Download pdf - Delta

NR.03
29 september
2014
onafhankelijk universiteitsblad
De Gouden Eeuw
Broedplaats
voor talent
Ionica Smeets
Wiskunde als
cadeautje
Sprong
naar de
ruimte
Free Zones
Improving
campus life
english pages
see page 28
2
Delta
TU Delft
8
Delta
nr. 3
29 september
2014
“De Stratos-raket is een lang dun apparaat, dus op een foto heb je
automatisch veel omgeving in beeld. Hij zou buiten komen te staan,
maar vanwege de wind moest het binnen. Door alleen de raket in het
licht te zetten, valt hij toch als eerste op in beeld, en kun je zorgen dat
de omgeving in de vorm van silhouetten wat spanning aan de foto
toevoegt.” (Fotograaf Sam Rentmeester)
REAGEER!
12
www.delta.tudelft.nl
colofon
Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft,
verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.
Redactie Frank Nuijens
(hoofdredacteur) - @franknu, Katja
Wijnands - @kwijnands, Dorine
van Gorp - @dorinevangorp,
Saskia Bonger - @sbonger,
Tomas van Dijk - @tomasvd,
Connie van Uffelen - @connievanu,
Jos Wassink - @joswashere
Medewerkers aan dit nummer
nummer Jorinde Benner, Natalie
Carr, Phillip Gangan, Quin Genee,
Dap Hartmann, Auke Herrema, Job
Hogewoning, Christian Jongeneel,
Damini Purkayastha, Folkert van
der Meulen Bosma, Molly Quell,
Jimmy Tigges, Robert Visscher
Foto’s Sam Rentmeester, Hans
Stakelbeek
Bladconcept en vormgeving
Maters & Hermsen, Leiden
Lay-Out Liesbeth van Dam
Redactie-adres Universiteitsbibliotheek, Prometheusplein
1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848,
[email protected]
Advertenties H&J Uitgevers, 010
451 5510, [email protected]
Druk Edauw & Johannissen
Oplage 8.000
Jaargang 47
ISSN 2213-8838
Meld je aan voor de wekelijkse
nieuwsbrief op de website.
Meer informatie op:
www.delta.tudelft.nl/colofon
cover
interview
recordpoging
met raket
ionica smeets
Delftse studenten van de raketvereniging Dare willen een nieuw
record vestigen door op vijftig
kilometer halverwege de ruimte
te komen. “We gaan stapsgewijs
verder omhoog.”
Bèta’s moeten de wereld vertellen wat voor moois ze allemaal
doen, vindt wiskundige en
wetenschapsjournaliste Ionica
Smeets. Ze schreef het boek
‘Het exacte verhaal, wetenschapscommunicatie voor
bèta’s’.
Delta
3
TU Delft
18
28
reportage
english pages
hollands glorie
a better campus
Professor Ramon Hanssen neemt
zijn masterstudenten mee naar
Hofwijck, het huis van Christiaan
Huygens en het middelpunt van
veel wetenschappelijke ontwikkelingen in de Gouden Eeuw. “Deze
omgeving was een ongelofelijke
broedplaats aan talent.”
The Free Zones around campus
are part of a larger plan to make
TU Delft's campus more livable.
Delta 04 verschijnt op
maandag 13 oktober
VERDER
Column
Kort nieuws
Nieuwsinterview
nieuws
boeken
sport
lifestyle
achtergrond
leuk bedacht
desgevraagd
science
Survival Guide
There’s an app
04
05
06
07
15
16
17
22
25
27
29
30
31
Delta
Maandagochtend 1 september om 10.00 uur was de kickoff van de minor technology-based entrepreneurship
(TBE). De zestig enthousiaste studenten had ik vooraf gemaild: ‘Maak een naambordje en neem dat mee naar de
kick-off. Het is een eerste test van jullie toewijding. Ieder
jaar ben ik weer verbaasd dat een aantal studenten dit ‘is
vergeten’. Het belooft niet veel goeds voor de toekomst
als dit al te moeilijk is…’ Grote woorden om de studenten
op het hart te drukken dat het in de minor TBE menens is.
Grote woorden die ik meteen weer beschaamd kon inslikken, met dank aan de roosteraars van de TU Delft.
De nijvere roosteraars hadden mij voor deze kick-off de
Grote Pastizaal in Gebouw 12 van DCT aan de Julianalaan
toebedeeld. Ik kende die zaal niet maar ‘het zal wel goed
zijn’ dacht ik in mijn onnozelheid. Toen ik die zaal betrad,
zonk de moed me in de schoenen. De Grote Pastizaal bleek
een computerzaal te zijn, gevuld met clusters van tafels
waarop vier computers en vier beeldschermen staan.
Volstrekt ongeschikt om onderwijs te geven, omdat de
helft van de studenten met de rug naar mij toe zit. Er was
ook geen schoolbord, geen whiteboard en geen flipover
– niets om op te schrijven, terwijl dat tijdens een college
zomaar eens nuttig zou kunnen zijn. De naambordje waren
volstrekt onzichtbaar en ook de studenten zelf waren nauwelijks te ontwaren achter al die beeldschermen. Een dramatisch begin van wat een geweldige kick-off had moeten
zijn. De bijeenkomst werd afgesloten met een presentatie
van een ondernemer die daarvoor speciaal uit Amsterdam
was gekomen. Ik kon hem niet eens een stoel aanbieden.
Dat dit geen incident was, bleek twee dagen later toen ik
van 8.45 tot 16.30 uur samen met een collega een participant-centered case study leidde. Daarbij moeten de studenten zich inleven in de rol van de protagonisten van een
case study en vervolgens met elkaar in discussie gaan. De
wakkere roosteraars hadden mij ditmaal veroordeeld tot
Studio Classroom 1 in het Fellowship gebouw. Wie schetst
mijn verbazing toen dat opnieuw een computerzaal bleek
te zijn. Wederom clusters met vier computers en vier beeldschermen. Om het zicht nóg verder te beperken, beschikt
Studio Classroom 1 over een grote hoeveelheid pilaren met
als hoogtepunt een enorme houten X-vormig kruis dat
midden in de zaal is aangebracht en waarachter ook nog
studenten moeten zitten. Het is volstrekt onmogelijk om
daar te doceren, laat staan dat je er een participant-centered case study kan leiden. Opnieuw enorme frustratie,
opnieuw een blamage, opnieuw een heel slecht signaal
naar de studenten.
Er zijn op de hele TU nauwelijks fatsoenlijke collegezalen,
want degenen die daarvoor verantwoordelijk zijn hebben
zelf nog nooit college gegeven. Er wordt maar wat aan gerotzooid. Het aantal zitplaatsen lijkt het enige criterium te
zijn. De TU Delft moet onmiddellijk investeren in goede collegezalen, dat is een morele verplichting naar de docenten
en de studenten. Mijn collega’s en ik weten hoe een goede
collegezaal eruit moet zien. Vráág het ons en laat het niet
over aan managers en architecten. Laat toch de kok bepalen hoe de keuken eruit moet zien.
Dap Hartmann is
astronoom. Hij werkt als
onderzoeker bij de faculteit
Techniek, Bestuur en
Management.
TU Delft
1 De studenten
komen voor de colleges in alle drie de
steden.
ja
Verantwoord innoveren is het onderwerp van de eerste minor van
LDE, het samenwerkingsverband tussen de universiteiten van Leiden,
Delft en Rotterdam. De minor is inmiddels gestart en loopt in de eerste
twee kwartalen, als proef. De twaalf deelnemende studenten én docenten komen van alle drie de universiteiten. Delft verzorgt vakken als
‘responsible management of risk and safety’. Leiden geeft bijvoorbeeld
‘ethics, culture and biotechnology’. Rotterdam neemt onder meer ‘responsible innovation management’ voor haar rekening. Henk
Zandvoort, universitair hoofddocent bij Techniek,
Bestuur en Management is coördinator.
2 De studenten
uit Delft herken ik
meteen.
nee
3 Zijn de negatieve
gevolgen van technologische innovaties honderd procent
te voorspellen?
nee
4 Ook de docenten
van de drie universiteiten kunnen veel
van elkaar leren.
ja
5 Op welke stelling wil je terugkomen?
““Op vraag 2. In de projectgroepen blijkt
dat de studenten van de drie universiteiten heel verschillende achtergronden en
kennis hebben. Dat leidt tot wederzijds
aanvullende inbreng. De interactie en
samenwerking zijn één van de waardevolle aspecten van deze multidisciplinaire,
verbredende minor. In de projectgroepen werken gemengde teams aan een echte case op het gebied van
(responsible) innovation. Voor dit jaar zijn die cases: whole genome
sequencing and personalised medicine, Google Glass en de Tweede
Maasvlakte. Studenten zijn verzekerd van inbreng en terugkoppeling,
niet alleen van docenten van de drie universiteiten, maar ook van de
opdrachtgevers zelf.”
101
De nieuwe
bacheloropleiding
klinische technologie
telt 101 eerstejaars
studenten. Eh… 101?
Er gold toch een
numerus fixus van 100
met centrale selectie?
Klopt. Toch zijn er
101 studenten, aldus
directeur onderwijs
van de faculteit 3mE,
Hans Hellendoorn. Hij
weet ook niet hoe het
kan. “Eentje is kennelijk
door het systeem
geglipt.” De TU biedt
de opleiding sinds deze
maand met de Erasmus
Universiteit Rotterdam
en Universiteit Leiden.
Studenten krijgen vijftig
procent technische
vakken, de andere helft
betreft geneeskundige
onderwerpen.
Tweet
Marion Vredeling, programmamanager TU Delft Library:
“Eens per maand gaat de rector naar een studentenhuis om
te debatteren over de actualiteit. Dit keer was er een stevige
stelling over de Ebolaramp in Afrika. Die ramp wordt nu vaak
in een rij andere rampen genoemd. Een van de stellingen
van de studenten was dat die ramp daardoor lijdt onder de
andere rampen. Het was hypocriet en bot dat er zo laat was
ingegrepen, omdat andere dingen om voorrang riepen. Een
ander onderwerp ging over de vraag waarom er zo weinig
ingenieurs de politiek in gaan. Studenten suggereren dat ingenieurs niet in de politieke cultuur passen, omdat ze zo doelgericht zijn. Als voorbeeld werd staatssecretaris van Financiën
Eric Wiebes genoemd. Die was voorheen verkeerswethouder
in Amsterdam. Toen daar op een gegeven moment veel files
waren, stapte hij op de fiets om te kijken. Bleken de stoplichten verkeerd afgesteld te zijn. Het resultaat daarna: dertig
procent minder files. De ov-studentenkaart kwam ook ter
sprake. Studenten die heen en weer reizen tussen Delft, Leiden en Rotterdam moeten kiezen tussen verschillende typen
kaarten. Met een trajectkaart wordt een reis in het weekend
naar je ouders duurder. Dat raakt studenten.”
