Overeenkomst Multidisciplianire zorg 2015-2016

Overeenkomst
Multidisciplinaire zorg
2015 – 2016
Inhoudsopgave
Toelichting op de overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016
3
DEEL II:
ALGEMEEN DEEL ZORGOVEREENKOMST – Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016
Bijlage I:
Verantwoordingsdocument
21
Bijlage II:
Kwaliteitscriteria onderaannemers
25
Bijlage III:
Voorwaarden overeengekomen prestatietarief in S3
31
Bijlage IV:
Voorwaarden contractering DBC VRM inclusief verhoogd vasculair risico
en/ of DBC Astma
32
Bijlage V:
Contactgegevens
33
Bijlage VI:
Zorggroepspecifieke bepalingen
6
2
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
Toelichting op de overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016
Voor u ligt de overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016. In deze toelichting wordt u geïnformeerd
over belangrijke aandachtspunten in de overeenkomst.
Algemeen
1. Wijziging beleidsregel en landelijk akkoord
In het convenant “De eerstelijn verbonden door ontwikkeling” is de intentie uitgesproken dat de
ketenzorgprogramma’s in segment 2A door zorgverzekeraars worden gecontracteerd
overeenkomstig de zorgstandaarden, mits aanbieders kunnen voldoen aan de gestelde
kwaliteitscriteria (waaronder scherpe inclusiecriteria). CZ is bereid om de zorg voor patiënten met
verhoogd vasculair risico onder voorwaarden, als onderdeel van de DBC VRM, bij zorggroepen in te
kopen. Ook de DBC Astma kan onder voorwaarden gecontracteerd worden door zorggroepen.
In artikel 2, lid 5 is dit opgenomen.
De vereisten voor een overeenkomst VRM inclusief verhoogd vasculair risico en een overeenkomst
Astma staan beschreven in bijlage IV. Voor zorggroepen die in 2014 een overeenkomst DBC VRM
hart- en vaatziekten of COPD hadden, geldt dat de huidige realisatiewaarden in combinatie met het
huidige kwaliteitsbeleid bepalend zijn voor de mogelijkheid tot uitbreiding van de DBC met verhoogd
vasculair risico of het aangaan van de overeenkomst Astma.
2.
Website
Op de website van CZ is informatie te vinden over ons inkoopbeleid voor multidisciplinaire zorg. Ook
de zorgstandaarden en inkoopkaders per DBC en de formats voor het aanleveren van de begroting
en financiële verantwoording zijn via de website beschikbaar. Graag verwijzen wij u daarom naar:
http://www.cz.nl/zorgaanbieder/zorgaanbieders/huisartsenzorg/multidisciplinaire-zorg
3.
Etalage-informatie
Wij vragen u om de benodigde etalage-informatie in te vullen via https://mijnzorgaanbod.cz.nl.
U hebt hiervoor uw VECOZO-certificaat nodig.
4.
Tijdsinvestering binnen de DBC’s
De opgenomen minuten in de inkoopkaders van de DBC’s zijn gemiddelden. De gemiddelde
aantallen minuten binnen de DBC’s kunnen niet tot norm worden verheven.
Ter illustratie: de ene patiënt zal genoeg hebben aan een consult bij de diëtist van 30 minuten, terwijl
een andere patiënt 3 uur dieetadvisering nodig heeft of misschien helemaal niet.
Dit geldt voor alle zorgonderdelen binnen de DBC’s.
Zorginhoudelijk
5.
Voetzorg voor mensen met diabetes mellitus type 2
De module voetzorg in het inkoopkader DM2 is aangepast op basis van de zorgmodule “Preventie
Diabetische Voetulcera 2014” en de richtlijn “Diabetische Voet 2006” van de Nederlandse Diabetes
Federatie (NDF). In artikel 2, lid 7 is dit opgenomen.
Daarnaast is het standpunt van het Zorginstituut Nederland (voorheen College voor
Zorgverzekeringen) “Voetzorg voor mensen met diabetes mellitus” van toepassing waarin
beschreven staat welke onderdelen van de voetzorg geduid worden als te verzekeren zorg in het
kader van de zorgverzekeringswet.
De kwaliteitscriteria voetzorg staan beschreven in bijlage II.
3
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
6.
Informeren van verzekerden
CZ vindt het van groot belang dat haar verzekerden op de hoogte zijn van welke zorg zij mogen
verwachten binnen de multidisciplinaire zorgprogramma’s. Conform de beleidsregel 'Huisartsenzorg
en Multidisciplinaire zorg’ zijn beide partijen verplicht dit aan de verzekerden kenbaar te maken. In
artikel 4B, lid 2 is dit opgenomen.
CZ informeert haar verzekerden via digitale informatiebronnen.
7.
Zelfzorg Ondersteund (ZO!)
Voor 2015 zijn voor alle zorgverzekeraars een aantal inkoopvoorwaarden van toepassing en is er
een doorontwikkelagenda afgesproken voor nadere uitwerking van inkoopvoorwaarden voor 2016
en verder, conform de afspraken vanuit de coöperatie Zelfzorg Ondersteund!.
In artikel 2, lid 9 en 10 is dit opgenomen.
Tijdens de contracteringsgesprekken willen wij met u hierover concrete afspraken makene en
bijbehorend tijdspad vastleggen.
Organisatie
8.
Declaratie en uitbetaling
Er wordt een tarief overeengekomen bestaande uit een zorgkosten- en overheadkostencomponent.
De zorgkostencomponent is opgebouwd uit een huisartsgebonden en een niet-huisartsgebonden
deel. Voor de DBC DM2 en COPD zal 90% van het huisartsgebonden deel uitbetaald worden via
segment 2 en 10% via segment 3 (in het kader van de prestatie zoals beschreven in bijlage III).
In artikel 7.A, lid 3 is dit opgenomen.
Beiden kunnen aan de hand van twee verschillende declaratiecodes in 2015 per kwartaal worden
gedeclareerd. Indien niet aan de prestatie is voldaan, wordt de 10% van het huisartsgebonden deel
(S3) teruggevorderd. Verrekening hiervan zal plaatsvinden bij de financiele verwerking over 2015 in
juni 2016. Voor de DBC VRM geldt bovenstaande niet aangezien daar in het kader van de landelijke
afspraken over S3 geen afspraken over zijn gemaakt.
Voorbeeld DBC DM2
DBC-tarief DM2
Zorgkostencomponent
Huisartsgebonden deel
Niet-huisartsgebonden deel
Overheadkostecomponent
Totaal DBC tarief
Totaal DBC kwartaaltarief
9.
Tarief
€ 323,85
€ 271,45
€ 173,73
€ 97,72
€ 52,40
€ 323,85
€ 80,96
Uitbetaling S2
Uitbetaling S3
€ 156,36 (90%)
€ 97,72
€ 52,40
€ 306,48
€ 76,62
€ 17,37 (10%)
€ 17,37
€ 4,34
Meerjarencontract 2015 - 2016
CZ heeft besloten zorggroepen een tweejarig contract aan te bieden voor multidisciplinaire zorg voor
de jaren 2015 en 2016. Het tarief wordt jaarlijks opnieuw bepaald.
In artikel 2, lid 1 is dit opgenomen.
10. Jaarrekening
Met ingang van 2015 vraagt CZ van iedere zorggroep de jaarrekening op als onderdeel van het
jaarlijkse verantwoordingsdocument. In bijlage I staan alle onderdelen van het
verantwoordingsdocument 2015 - 2016 omschreven.
4
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
11. Indicatorensets proces- en uitkomstindicatoren
Vanaf 2015 conformeert CZ zich aan de landelijke uitvraag. Deelname aan de landelijke benchmark
is voor zorggroepen een voorwaarde voor de overeenkomst Multidisciplinaire zorg.
De CZ- uitvraag komt te vervallen onder de voorwaarde dat de benchmark tijdig beschikbaar is,
deze CZ voldoende informatie op zorggroepniveau biedt voor het voeren van de
evaluatiegesprekken en het kunnen uitbetalen van de prestatie en dat de afgesproken ontwikkel- en
uitbreidingswensen conform planning worden opgepakt en ingevuld.
De zorggroep levert over 2015 en 2016 op naam, tijdig en volledig de indicatoren aan via
http://www.transparanteketenzorg.nl voor alle zorgprogramma's waarvoor in de desbetreffende jaren
een overeenkomst met CZ is afgesloten.
In artikel 6, lid 8 is dit opgenomen.
12. Registratie contactmomenten multidisciplinaire zorg
Conform beleidsregel NR/CU-720 Multidisciplinaire zorg, onder 6.2, wordt de registratie van
contactmomenten in het kader van multidsiciplinaire zorg verplicht gesteld.
In artikel 6 lid 3 van de overeenkomst is dit opgenomen.
13. Aanlevering begroting
Voorafgaand aan de verzending van de overeenkomst dient de definitieve begroting te zijn
vastgesteld door de zorggroep en te zijn verstrekt aan CZ. Daartoe dient gebruikt gemaakt te worden
van het format van CZ. Dit is noodzakelijk om de financiële verwerking te kunnen verrichten.
In artikel 6 lid 12 van de overeenkomst is dit opgenomen.
14. Afstemming van zorg en kosten tussen regionale eerste- en tweedelijns organisaties
CZ zal in 2015 en 2016 actief sturen op het concretiseren van de regionale transmurale afspraken
(RTA’s) en het initiëren van regionale tripartite overleggen om de zorg en de inkoop hiervan in de
eerste en tweede lijn concreet op elkaar af te stemmen. Zorggroepen hebben de
verantwoordelijkheid om specifieke afspraken te maken met medisch specialisten over (terug)
verwijzing en deze ook concreet vast te leggen. Het overleggen van de door de betrokken
partijen (herziene) ondertekende RTA’s is een voorwaarde voor het aangaan van een
overeenkomst Multidisciplinaire zorg.
15. Vrijwaring
CZ heeft in de overeenkomsten met alle zorgaanbieders het artikel ‘Vrijwaring’ opgenomen.
Dit betekent onder andere dat zorgaanbieders een adequate (beroeps)aansprakelijkheidsverzekering hebben gesloten waaraan de zorgaanbieder rechten kan ontlenen.
In artikel 9 is dit opgenomen.
5
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
DEEL II: ALGEMEEN DEEL ZORGOVEREENKOMST – Multidisciplinaire zorg 2015 2016
Artikel 1.
Definities
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
a. Medische dienst
De medische adviesgroep van de Zorgverzekeraar waartoe naast de medisch adviseur tevens gerekend
worden de adviserend tandarts en de zorgadviseur van de Zorgverzekeraar.
b. Onderaannemer
De door de Zorgaanbieder, die deze overeenkomst is aangegaan, schriftelijk gecontracteerde zorgverlener
die feitelijk de zorg levert. Praktijkondersteuning en praktijkassistentie worden gezien als onderdeel van de
zorg die de huisarts verleent en worden derhalve niet als onderaanneming aangemerkt.
c. Partijen
De partijen die deze overeenkomst zijn aangegaan.
d. Praktijkgebied
Een geografisch afgebakend gebied waarvoor geldt dat verzekerden die erbinnen woonachtig zijn, kunnen
toetreden tot de praktijkpopulatie van de bij de Zorgaanbieder aangesloten huisartsen.
e. Tarief
Het door partijen, met inachtneming van de wettelijke kaders, overeengekomen Tarief voor een prestatie of
geheel van prestaties door de Zorgaanbieder te leveren.
f. Verzekerde
De persoon die een overeenkomst van zorgverzekering als bedoeld in de Zorgverzekeringswet heeft
gesloten met de Zorgverzekeraar en die op naam van een bij de Zorgaanbieder aangesloten en door de
Zorgverzekeraar gecontracteerde huisarts is ingeschreven, en recht heeft op de omschreven zorg in natura
dan wel op gehele of gedeeltelijke restitutie van de kosten van de omschreven zorg; waarbij de diagnose
conform geldende zorgstandaard(en) is gesteld en aan wie zorg wordt verleend binnen de desbetreffende
DBC.
g. Zorg
De zorg als beschreven die gebaseerd is op de meest recente versie van de desbetreffende zorgstandaard
voor Diabetes mellitus type 2 en/of VRM en/of COPD en/of Astma. De Verzekerde is ‘in zorg’ indien deze,
voor de bij hem bestaande chronische aandoening Zorg ontvangt waarvan inhoud en levering
overeenkomen met de prestatie Diabetes mellitus type 2 en/of VRM en/of COPD en/of Astma.
h. Zorgaanbieder
De Zorgaanbieder als bedoeld onder B van deel I (individueel deel) van deze overeenkomst.
i. Zorgverzekeraar
De Zorgverzekeraar als bedoeld onder A van deel I (individueel deel) van deze overeenkomst.
