Lees hier het plan - Natuurmonumenten

Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus
Versie 2.4
Datum
Status
7 maart 2014
Definitief
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
Colofon
Projectnaam
Projectnummer
Versienummer
Locatie
Projectleiders
Contactpersoon
Auteurs
Vuntus
101012
2.4
Z:\VUNTUS\Inrichtingsplan\Inrichtingsplan Vuntus 2 3
20140307 .doc
Rob Heldens
Rob Heldens
projectleider
T 030 275 66 00
M 023 514 015 85
F 030 275 69 99
[email protected]
Kernteam Noord-Holland Zuid
St. Jacobsstraat 200 | 3511 BT Utrecht
Postbus 8560 | 3503 RN Utrecht
Rob Heldens
Saskia Klitsie
Eric Veltink
Pagina 2 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
Inhoud
Colofon 2
1
1.1
1.2
1.3
Samenvatting 5
Aanleiding en doelstellingen 5
Maatregelen 6
Leeswijzer 6
2
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
Huidige situatie 7
Ligging en ontstaansgeschiedenis 7
Bodem en water 8
Flora en fauna 9
Recreatie 10
Boeren, burgers en volkstuinders 11
3
3.1
3.1.1
3.1.2
3.1.3
3.2
3.2.1
Doelen en uitgangspunten 12
Beleid en hoofddoelstellingen 12
KRW / Watergebiedsplan 12
EHS en Natura 2000 13
Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) 13
Uitgangspunten 14
Ontwerpprincipes 14
4
4.1.1
4.1.2
4.1.3
4.1.4
4.2
Te verwachten effecten 16
Waterkwaliteit en -kwantiteit 16
Flora 16
Fauna 16
Recreatie 17
Streefbeeld 17
5
5.1
5.1.1
5.1.2
5.1.3
5.1.4
5.1.5
5.1.6
5.1.7
5.1.8
5.1.9
Inrichtingsplan 19
Beschrijving ontwerp 19
Waterscheiding 19
Graven en dempen sloten 19
Baggeren 19
Plaggen 19
Petgaten 20
Bomen rooien 20
Beheervoorzieningen 20
Openbare recreatie 21
Medegebruik bewoners 21
6
Financiering 22
7
7.1
7.1.1
7.1.2
7.1.3
7.1.4
7.1.5
7.1.6
Uitvoeringsaspecten 23
Vergunningen, ontheffingen en onderzoeken 23
Flora & Faunawet 23
Natuurbeschermingswet 23
Watervergunning 23
Omgevingsvergunning 23
Ontgrondingsvergunning 24
Vrijstelling herplantplicht Boswet 24
Pagina 3 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
7.1.7
7.2
7.3
7.4
7.5
7.6
7.7
Ontheffing Verordening Bescherming Plassengebied 24
Onderzoek 24
Grondbalans 24
Organisatie van de uitvoering 25
Aandachtspunten technische uitvoering 25
Aandachtspunten omgeving 26
Externe communicatie 26
8
Beheer 27
Bijlagen 29
Bijlage 1
Maatregelenkaart Vuntus 29
Los bijgevoegdBijlage 2 Overzicht maatregelen Vuntus 29
Bijlage 2
Overzicht maatregelen Vuntus 30
Pagina 4 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
1
Samenvatting
1.1
Aanleiding en doelstellingen
Natuurgebied Vuntus krijgt een flinke opknapbeurt. Het gebied van ca 300 ha in de
zuid-oost punt van Noord-Holland maakt deel uit van de Loosdrechtse Plassen en is
begrensd als Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en Natura2000-gebied. Vuntus is een
laagveengebied van duidelijk Europees belang. In dit inrichtingsplan worden de
maatregelen gepresenteerd om Vuntus op het gebied van water- en natuurkwaliteit een
aanzienlijke kwaliteitsimpuls te geven. Deze impuls is nodig omdat Vuntus een grote
bijdrage kan leveren aan de realisatie van de doelstellingen voor Natura 2000 en de
Kaderrichtlijn Water. Optimaliseren van de recreatie is een ondergeschikt doel. Het gaat
binnen dit project om voortzetting van bestaand gebruik en het deels beleefbaar maken
van het landschap en de natuur.
Voor de Vuntus is de doelstelling om met name kwelgebonden verlandingsvegetaties te
verbeteren; schrale graslanden als blauw graslanden, dotterbloemhooilanden en kleine
zeggenvegetaties. Daarnaast is het belangrijk om de kwaliteit van de voor het gebied
kenmerkende trilveenvegetaties en veenmosrietlanden te verbeteren.
Het gebied is ook onderdeel van de (natte) EHS verbinding tussen het Naardermeer en
de Biesbosch. De doelsoorten hiervoor zijn o.a. Otter, Noordse woelmuis,
Waterspitsmuis, Roerdomp, Grote karekiet, Rietzanger en Ringslang. Deze soorten
profiteren van de waterkwaliteitsverbetering en uitbreiding van habitattypen die horen
bij het Natura 2000 gebied. Het zijn soorten van de natte (veen)gebieden.
De directe aanleiding om dit project nu te agenderen is het beschikbaar komen van
gronden binnen Vuntus door het aflopen van pachtcontracten. Nu er duidelijkheid is
over het provinciale natuurbeleid wil de provincie Noord-Holland snel resultaten boeken.
Polderdoorstroomprincipe
Het polderdoorstroomprincipe vormt de basis voor de maatregelen die in dit plan
worden gepresenteerd. Het is erop gericht om het kwelwater vanuit de Goois-Utrechtse
stuwwal te vrijwaren van vervuiling en het vervolgens zo goed en lang mogelijk zijn
werk laten doen in het natuurgebied. Dit kan door te sturen in de afwateringsrichting en
door aanvoerwater vanuit m.n. Loosdrechtse Plassen en Kromme Rade zo lang mogelijk
`buiten de deur’ te houden. In paragraaf 3.2.1 wordt het polderdoorstroomprincipe
uitgebreider toegelicht.
Samenwerkende partijen
Inmiddels hebben de betrokken partijen1 een start gemaakt met de voorbereidingen.
Het gebied is grotendeels in eigendom bij Natuurmonumenten. De benodigde
maatregelen zijn door Natuurmonumenten, Waterschap en Provincie Noord-Holland
vastgesteld. Dit inrichtingsplan schetst de context van het project en gaat dieper in op
onderdelen als beleid, vergunningen, aanbesteding en uiteraard de verschillende
maatregelen.
1
De samenwerkende partijen zijn Vereniging Natuurmonumenten, Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht/Waternet,
Provincie Noord-Holland, Dienst Landelijk Gebied en Gemeente Wijdemeren
Pagina 5 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
1.2
Maatregelen
De inrichtingsmaatregelen in het kader van het polderdoorstroomprincipe zijn gericht op
het terugdringen van de aanvoer van voedselrijk water en het vasthouden van het
kwelwater. In de praktijk betekent dit dat de sloten die uitkomen op de Raaisloot, de
watergang aan de noordzijde van het gebied worden afgedamd. Hierdoor wordt
uitwisseling tussen het voedselarme water binnen Vuntus en het voedselrijke water van
de Kromme Rade geminimaliseerd. Er wordt een vervangende waterloop gerealiseerd,
grotendeels gebruik makend van bestaande sloten, die door het midden van het gebied
slingert. Deze waterloop brengt het kwelwater van het oostelijke deel naar de poelen en
plassen meer westelijk in het gebied.
Naast de vergroting van de natuurkwaliteit worden enkele kleine ingrepen gedaan in de
recreatie in het gebied. De belangrijkste hiervan zijn het herstel van een aantal
aanlegplaatsen binnen een kanoroute, de aanleg van een extensief wandelpad en het
aanleggen van enkele rustplekken. Er worden geen nieuwe kanoroutes aangelegd.
Naast deze maatregelen wordt de padenstructuur voor het beheer uitgebreid (zie
Bijlage 1: Maatregelenkaart Vuntus).
