Deze infomatie is afkomstig van www.barfplaats.nl

Deze infomatie is afkomstig van www.barfplaats.nl
Orgaanvlees
Onder orgaanvlees verstaan we: hart, lever, long, milt, nieren, hersenen, tong, vuile pens,
boekmaag en dergelijke.
De definitie die wij op het forum hanteren voor spiervlees is al het vlees dat het skelet bij
elkaar houdt en dat zorgt voor beweging. Alle andere vleessoorten noemen we orgaanvlees.
Ongeveer 15% tot 20% van de totale hoeveelheid voedsel mag bestaan uit orgaanvlees.
Orgaanvlees werkt wel laxerend dus geef de hond niet teveel orgaanvlees in een maaltijd.
Wanneer de hond snel diarree van orgaanvlees krijgt kun je bij het orgaanvlees wat vleesbot
voeren. Orgaanvlees samen met vleesbot zorgt in de regel voor weer wat stevigere
ontlasting. Want bot constipeert.
Het is altijd een goed idee om ook het orgaanvlees zoveel mogelijk af te wisselen en
organen te gebruiken van zoveel mogelijk verschillende diersoorten. Men zegt (onder andere
Juliette de Bairacli Levy) dat lever een opslagplaats voor medicijnen en gifstoffen is. Volgens
haar moet je lever dan ook spaarzaam voeren, zeker als het afkomstig is van niet-biologisch
gehouden dieren. Indien jouw hond geen lever lust, probeer dan eens biologische lever. Het
is opvallend dat veel honden dit lekkerder vinden dan niet-biologische lever.
Runderhart:
Een (1) runderhart van een volwassen rund weegt meer dan een kilo. De meeste honden
vinden runderhart heel erg lekker. Wij snijden het hart in blokjes van ongeveer 5 cm. Hart
bevat natuurlijk eiwitten, maar ook vitamine B's en ijzer. Ze bevatten een heel klein beetje
vitamine A en ook wat vitamine C. Sommige mensen vinden dat hart onder de categorie
spiervlees valt. Het hart is wel een spier, maar het weefsel van het hart bevat eiwit types en
voedingsstoffen dat meer overeen komt met orgaanvlees dan met spiervlees.
Runderpens:
Een runderpens van een volwassen rund weegt zomaar 15 kilo! Deze runderpens is rauw,
ongebleekt en alleen schoongeschud. Sommige pens wordt ook lichtjes afgespoeld en dit
valt nog steeds onder de categorie 'vuile pens'. Lappen pens zijn overigens uiterst goede
"tandenborstels". Het vlees is zo taai dat de hond er aan moet rukken en plukken om het
vlees in stukjes te krijgen (sommige proberen de lap in een keer naar binnen te zuigen
hetgeen nog wel eens voor kotspartijen kan zorgen. Notoire vleeslapinslikkers moet je
gewoon geen lappen pens geven maar het in stukjes snijden omdat er teveel gevaar tot
verstikking bestaat). Dit ruk en plukwerk maakt de tanden schoon en masseert het tandvlees.
Vuile pens (ongebleekt en ongestoomd/ongekookt) bevat ook zeer veel gunstige bacterieen
en verteringsenzymen en is daarom zeer aan te bevelen om regelmatig aan de hond te
verstrekken.
Lamshartjes:
Lamshart is rijk aan zink.
Lamsniertjes:
Lamsniertjes zijn ontzettend gezond! En ze bevatten vitamine A (niet zoveel als lever), B's,
D, E en K. Ook bevatten ze veel ijzer en zink. Ook bevatten ze veel vetzuren. De meeste
honden vinden niertjes heerlijk!
Kippenmaagjes:
Het is vrij taai vlees maar de honden vinden ze wel lekker. Soms zitten er nog steentjes in de
kippenmaagjes (de kip heeft steentjes nodig om voer te verteren). Deze kun je gewoon laten
zitten. De hond poept deze wel weer uit. Honden die een graan allergie hebben, kun je beter
niet voeren met kippenmaag omdat er toch vaak wat graanrestjes in blijven zitten.
Kippenlever:
Lever bevat veel vitamine A! Het is een van de beste vitamine A leveranciers. Lever bevat
ook vitamine B's, C, E, D en K. Tevens bevat het zink, selenium en ijzer. Je zou het niet
denken, maar lever bevat ook omega 3 en 6 vetzuren. Lever werkt zeer laxerend.
