Vragenlijst ArbeidsReïntegratie (VAR)

Vragenlijst ArbeidsReïntegratie (VAR)
Doel van de VAR
Een inschatting maken welke werknemers, die nog maar kort verzuimen, het risico lopen
langdurig te verzuimen. Naast de risico-inschatting voorziet de VAR ook in de meting van de
factoren die hier direct en indirect een bijdrage aan leveren.
Reden van ontwikkeling VAR
Er bestaan verschillende vragenlijsten die psychische klachten in kaart brengen, zoals de
Vierdimensionale Klachtenlijst (4-DKL). Deze vragenlijst doet echter geen uitspraken over
onderliggende oorzaken zoals, werkdruk, coping gedrag, belastende situaties etc. Om die
reden is de VAR ontwikkeld waarmee de belangrijkste psychosociale factoren worden
gemeten die bijdragen aan het vertragen van herstel en stagneren van de werkhervatting
Verderop in deze handleiding zijn de verschillen tussen de VAR en de 4-DKL in kaart
gebracht (Vendrig, 2005).
Theorie
Werkdruk Weinig regelmogelijkheden Arbeidsonvrede Belastende thuissituatie Perfectionisme / ijverigheid Vermijding / onzekerheid Distress Klachteninterferentie Figuur 1. Model VAR (Vendrig, 2007).
© 2012.Incerto
1 In Figuur 1 staat het model weergegeven dat ten grondslag ligt aan de VAR.
Verzuimvertraging wordt direct beïnvloed door:
1. de aanwezigheid van psychische klachten (distress);
2. de wijze hoe de werknemer met de ziekte of klacht omgaat en zich erdoor laat leiden,
ofwel ‘ervaren beperkingen’ (klachteninterferentie).
Een persoon die goed in zijn of haar vel zit, zal sneller herstellen en korter verzuimen
dan iemand die uitgeput en depressief is.
Iemand ervaart distress omdat er problemen (stressoren) zijn in het leven van die persoon.
Echter, of stressoren daadwerkelijk leiden tot distress, is ook afhankelijk van
persoonskenmerken. Bijvoorbeeld, iemand die problemen voor zich afschuift heeft meer last
van distress dan iemand die ze aanpakt. Daarnaast ‘creëren’ sommige personen ook
stressoren. Bijvoorbeeld, een ijverig persoon creëert een hoge werkdruk door meer te doen
dan er van hem of haar gevraagd wordt.
Kortom, psychische klachten en ervaren beperkingen beïnvloeden de verzuimduur direct. De
overige factoren beïnvloeden de psychische klachten, maar worden niet verondersteld
rechtsreeks samen te hangen met verzuim. Deze factoren zijn opgenomen in de VAR, omdat
de factoren inzicht bieden in de aangrijpingspunten van de begeleiding.
Voorbeeld: Een werknemer met rugklachten die een hoge werkdruk ervaart, zal niet per
definitie een verhoogd risico hebben op langdurig verzuim. Maar, als de hoge werkdruk leidt
tot psychische klachten, neemt het risico op langdurig verzuim toe.
Voor wie is de VAR geschikt?
De VAR is geschikt voor personen die enkele weken verzuimen. Als globale screener voor
toekomstig uitval in de normale werkende bevolking is de VAR minder geschikt. De
referentiegroep (normgroep) bestaat namelijk uit 322 mensen met een gemiddelde
verzuimduur van 10,3 weken (zie bijlage 1).
Validiteitsonderzoeken
Studie 1
In een studie van Vendrig (2007) werd onderzoek gedaan naar de voorspellende waarde,
ofwel de predictieve validiteit, van de VAR. Bij een groep van 83 met een verzuimduur van
enkele weken (min. twee weken en max. zes weken) werd de VAR afgenomen. Deze
personen hadden een arbeidsverzuim vanwege lichamelijke klachten (rug- en nekklachten)
en psychische klachten (burnout, overspanning en depressie). Gedurende een jaar werd
bijgehouden hoe lang zij erover deden om voor het eerst het werk te hervatten (eerste
herstelmelding) en hoe lang het duurde voordat zij het werk volledig hadden hervat. De
resultaten laten zien dat de aanwezigheid van een chronische ziekte, klachten die psychisch
van aard zijn en de duur van de klachten de verzuimduur verlengen.
Studie 2
Het aantonen van de voorspellende waarde op basis van één studie is echter onvoldoende.
Om die reden heeft Vendrig een nieuw validiteitsonderzoek uitgevoerd (Vendrig, 2011).