1.3
Leeswijzer
Dit inrichtingsplan wordt in hoofdstuk 2 vervolgd met een beschrijving van de huidige
gebiedskenmerken en ontstaansgeschiedenis. Hoofdstuk 3 gaat in op het onderliggende
beleid en de doelstellingen voor het projectgebied. Vooral de link met de Kaderrichtlijn
Water en de voorwaarden vanuit Natura2000 zijn voor Vuntus belangrijk. Het feitelijke
inrichtingsplan wordt onderbouwd in hoofdstuk 4. Hier wordt het ontwerp beschreven en
passeren de verschillende uitvoeringsmaatregelen de revue. Ook de verwachte effecten
van de maatregelen worden langsgelopen. De financiering wordt toegelicht in hoofdstuk
5 en hoofdstuk 6 vervolgt met uitvoeringsaspecten als aanbesteding en vergunningen.
Hoofdstuk 7 gaat kort in op het toekomstig beheer van Vuntus
Pagina 6 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
2
Huidige situatie
2.1
Ligging en ontstaansgeschiedenis
Vuntus ligt ten noorden van Oud-Loosdrecht in de gemeente Wijdemeren. Het
natuurgebied bevindt zich op de overgang van de weilanden aan de voet van de
stuwwal van het Gooi naar het open water van de Loosdrechte Plassen en bestaat uit
water, moeras, moerasbos en graslanden.
Figuur 2.1.1: Begrenzing plangebied
Het westelijke deel van Vuntus is een open plas, het oostelijke deel bestaat uit grasland
en moerasbos met een aantal plassen met legakkers erin (zie figuur 2.1.1). Dit wordt
ook wel het zoddengebied genoemd: ‘land dat drijft op water’ ofwel trilveenachtige
vegetatie. Het is een waterrijk gebied waarbinnen veel percelen alleen over het water te
bereiken zijn. Doordat Vuntus slecht ontsloten is, is het ook een rustig gebied. Het staat
in open verbinding met de Loosdrechtse plassen en fluctueert ook mee met het
plassenpeil. Er komen bijzondere planten voor die kenmerkend zijn voor de Oostelijke
Vechtplassen en die uniek zijn binnen Europa.
Historie
Vuntus is van oudsher een
verveningsgebied met petgaten en
legakkers. Historische kaarten (fig.2.1 2)
van verschillende jaren laten zien dat er
petgaten gegraven werden die weer
dichtgroeiden en daarna weer opnieuw
werden verveend. Ook laten deze kaarten
zien dat verschillende petgaten en sloten
in de loop der jaren gedempt zijn. In
enkele gevallen zijn ze nogmaals
opengemaakt en vervolgens volgestort
Fig.2.1.2: De Vunters, Historische Atlas, ca 1896.
met zand of huisvuil (zgn. toemaakdek).
Zo’n 100 jaar geleden was het gebied
minder bebost en werden de aanwezige
bosjes als hakhoutbosjes beheerd. De
petgaten en legakkers die de verveners
achterlieten zijn nog herkenbaar.
Pagina 7 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
2.2
Bodem en water
Het gebied ligt op de flank van de Utrechtse Heuvelrug. Op een zandrug in het oosten
ligt Hilversum. De bodemkaart geeft aan dat Vuntus voornamelijk bestaat uit water en
de Associatie van Petgaten. In de noordoost hoek ligt een kleine zandopduiking. De
karakterisering ‘water’ en ‘Associatie Petgaten’ geeft aan dat de bodem een dusdanig
grote heterogeniteit kent, dat er geen eenduidige karakterisering te geven is. Deze
heterogeniteit heeft ondermeer te maken met de hoeveelheid water in het gebied en de
mate waarin er in de loop der jaren in de bodem geroerd is door vervening en
landbouwactiviteiten. In het oostelijke deel (waar nog sprake is van kwel) komt het
zand lokaal tot bovenin het maaiveld.
Belangrijke oppervlaktewateren zijn de ’s-Gravelandsche Vaart (oostzijde plangebied in
noord-zuid richting), de Raaisloot (grenzend aan de noordzijde van het plangebied) en
de verschillende plassen.
Figuur 2.2.1: Oppervlaktewateren Vuntus
Natuurgebied Vuntus, ten oosten van de Vuntusplan is rijk aan oppervlaktewater in de
vorm van kleine plassen en petgaten. Ze staan met elkaar in verbinding doordat de
legakkers onderbroken zijn. De legakkers en verlandde delen van de petgaten zijn
begroeid met rietmoeras en broekbos. Op onverveende percelen ligt extensief,
kleinschalig agrarisch grasland. Aan de oostkant gaat het over in graslanden, waarin
verspreid enkele zodden zijn ingebed. Enkele percelen aan de oostzijde van de Oud
Loosdrechtsedijk en aan de westkant van de ‘s-Gravelandsevaart worden
landbouwkundig gebruikt
De analyse van het regionale hydrologisch systeem duidt op kwel in de oostelijke helft
van dit deelgebied. Naar het westen slaat dit om in lichte infiltratie. Het kwelwater uit
de oostzijde wordt direct afgevoerd naar de Raaisloot. Bij watertekorten dringt water
van de Loosdrechtse Plassen het gebied binnen vanaf de plassen aan de westzijde en
vanaf de Kromme Rade aan de noordzijde. De voedselrijkdom van de plassen is in de
laatste decennia sterk teruggebracht, maar het is niet gewenst dat dit water ver het
gebied indringt. Met name de instroom vanaf de Raaisloot wordt als onwenselijk gezien
omdat deze ook het oostelijk gebied sterk beïnvloed, daar waar de kwelstroom nog het
grootst is.
Diepgaander informatie over watersysteem en –kwaliteit vindt u o.a. in het rapport
‘Verdrogingsbestrijding en natuurherstel in en rondom De Ster’ (IWACO/Leerdam, A.
van, 1997) en de herijking van dit document (Herijking Polderdoorstroomprincipe.
Pagina 8 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
Tussenrapport, verkenning en actualisatie op basis van bestaande informatie, Leerdam,
A. Van, 2013).
2.3
Flora en fauna
Het Oostelijke Vechtplassengebied is een van de drie belangrijkste zoete
laagveengebieden van Nederland met een duidelijk Europees belang. Wat betreft flora
en fauna zijn er in Vuntus nog enkele bijzondere soorten aan te treffen. Door de
relatieve voedselrijkheid in met name het westelijke deel is de natuurwaarde van het
gebied echter sterk achteruit gegaan. Veel soorten die in het verleden nog binnen de
grenzen van Vuntus werden aangetroffen komen er inmiddels niet meer voor.
Flora
In de Vegetatiekartering polders Loosdrecht (2005) is Vuntus als volgt gekenschetst:
“[…] De Vuntus komt er als plas het slechtste uit. Er zijn minder soorten (6)
waterplanten aangetroffen dan in de Loosdrechtse Plassen. Gevonden soorten zijn:
Aarvederkruis, afwisselende velden Gele plomp met Witte waterlelie en kleine plukken
Glanzig en Doorgroeid fonteinkruid. De oeverbeplanting is weinig gevarieerd met
voornamelijk Riet, Kleine lisdodde, Oeverzegge en Mattenbies. Het ecologisch
ambitieniveau van de plas ligt op middenniveau.”
In het westelijke deel van Vuntus zijn nog ‘kritische’ natuurwaarden aanwezig, zoals
Gagel en enkele splinters Galigaanmoeras. Dit duidt op matig voedselarme
omstandigheden met kwel. In het oppervlakte water zijn voornamelijk soorten van
voedselrijke milieus aangetroffen, zoals Gele plomp en Waterlelie. Op enkele meer
geïsoleerde plaatsen in de noordoosthoek (petgaten en sloten) nabij de Kromme Rade
komt plaatselijk ook Drijvend fonteinkruid voor. De aanwezige graslanden betreffen
merendeels vegetaties van Reukgras, op enkele plekken doorontwikkeld tot
Zompzegge-Zwarte zegge Verbond. Dit wijst op een sterke invloed van regenwater.
Het westelijke deel van Vuntus bestaat voornamelijk uit de beheertypen Zoete plas,
Vochtig hakhout en middenbos, Trilveen (zeer weinig) en Hoog en laagveenbos. De
graslanden zijn aangegeven als Kruiden- en faunarijk grasland en Vochtig hooiland.