Vleesbot
Vleesbot maakt een belangrijk deel uit van het menu. Je voert vleesbotten om de hond te
voorzien in van de juiste hoeveelheid calcium. Naast calcium bevatten vleesbotten nog heel
veel meer andere vitamines, mineralen en vetzuren. Vleesbot levert niet alleen calcium, de
hond moet op vleesbot kluiven, hetgeen hem van kop tot kont ten goede komt! Het is goed
voor zijn gebit, het is goed voor zijn spijsverteringskanaal en het om goede stevige ontlasting
te ontwikkelen (dus geen last meer van anaalklierproblemen).
Om op een verantwoorde en veilige wijze vleesbotten te kunnen voeren, kun je de volgende
zaken in acht nemen:










Geen vleesbot aan brok-etende honden: Honden die brokken eten hebben minder
zuur maagzuur, doordat brokken koolhydraatrijk zijn. Als je persee wel vleesbot aan
brok-etende honden wil geven: wees tenminste zeer voorzichtig en voer alleen
zachte vleesbotten van kleine dieren zoals kip, eend, konijn, parelhoen. Geef in ieder
geval nooit brok en bot in 1 maaltijd.
Leren kluiven: Honden die nog nooit botten hebben gegeten, moeten soms leren om
op vleesbotten te kluiven. Sommige honden vinden het prettig wanneer je het
vleesbot vast houdt, zodat ze eraan kunnen knabbelen. Andere honden worden daar
juist feller van, willen het bot uit je handen rukken en schrokken het dan versnelt op.
Doet je hond het laatste, is het veiliger om het bot direct aan je hond te geven.
'Leren' verteren: Honden die nog nooit botten hebben gegeten moeten vleesbotten
leren te verteren. Geef daarom de eerste weken alleen zachte vleesbotten van kleine
dieren. Begin bijvoorkeur bij kippennekken of eendennekken, plet deze met een
vleeshamer.
Inslikken van nekken: De meeste middelgrote en grote honden slikken
kippennekken en eendennekken in 1 keer door. Schrik daar niet van. Maar dit is dus
de reden waarom we aanraden de nekken te pletten met een hamertje. Kippen en
eendennekken zijn namelijk bedoeld de hond vleesbot te leren verteren. Als ze in 1
keer worden ingeslikt: kan dat geen kwaad. Zodra de nekken goed worden verteerd,
kun je overstappen naar grotere vleesbotten van kleinere dieren, die niet in 1 keer
ingeslikt worden.
Grotere vleesbotten van kleine dieren zijn : Delen van hele kip of hele parelhoen
of hele eend of hele konijnen of kwartel of fazant of de karkassen daarvan.
Volgende stap na de nekken : Als de nekken goed verteren, stap dan over op
andere vleesbotten van kleinere dieren. Zoals kippenvleugel (deze kan goed geplet
met een vleeshamer of snoeischaar ook als beginnersbot gegeven worden in plaats
van nekken), kipkarkas, eendkarkas, parelhoenkarkas, konijnkarkas, hele konijnen of
parelhoenen, hele kwartel, etc.
Volgende stap na vleesbot van kleine dieren : Pas als deze vleesbotten van kleine
dieren probleemloos gegeten en verteerd worden, stap dan pas over op vleesbotten
van grotere dieren. Dit is overigens niet noodzakelijk. Honden halen voldoende
voedingsstoffen uit alleen vleesbotten van kleinere dieren. Zelfs voor kluifwerk
hebben ze geen vleesbotten van grotere dieren nodig. Geef voor goed kluifwerk
gewoon een hele of halve kip of eend of parelhoen. Kluifwerk genoeg!
Geschikte vleesbotten van grotere dieren 1 : Geef alleen vleesbotten van jonge
grotere dieren zoals lam, jong geit, jong hert, kalf, etc. Botten van oudere dieren
kunnen het gebit beschadigen. Bovendien verteren de botten slecht/moeilijk.
Geschikte vleesbotten van grotere dieren 2 : Geef alleen vleesbotten van jonge
grotere dieren die geen gewicht hebben gedragen dus nek, ribben, heupen,
schouders of schedel.
Ronduit gevaarlijke botten : geef nooit 1 enkele rib! Honden kunnen deze in 1 keer
inslikken. Honden kunnen daar in stikken of het bot kan een obstructie veroorzaken.
Kijk om dezelfde reden uit met kalkoennek en ossen of kalfsstaart.












