DOC 54 0694/001 DOC 54 0694/001

DOC 54
0694/001
DOC 54
BELGISCHE KAMER VAN
0694/001
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE BELGIQUE
8 december 2014
8 décembre 2014
WETSVOORSTEL
PROPOSITION DE LOI
tot wijziging van de wet van 17 april
1878 houdende de voorafgaande titel van
het Wetboek van Strafvordering wat de
verjaringstermijn van sommige misdrijven ten
aanzien van minderjarigen betreft
modifiant la loi du 17 avril 1878 contenant
le titre préliminaire du Code de procédure
pénale en ce qui concerne le délai de
prescription de certains délits commis à
l’égard de mineurs
(ingediend door de dames
Sabien Lahaye-Battheu en Carina Van Cauter)
(déposée par Mmes Sabien Lahaye-Battheu
et Carina Van Cauter)
SAMENVATTING
RÉSUMÉ
Momenteel is de verjaringstermijn voor sommige
feiten gepleegd op minderjarigen opgetrokken tot
vijftien jaar.
Le délai de prescription de certains faits commis à
l’égard de mineurs a été fixé à quinze ans.
Dit voorstel trekt de verjaringstermijn verder op tot
twintig jaar.
Cette proposition vise à le porter à vingt ans.
0975
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
2
DOC 54
N-VA
PS
MR
CD&V
Open Vld
sp.a
Ecolo-Groen
cdH
VB
PTB-GO!
FDF
PP
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
Nieuw-Vlaamse Alliantie
Parti Socialiste
Mouvement Réformateur
Christen-Democratisch en Vlaams
Open Vlaamse liberalen en democraten
socialistische partij anders
Ecologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales – Groen
centre démocrate Humaniste
Vlaams Belang
Parti du Travail de Belgique – Gauche d’Ouverture
Fédéralistes Démocrates Francophones
Parti Populaire
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
DOC 54 0000/000:
Abréviations dans la numérotation des publications:
e
QRVA:
CRIV:
CRABV:
CRIV:
Parlementair document van de 54 zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
Voorlopige versie van het Integraal Verslag
Beknopt Verslag
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag
en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken
(met de bijlagen)
QRVA:
CRIV:
CRABV:
CRIV:
PLEN:
COM:
MOT:
Plenum
Commissievergadering
Moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
PLEN:
COM:
MOT:
DOC 54 0000/000:
Document parlementaire de la 54e législature, suivi
du n° de base et du n° consécutif
Questions et Réponses écrites
Version Provisoire du Compte Rendu intégral
Compte Rendu Analytique
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le
compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu
analytique traduit des interventions (avec les annexes)
Séance plénière
Réunion de commission
Motions déposées en conclusion d’interpellations
(papier beige)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Commandes:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.lachambre.be
courriel : [email protected]
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.dekamer.be
e-mail : [email protected]
De publicaties worden uitsluitend gedrukt op FSC gecertificeerd papier
KAMER
2e
0694/001
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
Les publications sont imprimées exclusivement sur du papier certifié FSC
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
DOC 54
0694/001
3
TOELICHTING
DÉVELOPPEMENTS
DAMES EN HEREN,
MESDAMES, MESSIEURS,
Onze samenleving wordt nog steeds geconfronteerd
met zedenmisdrijven tegen minderjarigen. Het is moeilijk
objectief vast te stellen of het aantal stijgt of daalt tegenover vroeger. Zedenmisdrijven kennen immers een
lagere aangiftebereidheid. Slechts een derde van de
minderjarigen die seksueel misbruik meemaken, vertelt
dit aan iemand tijdens de kindertijd. Ook op volwassen
leeftijd deelt slechts de helft deze vroegere ervaring
met iemand. Hieraan willen wij tegemoet komen. Door
de verjaringstermijn voor zedenmisdrijven gepleegd tegenover minderjarigen te verlengen krijgt het slachtoffer
langer de kans om een klacht neer te leggen.