6
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
Artikel 2.
Zorg
1. De Zorgverzekeraar biedt de Zorgaanbieder een overeenkomst Multidisciplinaire zorg aan voor twee
jaren, 2015 en 2016. Het Tarief wordt jaarlijks opnieuw overeengekomen en vastgelegd.
2. De Zorgaanbieder verbindt zich de Zorg te verlenen aan de Verzekerde die als zodanig recht heeft op de
Zorg en zich hiervoor tot aangesloten Onderaannemers van de Zorgaanbieder wendt. Deze verleent de
Zorg met inachtneming van de relevante bepalingen die bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw),
de vigerende Nza beleidsregel ‘Huisartsenzorg en Multidisciplinaire zorg’,
en de
verzekeringsvoorwaarden van de Zorgverzekeraar aan de Zorg worden gesteld, alsmede met hetgeen
Partijen hieromtrent bij of krachtens deze overeenkomst zijn overeengekomen.
3. De Zorgaanbieder biedt de Zorg uitsluitend aan, aan de Verzekerde die bij de Zorgverzekeraar staat
ingeschreven op naam (ION) van een huisarts die door de Zorgaanbieder als Onderaannemer is
gecontracteerd.
4. De Zorgaanbieder verplicht zich jegens de Zorgverzekeraar om kwalitatief verantwoorde Zorg te
organiseren, te coördineren en te leveren. Dit houdt in dat de Zorgaanbieder de verantwoordelijkheid
draagt dat aan de Verzekerde, die bij de Onderaannemers in zorg is, de Zorg wordt geleverd volgens de
procesbeschrijving van de meest recente versie van de zorgstandaard, zoals overeengekomen tussen
Zorgaanbieder en Zorgverzekeraar. De Zorg wordt cliëntgericht, doeltreffend en doelmatig geboden aan
een Verzekerde waarbij zorgverleners van diverse disciplines de Zorgonderdelen in samenhang en in
samenwerking met de desbetreffende Verzekerde aan de Verzekerde leveren, in redelijkheid afgestemd
op de behoefte van de Verzekerde.
5. De Zorgverzekeraar biedt de Zorgaanbieder de mogelijkheid om de DBC VRM inclusief verhoogd
vasculair risico en de DBC Astma te contracteren indien voldaan wordt aan de in bijlage IV gestelde
voorwaarden.
6. De omschrijving van de Zorg, zoals genoemd in lid 4, is opgenomen in de multidisciplinaire
zorgprogramma’s van de Zorgaanbieder. Deze zorgprogramma’s beschrijven welke zorgverlener op
welk moment in het zorgproces welke taken uitvoert.
7. De voetzorg binnen de DBC DM2 wordt geleverd op basis van de “Zorgmodule Preventie Diabetisch
Voetulcera 2014” welke is verwerkt in het inkoopkader DM2 van de Zorgverzekeraar.
8. Mocht een zorgstandaard gedurende de looptijd van deze overeenkomst wijzigen waardoor aantoonbaar
(zorginhoudelijk) afgeweken wordt van het in lid 4 genoemde en leiden tot aantoonbaar meer- of
minderwerk, zullen Partijen in overleg treden om aanvullende afspraken te maken. Een gevolg hiervan
kan zijn dat zowel de inhoud als het Tarief van de DBC worden aangepast.
9. Voor de start van het zorgproces is in samenspraak met de Verzekerde een individueel zorgplan
opgesteld. Als eerste stap worden de persoonlijke zorgdoelen van de Verzekerde vastgelegd. Dit
individuele zorgplan omvat doelen en activiteiten die zowel door de zorgverlener als de Verzekerde
uitgevoerd kunnen worden.
10. De Zorgaanbieder ontwikkelt een visie op zelfmanagement en vertaalt dit naar een concreet beleid. De
afspraken die door de Coöperatie Zelfzorg Ondersteund! zijn vastgelegd in Deel B ‘Kwalitatief
inhoudelijke afstemming contractering ondersteunde zelfzorg 2015’ zijn hierbij leidend.
11. Indien onderzoeken naar kwaliteit van leven uitgevoerd worden bij de patiëntenpopulatie met Diabetes
mellitus type 2 en/of VRM en/of COPD en/of Astma, zoals de CQI of PROMS, is de Zorgaanbieder
verplicht hier medewerking aan te verlenen, en indien benodigd, gegevens beschikbaar te stellen.
7
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
12. Onverminderd de eigen verantwoordelijkheid van de door de Zorgaanbieder gecontracteerde
Onderaannemers, is de Zorgaanbieder ten volle verantwoordelijk en aansprakelijk voor de te
organiseren en te leveren Zorg die aan de Verzekerde door de Onderaannemer wordt verleend. Dit
houdt in dat:
 de Zorgaanbieder gehouden is alle verplichtingen die uit deze overeenkomst voortvloeien voor zover
mogelijk ook in de afspraken met de Onderaannemer op te nemen;
 de Zorgaanbieder ervoor zorgt dat de Zorgverlening van de Onderaannemer het
kwaliteitsniveau heeft waarvoor de Zorgaanbieder bij de Zorgverzekeraar is gecontracteerd;
 de Zorgaanbieder de Zorg, verleend door een Onderaannemer, zelf bij de Zorgverzekeraar
declareert;
 de Zorgaanbieder aansprakelijk is voor klachten, uitkomsten van inspectierapporten en
achterafcontroles als bedoeld in artikel 8 van deze overeenkomst, betrekking hebbende op
Verzekerden waarbij een Onderaannemer de daadwerkelijke Zorg heeft verleend.
13. De Zorgaanbieder heeft verwijs- en terugverwijsafspraken gemaakt met in de regio werkzame
zorgverleners en instellingen, die betrokken zijn bij de behandeling van Verzekerden, op basis waarvan
bepaald wordt door wie en waar een Verzekerde wordt behandeld. Het overleggen van de door de
betrokken partijen (herziene) ondertekende regionale transmurale afspraken ( RTA) is een voorwaarde
voor het aangaan van een overeenkomst met CZ. De aangeleverde RTA’s zijn niet ouder dan drie jaar.
14. In die gevallen dat de Zorg, medisch-inhoudelijk gezien, niet volgens de zorgstandaard wordt geleverd,
is de Zorgaanbieder in staat om de afwijking van de zorgstandaard (mondeling) aan de Verzekerde toe
te lichten en wordt deze motivatie opgenomen in het individueel zorgplan van de Verzekerde.
15. Indien de Zorg voor de Verzekerde, zoals beschreven in deze overeenkomst, overgedragen wordt aan
medisch specialistische zorg buiten het overeengekomen zorgprogramma, stopt (tijdelijk) de
Zorgverlening als onderdeel van de desbetreffende DBC. De Zorgaanbieder en Zorgverzekeraar zijn
beiden verantwoordelijk voor het vermijden van dubbele bekostiging. DOT’s en OVP’s gerelateerd aan
Diabetes mellitus type 2 en/of VRM en/of COPD en/of Astma kunnen niet naast de desbetreffende DBC
worden gedeclareerd. Praktisch gezien betekent dit dat de Zorgaanbieder een declaratie kan indienen
voor de Verzekerde die op de peildatum van het desbetreffende kwartaal de Zorg ontvangt. In het
kwartaal van verwijzing naar medisch specialistische zorg kan de Zorgaanbieder de DBC nog declareren
voor de Verzekerde. Bij terugverwijzing is declaratie weer mogelijk vanaf het kwartaal na de
terugverwijzing.
16. De Zorgaanbieder is verplicht een open contracteerbeleid aangaande de Onderaannemers te hanteren
conform objectieve, non-discriminatoire, transparante criteria. Iedere zorgverlener die voldoet aan de
gestelde criteria moet in staat worden gesteld een overeenkomst als Onderaannemer te sluiten.
17. Gedurende de looptijd van deze overeenkomst is het mogelijk dat de Zorgaanbieder nieuwe
Onderaannemers contracteert. Wijzigingen met betrekking tot alle aangesloten Onderaannemers
worden per kwartaal door de Zorgaanbieder aangepast in Vektis.
18. De huisarts, die als Onderaannemer aangesloten is bij de Zorgaanbieder, heeft een praktijkondersteuner
somatiek (POH-S) in dienst die Zorg verleent in het kader van de overeengekomen zorgprogramma‘s.
19. De Zorgverzekeraar behoudt zich in zwaarwegende gevallen het recht voor om gecontracteerde
Onderaannemers te weigeren. Dit om te voorkomen dat Onderaannemers die op basis van het
contracteerbeleid van de Zorgverzekeraar als individuele beroepsbeoefenaar zijn geweigerd, via de
multidisciplinaire zorg alsnog Zorg leveren aan Verzekerden.
8
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
20. De door de Zorgaanbieder gecontracteerde Onderaannemers hebben met betrekking tot de
beroepsinhoudelijke aspecten jegens de Zorgverzekeraar en eventuele verwijzers en voorschrijvers een
eigen verantwoordelijkheid conform hetgeen bij of krachtens de (beroeps)wetgeving ten aanzien van de
betrokken beroepsgroepen en de desbetreffende zorg is geregeld, alsook conform hetgeen gebruikelijk
is in de kring van de vrijgevestigde beroepsgenoten. Desgewenst kunnen Zorgverzekeraar en
Onderaannemers ten aanzien van voorbedoelde aspecten elkaar aanspreken.
21. De Zorgaanbieder garandeert en controleert dat de gecontracteerde Onderaannemers BIGgeregistreerd zijn of anderszins aan de gebruikelijke en wettelijke beroepsmatige verplichtingen voldoen,
zoals registratie in beroepsregister en diplomering. De Onderaannemer voldoet aan de kwaliteitscriteria
zoals gesteld door de Zorgverzekeraar in bijlage II.
22. De Zorgverzekeraar stelt als voorwaarde dat een huisarts zich als Onderaannemer maar bij één
Zorgaanbieder kan aansluiten en dus niet per zorgprogramma bij een andere Zorgaanbieder.
23. De Zorg wordt verleend in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving ter zake van
patiëntenrechten.
24. Wanneer de Zorgaanbieder buiten het oorspronkelijke Praktijkgebied Onderaannemers wil contracteren,
is vooraf toestemming van de Zorgverzekeraar noodzakelijk. De Zorgaanbieder is verantwoordelijk voor
de regionale transmurale afspraken en dient met alle benodigde Onderaannemers afspraken te hebben
gemaakt. Er wordt door de Zorgaanbieder voor iedere regio afzonderlijk een begroting, zorgplan en een
inhoudelijke en financiele evaluatie aangeleverd bij de Zorgverzekeraar.
Artikel 3.
Weigering zorgverlening
De Zorgaanbieder kan de Zorg weigeren of de aangevangen Zorg voortijdig beëindigen indien er gewichtige
redenen bestaan op grond waarvan (voortgezette) verlening van de Zorg redelijkerwijs niet van hem kan
worden verlangd, ondanks het (voort)bestaan van een indicatie en er geen sprake is van een spoedeisende
(nood)situatie. In geval van weigering of beëndiging van de verlening van Zorg doet de Zorgaanbieder
schriftelijk - zo mogelijk vooraf - mededeling aan de Verzekerde van de weigering c.q. beëindiging en de
redenen die daaraan ten grondslag liggen. De Zorgaanbieder neemt waar nodig tevens contact op met de
Zorgverzekeraar teneinde gezamenlijk te trachten (de continuïteit van) de Zorgverlening te waarborgen.
Artikel 4.
Kwaliteit van de zorg
A. Privacy en dossiervorming
1. De Zorgaanbieder registreert en bewaart op zorgvuldige wijze van elke Verzekerde de gegevens. De
gegevens dienen te worden geregistreerd volgens de richtlijnen van de Wet op de Geneeskundige
Behandelingsovereenkomst.