Geef geen gewichtdragende botten : Geef geen vleesbotten van grotere dieren die
gewicht hebben gedragen. Dus geen knie of poot. Kippenpoot kan wel: kip wordt
altijd jong geslacht. Kippenpoot is geen geschikt beginnersbot.
Geef nooit kale vleesbotten : Zorg dat er altijd meer dan 50% vlees aan het bot zit.
Twijfel je of het vleesbot voldoende vlees bevat: geef er dan extra pens of spiervlees
bij. Beter wat meer vlees dan te weinig vlees.
Geef nooit gekookte botten : Geef nooit gekookte botten. Gekookte botten
veranderen van structuur en worden knetterhard en gaan splinteren. Ze kunnen
schade aan gebit en spijsverteringssysteem veroorzaken!
Liever niet: Geef liever geen vleesbotten van grote dieren op de nuchtere maag aan
beginnende barfhonden (niet iedere hond verteerd deze goed) of geef er extra pens
of spiervlees bij.
Als de ontlasting wit en zeer kalkachtig is : was de verhouding bot / vlees niet
optimaal. Wees erop bedacht dat te kale of te harde botten obstipatie kunnen
veroorzaken. Geef voortaan minder grote/minder kale botten. Op zich is een keertje
witte ontlasting niet erg. Maar structureel witte/kalkachtige ontlasting betekent teveel
bot of te kaal bot.
Obstipatie: Als je hond de dag na het eten niet kan ontlasten: heb je teveel of te kaal
bot gegeven. Het is niet de bedoeling dat een hond structureel moeilijk ontlast! Geef
minder kaal bot of minder bot. Gebruik alleen in overleg met een dierenarts eventueel
een klisma om de hond te helpen bij het ontlasten. In sommige gevallen kan een
klisma de problemen ernstig verergeren, dus gebruik dit niet zomaar!
Notitie : Vleesbotten van grote dieren veroorzaken meer problemen met obstipatie
dan vleesbotten van kleinere dieren. Botten van kleinere dieren zijn altijd zachter en
makkelijker te verteren. Zeker voor de beginnende hond!
Toezicht : Geef nooit vleesbotten zonder dat er toezicht is. Nooit. Een bot kan vast
komen te zitten tussen de kiezen. Of nog erger, in de keel of luchtpijp schieten (zie
Heimlich procedure). Je moet erbij zijn om direct in de kunnen grijpen.
Maag/darmobstructie : Botten kunnen ook vast komen te zitten in het
spijsverteringskanaal. Wees daarop bedacht. Ga onmiddellijk naar de dierenarts
indien je een obstructie vermoed.
Symptomen van obstructie zijn : misselijkheid, steeds overgeven, niet goed
kunnen ontlasten (er kunnen wel hele kleine beetjes ontlasting geloosd worden),
buikpijn. Weet dat bot op rontgenfoto zichtbaar is! Een rontgenfoto kan dus
duidelijkheid scheppen over of er een bot-obstructie zit of niet.
Honden braken soms stukjes bot uit : Dit gaat vaak gepaard met geel slijm. Op
zich niet iets om je ongerust over te maken. Wat niet verteerd kan worden, spuugt de
hond uit. Een normale reactie van het lichaam. Kijk wel of dit steeds bij dezelfde
botten gebeurd en schrap deze zonodig van het menu.
Een gewaarschuwd mens telt voor twee : Het lijkt misschien (het bovenstaande
gelezen te hebben) dat er dagelijks dingen mis gaan met het eten van botten. Dit is
niet het geval. Er gaat gelukkig zelden iets mis. Maar, niets in het leven is helemaal
zonder gevaar en ik vind dat iedereen zich van mogelijke gevaren bewust moet zijn.
De HEIMLICH procedure:
Wat te doen als een hond zich in een voorwerp (dus bijv. een vleesbot) verslikt :
Als een hond in een voorwerp dreigt te stikken, dan is het raadzaam eerst te proberen dit
voorwerp uit de luchtweg te verwijderen. Indien dit niet mogelijk is, pas dan de Heimlich
Procedure toe.




Til de hond onderste boven op, met zijn rug tegen jouw borst.
