Nieuwsbrief Deltaplan Hoge Zandgronden juli 2014 (PDF

Nieuwsbrief
Deltaplan
Hoge Zandgronden
juli 2014
Mijlpaal watervoorziening hoge zandgronden
Op 12 juni jongstleden ondertekenden 19 samenwerkende partijen in Zuid-Nederland een belangrijke intentieverklaring. Doel: het realiseren van een uitvoeringsprogramma om de beschikbaarheid van voldoende schoon
grond- en oppervlaktewater in een belangrijk deel van Nederland voor langere termijn veilig te stellen.
Hiermee gaan de partners gezamenlijk en structureel de strijd aan met toenemende watertekorten.
De hoger gelegen zandgronden in Noord-Brabant en Limburg kennen
nu al regelmatig perioden van watertekort. Klimaatverandering zorgt
voor meer neerslag in korte tijd (piekbuien), maar Nederland heeft ook
steeds vaker te maken met warme, droge perioden die langer duren.
Hierdoor staat de beschikbaarheid van voldoende schoon grond- en
oppervlaktewater verder onder druk. Dat kan leiden tot grotere
knelpunten voor landbouw, industrie, drinkwater, scheepvaart, natuur
en recreatie en het stedelijk gebied. Het Deltaplan Hoge Zandgronden
gaat deze ontwikkelingen tegen.
Deltaprogramma voor de watervoorziening op de hoge zandgronden
(Zuid- en Oost-Nederland gezamenlijk) is een kroon op ons werk.
Deze cofinanciering is een solide basis voor de regionale investeringen
die alle partners de komende jaren opnemen in hun beleids- en
beheerplannen.
Groot economisch belang
De gezamenlijke intentieverklaring is een belangrijke mijlpaal. Hiermee
onderstrepen we onze gezamenlijke strategie voor een klimaatbestendige watervoorziening. We tekenen voor het behoud en de
ontwikkeling van het economisch potentieel van Noord-Brabant en
Limburg. Voldoende grond- en oppervlaktewater is hier essentieel
voor het toekomstperspectief van de landbouw en industrie en voor
het behoud van unieke natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten.
106 miljoen Euro
Met de intentieverklaring onderschrijven de deelnemende partijen
de ambitie om, mits adequate cofinanciering vanuit het nationale
Deltafonds beschikbaar komt, voor de eerste fase (2016-2021)
106 miljoen Euro te investeren in maatregelen. Door de komende
jaren te investeren in effectieve maatregelen, voorkomen we de extra
droogteschade door klimaatverandering die alleen al voor de landbouw in Zuid-Nederland kan oplopen tot 75 miljoen Euro per jaar.
Nationaal belang
Noord-Brabant en Limburg zijn van oudsher provincies met veel
landbouw en industrie en daarmee van nationaal belang. Vanuit een
regionaal samenwerkingsproces hebben we met een brede maatschappelijke coalitie de problematiek van de hoge zandgronden op
de kaart gezet. Hierbij hebben we nauw samengewerkt met de regio
Oost-Nederland. De reservering van 60 miljoen Euro in het nationale
Doet u mee?
De intentieverklaring van 12 juni is niet het eindpunt. Komend jaar
werken we toe naar een gebiedsgerichte uitwerking van het uitvoeringsprogramma en een bestuursovereenkomst, waarin definitieve
afspraken worden gemaakt over uitvoering en financiering van
maatregelen. Partijen die hier een rol voor zichzelf weggelegd
zien zijn van harte welkom hier mede invulling aan te geven.
Lambert Verheijen,
voorzitter stuurgroep Deltaplan
Hoge Zandgronden en
dijkgraaf waterschap Aa en Maas
131 miljoen
voor water in
droge zomers
Op 27 juni ondertekenden regionale
overheden en de maatschappelijke
belangenorganisatie, in de regio
Oost-Nederland, in bijzijn van
Deltacommissaris Wim Kuijken, de
intentieverklaring. De intentieverklaring
is gericht op het verder uitwerken
van het Uitvoeringsprogramma
Zoetwatervoorziening op de Hoge
Zandgronden in regio Oost.