In dit onderzoek werd de VAR afgenomen na twee tot drie weken verzuim. Hiervoor zijn twee
studies uitgevoerd. In de eerste studie werd onderzocht of voorspeld kon worden wie langer
© 2012.Incerto
2 dan zes weken zou gaan verzuimen. In de tweede studie werd onderzocht of voorspeld kon
worden wie langer dan drie maanden zou verzuimen. Enkele schalen van de VAR bleken de
verzuimduur te kunnen voorspellen (Klachteninterferentie, Distress, Werkdruk en
Vermijding/onzekerheid).
De schaal Klachteninterferentie bleek in beide studies het meest voorspellend te zijn: hoe
langer de uiteindelijke verzuimduur, hoe hoger de beginscore op de schaal
Klachteninterferentie. Dit geldt zowel bij personen met lichamelijke klachten als bij personen
met psychische klachten.
De groep die langer dan zes weken verzuimt, scoort hoger dan die groep die maximaal drie
weken verzuimd. De groep die langer dan drie maanden verzuimd, scoort weer hoger dan
de groep die langer dan zes weken verzuimd.
Conclusie: Hoe hoger de score, hoe langer de te verwachten verzuimduur is. De
voorspellende waarde van de VAR is aan de hand van deze studie wederom aangetoond.
Meetinstrument
De VAR bestaat uit 78 items verdeeld over 8 schalen. Elke schaal is vervolgens ingedeeld in
subgroepen. Deze indeling van subgroepen maakt de interpretatie van de schalen
eenvoudiger.
Tabel 1. Beschrijving van de schalen en subgroepen.
Schaal
Psychische klachten (Distress)
Subgroepen
Depressieve klachten
Slaapgedrag
Moeheid
Distress klachten
Eetlust
Klachteninterferentie
Ernst klachten
Rustbehoefte
Eigen herstelprognose
Werkhervattingsdrempel
Werkdruk
Taakeisen
Emotionele belasting
Balans privé-werk
Weinig regelmogelijkheden
Regelmogelijkheden
Arbeidsonvrede
Werkbeleving
Taakinhoud
Arbeidsvoorwaarden
Sociale steun leidinggevende
Sociale steun collega’s
Verloopintentie
Vermijding / onzekerheid
Vermijding
Onzekerheid
Perfectionisme / ijverigheid
Grenzen hanteren
Hoge eisen stellen
© 2012.Incerto
3 IJverigheid
Belastende Thuissituatie
Belastende gebeurtenissen / life
events
Dagelijkse stress
Scoring van de resultaten
De persoon wordt gevraagd om bij de schaal Klachteninterferentie aan te geven hoe vaak de
klachten zich hebben voorgedaan in de afgelopen week. De antwoordcategorieën zijn: ‘niet’,
‘soms’, ‘vaak’, ‘meestal’.
De items van de overige schalen bestaan beweringen: mee oneens, enigszins mee eens,
nogal mee eens, helemaal mee eens.
De ruwe scores op de items worden vervolgens verwerkt tot een scoreprofiel. Het
scoreprofiel bestaat uit 7 normprofielen; zeer laag t/m zeer hoog (zie tabel 2).
Tabel 2. Normprofielen.
Hoe groot is de kans dat een gegeven score duidt op de aanwezigheid van een
probleemgebied?
Zeer Hoog
Hoog
Boven gemiddeld
Gemiddeld
Beneden gemiddeld
Laag
Zeer laag
© 2012.Incerto
Een vrijwel zeker probleemgebied
Een zeer waarschijnlijk probleemgebied
Een waarschijnlijk probleemgebied
Een mogelijk probleemgebied
-
4 Beschrijving en interpretatie schalen VAR
Distress
Deze schaal geeft een indruk van de psychische gesteldheid door 13 veel voorkomende
psychische klachten te inventariseren zoals moeheid, piekeren, slaapproblemen en
gevoelens van neerslachtigheid. Geringe verhogingen wijzen op stress en spanning,
oplopend tot overspanning. Hoge tot zeer hoge scores wijzen op het bestaan van een
depressie.
Klachteninterferentie
Klachteninterferentie/ziektegedrag meet in welke mate iemands klachten interfereren met het
dagelijks functioneren. De eigen perceptie van de relatie tussen de klachten en het wel/niet
kunnen uitvoeren van eigen werkzaamheden staat centraal. Personen die hoog scoren op
deze schaal, ervaren een hoge lijdensdruk en veel hinder van hun klachten. Zij geven aan
het onverantwoord te vinden met hun huidige klachten door te werken en vinden rust een
absolute noodzaak. Mensen die daarentegen laag scoren op deze schaal ervaren geen
belemmering in het dagelijks functioneren.