Duw eerst met je hand/arm lichtjes onder de ribben om te voelen of je onder de
ribben zit
Geef nu met beide armen 5 zeer korte en krachtige duwen in de buikholte, onder de
ribben
Kijk of het voorwerp tevoorschijn komt in de bek/begin luchtweg. Zo ja: verwijder en
geef mond op neus beademing. Zo niet, ga terug naar stap 1
Indien je hond te groot is om hem op te tillen, voer de procedure als volgt uit:
© 2007 Door: Lizzy Plat-Coelers
Ongeveer 30% tot 50% (afhankelijk van welke methode je "aanhangt") van de totale
hoeveelheid aan voedsel kan bestaan uit rauwe vleesbotten. Hierbij gaan we dan uit van een
bot dat voor 50% bestaat uit vlees en 50% uit bot. Maar, niet alle botten voldoen aan deze
eis. Sommige vleesbotten bevatten meer vlees (dat is geen probleem) en sommige
vleesbotten bevatten minder vlees. Kale botten vind ik niet geschikt om te voeren maar
wanneer je een vleesbot hebt dat nog wel vlees bevat maar minder dan 50%, dan doe je er
goed aan om er extra spier of orgaanvlees bij te voeren.
Haaskarkassen:
Dit is wild vlees en dient wel eerst 10 dagen ingevroren te worden om eventuele parasieten
te doden. Hazenkarkassen bevatten dus meer bot als vlees en daarom voer je zulke botten
altijd met wat extra spier en/of orgaanvlees.
Konijnenkoppen:
Voor de gevorderde zelfsamenstellers onder ons kunnen we konijnenkoppen aanbevelen.
Honden vinden ze vaak verrukkelijk en ze zijn ook heel gezond. Je moet (als baasje) zelf wel
een beetje stevige maag hebben...... Ook konijnenkoppen zijn niet rijk aan vlees dus voer
ook hierbij wat extra spier of orgaanvlees.
Kalkoennekken:
Zo zien kalkoennekken eruit. Kalkoennekken zijn behoorlijk groot en sommige honden
proberen de nekken in 1 keer naar binnen te slikken. Dat is gevaarlijk! Wanneer jouw hond
die neiging heeft, geef hem dan de kalkoennekken gemalen of platgeslagen (plat slaan met
hamer). De botten van kalkoen zijn tamelijk hard en scherp. Bij de nekken valt dat wel mee
maar andere botten van kalkoen zijn scherp. Ik vind behalve nekken kalkoenbot ongeschikt
om te geven. Wil je ze wel voeren, voer er dan tenminste veel pens bij (als 'botstukjes
inpakker') of (veiliger) maal het bot. Overigens zien kippennekken en eendennekken er
ongeveer hetzelfde uit als kalkoennekken. Ze zijn alleen kleiner. De botten van kip en eend
zijn veel zachter. Kippen en eendennekken noemen we goede "beginners en puppy
vleesbotten". Kalkoennekken adviseer ik niet als "beginners of puppyvleesbot".
Kippenvleesbot:
De kippenruggen bevatten aardig wat vlees en nog wat orgaanvlees. Het hangt er vanaf bij
welke slager of poelier je kippenruggen koopt (en soms zelfs krijgt!) want sommige poeliers
weten ook van de ruggen nog al het vlees te plukken. Je houdt dan een totaal kale rug over
die nauwelijks nog als maaltijd kan dienen.
De beroemde kippenvleugels bestaan uit 50% vlees en 50% bot.
Zoals je ziet zit er een "rottig bochtje" in de vleugel. Sommige honden (vaak de wat grotere
honden) zien er het nut niet van in om op de vleugel te bijten (de botten te kraken). Zij
happen zo'n vleugel in één keer naar binnen, nog heel. En, dit "rottige bochtje" (vooral het
onderste bochtje bij de vleugel voor de kijker links) kan er voor zorgen dat de vleugel ergens
vast komt te zitten in het maag/darmkanaal. Om deze reden is het dus aan te bevelen de
kippenvleugel in te knippen met b.v. een snoeischaar. Knip vooral de bochtjes door.
Wanneer je hond zo'n vleugel zelf goed kraakt (deze botten hoor je echt kraken wanneer hij
of zij zijn kaken erin zet!), dan hoef je de vleugel niet meer in te knippen. Blijft hij ze in één
keer inslikken, zonder de botten te kraken, dan doe je er mogelijk goed aan de vleugel in te
blijven knippen (het vleugelbot kapot slaan met een bijltje of hamer werkt overigens ook
goed) of ze van het menu te schrappen.