2. De gegevens dienen te worden beheerd conform de Wet Bescherming Persoonsgegevens, waarbij
onder andere geldt dat de Verzekerde inzagerecht heeft en zonodig gegevens mag aanpassen indien
deze onjuistheden bevatten.
3. Het doorgeven van gegevens aan derden zonder toestemming van de Verzekerde is verboden.
4. De Zorgaanbieder beschikt over een protocol waarin is vastgelegd welke medewerkers en
Onderaannemers met welk doel toegang hebben tot het patiëntendossier.
9
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
5. De Zorgaanbieder verschaft de Verzekerde desgevraagd informatie over de wijze waarop zijn privacy
wordt beschermd.
B. Patiëntbejegening
1.
De Zorgaanbieder neemt in diens relatie tot de Verzekerde de algemeen aanvaarde patiëntenrechten in
acht en ziet er op toe dat Onderaannemers dit ook doen.
2.
De Zorgaanbieder draagt er zorg voor dat de Verzekerde bij aanvang van de Zorg geïnformeerd is door
de Onderaannemer(s) over de te verlenen Zorg, de aangesloten Onderaannemers en procedures
binnen het door de Zorgaanbieder en Zorgverzekeraar overeengekomen zorgprogramma met het oog
op doeltreffendheid, juistheid, inzichtelijkheid en vergelijkbaarheid van de informatie. Hiertoe worden
ook de financiële aspecten van de Zorg gerekend. Met deze informatie kunnen Verzekerden een
weloverwogen keuze maken voor het aangaan van een behandelovereenkomst met betrekking tot deze
Zorg. Indien de overeenkomst met de Zorgverzekeraar eindigt en niet aansluitend wordt vernieuwd,
draagt de Zorgaanbieder er zorg voor dat de Verzekerde tijdig wordt geïnformeerd door de
Onderaannemer(s).
3.
De informatie over de te verlenen Zorg is voldoende toegankelijk voor Verzekerden en daartoe:
- zichtbaar aanwezig in de wachtruimte van de Onderaannemers;
- via post te verkrijgen wanneer de Verzekerde daarom vraagt;
- op de website van de Zorgaanbieder te vinden.
4.
In de situatie dat de Verzekerde, goed geïnformeerd zijnde door de Zorgaanbieder of diens
Onderaannemers over de Zorg, procedures of anderszins, er desondanks voor kiest de Zorg niet via de
Zorgaanbieder te willen ontvangen, wordt de desbetreffende Verzekerde niet in zorg genomen of
gehouden door de Zorgaanbieder.
5.
De Zorgaanbieder beschikt over een interne klachtenprocedure en hanteert daartoe een reglement voor
klachtbehandeling dat voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld in de Wet Klachtrecht Cliënten
Zorgsector. De Zorgaanbieder leeft alle verplichtingen na die deze wet oplegt en draagt er zorg voor dat
alle Onderaannemers hierover geïnformeerd zijn.
C.
Opleiding/nascholing, inhoudelijke professionele kwaliteit
1.
De Zorgaanbieder draagt er zorg voor dat hij en de aan hem verbonden Onderaannemers handelen
volgens de standaard die binnen de kring van beroepsgenoten algemeen aanvaard is, en onder
meer door deelname aan deskundigheidsbevordering blijven beschikken over de kennis en
kunde, die voor verlening van de Zorg volgens deze standaard noodzakelijk is.
2.
De Zorgaanbieder en de bij de Zorgaanbieder aangesloten Onderaannemers werken volgens landelijke
c.q. regionaal vastgestelde kwaliteitsstandaarden, richtlijnen en protocollen en voldoen aan de
verplichtingen voortvloeiend uit de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO), de Wet
op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (wet BIG) en overige relevante wet- en regelgeving.
3.
De medische eindverantwoordelijkheid van de uit te voeren Zorg binnen de multidisciplinaire
zorgprogramma’s ligt bij de behandelend huisarts, aangesloten als Onderaannemer bij de
Zorgaanbieder.
4.
De Zorgaanbieder borgt een actief overleg tussen de betrokken Onderaannemers, met de huisarts als
regisseur, over de status van een in Zorg zijnde Verzekerde. De verplichting tot dit overleg en de positie
van de huisarts worden geborgd in de contractuele relatie tussen de Zorgaanbieder en
Onderaannemers.
10
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
D.
Continuiteit
1.
De Zorgaanbieder treft voorzieningen die nodig zijn voor een continue Zorgverlening, en meldt
omstandigheden die de continuïteit in gevaar brengen onverwijld aan de Zorgverzekeraar.
2.
In geval een Onderaannemer, krachtens een uitspraak gedaan op grond van de Wet BIG
onderscheidenlijk het Wetboek van Strafrecht, is geschorst in de uitoefening van zijn bevoegdheid, dan
wel hem de uitoefening van zijn beroep is ontzegd, melden zowel Zorgaanbieder als Zorgverzekeraar
dit onverwijld aan elkaar. De Zorgaanbieder draagt de verantwoordelijkheid om de continuïteit van Zorg
binnen het betreffende zorgprogramma te waarborgen. Indien de Zorgverzekeraar toestaat dat de
Onderaannemer gedurende de schorsing c.q. ontzegging wordt waargenomen, is de Onderaannemer
verantwoordelijk voor regeling van een adequate waarneming.
3.
De Zorgaanbieder is gehouden in zijn overeenkomsten met Onderaannemers te borgen dat de
voorwaarden uit deze overeenkomst worden nageleefd door de Onderaannemer. De relevante
vereisten uit deze overeenkomst dienen derhalve onderdeel te zijn van de overeenkomsten met de
Onderaannemer.
E.
Praktijkvoering en praktijkruimte
1.
De Zorgaanbieder verleent de Zorg in een adequaat ingerichte en geoutilleerde praktijkruimte, die voor
de Verzekerde goed bereikbaar en toegankelijk is. De praktijk dient minimaal te voldoen aan de
inrichtingseisen zoals opgenomen in bijlage II van deze overeenkomst.
Artikel 5.
Praktijk- en patiëntenregistratie
1.
De Zorgaanbieder draagt er zorg voor dat de Onderaannemers een adequate patiëntenregistratie
voeren.
2.
De Onderaannemers registreren de volgende patiënten- en zorgverleningsgegevens:
a. naam, geboortedatum, woonplaats van de Verzekerde;
b. het verzekeringsnummer van de Verzekerde;
c. de naam van de huisarts of medisch specialist die de Verzekerde naar de Zorgaanbieder verwees;
d. het aantal behandelingseenheden;
e. de data waarop de behandelingen door de verschillende disciplines zijn gegeven;
f. behandeling thuis of in praktijk;
g. de na(a)m(en) van de behandelend zorgverlener(s);
h. het resultaat van het onderzoek;
i. de inhoud van het behandelplan;
j. het verloop van de behandeling;
k. de proces- en uitkomstindicatoren zoals contractueel zijn vastgelegd;
l. het evaluatieverslag t.b.v. de verwijzer.
3.
Onverlet hetgeen terzake in wetgeving is bepaald, wordt de originele patiëntenregistratie tenminste vijf
jaar na afloop van het desbetreffende kalenderjaar bewaard. Deze blijft, met inachtneming van het
bepaalde in artikel 7, voor de Medische dienst van de Zorgverzekeraar ter inzage beschikbaar voor
controledoeleinden, ook nadat deze overeenkomst een einde heeft genomen.
4.
Voorafgaand aan de start van een nieuw zorgprogramma draagt de Zorgaanbieder zorg voor
opschoning van de registratie van Verzekerden in de systemen van de als Onderaannemer aangesloten
huisartsen zodat de juiste Verzekerden in de desbetreffende DBC worden geïncludeerd.
11
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
Artikel 6.
Verbeterafspraken, informatie, rapportage en verantwoording
1.
Partijen zijn gehouden elkaar tijdig te informeren indien en voor zover sprake is van zodanige
ontwikkelingen dat deze van wezenlijke invloed kunnen zijn op een zorgvuldige uitvoering van de
zorgprogramma’s. De Zorgaanbieder informeert de Zorgverzekeraar altijd tijdig indien er sprake is van
organisatiewijzigingen en/of verandering van de juridische structuur, daaronder inbegrepen fusies,
overnames en samenwerkingsverbanden met andere zorgaanbieders.
2.
Partijen verschaffen elkaar desgevraagd de inlichtingen die zij redelijkerwijs behoeven voor een inzicht
in de nakoming van de in deze overeenkomst aangegane verplichtingen.
3.
De Zorgaanbieder draagt zorg voor registratie en extractie van de contactmomenten tussen
huisartsgeneeskundige zorgverleners en Verzekerde, die zorginhoudelijk verband houden met de
multidisciplinaire zorgprogramma’s. De Zorgaanbieder maakt dit inzichtelijk in het format voor de
financiele verantwoording.
4.
Partijen plegen regelmatig overleg over de afspraken gemaakt in de overeenkomst en de voortgang van
de verbeterafspraken.
5.
Partijen behandelen de gegevens die zij uitwisselen en onderling ter beschikking stellen vertrouwelijk en
met inachtneming van de regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de betrokken
Verzekerden en de zorgverleners op wie die gegevens betrekking hebben.
6.
De Zorgaanbieder legt in één verantwoordingsdocument verantwoording af. Dit verantwoordingsdocument (zie bijlage I) wordt vóór 1 mei van het jaar volgend op het kalenderjaar waarover
verantwoording wordt afgelegd aan de Zorgverzekeraar beschikbaar gesteld. De Zorgaanbieder maakt
hierbij gebruik van het door de Zorgverzekeraar vastgestelde format voor de financiële verantwoording.
7.
De Zorgaanbieder levert als onderdeel van het jaarlijkse verantwoordingsdocument de jaarrekening aan
bij de Zorgverzekeraar.
8.
Deelname aan de landelijke benchmark is voor Zorgaanbieders een voorwaarde voor de overeenkomst
Multidisciplinaire zorg. De CZ-uitvraag komt te vervallen onder voorwaarde dat de landelijke uitvraag en
benchmark tijdig beschikbaar is, dat deze benchmark voor de Zorgverzekeraar voldoende inzicht en
informatie op zorggroepniveau biedt voor het voeren van de evaluatiegesprekken en dat de
afgesproken ontwikkel- en uitbreidingswensen conform planning worden opgepakt en ingevuld. De
Zorgaanbieder
levert
op
naam,
tijdig
en
volledig
de
indicatoren
aan
via
http://www.transparanteketenzorg.nl voor alle zorgprogramma's. Met de verplichte deelname aan de
landelijke benchmark komt het onderdeel 'Proces en uitkomstindicatoren' van het
verantwoordingsdocument te vervallen.
9.
Naar aanleiding van de inhoudelijke en financiële evaluatie worden door de Zorgaanbieder en de
Zorgverzekeraar verbeterafspraken opgesteld, die opgenomen worden in een jaarplan van de
Zorgaanbieder voor het vervolgjaar. In dit jaarplan worden de verbeterafspraken geconcretiseerd en
wordt een implementatietraject vastgelegd.
10. De organisatie van de Zorgaanbieder handelt volgens de Kritische Kwaliteitskenmerken die opgesteld
zijn door InEen. Indien dit door omstandigheden niet mogelijk is, brengt de Zorgaanbieder de
Zorgverzekeraar hiervan op de hoogte.
12
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
11. Het eenzijdig aanpassen van Zorginhoud, het ophogen van het aantal afgesproken minuten Zorg
geleverd binnen het zorgprogramma of het eenzijdig aanpassen van de uurtarieven van
Onderaannemers, leidt niet tot aanpassing van het Tarief. Als uit werkgebiedbrede evaluatie van
praktijkgegevens blijkt dat bijstelling van de inkoopkaders van de Zorgverzekeraar nodig is, zal dit
verwerkt worden in de inkoopkaders van het volgend kalenderjaar.
12. Voorafgaand aan het tot stand komen van de overeenkomst tussen de Zorgaanbieder en
Zorgverzekeraar, is de definitieve begroting vastgesteld en verstrekt aan de Zorgverzekeraar middels
het format voor de begroting.
