zaterdag 21.06.2014 20.00 Concertzaal 19.15 Inleiding door Yves Senden Laureatenconcert Koningin Elisabeth wedstrijd La Petite Bande Biografieën Sigiswald Kuijken (BE) behaalde een eerste prijs viool aan het Koninklijk Conservatorium Brussel. Hij is wereldwijd actief als violist, dirigent en leraar, en concerteerde sinds de jaren 1960 onder meer met Gustav Leonhardt, Frans Brüggen en René Jacobs, met zijn broers Wieland en Barthold en met Robert Kohnen. Vanuit doorgedreven onderzoek zorgt hij voor grote vernieuwingen in de historische uitvoeringspraktijk. In februari 2009 mocht hij de prestigieuze prijs voor Algemene Culturele Verdienste in ontvangst nemen. La Petite Bande (BE) werd in 1972 opgericht door Sigiswald Kuijken, voor een opname van Lully’s Bourgeois Gentilhomme onder leiding van Gustav Leonhardt. Hoewel het ensemble zich aanvankelijk concentreerde op het barokke repertoire, laat het zich sinds enkele jaren ook opmerken door zijn integere interpretaties van de klassieke meesters. Zonder in strak academisme te hervallen, proberen de musici oude muziek zo getrouw mogelijk te laten herleven, onder meer door historische instrumenten te gebruiken en de tijdseigen speelwijze in ere te herstellen. La Petite Bande nam de laatste jaren op voor de labels Accent en Challenge Classics, onder meer Monteverdi’s Mariavespers, en de Johannes-Passion, Orkestsuites en verschillende cantates van Bach. Sheva Tehoval (BE) begon haar zangopleiding in de Kinderkoren van de Munt in Brussel, en vervolgde haar studies aan de Hochschule für Musik und Tanz in Keulen in de klas van Christoph Prégardien, waar ze momenteel de graad heeft van bachelor. In 2009 was ze laureate van de Dexia Classics Wedstrijd in Brussel en dit jaar behaalde ze de 1e Prijs van de Nationale Zangwedstrijd Jacques Dôme. Ze trad op in Duitsland, Italië, België, Frankrijk, de Tsjechische Republiek en Korea. Sheva Tehoval Uitvoerders en programma werkte mee aan verschillende opnames, onder andere met de Kinderkoren, en vertolkte rollen in meerdere operaproducties, zoals Carmen van Bizet, La Bohème van Puccini, Golden Vanity van Britten en Werther van Massenet. Afgestudeerd aan de Korea National University of Arts, vervolgde Hansung Yoo (KR) zijn opleiding aan de Hochschule für Musik und Theater van Hamburg in de klas van Carolyn James. Hij was laureaat in talrijke wedstrijden en won het Internationaal Vocalisten Concours ’s-Hertogenbosch (Nederland, 2008), het Concours International de Marmande (2011) en het Internationaler Musikwettbewerb Köln (2011). In 2012 behaalde hij de 2e Prijs en de Prijs van het Publiek in het Internationaler Musikwettbewerb der ARD in München. Hij was te horen in de rollen van Papageno (Die Zauberflöte van Mozart), Belcore (L’elisir d’amore van Donizetti), Figaro (Le nozze di Figaro van Mozart), Trinity Moses (Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny van Weill) en Shaunard (La bohème van Puccini). Dit seizoen werkt hij samen met het Staatstheater van Kassel. La Petite Bande: orkest Sigiswald Kuijken: dirigent Laureaten Koningin Elisabethwedstrijd Zang 2014: Sheva Tehoval: sopraan Hansung Yoo: bariton Rivolgete a lui lo sguardo, aria van Guglielmo, KV584, bedoeld voor Così fan tutte Deh vieni, aria van Susanna uit Le nozze di Figaro Finch’han dal vino, aria van Don Giovanni uit Don Giovanni Là ci darem la mano, duet van Zerlina en Don Giovanni uit Don Giovanni — Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) Ouverture uit Così fan tutte, KV588 (1789-90) Symfonie nr. 40 in g - Allegro assai Exsultate, jubilate, motet, KV165 (1773) Se vuol ballare, aria van Figaro uit Le nozze di Figaro, KV492 (1786) Donne mie, la fate a tanti, aria van Guglielmo uit Così fan tutte Madamina, il catalogo