen uitvoeringsprogramma hierop.
Een jaar ervaring en de notie tot verbinding werpt de vraag op
of bij een toekomstige nota op het niveau van beleidskader de
integratie moet worden gezocht. Mogelijk kunnen publieke
gezondheid, Wmo en jeugdzorg samengebracht worden tot
één geïntegreerd beleidskader.
Lokaal en regionaal beleid zijn gebaseerd op juiste weergave
en interpretatie van de gezondheidssituatie. In de afgelopen
bestuursperiode is de Twentse Gezondheids Verkenning (TGV)
ontwikkeld. Deze TGV is een website
(www.twentsegezondheidsverkenning.nl) waarin
epidemiologische gegevens zijn gerangschikt en worden
geduid. De TGV biedt inzicht in de gezondheid van de Twentse
bevolking en de factoren die hierop van invloed zijn. Daarnaast
worden ook mogelijkheden voor beleid en interventies
gegeven, waardoor men in staat wordt gesteld sturing te geven
binnen de publieke gezondheid.
In de TGV is een interventiedatabase opgenomen. Hierdoor
kunnen Twentse gemeenten elkaar inspireren in verschillende
aanpakken. Een van de belangrijke ontwikkelingen is de wens
van gemeenten om én meer cijfers op wijkniveau (woonkern)
te verkrijgen én cijfers te verkrijgen op het gebied van de
decentralisaties AWBZ en jeugdzorg. De eerste ervaringen zijn
hier inmiddels mee opgedaan.
Voor de komende bestuursperiode zijn de volgende
ontwikkelingen relevant voor lokaal gezondheidsbeleid:
• ontwikkelen en uitvoeren van de lokale uitvoeringsplannen;
• de decentralisaties bieden kansen aan gemeenten om steviger
regie te voeren in het lokaal gezondheidsbeleid en het lokale
en regionale systeem van gezondheidszorg;
• in de informatieverzameling, monitoring en rapportage over
gezondheid inzoomen op wijkniveau en woonkernniveau;
• na het verschijnen van de 4e nota volksgezondheid in 2015
de overweging maken voor het opstellen van een breed
beleidskader in het sociaal domein (PG, Wmo, jeugd)
Zorg voor veiligheid
In de afgelopen bestuursperiode zijn er belangrijke
ontwikkelingen geweest in de zorg voor Veiligheid. In oktober
2010 is de wet GHOR (Geneeskundige Hulpverlening bij
Ongevallen en Rampen) opgegaan in de Wet op de
Veiligheidsregio. In de gewijzigde Wet Publieke Gezondheid
(WPG) is per 1 januari 2012 geregeld dat er een éénhoofdige
leiding is voor de taken van GGD en GHOR: de directeur Publieke
Gezondheid (DPG). De operationele leiding van de GHOR tijdens
crises en rampen ligt wettelijk bij de DPG. Zorg en veiligheid zijn
op deze wijze organisatorisch en bestuurlijk vervlochten.
Er zijn diverse thema’s op het snijvlak van Zorg en Veiligheid
waarin gemeenten en GGD, zorginstellingen, politie, openbaar
ministerie en andere ketenpartners samenwerken. Dit zijn
ondermeer:
• infectieziektedreiging, rampen en crisissituaties (bijv. Q-koorts,
grootschalige stroomuitval)
• maatschappelijke incidenten (seksueel misbruik kinderen,
moord) en onrust
• huiselijk geweld en huisverbod
• overlast door jongeren als gevolg van overmatig
alcoholgebruik
• verbinding Centrum voor Jeugd en Gezin en de
Veiligheidshuizen
De verbinding tussen Zorg en Veiligheid vergt veel energie.
De vernieuwde wetgeving draagt bij aan die verbinding.
De betrokkenheid van enerzijds de wethouders volksgezondheid
en anderzijds de burgemeesters versterken de integrale
bestuurlijke aanpak.
In de afgelopen bestuursperiode heeft de inspectietaak (GGD)
en handhavingstaak (gemeenten) op het terrein van hygiëne en
veiligheid van de kinderopvang zich stormachtig ontwikkeld.
Het aantal locaties voor kinderopvang en het aantal gastouders
is enorm toegenomen. Vanaf 2012 wordt gewerkt met
risicogestuurd toezicht; intensiever toezicht waar nodig, minder
toezicht waar mogelijk.
Voor de komende bestuursperiode zijn de volgende
ontwikkelingen relevant voor zorg voor veiligheid:
• inspectie en handhaving op het terrein van hygiëne en
veiligheid sluit nog beter op elkaar aan;
• steeds verder koersen op een naadloze verbinding van ons
rampenopvangplan met de rampbestrijdingsorganisatie van
de Veiligheidsregio Twente;
Ervaring leert dat bij deze thema’s samen­
werking en eenheid van taal cruciaal zijn.
Belangrijk is dat mensen elkaar kennen.
Verschillen in denkwijze en cultuur worden
dan overbrugd. Om die reden zijn er verschillende protocollen ontwikkeld en wordt er op
diverse niveaus geoefend.
• er is een toenemende aandacht voor maatschappelijke
onrust. Daarmee neemt ook de rol van de GGD met name
op het gebied van PSH toe;
• de DPG heeft een actieve positie in het regionaal overleg
acute zorg (ROAZ) en kan daarmee verbinding tussen acute
zorg en openbaar bestuur verzorgen.
Tenslotte
In de komende bestuursperiode is ook op het terrein van
gezondheid enorm veel te doen. Door de decentralisaties
krijgen gemeenten een groeiende verantwoordelijkheid op het
gebied van gezondheid(szorg). De uitdaging is om naast de
nieuwe taken op het gebied van gezondheid voor gemeente
blijvend aandacht te geven aan de bestaande taken in de
publieke gezondheidszorg. Integraliteit en verbinding met
andere lokale beleidsterreinen is cruciaal voor een goed
resultaat. Daarvoor is bestuurlijke slagkracht nodig i.c.
medewerking van alle collegeleden. Het zou goed zijn dit te
verankeren in een collegeprogramma met een paragraaf
publieke gezondheid.
ADRES
Nijverheidstraat 30
7511 JM Enschede
POSTADRES
Postbus 1400
7500 BK Enschede
TELEFOON
053 487 68 00
Overdrachtsdocument BC februari 2014