Bij mijn weten is het eten van kippenvleugels bij volwassen honden nog nooit mis gegaan.
Honden die het ook gewend zijn om botten te verteren kunnen de vleugel zelfs heel inslikken
en zal het maagzuur de botjes geheel verteren. Maar, we zijn er helaas eenmalig getuige
van geweest dat een kippenvleugel is vastgelopen bij een pup van 9 weken oud. Het pupje is
er een aantal dagen doodziek van geweest en het heeft vele dierenarts bezoeken gekost om
het hondje weer op te laten knappen. Wij raden daarom aan om vleugels voor pups te malen
of tenminste goed in te knippen totdat de pup weet hoe hij de vleugel moet eten.
Het eten van botten is niet 100% zonder gevaar! (en dat geldt voor alles in het leven). De
kans dat je hond onder een auto rent of stikt in een buffelhuid is waarschijnlijk groter dan dat
er iets mis gaat met het eten van botten. Maar, om zo veilig mogelijk botten te verstrekken,
doe je er goed aan om de "regels" te kennen en je daar aan te houden.
Inknippen vleugel:
Voor alle duidelijkheid, hier nog een voorbeeld van een ingeknipte vleugel.
Vis
Vis is een prima onderdeel van het hondenmenu. Niet alle honden stellen de smaak van vis
op prijs. Sommige honden zullen de vis pertinent weigeren, andere honden moeten aan de
smaak wennen en zij kunnen meestal overgehaald worden de vis te eten indien die eerst in
kleine stukjes gesneden en gemengd met wat lekkers wordt aangeboden. Er zijn ook honden
die ronduit misselijk van (zeker vette) vis worden. Toch lukt het heel veel honden prima om
af en toe een visje te eten, als ze maar niet 1 bak vol vis te verwerken krijgen. Gewoon 1
sardientje per keer bij de maaltijd, zo'n keer of 2 a 3 per week, gaat er vaak prima in. Veel
honden zijn wel weer dol op zalmkop, als hele maaltijd. Het is een beetje uitproberen of en
welke vis jouw hond lekker vindt. Witvis is minder rijk aan voedingsstoffen als vette vis.
Persoonlijk zou ik niet vaker dan 1 maal per week vis op het menu zetten als hele maaltijd.
Je kunt wel vaker per week een kleinere vis geven als extraatje. Het beste kan vis rauw en
heel, met kop en graat gevoerd worden. Echt rauw dus, gekookte vis botten en graten
kunnen heel scherp en hard worden, en kunnen dus beschadigingen en/of verwondingen in
maag en slokdarmen/darmen veroorzaken.
Vis eerst invriezen: Zoetwatervis en rauwe wilde zalm uit de Stille Zuidzee moet 10 dagen
ingevroren worden om zo eventuele parasieten en wormen te doden.
Vis uit blik: Vis kan ook uit blik gegeven worden. Denk daarbij aan makreel, sardien, haring,
zalm, etc. Dit moet echter wel meer als tussendoortje gezien worden. Wees ook spaarzaam
met het geven van tonijn, want deze bevat hoge concentraties kwik. Geef nooit vis in soja of
zonnebloemolie vanwege de hoge concentratie omega 6 vetzuren in deze olie. Kies dus voor
vis in water of vis in olijfolie.
Vis in warm water leggen: Voordat je vis aan je hond of kat geeft kan je de vis het beste
een tijdje in warm water leggen. De vis wordt dan weer lekker zacht en smakelijker!
Het voeren van viskoppen: veel honden vinden de koppen van vissen het allerlekkerste
deel! Bovendien zijn vissekoppen heel gezond. De ogen en hersenen bevatten veel
vitamines en mineralen. Vissekoppen kunnen als hele maaltijd gegeven worden. Kabeljauw
valt onder de witvis, het vlees is wit en mager.
Witte vis: witvis zoals wijting, kabeljauw, schelvis, knorhaan, etc. kunnen ook prima rauw
aan de hond gevoerd worden. Maar omdat de graten wat harder zijn, is de vis geschikter
voor de wat meer gevorderde hond die al gewend is om vis en bot te eten. Wanneer je het
niet prettig vindt om vissen in zijn geheel te geven ( met graten, graten leveren ook
calcium) dan zou je de vis ook kunnen malen met wat groentemix. Veel honden vinden
gemalen vis met wat groentemix heerlijk. Witte vissoorten zijn minder rijk aan
voedingsstoffen en vooral minder aan omega 3 vetzuren dan vette vissoorten.
