Lees hier het interview - Toon Hermans Huis Parkstad

© Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad.
Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt
uitdrukkelijk voorbehouden. Vrijdag, 17 oktober 2014
Een groot hart met oren
Marion Willemsen is zeven
maanden directeur van het
Toon Hermans Huis Parkstad. En nog steeds moet ze
uitleggen wat het inloophuis voor (ex)kankerpatiënten, hun naasten en nabestaanden is. „De drempel
moet omlaag.”
door Michiel Goertzen
H
oeveel bedden hebben jullie, was
de meest frappante vraag die Marion Willemsen kreeg toen ze begin dit jaar aankondigde directeur
te worden van het Toon Hermans Huis Parkstad. „Mensen dachten dat het een hospice
was.” Het zegt veel over de bekendheid van
het inloophuis voor (ex)kankerpatiënten,
hun naasten en nabestaanden. „Zelfs huisartsen weten niet altijd precies wat we doen.”
DREMPEL
„De drempel van het Toon Hermans Huis
moet omlaag. Vorig jaar hebben we 3300
diensten verleend. Dat varieert van iemand
die een kopje koffie drinkt tot iemand die
meedoet aan yogales. Er zit een stijgende lijn
in. We krijgen per jaar zo’n honderd nieuwe
bezoekers. Maar het is te weinig. We willen
bekender worden. Mensen moeten weten
waar we zitten en moeten weten dat ze zonder afspraak naar binnen kunnen. De toegankelijkheid moet groter.”
LACHEN
„In het Toon Hermans Huis wordt meer gelachen dan gehuild. We zijn een inloophuis
waar iedere dag gastheren en gastvrouwen
klaar staan om te luisteren. Iedereen heeft
een eigen dagdeel en is dan hier aanwezig.
Eén dagdeel per week, anders wordt het te
veel. We zijn luisteraars, geen vragenstellers.
Een groot hart met oren. Ik heb 25 gastvrouwen en 5 gastheren, die hebben allemaal een
opleiding gehad om dit vrijwilligerswerk te
kunnen doen. Zij zijn de beste ambassadeurs
die ik heb. Niks moet hier en alles mag. Je
hoeft niet per se je hele ziel en zaligheid
bloot te leggen, je kunt ook voor een kopje
koffie naar binnen lopen. Of voor een behandeling bij de schoonheidsspecialist. Yogales,
schildercursus, kookles, we doen van alles.
We werken ook samen met een psycholoog
die wekelijks in huis te vinden is. En met iemand van een reïntegratiebureau. Om men-
Marion Willemsen: „De drempel moet omlaag”.
sen te helpen die na hun ziekte weer aan het
werk willen. Het eerste gesprek dat iemand
met een gastheer of gastvrouw voert, is vaak
emotioneel. De tweede en derde keer gaat
het niet meer alleen om de ziekte. Gasten
gaan meedoen aan cursussen, mensen krijgen weer perspectief. Het is hier geen tranendal. Er zijn mensen die al jaren schoon zijn,
maar toch nog om de zoveel tijd komen.”
ELLENDE
„Natuurlijk ben ik wel eens verdrietig. Niet
om de moeilijke en trieste verhalen van mensen. Meer om de manier waarop sommige
patiënten in de zorg worden behandeld. Als
je hoort hoe ziekenhuizen en artsen soms
met mensen sollen, stemt me dat niet vrolijk. Vrijwilligers bij ons krijgen geleerd hoe
ze met verdrietige verhalen van gasten om
moeten gaan. Professionele nabijheid noemen we dat. Je moet zorgen dat je persoonlijk afstand houdt.”
CENTRUM
„We zitten middenin het centrum van Heerlen en willen niet vergeten worden als er iets
georganiseerd wordt. We zijn een volwaardige partner. Al verkopen we niks, er is hier
foto’s Bas Quaedvlieg
wel een hoop te halen. We doen aan het einde van het jaar ook mee aan Stralend Heerlen. Op 19 december houden we een feest
met een veiling. Om geld op te halen, maar
ook om bekendheid te krijgen. Eind november, op de 28ste, trappen we af. Dan worden
de bomen hier voor de deur verlicht met
lampjes. Iedereen kan vanaf die dag een kerstbal kopen en daar een wens opschrijven en
bij ons in de boom hangen.”
GELD
„Bij alles wat ik doe, vraag ik me af of het
goedkoper kan. Dat is soms lastig. We hebben nou eenmaal geen structurele geldstroom. We krijgen geen subsidie. Als we dat
wel zouden krijgen, kun je donaties voor extraatjes inzetten. Maar dat lukt nu niet. We
moeten het hebben van donaties.”
KINDEREN
„Kinderen zien we weinig in het Toon Hermans Huis. Wel families met kinderen, maar
meestal is dan de vader of de moeder ziek. Ik
zou graag via scholen in contact komen met
kinderen die ziek zijn. Om daar iets voor te
kunnen betekenen. Misschien moet je dat
niet hier doen, maar op school. Of ergens an-
ders. Wij zijn niet ingericht op kinderen. Al
hebben we wel plannen om de zolder te verbouwen en die helemaal in te richten op kinderen. Maar ja, dat kost veel geld. En dat hebben we niet.”
BUITEN
„We treden steeds meer naar buiten. Het
idee van een inloophuis is in 1998 ontstaan.
Sindsdien is er veel veranderd. Er wordt veel
meer gesproken over kanker. En het is niet
meer automatisch een dodelijke ziekte. In
het Atrium zitten gastheren en gastvrouwen
van ons op de afdeling oncologie. Als er mensen zijn die behoefte hebben aan een gesprek, staan zij klaar.”
MENSEN
„Ik heb altijd met mensen gewerkt. Mensen
resocialiseren, laten participeren, mensen op
een hoger plan brengen, dat is mijn doel.
Toen mijn voorganger vertrok, wist ik meteen dat ik hier wilde werken. Ik vind het een
eer om dit te mogen doen. Als je hier binnenkomt, merk je dat er aandacht is. De betrokkenheid en bevlogenheid van vrijw
vrijwilligers, is
ongekend. Dat maakt dat ik hier
heel erg graag ben.”