13. In het kader van de nieuwe bekostiging van huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg is op verschillende
fronten een landelijke doorontwikkelagenda vastgesteld. Op basis van landelijke wijzigingen gerelateerd
aan deze doorontwikkelagenda kunnen voor 2016 in onderling overleg aanvullende afspraken worden
opgenomen in deze overeenkomst.
Artikel 7.
Declaratie en honorering
A. Declaratie
1.
De Zorgaanbieder verleent de Zorg zonder enige betaling voor de Zorg door de Verzekerde, tenzij
hierna anders wordt overeengekomen. Uitzondering hierop vormt de situatie waarin een Verzekerde
met een restitutiepolis uitdrukkelijk te kennen geeft zelf de declaratie van de Zorgaanbieder te willen
ontvangen. In dat geval brengt de Zorgaanbieder de Zorg in rekening bij de Verzekerde tegen de
tarieven zoals vastgelegd in deze overeenkomst.
2.
De declaraties van de overeengekomen prestaties worden door de Zorgaanbieder gedeclareerd in de
tweede maand van het kwartaal waarop deze declaratie betrekking heeft. Hiervoor wordt een kwart van
het overeengekomen jaartarief, zoals opgenomen in deel I van deze overeenkomst, gedeclareerd. De
Zorgaanbieder dient deze declaraties als verzamelnota in, met als prestatiedatum de eerste dag van
het desbetreffende kwartaal. Ingeval de Zorgaanbieder niet voldoet aan deze declaratietermijn, is de
Zorgverzekeraar niet gehouden de declaratie binnen de in artikel 7.B lid 7 genoemde termijn betaalbaar
te stellen.
3.
Het Tarief is opgebouwd uit een zorgkosten- en een overheadkostencomponent. De
zorgkostencomponent is opgebouwd uit een huisartsgebonden en een niet-huisartsgebonden deel.
Voor de DBC DM2 en COPD wordt 90% van het huisartsgebonden deel uitbetaald via segment 2 en
10% via segment 3 (in het kader van de prestatie zoals beschreven in bijlage III). Beiden worden door
de Zorgaanbieder aan de hand van twee verschillende declaratiecodes per kwartaal gedeclareerd.
Indien niet aan de prestatie is voldaan, wordt de 10% van het huisartsgebonden deel (S3) door de
Zorgaanbieder aan de Zorgverzekeraar terugbetaald. Verrekening hiervan vindt plaats bij de financiele
verwerking. Voor de DBC VRM geldt bovenstaande niet aangezien daar in het kader van de landelijke
afspraken over S3 geen afspraken over zijn gemaakt.
4.
De Zorgaanbieder is verantwoordelijk voor het voorkomen van dubbele declaraties. De Zorgaanbieder
legt hierover afspraken vast in de overeenkomsten die hij heeft met de Onderaannemers. Indien
Onderaannemers zorgprogrammagerelateerde consulten en verrichtingen rechtstreeks bij de
Zorgverzekeraar declareren, worden deze kosten verhaald op de Zorgaanbieder.
5.
De Zorgaanbieder declareert de Zorg door de declaratiegegevens via de internetapplicatie
www.vecozo.nl aan te leveren en maakt hierbij gebruik van het meest recente Externe integratiemodel
Huisartsenhulp dat door Vektis is vastgelegd.
13
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
6.
De Zorgaanbieder toetst welke Verzekerden bij de Onderaannemers in Zorg zijn op de eerste dag van
ieder kalenderkwartaal. Is de Verzekerde op de peildatum in Zorg, dan volgt in de tweede maand van
het kalenderkwartaal een declaratie. Indien de Verzekerde op de peildatum uit Zorg is, als beschreven
in artikel 2 van deze overeenkomst, dan wordt het desbetreffende kwartaal niet gedeclareerd. Pas
wanneer de Verzekerde in voorkomende gevallen op een peildatum weer terug in Zorg is, kan het
volgende kwartaal weer gedeclareerd worden.
7.
De Zorgaanbieder controleert via de COV-check (Controle Op Verzekeringsrecht) het verzekeringsrecht
van de Verzekerde in Vecozo. Als peildatum wordt de prestatiedatum gehanteerd.
8.
De Zorgaanbieder draagt zorg voor inhoudelijk kwalitatief goede declaraties. Bij een grotendeels foutief
aangeleverde declaratie of hoog uitvalpercentage wordt de gehele declaratie door de Zorgverzekeraar,
na overleg met de Zorgaanbieder, afgewezen. De Zorgverzekeraar stelt de Zorgaanbieder hiervan op
de hoogte via de retourinformatie conform artikel 7.B lid 8.
9.
Onverminderd zijn verplichting de (her)declaraties per kwartaal in te dienen conform artikel 7.A lid 2 ,
zal de Zorgaanbieder de Zorg die deze in enig kalenderjaar heeft geleverd uiterlijk twaalf maanden na
de prestatiedatum declareren bij de Zorgverzekeraar. Na die datum ontvangen (her)declaraties neemt
de Zorgverzekeraar niet in behandeling, behoudens in geval van overmacht aan de zijde van de
Zorgaanbieder.
10. Een voorwaarde om tot declaratieverwerking te kunnen overgaan is dat de gegevens van de
Zorgaanbieder en alle Onderaannemers bij Vektis zijn geregistreerd voordat de declaraties worden
ingezonden. De Zorgaanbieder is verantwoordelijk voor een correcte registratie bij Vektis.
11. De Zorgaanbieder en Zorgverzekeraar zijn een totaalbedrag voor overheadkosten overeengekomen.
Dit bedrag is teruggerekend naar een bedrag per Verzekerde op basis van de begrote inclusie.
Elk kwartaal monitort de Zorgaanbieder de inclusie per overeengekomen DBC's. Indien de
Zorgaanbieder bemerkt dat de overeengekomen totale begroting van overheadkosten niet aansluit op
de realisatie, of dat het begrote aantal geïncludeerde Verzekerden niet aansluit op de realisatie, neemt
de Zorgaanbieder zo spoedig mogelijk contact op met de Zorgverzekeraar. De Zorgaanbieder en
Zorgverzekeraar treden dan in overleg over de declaratie en honorering. Uitgangspunt is dat de
variabele kostencomponent binnen de overheadkosten gecorrigeerd wordt naar het gerealiseerde
aantal Verzekerden en dat de vaste overheadkosten ongewijzigd blijven.
12. De Zorgaanbieder vergewist zich ervan dat geen Zorg bij de Zorgverzekeraar gedeclareerd wordt als
bedoeld in artikel 15 Besluit zorgaanspraken AWBZ. Voor Verzekerden die Zorg ontvangen vanuit de
AWBZ/Wlz mag geen DBC ‘Multidisciplinaire zorg’ worden gedeclareerd.
13. De DBC’s DM2, COPD en VRM bevatten alle dieetadvisering, ongeacht de indicatie. Dit betekent dat
voor de Verzekerden die Zorg ontvangen binnen één van deze zorgprogramma’s , geen verrichtingen
dieetadvisering buiten de DBC kunnen worden gedeclareerd door een diëtist, ongeacht de reden voor
het consult.
B. Honorering
1.
De Zorgverzekeraar honoreert de Zorgaanbieder ter zake van aan de Verzekerde verleende Zorg op
basis van de door Partijen in het individueel deel (deel I) van deze overeenkomst overeengekomen
Tarief, indien en voor zover de Verzekerde op de dag van de behandeling bij de Zorgverzekeraar
verzekerd is, zulks met inachtneming van de overige bepalingen in dit artikel.
14
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
2.
Wanneer de financiële verantwoording niet voor de in artikel 6 lid 6 genoemde datum door de
Zorgverzekeraar is ontvangen, volgt een sanctie van €10,- per Verzekerde. Deze sanctie wordt
verrekend over alle Verzekerden waarvoor gedeclareerd is in het laatste kwartaal van het jaar waarover
gerapporteerd wordt. Alleen in geval van overmacht kan worden besloten voor de datum genoemd in
artikel 6 lid 6 uitstel te verlenen. Het gaat dan om omstandigheden die de Zorgaanbieder op geen
enkele wijze toe te rekenen zijn.
3.
Alle Zorgkosten die door de Zorgverzekeraar aan de Zorgaanbieder uitbetaald zijn, maar die niet zijn
gemaakt, dienen door de Zorgaanbieder volledig terugbetaald te worden aan de Zorgverzekeraar.
Dit betekent dat er geen onderlinge verrekening mag plaatsvinden tussen de zorgkosten en
overheadkosten. Tevens mag er geen verrekening van zorgkosten plaats vinden tussen de
verschillende disciplines.
4.
Indien de Zorgaanbieder na de financiële verwerking overheadgelden overhoudt, mag de
Zorgaanbieder 10% van deze overgebleven gelden behouden, met inachtneming van de bepaling in
artikel 7A lid 11.
5.
Indien de Zorgaanbieder gelden overhoudt ten gevolge van doelmatig inkopen van de Zorg bij
Onderaannemers, mogen deze niet worden uitgekeerd aan Onderaannemers.
6.
Mocht de reguliere wijze van de financiering en/of honorering en/of tarifering van Onderaannemers
wijzigen, dan treden Partijen in overleg om te bezien welke consequenties dit heeft voor het dan
geldende Tarief van de DBC.
7.
De Zorgverzekeraar zal de declaraties die voor betaling in aanmerking komen binnen dertig
kalenderdagen na ontvangst betaalbaar stellen aan de Zorgaanbieder. Onder betaalbaarstelling wordt
verstaan het daadwerkelijk opdracht verstrekken aan de bank om tot betaling van de declaratie over te
gaan.
8.
De Zorgverzekeraar stelt retourinformatie over de via www.vecozo.nl
ingediende declaraties,
waaronder de afrekenspecificatie, via www.vecozo.nl beschikbaar aan de Zorgaanbieder. De
Zorgaanbieder kan de retourinformatie na afhandeling van de declaraties ophalen via www.vecozo.nl.
De retourinformatie via www.vecozo.nl vervangt de papieren afrekening. De retourinformatie is tot een
jaar na verwerking van de declaratie beschikbaar.
9.
Declaraties worden uitbetaald op de bij de Zorgverzekeraar bekende rekeningnummer (IBAN). Dit
rekeningnummer is van de Zorgaanbieder of van een door de Zorgaanbieder ingeschakeld
servicebureau.
10. Indien de Zorgverzekeraar door een oorzaak gelegen in zijn risicosfeer er niet in slaagt de declaratie
binnen de in lid B.7 van dit artikel genoemde termijn betaalbaar te stellen, stelt de Zorgverzekeraar een
voorschot betaalbaar van in de regel 100% van het gedeclareerde bedrag. De Zorgverzekeraar stelt
geen voorschot betaalbaar indien de oorzaak van de vertraging gelegen is in de risicosfeer van de
Zorgaanbieder, bijvoorbeeld omdat de declaratie niet voldoet aan de voorwaarden die in deze
overeenkomst aan de declaratie worden gesteld.
11. Indien onder de Zorgverzekeraar beslag wordt gelegd ter verzekering van de rechten van een
schuldeiser van de Zorgaanbieder, komen de extra kosten die de Zorgverzekeraar hier voor moet
maken volledig voor rekening van de Zorgaanbieder.
12. Zorg verleend buiten de kaders van de onderhavige overeenkomst en/of verzekeringspolissen van de
Zorgverzekeraar komt niet voor vergoeding door de Zorgverzekeraar aan de Zorgaanbieder in
aanmerking.
15
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
13. De Zorgaanbieder zal de declaratie die is afgewezen omdat zij niet voldoet aan de voorwaarden die in
deze overeenkomst aan de declaratie en/of de indiening daarvan worden gesteld, niet ter betaling aan
de Verzekerde voorleggen.
14. De Zorgverzekeraar is gerechtigd ten onrechte uitbetaalde declaraties en overige opeisbare
vorderingen te verrekenen met nog af te wikkelen declaraties van de Zorgaanbieder. De digitale, en
overige gegevens over de declaratieverwerking en betaling in de bestanden van de Zorgverzekeraar,
waar onder begrepen die van Vecozo, strekken partijen tot volledig bewijs, behoudens tegenbewijs door
de Zorgaanbieder.
Artikel 8.
Achterafcontrole
1.
De Zorgverzekeraar controleert of de Zorgaanbieder en de Onderaannemers hun verplichtingen uit
deze overeenkomst op een juiste wijze nakomen.
