2014/07 – Voedselbank voor labrador of konijn

Voedselbank voor labrador of konijn
Baasjes die het voer voor hun huisdier niet kunnen betalen, kunnen terecht bij een voedselbank voor dieren.
'Soms gaat hun laatste geld op aan brokjes.'
Steeds meer mensen doen een beroep op gratis voer, merkt de Inzamelbank voor Dieren, koepelorganisatie in
Nederland. Zij helpen wekelijks bijna tweehonderd gezinnen. Marilynn van Dam (63) heeft in Zoetermeer ook
haar eigen dierenvoedselbank opgezet. Ze is in februari begonnen en helpt nu al 53 dieren in dertig gezinnen
aan voer, spullen en verzorgingsproducten. "Binnen een maand had ik al twintig aanmeldingen."
Gaat de voordeur voor haar open, dan steekt vaak eerst het huisdier de kop om de hoek. De cliënten van Van
Dam verschijnen vaak wat onzeker vanachter het glas. Een begroeting, een knikje, gevolgd door een voorzichtig
bedankje. "Hoe ging het deze week?", vraagt Van Dam, oprecht geïnteresseerd: "Kop op hè, het komt wel
goed", en een klopje op de schouder volgt.
Even daarvoor, aan het begin van haar ronde, doet Van Dam de achterklep van haar auto open. De hele
laadbak staat vol met kratten. Voer voor honden, katten, vogels, ratjes, vissen, ze heeft er van alles in zitten.
Vier herders
Ondertussen vertelt Van Dam over de mensen die ze helpt. "Sommigen hebben maar zo'n dertig euro per week
te besteden. De huisdieren hadden ze vaak al voordat ze in de schuldsanering of bijstand terechtkwamen. Kijk
deze meneer, die verloor zijn baan", en ze wijst naar een naam op de lijst, "die woont met vier grote herders in
een appartementje. Hij heeft alleen banken in zijn huiskamer staan voor de honden. Als zijn beesten maar
gelukkig zijn."
Wat Van Dam het meest opvalt? "De schaamte. Mensen vinden het moeilijk om toe te geven dat zij bij mij
moeten aankloppen. Ze vinden het heel erg dat zij niet meer voor hun huisdier kunnen zorgen."
Al de hele middag crost Van Dam door Zoetermeer. "Ik kan hun problemen niet wegnemen, maar ik kan ze wel
een hart onder de riem steken. Ik hang het zakje hier even aan de voordeur, volgens mij zijn ze niet thuis."
De cliënten van Van Dam willen niet veel kwijt over hun afhankelijkheid van de voedselbank. Sommigen zijn
wel nieuwsgierig waar het voer vandaan komt of vertellen enthousiast over de zwerfkattenopvang in hun
achtertuin. Bij een ander wordt het pakketje vluchtig aangenomen en sluit de deur weer even snel als die
openging.
Afhankelijk
Negentig procent van haar klanten komt via de voedselbank zelf, de andere tien procent via budgetbeheerders.
"Soms hoor ik dat ze hun laatste geld aan brokjes uitgeven en zelf amper kunnen eten. Dat vind ik schrijnend."
Hoe bevlogen Van Dam ook is, het valt niet mee elke week het benodigde voer bij elkaar te krijgen. "Die
mensen worden afhankelijk van mij. Ik moet het hebben van donaties. Supermarkten geven niets, dat vind ik zo
vreemd en jammer. Ik krijg spulletjes van dierenwinkels en dierenartsen hier uit de stad, middelen die vaak net
over de datum zijn, maar nog prima een halfjaar gebruikt kunnen worden."
Ondertussen wandelt Van Dam alweer over de zoveelste oprit en belt ze aan. Haar ogen stralen als ze het zakje
aan het baasje van de vier jaar oude bokserrottweiler Angel overhandigt. De uit de kluiten gewassen hond
springt verwachtingsvol om haar heen. "Ik heb er wat lekkers bij gedaan", zegt Van Dam.
Het baasje, dat niet met haar naam in de krant wil, aait Angel over haar grote kop. "Ze is eigenlijk van mijn
zoon. Die ging uit huis en ik kreeg het niet over mijn hart Angel weg te doen, ook al leef ik van de bijstand. Zo'n
dier kost veel geld. Maar ze is er altijd voor me."
Groeiende vraag naar brokjes
De eerste dierenvoedselbank van Nederland zit in Lelystad. De Inzamelbank voor Dieren (IBVD) is de
koepelorganisatie van negen afdelingen door het land, die wekelijks door de bank worden bevoorraad. De IBVD
ziet dat nieuwe afdelingen als paddenstoelen uit de grond schieten. En dat is hoognodig, zegt woordvoerder
Milka van Putten. "Toen wij in 2012 startten, hielpen we eerst vier gezinnen in Lelystad. Nu zitten we op
honderd. Amsterdam had binnen een halfjaar twintig gezinnen. En Emmeloord kreeg in een jaar al vijftig
hulpvragen." Volgens Van Putten groeit de vraag omdat mensen het niet kunnen betalen hun dieren naar het
asiel te brengen. "Je betaalt dan afschaffingkosten: voor een kat is dat zo'n 90 euro, voor een hond soms wel
150 euro."
Bron: Dagblad Trouw/Sandra Bats, 15 juli 2014