In dit deel van het projectgebied is een enkele Rode Lijstsoort aangetroffen, te weten
Krabbenscheer (Stippenkaart Natuurmonumenten, 2006). Overige soorten zijn onder
andere Waterwaaier, Veenpluis, Moerasviooltje, Gewimperd veenmos en Koningsvaren.
Iets minder westelijk, meer in het middendeel van het gebied, zijn de van de Rode
Lijstsoorten Ronde zonnedauw, Waterdrieblad, Moeraskartelblad en Veenreukgras
aangetroffen. Ook komen onder andere Tormentil, Paddenrus en Waterwaaier hier voor
(Stippenkaart Natuurmonumenten, 2006). Uit inventarisatiegegevens van 2103 komen
een aantal aanvullende gegevens naar voren. Deze actuele inventarisatie toont dat de
volgende soorten in het gebied aanwezig zijn: Gagel, Galigaan, Waterviolier, Gevleugeld
hertshooi, Grote ratelaar, Moeraslathyrus, Draadzegge, Snavelzegge en Blauwe zegge.
Het oostelijke deel van Vuntus bestaat uit de beheertypen Kruidenrijk en faunarijk
grasland en Hoog- en laagveenbos. Daarnaast is er en relatief kleine oppervlakte Zoete
plas en Moeras. Meer naar het westelijker gelegen petgatengebied komt Vochtig
hooiland voor. Rode Lijstsoorten die zijn aangetroffen in het oostelijke deel van Vuntus
zijn Trilveenmos, Veenreukgras, Draadzegge, Blauwe knoop, Moeraskartelblad,
Glanzend veenmos en Wateraardbei geinventariseerd (Stippenkaart
Natuurmonumenten, 2006). Overige soorten zijn onder meer Kamgras, Slangenwortel,
Zwarte zegge, Echte koekoeksbloem, Dotterbloem, Moerasvaren en Moerasstruisgras.
Iets oostelijker, bij de overgang naar het petgatengebied, is Gagel een veel
Pagina 9 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
aangetroffen soort. Ook vinden we hier Sterzegge, Blauwe zegge en Snavelzegge en
zeer incidenteel Galigaan (Inventarisatiekaart Natuurmonumenten, 2013).
In het hele gebied komt Cabomba of Waterwaaier voor. Dit is een zich agressief
uitbreidende exoot, die in het hele Loosdrechtse Plassengebied voor overlast voor de
recreatievaart zorgt. Over de invloed van deze soort op het ecosysteem is nog niet veel
bekend.
Fauna
De macrofauna van Vuntus lijkt op die van een deel van de Loosdrechtse Plassen.
Mogelijk door sulfidevorming is het bodemleven echter een stuk minder rijk dan
bijvoorbeeld de Eerste en de Derde Plas. In het verleden kwam de Gevlekte witsnuitlibel
nog in het gebied voor maar deze soort is vermoedelijk verdwenen door het verdwijnen
van verschillende successiestadia. De opkomst van de Amerikaanse waterkreeft heeft
een aantasting van de onderwatervegetatie tot gevolg en leidt daarmee tot een
achteruitgang van de ecologische diversiteit.
Er zijn waarnemingen van Ringslang en Heikikker in Vuntus maar naar verwachting
betreft het geen grote aantallen. Een soort als de Bittervoorn is aan de grenzen van
Vuntus aangetroffen en is naar alle verwachting ook in het gebied aanwezig. Naar de
aanwezigheid van deze soort en andere vis-, amfibie- en reptielensoorten wordt
voorafgaand aan de uitvoering nader onderzoek gepleegd.
Zoogdieren in Vuntus zijn onder meer de Meervleermuis die het oostelijke en deels
zuidelijke deel van Vuntus als foerageergebied heeft. De Noordse woelmuis komt
sporadisch in de hooi- en rietlanden van het gebied voor. De Otter is in de Oostelijke
Vechtplassen waargenomen en Vuntus is in potentie een geschikt leefgebied. Wat
vogels betreft zijn de meest aansprekende waarnemingen de IJsvogel, Rietzanger, Snor
en de Grote karekiet. Ook naar zoogdieren en bosvogels wordt nader onderzoek
verricht.
2.4
Recreatie
Vuntus is een zeer extensief bezocht gebied. Voor wandelaars is het gebied niet
opengesteld maar via het water is het een ander verhaal. Zo’n tien tot vijftien bewoners
van de Oud Loosdrechtsedijk/Kromme Rade gaan af en toe het gebied in met een
motorbootje. Ook wordt het gebied door hen met name in het vaarseizoen doorsneden
om in het plassengebied te komen. Het gaat hier alleen om ontheffingshouders omdat
voor Vuntus een verbod geldt om met de motorboot te varen. Er geldt een beperking
voor de vaarsnelheid, wat bijdraagt aan de rust. De bezoekers die het gebied met een
kano verkennen zijn niet slechts de lokale bewoners maar ook recreanten van ver uit de
omtrek. Voor kanoërs is er één bewegwijzerde kanoroute. Bij voldoende ijsdikte wordt
er in Vuntus ook
Figuur 2.4:
LAW-route
Kromme Rade
Pagina 10 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
graag geschaatst, onder andere via tochten die IJsclub de Loosdrechtse Plassen
organiseert. Over de Oud-Loosdrechtsedijk wordt gefietst en is ruim voldoende horeca
voor een bak koffie, lunch of menu. Meerdere locaties hebben prachtige terrassen aan
de Vuntusplas, hier worden vaak ook de kano’s verhuurd. Langs de Kromme Rade loopt
het LAW-pad (lange afstandswandeling) met dezelfde naam. Deze route is 19 km lang
en loopt van Kortenhoef tot Breukelen.
Tot slot is er het Vuntusstrand in het westelijke deel van het gebied. Dit bestaat uit een
ligweide en een zandstrand, omzoomd door riet. Dit zwemgebied trekt op een topdag
ruim 500 bezoekers. De gemeente Wijdemeren heeft hier een parkeerlocatie waar
tijdens evenementen geparkeerd kan worden.
2.5
Boeren, burgers en volkstuinders
Aan de oostzijde van Vuntus bestaat nog agrarisch gebruik in beperkte omvang. Deze
percelen vallen binnen de EHS begrenzing en worden niet actief verworven. Dit plan
richt zich enkel op de percelen die in eigendom zijn van Natuurmonumenten. Wel
worden belanghebbenden benaderd voor overleg en eventueel afstemming.
In het oosten van het gebied strekt zich van zuid naar noord het perceel uit van de
volkstuinvereniging Ontspanning Na Arbeid (ONA). De volkstuinders zijn partij omdat
een oost-west-waterverbinding hun complex zal kruisen. Ook enkele agrariërs zijn
nauw betrokkene bij de planvorming.
De relatie van dit project met omwonende burgers, met name aan de Oud
Loosdrechtsedijk en de Kromme Rade, betreft meer dan het gebruik van Vuntus voor
waterrecreatie. Veelal zijn mensen opgegroeid in de nabije omgeving en houden vooral
van de rust in het gebied. Voorafgaand aan en tijdens de uitvoering worden de
betrokkenen meegenomen in het proces.
Figuur 2.5 Overzicht eigendom Natuurmonumenten
Pagina 11 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
3
Doelen en uitgangspunten
3.1
Beleid en hoofddoelstellingen
Vuntus is een waardevol natuurgebied en in verschillende beleidsdocumenten is helder
verwoord dat het gebied beschermd en ontwikkeld moet worden. De plannen waarin dit
door verschillende overheden wordt benadrukt hangen onderling samen. Dit
inrichtingsplan dient om de wensen die in het beleid staan verwoord ook daadwerkelijk
te realiseren. Dit hoofdstuk gaat kort in op de relatie tussen de verschillende
beleidsdocumenten en de uitvoering van dit inrichtingsplan.
3.1.1
KRW / Watergebiedsplan
Het Watergebiedsplan (WGP) richt zich op geheel Polder Muyeveld, waar Vuntus deel
van uitmaakt. Deze polder is de hydrologische eenheid van de vijf Loosdrechtse
Plassen. Op de ecologische ambitiekaart uit het Watergebiedsplan krijgt het midden van
het deelgebied als gevolg van de Natura2000-status de ecologische ambitie ’hoog’ mee.