è questo, aria van Leporello uit Don Giovanni, KV527 (1787) Symfonie nr. 40 in g, KV550 (1788) - Molto allegro — pauze — Symfonie nr. 40 in g - Andante - Menuetto: allegretto Onlangs verscheen Bleib bei uns, Bach van Sigiswald Kuijken. In zijn boek vertelt hij hoe hij als kind reeds tot Bach kwam, en hoe die Bach in de hele loop van zijn leven mee evolueerde. Bestelinfo vindt u op www.lapetitebande.be. in samenwerking met de Koningin Elisabethwedstrijd ORKESTRAAL VOX Uw applaus krijgt kleur dankzij de bloemen van Bloemblad. Toelichting In zijn laatste zes levensjaren verbleef Wolfgang Amadeus Mozart hoofdzakelijk in Wenen. Zijn muzikale productie strekte zich uit over de meest uiteenlopende genres: naast o.m. strijkkwintetten, klarinetcomposities, werken voor de vrijmetselaarsloge, pianoconcerti en symfonieën legde hij zich ook toe op het domein dat hem zo na aan het hart lag: de opera. Met Die Entführung aus dem Serail (1782) had hij aangetoond dat het Duitse Singspiel een volwaardig operagenre kon zijn (een prestatie die hij negen jaar later zou overdoen met Die Zauberflöte). Tegelijk ging zijn interesse naar de Italiaanse opera seria. Dat hij dan toch op relatief korte tijd drie humoristische opera’s (opera buffa) schreef – Le nozze di Figaro (1786), Don Giovanni (1787) en Così fan tutte (1790) – is zeker te danken aan zijn goede verstandhouding met librettist Lorenzo Da Ponte. Voor Le nozze di Figaro baseerde Da Ponte zich op Le mariage de Figaro van Beaumarchais, dat het vervolg was op het succesrijke Le barbier de Séville. In het eerste bedrijf ontmoeten we de barbier Figaro, de dag voor zijn huwelijk met het dienstmeisje Susanna. Ze richten hun toekomstige kamer in, naast die van de graaf en gravin Almaviva, en spreken af dat hij de graaf bedient, en zij de gravin. Vrij vlug wordt duidelijk dat Cupido verschillende pijlen op zijn boog heeft: in de cavatina Se vuol ballare maakt Figaro duidelijk dat hij toenadering tot de gravin overweegt. Intussen wil de oudere dame Marcellina druk uitoefenen op Figaro: ofwel betaalt hij haar een oude schuld terug, ofwel trouwt hij met haar. Tegelijk blijkt dat de heetgebakerde Cherubino (de page van de graaf) een oogje heeft op de gravin; de graaf richt zijn mannelijke aandacht intussen op Susanna. In het tweede en derde bedrijf worden we geconfronteerd met het verdriet van de gravin vanwege het gebrek aan liefde vanwege haar man. Men probeert de ontrouw van de graaf te bewijzen door hem te betrappen met Susanna (in feite een verklede Cherubino), een list die uiteindelijk mislukt en de verstandhouding tussen graaf en gravin herstelt. Wanneer de vrede teruggekeerd lijkt, komt Marcellina met haar oude claim op de proppen. Via een moedervlek wordt duidelijk dat Figaro de gestolen zoon is van Marcellina, wat de situatie ingrijpend wijzigt. De gravin is en blijft vastberaden om de ontrouw van haar man te bewijzen: ze schrijft een brief in naam van Susanna en laat die aan de graaf bezorgen. In het laatste bedrijf komt Figaro het bestaan van deze brief te weten, en ontsteekt hij in woede omdat hij zijn toekomstige vrouw van ontrouw verdenkt, niet beseffend dat de gravin en Susanna onder één hoedje spelen. Figaro is er getuige van dat beide dames hun kleren verwisselen: Susanna merkt zijn aanwezigheid en begint – vermomd als gravin – voor hem een liefdeslied te zingen: Deh, vieni. De vermomming leidt tot de verwachte complicaties: Cherubino begint te flirten met de gravin (van wie hij denkt dat het Susanna is). Figaro heeft het spel door, en flirt nadien bewust met de gravin, tot ongenoegen van Susanna en woede van de graaf. Wanneer de ontrouw van de graaf voldoende is aangetoond, volgt de grote verzoening en kunnen de huwelijksplechtigheden eindelijk