2.
De Zorgverzekeraar controleert zoveel mogelijk direct tijdens het declaratieproces. Bij resterende
risico’s wordt ervoor gekozen om achteraf te controleren.
3.
In de achterafcontroles wordt onderscheid gemaakt tussen formele controles en materiële controles. In
de formele controles wordt nagegaan of de door de Zorgaanbieder ingediende declaraties in
overeenstemming zijn met de geldende wet- en regelgeving en de in de gesloten overeenkomst
opgenomen voorwaarden. De materiële controle wordt uitgevoerd om vast te stellen of de
gedeclareerde Zorg overeenkomt met de werkelijke levering en of de zorgverlening doelmatig is
geweest in relatie tot de zorgvraag.
4.
De digitale en overige gegevens over de declaratieverwerking en -betaling in de bestanden van de
Zorgverzekeraar, waaronder begrepen die van Vecozo, strekken Partijen tot volledig bewijs ter
uitvoering van de controle, behoudens tegenbewijs door de Zorgaanbieder.
5.
De resultaten van een achterafcontrole kunnen incidenteel een bezoek aan de Zorgaanbieder
noodzaken. De Zorgverzekeraar meldt een voorgenomen controle in locatie van de Zorgaanbieder
tenminste veertien dagen voor het tijdstip dat de controle zal plaatsvinden. Indien ernstige vermoedens
van malversaties bestaan, hebben de bevoegde medewerkers van de Zorgverzekeraar terstond na
aankondiging toegang tot praktijk- en patiëntenregistratie van de Zorgaanbieder en de
Onderaannemers.
6.
De Zorgaanbieder en de Onderaannemers verlenen de bevoegde medewerkers van de
Zorgverzekeraar op werkdagen (overdag) toegang tot de praktijk voor de tijd die nodig is om het
praktijkbezoek uit te voeren. Voorts verplichten de Zorgaanbieder en de Onderaannemers zich de
bevoegde medewerkers behulpzaam te zijn als redelijkerwijs mag worden verwacht, waartoe
uitdrukkelijk wordt gerekend dat deze desgevraagd actieve medewerking verlenen aan het
daadwerkelijk toegankelijk stellen van de praktijk- en patiëntenregistratie.
7.
Indien de Zorgverzekeraar bij het uitvoeren van een controle informatie opvraagt bij de Zorgaanbieder
zal deze de informatie binnen de in het schriftelijk verzoek gestelde termijn aanleveren bij de
Zorgverzekeraar, tenzij anders is overeengekomen. De gevraagde informatie wordt zodanig
aangeleverd dat controle op eenvoudige wijze mogelijk is.
8.
De Zorgverzekeraar zal de Zorgaanbieder schriftelijk in kennis stellen van zijn controlebevindingen die
mogelijk leiden tot een terug te vorderen bedrag. De Zorgaanbieder wordt altijd in de gelegenheid
gesteld te reageren op de door de Zorgverzekeraar geconstateerde bevindingen.
16
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
9.
Indien en voor zover de controle betrekking heeft op de rechtmatigheid van de aanspraken van
Verzekerde zijn de Zorgaanbieder en de Onderaannemers gehouden de Medische dienst van de
Zorgverzekeraar inzage te geven in de medische dossiers van de Verzekerde.
10. Alle bescheiden en digitale gegevensbestanden die ten grondslag liggen aan de declaraties blijven vijf
jaar voor de bevoegde medewerkers van de Zorgverzekeraar beschikbaar voor controledoeleinden, ook
nadat deze overeenkomst een einde heeft genomen.
11. De Zorgverzekeraar neemt bij de uitoefening van de controle de bij of krachtens de wet gestelde
voorschriften ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de Verzekerde in acht, alsmede de
(nadere) regels die worden gesteld in artikel 87 Zorgverzekeringswet, hoofdstuk 7 van de Regeling
zorgverzekering en het Protocol materiële controle van Zorgverzekeraars Nederland.
12. De controle zal niet onnodig belastend zijn en zich niet verder uitstrekken dan voor het doel van de
controle noodzakelijk is.
13. De Zorgverzekeraar is gerechtigd ten onrechte uitbetaalde declaraties en overige opeisbare
vorderingen terug te vorderen of te verrekenen met nog af te wikkelen declaraties van de
Zorgaanbieder (inclusief doorberekeningen van de wettelijke rente). De Zorgverzekeraar zal de
resultaten van de achterafcontrole schriftelijk kenbaar maken aan de Zorgaanbieder. Tevens geeft de
Zorgverzekeraar aan op welke wijze de financiële afhandeling zal plaatsvinden.
14. Indien de Zorgaanbieder niet, niet volledig of niet tijdig voldoet aan de uit deze overeenkomst
voortvloeiende verplichtingen, bestaat de mogelijkheid als gevolg hiervan ontstane vordering te
verrekenen met toekomstige declaraties. Indien de Zorgverzekeraar voornemens is een bedrag te
verrekenen, dan stelt de Zorgverzekeraar de Zorgaanbieder hiervan vooraf in kennis en geeft hem de
gelegenheid hierop te reageren.
15. De Zorgverzekeraar verricht jaarlijks formele en materiële controles. Deze controles zijn gericht op
declaraties van de Zorgaanbieder en de Onderaannemers rechtstreeks aan de Zorgverzekeraar of
Verzekerde voor Zorg die onderdeel is van deze overeenkomst. De Zorgaanbieder is verantwoordelijk
voor de afstemming met de Onderaannemers en wordt derhalve ook verantwoordelijk gesteld voor de
eventuele vordering die uit een controle naar voren komt.
Artikel 9. Vrijwaring
De Zorgaanbieder vrijwaart de Zorgverzekeraar van alle aanspraken van derden (waaronder maar niet
uitsluitend de Verzekerde(n)) terzake van door hen geleden schade als gevolg van door de Zorgaanbieder
verleende Zorg. In dat kader garandeert de Zorgaanbieder de Zorgverzekeraar dat hij een voor zijn
beroepsgroep gebruikelijk en adequate (beroeps)aansprakelijkheidsverzekering heeft gesloten waaraan de
Zorgaanbieder rechten kan ontlenen. Daarnaast garandeert de Zorgaanbieder de Zorgverzekeraar dat
eenzelfde soort verzekering is afgesloten voor de door of vanwege de Zorgaanbieder ingeschakelde
(rechts)personen die in het kader van deze overeenkomst Zorg verlenen maar niet onder de dekking van
eerstgenoemde verzekering vallen.
Artikel 10.
1.
PR en marketing
Indien de Zorgaanbieder benaderd wordt voor publiciteit, wordt de Zorgverzekeraar hierbij betrokken
waarbij de boodschap onderling wordt afgestemd.
17
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
2.
De Zorgverzekeraar wordt genoemd als mede-initiatiefnemer en financier van projecten in het kader
van de doorontwikkeling van de overeengekomen multidisciplinaire Zorg.
3.
Partijen dragen een transparante informatievoorziening uit, conform de Nza beleidsregel
‘Huisartsenzorg en Multidisciplinaire zorg’. De informatie over het zorgprogramma dient voor de
Verzekerde doeltreffend, juist, inzichtelijk en vergelijkbaar te worden aangeboden.
Artikel 11.
Fraude
1.
Onder fraude wordt verstaan het onder valse voorwendselen of op oneigenlijke grond en/of wijze
(trachten te) verkrijgen van een vergoeding van de Zorgverzekeraar. Dit omvat in ieder geval het
opzettelijk geven van een verkeerde voorstelling van zaken of het doen van een onjuiste of onvolledige
weergave van de feiten ten aanzien van de feitelijk verleende Zorg en de ingediende declaratie en/of
het verzwijgen van feiten die voor de Zorgverzekeraar van belang kunnen zijn (geweest) bij de
beoordeling van de vergoeding van de verleende Zorg.
2.
De Zorgaanbieder verliest bij door hem gepleegde fraude het recht op vergoeding uit hoofde van
deze overeenkomst, ongeacht de geleverde Zorg.
3.
In geval van fraude kan de Zorgverzekeraar naar eigen keuze in ieder geval een of meerdere van de
hierna beschreven maatregelen treffen:
a. de ten onrechte uitgekeerde betalingen en gemaakte onderzoekskosten terugvorderen;
b. deze overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigen;
c. registratie van fraude doen in de tussen verzekeringsmaatschappijen erkende signaleringssystemen;
d. een klacht indienen bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezonheidszorg;
e. melding c.q. aangifte doen bij de FIOD-ECD en/of het Openbaar Ministerie.
4.
De in lid 3 van dit artikel beschreven sancties laten het recht van de Zorgverzekeraar om nakoming,
beëindiging en/of schadevergoeding te vorderen onverlet.
5.
De Zorgverzekeraar spant zich in om onterechte declaraties en fraude in de zorg zoveel mogelijk te
bestrijden. Om die reden legt de Zorgverzekeraar (persoons)gegevens vast en kan de Zorgverzekeraar
de gegevens delen met bevoegde derden waarmee de Zorgverzekeraar samenwerkt in het kader van
veiligheid en integriteit van de Zorgverzekeraar en de branche.
Artikel 12.
Duur en einde van de overeenkomst
1.
De overeenkomst treedt in werking en eindigt op de in deel I onder D van de overeenkomst genoemde
data.
2.
De overeenkomst neemt eerder een einde:
a. met wederzijds goedvinden;
b. indien bij gerechtelijke tussenkomst de overeenkomst wordt ontbonden;
c. door faillissement of ontbinding van de Zorgaanbieder;
d. door faillissement of ontbinding van de Zorgverzekeraar.
18
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
3.
De overeenkomst kan verder al dan niet met onmiddellijke ingang, zonder rechterlijke tussenkomst,
geheel of gedeeltelijk worden opgezegd:
a. door één der Partijen indien de wederpartij (voorlopige) surseance van betaling verkrijgt;
b. door één der Partijen indien de wederpartij zich in staat van kennelijk onvermogen bevindt of het
onderwerp is van een procedure tot faillissement, gerechtelijk akkoord, vereffening, beslaglegging
of van elke andere soortgelijke procedure;
c. door de Zorgverzekeraar indien de Zorgaanbieder een rechtspersoon is: door faillissement of
ontbinding van de rechtspersoon;
d. door één der Partijen indien bij de meerjarige overeenkomst geen overeenstemming wordt bereikt
over het Tarief voor het volgende kalenderjaar;
e. door de Zorgverzekeraar indien de door Partijen vastgelegde verbeterafspraken over het
voorafgaande kalenderjaar niet zijn gehaald door de Zorgaanbieder;
f.
door de Zorgverzekeraar indien de financiële formats over twee voorafgaande kalenderjaren niet
tijdig per 1 mei en/of volledig zijn aangeleverd door de Zorgaanbieder;
g. door de Zorgverzekeraar indien het verantwoordingsdocument (inclusief de bestuursverklaring) niet
volledig en/of niet tijdig per 1 mei wordt aangeleverd door de Zorgaanbieder;
h. door een der Partijen als de wederpartij haar verplichtingen uit de zorgovereenkomst na een
ingebrekestelling (voor zover vereist), niet, niet behoorlijk of niet tijdig nakomt, al dan niet blijkend
uit de uitkomsten van een achterafcontrole;
i.
door één der Partijen indien voor deze Partij sinds het sluiten van de overeenkomst zich
onvoorziene omstandigheden hebben voorgedaan, die van dien aard zijn dat de wederpartij naar
maatstaven van redelijkheid en billijkheid instandhouding van de overeenkomst niet mag
verwachten;
j.
door één der Partijen wanneer de wederpartij in een situatie van overmacht verkeert en aan te
nemen is dat deze langer zal duren dan dertig kalenderdagen;
k. als één der Partijen zich tegenover de wederpartij schuldig maakt aan (een poging tot) misdrijf,
overtreding, fraude, dwang of bedreiging;
l.
door één der Partijen wanneer de wederpartij niet meer voldoet aan de definities in artikel 1 van de
overeenkomst.
4.