De meest oostelijke en meest westelijke percelen en wateren zijn aangeduid als
‘midden’. Het WGP richt zich op versterking van kwel, verbetering van de waterkwaliteit
voor de kwelafhankelijke natuur en het tegengaan van verdroging van o.a.
moerasterreinen. Daarnaast is er aandacht voor het verkrijgen van voldoende licht op
de waterbodem voor een goede ontwikkeling van water- en jonge
verlandingsvegetaties, natuurlijk peilbeheer en het tegengaan van eutrofiëring en
onvoldoende waterdiepte door baggeren. Vuntus is onderdeel van een officieel
aangewezen KRW-lichaam, wat betekent dat het gebied valt onder de verplichting van
de Europese Kaderrichtlijn Water waar wordt gestreefd naar een goede chemische en
ecologische waterkwaliteit. De ingrepen uit dit inrichtingsplan zijn hiervoor noodzakelijk.
Het WGP en de KRW borduren beide voort op het IWACO-rapport uit 1997 waarin het
doorstroompolderprincipe wordt geïntroduceerd (Verdrogingsbestrijding en
natuurherstel in en rondom De Ster. IWACO/Leerdam, A. van, 1997). Opdrachtgever
voor dit rapport is Natuurmonumenten. In 2013 is de opvolger van dit document
verschenen: Herijking polderdoorstroomprincipe. Tussenrapport – verkenning en
actualisatie op basis van bestaande informatie (Leerdam, A. van, 2013). Onderstaande
kaart uit het Watergebiedsplan laat de gewenste maatregelen vanuit de KRW zien. In
Vuntus is enkel maatregel KRW-1 aangegeven: Onderzoek naar en uitvoeren
polderdoorstroomprincipe. Op dit principe zijn de maatregelen in dit inrichtingsplan dan
ook gebaseerd (zie § 3.2.1).
Figuur 3.1.1: Maatregelen KRW binnen Vuntus
Pagina 12 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
De volgende inrichtingsmaatregelen worden in het Watergebiedsplan specifiek voor
polder Muyeveld en Vuntus benoemd:
•
•
het verbeteren van de watersituatie, met name de watersamenstelling;
het wegnemen van onomkeerbare verdrogingsschade door verboste en
verdroogde zodden terug te brengen naar vroegere verlandingsstadia.
Deze maatregelen uit het Watergebiedsplan worden in dit inrichtingsplan verder
uitgewerkt.
3.1.2
EHS en Natura 2000
Vuntus ligt geheel binnen de Natura 2000 begrenzing en EHS begrenzing. Het grootste
deel van de gronden is in bezit van Natuurmonumenten. De kaart van de huidige
beheertypen en de ambitiekaart zijn opgenomen als resp. figuur 4.2.1 en 4.2.2.
Voor het Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebied (Natura 2000) worden
instandhoudingsdoelen en beheerplannen opgesteld. Het Beheerplan Natura 2000
Oostelijke Vechtplassen (in concept gereed) beschrijft de natuuropgave voor het gebied,
op welke bijzondere gebiedskenmerken deze berust en hoe de natuuropgave zal worden
gerealiseerd. Voor dit laatste wordt verwezen naar de vastgestelde KRW-maatregelen.
Schoon kwelwater is cruciaal voor de natuuropgave: het is een voorwaarde voor de
instandhoudingsdoelen van een aantal vegetatietypen. Het uitbreiden en herstellen van
de invloed en de invloedssfeer van schoon kwelwater is daarom elementair om de
doelstelling vanuit Natura 2000 te realiseren.
kaart 3.1.2: uitsnede Natuurmeting op Kaart 2011 (NOK2011)
Uit de Natuurmeting op Kaart (NOK) 2011 komt naar voren dat de niet ingerichte EHS
op 148 ha eigendom van Natuurmonumenten (bruin op de kaart) binnen de nieuwe
natuur (totaal 203 ha) begrenzing ligt. De ingerichte oppervlakte binnen deze
begrenzing is 12,6 ha. De eigendommen aan de westzijde (vrnl. water) zijn al als
natuur gekwalificeerd. Binnen de begrenzing nieuwe natuur moet nog 43 ha aangekocht
en ingericht worden. De verwerving van nieuwe natuur valt buiten dit Maatregelenplan.
3.1.3
Programmatische Aanpak Stikstof (PAS)
Het ontwerp realiseert ook de opgave die geformuleerd is in het kader van het Plan van
Aanpak Stikstof. De PAS komt voort uit Natura 2000. De PAS stelt zich onder meer ten
doel om de instandhoudingsdoelen in Natura2000-gebieden zeker te stellen en daarbij
ruimte te maken voor nieuwe economische activiteiten. In veel Natura 2000-gebieden is
neerslag van stikstof een groot probleem. De regeling wil helpen om de negatieve
effecten daarvan tegen te gaan en terug te brengen.
Pagina 13 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
De belangrijkste PAS-doelstellingen op een rijtje:
•
(waar mogelijk) op een verantwoorde manier ontwikkelruimte creëren voor
nieuwe economische activiteiten
•
gericht maatregelen nemen om de uitstoot van stikstof te verminderen
•
de natuur beter bestand te maken tegen stikstof
Om de PAS-doelstellingen te realiseren zijn aanvullend op de KRW maatregelen extra
maatregelen nodig om de groeiomstandigheden voor de kwetsbare natuurdoeltypen te
realiseren. Het betreft wel gelijksoortige maatregelen: plaggen en beplanting
verwijderen. Hiervoor heeft de provincie vanuit het Rijk aanvullende middelen
beschikbaar gekregen.
3.2
Uitgangspunten
Aan de inrichtingsmaatregelen die worden uitgevoerd liggen doordachte ideeën en
principes ten grondslag. De absolute basis is het doorstroompolderprincipe. Naast de
vertrekpunten voor de daadwerkelijke inrichting zijn de uitgangspunten vanuit beleid de
volgende:
realiseren KRW-doelstellingen
realiseren PAS-doelstellingen
aanleg EHS op reeds verworven gronden
binnen kaders bestemmingsplan en Natura 2000
De uitgangspunten richten zich op het leveren van een zo groot mogelijke bijdrage aan
de instandhoudingsdoelen die in het aanwijzingsbesluit voor het Natura-2000-gebied
Oostelijke Vechtplassen zijn vastgesteld ( zie
http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/documenten/gebieden/095/N2K095_DB%2
0HVNW%20Oostelijke%20Vechtplassen.pdf)
De praktische onderbouwing voor dit inrichtingsplan wordt in de volgende paragrafen
toegelicht.
3.2.1
Ontwerpprincipes
Doorstroompolderprincipe
Het ‘doorstroompolderprincipe’
is een concept om de
waterkwaliteit in het gebied
rondom Loosdrecht te
verbeteren. Dit gebied heeft een
Natura2000 status, mede door
de bijzondere hydrologische
eigenschap dat hier kwel
optreedt dat ondergronds
afstroomt van de GooisUtrechtse stuwwal. Dit water is
voedselarm maar rijk aan
(bodem)mineralen zoals kalk,
ijzer en magnesium. De opzet is
om het schaarse kwelwater zo
lang en zo goed mogelijk vast te
houden in het gebied. In het
verlengde hiervan zijn de
inrichtingsmaatregelen erop
gericht om de instroom van
water van buitenaf eveneens te
Doorstroompolderprincipe
Het Doorstroompolderprincipe is ontwikkeld in
1997, als onderdeel van het project
‘verdrogingsbestrijding en natuurherstel in en
rondom De Ster’ (van Leerdam & de Mars,
1997). De implementatie heeft om verschillende
redenen nog maar beperkt plaatsgevonden. Wel
is het doorstroompolderprincipe door
waterschap, provincie en gemeenten opgenomen
in het maatregelpakket voor de Kaderrichtlijn
Water 2010-2015. Inhoudelijk was de maatregel
aanvankelijk echter niet verder uitgewerkt dan
in 1997. De verdere uitwerking die met dit
inrichtingsplan plaatsvindt houdt bovendien
rekening met de ontwikkelingen die sinds 1997
in het gebied rondom Loosdrecht zijn
opgetreden (Bron: Herijking
Polderdoorstroomprincipe, Leerdam, A. van,
2013.