De Deltacommissaris vindt het van
grote waarde dat naast de provincies,
gemeenten en waterschappen
in Oost- en Zuid-Nederland de
intentieverklaring hebben ondertekend,
ook de maatschappelijke organisaties
als gebruikers van zoetwater in dit
gebied. “Dit ondersteunt mijn voorstel
voor de deltabeslissing Zoetwater:
voldoende zoetwater is een gedeelde
verantwoordelijkheid”, aldus Wim
Kuijken tijdens de ondertekening op
27 juni.
Qua uitvoering van maatregelen gaat
het in regio Oost de eerste zes jaar
om een gewenste investering van 131
miljoen euro. De regionale overheden
en maatschappelijke organisaties bieden
aan om hiervan 2/3 (87 miljoen euro)
te bekostigen. Van het Rijk wordt de
resterende 1/3 gevraagd (Deltafonds).
Belangrijk is dat we blijven werken
aan de uitvoering van maatregelen en
tegelijkertijd goed in de gaten houden
hoe de samenleving en het klimaat
veranderen. We kennen in Nederland
gelukkig ook de rijkdom van voldoende
water, als we kijken op jaarbasis. Maar
die hoeveelheid moeten we goed
beheren voor droge tijden. Misschien
wel ánders dan we gewend zijn. Daar
spelen we adaptief op in. Mogelijke
maatregelen hebben we in beeld voor
het geval de veranderingen sneller
verlopen dan verwacht. We zorgen
ervoor dat daar voldoende ruimte voor
beschikbaar blijft.
Bert Boerman, voorzitter van het
Regionaal Bestuurlijk Overleg (RBO)
Rijn-Oost
2
Veel stuwen vroeg op zomerpeil
De lente van 2014 was nog maar een paar
dagen oud of droogte en droogtebestrijding
stonden al op de agenda van Waterschap De
Dommel. Na half december was er weinig
regen gevallen. Het grondwater was hierdoor
maar weinig aangevuld. Op de Brabantse
zandgronden was de grondwaterstand eind
maart op het niveau dat normaal bij het
einde van het voorjaar hoort. Om het tekort
aan grondwater aan te vullen en verdroging
tegen te gaan, hield Waterschap De Dommel
de waterpeilen in de beken hoog. Stuwen
stonden hoog om water vast te houden. Het water in de sloten en beken kreeg zo meer tijd om de
grond in te zakken en het grondwater aan te vullen. Zo zorgt het waterschap voor voldoende water.
Tijdelijk kan het waterschap juist lagere peilen instellen, om zo rekening te houden met agrariërs die
hun land willen bewerken. Het waterschap houdt op die manier rekening met verschillende
belangen.
Droog voorjaar: wat betekent dit
voor gebruikers?
Het voorjaar van 2014 is erg warm en droog geweest in vergelijking met andere
jaren. Beken, sloten en vennen vallen droog. Door het warme weer lopen boeren
met hun werkzaamheden een maand voor in vergelijking met vorig jaar. Hoe kijken
gebruikers aan tegen de gevolgen van het droge voorjaar en wat er tegen gedaan
worden?
Johan Elshof, waterspecialist bij de ZLTO, licht toe welke
maatregelen genomen worden om de negatieve gevolgen van
het droge voorjaar voor de land- en tuinbouw tegen te gaan.
“In het stroomgebied de Beerze-Reuzel is een beregeningsverbod doorgevoerd. Dit betekent dat boeren en tuinders geen
water vanuit de beken kunnen gebruiken om de percelen mee
te besproeien. Agrariërs kunnen door dit verbod alleen nog met
grondwater hun teelt van water voorzien. De kwaliteit van dit
grondwater is goed. Grondwater moet in tegenstelling tot
oppervlaktewater wel opgepompt worden, waardoor het
duurder is om dit water te onttrekken. Tot slot is de temperatuur van het grondwater lager,
aangezien het water vanuit de bodem komt. De lage temperaturen kunnen een terugslag geven
op de groei van de gewassen. Daar komt bij dat niet alle ondernemers een toereikende vergunning
hebben om uit grondwater te beregenen.”