(Foto: Henk Zandvoort)
columndaphartmannbaalzaal
4
Kort
Meer en uitgebreider nieuws
op www.delta.tudelft.nl
Velox IV
Na een ingrijpende verbouwing is het TU Waterlab op donderdag 18 september heropend. Op de plek van het golfbassin is een waterzuiveringslab ingericht met glazen wanden en een koepel in het dak. Directeur prof.dr.ir. Wim
Uijttewaal vindt de ‘indikkingsoperatie’ van Stevin III geslaagd. Later dit jaar houdt het Waterlab samen met de andere
laboratoria van Civiele Techniek en Geowetenschappen een open dag. (Foto: Jos Wassink)
De week van...
Rodrigo Valladares Linares
(Technische Natuurwetenschappen) verdedigt op 1 oktober zijn proefschrift ‘Hybrid membrane system for desalination and
wastewater treatment’.
Hij is de eerste onderzoeker die promoveert volgens de regels van de
Graduate School, waarbij onderzoekers met cursussen worden klaargestoomd op een werkzaam leven
buiten de universiteit.
“Of ik mezelf druk aan het voorbereiden ben op de verdediging? Nee
hoor, ik heb jaren onderzoek gedaan
naar een ontziltingstechniek met
membranen, ik ken de materie wel.
Ik reis nu met mijn moeder door
Zuid-Spanje. Vakantie, dat is nu de
beste voorbereiding. Ik drink lekker
een biertje. Tijdens mijn onderzoek
kon ik dat nooit doen. Af en
toe was ik in Delft
om cursussen te
volgen. Maar
mijn onderzoek heb ik
onder begeleiding van Delftse hoogleraren verricht in Saoedi-Arabië,
aan de King Abdullah University of
Science and Technology (Kaust). De
TU werkt samen met die universiteit.
Kaust is ongeveer vijf jaar geleden
opgezet. Er is daar van alles mogelijk. Er is veel geld, de modernste
apparatuur en de Saoediërs zijn
geïnteresseerd in allerlei nieuwe onderzoeken. Zeker als die met drinkwater te maken hebben. Dat hebben
ze daar niet veel.” (Foto: Rodrigo
Valladares Linares)
Expert in kunstmatige intelligentie Dr. Birna van
Riemsdijk (EWI) kreeg te horen dat
ze de Nederlandse Prijs voor ictonderzoek gewonnen heeft. Vijftigduizend euro, te besteden aan
onderzoek.
“Nietsvermoedend bereidde
ik een college voor
toen ik gebeld
werd door
Alexander
Delftse studenten klokten met hun ligfiets
Velox IV de snelste tijd tijdens de race voor
ligfietsen in de Verenigde Staten (VS) eerder deze maand. Toch viert het Human
Power Team Delft Amsterdam geen feest.
Met 132,26 kilometer per uur verbraken
de studenten nét niet het wereldrecord.
Slechts anderhalve kilometer per uur
had coureur Rik Houwers harder moeten
fietsen om het wereldrecord van 133,78
kilometer per uur te verbreken. Dat record
vestigden de studenten vorig jaar tijdens
de jaarlijkse race voor ligfietsen, de World
Human Powered Speed Challenge, in de
woestijn van Nevada (VS).
delta.tudelft.nl/28819
Ontmoedigd
Rinnooy Kan. Hij is voorzitter van de
Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen, die de prijs
uitreikt. Waarom ik de prijs krijg?
Omdat ik vernieuwend onderzoek
doe. Ik onderzoek software die zich
aanpast aan de normen en waarden
van mensen. Denk bijvoorbeeld aan
gps-tracking. Hiermee kun je een dementerende patiënt volgen. De
patiënt voelt zich hierdoor veiliger, maar het kan ook de normen
rondom privacy en vrijheid schaden. Ik ontwikkel technologie die
zich aanpast aan de normen die je
afspreekt. Maar de normen staan
niet vast, ze kunnen verschuiven en
er kunnen uitzonderingen optreden.
Hierdoor is het van groot belang dat
de technologie flexibel blijft. Een
mooie bijkomstigheid van de prijs,
is dat er een poster van mijn onderzoek wordt gemaakt om het werk
aan scholieren uit te leggen.
Hopelijk trekt dat meer
meisjes naar de ict.”
(Foto: Przemysław
Pawełczak)
De Delftse studentenvakbond VSSD vindt
dat het wetsvoorstel voor het leenstelsel
bètastudenten extra hard raakt, omdat
hun studies gemiddeld een jaar langer
duren en er geen compensatie is. Volgens
de VSSD zorgt de invoering van het leenstelsel ervoor dat de keuze voor een langer
durende bètastudie wordt ontmoedigd.
delta.tudelft.nl/28808
Ranking
Nog nooit hoorde een Nederlandse universiteit in een internationale ranking bij de
beste vijftig van de wereld. Het is de Universiteit van Amsterdam in de QS-ranking
gelukt. De TU Delft staat op plaats 86.
delta.tudelft.nl/28783
Leenstelsel
Het wetsvoorstel dat de basisbeurs afschaft is naar de Tweede Kamer gestuurd.
Tegenstanders gaan op 14 november
demonstreren. Vanaf september 2015
krijgen nieuwe studenten geen basisbeurs
meer. In plaats daarvan kunnen ze een lening afsluiten. Op termijn zou het nieuwe
leenstelsel jaarlijks 625 miljoen euro voor
het hoger onderwijs moeten opleveren.
delta.tudelft.nl/28805
Bsa
Een student bedrijfseconomie heeft een
rechtszaak gewonnen van de Hogeschool
van Amsterdam. Hij had geen bindend studieadvies mogen krijgen, omdat zijn docent hem een verkeerd cijfer had gemaild.
delta.tudelft.nl/28799
6
Delta
TU Delft
Zorgen over switchers bij maritieme techniek
Zo’n veertig procent van
de eerstejaars studenten
maritieme techniek kreeg
vorig jaar een negatief
bindend studieadvies
voor een eerdere studie,
vaak werktuigbouw. Dat
leidt tot zorgen bij maritieme techniek.
Zeventig van de honderdtachtig eerstejaars studenten maritieme techniek
voldeden vorig jaar niet aan de eisen
voor het bindend studieadvies (bsa).
Het gaat voornamelijk om switchers
van werktuigbouw. “Vorig jaar hadden
we er twintig, maar dit jaar is het wel
heel ernstig”, zegt hoogleraar scheepsontwerp Hans Hopman.
“Aan ons nu de nobele taak om toch
ons uitvalspercentage laag te krijgen”,
verzucht Hopman. “Ik hoop maar dat
een groot deel gewoon wat meer tijd
nodig had, maar er zit ook een deel
tussen waarvoor onze werktuigbouwopleiding gewoon te moeilijk is en
waarvoor het dus geen zin heeft de
maritieme opleiding te beginnen die
voor tachtig procent uit dezelfde vakken bestaat.”
Directeur onderwijs van 3mE, Hans
Hellendoorn, deelt die zorgen, maar
hoort ook van ouderejaars switchers
dat het nu wel goed gaat. “Eerstejaars
zijn jong, gaan studeren, op kamers,
krijgen nieuwe vrienden en dan gaat
het studeren niet. Daarna worden ze
rijper en meer ervaren.” Toch vindt ook
Hellendoorn het ernstig. “Honderdtachtig maritieme studenten, het zou
me verbazen als er in Nederland werkelijk zo veel zijn die voor de bootjes
gaan.”
Eigenlijk, zo oppert Hopman, zou
er nog een vorm van toestemming
moeten komen voor mensen die hun
bsa bij werktuigbouw niet hebben gehaald. “Je moet je afvragen waarom
zij zich dan wel voor maritiem mogen
inschrijven.” Hellendoorn heeft liever
dat studenten werktuigbouw zich vóór
1 februari uitschrijven als het niet gaat.
“Dan mag je werktuigbouw opnieuw
doen. Het is krom dat je na je bsa die
opleiding niet opnieuw mag doen.”
En extra toestemming? “Daar gaan
we in de toekomst wel naar toe met
matching, waarbij we met studenten
praten over hun motivatie”, zegt Hellendoorn. “Over twee jaar mag je met
matching mensen weigeren als je een
numerus fixus hebt. Maar een numerus fixus ligt politiek gevoelig.”
Daarnaast is er een ander probleem,
meldt Hellendoorn. Studenten die het
vak mondeling presenteren en schriftelijk rapporteren wel hebben gehaald,
maar hun bsa niet, moeten deze vakken opnieuw doen. “Docenten hebben
de smoor in, omdat het zinloos is. Daar
zit een hoop frustratie.” (CvU)
www.delta.tudelft.nl/28820
nieuwsinterview
‘We zien tekenen van herstel’
De ozonlaag herstelt zich,
zo maakte de Wereld
Meteorologische Organisatie (WMO) deze maand
bekend. Ze leidt dit af uit
onderzoek van prof.dr.
Pieternel Levelt, remote
sensing expert bij de faculteit Civiele Techniek en
Geowetenschappen en
het KNMI. “Dit is heel belangrijk nieuws.”
U hebt laten zien dat de ozonlaag zich
herstelt.
“Zo is het nu ook weer niet. De WMO
van de Verenigde Naties trekt deze
conclusie na een analyse van alle
satellietdata die inzicht geven in de
staat van de ozonlaag, waaronder de
data verzameld door mij en mijn collega’s van het KNMI. Ze baseert zich
op datareeksen tot veertig jaar terug.
Het is een grote gemeenschappelijke
inspanning geweest.”
U staat aan het hoofd van OMI. Wat
is dat?
“OMI staat voor Ozone Monitoring
Instrument. Dit is een van de instrumenten aan boord van de satelliet
Hoe groots is dit nieuws?
“Het is heel belangrijk nieuws. We wisten op basis van modellen dat we de
eerste tekenen van herstel dit decennium zouden gaan zien. De afname
van Cfk’s toont aan dat het Montreal
Protocol uit 1987 (de afspraak dat alle
VN-landen chemicaliën uitbannen die
de ozonlaag aantasten, waaronder
Cfk’s –red.) effect heeft gehad. Het is
een uniek verdrag. Geen enkel verdrag
is door zoveel landen getekend. En het
werkt dus ook nog.”
Prof.dr. Pieternel Levelt viert dubbel feest. De ozonlaag herstelt zich en haar instrument OMI
vliegt al tien jaar rond. (Foto: Pieternel Levelt)
EOS-Aura van ruimtevaartorganisatie
Nasa. Het doet al tien jaar lang metingen aan de samenstelling van de atmosfeer. OMI is een Nederlands-Fins
instrument. Nederland heeft de lead.
Nasa heeft Nederland gevraagd dit
instrument te bouwen.”