Werkdruk
Deze schaal meet de ervaren werkdruk. Onderwerpen zijn: taakbelasting, emotionele
belasting en de balans tussen privé en werk. Voorbeelden van items zijn: ‘Mijn werk vraagt
veel van mij’, ‘Ik werk onder grote spanning’, ‘Door mijn werk blijft er weinig tijd over voor
gezin of vrienden’.
Personen die hoog scoren op deze schaal ervaren een hoge werkdruk.
Weinig regelmogelijkheden
Met deze schaal wordt het concept regelmogelijkheden gemeten. Het laat zien hoe
autonoom iemand zich voelt en gedraagt in zijn werk. Mensen die laag scoren, ervaren veel
vrijheid in hun werk, kunnen hun pauzes zelf bepalen, en bepalen zelf hun tempo. Mensen
die hoog scoren, ervaren weinig regelmogelijkheden.
Arbeidsonvrede
Arbeidsonvrede meet verschillende werkbelevingen die tot een gevoel van onvrede leiden,
waaronder: tevredenheid met de arbeidsvoorwaarden, taakinhoud, taakvariatie, contact met
leidinggevende, sociale steun van collega’s en de verloopintentie.
Vermijding/onzekerheid
Personen die hoog scoren op deze schaal, zijn onzeker, sterk vermijdend en stellen
moeilijkheden uit. Zij twijfelen veel, neigen ertoe lastige problemen voor zich uit te schuiven
en vinden het moeilijk om ‘nee’ te zeggen als ze dat willen. Zij laten een vermijdende en
passieve copingstijl zien.
Perfectionisme/ijverigheid
Een geringe verhoging op deze schaal kan positief beschouwd worden, omdat deze
personen zichzelf kunnen motiveren en discipline hebben.
Personen die hoog scoren op deze schaal, stellen extreem hoge eisen aan zichzelf en
anderen en gaan stelselmatig over hun eigen grenzen heen. Ze lopen het risico hierdoor
zichzelf uit te putten. Zij merken pas achteraf dat ze veel te druk zijn geweest en doen meer
dan er van hen gevraagd wordt.
© 2012.Incerto
5 Belastende thuissituatie
Deze schaal geeft een indruk van de problemen die spelen buiten de werksituatie. Het kan
gaan om ingrijpende veranderingen die iemand heeft meegemaakt, tegenslag, een
stressvolle thuissituatie of problemen die in het verleden liggen, maar die persoon nog altijd
bezighouden.
Voorbeelden van items zijn: ‘Ik heb het gevoel alsof ik thuis geleefd word’, ‘Ik heb het
afgelopen jaar veel tegenslag gehad’, ‘De problemen thuis kosten mij veel energie’.
Hoge score: er is in hoge mate sprake van een belastende privé-situatie
Lage score: er is geen sprake van een belastende privé-situatie
Aanvullende informatie over de VAR-Schalen
Distress
Scores in de range gemiddeld en bovengemiddeld wijzen op een toestand van distress en
oplopende psychische belasting. Scores in de categorie ‘hoog’ wijzen op een toestand van
een mogelijke depressieve stoornis.
Een depressie toestand is meer waarschijnlijk indien ook de scores op de schalen
Vermijding/Onzekerheid en Belastende thuissituatie bovengemiddeld of hoger zijn.
Samenhang Distress en Vermijding/Onzekerheid
Hierbij kan de verhouding state-trait (persoonlijkheidstrek- gemoedstoestand)worden
afgeleid. Indien Distress twee klassen of meer hoger ligt dan Vermijding/Onzekerheid, dan is
er waarschijnlijk eerder sprake van een reactieve situatie. Indien beide schalen
bovengemiddeld of hoger zijn, is er meer aandeel van trait-problematiek.
Klachteninterferentie
Deze schaal laat een momentopname zien hoe sterk de klachten van invloed zijn op het
dagelijks functioneren. De hoogte van de score moet worden afgezet tegen reële, te
verwachten impact van een stoornis.
Samenhang Distress en Klachteninterferentie
In principe moet de score van Distress hoger zijn dan de score Klachteninterferentie. Indien
de score van Klachteninterferentie twee klassen hoger ligt dan Distress, kan dat duiden op
klachtenfixatie, somatische fixatie of externalisatie. Dit is het geval bij sommige chronische
toestanden. Er is een lage lijdendruk, maar de klachten zijn een eigen leven gaan leiden.