Pagina 14 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
beperken. Dit laatste gebeurt door de aanleg van waterscheidingen. De Raaisloot zorgt
in de huidige situatie voor aanvoer van water met een sterk mindere kwaliteit dan het
kwelwater. Deze watergang, grenzend aan de noordzijde van het projectgebied, wordt
door het afdammen van de sloten die er op uitkomen afgescheiden van natuurgebied
Vuntus. Het is te verwachten dat door deze maatregelen het gehalte aan eutrofiërende
stoffen in het water binnen het Natuurgebied zal afnemen. Ook zal het water van oost
naar west langer een grondwaterachtig karakter zal behouden.
De maatregelen uit dit inrichtingsplan zorgen voor helderder water met meer
waardevolle waterplanten en –dieren en herstel van de moerasnatuur.
Landschapsecologische Systeemanalyse (LESA)
De landschapsecologische systeemanalyse wordt veelal gezien als het ‘anker’ van elk
beheer- of inrichtingsplan. De LESA geeft een beknopt beeld van de
ontstaansgeschiedenis van een gebied, hoe het functioneert en welke processen
bepalend zijn voor het voorkomen van planten en dieren. Het uitvoeren van een LESA
start achter het bureau, waarbij vanuit de volle breedte naar een gebied wordt gekeken
en de voor het gebied relevante en toetsbare vragen en hun prioriteit. Vervolgens vindt
daadwerkelijke analyse in het veld plaats, waarna terug achter het bureau verdere
analyse en synthese plaatsvindt. Op deze wijze wordt in een leerproces uitgezocht
welke informatie over het gebied aanwezig is en welke ontbreekt. Door het aanvullen
van missende informatie en de focus te verleggen van volledig overzicht tot detail
ontstaat een ecologisch begrip van de werking van het systeem.
De conclusie dat de meeste kwelinvloed, en dus de meeste potenties voor
kwelafhankelijke natuurtypen, zich bevinden aan de oostelijke zijde van het gebied. Hier
bevindt zich in de noordhoek ook nog een zandrug. Kwel afhankelijke natuur is
zeldzaam en lastig te realiseren omdat deze erg standplaatsafhankelijk is. Wanneer de
standplaatscondities goed zijn, verdient het de aanbeveling om te proberen deze zoveel
als mogelijk te benutten voor natuurdoelen als blauwgrasland, trilvenen en typische
verlandingsvegetaties.
Pagina 15 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
4
Te verwachten effecten
4.1.1
Waterkwaliteit en -kwantiteit
De afvoer in het gebied verloopt in de huidige situatie versneld via de Kromme Rade. In
de toekomst wordt opkomend kwelwater binnen Vuntus in oost-west richting door een
intern watersysteem afgevoerd. In dit watersysteem zit, vooral dankzij de aanwezige
plassen, een grote (kwantitatieve) buffer. Aangezien het water in Vuntus nog steeds in
open verbinding staat met de Loosdrechtse Plassen zal het oppervlaktewaterpeil ook
gewoon mee blijven bewegen met het plassenpeil. Het interne watersysteem (een
doorgaande stelsel van sloten slingerend door het gebied) krijgt zodanige afmetingen,
dat het overtollige water zonder risico voor peilverhoging kan worden afgevoerd, Naar
verwachting zal het oppervlaktewaterpeil in het gebied in de toekomstige situatie niet
afwijken van de huidige situatie. In geval van neerslag en westenwind – hydrologisch
gezien het lastigste scenario – kan het water aan de oostzijde het gebied niet verlaten.
Daarom is het wenselijk om op een tweetal plaatsen een noodoverlaat]te plaatsen: een
ten oosten van het volkstuincomplex en een ten westen daarvan.
De afdamming van de kavelsloten langs de Kromme Rade maakt het natuurgebied
ontoegankelijk voor vaartuigen, Voor het beheer van het gebied is echter
toegankelijkheid per boot voor Natuurmonumenten noodzakelijk, Daarom wordt ten
westen van de volkstuinen een doorvaarbare stuw opgenomen. Deze voorziening kan
ook worden gebruikt als noodoverlaat.
4.1.2
Flora
De verbeterde waterkwaliteit heeft naar verwachting zeer positieve gevolgen voor de
flora in het gebied. Door het plaggen wordt de voedselrijke bovengrond van een aantal
percelen verwijderd, waardoor voedselarmere condities ontstaan voor meer kritische
plantensoorten. Het profileren van slootkanten in het oostelijke deel van het gebied
draagt ertoe bij om de kwaliteit van het hier aanwezige kwelwater optimaal te benutten
(versterking vrijkomende kwel). Door de sterkere kwelinvloed en het ondiepe water op
de afgegraven percelen en de uitgegraven petgaten ontstaan optimale potenties voor
het herstel van kraggen en kwelgebonden vegetaties.
4.1.3
Fauna
Door het verbeteren van de waterkwaliteit en de herstelde en uitgebreide
oorspronkelijke vegetaties, is het de verwachting dat veel van de van origine
voorkomende fauna zal terugkeren in het gebied. De verbeterde waterkwaliteit is in
eerste instantie vooral van invloed op macrofauna en vissen. Daarnaast zullen de nieuw
te plaggen delen tot schralere vegetaties leiden wat tot een andere
soortensamenstelling (met name bij insecten) zal leiden. Een verbeterde waterkwaliteit
zal ook leiden tot de verbetering van het habitat van de waterspitsmuis en de noordse
woelmuis. De otter is gesignaleerd in het gebied. Voor de otter is echter niet zo zeer de
waterkwaliteit een knelpunt als wel versnippering van de omgeving door snelwegen en
spoorlijnen.
Tot slot zal het kappen van bomen, de verbetering van de waterkwaliteit en de
ontwikkeling van veenmosrietlanden voor veel moerasvogels een uitbreiding van het
habitat betekenen.
Op het aantal algemeen voorkomende hinderlijke insecten als muggen en knutten zullen
de werkzaamheden naar verwachting nauwelijks een waarneembare invloed hebben.
Helderder water maakt het gebied misschien iets minder aantrekkelijk voor muggen,
meer wind door het kappen van bomen kan de overlast van knutten iets beperken.
Pagina 16 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
4.1.4
Recreatie
De recreatie in het gebied bestaat in de huidige situatie enkel uit waterrecreatie. Met dit
plan komen er ook mogelijkheden voor wandelaars door de aanleg van een extensief
wandelpad aan de oostzijde van de Kromme Rade naar de Oud-Loosdrechtse Dijk. Ook
komen er waarschijnlijk themagerichte excursies of wandelingen onder begeleiding. De
toegang met motorbootjes wordt met de voorgestelde maatregelen niet onmogelijk
gemaakt. Het plan is erop gericht de rechten en de mogelijkheden van de
ontheffingshouders te respecteren. De ontheffinfhouders die vanuit het gebied direct ten
westen van het volkstuincomplex varen, kunnen gebruik maken van de doorvaarbare
stuw, die ten behoeve van het beheer wordt aangelegd.
Aan de westzijde van het gebied liggen verspreid een kleine twintigtal
kanoaanlegplaatsen. Deze aanlegplaatsen worden waar nodig hersteld en vervangen,
waarna dit gebied weer op niveau is ingericht voor kanoërs.
Op twee locaties worden rustplekken voor fietsers gerealiseerd. Deze rustplekken
bestaan uit bijvoorbeeld een picknicktafel met bankje(s), een vuilnisbak,
fietsenstandaard en informatiebord. Vanuit deze locaties kan het gebied goed overzien
worden.