Jullie metingen hebben laten zien dat
er een causaal verband is tussen de
afname van Cfk’s in de atmosfeer en
het herstel van de ozonlaag. Dat is toch
niet niks?
“Het causale verband is afgeleid uit
meerdere typen waarnemingen. Onze
metingen vormen wel een van de
belangrijkste datasets voor het ozononderzoek van de WMO.”
Wanneer werd duidelijk dat de ozonlaag op zijn retour is?
“Die vaststelling is geleidelijk gegaan.
Het heeft met statistiek te maken. We
zitten nu net op de grens van wat statistisch significant is. We zien dat de
hoeveelheid ozonafbrekende stoffen
afneemt en dat ozon weer langzaam
toeneemt. Deze toename kan nog onderdeel van natuurlijke variaties zijn.
Maar dat is heel onwaarschijnlijk.”
Het was twee weken geleden nog om
een andere reden feest voor u.
“Ja, ik was in de Verenigde Staten om
met collega’s van Nasa te vieren dat
EOS-Aura en OMI tien jaar rondvliegen. OMI was oorspronkelijk bedoeld
voor vijf jaar.”
Hoe lang gaan de satelliet en OMI nog
mee?
“Er is genoeg brandstof aan boord
voor metingen tot 2023. We werken
wel aan een opvolger samen met ESA,
het Tropomi-instrument. Dat instrument wordt in 2016 gelanceerd en
gaat een hoop metingen nog nauwkeuriger verrichten.” (TvD)
Delta
7
TU Delft
campusnieuws
'Levensgevaarlijk op en rond Mijnbouwplein'
Levensgevaarlijk. Zo typeert een
bewoonster van het Mijnbouwplein de verkeerssituatie voor haar
deur. Fietsers, voetgangers, auto’s,
bussen; in de spits zitten ze elkaar
behoorlijk in de weg. Ze wil dat de
gemeente er iets aan doet, voordat
er ernstige ongelukken gebeuren.
Tijdens de ochtend- en avondspits, de lunchpauze,
maar ook in de namiddag is het dringen om via de
Sebastiaansbrug, het Mijnbouwplein en de Michiel
de Ruyterweg van de binnenstad naar de campus te
komen, of omgekeerd. Het fietspad en de stoep zijn
vol, waardoor auto’s nauwelijks kunnen oversteken.
Met opstoppingen en uitlaatdampen tot gevolg.
Nanneke de Fouw ziet het vanuit haar huis aan het
Mijnbouwplein vaak bijna en soms helemaal mis
gaan.
Ze vreest dat het een keer echt verkeerd afloopt met
al die grotere en kleinere aanrijdingen en wil dat de
gemeente actie neemt. Vandaar dat ze vorige week
een brief stuurde naar de gemeenteraad.
Daarin noemt ze de verkeerssituatie ‘onacceptabel
onoverzichtelijk en zeer onveilig’. “Gewoon levensgevaarlijk”, voegt ze daar telefonisch aan toe. “Het is
al een hele tijd zo en er wordt niks tegen gedaan. Ik
was het zat, daarom heb ik een brief geschreven. We
moeten ervoor zorgen dat het beter wordt voordat
het een keer echt mis gaat.”
De Fouw reikt de gemeente een aantal mogelijke
oplossingen aan, zoals een smalle uitvoegstrook
voor rechts afslaand verkeer van de Michiel de Ruyterweg naar de Julianalaan. Ook voor verkeer dat
van de Sebastiaansbrug af komt en rechtsaf naar de
Mijnbouwstaat moet, moet er volgens haar weer
zo’n uitvoegstrook komen. “Dat laatste kan door
de nu afgesloten strook open te stellen. En op echt
drukke momenten, zet een paar verkeersregelaars
neer, zoals de TU dat verderop bij de Jaffalaan doet.”
De gemeenteraad heeft De Fouws brief doorgestuurd naar het college van burgemeester en wethouders. Een woordvoerder kan nog niet inhoudelijk
reageren. “We hebben de brief ontvangen. We gaan
de inhoud goed bekijken, want er komen vele punten in aan de orde. We zullen op korte termijn antwoorden. Een afschrift van dat antwoord gaat naar
de gemeenteraad.” (SB)
Auto's die van de Michiel de Ruyterweg naar de Julianalaan moeten, staan soms lang te wachten. Dat leidt tijdens
spitsuren tot files. (Foto: Saskia Bonger)
TU Library biedt Nederlandse literatuur in 35 talen
‘De dochter’ van Jessica
Durlacher in het Zweeds
of ‘De ontdekking van de
hemel’ van Harry Mulisch
in het Engels. Vanaf 1 oktober zijn 120 vertaalde
boeken van Nederlandse
schrijvers te lezen in de
TU Delft Library.
De boeken komen in een aparte kast
in de centrale hal van de universiteitsbibliotheek waar nu ook – lukraak
door elkaar – literaire boeken in andere talen staan.
Vertalingen van Nederlandse literatuur heeft een toegevoegde waarde,
vindt Florien Velsink. De studente
werktuigbouwkunde is als bestuurslid
van taalbuddyproject Tandem betrokken bij de invulling van de boekenkast.
“Buitenlandse studenten en medewerkers kunnen door het lezen van
Nederlandse boeken in hun eigen taal
gemakkelijk meer te weten komen
over de Nederlandse literatuur en cultuur”, zegt zij. Daarbij kunnen volgens
haar Nederlanders juist met deze
boeken gemakkelijk een vreemde taal
leren.
De boeken zijn een donatie van het
Nederlands Letterenfonds. Deels stonden ze in de bibliotheek op Schiphol,
die onlangs is gesloten. Marion Vredeling, programmamanager Library,
kwam door die bibliotheek op het idee
voor de Delftse boekenkast en benaderde de studenten van Tandem.
Die waren meteen enthousiast, vertelt Velsink. In de kast komen boeken
in 35 talen, natuurlijk in het Engels en
Spaans, maar ook in het Macedonisch,
Chinees, Vietnamees en Koreaans.
‘Het diner’ van Herman Koch is straks
in het Zweeds en Chinees te lezen,
‘Nooit meer slapen’ van Willem Frederik Hermans in het Sloveens. ‘Het
zijn net mensen’ van Joris Luyendijk
staat er in het Frans en ‘De eeuw van
mijn vader’ van Geert Mak in het Hongaars. Eén nadeel is er wel. De boeken
komen niet in de catalogus van de
Library en kunnen alleen in de bibliotheek zelf gelezen worden.
Velsink verwacht dat er toch genoeg
belangstelling zal zijn. “Er zijn mensen die in Nederland willen blijven
werken. Voor hen is dit een laagdrempelige manier om Nederland te leren
kennen.”
De studente ziet deze internationals
ook terug bij Tandem. Op deze web-
site kunnen mensen elkaar vinden die
een taal willen oefenen met een buddy. Er zijn meer dan duizend mensen
op ingeschreven, maar er is een tekort
aan Nederlanders, vertelt Velsink. Die
moeten namelijk ook de taal van de
ander willen leren. Velsink heeft zelf
verschillende buddy’s gehad. “Dat is
leuk en je krijgt soms heel rare vragen. Zoals: wat betekent ‘hoor’ in ‘ja,
hoor’. Tja, niks eigenlijk.” (SB)
De vertaalde boeken zijn vanaf 1
oktober te vinden in de centrale
hal van de TU Delft Library. Op
die dag, vanaf 17:00 uur, is de
opening in de Hive. Verschillende
studenten lezen passages van de
boeken in hun eigen taal voor,
daarna zijn er workshops.
Sprong in
Delftse studenten van
de raketvereniging
Dare treffen in ZuidSpanje de laatste
voorbereidingen
voor hun nieuwe
recordpoging. Over
een paar dagen willen
ze op vijftig kilometer
halverwege de ruimte
komen. “We gaan
stapsgewijs verder
omhoog.”
het heelal
Lees verder op pagina 10
Het koppelstuk tussen de motor en de neuskegel moet op het hoogtepunt openschieten om de (eerste) parachute er uit te laten.
‘T
hree, two, one, ignition!’
Stilte. Drie spannende seconden lang.
Het Zweedse lanceerteam in Kiruna begint peentjes te
zweten. Die studentenraket zal toch
niet ontploffen? Op dat moment flitst
er een steekvlam en schiet de Stratosraket er vandoor als een vuurpijl.
Dat was op 17 maart 2009 toen de
Delftse raketbouwvereniging Dare
(Delft Aerospace Rocket Engineering) met hun Stratos-I het Europese
hoogterecord voor amateurraketten
op 12,3 kilometer hoogte bracht. Na
het hoogtepunt ging het snel naar beneden. Heel snel zelfs, want de parachute weigerde waardoor het slanke
gevaarte een enorme vaart ontwikkelde en met negenhonderd kilometer
per uur op de toendra insloeg. Als een
raket eigenlijk.
Een half jaar later, toen de sneeuw
ontdooid was, wisten twee doortastende Dare-leden het wrak te bereiken
om de geheugenkaartjes te bergen. De
SD-kaartjes waren niet bestand geweest tegen dit geweld en versplinterd
bij de impact.
Timingfout
“Het was een timingfout”, zegt
dr.ir. Chris Verhoeven achteraf.
Nadat de eerste trap verbruikt
is en de tweede trap wordt opgestart, telt het systeem het
aantal seconden totdat de
tweede trap ontsteekt. Wanneer dat te
lang duurt, wordt de missie afgebroken
en gaat de parachute uit. “We hebben
het de avond ervoor nog over gehad”,
zegt Verhoeven, die als erelid van Dare
bij de missie aanwezig was. “Vijf of zes
seconden? We kozen voor vijf vanwege
de veiligheid. Als je te lang wacht heeft
de vallende raket al zo’n vaart dat de
parachute afscheurt zodra die openklapt.” Later bleek dat de tweede trap
na 5,1 seconde alsnog ontbrandde en
de raket verder opstuwde. Een parachuteluikje kun je maar één keer openen, en die zat nu door de versnelling
van de tweede trap nog dicht. De parachute bleef daardoor keurig opgevouwen zitten. Ook toen de raket aan zijn
terugweg begon.
Vijf of zes seconden. Bij een raket kunnen kleine beslissingen grote gevolgen
hebben. Verhoeven was een aantal
jaren eerder bij lanceringen van Dare
op militair oefenterrein ’t Harde geweest en raakte onder de indruk van
wat studenten daar lieten zien. Het
pure geweld van zo’n lancering maakt
indruk. Je kunt je hoofd amper snel genoeg achterover gooien om de raket te
volgen. Zo snel gaat het.