Beregeningsverbod
Het Deltaplan Hoge Zandgronden ontwikkelt een actieprogramma om de droogte tegen te gaan.
Een aantal maatregelen uit dit programma komt ook de boer ten goede. Een voorbeeld hiervan is de
technologie ‘peilgestuurd drainagesysteem’. Het doel is om water minder snel te laten afstromen
richting de sloot. Dit kan door het waterpeil van een sloot hoog te houden. Het water wordt dan
langer vastgehouden op de akkers en het grondwaterpeil in het perceel ligt daardoor hoger, al
gebeurt dat niet op het moment dat de ondernemer met zwaar materieel op het land moet zijn.
Een andere maatregel is hightech beregenen op maat. Dit initiatief bestaat uit een module die de
gewasgroei en -verdamping bijhoudt. Vervolgens wordt afgewogen hoeveel beregend moet worden
op basis van de weersvoorspellingen op korte termijn en de kosten om te beregenen. Tot slot ligt de
uitdaging bij het sluitend maken en verkleinen van waterkringlopen. Het doel is om zoveel mogelijk
vrijgekomen water in een bepaald gebied her te gebruiken voor natuur- en landbouwdoeleinden.
In de regio Tilburg-Dongen is het voorstel om het water dat vrijkomt bij enkele industrieën te
hergebruiken, waardoor de droogteschade wordt verminderd.
Brand Loonse en Drunense duinen
Het droge voorjaar heeft ook gevolgen op de natuurgebieden. Zo woedde op 10 maart 2014 een bosbrand op de
Loonse en Drunense duinen. Daarbij zijn 50 hectares natuur verwoest. Het natuurgebied is ruim 5.000 hectare groot
en ligt in Midden Brabant. Het gebied bestaat uit een afwisseling van droge zandverstuivingen en naaldbos en uit een
uitgestrekte beekdalzone Zandleij.
Boswachter Lex Querelle van Natuurmonumenten vertelt over
de mogelijke oorzaken en gevolgen van de bosbrand en welke
preventiemaatregelen hiervoor worden genomen. “Bosbranden
komen het meeste voor in de maand februari, aangezien de natuur
dan minder groen is. Groene planten dragen namelijk veel
plantsappen met zich mee, waardoor het vochtiger blijft in het
gebied. Daarnaast was begin maart sprake van een langdurige
oostenwind. Hierdoor werd het gebied kurkdroog en was sprake
van een lage luchtvochtigheid. Toch is moedernatuur vaak niet de
veroorzaker van de brand in Nederland. Branden worden namelijk
vaak aangestoken. Natuurmonumenten neemt brandpreventiemaatregelen: een rookverbod, toezicht en voorlichting. Verder wordt
in samenwerking met de regionale brandweer een plan uitgewerkt
en worden oefeningen gedaan om een brand zo snel mogelijk te
bedwingen. Natuurmonumenten adviseert daarbij voornamelijk
vanuit haar kennis van het terrein en de toegangswegen. De
bereikbaarheid van het natuurgebied is namelijk een van de grootste
knelpunten om een brand zo snel mogelijk te blussen.”
afgevoerd. In het geval van de Loonse en Drunense duinen stroomt
het kwalitatief goede kwelwater snel af richting de rivieren. Om
water langer vast te houden zijn sinds begin 2000 maatregelen
genomen om binnen het gebied poelen aan te leggen en sloten te
dempen. Daarnaast is de waterloop de Zandleij gedempt en vindt
er een omlegging plaats naar een droger gebied voor extra
watertoevoer. Door deze initiatieven blijft het waterpeil in de
bodem hoger en verdroogt het gebied minder snel.
De vraag is natuurlijk of het droge voorjaar verband houdt met de
bosbrand. Volgens Theo Quekel, bos- en natuurbeheerder bij het
Brabants Landschap is er zeker sprake van een watertekort. “Het
blijft altijd een lastige opgave om aan te geven wat de oorzaak van
een brand is. Eén ding is zeker: droogte vergroot de kans op brand.