beginnen. De première van Le nozze di Figaro op 1 mei 1786 is een groot succes. Wanneer Mozart begin 1787 in Praag verblijft, zorgt zijn reputatie als operacomponist ervoor dat hij een nieuwe opera voor de stad mag schrijven. Mozart schakelt Da Ponte in voor het werk dat de geschiedenis zal ingaan als I dissoluto punito ossia Il Don Giovanni, en dat getypeerd wordt als een dramma giocoso. Het werk wordt in Wenen geschreven in een moeilijke periode voor Mozart (zijn vader overleed in mei en ondanks een – matig betaalde – aanstelling als Kammermusicus stapelen Mozarts schulden zich op). Begin oktober keert hij terug naar Praag. Hij schrijft de ouverture twee dagen voor de première op 29 oktober 1787. De ontvangst in Wenen (7 mei 1788) was niet bijzonder enthousiast. Dat heeft zeker te maken met de serieuze ondertoon van deze toch humoristisch bedoelde opera buffa. Terwijl Le nozze di Figaro ronduit grappig is, zonder politiek maar wel met aandacht voor de spanning tussen de sociale lagen van de bevolking, is Don Giovanni bij momenten echt ernstig, en vanwege de aandacht voor het bovennatuurlijke ook ongewoon. Mozart bewandelt compositorisch ook andere wegen, met name aan het begin: de grote openingsscène combineert de verschillende aparte delen tot één groot geheel, wat voor een nieuw soort van spanningsboog zorgt. Voor de rest van de opera valt hij terug op de conventionelere afwisseling tussen recitatief en aria. Het eerste bedrijf begint met de poging van Don Giovanni (Don Juan) om Donna Anna te verleiden. Hij wordt onderschept door haar vader, de commendatore, die in het daarop volgende gevecht wordt gedood door Don Giovanni. Anna vindt het lichaam van haar vader en vraagt haar verloofde Don Ottavio hem te wreken. In de volgende scène ontmoeten we Leporello, de knecht van Don Giovanni, die een poging onderneemt om Donna Elvira, een vroegere minnares van Don Giovanni, te kalmeren. Zijn ‘troost’ bestaat erin op te sommen hoe slecht zijn baas wel is, wat hij bewijst door de cataloog van ‘veroveringen’ op te sommen: Madamina, il catalogo è questo. Elvira wordt er alleen maar kwader door. Wanneer Don Giovanni op het huwelijk van Zerlina en Masetto verschijnt, laat hij Masetto weglokken door Leporello en begint hij een charmeoffensief tegenover Zerlina, wat resulteert in het duet Là ci darem la mano. De komst van Elvira voorkomt dat de situatie ontspoort. Bij die gelegenheid wordt Don Giovanni ook herkend door Anna als de moordenaar van haar vader. Don Giovanni vraagt Leporello een feestje te organiseren: Finch’han dal vino; daar zullen Zerlina en Masetto verschijnen, evenals drie gemaskerde gasten (Elvira, Anna en Ottavio). Wanneer Don Giovanni zich aan Zerlino wil vergrijpen, wordt hij door de aanwezigen achternagezeten; hij slaagt erin te ontsnappen. In het tweede bedrijf leiden bijkomende verleidingspogingen tot een steeds meer opgejaagde Don Giovanni. Wanneer hij en Leporello zich ‘s nachts op het kerkhof schuilhouden, worden ze aangesproken door het standbeeld van de commendatore: de onthutste Don Giovanni nodigt hem uit voor een maaltijd. Wanneer de commendatore daar verschijnt en Don Giovanni geen teken van berouw toont, sleept hij hem mee naar de hel. In de epiloog wordt de moraliserende boodschap beklemtoond: wie slecht doet, wordt bestraft. Così fan tutte is niet louter humoristisch. Het concept is ironisch en werd bekritiseerd vanwege de morele laakbaarheid. Het feit dat men de vrouwelijke ontrouw als een standaardprincipe vooropstelt (‘zo doen ze het allemaal!’), werd als choquerend Orkestlijst ervaren. Mozart kiest in deze opera voor een uitgebalanceerde opbouw: elk personage krijgt in elk bedrijf een aria; in de ensembles worden de duetten zorgvuldig gecombineerd en verdeeld. De