“Het is de ultieme performance”, verwoordt Verhoeven zijn indruk. “Het
is een indrukwekkend geweld dat
extreme versnellingen geeft aan een
heel fragiel bouwsel. Een raket is een
ijzingwekkend compromis.” Verhoeven heeft zich sindsdien ingezet om de
raketbouw te koppelen aan onderzoek
en onderwijs. Dat heeft een minor raketbouw opgeleverd, zeven afstudeerders en een eigen onderzoekslab in de
laagbouw van de EWI-gebouw. Verhoeven stelde voor het lab naar de Russische chief-designer Sergei Korolev
te vernoemen. Die was verantwoordelijk voor de eerste satelliet (Spoetnik,
1957), het eerste hondje (Laika, 1957)
en de eerste mens (Joeri Gagarin, 1961)
in de ruimte. Verhoeven: “Korolev had
een visie en wist mensen te motiveren
om het te bouwen. Dat leverde prachtige staaltjes op van engineering. Zijn
experimentele aanpak streef ik in het
lab ook na. Experimenteren is belangrijk, dingen lopen vaak anders dan je
dacht.”
Hybride aandrijving
“Van 12 naar 50 kilometer is een grote
sprong”, zegt L&R-masterstudent en
Stratos-II-teammanager Rob
Hermsen. Na het hoogterecord van
Stratos-I was de vraag: hoe nu verder? Gaan we door ontwikkelen met
vaste raketbrandstof of moeten we
het over een heel andere boeg gooien:
vaste brandstof in combinatie met een
vloeibare of gasvormige oxidator – een
hybride aandrijving. Net als in de grotemensenwereld gingen twee ploegen
aan de slag om een zo aantrekkelijk
mogelijk aanbod te maken. Zekerheid
versus opnieuw beginnen. Explosief
materiaal versus veiligheid.
“Tijdens de kerst van 2012 hebben we
de knoop doorgehakt”, vertelt voor-
Tekst: Jos Wassink
Foto’s: Sam Rentmeester
Illustraties: Stephan Timmers
Delta
TU Delft
11
‘Als dit lukt, is de volgende
stap honderd kilometer’
Kortsluiting in de ignitionbox. 'At least it failed correctly.'
lichtingsman en bachelorstudent natuurkunde Martin Olde. “We hebben
toen voor een hybride aandrijving
gekozen.” Dat betekende weliswaar
dat het ontwerpen vanaf nul begon
maar ook dat de brandstof zelf ongevaarlijk was (sorbitol koffiezoetjes met
paraffine en aluminiumpoeder) en
dat de motor op elk moment gestopt
kon worden door de kraan met lachgas
(N2O de oxidator) dicht te draaien. Bij
een solid-fuel-motor kun je dat mooi
vergeten. De hybride motor werd door
studenten in de minor raketbouw
ontworpen en was daarmee een goed
voorbeeld van de integratie van onderwijs en onderzoek met de verenigingsactiviteit.
Steekvlam
"Ten, nine, eight..’ Het aftellen is begonnen in de TNO-bunker in Ypenburg.
Het is voorjaar 2014 en in bunker zitten
vijf studenten achter camera’s en laptops. Alle ogen zijn gericht op de raketmotor in de betonnen tunnel. Na geslaagde tests van vijf en tien seconden
lang begint het team er vertrouwen
in te krijgen. ‘Three, two, one ignition!’
Er springen een paar vonken en dan
gloeit er iets op in de straalpijp. Enkele
seconden later gaat de gaskraan open
en knált er met donderend geweld een
tien meter lange steekvlam door de
tunnel. De meter wijst een ton stuwkracht aan. Dat duurt zes seconden als
er plots een vlam uit de zijkant van de
raket plopt. “O?!” reageert de controle-
kamer. Bliksemsnel gaat de gaskraan
dicht. De raketpijp blijft smeulend en
sputterend achter in de testtunnel.
“Het ontwerpen en bouwen van een
raket gaat nooit gladjes”, zegt Hermsen
later. Er werd een scheur geconstateerd in de huls met vaste brandstof
waardoor het vuurfront zich dwars
door de brandstof heen een weg naar
de wand baande. Dat probleem werd
opgelost door de brandstofkernen op
een andere manier te gieten. Maar
toen brandde een ring aan de kop van
de verbrandingskamer door en later
nog een ander onderdeel. Het valt niet
mee om de drieduizend graden hete
vlam twintig seconden lang in bedwang te houden en toch is dat precies
wat er voor de recordpoging moet gebeuren. Volgens berekening bevindt
de Stratos-II zich op het moment van
burn-out met een snelheid van bijna
vijfduizend kilometer per uur op vijftien kilometer hoogte en stijgt dan op
eigen traagheid en nauwelijks geremd
door wrijving door tot vijftig kilometer
hoogte.
Radiostraling
Ook radio-astronoom dr. Marc Klein
Wolt (Radboud Universiteit Nijmegen)
hoopt dat de raket een tijdje in de stratosfeer zal verkeren. Zijn ontvanger
bovenin de raket moet duidelijk maken in hoeverre langegolf radiosignalen op die hoogte verzwakken. Zulke
radiogolven kaatsen heen en weer tussen het aardoppervlak en de rand van
de stratosfeer (vanaf tien kilometer
hoogte) waardoor ze tot ver achter de
horizon reiken.
Hetzelfde verschijnsel zorgt er echter
ook voor dat langegolf radiostraling uit
het heelal, de uitgerekte 21-cm waterstofstraling uit het vroege en duistere
begin van het heelal, niet met radiotelescopen op aarde is waar te nemen.
Metingen aan boord van de StratosII moeten duidelijk maken hoe het
aardse radiosignaal afneemt met de
hoogte. Uiteindelijk wil Klein Wolt een
antenne op de maan of in de ruimte
plaatsen om de vroege waterstofstraling te detecteren. Zijn ontvanger is
een van de drie ‘payloads’ aan boord
van de raket.
“Als dit lukt, is de volgende stap honderd kilometer”, zegt Verhoeven.
Hermsen beaamt dat: “Als we dertig
procent gewicht kwijtraken halen we
dat al. Alle resterende brandstof wordt
dan in hoogte omgezet omdat wrijving geen rol meer speelt.” De huidige
raket weegt 180 kilogram waarvan 80
aan vloeibare brandstof (lachgas onder 60 bar druk) en 25 kilogram aan
vaste brandstof. “De daarop volgende
stap is een lancering vanaf een straalvliegtuig, een air-launch, waardoor
we in de ruimte kunnen komen om
daar satellietjes uit te zetten”, vervolgt
Verhoeven enthousiast. “Maar als het
niet lukt, moeten we terug naar de
tekentafel. Het experiment beslist nu
eenmaal.” <<
De lancering is gepland
op 1, 2 of 3 oktober. Volg
het laatste nieuws op de
website dare.tudelft.nl
12
Delta
TU Delft
‘Elke
formule
halveert
je aantal
lezers’
Bèta’s moeten uit hun
schulp kruipen en de
wereld vertellen wat voor
moois ze allemaal doen,
vindt wiskundige en
wetenschapsjournaliste
Ionica Smeets. Ze
schreef het boek
‘Het exacte verhaal,
wetenschapscommunicatie
voor bèta’s’.
Tekst: Tomas van Dijk
Foto’s: Sam Rentmeester
Delta
E
en dame op de fiets knijpt vol in de remmen. "Ik heb zo genoten van Zomergasten”, roept ze. Ionica Smeets kijkt verrast op. Ze moet er aan wennen dat ze BN'er is. Als ze even
later poseert voor haar portret bij dit interview heeft een
andere bewonderaar haar ontdekt. “De slimste mens”, mompelt een
oude man.
Deze maand verscheen Smeets’ boek ‘Het exacte verhaal, wetenschapscommunicatie voor bèta’s’. Het is een verslag van haar eigen
zoektocht naar de beste manieren om natuurwetenschap te populariseren. “Ik schreef het omdat ik jaren geleden zelf graag zo’n boek had
willen lezen. Maar het bestond niet.”
Smeets put deels uit eigen ervaring. Ze weet hoe het is om camera’s op
zich gericht te hebben. Afgelopen zomer kwam ze veelvuldig op tv. De
TU-alumna, die al bekendheid genoot vanwege haar columns over
wiskunde in de Volkskrant en haar column in Delta en die zo nu en
dan aanschoof bij De Wereld Draait Door en Pauw en Witteman, deed
zeven maal mee aan het tv-programma ‘De slimste mens’. Als klap op
de vuurpijl werd ze geïnterviewd door Wilfried de Jong voor VPROprogramma Zomergasten.
Maar haar boek staat bovenal vol tips van de wetenschappers, journalisten, programmamakers en schrijvers die ze interviewde, mensen
die exacte wetenschap goed weten over te brengen aan een breed publiek.
Eén van de geïnterviewden is Michel van Baal, TU-wetenschapsvoorlichter. Hij vergelijkt een interview met stijldansen. Het is iets wat je
samen doet.
Ionica, mag ik je bij dezen ten dans vragen?
Het is een kleffe interviewvraag misschien, maar Smeets moet er gelukkig wel om lachen. “Je hebt het boek gelezen”, zegt ze. “Wilfried
de Jong had ter voorbereiding van Zomergasten het eerste hoofdstuk
doorgenomen dat ik geschreven had. Dat ging erover dat je je als wetenschapper uitvoerig moet voorbereiden op een interview. Hij was
daardoor bang geworden dat ik het hele interview vooraf al had dichtgetimmerd, dat ik een soort college zou gaan geven. Maar zo moet je
het dus niet doen.”
Wat doen bèta’s die hun werk aan een breed publiek willen presenteren, nog meer verkeerd?
“Ze overschatten vaak het belang van hun vakgebied als ze de media
opzoeken. Een eindredacteur zei ooit eens “Rot toch op met je wiskunde”, toen ik weer een verhaal wilde publiceren over een wiskundige.
Als wetenschapper schrijf je uit liefde voor je vak. Dat betekent dat je
goed moet filteren. Je moet je afvragen of je de uitreiking van een bepaalde prijs aan een wiskundige ook interessant had gevonden als die
prijs naar een scheikundige gegaan was wiens theorieën je niet snapt.”
Je schrijft dat je het als jouw morele plicht beschouwt om wiskunde
te populariseren.
“Ja. Ik voel me bevoorrecht dat ik wiskunde heb gestudeerd. En ik vind
‘Wiskunde is een ongenaakbaar
bastion van ellende voor veel
mensen’
13
TU Delft
dat ik mijn stinkende best moet doen voor mensen
die er wat over willen leren. Sommige mensen hebben kreunend eindexamen wiskunde gedaan en
bedenken nu dat ze er toch wel weer wat meer over
willen weten. Voor hen is het heel moeilijk om zich
er verder in te verdiepen. Als ik wil leren over kunst
of geschiedenis, dan zijn er tal van mooie boeken,
lezingen en hoorcolleges waar ik op terug kan vallen. Mensen die meer over wiskunde willen leren,
hebben niet dat voorrecht. Wiskunde is een ongenaakbaar bastion van ellende voor veel mensen.”
Vanwaar jouw liefde voor wiskunde?