Vette vis: zoals sardien, makreel, zalm, forel, haring, paling, etc. bevatten veel omega 3
vetzuren en zijn daarom alleen al heel gezond. Sardien, panharing en horsmakreel is een
echte beginnersvis. De graatjes zijn zacht en veel honden vinden ze lekker. Zalmkop en
zalmkgraat is meer voor de gevorderde BARF hond.
Schelp en schaaldieren: ook de inhoud van schelp en schaaldieren kunnen aan de hond
gevoerd worden. Wees wel altijd voorzichtig, evenals de mens kan de hond allergisch blijken
voor schelp en schaaldieren! Geef ook geen schelp en schaaldieren aan Dalmatische
Honden die problemen hebben met het ontwikkelen van uraat-gruis.
Voorbeeld weekmenu:
Maandag:
450 gram kippenvleugel
100 gram groenten
440 gram runderkopvlees
Extra: sardien
Dinsdag:
450 gram kippenkarkas
100 gram groenten
220 gram runderpens + 220 gram ander orgaan (hart, nier, lever)
Woensdag:
450 gram eendennek
100 gram groenten
400 gram geitenvlees
Extra: ei
Donderdag:
450 gram parelhoenkarkas/vleugels
100 gram groenten
220 gram runderpens + 220 gram ander orgaan (hart, nier, lever)
Extra: sardien
Vrijdag:
450 gram haaskarkas of konijnkarkas
100 gram groenten
440 gram runderkopvlees
Extra: ei
Zaterdag:
450 gram eendennek
100 gram groenten
440 gram lamsvlees
Extra: sardien
Zondag:
450 gram parelhoenvleugels
100 gram groenten
220 gram pens + 220 gram ander orgaan (hart, nier, lever)
Extra: yoghurt
Percentages om de na bij:
45% vleesbot
10% groente
10% orgaanvlees als lever, hart, nier, tong, etc
10% orgaanvlees, pens
25% spiervlees
Supplementen:
Eigenlijk bevatten goed samengestelde maaltijden, met veel afwisseling en veel verse
ingredienten, alles wat de hond of kat nodig heeft. Toch willen veel mensen graag extra's
geven. Mede omdat de veel boeken over zelf samenstellen voorschrijven dat je
supplementen moet gebruiken. Ian Billinghurst gebruikt veel supplementen. Maar Tom
Lonsdale vindt het geven van supplementen juist gevaarlijk. Volgens hem is de kans erg
groot dat de voeding uit balans raakt. De overige schrijvers vinden dat de hond extra's nodig
heeft omdat hij aan veel schadelijke invloeden en stoffen van buitenaf wordt blootgesteld.
(meeroken, luchtverontreiniging door verkeer, industrie, etc.). De waarheid zal zoals
gewoonlijk vast ergens in het midden liggen.
Waarschuwing: Geef geen vitamine en mineralen preparaten aan honden en katten die een
kant en klare complete voeding krijgen, tenzij anders voorgeschreven door een arts of
voedingsdeskundige.
Levertraanolie: bevat veel vitamine A en D en Omega 3 vetzuren. Zowel vitamine A als D
zijn vetoplosbare vitamines en kunnen overgedoseerd worden. Daarom doe je er verstandig
aan nooit chemische vitamine A en D supplementen aan de hond te geven. Levertraanolie
kan wel gegeven worden, maar ga ook hier verstandig mee om, dus geef niet te veel en niet
te vaak. Een kwart tot halve theelepel voor kleine rassen en een halve tot hele theelepel voor
middel en grote honden, een keer of twee per week is voldoende. In de zomermaanden valt
het te betwijfelen of je levertraanolie moet geven. Juliette de Bairacli Levy vindt de olie
daarvoor te zwaar en te belastend. Orgaanvlees, volle melkproducten, eieren en vette vis
bevat ook vitamine D. Vitamine D is eigenlijk geen vitamine maar een hormoon. De voorloper
van wat wij vitamine D noemen wordt in de huid onder invloed van UV licht omgezet in
vitamine D.
Vitamine A: bevind zich ook in lever, nieren, eierdooiers en zuivel. Groentes bevatten betacaroteen, ook wel pro-retinol genoemd. Dit is een soort voorloper van vitamine A. Honden
kunnen beta-caroteen omzetten naar vitamine A.