Notre société est toujours confrontée à des délits de
mœurs perpétrés contre des mineurs. Il est difficile de
déterminer objectivement si le nombre de cas est en
augmentation ou en diminution. Les délits de mœurs
se caractérisent par une forte réticence à faire une
déclaration. Seul un tiers des mineurs ayant été abusés sexuellement en parlent à quelqu’un pendant leur
enfance. À l’âge adulte aussi, seuls 50 % des victimes
s’ouvrent à quelqu’un de ces expériences passées. En
prolongeant le délai de prescription des délits commis à
l’égard de mineurs, la loi proposée permet aux victimes
de disposer de plus de temps pour déposer plainte.
Uit een rapport van Sensoa van juni 20111 blijkt het
volgende: minderjarigen worden relatief vaak slachtoffer van seksueel grensoverschrijdend gedrag (hierna te
noemen “SGG”): een recent slachtofferonderzoek naar
geweld bij 2.014 mannen en vrouwen in België (Pieters
e.a., 2010) toont aan dat 8,9 % van de vrouwen en
3,2 % van de mannen in België voor hun achttiende werd
gedwongen tot seksuele aanrakingen of betrekkingen.
Un rapport de Sensoa de juin 20111 fait apparaître
que les mineurs sont relativement souvent victimes de
comportements sexuels transgressifs (dénommés ciaprès “CST”). Une récente enquête sur les victimes de
violences menée auprès de 2 014 hommes et femmes
en Belgique (Pieters et al., 2010) montre que 8,9 %
des femmes et 3,2 % des hommes en Belgique ont
été contraints à des attouchements ou des relations
sexuelles avant l’âge de 18 ans.
De frequentie van seksueel geweld ligt hoger vóór de
leeftijd van 18 jaar (6 %) dan erna (globale prevalentie
3,2 %). Het betreft vooral een groter aandeel slachtoffers van gedwongen seksuele aanrakingen. Ook valt het
grotere aandeel mannelijke slachtoffers vóór de leeftijd
van 18 jaar op (3,2 % versus 0,8 % na 18 jaar).
Les actes de violence sexuelle sont plus fréquents
à l’encontre des jeunes de moins de 18 ans (6 %)
qu ’envers les personnes plus âgées (prévalence
globale: 3,2 %). Ce sont essentiellement les victimes
d’attouchements sexuels forcés qui sont les plus nombreuses. Le pourcentage de victimes masculines de
moins de 18 ans est également plus élevé (3,2 % contre
0,8 % de plus de 18 ans).
In de politiestatistieken heeft ongeveer de helft van
de meldingen van (poging tot) verkrachting betrekking
op minderjarigen. Volgens cijfers van Kind en Gezin is
het percentage kinderen waarvoor melding van seksueel
misbruik gemaakt werd bij de Vertrouwenscentra, de
afgelopen negen jaar vrij stabiel gebleven in Vlaanderen:
het gaat om vier kinderen per dag.
Dans les statistiques policières, environ la moitié des
signalements de (tentatives de) viol concernent des
mineurs. Selon des chiffres de Kind en Gezin, le pourcentage d’enfants ayant fait l’objet d’un signalement
d’abus sexuel auprès des Centres de confiance est
resté relativement stable en Flandre au cours des neuf
dernières années: il s’agit de quatre enfants par jour.
Voor cijfers over het voorkomen van seksueel grensoverschrijdende ervaringen bij kinderen en jongeren tot
18 jaar baseert het rapport zich op de meldingen bij de
zes Vertrouwenscentra Kindermishandeling en op de
meldingen bij de politie. Vooral intrafamiliaal geweld
wordt gemeld aan de Vertrouwenscentra. Van extrafamiliaal geweld wordt meer aangifte gedaan bij de politie.
En ce qui concerne les chiffres relatifs à la prévalence des expériences sexuelles transgressives chez
les enfants et les jeunes de moins de 18 ans, le rapport
se base sur les signalements auprès des six Centres
de confiance pour enfants maltraités ainsi qu’auprès
de la police. La violence intrafamiliale est surtout signalée aux Centres de confiance, alors que la violence
1
1
Feiten en Cijfers: Seksueel grensoverschrijdend gedrag tegenover en door kinderen en jongeren.
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
Feiten en Cijfers: Seksueel grensoverschrijdend gedrag tegenover en door kinderen en jongeren.