“Bij wiskunde werk je stap voor stap aan een bewijs.
Je beredeneert dat iets waar is, dat er geen twijfel
over mogelijk is. En dat gevoel - als je dat bewijs te
pakken hebt – dat is te gek. Het is telkens weer een
cadeautje. Ik denk dat het vergelijkbaar is met het
gevoel van een sporter die een record verbreekt. En
je hebt dat gedoe niet zoals bij industrieel ontwerpen, waarbij men een ontwerp mooi of niet mooi
kan vinden. Je hebt een stelling bewezen en die
klopt gewoon, op welke planeet je je ook bevindt. Je
kunt hoogstens de formule wat eleganter opschrijven.”
Over formules gesproken, wetenschappers gebruiken die maar al te vaak wanneer ze leken
over hun werk vertellen. Dat is dodelijk.
“Stephen Hawking zei dit ooit heel mooi. Elke formule halveert je aantal lezers. Vroeger vond ik dat
onzin. Daar moeten ze maar tegen kunnen, dacht
ik. Maar je moet beseffen hoe ondoordringbaar formules zijn voor buitenstaanders. Je gaat ook geen
Latijnse teksten opzeggen op tv.”
Kijk je vaak met gekromde tenen naar onderzoekers die over wetenschap praten op tv?
“Soms. Bij de Wereld Draait Door werd de wiskundige Barry Koren eens gevraagd uitleg te geven over
Navier Stokes-vergelijkingen. Hij moest formules
op een bord uittekenen. ‘Professor u bent ons allemaal kwijt, maar ga door alstublieft’, zei Matthijs
van Nieuwkerk al heel snel.”
Ja, iedereen in de studio moet op dat moment
lachen.
“Het is misschien wel amusante tv. Maar wat doet
dit voor het beeld van wiskundigen? Wiskundigen
worden als een soort clowns neergezet. Wetenschappers denken vaak dat ze zich niet hoeven
voor te bereiden als ze voor de camera iets moeten
uitleggen, omdat ze de materie kennen. Maar als
je eenmaal in de studio zit, word je geconfronteerd
met de desinteresse in je vak. Je stuit tegen de muur
van de presentator.
Lees verder op pagina 14
14
Delta
TU Delft
‘Als driekwart van de zaal aangeeft
het niet meer te snappen, dan zou
een toeter moeten afgaan’
En je moet je met veel praktische dingen tegelijk bezig houden.
Ongemerkt heb ik geleerd hoe je iemand moet aankijken zonder je rug
naar de camera te draaien. Als je al dit soort dingen niet weet, dan ben je
net een konijn dat in een koplamp kijkt. Ik vond het geweldig om te horen
hoe bioloog Freek Vonk zich voorbereidt op interviews. Hij bedenkt wat de
belangrijkste punten zijn die hij wil overbrengen en oefent met vrienden in
de kroeg.”
Heb jij ook, net als Vonk, een klankbord?
“Mijn artikelen laat ik altijd lezen door mijn moeder. Toen ik dat vertelde
op een bijeenkomst van de vereniging van wetenschapsjournalisten,
moest iedereen hard lachen. Het klinkt misschien wat knullig. Maar het
werkt goed. Ik raad iedereen aan om stukken door leken te laten lezen. Je
schrikt je te pletter over wat er allemaal onduidelijk is in je stuk. Nu wordt
het overigens wel wat lastig met mijn moeder. Ze snapt inmiddels te veel
van wiskunde. Ze is gecorrumpeerd.”
Maar wetenschappers snappen elkaar onderling ook vaak niet, zelfs
wetenschappers binnen een en hetzelfde vakgebied.
“Ja, dat klopt. Wetenschappelijke presentaties bij conferenties zijn ijzingwekkend slecht. Iedereen zit die maar uit te zitten, niemand snapt er wat
van. Het is heel pijnlijk. Vorig jaar ben ik naar acht praatjes gegaan in
Delft over wiskunde. Bij zeven ervan was ik bij drie slides de draad al helemaal kwijt. En dan moet je nog veertig minuten. Het is zo zonde. Honderd
slimme mensen zitten daar in zo’n zaal. Die hadden beter wat anders kunnen doen. En het zijn niet alleen beginners die slechte verhalen houden;
professoren doen het net zo. Stop toch met die colloquia. Er zou een soort
toeter moeten komen. Als driekwart van de zaal aangeeft het niet meer te
snappen, dan moet dat ding afgaan.”
Al die tv-redacteuren kijken naar elkaars programma’s.
Als jij het als wetenschapper ergens goed gedaan hebt, dan
word je vervolgens voor van alles en nog wat gevraagd. Je
moet nee kunnen zeggen. Overigens vind ik dat je als professor best iets triviaals mag uitleggen wat elke eerstejaars
weet. Als jij denkt dat je het goed kan, waarom niet?”
Is je leven veel veranderd na al je tv-optredens van afgelopen zomer?
“Ik word veel voor andere programma’s gevraagd. Laatst
door de EO, voor een nieuw programma, ‘Op zoek naar de
Condor’. Een groep BN'ers gaat samen in de bergen van
Peru op zoek naar een condor. Dat ga ik niet doen. Ik heb
een dag lang om het idee moeten lachen.”
En je gaat ook werken als voetbalcoach?
Terug naar de media. De meeste wetenschappers zijn misschien wat
mediaschuw. Maar denk je niet dat anderen juist te mediageil zijn?
“Je moet niet op tv gaan praten over zaken waar je geen verstand van hebt.
CV
Ionica Smeets (1979) haalde in
2005 haar master technische
wiskunde aan de TU Delft.
In 2010 promoveerde ze aan
de Universiteit Leiden op het
proefschrift ‘On continued
fraction algorithms’. Ze schrijft
columns voor de Volkskrant,
Technische Weekblad en tot
februari dit jaar voor Delta. Samen met Jeanine Daems houdt
ze de blog wiskundemeisjes.
nl bij. Ze werkt ook mee aan
diverse tv-programma’s zoals
Factcheckers. Vorig jaar presenteerde ze samen met Sofie van
den Enk voor de KRO het programma Eureka, over wiskundige antwoorden op dagelijkse
vragen. Deze maand verscheen
haar derde boek ‘Het exacte
verhaal, wetenschapscommunicatie voor bèta’s’ (Uitgeverij
Nieuwezijds).
Lachend: “Ajax-jeugdtrainer Bryan Roy was hier laatst. Hij
had me bij Zomergasten gezien en bedacht dat hij meer
met cijfertjes wilde doen. Hij heeft wat ideeën over spelsystemen waar hij met me aan wil rekenen. Het idee is dat ik
meedenk over lesmateriaal voor de jonge voetballers. Hilarisch dat ik straks Ajax-adviseur op mijn cv kan zetten. Mijn
vriend was flabbergasted toen hij Roy in de tuin zag zitten.
Roy was een sterspeler in de jaren tachtig.”
Ga je die jonge voetballers ook wiskundeles geven?
“Nee, ik denk niet dat ik een erg goede docent zou zijn. Als
je lesgeeft, moet je mensen de dingen zo uitleggen dat ze
het vervolgens na kunnen doen. Dat is lastig. Doceren is iets
anders dan leuke verhalen vertellen. Ik wil mensen de illusie geven dat ze het snappen. Als ik een verhaal vertel moet
je vooral denken: ‘wat is dit tof’!” <<
Delta
TU Delft
15
boeken
Geloof in de wetenschap
een poging een nieuw verhaal te vinden, dat hij provocerend ‘een theologie van de wetenschap’ noemt.
Zijn christelijke achtergrond drukt
daarbij een soms wel erg sterke
stempel op de analyse. Zo wijdt hij
een heel hoofdstuk aan de wijsheidslessen uit het bijbelboek Job
(die gaan over het lijden, een thema
waaraan Arnon Grunberg zich ook
wijdde, toen hij gastschrijver aan de
TU Delft was). Op zich heel interessant, maar niet in alle opzichten relevant voor het onderwerp.
Op zijn sterkst is McLeish als hij op
In ‘Faith and wisdom in
science’ probeert Tom
McLeish de discussie over geloof en wetenschap naar een
hoger niveau te tillen door
terug te grijpen op de tijd
van Newton.
Hedendaagse discussies over de relatie tussen religie en wetenschap
worden gedomineerd door types die
niet alleen vinden dat de een superieur is over de ander, maar ook vaak
dat beide elkaars tegenstander zijn.
Meer gematigde lieden vinden dat
ze elkaars terrein simpelweg niet
moeten betreden. Nog gematigder
lieden proberen compromissen te
bereiken.
Alle drie de benaderingen vinden
geen genade in de ogen van Tom
McLeish, hoogleraar natuurkunde
aan Durham University en praktiserend christen. In zijn boek ‘Faith and
wisdom in science’ betoogt hij dat
wetenschap net als religie voortkomt
uit de menselijke behoefte zijn oorsprong te kennen en zijn omgeving
te duiden. Aan religieuze scherpslijpers, die bijvoorbeeld de evolutietheorie verwerpen, maakt McLeish
geen woorden vuil. Hij richt zich op
de wetenschap, die volgens hem
haar ‘verhaal’ is kwijtgeraakt.
In de tijd van Newton, toen wetenschap nog ‘philosophia naturalis’
heette, was dat verhaal vanzelfsprekend: begrip van de natuur maakte
integraal onderdeel uit van een wereldvisie waar ook zingeving deel van
uitmaakte. De huidige wetenschap is
daarvan losgezongen. McLeish doet
‘De wetenschap zit
vol niet-rationele
motieven, maar
schaamt zich daar
een beetje voor’
zoek gaat naar de motieven van de
wetenschap. Hij laat zien hoe belangrijk esthetische overwegingen
kunnen zijn, bijvoorbeeld bij Copernicus, die vasthield aan de zon in het
middelpunt van het zonnestelsel,
ondanks de slechtere voorspellingen
die dit aanvankelijk opleverde. De
wetenschap is evengoed in staat om
zich bij mysteries neer te leggen,
zoals de aanvaarding dat kleine deeltjes tegelijkertijd golven kunnen zijn.
Kortom, betoogt McLeish, de wetenschap zit vol niet-rationele motieven,
maar schaamt zich daar een beetje
voor, terwijl ze die eigenlijk zou moeten omarmen om haar betekenis
voor de mens duidelijk te maken.
‘Faith and wisdom in science’ is geen
makkelijk boek. Het abstractieniveau is hoog en er wordt nogal wat
wetenschapsfilosofische voorkennis
verwacht. Bovendien is het sterk
gekleurd door McLeish’ persoonlijk
voorkeuren. Hoewel niet op alle
fronten geslaagd, is het niettemin
een moedige poging de wetenschap
te formuleren als een vorm van zingeving aan het bestaan. (CJ)
Tom McLeish, ‘Faith and wisdom
in science’, Oxford University
Press, ISBN 978-0-19-870261-0
Wonen in een parkeergarage
Werken in een verticale stad,
thee drinken in een glazen
boerderij of een huis als een
parkeergarage. Het jaarboek
‘Architectuur in Nederland’
laat de oogst zien aan opmerkelijke, nieuwe gebouwen.