Als wettelijke wijzigingen aanpassing van deze overeenkomst noodzakelijk maken, treden Partijen zo
snel mogelijk met elkaar in overleg om de bepalingen die gewijzigd moeten worden aan te passen. Dit
met inachtneming van de oorspronkelijke bedoeling van Partijen. Indien er geen overeenstemming
wordt bereikt, kan elk der partijen de overeenkomst met inachtneming van een opzegtermijn van drie
maanden opzeggen. Tussenkomst van de rechter is hier niet noodzakelijk.
5.
De opzegging van de overeenkomst, alsmede de eventueel daaraan voorafgaande ingebrekestelling,
geschiedt per aangetekende brief aan de wederpartij.
Artikel 13.
Geschillen
1.
Partijen zullen zich tot het uiterste inspannen om de uit deze overeenkomst voortvloeiende geschillen in
gezamenlijk overleg tot een oplossing te brengen. Voor zover dit onmogelijk blijkt te zijn, worden
geschillen berecht en beslist door de burgerlijke rechter.
2.
Op deze overeenkomst is het Nederlandse recht van toepassing.
19
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
Artikel 14.
Slotbepalingen
1.
De Zorgverzekeraar behoudt zich het recht voor om een overeenkomst die is voorzien van doorhalingen
en/of mededelingen van de Zorgaanbieder van welke aard dan ook, als ongeldig te beschouwen. Indien
de Zorgverzekeraar van dit recht gebruikt maakt, zal zij de Zorgaanbieder daarvan schriftelijk in kennis
stellen. In dat geval zal de Zorgverzekeraar de Zorgaanbieder eenmalig de overeenkomst alsnog
toezenden en in de gelegenheid stellen binnen een termijn van drie weken door ondertekening en
terugzending aan de Zorgverzekeraar de overeenkomst alsnog tot stand te brengen.
2.
Indien één of meerdere bepalingen van deze overeenkomst nietig c.q. onverbindend blijken te zijn,
zullen de overige bepalingen van de overeenkomst van kracht blijven. Partijen zullen over de
bepalingen die nietig c.q. onverbindend blijken te zijn overleg plegen teneinde een vervangende
regeling te treffen, zodanig dat in zijn geheel de strekking van deze overeenkomst behouden blijft.
3..
Op deze overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van de Zorgaanbieder, onder welke naam of in
de welke vorm dan ook, uitdrukkelijk niet van toepassing.
20
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
Bijlage I
Verantwoordingsdocument
Verantwoordingsdocument
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg
2015 – 2016
21
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
Inleiding
De zorgaanbieder is verplicht om jaarlijks een verantwoordingsdocument aan te leveren aan CZ.
Dit document bestaat uit verschillende onderdelen:
1.
De bestuursverklaring.
2.
De financiële verantwoording aan de hand van het door CZ opgestelde format.
3.
De accountantsverklaring.
-
Voor de Zorgaanbieder met een omzet groter of gelijk aan twee miljoen euro wordt
een controleverklaring van een externe accountant verplicht gesteld .
-
Voor de Zorgaanbieder met een omzet kleiner dan twee miljoen euro wordt een
rapportage verplicht gesteld, opgesteld door een externe accountant, waarin een
oordeel wordt gegeven over de juistheid van de in het verantwoordingsdocument
opgenomen kwantitatieve informatie.
-
Jaarrekening van de Zorgaanbieder.
De bestuursverklaring, het format voor de financiële verantwoording en het controleprotocol ten behoeve
van de accountantsverklaring zijn te vinden op de website van CZ:
http://www.cz.nl/zorgaanbieder/zorgaanbieders/huisartsenzorg/multidisciplinaire-zorg/overeenkomsten
Het verantwoordingsdocument dient vóór 1 mei van het jaar volgend op het kalenderjaar waarover
verantwoording wordt afgelegd aan de regionale zorginkoper toegestuurd te worden.
22
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
Bestuursverklaring t.b.v. de overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016
Kalenderjaar waarop bestuursverklaring en verantwoordingsdocument betrekking heeft……..
De bestuurder van de zorgaanbieder…………………………………………………………………………..
Gevestigd te……………………………………………………………………………………………………..
AGB-code ……………………………………………………………………………………………………….
Correspondentieadres van zorgaanbieder:
Straat en huisnummer …………………………………………………………………………
Postcode en plaats …………………………………………………………………………….
Verklaart dat deze bestuursverklaring t.b.v. de overeenkomst Multidiscipliaire zorg 2015 - 2016 van
toepassing is op de hierna volgende zorgprogramma's:
o
DM2
o
COPD
o
VRM HVZ
o
VRM HVZ en VVR
o
Astma
1)
Verklaart hierbij dat voldaan wordt aan de vereisten zoals gesteld in de Nza beleidregel
"Huisartsenzorg en Multidisciplinaire zorg”.
2)
Verklaart hierbij dat voldaan wordt aan de vereisten zoals gesteld in de overeenkomst
Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016.
3)
Verklaart hierbij dat het format voor de financiële verantwoording volledig en juist ingevuld is
overeenkomstig de daadwerkelijke besteding van de financiële middelen.
23
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
1
DE BESTUURDER VERKLAART DE BESTUURSVERKLARING NAAR WAARHEID TE HEBBEN
INGEVULD:
Naam bestuurder
Functie bestuurder
Datum
Handtekening bestuurder
1
De bestuurder dan wel de gemachtigde namens de bestuurder (bewijs van machtiging om voor de rechtspersoon te
mogen tekenen bijvoegen).
24
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
Bijlage II
Kwaliteitscriteria onderaannemers
Kwaliteitscriteria Huisarts
Privacy en dossiervorming
1. De huisarts registreert en bewaart op zorgvuldige wijze van elke Verzekerde de gegevens. De gegevens
dienen te worden geregistreerd volgens de richtlijnen van de Wet op de Geneeskundige
Behandelingsovereenkomst.
2. De gegevens dienen te worden beheerd conform de Wet Bescherming Persoonsgegevens, waarbij geldt
dat de Verzekerde inzagerecht heeft en zonodig gegevens mag aanpassen indien deze onjuistheden
bevatten.
3. Het doorgeven van gegevens aan derden zonder toestemming van de Verzekerde is verboden.
4. De Zorgverzekeraar, de Zorgaanbieder en de huisarts beschikken over een protocol waarin is
vastgelegd welke medewerkers met welk doel toegang hebben tot gegevens.
5. De huisarts verschaft de Verzekerde desgevraagd informatie over de wijze waarop de privacy van de
verzekerde wordt beschermd.
Patiëntbejegening
1. De huisarts neemt in zijn relatie tot de Verzekerde de algemeen aanvaarde patiëntenrechten in acht.
2. De huisarts draagt zorg voor goede voorlichting aan de Verzekerde over de aan hem te verlenen zorg.
3. De huisarts dient te beschikken over een interne klachtenprocedure en hanteert daartoe een reglement
voor klachtbehandeling dat voldoet aan de eisen welke daaraan gesteld worden in de Wet Klachtrecht
Cliënten Zorgsector.
Opleiding/nascholing, inhoudelijke professionele kwaliteit
1. De huisarts draagt er zorg voor dat hij en de eventueel aan hem verbonden beroepsbeoefena(a)r(en)
onder meer door deelname aan deskundigheidsbevordering blijven beschikken over de kennis en kunde,
die voor een goede verlening van de zorg noodzakelijk is. Voor diabetes mellitus type 2 wordt een
basiscursus insulinetherapie in de eerste lijn verplicht gesteld (Langerhans).
Voor COPD/Astma wordt de Caspir cursus op het gebied van COPD/Astma en spirometrie verplicht
gesteld.
2. De Zorgverzekeraar hecht er waarde aan dat de uitvoering en beoordeling van de spirometrie voldoet
aan de gestelde eisen. De uitvoering en beoordeling moet voldoen aan de NHG-standaard en de
zorgstandaard COPD/Astma. De huisarts dient daarnaast
bijgeschoold te zijn in spirometriebeoordelingen.
3. De huisarts levert de Zorg op doelmatige en professioneel verantwoorde wijze en past daartoe de voor
zijn beroepsgroep geldende protocollen, richtlijnen en standaarden toe. De huisarts zal zich daarbij laten
leiden door een afweging tussen de effectiviteit van de zorg, de belangen van de patiënt en de kosten.
4. De huisarts is ingeschreven in het register van erkende huisartsen van de Koninklijke Nederlandse
Maatschappij tot bevordering van de Geneeskunst (KNMG).
5. De zorg wordt verleend in overeenstemming met de daarvoor geldende wet- en regelgeving zoals de
Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG) en de Wet Klachtrecht Cliënten
Zorgsector.
Continuïteit
1. De huisarts is verantwoordelijk voor de continuïteit van de 24-uurs zorg van de bij hem ingeschreven
Verzekerden. Omdat de huisarts niet zelf onafgebroken deze zorg kan leveren is hij lid van een
waarneemgroep en/of neemt hij deel aan de diensten van een huisartsenpost waarin bij toerbeurt door
de deelnemende huisartsen avond-, nacht- en weekenddiensten worden verricht. Tarieven met
betrekking tot prestaties in avond, nacht en weekend kunnen alleen in rekening worden gebracht indien
het spoedeisende zorg betreft. Indien er omstandigheden zijn die de continuïteit in gevaar brengen,
meldt de huisarts dit aan de zorgverzekeraar.
2. Ingeval de huisarts of een aan hem verbonden beroepsbeoefenaar in loondienst, krachtens een
uitspraak gedaan op grond van de Wet BIG onderscheidenlijk het Wetboek van Strafrecht is geschorst in
de uitoefening van zijn bevoegdheid, dan wel hem de uitoefening van zijn beroep is ontzegd, meldt hij dit
onverwijld aan de Zorgverzekeraar. Indien de Zorgverzekeraar toestaat dat de huisarts gedurende de
schorsing c.q. ontzegging wordt waargenomen, is de huisarts verantwoordelijk voor regeling van een
adequate waarneming.
25
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
3. De huisarts neemt, voor zover nodig vanwege de directe patiëntenzorg, actief deel aan samenwerkingsen overlegstructuren met collega huisartsen en overige (eerstelijns) hulpverleners. Dit met de bedoeling
om de kwaliteit van de geleverde zorg te waarborgen en te verbeteren en het functioneren van de
huisartsgeneeskundige zorg binnen de totale zorg te optimaliseren.
4. Tenzij de huisarts en de Zorgverzekeraar daarover andere afspraken maken, neemt de huisarts deel
aan farmacotherapeutisch overleg.
Waarneming
1. De huisarts draagt er zorg voor dat waarneming plaatsvindt bij afwezigheid wegens ziekte, vakantie,
beroepsgerichte na- of bijscholing en daarmee vergelijkbare omstandigheden.
2. Indien de waarneming langer zal duren dan twee maanden, doet de huisarts hiervan schriftelijk
mededeling aan de zorgverzekeraar onder vermelding van de vermoedelijke duur van de waarneming
en de naam (namen) en adres(sen) van de waarnemer(s). Hernieuwde mededeling is vereist indien de
waarneming langer duurt dan aanvankelijk was opgegeven. Slechts indien de zorgverzekeraar zijn
akkoord wenst te onthouden aan de gemelde waarneming, zal dit binnen drie weken aan de huisarts
worden bericht, onder opgave van redenen.
3. De waarneming kan in beginsel niet langer duren dan twaalf aaneengesloten maanden. Daarna volgt
een moment van evaluatie door Partijen. Verlenging van de waarneming is slechts mogelijk indien
daarover overeenstemming bestaat tussen Partijen.
4. Voor de toepassing van deze overeenkomst is de huisarts, onverminderd de eigen verantwoordelijkheid
en aansprakelijkheid van de waarnemer, ten volle tegenover de zorgverzekeraar verantwoordelijk en
aansprakelijk voor de te verlenen zorg.
Praktijkvoering en praktijkruimte
1. De huisarts draagt zorg voor een goede organisatie van zijn praktijk.
2. De huisarts verleent de zorg in een adequaat ingerichte en geoutilleerde praktijkruimte, die voor de
Verzekerde goed bereikbaar en toegankelijk is. De praktijk dient minimaal te voldoen aan de
inrichtingseisen zoals omschreven in het basistakenpakket van de huisarts.
Kwaliteitscriteria Praktijkondersteuner Somatiek
De praktijkondersteuner voldoet aan het competentieprofiel en eindtermen, beschreven door de LHV, 2010.