cynische Don Alonso wedt met de officieren Ferrando en Guglielmo dat hun geliefden, de gezusters Dorabella en Fioriligi, hen ontrouw zullen worden als ze daartoe de gelegenheid krijgen. Beide officieren vertrekken ogenschijnlijk ten oorlog; in wezen vermommen ze zich en keren ze terug als Albanese rijkelui. Aanvankelijk werken hun verleidingstrucjes niet: Guglielmo probeert Fioriligi te verleiden – zonder succes – met de aria Rivolgete a lui sguardo (meestal vervangen door Non siati ritrosi). Uiteindelijk zal eerst Dorabella toegeven aan de charmes van Guglielmo; wanneer deze dat aan Ferrando meldt, voegt hij er de aria aan toe waarin hij zijn twijfels over de standvastigheid van vrouwen verwoordt: Donne mie, la fate a tanti. Wanneer ten slotte ook Fiordiligi toegeeft, willen beide officieren hun geliefden verlaten, maar ze worden daarin afgeblokt door Don Alfonso. Deze organiseert nog een schijnhuwelijk tussen de zusters en de ‘Albanezen’; wanneer deze laatsten hun ware identiteit onthullen, volgt er een – enigszins ironische – verzoening. Tussen Don Giovanni en Così fan tutte schreef Mozart, op 6 weken tijd, zijn laatste drie symfonieën (nrs. 39, 40 en 41). Symfonie nr. 40 (zonder trompetten en slagwerk) is, samen met nr. 25, Mozarts enige symfonie in een kleine-tertstoonaard. Dat verleent aan het werk een zeker Sturm und Drang-gehalte, wat onder meer tot uiting komt in een verhoogde dramatiek. Zowel in nr. 40 als in nr. 41 is de finale groots opgevat, met een complexere contrapuntische schrijfwijze en harmonisch desoriënterende wendingen. La Petite Bande Het driedelige motet Exsultate, jubilate schreef Mozart in 1773 (met een revisie in ca. 1780), toen hij in Milaan op bezoek was. Het is gecomponeerd voor de stem van de castraat Venanzio Rauzzini (die al in Mozarts Lucio Silla had gezongen). Functioneel balanceert dit motet op de grens van liturgisch en concertant gebruik; stilistisch heeft het zowel iets weg van de concertante aria’s (in het verlengde van de opera-schrijfwijze) als van het concerto tout court. eerste viool Sara Kuijken Barbara Konrad Blai Justo Sophie Iwamura Yves Senden altviool Marleen Thiers Szabolcs Illés tweede viool Yun Kim Myriam Mahnane Masanobu Tokura Esther Visser cello Ronan Kernoa Hervé Douchy Michel Boulanger contrabas Tomoki Sumiya Pasquale Massaro fluiten Anne Pustlauk Sien Huybrechts hobo Vinciane Baudhuin Elisabeth Schollaert klarinet Vincenzo Casale Ana Melo hoorn Olivier Picon Benoit Magnin fagot Rainer Johannsen Evolène Kiener In de kijker © Stephen Gill – From: Talking to Ants Malin Christensson Nieuw seizoen 2014-2015 Als eerbetoon aan de miljoenen oorlogsslachtoffers richt het Concertgebouw dit jaar de schijnwerpers op muziek, dans én beeldende kunst uit Groot-Brittannië. 2014-2015 wordt tegelijk een seizoen vol contrasten: oorlog en vrede en stilte en lawaai, maar ook traagheid en snelheid, oud en nieuw, echt en virtueel, west en oost. Ontdek het volledige programma op www.concertgebouw.be. wo 10.09.14 / 20.00 / Concertzaal Arcangelo / Händel. Fire, Air & Water Barokorkest Arcangelo, de jongste ster aan het Engelse oude-muziekfirmament, brengt onder leiding van de briljante Jonathan Cohen Händels populaire Music for the Royal Fireworks en Water Music. Stersopraan Malin Christensson levert voor de opening van dit Engelse seizoen in het motet Silete venti het nodige vuurwerk. BESTEL UW TICKETS NU OP Ontdek meer klassieke muziek op muzemuse.eu Coverbeeld: La Petite Bande / V.U. Katrien Van Eeckhoutte, ’t Zand 34, 8000 Brugge CONCERTGEBOUW SERVIES Gezellig tafelen voor of na een voorstelling met een verrassing op vertoon van het concertticket. Alle info over de deelnemende horecazaken op www.concertgebouw.be/servies.
© Copyright 2024 ExpyDoc