Wie in Rotterdam komt, kan niet om
de nieuwe, gigantische glazen kolos
op de Kop van Zuid heen. Het is niet
zomaar een bouwwerk, maar een
ware verticale stad. Het herbergt
kantoren, appartementen, een
hotel, restaurants en een café. Het
gebouw valt ook op door de drie verspringende torens. Met 160 duizend
vierkante meter vloeroppervlak is:
‘De Rotterdam’ - want die fantasieloze naam heeft het pand gekregen
- het grootste multifunctionele gebouw in ons land.
Het prijkt op de voorkant van het
jaarboek en is een van de belangrijkste gebouwen dat de afgelopen
jaren is gebouwd.
De redactie van het boek kreeg meer
dan 350 inzendingen en stelt optimistisch vast dat de problemen in de
bouwsector niet zichtbaar zijn in het
jaarboek. ‘Er wordt in Nederland nog
veel gebouwd en de kwaliteit van de
architectuur is door de bank genomen van een hoog niveau’, schrijft
de redactie, die een Delfts tintje
De problemen in de
bouwsector zijn niet
zichtbaar in het jaarboek
heeft. Hoogleraar bouwkunde prof.
dr.ir. Tom Avermaete en TU-alumnus
en architect Hans van der Heijden
zitten onder anderen in de redactie.
Het jaarboek staat vol met blikvangers. Toch zijn er een paar die extra
opvallen. Een goed voorbeeld is de
Glazen Boerderij die het Rotterdamse architectenbureau MVRDV ontwierp. Het staat in Schijndel. Zowel
het ontwerp als de totstandkoming
ervan is opmerkelijk. Uit gesprekken
met buurtbewoners kwam onder
meer een maximale bouwhoogte
naar voren. ‘Het overeengekomen
maximale volume leek op een groot
huis met een zadeldak’ en leidde
tot een boerderijvorm. Binnenin het
gebouw zitten bedrijven, winkels en
horeca. De gevel is van glas, dat bedrukt is met foto’s van lokale boerderijen. Het levert een modern gebouw
op met traditionele elementen. Een
‘hyperbolische karikatuur van de
agrarische oorsprong van kerkdorp
Schijndel’, volgens het jaarboek.
Niet alleen de multifunctionele gebouwen springen in het oog. Ook de
opzienbarende Villa Kogelhof valt
op. In Zeeland werd deze woning
gebouwd voor een handelaar in uien
en aardappelen. Hij wilde een woning net als de parkeergarage aan
het Museumpark in Rotterdam. Hij
schakelde daarom Paul de Ruiter in,
die de parkeergarage heeft ontworpen. Het resultaat is schitterend. Het
gebouw heeft een ondergrondse garage en kantoor met uitzicht op water. Daarboven zit een langgerekte
woning, met grote ramen, die haast
in de lucht lijkt te zweven.
Het boek staat vol met mooie gebouwen, waar opvallend vaak veel
glas in is verwerkt. Het jaarboek beslaat de jaren 2013 en 2014 en dat
zijn zeker geen slechte jaren. De lezer
vergaapt zich aan prachtige ontwerpen in wat de uitgever terecht ‘het
visitekaartje voor de Nederlandse
bouwkunst’ noemt. (RV)
‘Architectuur in Nederland. Jaarboek 2013/2014’, nai010 uitgevers, 176 pagina’s, 39,50 euro.
IN THE SPORTLIGHT
sportzaken
Annewiet Vermeulen
Specs
1.76 meter
Gewicht
61 kilo
‘Superwaardeloos’
Geboortejaar
1995
studie:
Dubbel gevoel voor zeilsters, corporale
slaag voor virgilaanse hockeydames en
vliegende start van zijdeurpromovendus.
industrieel ontwerpen
Sport:
Competitieshirt met
clublogo in clubkleuren.
tennis (sinds één jaar bij Tenniphil)
andere sporten:
wel eens gebadmintond
Waarom tennis?
“Ik doe het van jongs af aan. Mijn
hele familie tennist. Ik vond het leuk
en ben ermee doorgegaan.”
Welk niveau?
“Gemiddeld.”
Sterke punten?
“Ik ben balvast en word niet snel
boos op mijzelf.”
Zwakke punten?
“Omdat ik niet snel boos op mezelf
word , is de drang om te winnen
minder groot. Ik vind het het belangrijkst dat ik lekker gespeeld heb.”
Blessuregevoelig, lichamelijke
zwakheden?
“Nee.”
Hoogtepunten/prijzen?
“Ik speel graag competitie, vooral
de dubbels. Jammer dat tennis geen
echte teamsport is.”
Waarom zou iemand moeten gaan
tennissen?
“Je krijgt er een goed balgevoel van.
Als je tennist merk je dat sporten
als softbal, pingpong en badminton
veel makkelijker zijn.”
Wit tennisrokje met
inwendig een elastisch broekje om
ballen in te kunnen
bewaren tijdens het
spelen.
Waarom bij Tenniphil?
“Bij de club van mijn ouders thuis
vond ik het niet meer zo leuk, alle
leeftijdgenoten gingen weg. Omdat
ik door wilde gaan en lid was van
Virgiel, leek het me handig om bij
de ondervereniging daar te gaan
spelen.”
Ergens een hekel aan?
“Aan heel fanatieke tegenstanders
die op zichzelf schelden en boos
worden.”
Bijzonderheden?
“Ik heb bij Tenniphil binnen een jaar
heel veel mensen leren kennen die
dezelfde interesses hebben.”
(Foto: Sam Rentmeester)
Ambities?
“Plezier hebben, maar ook beter
worden.”
Doorsnee racket,
met demper (zwart
vlekje). ‘Mijn vader deed er een
elastiekje om, dat
werkt ook.’
Doodgewone
tennisschoenen.
Een ‘dubbel gevoel’, daarmee kampten TU-studente
Annette Duetz (TN) en haar compagnon Annemiek
Bekkering na de bijna perfect verlopen medalrace
vorige week zondag, in de Golf van Biskaje. Het WK
zeilen in de ‘stoere vrouwenboot’ de 49er FX waren
ze een week eerder uitstekend begonnen. Op de
voorlaatste dag van het evenement faalde het duo
echter opzichtig. Door een aantal verkeerde keuzes
kwam het koppel als zestiende over de finish. “We
hebben het eigenlijk weggegeven, dat is gewoon
superwaardeloos”, erkende Bekkering. Frustrerend,
want door het opgelopen puntenverschil met nummer drie in de totaalstand, was de kans op eremetaal – en daarmee ook de kans op directe kwalificatie voor de Spelen in Rio - verkeken.
Toch kon het koppel zich een dag later in de medalrace voldoende oppeppen om als tweede te finishen
en zo hun vierde plaats vast te houden. “Het is echt
fijn dat we hebben laten zien wat we kunnen”, zei
Duetz direct na afloop. “We gingen met een plan het
water op en hebben dat uitgevoerd, zo eenvoudig
ging het eigenlijk vandaag. We hadden de medalrace bijna nog gewonnen ook. Het gevoel over onze
vierde plaats is nu wel dubbel. We hebben in het begin van de week heel goed gevaren en gisteren alle
kansen op een medaille weggegeven. Maar ik denk
dat we over een tijdje blij zijn met dit resultaat.”
Blij zijn met het resultaat is wel erg zacht uitgedrukt
voor de voldoening die moet hebben geheerst bij de
hockeydames van DSHC, nadat de corpsvrouwen bij
de competitie-opening de prestigestrijd met het Dopie van Virgiel ruim in eigen voordeel hadden beslist:
5-1. Voor hen kan het seizoen vermoedelijk nu al
niet meer stuk. Bovendien werd in speelronde twee
ook Noordwijk verslagen (2-1). Het hoogst spelende
TU-team, heren-1 van DSHC, begon in klasse 1B eveneens met twee zeges. Slachtoffers waren De Reigers
en De Kieviten.
Zo’n vliegende start kenden verrassend genoeg ook
de neutrale mannen van Scoop in 3B. De heren, die
dankzij een zelf ingezette wildcard en een geslaagd
verlopen eendaags play-off toernooi als middenmoter zowaar promotie naar de derde klasse in de
wacht sleepten, begonnen de nieuwe competitie
doodleuk met twee zeges. Dat geldt in dezelfde klasse trouwens ook voor Dopie.
Dat belooft wat voor de onderlinge confrontatie op
12 oktober. Eerder al liet Scoop-voorzitter Jorin van
der Harst in deze rubriek zelfverzekerd weten: “Dat
wordt een kraker. Ik denk dat wij met 3-1 gaan winnen na een 1-1 ruststand.” Wordt vervolgd.
Tips? [email protected]
Wat: I'm Binck
Waar: Binckhorst Den
Haag
Wanneer: Van 1 oktober
tot en met 1 november
2014
Prijs: Gratis
Partyprognose:
7
17
party
Spotters
Alleen voor kunstzinnige bin(c)ken
Het festival I'm Binck geeft een andere kijk op de bedrijvigheid op de Haagse
Binckhorst.
Een beetje leegstaand of saai bedrijventerrein hipt zichzelf op tegenwoordig. En zo komt het dat
in de Haagse Binckhorst de laatste jaren steeds meer kunstenaars zetelen. Ze werken er tussen
lassers, advocaten en innovators op het gebied van duurzaamheid. Een bonte mix van disciplines,
waar oude en nieuwe industrie elkaar versterken.
Zoiets roept natuurlijk om een evenement. Met meer dan vijftig evenementen op bijzondere,
industriële locaties laten Binckhorst-ondernemers het publiek een maand lang zien waarom zij zo
gek zijn op hun omgeving. Tijdens de derde editie van I'm Binck is er van alles te beleven op het
gebied van film, muziek, dans, nieuwe technologieën, movement, productpresentaties, kunst,
ondernemerschap, industrieel erfgoed, stedenbouw, architectuur, (urban) culture & sports en
eten & drinken.
De opening, op 1 oktober van 17.00 tot 20.00 uur bij De Besturing aan de Saturnusstraat 89,
begint al lekker: je kunt oesterzwammen proeven die gekweekt zijn op koffiedik van KPN, tijdens
een optreden van de drumformatie Yamamoto. Gratis: je hoeft je alleen maar even aan te melden
via de website. In een oude stadsbus van de HTM is dagelijks tussen 17.00 en 20.00 een mobiele
tentoonstelling te zien over de geschiedenis van De Binckhorst. Van 1 tot en met 5 oktober toont
Art The Hague in de Fokker Terminal aan de Binckhorstlaan hedendaagse kunst van talloze kunstenaars. En dan kun je óók nog de biertjes proeven van de Haagse brouwerij De Kompaan, die
een proeflokaal heeft ingericht in De Besturing. Lekkere happen zijn er ook, in de vorm van eigen
worst, kazen en broodjes Pulled Pork, iedere donderdag en vrijdag tussen 16.00 en 21.00 uur. O,
mét live muziek, overigens!