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
4
DOC 54
0694/001
De cijfers van de Vertrouwenscentra en de politie zijn
dus voor een stuk complementair.
extrafamiliale est davantage dénoncée à la police. Les
chiffres des Centre de confiance et de la police sont
donc partiellement complémentaires.
1. Meldingen bij Vertrouwenscentra Kindermishandeling
1. Signalements auprès des Centres de confiance
pour enfants maltraités
De Vertrouwenscentra (Kind en Gezin, 2011) registreren de meldingen van “seksueel misbruik” als een
vorm van kindermishandeling (naast lichamelijke en
emotionele kindermishandeling). In 2009 kwam voor
1 656 kinderen een melding binnen van seksueel misbruik. Dat is een kwart (25,5 %) van het totale aantal
kinderen (6 503 kinderen in 2009) waarvoor in 2009
een melding binnenkwam voor (een vermoeden) van
mishandeling of verwaarlozing.
Les Centres de confiance (Kind en Gezin, 2011)
enregistrent les signalements d’“abus sexuels” comme
une forme de maltraitance d’enfants (les autres formes
étant la maltraitance physique et émotionnelle). En
2009, 1 656 enfants ont fait l’objet d’un signalement
d’abus sexuel, soit un quart (25,5 %) du nombre total
des enfants (6 503 en 2009) qui, en 2009, ont fait l’objet
d’un signalement de maltraitance ou de négligence
(présumées).
In de periode 2000-2008 is het aantal meldingen
van (een vermoeden van) kindermishandeling bij de
Vertrouwenscentra stabiel gebleven. Wat de gemelde
problematieken betreft (seksueel misbruik, fysieke
of emotionele mishandeling), zijn er tijdens de periode 2000-2008 geen significante verschuivingen. Het
percentage kinderen waarvoor een melding van (een
vermoeden van) seksueel misbruik gemaakt werd is
tussen 2008 en 2009 gestegen met 5,9 %. Het gaat
om een stijging in de categorie extrafamiliaal seksueel
misbruik (+25, 6%). Het aantal kinderen gemeld voor
intrafamiliaal misbruik (incest) daalde tussen 2008 en
2009 met 18,8%. Het percentage gemelde kinderen
voor seksueel misbruik zit wel op bijna hetzelfde peil als
in 2000 (vier kinderen per dag). Dat percentage tussen
2000 en 2009 is dus vrij stabiel gebleven in Vlaanderen.
Durant la période 2000-2008, le nombre de signalements de maltraitance d’enfant (présumée) auprès
des Centres de confiance est resté stable. En ce qui
concerne les problèmes signalés (abus sexuels, maltraitance physique ou émotionnelle), il n’y a pas eu de
glissement significatif pendant la période 2000-2008.
Le pourcentage d’enfants ayant fait l’objet d’un signalement d’abus sexuel (présumé) a augmenté de 5,9 %
entre 2008 et 2009. Cette augmentation s’observe dans
la catégorie des abus sexuels extrafamiliaux (+25,6 %).
Le nombre d’enfants ayant fait l’objet d’un signalement
d’abus intrafamilial (inceste) a diminué de 18,8 % entre
2008 et 2009. Le pourcentage d’enfants ayant fait
l’objet d’un signalement d’abus sexuel est cependant
presqu’identique à celui de 2000 (quatre enfants par
jour). Ce pourcentage est donc resté relativement stable
en Flandre entre 2000 et 2009.
2. Politiële criminaliteitsstatistieken
2. Statistiques de la police en matière de
criminalité
Ook de politie registreert meldingen van verschillende
vormen van SGG tegenover meerder- en minderjarigen.
Het blijkt dat de misdrijven tegen de seksuele moraal
tussen 2000 en 2009 lichtjes daalden: van 2 435 inbreuken in 2000 tot 1 993 in 2009. De misdrijven tegen de
lichamelijke integriteit van seksuele aard (verkrachting
en aanranding van de eerbaarheid) stegen van 2000
(2 602 inbreuken) tot 2006 (3 132 inbreuken) en daalden
nadien weer tot 2 998 inbreuken in 2009. Uit de gegevens blijkt dat ongeveer de helft van de meldingen van
(poging tot) verkrachting betrekking heeft op minderjarigen. Bij de meldingen van (poging tot) aanranding van
de eerbaarheid met geweld of bedreiging is dat 34 %.