Een oorzaak van de droogte is dat sinds de jaren vijftig van de
vorige eeuw erg gefocust is op de behoeften vanuit de landbouw.
Men wilde voorkomen dat water op de akkers bleef staan. Om deze
reden is er flink geïnvesteerd in de afwatering van regenwater door
middel van drainage en sloten. Neerslag wordt nu relatief snel
Tot slot ligt boswachter Lex Querelle toe dat de droogte nog andere
gevolgen met zich meebrengt, zoals vegetatieveranderingen.
“Door de klimaatsveranderingen hebben bepaalde insecten hun
optimum op andere momenten in vergelijking tot een aantal jaren
terug. Door deze verschuiving in de tijd lopen bepaalde vogelsoorten, zoals de Bonte Vliegenvanger en het Korhoen voedsel voor
hun jongen mis en nemen de populaties af. Anderzijds zijn er weer
soorten die juist profiteren. Zo heeft de nachtzwaluw de afgelopen
twintig jaar het aantal broedplaatsen uitgebreid van 1 naar 73.
Dit komt mogelijk door de hogere temperaturen.”
Nieuw Limburgs Peil
Om beter bestand te zijn tegen langdurige perioden van droogte zet Waterschap Peel en Maasvallei in op herstel van
het watersysteem in Noord- en Midden Limburg. Dit gebeurt binnen het project Nieuw Limburgs Peil, waarin met de
verschillende belanghebbenden maatregelen zijn bedacht om het watersysteem robuuster te maken en water langer
vast te houden. Kernwoorden hierbij zijn: 1) waterconservering, 2) oog voor grondgebruik en 3) ruimte voor water.
Het is de bedoeling om ook extreem natte perioden het hoofd te kunnen bieden. Dit kan door overstromingen
gereguleerd toe te staan en dit vooraf te regelen met grondgebruikers.
Door aanleg van robuuste beekdalzones krijgt de (beek)ecologie
meer ontwikkelkansen. De aanleg van natuurlijke verbindingen leidt
ertoe dat natuurgebieden beter bestand zijn tegen de verwachte
klimaatsverandering.
Omslag in denken
Nieuw Limburgs Peil is een omslag in denken. Waar in het verleden
water zo snel mogelijk werd afgevoerd, is het nu de kunst het zo
lang mogelijk vast te houden om een evenwichtige waterhuishouding te laten ontstaan. “Slimmer omgaan met water,” noemt
Jan Classens deze omslag in denken. Classens is lid van de
Stuurgroep Deltaplan Hoge Zandgronden en lid van het Dagelijks
Bestuur van waterschap Peel en Maasvallei. “Driehonderd dagen
lang water vasthouden, zodat er geen droogteschade kan ontstaan.
Het grondwaterpeil bereikt op die manier de juiste hoogte, zowel in
landbouw- als natuurgebieden. En in de periode dat het land
bewerkt moet worden of er wordt geoogst, mag het water rustig
wat zakken. Op het moment dat de boeren klaar zijn met hun werk,
gaan de stuwen weer dicht. Op die manier wordt beregening tot
een minimum beperkt.”
Parels Deltaplan Hoge Zandgronden 2015-2021
Provincies, waterschappen, land- en tuinbouworganisaties, drinkwaterbedrijven, terreinbeheerders en Rijkswaterstaat
hebben een strategie en uitvoeringsprogramma uitgewerkt voor de periode 2015 tot 2021, met een doorkijk naar de
periode tot 2027. Rode draad is het streven naar een robuuste inrichting van het watersysteem, dat minder gericht is op
water afvoeren en meer op water vasthouden. In gebiedsprocessen vullen de DHZ partners samen met andere partijen de
komende jaren verder in waar welke maatregelen effectief en haalbaar zijn. Onderstaande DHZ parels illustreren het type
projecten en maatregelen waar het om gaat.
• Gebiedsproces Vereniging Markdal – Waterschap en agrarisch
ondernemers ontwikkelen gezamenlijke toekomstvisie voor een
duurzaam en vitaal Markdal om water-, natuur- en landbouwdoelen te realiseren.