Visolie/Zalmolie: bevat voornamelijk Omega 3 vetzuren (EPA en DHA). Deze actieve
Omega 3 vetzuren komen vooral voor in zalm, sardien, forel, makreel en tonijn. Onze
voeding (en ook die van de hond) heeft vaak een tekort aan Omega 3 vetzuren en bevat
teveel Omega 6 vetzuren. Daarom kunnen Omega 3 vetzuren in visolie goed aan de hond
gesupplementeerd worden. Vooral kip bevat veel Omega 6 en geen Omega 3 vetzuren. Dus
vooral wanneer je veel kip geeft is het verstandig om wat extra visolie te geven. De zalmolie
van tegenwoordig is veelal afkomstig van gekweekte vissen en onlangs is er een publicatie
verschenen dat gekweekte zalm kankerverwekkende stoffen bevat, en om deze reden raad
ik geen pure zalmolie aan maar visolie, want deze wordt veelal gemaakt uit een combinatie
van diverse soorten wilde vette vis zoals haring, makreel en sardines.
Lijnzaadolie: Is rijk aan alfa-linoleenzuur, een niet actief Omega 3 vetzuur. Deze vetzuren
(net als de Omega 3 vetzuren uit visolie) beschermen de cel membranen en heeft een
gunstige werking bij auto-immuunziekten en huidaandoeningen. Let wel, en let op, sommige
honden krijgen juist jeuk van lijnzaadolie.
Tarwekiemolie: bevat Omega 6 vetzuren maar is vooral zeer rijk aan vitamine E. Het is voor
zover bekend de rijkste bron aan vitamine E die er bestaat. Vitamine E is een natuurlijk antioxidant.
Borageolie / Teunisbloemolie: Is een zeer rijke bron van GLA (Gamma Linoleenzuur) Deze
olie beschermt en voed de huid, het stimuleert de aanmaak van eigen Cortisone (Prednison)
het werkt bloedzuiverend en reduceert stress. Veel honden met huidproblemen hebben
baadt bij het gebruik van deze olie.
Zonnebloemolie: Geef dit niet. Zonnebloemolie bevat voornamelijk niet actieve Omega 6
vetzuren en dit komt al in ruim voldoende mate voor in de voeding van de hond. Een
overdaad aan omega 6 vetzuren is schadelijk en veroorzaakt onder andere ontstekingen in
het lichaam.
Olijfolie: bevat Omega 9 vetzuren. Een positieve werking bij de hond is niet vastgesteld.
Echter het is wel een makkelijk olie om toe te voegen aan een maaltijd die wat rijk is aan bot
om constipatie te voorkomen, en ongezond is het niet.
Multivitamine preparaten: Je kunt een multivitamine voor mensen aan je hond geven. Let
wel, geef minder dan de aanbevolen hoeveelheid voor mensen. Bijvoorbeeld, wanneer er op
de verpakking staat 2 tabletten per dag, dan zou je 2 maal per week 1 tablet aan een
middelgrote hond kunnen geven. Wanneer er op de verpakking staat: 1 tablet per dag, geef
zo'n tablet dan niet aan kleine hondjes. Geef zo'n tablet hooguit aan grote honden, maar niet
vaker dan bijvoorbeeld 2 maal per week. (altijd tenzij anders door een arts of deskundige
voorgeschreven).
Vitamine B complex: Dit is een wateroplosbare vitamine. Een teveel van deze vitamine
word niet opgeslagen in het lichaam, maar verlaat het lichaam via de urine. Een hond
gevoed met een goede afwisseling aan rauw vlees, orgaanvlees, eieren, groente en vis, kan
in mijn ogen geen tekort oplopen aan de diverse vitamines binnen de B groep. Men raad wel
eens aan om honden biergist te geven. Biergist bevat weliswaar een groot aantal vitamines
uit de B groep, maar biergist is eigenlijk een afval product uit de bier-industrie. Veel honden
kunnen biergist dan ook niet goed verdragen, en soms krijgen ze er jeuk van. Bovendien
bevat biergist veel purine en is dus niet geschikt voor Dalmatische honden vanwege hun
afwijkend urinesysteem.
Vitamine C: wordt door de hond zelf aangemaakt. Men vermoed echter dat de hond door
stress en luchtverontreiniging en slechte voeding niet voldoende vitamine C aanmaakt,
waardoor er gezondheidsproblemen kunnen ontstaan.