4.2
Streefbeeld
Onderstaande kaarten geven zowel de huidige beheertypen als de geambieerde
beheertypen weer. De tweede kaart is derhalve het streefbeeld voor Vuntus na
uitvoering van dit inrichtingsplan. De beheertypen zijn vastgelegd in het
Natuurbeheerplan van de Provincie Noord-Holland (http://www.noordholland.nl/web/Themas/Groen/Subsidies/Natuurbeheerplan-en-SNL.htm)
Figuur 4.2..1 Huidige beheertypen Vuntus
Pagina 17 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
Figuur 4.2.1 Ambitiekaart beheertypen Vuntus
Pagina 18 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
5
Inrichtingsplan
5.1
Beschrijving ontwerp
Dit hoofdstuk beschrijft de maatregelen die binnen Vuntus worden uitgevoerd. Deze
maatregelen zijn samengevat in de maatregelenkaart, die als bijlage 1 is bijgevoegd. In
bijlage 2 zijn per inrichtingsmaatregel de hoeveelheden weergegeven.
5.1.1
Waterscheiding
Om de gewenste waterscheiding in het gebied mogelijk te maken worden de kavelsloten
die uitkomen op de Raaisloot afgedamd tot ongeveer 300 meter en westen van de
laatste woningen aan de Kromme Rade. De sloot aan de oostzijde van het complex van
ONA wordt ten zuiden van de volkstuinen afgedamd. Ook de wegsloot van de ’s
Gravelandsevaartweg blijft aangesloten op de Raaisloot. Zo wordt bemest of vervuild
water gescheiden van het kwelwater. Deze maatregelen zijn cruciaal in het licht van het
polderdoorstroomprincipe waarop de inrichting is gebaseerd.
5.1.2
Graven en dempen sloten
Met de afdamming van de kavelsloten hebben de gronden in het oostelijk deel van het
Natuurgebied geen afwatering meer. Daarom moet er een vervangende watergang
worden gerealiseerd, zodat het polderdoorstroomprincipe kan werken. Zoveel mogelijk
wordt er gebruik gemaakt van bestaande (dwars)sloten, waar die ontbreken worden
nieuwe watergangen gegraven. De afmetingen worden afgestemd op de benodigde
afvoercapaciteit. Er wordt ongeveer 4,4 km sloot op de juiste breedte gebracht en
ongeveer 670 meter nieuwe sloot gegraven. Dammen met duikers worden aangelegd
waar (beheer)paden de nieuw te graven sloten kruisen, zodat de bereikbaarheid van de
percelen niet verslechterd.
In het oostelijk deel van het gebied worden een aantal slootkanten (ruim 650m) tot een
zeer glooiende oever vergraven. Dat versterkt de vrijkomende kwel en draagt bij aan
en optimale benutting hiervan. Daarnaast biedt dat diversiteit in groeiplaatsen van nat
naar droger.
5.1.3
Baggeren
In Vuntus is sinds 2003 niet gebaggerd. Er is geïnventariseerd hoeveel bagger aanwezig
is in de plassen, die in het IWACO-rapport als te baggeren zijn aangemerkt. In deze
plassen blijkt nauwelijks bagger aanwezig te zijn. Wel is er een venige laag op de
zandondergrond aanwezig, maar die past in het karakter van de plassen als voormalige
petgaten.
Plaatselijk kunnen wel sloten worden uitgediept, als die niet voldoen aan de eisen van
het doorstroomprofiel in de nieuwe oost-west slingerende hoofdafvoer.
5.1.4
Plaggen
Plaggen, ofwel het verwijderen van de toplaag van de bodem, wordt toegepast bij
verzuurde, voedselrijke bodems. Door het verwijderen van de bovenlaag wordt de
aanwezige zaadbank blootgelegd en krijgen pioniervegetaties de kans opnieuw tot
ontwikkeling te komen.
Pagina 19 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
Door het plaggen vindt herstel plaats van nat schraalland, verbost (Veenmos)rietland en
lokaal ook Trilveen. De plagdiepte varieert van 15 tot 30 cm en ligt gemiddeld rond de
20 cm (Natuurontwikkeling graslanden kwelrijke flank Oostelijke Vechtplassen.
Resultaten van een ecopedologisch en bodemchemisch onderzoek, Delft, S.P.J. van en
Kemmers, R.H., 2013)). De plaglocaties bevinden zich op plekken waar in het verleden
ook Veenmosrietlanden of Trilvenen aanwezig waren en potenties voor vochtige
schraallanden zijn. De hoogste potenties voor de korte termijn liggen in het oostelijke
deel van het gebied met kwel Gezien de toekomstige goede oppervlaktewaterkwaliteit
leent dit deel van het gebied zich goed voor deze maatregel. Deze maatregel sluit aan
op punt 19 van de maatregelen tabel uit de kansen en knelpuntenanalyse. N2000
Oostelijke Vechtplassen (Tabel 4). Er wordt ruim 10 ha. afgeplagd, deels na het
verwijderen van beplanting.
5.1.5
Petgaten
De maatregel bestaat uit het nieuw graven of weer open graven van petgaten die deels
of geheel zijn dichtgegroeid met moerasplanten (verlanding) of bos. Oorspronkelijke
petgaten, riet- of veenmoerassen zijn in de Vuntus op vrij grote schaal veranderd in
bos. Dit betekent inherent een grote achteruitgang voor de aquatische flora en fauna.
Het graven van nieuwe petgaten is, mits een goede waterkwaliteit aanwezig is, een
goede maatregel om nieuwe successiereeksen op gang te brengen. Naar verwachting
wordt hier al op vrij korte termijn een geschikt milieu gecreëerd voor de habitattypen
Kranswieren en/of Meren met Krabbenscheer. Ook wordt de uitgangssituatie
gerealiseerd voor de daaropvolgende verlanding met uiteindelijk Trilveen en
Veenmosrietland. Het graven van petgaten sluit aan op punt 15 van de maatregelen
tabel uit de kansen en knelpuntenanalyse N2000 Oostelijke Vechtplassen.
Het aantal uit te graven petgaten binnen dit plan is enigszins teruggebracht en
vervangen door plaggen. Ten oosten van de volkstuinen worden geen petgaten
gegraven. Plaggen past beter in het goeddeels veenloze landschap van de oostelijke
Vuntus en heeft vrijwel hetzelfde hydrologische effect. Er wordt 2,5 ha vergraven,
verdeeld over 12 grotere en kleinere petgaten.
5.1.6
Bomen rooien
Met deze maatregel wordt met name beschaduwing van het oppervlaktewater en
eutrofiëring door bladafval gereduceerd. Het vergroten van lichtinval in wateren zorgt er
ondermeer voor dat vastzittende waterplanten betere kansen krijgen om tot groei te
komen en niet afsterven doordat het water te troebel is. Een andere belangrijke reden
voor het kappen van bomen is het terugbrengen van de hoge verdamping. Door het
grote bladoppervlak verdampen bomen veel meer dan vegetatie als gras of riet. Het
kappen van bomen is dan ook een belangrijke maatregelen tegen de verdroging van het
gebied. Deze maatregel sluit aan op punt 20 van de maatregelen tabel uit de kansen en
knelpuntenanalyse N2000 Oostelijke Vechtplassen. Daarnaast is kappen natuurlijk
noodzakelijk als er petgaten of andere waterpartijen gegraven moeten worden en
voordat gronden kunnen worden geplagd. In totaal wordt bijna 12 ha beplanting gekapt
en wordt 2200 meter slootoever vrijgesteld van beplanting.
Een van de rietlanden (ongeveer 2 ha) langs de Kromme Rade is enkele jaren geleden
ontdaan van bomen. In het kader van deze kwaliteitsimpuls worden sindsdien
opgekomen bomen opnieuw verwijderd, zodat het rietland zich verder als rietmoeras
kan ontwikkelen.
5.1.7
Beheervoorzieningen
Om het beheer efficiënt uit te voeren wordt het bestaande beheerpadennetwerk
opgeknapt en / of uitgebreid.
Pagina 20 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
In de huidige situatie zijn niet alle percelen bereikbaar, de beheerpaden die er zijn, zijn
slecht door inklinking en enkele percelen zijn alleen maar per boot te bereiken. Dit is
kostbaar en inefficiënt, en voldoet niet aan de eisen die de diverse beheertypen (zoals
bijvoorbeeld hooilanden) stellen aan beheer en de eisen die er zijn om vrijgekomen
biomassa in de toekomst af te kunnen voeren. De benodigde 8 km. (gras-)paden zijn
niet verhard. Dammen (evt. met duiker) worden aangelegd waar sloten gekruisd
worden. Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van dammen die ook voor de
waterbeheersing nodig zijn.
