© Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Donderdag, 28 augustus 2014 VOEDSELTREND Ondernemers Kessels hebben grootse plannen met escargotbedrijf Onthaasten met de Peelslak ’t Slakkenhuys van Sjoerd en zijn vader Wim Kessels in Ospel produceert escargots, maar wil ook ‘onthaastende plattelandsbeleving’ bieden. door Simon Rood V oor een agrarisch bedrijf met vijftigduizend stuks levende have is de onderneming van Sjoerd Kessels (25) opmerkelijk rustig. Op een doordeweekse ochtend is niets te horen. Hooguit wat vogelgefluit en een sporadisch passerende auto op de Meijelsedijk. Niets te ruiken ook. In de kweekruimte is het vochtig en zo mogelijk nog stiller. Alle dieren zitten teruggetrokken in hun huisjes, op hun kop hangend onder schuine planken, verscholen tussen snijbiet en spinazie. Om acht uur ’s avonds, na de dagelijkse regendouche, komt de handelswaar massaal tevoorschijn. Langzaam kruipen ze hun eten tegemoet: een biologische granenmix. In april werd het bedrijf in gebruik genomen onder de naam ’t Slakkenhuys. Kessels en zijn vader Wim (55) hadden er toen ruim een jaar gedegen voorbereiding opzitten. Studies over de escargotkweek lezen, twintig collega-bedrijven in Frankrijk bezoeken en nadenken over dé grote vraag: hoe kunnen we geld verdienen aan iets dat a: wij heel lekker vinden, b: perfect past in voedseltrends, maar c: kampt met een belabberd dan wel ronduit vies imago onder de gemiddelde Nederlander? Het antwoord luidde: de Peelslak. Vooruit, het is de ‘ordinaire’ grote grijze, gros gris op zijn Frans. Nog officiëler heet-ie helix aspersa maxima ofwel segrijnslak. Maar, zo legt Sjoerd Kessels Sjoerd Kessels is de ondernemer, zijn vader ondersteunt hem bij de activiteiten. uit, in Ospel kweken zij een Peelse variant, gevoerd met Peels groen en graan. „De consument wil blank vlees. Daarop selecteren wij, zodat over een paar jaar gesproken kan worden van de variant Peelslak.” Pa heeft een achtergrond in de diervoederindustrie, junior werkt als teamleider bij Albert Heijn in Someren. De jongste is hier de ondernemer, de oudere ondersteunt hem in zijn ambities. Sjoerd: „Ons product is bedoeld als tegenhanger van slakken die nu in de handel zijn. De meeste worden geraapt in Noord-Afrika of Oost-Europa, verwerkt en verpakt in Frankrijk en dan heet het plots ‘produit de France’. Bij onze slak weet de consument waar die vandaan komt en dat ie alleen maar goed voedsel heeft gegeten.” Kessels junior denkt in te haken op voedseltrends. „Mensen willen weten wat ze eten, zoeken vleesvervangers, bijzondere hapjes en het liefst milieuvriendelijk en biologisch. Dat zijn onze slakken.” Het doel is op termijn drie- tot vijfhonderdduizend weekdieren per jaar te produceren, ook voor de export. Opbrengst: dertig cent voor een levende, zeventig voor een bereide slak. In een zak met bouillon of met gratin voor in de oven. Zo ver is het nog niet. Kessels verwacht dit jaar 35.000 verkoopbare exemplaren - die zijn bestemd voor de horeca. Later wil ’t Slakkenhuys foto Ton van de Meulenhof leveren aan detailhandel en consumenten. In 2015 opent een winkeltje naast de kwekerij. De héliciculteurs willen niet zomaar slakkenkwekers zijn, maar ook plattelandsbeleving bieden. „Bezoekers kunnen straks terecht voor een rondleiding. Daarna wandel je langs de vijver, terwijl wij de hapjes klaar maken. Dan schuif je aan voor de Peelslak en een glaasje wijn. Slakken eten is genieten. Noem het onthaasten.”
© Copyright 2024 ExpyDoc