• Gebiedsprocessen Pepinusbeek en Haelensche beek
– Toekomstbestendige inrichting van beekdalen met het doel de
waterkwaliteit te verbeteren en water beter vast te houden en
benutten in kritische droge tijden.
• Eiland van Weert – De regio brengt de kansen in beeld voor
het beter vasthouden en benutten van het stedelijk water.
• Wijffelterbroek – Natuur- en landbouworganisaties werken
samen aan functiewijziging van gronden, herinrichting van beken
en natuurgebieden en optimalisatie van de landbouw door
waterbesparing.
• Gebiedsproces ‘Nieuw Limburgs Peil-next’ – Vervolg op
Nieuw Limburgs Peil (NLP) dat zich richt op een verdere
verbetering van het grond- en oppervlaktewaterbeheer,
mede in het licht van klimaatverandering.
• Gebiedsproces Groene Woud – Proeftuin voor innovatieve en
duurzame pilotprojecten die natuur- en wateropgaven voor stad
en platteland met elkaar verbinden.
• Vasthouden aan de bron – Samenwerkingsproject van
waterschappen, agrariërs en natuurorganisaties gericht op
het vasthouden van water in hoger gelegen landbouw- en
natuurgebieden.
• Stedelijke waterretentie Parkstad – In de groenzones van
de stedelijke gebieden in Zuid-Limburg zoeken partijen naar
mogelijkheden om buffers in te richten voor opslag van
(afgekoppeld) regenwater.
• Boer, Bier, Water – Initiatief van ZLTO en Bavaria waarin wordt
onderzocht of het proceswater van Bavaria benut kan worden
voor de watervoorziening van de landbouw in de regio rondom
Lieshout.
• Klimaatadaptieve watermaatregelen in natuurgebieden
– Maatregelen om de effecten van droogte tegen te gaan,
verdamping te beperken en water te conserveren.
• Deltaplan Agrarisch Waterbeheer De Agger, Asten-Someren
en Reusel-De Mierden – Gebiedsprocessen gericht op een
duurzamer waterbeheer in agrarische gebieden.
• Beregeningssignaal – Instrument dat agrariërs per perceel
adviseert over aanbevolen hoeveelheid beregening en het
rendement hiervan.
• Aanvoer Beekloop – Zelfvoorzienendheid staat hier centraal,
vanwege de zeer beperkte wateraanvoermogelijkheden. Daarbij
streeft het waterschap naar goede afspraken met België om de
(beperkte) wateraanvoer te garanderen.
Parels Deltaplan Hoge Zandgronden 2015-2021
Het project
Colofon
Het project Deltaplan Hoge Zandgronden richt zich op onderzoek naar
de toekomstige droogteproblematiek en mogelijke oplossingen daarvoor.
Het project levert bovendien de regionale inbreng in het deelprogramma
Zoetwater van het Deltaprogramma. Met deze nieuwsbrief brengen wij u
op de hoogte van de laatste stand van zaken van het project.
Meer informatie kunt u verkrijgen bij:
Sara de Boer (Waterschap Aa en Maas), Projectleider
Telefoon 073 615 83 45
2014-236
De Stuurgroep DHZ is een samenwerkingsverband tussen de
waterschappen Aa en Maas, Brabantse Delta, De Dommel, Peel en
Maasvallei en Roer en Overmaas, de provincies Noord-Brabant en
Limburg, Rijkswaterstaat Zuid, drinkwaterbedrijven Brabant Water
en Waterleidingmaatschappij Limburg (WML), de Zuidelijke Land- en
Tuinbouworganisatie (ZLTO) en de Limburgse Land- en Tuinbouwbond
(LLTB) en Staatsbosbeheer.
Rolf Koops (Waterschap Aa en Maas), Projectsecretaris
Telefoon 06 50902679
Wilt u zich aanmelden, afmelden of wijzigingen doorgeven met betrekking tot deze
nieuwsbrief? Neem dan contact op met: Susan Spanjers (Waterschap Aa en Maas)
Telefoon 073 615 68 23
Email [email protected]
Zie ook www.deltaplanhogezandgronden.nl