Netwerken, workshops volgen, lekker anoniem een muziekfestival bijwonen of wijn proeven; er is
eigenlijk maar weinig dat niet aan bod komt tijdens I'm Binck. Slim plannen, is het devies. Omdat
de meeste evenementen plaatsvinden rond borreltijd, combineer je I'm Binck idealiter met een
avondje stappen in Den Haag, of ter afsluiting van een saaie collegedag. In het laatste geval mag
je de afsluiter niet missen: boksgala Food Fight Music All Night, met behalve boksen veel live muziek, dans en vuur op de kade. Kost je wel dertig euro trouwens. Maar dat is natuurlijk peanuts als
je de hele voorgaande maand gratis cultuur hebt kunnen snuiven. (JB)
www.imbinck.nl
Verboden woord
Als rugbyspeler hoef ik er niet mee aan te komen
bij mijn huis- en teamgenoten. Als 'vleesetariër' heb
ik het jaren uitgelachen. Maar je loopt er soms
toch tegenaan en je kunt er niet omheen. Het
verboden woord: vegetariër.
Toch eet ik nu ook minimaal één keer in de week
geen vlees meer. Het is niet alleen goed voor je,
maar ook nog eens goedkoper dan elke dag vlees
kopen. Dus hoe overleef ik het? Gewoon heel erg
lekker vegetarisch koken!
Paddenstoelenpasta
Nodig: bakpan, kookpan, snijplank, mes, blender of
staafmixer
Ingrediënten voor één grote portie: 150 gram pasta,
witte wijn (klein flesje, grote als je wat wil drinken),
grote bak champignons, ui, twee tenen knoflook,
150 milliliter room, 150 gramdiepvrieserwten, olie,
zout en peper, walnoten en parmezaanse kaas
Zet een pan water op voor de pasta. Bewaar
ongeveer drie champignons en snij de rest in plakjes
van een halve centimeter. Snipper een ui en de
knoflook. Zet je pan op middelhoog vuur en bak de
champignons en de ui in een beetje olie. Als de olie is
opgezogen door de champignons, voeg je weer een
beetje olie toe. Zo verbranden de champignons en
de ui niet. Als de ui glazig is, voeg je de knoflook toe.
Op een gegeven moment laten de champignons hun
vocht los. Ga door met bakken tot al het vocht
is verdampt en de champignons ongeveer
een derde van hun grootte hebben en
goudbruin zijn. Blus af met een beetje
wijn en de room, en laat de alcohol
verdampen. Pureer het mengsel (dit
is nu je saus) en voeg zout en peper
naar smaak toe. Bak de losse
champignons even kort, kook de
erwten gaar, kook de pasta gaar
en combineer alles. Walnoten en
parmezaan er overheen.
Met geslepen messen,
Job Hogewoning
Hollands
glorie
In hun eerste week neemt professor Ramon Hanssen
zijn masterstudenten mee naar Hofwijck - het huis
van Christiaan Huygens en het middelpunt van veel
wetenschappelijke ontwikkelingen in de gouden eeuw.
D
e lage ochtendzon straalt
naar binnen door de glas-inlood ramen. Weerkaatsingen
op het water van de slotgracht
fladderen over het lage plafond. Misschien hebben die Huygens wel tot
zijn golftheorie geïnspireerd. Uit het keukentje komt de geur van koffie terwijl beheerder
Jack Zuurmond koffiekopjes op de tafels
zet. "Hier is heel weinig veranderd sinds
de tijd van Christiaan Huygens", vertelt hij.
Dezelfde zwart-witte stenen op de vloer en
dezelfde witte tegels aan de wand. Niet dat
Christiaan hier veel tijd heeft doorgebracht.
Het souterrain dat uitkijkt op de slotgracht
was immers het domein van de huishoudelijke staf. Christiaan en zijn vader Constantijn brachten hun tijd in hun buitenhuis Hofwijck voornamelijk op de begane grond door
met studie en muziek. De zolder was het
domein van Christiaan. Hier sleep hij zijn
lenzen, bouwde hij zijn slingeruurwerken en
ontdekte hij de ringen van Saturnus en diens
maan Titan.
Gravitatie-expert René Reudink en gpsspecialist dr.ir. Hans van der Marel brengen
over de slotbrug grote statieven naar binnen.
Daar gaan de studenten vanmiddag mee aan
het werk, vertellen ze. De kamer op de begane grond heeft glas-in-lood vensters rondom
en zwart met witte marmeren tegels op de
grond. Het rood geschilderde balkenplafond
hangt vier meter hoog, waardoor de kamer
ondanks het bescheiden oppervlak toch
ruim aanvoelt. In drie hoeken van de kamer
bouwen de TU-medewerkers proefopstellingen op met een koperen kegel aan een dun
koord. Gestommel in de hal en daar komen
de studenten binnen. Vanuit Delft zijn ze
zeven kilometer langs de Vliet gefietst. Anderhalf uur en twee lekke banden later hebben ze het historische kasteeltje in Voorburg
dan toch bereikt. Ze zijn afkomstig uit de VS,
Duitsland, Griekenland en Frankrijk dus is
Engels de voertaal onder de masterstudenten geoscience & remote sensing (faculteit
Civiele Techniek en Geowetenschappen).
Het fietstochtje langs de Vliet is voor de
meesten van hen de eerste kennismaking
met Nederland. Een kennismaking die wat
prof.dr.ir. Ramon Hanssen betreft niet blijft
steken bij klompen, tulpen en Delfts blauw.
Broedplaats
"De keuken waar we nu zitten is nog vrijwel
het zelfde als in 1640 toen Hofwijck gebouwd
werd als buitenhuis voor de welgestelde familie Huygens", vertelt Hanssen. "Toen was
Schiphol, waar velen van jullie geland zijn,
nog een groot meer. Deze omgeving was een
ongelofelijke broedplaats aan talent waar
ontdekkingen gedaan zijn die we vandaag
de dag nog steeds gebruiken. Ook voor de
wetenschap en techniek was de zeventiende
eeuw werkelijk een gouden eeuw."
Als voorbeeld haalt Hanssen een messing
apparaatje tevoorschijn dat niet groter is dan
een pink. "Dit is een replica van de eerste microscoop van Antoni van Leeuwenhoek die
in Delft woonde. De lens is niet groter dan
een waterdruppel, maar het vergde dagen
slijpen om zoiets te maken." Lenzen slijpen
was trouwens helemaal hot toen. Iedereen
met een beetje ontwikkeling probeerde dat.
Hanssen geeft de replica door: "Je moet de
lens zo ongeveer tegen je pupil houden om
wat te zien. Als eerste zie je dan de kop van
de koperen naald die er vlak voor zit.
Aan die naald hing een druppel met slootwater waarin Van Leeuwenhoek levende
wezentjes ontdekte. Dan kun je je een beetje
voorstellen hoe dat ging."
"Ook de schilder Johannes Vermeer woonde
in die tijd in Delft. Hier zie je een reproductie
van zijn schilderij De Geograaf. Het is een
typische Vermeer met een persoon en objecten voor een raam waar het licht doorheen
valt. De Geograaf bestudeert een uitgevouwen kaart en op de kast achter hem staat een
globe. Die was toen net vijf of tien jaar daarvoor uitgevonden en gemaakt door Jodocus
Hondius." Vermeer mocht graag de nieuwste
attributen in zijn schilderijen opnemen:
landkaarten, Perzische tapijten en chinees
porselein (waaruit later het Delfts blauw ontstond).
"Het schilderij lijkt op De Astronoom waar
een man de sterrenhemel op een bol bestudeert. Maar het lijkt twee keer dezelfde man.
En ik denk dat hij Van Leeuwenhoek heeft
geschilderd. Het kan niet anders dan dat die
mannen, die even oud waren, elkaar gekend
hebben."
Christiaan Huygens was ongelofelijk veelzijdig (zie kader) en je zou hem Nederlands
eerste ingenieur kunnen noemen.
Hij stelde wiskundige modellen op over de
natuur, bouwde zijn eigen instrumenten
waarmee hij vervolgens nieuwe waarnemingen kon doen.
Lees verder op pagina 20
Eregalerij
Het bekendst is hij wel als uitvinder van het
slingeruurwerk. Op de begane grond hangt een
slinger van een torenuurwerk met de vinding
die hem beroemd heeft gemaakt.
Het probleem met een slinger als tijdmeter is
dat de slingertijd alleen constant is bij een kleine uitwijking. Bij een grotere uitwijking wordt
de slingertijd langer. Huygens maakte aan de
bovenkant van de slinger twee gekromde plaatjes die de slinger, en daarmee de slingertijd,
inkorten wanneer de uitwijking te groot wordt.
Het effect was dat de slingertijd veel minder afhankelijk is van de uitwijking.
Voor tijdmeting op zee, en de bepaling van de
oost-west positie waar men indertijd naar op
zoek was, voldeed de slinger helaas niet.
Een andere toepassing van de slinger is de meting van de zwaartekracht, vertelt dr.ir. Cornelis Slobbe. Hij leidt het middagprogramma in.
Als je de lengte van de slinger en de slingertijd
meet kun je daar de zwaartekracht mee berekenen. We zijn geneigd om de zwaartekracht als
constante te beschouwen van 9,81 m/s2. Maar
dat klopt alleen bij benadering. Als je precies
genoeg meet, varieert de zwaartekracht met de
hoogte en met de plaats op aarde (bij de polen
groter dan aan de evenaar), met de grondwaterstand en zelfs met zware regenval.
Als oefening in bescheidenheid mogen de studenten 's middags de zwaartekracht bepalen op
de manier waarop Huygens dat deed: met een
slinger. In drie groepjes van zeven verdelen de
studenten zich rond de statieven op de begane
Ramon Hanssen (links) leidt de studenten rond.
grond. Ze meten zo nauwkeurig mogelijk de
lengte van de slinger, geven die een klein zetje
en meten dan de tijdsduur van tien slingeringen. Met die slingertijd valt de waarde voor g
uit te rekenen. En dat doen de studenten voor
iedere gemeten slingertijd. Een groep meet
waarden tussen 9,2 en 9,8. Bij een andere groep
lopen de waarden zelfs uiteen van 9,7 tot 12,2.