La police enregistre, elle aussi, des dépositions, relatives à diverses formes de comportement sexuel transgressif à l’égard de personnes majeures et mineures.
Les infractions à la morale sexuelle ont légèrement
diminué entre 2000 et 2009: de 2 435 infractions en
2000 à 1 993 en 2009. Les infractions à caractère sexuel
commises contre l’intégrité physique (viol et attentat à
la pudeur) ont augmenté entre 2000 (2 602 infractions)
et 2006 (3 132 infractions) et ont ensuite de nouveau
diminué (2 998 infractions) en 2009. Il ressort des données qu’environ la moitié des dépositions pour (tentative
de) viol concernaient des mineurs. En ce qui concerne
les dépositions pour (tentative d’)attentat à la pudeur
avec violence ou menace, ce pourcentage est de 34 %.
Het Wetboek van Strafvordering voorziet in principe
in een verjaringstermijn van tien jaar voor misdaden;
Le Code d’instruction criminelle prévoit en principe un
délai de prescription de dix ans pour les crimes; de cinq
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
DOC 54
0694/001
5
vijf jaar voor wanbedrijven en zes maanden voor
overtredingen. Op deze regeling gelden een aantal
uitzonderingen.
ans pour les délits et de six mois pour les infractions.
Cette réglementation souffre une série d’exceptions.
Aan de basis van het rechtsfiguur van de verjaring
liggen drie principiële motieven:
La figure juridique de la prescription est fondée sur
trois motifs de principe:
1) “de wet van het vergeten”. Dit houdt in dat het oprakelen van een misdrijf de orde en rust in de samenleving
in te grote mate zal verstoren;
2) de wroeging van de dader. De dader wordt hier
centraal gesteld. Men gaat er vanuit dat hij in de loop
der jaren voldoende werd gestraft door gevoelens van
spijt en berouw;
3) de bewijsproblematiek. Nuttige sporen, tastbare
bewijsstukken en belangrijke getuigen raken na verloop
van tijd hopeloos verloren.
1) la “loi de l’oubli”, qui implique que le fait de raviver
une infraction perturbera dans une trop grande mesure
l’ordre et le calme dans la société;
2) les remords de l’auteur. L’auteur occupe ici une
place centrale. On considère qu’au fil des ans, il a été
suffisamment puni par les sentiments de regrets et de
repentir qu’il nourrit;
3) la problématique de la preuve. Les traces utiles,
les preuves tangibles et les témoins importants disparaissent irrémédiablement avec le temps qui passe.
De tegenstanders van het verlengen van de verjaringstermijn baseren zich meestal op deze motieven.
Kijken we echter even over grens, dan stellen we vast
dat onze omliggende landen een veel strenger verjaringsregime hanteren.
Les détracteurs de l’allongement du délai de prescription se basent généralement sur ces motifs. Si
nous regardons cependant par-delà la frontière, nous
constatons que nos voisins appliquent un régime de
prescription beaucoup plus strict.
Het Nederlands Wetboek van Strafrecht hanteert
volgende termijnen:
Le Code pénal néerlandais applique les délais
suivants:
• overtredingen (twee jaar);
• misdrijven strafbaar met een geldboete, hechtenis of
gevangenisstraf van niet meer dan drie jaar (zes jaar);
• infractions (2 ans);
• les délits punissables d’une amende, d’une détention ou d’une peine d’emprisonnement de trois ans au
plus (6 ans);
• les délits punissables d’une peine d’emprisonnement temporaire de plus de trois ans (12 ans);
• les délits punissables d’une peine d’emprisonnement de plus de dix ans (15 ans);
• les délits punissables d’une peine d’emprisonnement à perpétuité (18 ans).
• misdrijven strafbaar met een tijdelijke gevangenisstraf van meer dan drie jaar (twaalf jaar);
• misdrijven strafbaar met een gevangenisstraf van
meer dan tien jaar (vijftien jaar);
• misdrijven strafbaar met een levenslange gevangenisstraf (achttien jaar).