Veelal wordt om die reden aangeraden om extra vitamine C te doseren. Mogens Eliasen is
van mening dat de hond stopt met het aanmaken van vitamine C wanneer op regelmatige
basis vitamine C aan het voer toegevoegd wordt. Hij raadt het dus af om op regelmatige
basis vitamine C toe te voegen en dit te beperken tot de momenten dat de hond het echt
nodig heeft, bijvoorbeeld in tijden van stress. Soms kunnen honden wat last krijgen van
diarree indien hoge concentraties toegevoegd worden aan het voer. Let ook op dat je
Dalmatische honden geen grote hoeveelheden zure vitamine C geeft, i.v.m. het ontstaan van
uraatkristallen in de (zure) urine.
Co Enzym Q10: Coenzym Q10 heeft een positief effect op tandvleesbloedingen,
vermoeidheid, hart en bloedvaten, versterken het natuurlijk afweersysteem, etc. Aangezien
de natuurlijke bron van Q10 vlees en orgaanvlees is heeft het weinig zin deze te
supplementeren aan honden die met vers vlees gevoerd worden.
Chlorella: Dit zoetwateralgje bevat vitamines, mineralen, vetzuren, aminozuren, chlorofyl
etc. Het is een behoorlijk compleet voedingssupplement (het bevat geen vitamine D en
Jodium) Het werkt reinigend, geeft energie en versterkt het immuunsysteem.
Kelp en zeewier: Kelp is een bruin zeewier. Zeewier beva een groot scala aan vitamines en
mineralen, en vooral Jodium en Kalium. Tevens bevat het aminozuren. Zeewier zorgt ook
voor een diepere pigmentkleuring bij de hond, en het versterkt het immuunsysteem. Als
laatste is het ook werkzaam tegen bloedarmoede.
Alfalfa: Bevat veel vitamines en mineralen zoals vitamine C, E, Calcium, Ijzer. Fosfor, Zink,
Koper, Selenium en Silicium. Je kunt Alfalfa ook heel goed in spruitvorm geven, door de
groentenmix.
Knoflook: Er wordt gezegd dat honden van knoflook bloedarmoede kunnen krijgen omdat
een bepaalde stof in knoflook (Allicine) schade toe kan brengen aan de rode bloedlichamen.
Er zijn echter evenveel stemmen die dit tegenspreken, en ook zijn er dierenartsen die
zeggen dat je een hond wel erg veel knoflook moet geven wil een hond last krijgen van
bloedarmoede. Knoflook heeft echter wel degelijk ook voordelen, het versterkt het
immuunsysteem, verbeterd de bloedsomloop, heeft een positieve uitwerking op de
slijmvliezen van maag en darmen en werkt tegen schimmels en bacterieen. Blijf gewoon aan
de veilige kant en doseer een kleine hond niet vaker dan 3 tot 5 maal per week een teentje
knoflook.
Shiitake: Er wordt gezegd dat Shiitake paddenstoelen een stof bevatten (Lentinan) die helpt
om kanker te voorkomen. Deze stof heeft zijn waarde laten blijken bij tal van chronische en
degeneratieve ziekten. Verder zijn deze paddenstoelen rijk aan vitamine E en B12.
Probiotica: Probiotica zijn goedaardige bacterieen en deze bacterieen worden niet gedood
in de maag of darmen. Probiotica, ook wel melkzuurbacterieen of acidophilus genoemd
kunnen een positieve bijdrage leveren aan de werking van de darmen. Vooral wanneer een
hond een antibiotica kuur heeft gehad is het raadzaam om extra Probiotica te geven.
Aloe Vera: De Aloe Vera plant behoort tot de familie van de Lelie. De plant bevat o.a. een
stof (acemannan) die het immuunsysteem acriveert. Verder bevat de plant vitamines zoals A,
E, C en mineralen zoals Magnesium, Calcium, Chroom en Zink en tevens enzymen,
essentiele vetzuren en aminozuren.
Gemalen eierschaalpoeder: kan gebruikt worden als Calcium bron. Je kunt deze gebruiken
wanneer je maaltijden geeft zonder bot (bot blijft echter de favoriete Calcium bron) Een
theelepel gemalen eierschaal poeder is voldoende om aan 500 gram vlees voldoende
calcium toe te voegen. Eierschaalpoeder is gemakkelijk te maken: neem eierschalen van
rauwe eieren. Was deze voorzichtig met koud water en laat ze goed drogen. Het beste gaat
het malen met een ouderwets koffiemolen!