Gemiddeld of hoge scores op beide schalen verhoogd het risico op langdurig verzuim!!
Werkdruk versus Vermijding/Onzekerheid en Perfectionisme/ijverigheid
Indien Werkdruk beduidend hoger liggen dan de schalen Vermijding/Onzekerheid en
Perfectionisme/IJverigheid, dan is het meer waarschijnlijk dat het gaat om een externe, reële
werkdruk, die door de persoon als problematisch wordt beleefd. Indien de score op zowel
Werkdruk als de schalen Vermijding/Onzekerheid en/of Perfectionisme/ijverigheid hoog zijn,
dan is het meer waarschijnlijk dat de werkdruk een gevolg is van een ineffectieve
persoonlijke strategie (geen nee-zeggen, subassertiviteit, geen grenzen stellen etc.
Relatie tussen Vermijding/Onzekerheid en Perfectionisme/ijverigheid
Indien de score op beide schalen verhoogd zijn, dan is het waarschijnlijk dat het gaat om
perfectionisme dat voortkomt uit onzekerheid.
Indien perfectionisme twee of meer klassen hoger ligt dan Vermijding/Onzekerheid, is dit een
problematische score. De persoon is mogelijk rigide, moeilijk veranderbaar, weinig
© 2012.Incerto
6 introspectief en moeilijk instaat om naar zichzelf te kijken. Indien Vermijding/Onzekerheid
twee klassen hoger ligt dan Perfectionisme/ijverigheid, dan gaat het om een rustig persoon,
die ruimte en geduld nodig heeft, met sterke vermijdende trekken. Remmingen staan dan
meer op de voorgrond.
Hulpstrategie interpretatie: stappen
1. Is er sprake van oplopende spanning, c.q. stress?
2. Zo ja, welke stressbronnen zijn aanwezig? Stressbronnen thuis, op het werk of een
combinatie ervan?
3. Hoe zit het met de persoonskenmerken? Is het aannemelijk dat de persoon de
stressbron zelf voortbrengt? Reageert de persoon angstig/vermijdend of overactief op
de stressbron?
4. Is (zijn) de primaire klacht(en) van invloed op het dagelijks functioneren en/of een
bron van zorg en stress?
5. Is er een risico op langdurig verzuim? (klachteninterferentie gemiddeld of hoger)
Voorbeeld interpretatie:
Uit de testresultaten blijkt dat er sprake/geen sprake is van een verhoogd risico op langdurig
verzuim. Er is sprake van een hoog/laag klachtenniveau, dat betrokkene wel/niet belemmert
in het dagelijks functioneren.
De werkdruk wordt als hoog/laag ervaren en er is sprake van een hoge/lage arbeidsonvrede.
Betrokkene ervaart veel/weinig regelmogelijkheden in het werk, wat kan bijdragen aan de
klachten (alleen als weinig regelmogelijkheden worden ervaren). Er is wel/geen sprake van
een belastende thuissituatie.
Betrokkene is gedreven/niet gedreven (betrokken en ijverig) en voelt zich onzeker/niet
onzeker, wat mogelijk kan bijdragen tot het in stand houden van de klachten.
Of:
Verder komt uit de testresultaten naar voren dat cliënt betrokken en ijverig is, maar niet in die
mate dat het tot een uitvalrisico leidt. Zij voelt zich niet onzeker. Er is geen sprake van een
belastende thuissituatie.
© 2012.Incerto
7 Verschillen VAR en DKL-4 (Terluin, 1996)
VAR
4-DKL
Meet klachtenniveau (distress) en
daarnaast ook oorzaken en
problemen (werkstress,
arbeidsonvrede, etc.)
Meet alleen klachten, geen
oorzaken of problemen
Klachten niet verder uitgesplitst
Klachten uitgesplitst in: angst,
depressie, distress en somatisatie
Wel onderzocht in relatie tot verzuim Niet onderzocht in relatie tot
verzuim
Referenties
Vendrig AA. De Vragenlijst ArbeidsReïntegratie. DiagnostiekWijzer 2005; 8: 27-39.
Vendrig AA. Risico op langdurig verzuim onderzocht met de Vragenlijst ArbeidsReïntegratie
(VAR). TSG 2007; 85: 386-391.
Vendrig AA., Van Hove H., Van Meijel, M. & Donceel P. Voorspellen van de verwachte
verzuimduur met de Vragenlijst Arbeidre-integratie (VAR). TBV 2001; 19: 7-13.
© 2012.Incerto
8 Bijlage 1
Tabel 3. Beschrijving van de steekproef (Vendrig, 2005).
© 2012.Incerto
9