1.
2.
3.
4.
5.
De praktijkondersteuner verleent gedelegeerde medisch-inhoudelijke huisartsgeneeskundige zorg, in
het bijzonder aan patiënten met een chronische ziekte. Het accent ligt op die medisch-inhoudelijke
activiteiten die zich lenen voor taakdelegatie en protocollering. De praktijkondersteuner heeft, net als de
huisarts, een beroepsgeheim.
De praktijkondersteuner is in dienst of gedetacheerd bij een samenwerkingsverband van huisartsen.
De taken van een praktijkondersteuner kunnen op diverse manieren zijn ingevuld, afhankelijk van de
specifieke praktijksituatie.
De praktijkondersteuner werkt volgens voor de beroepsgroep gebruikelijke richtlijnen (Zorgstandaarden,
NHG-Standaarden en andere richtlijnen).
De praktijkondersteuner is werkzaam als één van de professionals binnen het team dat huisartsenzorg
verleent en werkt vanuit een eigen spreekuur.
De praktijkondersteuner werkt op één of meerdere van de volgende deskundigheidsgebieden:
• diabetes mellitus type 2,
• COPD,
• Astma,
• cardiovasculair risicomanagement.
Mogelijk werkt de praktijkondersteuner ook op een ander deskundigheidsgebied, zoals vastgelegd in de
individuele huisartsenovereenkomst.
Opleidingsniveau
De praktijkondersteuner is in het bezit van het HBO-diploma Praktijkondersteuner. Voor diabeteszorg is de
cursus Langerhans verplicht gesteld. Voor COPD is de cursus Caspir verplicht gesteld. Indien een
gelijkgestelde opleiding wordt aangegeven, treedt de zorgaanbieder met CZ in overleg.
De praktijkondersteuner die werkzaam is op het gebied van de Geestelijke Gezondheidszorg valt buiten dit
profiel.
26
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
Kwaliteitscriteria Diabetesverpleegkundige
De diabetesverpleegkundige dient in het bezit te zijn van een titelregistratie Diabetesverpleegkundige in het
Kwaliteitsregister EADV. Om in aanmerking te komen voor inschrijving in het EADV-register, wordt van een
aanvrager verlangd dat hij onder andere voldoende werkervaring heeft. Men dient voorafgaande aan het
inschrijven in het Kwaliteitsregister minimaal 1360 uur aan werkzaamheden te hebben verricht als
diabetesverpleegkundige. Daarvan moet minimaal 51% (700 uur) besteed zijn aan de directe patiëntenzorg.
Naast de werkervaring dient men 840 registratiepunten te behalen door scholing, of scholing gecombineerd
met het uitvoeren van beroepsactiviteiten.
Kwaliteitscriteria Longverpleegkundige
De Longverpleegkundige verleent en begeleidt in de directe patiëntenzorg hoog-complexe zorg in situaties,
waarbij voor het analyseren en oplossen van verpleegproblemen specifieke kennis en vaardigheden op het
gebied van longziekten vereist zijn (NVCV, 1996).
Naast de directe patiëntenzorg verricht hij professiegebonden taken: deskundigheidsbevordering, kwaliteit
van zorg, consultatie, innovatie en onderzoek. Deze taken hebben als doel de zorg- en behandelmethoden
voor de zorgvragers met longaandoeningen in de toekomst te verbeteren.
De Longverpleegkundige is autonoom voor wat betreft het geven van instructie, educatie, informatie,
(psychosociale) begeleiding, mantelzorgondersteuning en bevordering van het zelfmanagement van de
zorgvrager.
De Longverpleegkundige dient te zijn geschoold in de verpleging van zorgvragers met longziekten. Met deze
bagage start de beginnende longverpleegkundige. Tijdens werkervaring ontstaat een voortdurende
professionele ontwikkeling, waardoor de expertise op een steeds hoger niveau wordt gebracht.
De Longverpleegkundige is ervoor verantwoordelijk de eigen deskundigheid op peil te houden. Hierdoor kan
hij de kwaliteit van de beroepsuitoefening garanderen en een bijdrage leveren aan de professionalisering
van het verpleegkundig beroep. Zij participeert in een netwerk en de beroepsvereniging (NVL), en draagt
mede zorg voor relevante literatuur.
De longverpleegkundige met specialisatie astma en/of specialisatie COPD:
1. Werkt minimaal 14,4 uur per week op het gebied van astma en/of COPD.
2. Werkt extramuraal, transmuraal en/of intramuraal.
3. Werkt in de eerste-, tweede- of derdelijnszorg.
4. Heeft taken op het gebied van: directe patiëntenzorg, deskundigheidsbevordering, consultatie, innovatie
en zorgbeleid, (wetenschappelijk) onderzoek. Taken op het gebied van innovatie en onderzoek horen
meer binnen de specialistenopleiding. Bij de gespecialiseerde verpleegkundige astma en COPD gaat
het meer om de beroepsontwikkeling binnen het dagelijkse kader: het actief toepassen van elders
ontwikkelde innovaties en onderzoeksresultaten in de eigen werkpraktijk.
5. Werkt samen met collega verpleegkundigen en andere disciplines binnen en buiten de eigen instelling,
zoals longartsen, kinderartsen, fysiotherapeuten, diëtisten, KNO-artsen, allergologen, dermatologen,
(gezondheids)psychologen, ergotherapeuten, huisartsen, apothekers, maatschappelijk werkers en met
instanties als gemeenten, WVG-consulenten en sociale dienst.
6. Bepaalt aan de hand van standaarden en diagnostische categorieën, de zorgbehoefte van de astma- en
COPD-patiënt en naasten.
7. Begeleidt (groepen) astma- en COPD-patiënt(en) en naasten in het educatieproces.
8. Kan de volledige zorg rond een astma- en COPD-patiënt coördineren
9. Kan zorg verlenen aan astma- en COPD-patiënten bij acute klachten.
10. Adviseert en begeleidt andere zorgdisciplines bij het opstellen en uitvoeren van een sanatieplan.
11. Voert een verpleegkundig spreekuur.
12. Kan over astma en COPD en de daarbij behorende zorg adviseren aan collega longverpleegkundigen
specialisatie astma en COPD en aan andere disciplines.
13. Draagt kennis en vaardigheden met betrekking tot astma en COPD over.
14. Kan beleidsprocedures en protocollen mede opstellen en mede implementeren.
15. Levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het beroep.
27
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
Kwaliteitscriteria Dieetadvisering
Kwaliteit van de dieetadvisering is in eerste instantie de primaire verantwoordelijkheid van de diëtist zelf.
De Zorgverzekeraar speelt een rol ten aanzien van het stimuleren van kwaliteit van zorg en het mede
toezien op de levering hiervan. De Zorgverzekeraar streeft ernaar om door middel van het sluiten van
zorgovereenkomsten voldoende en kwalitatief goede dieetadvisering beschikbaar te hebben voor haar
Verzekerden. Het diëtistisch handelen dient inhoudelijk kwalitatief verantwoord en transparant te zijn.
In deze kwaliteitsparagraaf zijn hiertoe nadere voorwaarden opgenomen. De kwaliteitsparagraaf maakt
integraal onderdeel uit van de overeenkomst. Getracht is om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de
kwaliteitsnormen die door de beroepsgroep NVD zelf worden nagestreefd.
Privacy en dossiervorming
1. De diëtist registreert en bewaart op zorgvuldige wijze van elke Verzekerde de gegevens. De gegevens
dienen te worden geregistreerd volgens de richtlijnen van de Wet op de Geneeskundige
Behandelingsovereenkomst (WGBO).
2. De gegevens dienen te worden beheerd conform de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp),
waarbij onder andere geldt dat de Verzekerde inzagerecht heeft en zonodig gegevens mag aanpassen
indien deze onjuistheden bevatten.
3. Het doorgeven van gegevens aan derden zonder toestemming van de Verzekerde is verboden.
4. De diëtist beschikt over een protocol waarin is vastgelegd welke medewerkers met welk doel toegang
hebben tot het dossier.
5. De diëtist verschaft de Verzekerde desgevraagd informatie over de wijze waarop de privacy van de
Verzekerde wordt beschermd.
Praktijk- en patiëntenregistratie
1. De diëtist draagt zorg voor een adequate praktijk- en patiëntenregistratie.
2. De diëtist registreert de patiënten- en zorgverleningsgegevens, zoals opgenomen in de richtlijn
verslaglegging (ProbleemgeOriënteerd Registreren, POR) met aanvulling van onderstaande gegevens:
 burgerservicenummer van de verzekerde;
 de data van alle contactmomenten met de verzekerde en of dit Directe of Indirecte contacttijd is;
 de verhouding directe en Indirecte contacttijd;
 behandeling thuis of in praktijk;
 het behandelniveau (conform indeling NVD).
3.
Onverlet hetgeen ter zake in de wetgeving is bepaald, wordt de originele patiëntenregistratie ten minste
vijf jaar na afloop van het desbetreffende kalenderjaar bewaard.
Patiëntbejegening
1. De diëtist treedt de verzekerde met respect tegemoet en neemt hierbij de algemeen aanvaarde en
thans geldende patiëntenrechten in acht.
2. De diëtist draagt zorg voor goede voorlichting aan de Verzekerde of diens wettelijke
vertegenwoordiger(s) over alle relevante aspecten van de aan hem te verlenen Dieetadvisering. Hiertoe
worden uitdrukkelijk ook de financiële aspecten van dieetadvisering gerekend. Verzekerden vinden met
name de volgende informatie van belang: het behandelplan, behandelmethoden, inhoud van de
eindrapportage aan de verwijzer, nazorg en vergoedingen. De Verzekerde geeft, bij voorkeur schriftelijk,
duidelijke informatie over directe en indirecte contacttijd en de gevolgen hiervan op de aanspraak voor
vergoeding door de Zorgverzekeraar.
3. De diëtist betrekt de Verzekerde of diens wettelijke vertegenwoordiger(s) bij het opstellen van het
behandelplan en geeft de Verzekerde desgewenst inzicht in de eindrapportage.
28
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
4. De diëtist zorgt ervoor dat de zorg steeds door dezelfde diëtist wordt verleend, behoudens overmacht,
hulpvraaggerelateerde redenen en specifieke wensen van de Verzekerde.
5. Voor het geval de Verzekerde een keuzemogelijkheid heeft en zijn voorkeur voor een bepaalde diëtist
heeft uitgesproken, voorziet de diëtist erin dat de Verzekerde zoveel mogelijk de dieetadvisering van
deze diëtist ontvangt.
6. De diëtist beschikt over een interne klachtenprocedure, en hanteert daartoe een reglement voor
klachtbehandeling dat voldoet aan de eisen welke daaraan worden gesteld in de Wet Klachtrecht
Cliënten Zorgsector (WKCZ). De diëtist leeft overigens ook de verplichtingen na die deze wet aan
zorgverleners oplegt.
Opleiding/ nascholing, inhoudelijke professionele kwaliteit
1. De diëtist draagt er zorg voor dat hij en de eventueel aan hem verbonden praktijkmedewerker(s)
handelen volgens de standaard die binnen de kring van beroepsgenoten algemeen aanvaard is, en
onder meer door deelname aan deskundigheidsbevordering blijven beschikken over de kennis en kunde,
die voor een goede verlening van de dieetadvisering volgens deze standaard noodzakelijk is.
2. De diëtist heeft de status kwaliteitsgeregistreerd in het KP. Voor herintreders wordt de regeling zoals het
KP die hanteert, door de Zorgverzekeraar geaccepteerd.
3. De diëtist levert de dieetadvisering op doelmatige en professioneel verantwoorde wijze en past daartoe
de voor zijn beroepsgroep geldende protocollen, richtlijnen en standaarden toe.
4. De diëtist betrekt de Verzekerde actief bij de behandeling en stimuleert de therapietrouw en de eigen
verantwoordelijkheid van de Verzekerde.
5. De diëtist bespreekt regelmatig het behandelplan met de Verzekerde. Van belang zijn bijvoorbeeld de
hulpvraag van de Verzekerde en de effectiviteit van de behandeling.
6. De diëtist werkt op basis van het methodisch handelen en kan dat ook inzichtelijk maken.
Kwaliteitsverbetering en -controle zijn voor elke diëtist onderdeel van zijn beroepsuitoefening en
takenpakket.