Een deel van de percelen blijft alleen over water bereikbaar. Vandaar dat het gebied
toegankelijk per boot toegankelijk moet blijven voor de beheerder. Daarom wordt er in
een van de afdammingen langs de Raaisloot een doorvaarbare waterscheiding
geplaatst.
5.1.8
Openbare recreatie
Het wandelpad aan de oostzijde betreft een gemarkeerd grasspoor over de percelen.
Een overstap over het hek aan de Oudloosdrechtsedijk en een smalle brug over de
Raaisloot sluiten het pad aan op bestaande routes, Het pad maakt het mogelijk om de
natuur van de Vuntus te beleven en de als wandelroute minder aantrekkelijke ’s
Gravelandsevaartweg te vermijden.
In het westelijk deel van het gebied speelt vooral (extensieve) waterrecreatie een rol.
Vuntus wordt bestempeld als een luw recreatiegebied. Het bestaande verbod voor
motorvaart blijft daarom in stand. Voor de kanovaarders worden een kleine twintig
aanlegplaatsen op de grens met de Loosdrechtse Plassen hersteld of vernieuwd. Het
achterstallige onderhoud van de bestaande kanoroute wordt weggewerkt.
Tot slot worden voor fietsers en wandelaars een tweetal rustplekken aangelegd, een
aan de Oudloosdrechtsedijk en een aan de ‘s Gravelandsevaartweg . Dit zijn eenvoudige
pauzeplekken met een tafel, bankjes, fietsenstandaard en informatiebord. Afvalbakken
worden niet geplaatst aangezien dit doorgaans een tegendraads effect heeft; mensen
moeten zelf hun afval meenemen.
5.1.9
Medegebruik bewoners
De bewoners langs de Oudloosdrechtsedijk en de Kromme Rade gebruiken het gebied
om te varen. In de huidige situatie varen de bewoners met motorbootjes en kano’s van
de Oud Loosdrechtsedijk door het natuurgebied en via de Raaisloot naar de
Loosdrechtse Plassen en de ’s Gravelandse Vaart. Voor de bewoners langs de Kromme
Rade en de Oudloosdrechtsedijk vanaf nummer 98 verandert de situatie niet. De
bewoners aan de Oudloosdrechtsedijk tot nummer 98 krijgen te maken met de
afdammingen langs de Raaisloot. Zij kunnen gebruik maken van de doorvaarbare stuw
om hun vaarmogelijkheden te behouden
Pagina 21 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
6
Financiering
Provincie Noord-Holland, Waterschap Amstel Gooi en Vecht en Natuurmonumenten
dragen gezamenlijk de kosten van de uitvoering van het maatregelenplan. Een deel van
de maatregelen is onderdeel van het project “New Life voor Dutch Fens” , een project
dat in het kader van LIFE+ mede gefinancierd wordt door Europa (zie inzet op de
maatregelenkaart). Aan deze maatregelen wordt bijgedragen door Europa, de Provincie
en waterschap Amstel, Gooi en Vecht. De aanpassing van het watersysteem (de andere
inzet in de maatregelenkaart) worden betaald door Provincie Noord-Holland en het
waterschap. De overige maatregelen komen ten laste van de Provincie Noord-Holland.
Pagina 22 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
7
Uitvoeringsaspecten
7.1
Vergunningen, ontheffingen en onderzoeken
Voor de uitvoering van het maatregelenplan zijn verschillende vergunningen en
ontheffingen noodzakelijk. Deze vergunningen en ontheffingen zullen door
Natuurmonumenten worden aangevraagd.
7.1.1
Flora & Faunawet
De Flora- en faunawet beschermt in het wild voorkomende diersoorten en
plantensoorten. De Habitatrichtlijn, de Vogelrichtlijn en het CITES-verdrag maken
onderdeel uit van de Flora- en faunawet.
De werkzaamheden zullen invloed hebben op een aantal soorten, die beschermd worden
door de Flora en Faunawet. Daarom wordt een ontheffing aangevraagd. In de aanvraag
zal worden aangetoond dat de werkzaamheden geen nadelige gevolgen voor de stand
van de betrokken soorten zal hebben. Overlast en schade zal worden beperkt door te
werken volgens de door Natuurmonumenten vastgestelde Gedragscode. Hierin staan de
maatregelen die moeten worden genomen bij alle natuurwerkzaamheden die in deze
Gedragscode natuurbeheer zijn opgenomen. Verder bevat dit deel de zogenoemde
natuurkalenders. Bij die natuurkalenders staan voorzorgsmaatregelen beschreven die
nodig zijn bij diverse natuurwerkzaamheden. De ontheffing wordt namens de Provincie
Noord-Holland verleend door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
7.1.2
Natuurbeschermingswet
De Natuurbeschermingswet 1998 regelt de bescherming van de Natura 2000 gebieden –
Habitat- en Vogelrichtlijngebieden - en de zogenaamde ‘beschermde
natuurmonumenten’ waar Vuntus overigens niet onder valt. Werkzaamheden die
potentieel schade toe kunnen brengen aan de in het kader van Natura 2000
geformuleerde beheerdoelen zijn vergunningplichtig. Als aangetoond wordt dat er geen
schadelijke gevolgen zijn is geen vergunning vereist. Gelet op de doelstellingen van dit
inrichtingsplan wordt verwacht dat geen vergunning nodig is of dat de vergunning zal
worden verleend. De vergunning kan als onderdeel van de omgevingsvergunning
worden verleend, de provincie is het bevoegde gezag.
7.1.3
Watervergunning
De watervergunning is benodigd voor alle activiteiten in het watersysteem. De
vergunning is voor Vuntus benodigd omdat hier ‘activiteiten in, op, boven, over of onder
een oppervlaktewaterlichaam (in dit geval watergangen en plassen) worden
ondernomen’. Binnen Vuntus zijn onderdelen als baggeren, het graven van sloten,
taludverflauwing en de aanleg van dammen, duikers en kanoaanlegplaatsen
‘watervergunningplichtig’. In de aanvraag moeten de geplande maatregelen helder
worden beschreven.
Waternet zal namens Natuurmonumenten de watervergunning aanvragen. Waterschap
Amstel, Gooi en Vecht is het bevoegd gezag.
7.1.4
Omgevingsvergunning
De Omgevingsvergunning is sinds 1 oktober 2010 de vervanger van een groot aantal
andere vergunningen zoals de aanlegvergunning en de kapvergunning. In het
bestemmingsplan voor dit gebied is aangegeven dat voor een breed scala van
Pagina 23 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
werkzaamheden, die potentieel schade zouden kunnen toebrengen aan de
natuurdoelstelling een omgevingsvergunning nodig is. Voor vrijwel alle maatregelen uit
dit plan is een vergunning nodig. Nu het plan zich richt op versterking van de
natuurbestemming, is de verwachting dat de vergunning wordt verleend.
De gemeente Wijdemeren is het bevoegd gezag.
7.1.5
Ontgrondingsvergunning
Deze vergunning is nodig om alle grondverzet binnen het plan te kunnen uitvoeren.
Binnen Vuntus is er sprake van ontgronding op de percelen waar geplagd wordt, waar
petgaten worden gegraven en waar sloten worden gegraven. De
Ontgrondingenverordening stelt regels voor het afgraven van gronden. In NoordHolland zijn bepaalde werkzaamheden voor waterpartijen en natuurbouw waarbij niet
meer dan 10.000 m3 zand, klei of grond wordt ontgraven vrijgesteld. Binnen dit project
wordt de grens van 10.000 m3 ruimschoots overschreden en is dus een
ontgrondingenvergunning noodzakelijk. De provincie is het bevoegd gezag
7.1.6
Vrijstelling herplantplicht Boswet
Op grond van de Boswet dienen percelen waar de beplanting gekapt wordt opnieuw te
worden bebost. Dat is in dit geval in strijd met de nagestreefde natuurdoelstellingen.
Daarom wordt een vrijstelling van de herplantplicht aangevraagd. Het ministerie van
Economische Zaken (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) is het bevoegd gezag,
de provincie adviseert en houdt toezicht.