De Franse wetgeving is iets minder streng:
La législation française est un peu moins stricte:
— Misdaden: tien jaar;
— Wanbedrijven: drie jaar;
— Overtredingen: een jaar.
— crimes: 10 ans;
— délits: 3 ans;
— infractions: un an.
Hierop bestaan een aantal uitzonderingen, onder
meer voor zedenmisdrijven gepleegd tegenover minderjarigen waar een verjaringstermijn geldt van twintig jaar.
Un certain nombre d ’exceptions sont prévues,
notamment pour les faits de mœurs commis à l’égard
de mineurs d’âge, pour lesquels le délai de prescription
est de 20 ans.
De Engelse wet voorziet niet in een verjaringstermijn.
De rechter kan wel overgaan tot een staking van het
proces indien hij van oordeel is dat het vorderen van de
straf ontoelaatbaar is wegens ernstige tekortkomingen
van het strafonderzoek (bijvoorbeeld de extreem en
onevenredig lange duur).
La législation anglaise ne prévoit pas de prescription. e juge peut décider d’arrêter le procès s’il estime
que la réquisition de la peine ne peut être admise en
raison de sérieuses lacunes dans l’instruction pénale
(par exemple sa durée d’une longueur extrême et
disproportionnée).
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
6
DOC 54
0694/001
Uit deze bondige rechtsvergelijking blijkt duidelijk dat
de Belgische verjaringstermijnen relatief kort zijn. Dit
stelt een aantal problemen.
Il ressort clairement de cette analyse comparée
succincte que les délais de prescription appliqués en
Belgique sont relativement courts. Cette situation pose
un certain nombre de problèmes.
De verjaring van misdrijven druist in tegen het
rechtvaardigheidsgevoel van de slachtoffers en de
maatschappij. De verjaring biedt daders tevens de
mogelijkheid om via vertragingstechnieken alsnog aan
de rechtsgang te ontsnappen. Dit kan echter ook een
nadeel betekenen. Indien feiten verjaren volgt geen
uitspraak over schuld of onschuld.
La prescription offre également aux auteurs la possibilité d’échapper au cours de la justice grâce à des
manœuvres dilatoires. Cette situation peut toutefois
également être un handicap. Si les faits sont prescrits, il
n’y a pas de prononcé sur l’innocence ou la culpabilité.
Het eenzijdig opheffen van de verjaringstermijn is niet
onmiddellijk een optie. Voor een aantal klassieke misdrijven is verjaring een juridisch verantwoord instrument.
Zeker voor misdrijven die aan het licht komen onmiddellijk nadat ze werden gepleegd. Dit is echter niet het
geval voor bijvoorbeeld seksuele misdrijven gepleegd
tegenover minderjarigen. Niet zelden raken deze feiten
pas bekend na verloop van vele jaren.
La suppression unilatérale de la prescription n’est
pas immédiatement une option. La prescription est un
instrument juridique justifié pour un certain nombre
d’infractions classiques, assurément pour les infractions
qui sont décelées immédiatement après avoir été commises. Ce n’est toutefois pas le cas pour des infractions
sexuelles commises sur des mineurs, notamment. Il
n’est pas rare que ces faits ne soient connus qu’après
de nombreuses années.
Een zeer goede illustratie hiervan is het het eindrapport van de commissie “Seksueel Misbruik in
een Pastorale Relatie” dat kinderpsychiater Peter
Adriaenssens op 10 september 2010 voorstelde. Bij de
commissie-Adriaenssens kwamen 476 klachten binnen,
het merendeel nadat het nieuws van het seksueel misbruik door bisschop Roger Vangheluwe in april bekend
raakte. De feiten dateren vooral van de jaren ’50 tot jaren
’80. In die tijd waren onder andere de angst wegens de
nabijheid van de dader en de angst om niet geloofd te
worden, groot.