7. De dieetadvisering wordt verleend in overeenstemming met het bepaalde bij en krachtens de Wet BIG,
de WKCZ, de WGBO en overige relevante wet- en regelgeving.
Continuïteit
1. De diëtist treft voorzieningen die nodig zijn voor een continue zorgverlening en meldt omstandigheden
die de continuïteit in gevaar brengen aan de Zorgaanbieder.
2. Ingeval de diëtist of een aan hem verbonden praktijkmedewerker, krachtens een uitspraak gedaan op
grond van de Wet BIG onderscheidenlijk het Wetboek van Strafrecht is geschorst in de uitoefening van
zijn bevoegdheid, dan wel hem de uitoefening van zijn beroep is ontzegd, meldt hij dit onverwijld aan de
Zorgaanbieder.
Waarneming en studentstagiair
1. De dietist draagt er zorg voor dat waarneming plaatsvindt bij afwezigheid wegens ziekte, vakantie,
beroepsgerichte na- of bijscholing en daarmee vergelijkbare omstandigheden. Bij waarneming dient de
waarnemer gekwalificeerd te zijn en te handelen overeenkomstig de bepalingen uit deze overeenkomst.
2. De diëtist kan studenten die een opleiding tot diëtist aan een daarvoor erkend opleidingsinstituut volgen
stage laten lopen, waarbij behandeling van Verzekerden plaatsvindt. De behandeling van Verzekerden
door de student vindt plaats met instemming van de verzekerde en onder supervisie van een diëtist.
29
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
De praktijkinrichting van de diëtist voldoet aan de hieronder gestelde inrichtingseisen.
Algemene eisen
1. De praktijk is optimaal toegankelijk en bereikbaar voor minder validen.
2. De praktijk is duidelijk herkenbaar als eerstelijns praktijk voor dieetadvisering. Als de praktijk in een
instelling is gevestigd, is er een duidelijke bewegwijzering naar de praktijkruimte(n).
3. De praktijk bestaat tenminste uit een wachtkamer en één behandelruimte.
4. Tussen de verschillende ruimten wordt geluidsoverdracht voorkomen.
5. De behandelruimte(n) en wachtkamer zijn gescheiden door gesloten vaste wanden en deuren.
6. De praktijk voldoet aan de geldende algemene bouweisen.
7. De praktijk wordt volgens normale standaarden verwarmd.
8. In de praktijk is voldoende licht en voldoende ventilatie.
9. De praktijk is tijdens kantooruren telefonisch goed bereikbaar. Bij afwezigheid of tijdens behandeling
wordt gebruik gemaakt van een antwoordapparaat met opnamemogelijkheid of voicemail.
10. De praktijk beschikt over adequaat instructiemateriaal ter ondersteuning van onderzoek en behandeling.
11. De prijslijst, de klachtenregeling en de betalingsvoorwaarden zijn duidelijk zichtbaar voor de patiënt.
Hygiëne
1. De praktijk beschikt over een toilet en gelegenheid om de handen te wassen.
2. Het toilet en de handenwasgelegenheid zijn vanuit de wachtruimte toegankelijk (niet enkel via een
behandelkamer).
3. De praktijk en inventaris worden op verantwoorde wijze schoon gehouden.
4. De behandelruimte(n) heeft (hebben) een goed te reinigen, egaal en vlak vloeroppervlak.
Privacy
1. De praktijk beschikt over (een) behandelruimte(n) die de privacy van de patiënt waarborgt.
2. De praktijk beschikt over administratieve voorzieningen die de privacy van de patiënt waarborgt.
Veiligheid
1. De praktijk beschikt over een goedgekeurd elektriciteits- en energievoorziening.
2. De praktijk voldoet aan de geldende brandveiligheidseisen.
3. In de praktijk is een EHBO-doos en een brandblusapparaat aanwezig.
4. De verlichting, verwarming en ventilatie voldoen aan algemeen te stellen eisen van hygiëne en
veiligheid.
5. De ruimtelijke voorziening en inventaris zijn van zodanige kwaliteit en constructie, dat zij bij gebruik
overeenkomstig hun bestemming geen gevaren voor personen opleveren.
Behandelruimte
1. De behandelruimte(n) is (zijn) geschikt voor het geven van dieetadvisering in volle omvang.
2. Indien meerdere diëtisten van dezelfde praktijkruimte gebruik maken, kunnen de werkzaamheden even
adequaat uitgevoerd worden als ware iedere diëtist als solist werkzaam.
Kwaliteitscriteria Voetzorg
De voetzorg wordt geleverd conform de “Zorgmodule Preventie Diabetisch Voetulcera 2014”
www.provoet.nl en de richtlijn Diabetische Voet 2006 van de Nederlandse Diabetes Federatie (NDF), welke
verwerkt is het inkoopkader.
Podotherapeuten dienen lid te zijn van de NVvP (koepelorganisatie).
Pedicures zijn als gespecialiseerd pedicure geregistreerd bij ProCert (Medisch Pedicure of Pedicure met
aantekening Diabetische Voet).
Kwaliteitscriteria Stoppen met roken
Om te garanderen dat zorgverleners kwalitatieve en effectieve zorg bij stoppen met roken aanbieden, dienen
zorgverleners aan bepaalde kwaliteitscriteria te voldoen. De kwaliteitscriteria die de zorgverzekeraar
hanteert, zijn gelijk aan de kwaliteitscriteria die van toepassing zijn voor inschrijving in het kwaliteitsregister
stoppen met roken (http://www.kwaliteitsregisterstopmetroken.nl).
30
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
Bijlage III
Voorwaarden overeengekomen prestatietarief in S3
Zorggroepen hebben recht op het prestatietarief van 10% van het huisartsgebonden deel van de DBC DM2
als:
-
-
-
de zorggroep deelneemt aan de landelijke benchmark ‘Transparante Ketenzorg’;
de zorggroep in het rapport Transparante Ketenzorg als ‘donkerblauw’ wordt aangeduid; dit
betekent:
 dat de aangeleverde gegevens voldoen aan de landelijk vastgestelde specificaties voor
datamanagement en tijdig, volledig en conform de juiste formats zijn aangeleverd;
 dat de gepresenteerde gegevens van de zorggroep op naam bekend zijn.
de zorggroep via de landelijk benchmark voor alle ICPC-gecodeerde patiënten met diabetes mellitus
type 2 aangeeft waar het hoofdbehandelaarschap ligt (onderscheid tussen medisch specialist,
huisarts en niet-geregelde zorg);
de zorggroep de streefwaarden van de 3 afgesproken procesindicatoren behaalt:
 MDRD bepaald in de afgelopen 12 maanden: tenminste 90%;
 funduscontrole in de afgelopen 24 maanden: tenminste 80%;
 voetonderzoek verricht in de afgelopen 12 maanden: tenminste 80%.
Zorggroepen hebben recht op het prestatietarief van 10% van het huisartsgebonden deel van de DBC
COPD als:
-
-
de zorggroep deelneemt aan de landelijke benchmark ‘Transparante Ketenzorg’;
de zorggroep in het rapport Transparante Ketenzorg als ‘donkerblauw’ wordt aangeduid; dit
betekent:
 dat de aangeleverde gegevens voldoen aan de landelijk vastgestelde specificaties voor
datamanagement en tijdig, volledig en confrom de juiste formats zijn aangeleverd;
 dat de gepresenteerde gegevens van de zorggroep op naam bekend zijn;
de zorggroep via de landelijk benchmark voor alle ICPC-gecodeerde patiënten met COPD aangeeft
waar het hoofdbehandelaarschap ligt (onderscheid tussen medisch specialist, huisarts en nietgeregelde zorg);
de zorggroep de streefwaarden van de 2 afgesproken procesindicatoren behaalt:
 rookgedrag vastgelegd: tenminste 80%;
 functioneren of gezondheidsstatus vastgelegd via MRC of CCQ: tenminste 70 %.
31
Overeenkomst Multidisciplinaire zorgprogramma’s 2015: Deel II
Bijlage IV Voorwaarden contractering DBC VRM inclusief verhoogd risico en/ of
DBC Astma
De zorggroep komt in aanmerking voor het contracteren van de DBC VRM inclusief verhoogd vasculair risico
als:
-
de onderwaarden van onderstaande procesindicatoren voor de DBC VRM behaald zijn, waarbij de
huidige realisatiewaarden (in combinatie met het huidige kwaliteitsbeleid) bepalend zijn;
de prevalentie van zowel verhoogd vasculair risico als hart- en vaatziekten in kaart zijn gebracht
voorafgaand aan de contractering;
de totale inclusie, dit wil zeggen van zowel verhoogd vasculair risico als hart- en vaat ziekten, niet
hoger uitvalt dan 11%.
VRM
Systolische bloeddruk bepaald
Lipidenprofiel bepaald
80%
80%
De zorggroep komt in aanmerking voor het contracteren van de DBC Astma als:
-
minimaal 75% van de bij de zorggroep aangesloten huisartsen deelneemt aan het multidisciplinaire
zorgprogramma COPD;
de onderwaarden van onderstaande procesindicatoren voor COPD behaald zijn, waarbij de huidige
realisatiewaarden (in combinatie met het huidige kwaliteitsbeleid) bepalend zijn;
de prevalentie van astma in kaart is gebracht voorafgaand aan de contractering.
COPD
Inhalatietechniek gecontroleerd
Spirometrie
Functioneren vastgelegd
Mate van bewegen gecontroleerd
Rookgedrag vastgelegd
85%
85%
80%
80%
85%
In algemene zin geldt dat wanneer er met een nieuw zorgprogramma gestart wordt er een nulmeting van de
indicatoren uiterlijk 1 maand na de start van het programma aangeleverd dient te worden. Daarnaast dienen
er in het kader van het nieuwe programma regionale transmurale afspraken (RTA’s) gemaakt te worden.
32
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
Bijlage V
Contactgegevens
Afdeling Relatiebeheer Zorgverleners
Voor vragen met betrekking tot de overeenkomst of het aanvragen van formulieren:
E-mail
[email protected]
Telefoonnummer
Tel. (076) 524 32 58
Adresgegevens
CZ
Relatiebeheer Zorgverleners
Postbus 5130
5004 EC TILBURG
Zorginkopers
Regio Den Haag e.o. en
West-Brabant
Mw. Gaby Prins-Siemons
[email protected]
Regio Zuid-Hollandse
eilanden
Dhr. Paul Raaijmaakers
[email protected]
Regio Zeeland
Mw. Nathalie van Schoonhoven
[email protected]
Regio Midden-Brabant,
Noordoost-Brabant en
Nijmegen e.o.
Dhr. Casper Besters
[email protected]
Regio Zuidoost-Brabant
Dhr. Michel Rouss
[email protected]
Noord en Midden Limburg
Mw. Marian Jacobs
[email protected]
Regio Zuid Limburg
Dhr. Martin Wijnen
[email protected]
Afdeling declaraties
Voor vragen met betrekking tot declaraties
E-mail
Informatielijn declaraties
[email protected]
Tel. 046-45 95 740
Versterking eerstelijn Zuid-Nederland
In Zuid-Nederland werken zorgverzekeraars CZ en Coöperatie VGZ (VGZ) samen ten aanzien van de inzet
van de ondersteuningsgelden. CZ en VGZ zijn deze samenwerking aangegaan om de ondersteuningsgelden
zo optimaal mogelijk in te kunnen zetten (http://versterkingeerstelijn.nl/zuid-nederland).
Versterking Eerstelijn Zuid-Nederland (VEZN) is onderdeel van CZ en VGZ en zet zich in voor de versterking
van de eerstelijnsgezondheidszorg in de regio Zuid-Nederland . Met Versterking Eerstelijn Zuid-Nederland
willen CZ en Coöperatie VGZ door middel van projectfinanciering stimuleren dat de ondersteuningsgelden
meer bijdragen aan regionaal relevante ontwikkelingen in de zorg.
Indienen van projecaanvragen: [email protected]
Vertegenwoordiger CZ : René Bekhuis: [email protected]
33
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II
Bijlage VI
Zorggroepspecifieke bepalingen
34
Overeenkomst Multidisciplinaire zorg 2015 - 2016: Deel II