7.1.7
Ontheffing Verordening Bescherming Plassengebied
Het Plassenschap Loosdrecht e.o heeft in haar verordeningen regels opgesteld voor de
bescherming van het plassengebied. Voor een aantal maatregelen in dit
maatregelenplan en voor sommige werkzaamheden die daarvoor nodig zijn is ontheffing
van de verbodsbepalingen in de verordening nodig. Het dagelijks bestuur van het
Plassenschap is het bevoegd gezag.
7.2
Onderzoek
Ter voorbereiding van dit plan is onderzoek verricht naar de chemische samenstelling
van het bodemwater om het voorkomen van kwel nader te kunnen bepalen. Er is
onderzoek gedaan naar de voorkomende vogels en zoogdieren ten behoeve van de
flora- en faunaontheffing. Na onderzoek van het voorkomen van bagger in de grotere
plassen van het projectgebied is besloten niet tot baggeren over te gaan.
Er wordt nog verkennend archeologisch onderzoek gedaan. Waar nodig worden nog
aanvullende gegevens over flora en fauna verzameld ten behoeve van
7.3
Grondbalans
Bij de uitvoering van de maatregelen komt een aanzienlijke hoeveelheid grond vrij, naar
verwachting 85.000 m3. Zoveel mogelijk grond wordt uit het gebied afgevoerd. Een
deel van de grond kan verwerkt worden in dammen. Enkele percelen die minder
natuurkwaliteit hebben kunnen worden opgehoogd, op andere plaatsen kan de grond
tijdelijk in depot worden gezet en na indroging en inklinking alsnog worden afgevoerd.
Daarmee worden de vervoerbewegingen en de kosten beperkt, maar de uitvoeringsduur
verlengd. Minimaal wordt dan ongeveer 40.000 m3 afgevoerd. De permanente en
tijdelijke grondberginglocaties zijn in figuur 7.4.1. en 7.4.2 weergegeven.
Naast grond zullen ook hout en stobben moeten worden afgevoerd.
Pagina 24 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
Figuur 7.4.1.:depot blijvende grond
Figuur 7.4.2 depot tijdelijke grond
7.4
Organisatie van de uitvoering
Provincie, Hoogheemraadschap en Natuurmonumenten zijn elk verantwoordelijk voor
een deel van de te realiseren werkzaamheden, om beleidsdoelen in het kader van de
EHS, Natura2000, KRW en PAS. Vanuit die verantwoordelijkheid delen ze het
opdrachtgeverschap voor dit project. Daarbij spreken partijen af dat
Natuurmonumenten namens de partijen als opdrachtgever voor de werkzaamheden
optreedt. De afspraken tussen partijen worden vastgelegd in een
samenwerkingsovereenkomst. Natuurmonumenten zal een aannemer inschakelen om
de werkzaamheden uit te voeren.
7.5
Aandachtspunten technische uitvoering
Tijdens de voorbereiding van zowel de aanbesteding als de uitvoering zelf wordt
nadrukkelijk aandacht besteed aan de grondbalans (verwerken vrijkomend
bodemmateriaal en organisch materiaal), transportroutes binnen en buiten het
plangebied, bescherming van de bodem, de (on)mogelijkheid van uitvoering a.g.v.
vergunningen (o.a. broedseizoen) en weersomstandigheden. Voorafgaand aan de
aanbesteding worden deze zaken meer gedetailleerd in kaart gebracht.
Pagina 25 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
7.6
Aandachtspunten omgeving
De gevolgen voor het recreatieve gebruik van het gebied zijn niet enorm groot,
aangezien het gebied in de huidige situatie al zeer beperkt toegankelijk is voor
recreanten. Met de aanleg van de wandelverbinding aan de oostzijde van het gebied
wordt de mogelijkheid om het gebied te beleven vergroot. De kanoaanlegplaatsen
worden opgeknapt, in de nadere uitwerking zal over de detailuitwerking overlegd
worden met de betrokken kano-organisaties. Het huidig gebruik door omwonenden
wordt niet veranderd, voor de beheerder en de bewoners wordt een doorvaarbare stuw
geplaatst. De uitwerking van deze stuw wordt met de betrokken gebruikers nader
besproken.
De aanleg van het baggerdepot en de transportbewegingen die het project met zich
meebrengt zijn ook punten om goed met alle belanghebbenden af te kaarten.
7.7
Externe communicatie
In het traject bij het opstellen van dit inrichtingsplan is overlegd met de houders van
een motorbootontheffing in het gebied. Daarnaast is overleg gevoerd met de
volkstuinvereniging en een aantal belanghebbende omwonenden. Zo nodig zijn de
plannen aangepast naar aanleiding van hun opmerkingen. Het plan wordt gepresenteerd
tijdens een inloopavond. Suggesties voor verbetering worden dan nog in het plan
verwerkt.
In het kader van de vergunningen zal ook de nodige communicatie plaatsvinden. Ook
bestaat hier de gebruikelijke mogelijkheid tot bezwaar en beroep.
Na de uitvoering volgt naar verwachting een feestelijke oplevering. Daarnaast zullen
activiteiten worden georganiseerd die het mogelijk maken dat belangstellenden het
resultaat van de werkzaamheden kunnen ervaren.
Pagina 26 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
8
Beheer
Na inrichting volgt beheer. Het ‘waterbeheer van Vuntus bestaat uit het op diepte
houden van sloten, en het schoonhouden van duikers. Om een goede afwatering te
waarborgen zal de vervangende doorgaande watergang opgenomen worden in de
Legger van het waterschap, waarbij Natuurmonumenten als onderhoudsplichtige wordt
aangewezen.
Wat betreft de graslandjes bestaat het beheer met name uit maaien binnen diverse
beheertypen. In eerste instantie betreft het overgangsbeheer, later verschuift dit naar
het behoud van open landschap en schrale natuurtypen. Wat betreft de houtopstanden
wordt er cyclisch hakhoutbeheer toegepast. Tot slot de recreatieve elementen: het
wandelpad wordt beheerd en toegankelijk gehouden en de kanoaanlegplaatsen worden
onderhouden.
Natuurmonumenten streeft ernaar samenwerkingen met plaatselijke ondernemers in
het gebied aan te gaan. Zo houdt Abrona nu al een deel van de aanlegplaatsen bij
(maaien, hakhout). Een natuurboer kan maaien en het gebied openhouden door
beweiding met rundvee of schapen. De natuurboer kan ook het wandelpad en de
pleisterplaatsen onderhouden. Dit is toekomstmuziek, maar wel hoe
Natuurmonumenten hete in de toekomst graag organiseert. Gespecialiseerde
aannemers zullen de kwetsbare natuurtypen in opdracht van Natuurmonumenten
beheren: maaien schraallanden en trilvenen, met lichte apparatuur geschikt voor de
vaak moeilijk bereidbare bodem.
Eigendom en onderhoud liggen bij Natuurmonumenten. Het beheer is vastgelegd in het
beheerplan op basis van de SNL Ambitiekaart.
Pagina 27 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
Pagina 28 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
Bijlagen
Bijlage 1 Maatregelenkaart Vuntus
Los bijgevoegd
Pagina 29 van 30
Definitief | Ontwerp-Inrichtingsplan
Natuurgebied Vuntus | 7 maart 2014
Bijlage 2 Overzicht maatregelen Vuntus
Plan Vuntus
LIFEaanvraag
Watersysteem Overig
Totaal
ha
ha
ha
ha
bomen verwijderen
5,41
plaggen
5,41
petgaten graven
1,75
plaggen/maaiveldverlaging
0,77
hout langs sloot verwijderen
0,68
0,68
sloot opengraven
plaggen verzuurd rietland, alleen nog
boompjes trekken
0,43
0,43
Sloten graven
12,32
5,41
0,67
4,16
2,05
m.
Sloten verbreden
6,91
m
2,42
4,93
2,05
m
m
4462
4462
671
671
Verbeteren beheerpaden
8.000
8.000
stuks
stuks
stuks
26
14
40
Doorvaarbare stuw
1
1
rustplaatsen
2
2
wandelspoor
dammen
Pagina 30 van 30