Le rapport final de la commission de traitement
de plaintes pour abus sexuels dans le cadre d’une
relation pastorale présenté par le pédopsychiatre Peter
Adriaenssens, le 10 septembre 2010, en est une excellente illustration. La commission Adriaenssens a été saisie de 746 plaintes, la plupart ayant été déposées après
la publication, en avril, des informations relatives aux
abus sexuels commis par l’évêque Roger Vangheluwe.
Les faits datent pour la plupart des années cinquante à
quatre-vingt. L’angoisse due à la proximité de l’auteur
et l’angoisse face à l’incrédulité notamment étaient
grandes à cette époque.
Dit wetsvoorstel komt ook tegemoet aan één van
de opgesomde problemen in het eindrapport-Adriaenssens2, namelijk die van de verjaringstermijn in het
strafrecht:
La présente proposition de loi remédie également
à l ’un des problèmes cités dans le rapport final
Adriaenssens2, à savoir celui du délai de prescription
en droit pénal:
“Een ruime meerderheid van de brieven aan de
Commissie maken melding van spijt dat er een verjaringstermijn bestaat. Ook uit de ruimere discussie over
de plaats van Justitie in deze dossiers kan begrepen
worden dat er in de publieke opinie heel wat stemmen
opgaan om de problematiek van verjaring bij seksueel misbruik van minderjarigen te herbekijken. Het is
opvallend dat het belangrijk geacht wordt dat Justitie
alle dossiers zou hebben terwijl er geen instrumenten
zijn om slachtoffers ter hulp te komen zo vele jaren na
de verjaring. Met de gemiddelde leeftijdsgroep bij de
slachtoffers van 50 à 60 jaar is erkenning door de Kerk
“Une large majorité des lettres à la Commission
mentionnent avec regret l’existence d’un délai de
prescription dans ce type d’affaire. Dans une plus large
discussion concernant la place de la Justice dans ces
dossiers, on peut également relever que dans l’opinion
publique de nombreuses voix s’élèvent en faveur d’une
révision de la prescription dans les cas d’abus sexuels
de mineurs. Il est frappant qu’on estime que la Justice
doit être en possession de tous les dossiers alors que
tant d’années après la prescription, il n’existe toujours
rien pour venir en aide aux victimes. Seule la reconnaissance par l’Église ainsi que des mesures à l’égard
2
2
(10 september 2010: Verslag activiteiten Commissie voor de
behandeling van klachten wegens seksueel misbruik in een
pastorale relatie, p.150).
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
(10 septembre 2010: Rapport des activités de la Commission pour
le traitement des plaintes pour abus sexuels dans une relation
pastorale, p.150).
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
DOC 54
0694/001
7
en maatregelen ten opzichte van de daders in de Kerk
het enige wat aan het slachtoffer kan aangeboden
worden.”
des auteurs des faits peuvent encore être offertes aux
victimes qui ont une moyenneμd’âge de 50 à 60 ans.”
Het debat over de verjaringstermijnen inzake bepaalde seksuele misdrijven is echter al langer aan de
gang, al van voor er sprake was van de commissie
Adriaenssens. Er werden in het verleden – ook door
Open Vld – al een aantal wetsvoorstellen in deze
zin ingediend (onder meer DOC 50 1874/001, DOC
51 2696/001, DOC 51 1795/001, DOC 52 0233/001,
DOC 52 1705/001en DOC 53 315/001).
Le débat relatif aux délais de prescription applicables à certains délits sexuels ne date toutefois pas
d’hier, et existait avant même qu’il ne soit question de
la commission Adriaenssens. Par le passé, une série
de propositions de loi ont été déposées en ce sens – y
compris par l’Open Vld (notamment DOC 50 1874/001,
DOC 51 2696/001, DOC 51 1795/001, DOC 52 0233/001,
DOC 52 1705/001 et DOC 53 315/001).
De wet van 28 november 2000 voorzag in een
aanpassing van de verjaringstermijn voor onder meer
aanranding van de eerbaarheid en verkrachting (art. 372
t.e.m. 377 Sw.), bederf van de jeugd en prostitutie (art.
379 t.e.m. 380 Sw.), verminking van vrouwelijke genitaliën (art. 409 Sw.), mensenhandel (art. 433quinquies
Sw.), …. Voortaan vangt de termijn aan de dag dat het
slachtoffer achttien jaar wordt.
La loi du 28 novembre 2000 prévoyait un ajustement
du délai de prescription pour l’attentat à la pudeur et le
viol (articles 372 à 377 du Code pénal), la corruption de
la jeunesse et l’exploitation de la prostitution (articles
379 et 380 du Code pénal), les mutilations génitales
féminines (article 409 du Code pénal) et le trafic des
êtres humains (art. 433quinquies du Code pénal).
Désormais, le délai débute le jour où la victime atteint
l’âge de dix-huit ans.
Verder werd als gevolg van de wetswijzigingen die
voortvloeiden uit de werkzaamheden van de Bijzondere
Commissie Seksueel Misbruik de verjaringstermijn voor
sommige feiten gepleegd op minderjarigen opgetrokken
tot vijftien jaar.
En outre, à la suite des modifications législatives
résultant des travaux de la Commission spéciale “Abus
sexuels”, le délai de prescription applicable à certains
faits commis sur des mineurs a été porté à quinze ans.
Wij gaan nog een stapje verder en laten de misdrijven die niet-correctionaliseerbaar zijn en gepleegd zijn
ten aanzien van een minderjarige pas na twintig jaar
verjaren. Om dat te bekomen wordt artikel 21 van de
voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering
aangepast.
Nous entendons toutefois aller encore plus loin en
portant à vingt ans le délai de prescription applicable
aux infractions qui ne sont pas correctionnalisables et
qui ont été commises sur des mineurs. À cette fin, nous
adaptons l’article 21 du titre préliminaire du Code de
procédure pénale.
Krachtens het beginsel dat een nieuwe wet onmiddellijk in werking treedt, moet een nieuwe wet tot verlenging van de verjaringstermijn van de strafvordering
worden toegepast op alle strafvorderingen die vóór de
inwerkingtreding van de nieuwe wet zijn ontstaan en
op die datum nog niet zijn verjaard (Cass. Nr. 1810 van
25 november 1981, Cass. Nr. 1912 van 9 december 1981,
Cass. Nr. 5567 van 3 juni 1987).
En vertu du principe selon lequel toute nouvelle loi
produit immédiatement ses effets, il y a lieu d’appliquer
une nouvelle loi prolongeant le délai de prescription
de I’action publique à toutes les actions publiques
nées avant l’entrée en vigueur de la nouvelle loi et
non encore prescrites à cette date (Cass. N° 1810 du
25 novembre 1981, Cass. N° 1912 du 9 décembre 1981,
Cass. N° 5567 du 3 juin 1987).
Sabien LAHAYE-BATTHEU (Open Vld)
Carina VAN CAUTER (Open Vld)
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
8
DOC 54
0694/001
WETSVOORSTEL
PROPOSITION DE LOI
Artikel 1
Article 1er
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in
artikel 74 van de Grondwet.
La présente loi règle une matière visée à l’article 74
de la Constitution.
Art. 2
Art. 2
In artikel 21van de wet van 17 april 1878 houdende de
voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering,
laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10 april 2014, wordt
tussen het derde lid en het vierde lid een lid ingevoegd, luidende:
Dans l’article 21 de la loi du 17 avril 1878 contenant le
titre préliminaire du Code de procédure pénale, modifié
en dernier lieu par la loi du 10 avril 2014, un alinéa rédigé
comme suit est inséré entre les alinéas 3 et 4 :
“Nochtans is de termijn twintig jaar ingeval dit misdrijf
een misdaad is die niet in een wanbedrijf kan worden
omgezet met toepassing van artikel 2 van de wet van
4 oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden.”
“Le délai sera cependant de vingt ans si cette infraction est un crime qui ne peut être correctionnalisé en
application de l’article 2 de la loi du 4 octobre 1867 sur
les circonstances atténuantes.”
13 november 2014
13 novembre 2014
Sabien LAHAYE-BATTHEU (Open Vld)
Carina VAN CAUTER (Open Vld)
KAMER
2e
ZITTING VAN DE 54e ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE
2e SESSION DE LA 54e LÉGISLATURE
Centrale drukkerij – Imprimerie centrale