Gewend aan onze digitale apparaatjes, is het
moeilijk voor te stellen hoe wankel de eerste
schreden van de wetenschap waren. <<
Christiaan Huygens
(1629 - 1695)
Johannes Vermeer
(1632 - 1675)
Antoni van Leeuwenhoek
(1632 - 1723)
Portret door Caspar Netscher (Wikimedia)
Uitsnede van zelfportret (Wikimedia)
Portret door Jan Verkolje
Zoon van dichter, diplomaat en componist
Constantijn Huygens. Christiaan had meer
interesse voor wiskunde, natuurkunde en
astronomie. In navolging van Descartes
geloofde hij in de eigen waarneming. Hij
bestudeerde de val- en slingerbeweging,
ontwikkelde het slingeruurwerk, formuleerde de wetten van de golfvoortplanting en legde met zijn kansberekening de
basis voor het verzekeringswezen. Met
zijn zelfgeslepen lenzen deed hij baanbrekende waarnemingen als de ringen van
Saturnus en diens maan Titan.
De Delftse schilder is bekend van zijn interieurs bij open ramen en natuurlijk van
het gezicht op Delft en het meisje met de
paarlen oorbel. Zijn oeuvre is niet groot
(34 schilderijen) maar wel opvallend accuraat in perspectief en lichtval. Zo zelfs
dat kunsthistorici dachten dat Vermeer
met een camera obscura of andere optische middelen gewerkt moet hebben.
Daarvoor is nooit bewijs gevonden.
Hij verdiende de kost als lakenhandelaar,
roerde zich in de Delftse politiek en begon zich te interesseren voor lezen. Hij
was de eerste die met een zelfgebouwde
microscoop levende wezens in slootwater ontdekte. Daarna volgde de ontdekking van spiervezels, spermacellen en
bloedcellen. Hij maakte z'n vindingen
bekend via briefwisseling met de Royal
Society in Londen waar Newton de voorzitter was (vanaf 1703).
Tekst: Jos Wassink
Foto’s: Sam Rentmeester
Delta
21
TU Delft
Deze omgeving was
een ongelofelijke
broedplaats aan talent
waar ontdekkingen
gedaan zijn die we
vandaag de dag nog
steeds gebruiken
De studenten meten zo nauwkeurig mogelijk de lengte van de slinger.
Baruch Spinoza
(1632 - 1677)
Hugo de Groot
(1583 - 1645)
Simon Stevin
(1548 - 1620)
Schilder onbekend. (Beeld: Wikimedia)
Portret door Michiel Jansz. van
Mierevelt. (Beeld: Wikimedia)
Beeld in Brugge door Louis Simonis.
(Foto: Ad Meskens)
Jurist, ook bekend als Grotius, die de
basis legde voor het internationaal recht
en de auteur was van het zeerecht (Mare
Liberum) . Zijn standbeeld staat op de
Markt in Delft. De Groot werd opgesloten
wegens zijn pleidooi voor scheiding van
kerk en staat en wist in een boekenkist
uit slot Loevestein te ontsnappen. De
Groots vader heeft in Delft een valproef
uitgevoerd met Simon Stevin.
Over Stevin schreef Hugo de Groot dat
hij de verschillende bewegingen van
de aarde doorgrondde. De valproef die
zijn vader met Stevin heeft uitgevoerd
speelde daarbij een rol. Door twee 'loden
kloten' met sterk verschillend gewicht
van een kerktoren te laten valen (waarschijnlijk de Nieuwe Kerk) die spatgelijk
op een houten vlonder neerkwamen,
bewees de wiskundige en militair ingenieur dat de valversnelling onafhankelijk is
van de massa.
Zoon van Portugees Joodse ouders die
de inquisitie ontvluchtten naar de tolerante metropool Amsterdam. Baruch
werd in de joodse gemeenschap van
Amsterdam geboren, maar ontworstelde
zich aan de dogmatiek. Als filosoof wordt
hij tot de 'rationalisten' gerekend omdat
in zijn visie god en natuur aan dezelfde
onderliggende regels gehoorzamen. Zijn
geld verdiende hij met lenzen slijpen die
door zijn buurman Huygens en anderen
hoog geprezen werden.
22
Delta magazine
Delta
TU Delft
‘Het hebben
van een
ingenieurstitel,
is geen garantie
voor ethisch
gedrag’
Jack Pronk werd in 2013 door rector Karel Luyben gevraagd vertrouwenspersoon
wetenschappelijke integriteit te worden voor de TU Delft. Zijn ervaringen na ruim een
jaar: “Is het een wondermiddel? Nee. Kan het helpen? Jazeker.”
Drijfveren
“Wetenschappelijke integriteit is een onderwerp dat me al lang fascineert, omdat vertrouwen belangrijk is in de wetenschap. Als het
vertrouwen in wetenschap wordt geschaad, kan dat desastreuze gevolgen hebben. Ik heb in mijn nabije omgeving één keer een narrow
escape meegemaakt aan de TU. Ik ga daar verder niet op in want ik
wil niet dat mensen herkenbaar zijn, maar dat voorval heeft me nog
eens met de neus op de feiten gedrukt dat wetenschappelijke integriteit essentieel is. Om daarover te kunnen praten, is het belangrijk dat
drempels zo laag mogelijk zijn. Een vertrouwenspersoon is een van
de middelen die je daarvoor kunt inzetten. Ik werk daar graag aan
mee.”
Verleidingen
“Ook als je de illusie hebt dat je integriteit op het netvlies hebt, is er
niet veel voor nodig om in een spanningsveld terecht te komen als lid
van een groep, als begeleider of als student. Er wordt nu veel gepubliceerd over perverse prikkels en de druk op wetenschappers. Integriteit is voor mij: juist in aanwezigheid van die druk en verleidingen
toch op een zuivere manier blijven werken. Je bewust te zijn van die
verleidingen en ze zeker niet als excuus gebruiken. Ik doe dit werk nu
een jaar en ik denk dat het een zinvolle aanvulling is. Is het een wondermiddel? Nee. Kan het helpen? Jazeker.”
Procedure
“Mensen nemen contact op per mail of telefoon waarna ik ze uitnodig op mijn kamer of, als de TU te beladen is, ergens anders. We
praten in strikt vertrouwen. In eerste instantie luister ik. Samen
probeer ik zo duidelijk mogelijk te krijgen waar de schoen wringt en
hoe breed het probleem is. Ziet de persoon zelf mogelijkheden om
een uitweg te vinden? Het kan zijn dat de betrokkene een klacht wil
indienen bij de commissie wetenschappelijke integriteit. Ik kan dan
adviseren hoe dat te doen. De commissie geeft advies aan het college
van bestuur en dat beslist. Ik ben geen partij in eventuele conflicten.”
Contacten
“Zo’n twintig mensen hebben mij al weten te vinden als vertrou-
Tekst: Connie van Uffelen
Delta magazine
wenspersoon wetenschappelijke integriteit. Bij die contacten varieert het van één keer een gesprek tot veel intensievere trajecten
waarbij je mensen vijf of zes keer spreekt. Gezien de kleine aantallen ga ik geen specifieke voorbeelden noemen. Er waren mensen die hun eigen handelen wilden toetsen. Daarbij heb ik wel
eens een compliment uitgedeeld. Anderen hadden het vermoeden getuige of slachtoffer te zijn van inbreuk op de wetenschappelijke integriteit. In enkele gevallen heb ik met hun instemming
gesprekken gevoerd met een betrokkene. Meer wil ik er niet over
zeggen, want dan wordt het herkenbaar.”
Klachten
“Of gesprekken concreet geleid hebben tot indiening van klachten, wil ik liever niet zeggen. Het is in ieder geval gespreksonderwerp geweest in sommige gesprekken. Met instemming van een
gesprekspartner kan ik procedurele – maar geen inhoudelijke
- zaken checken bij de voorzitter van commissie wetenschappelijke integriteit. Vaak kunnen problemen worden opgelost zonder
tussenkomst van de commissie. In twee gevallen heb ik gevraagd
of een geanonimiseerde en een door betrokkene goedgekeurde
weergave van een succesvolle aanpak gebruikt mocht worden
voor onderwijsdoeleinden. Ik zeg niet waar dat over ging, omdat
ik het nog maar zo kort doe. Over vijf jaar gaat het wellicht over
grotere aantallen, zodat zaken verscholen gaan in de anonimiteit.”
Promovendi
“Misschien is er één punt dat ik wel concreet kan noemen. Toen
ik net vertrouwenspersoon was, heb ik vrij veel gesprekken gevoerd – daar schrok ik in het begin wel van - met promovendi die
aan eind van het eerste jaar een ‘no go’ hadden gehad voor hun
promotietraject. Wij hebben toen als organisatie geconcludeerd
dat dit niet primair de rol van de vertrouwenspersoon moet zijn.
In de Graduate School wordt daar nu een andere voorziening
voor getroffen: een beroepscommissie. Het is lastig om dat onder
de wetenschappelijke integriteit te vangen. Je zit dan snel meer
in de arbeidsverhoudingen dan in de zuiverheid van het wetenschappelijk proces.”
In een intern memorandum geeft de TU voorbeelden van mogelijke inbreuk op de wetenschappelijke integriteit, zoals onder
meer fingeren, onterecht (mede-)auteurschap, verwijtbare onzorgvuldigheden en plagiëren. Pronk laat er zijn licht op schijnen.
Fingeren
“Onder fingeren versta ik het verzinnen van en ‘foezelen’ met
data. Het hebben van een ingenieurstitel of werk aan deze instelling is geen garantie voor ethisch gedrag. Waar het om gaat is een
cultuur te scheppen waarbij dit soort zaken bespreekbaar is en
snel gesignaleerd wordt. Tijdens de studie moet je al praten over
het belang hiervan. Daaraan gekoppeld is: letten op elkaar. Het
helpt om te kijken of het wel goed gaat met een collega. En om jezelf geregeld af te vragen of je nog wel goed bezig bent.”
Onterecht (mede-)auteurschap
“Punt is dat je in discussies komt over wat een wezenlijke bijdrage is aan een publicatie. Afhankelijk van het vakgebied zijn er uit
traditie geboren conventies over wie er eerste en laatste auteur
is. Ook daar kun je discussies over hebben. Bijvoorbeeld: twee
promovendi, moeten die gedeeld eerste auteur zijn? Daar spelen
soms positieve menselijke eigenschappen als generositeit en loyaliteit doorheen. Wat heeft de groepsleider er aan bijgedragen?
Dat debat is volop gaande. Als je het onderzoeksproject bedacht
hebt, rechtvaardigt dat een plek op de auteurslijst? Ook als dat
‘Als het vertrouwen
in wetenschap wordt
geschaad, kan dat
desastreuze gevolgen
hebben’
werk vervolgens door anderen is uitgevoerd? Er zijn geen in steen
gebeitelde wetten voor bij de TU Delft. Aantoonbaar alleen om
politieke redenen mee publiceren, is iets wat je uit het oogpunt
van integriteit niet zou moeten willen.”
Verwijtbare onzorgvuldigheden
“Als wetenschappers er op gewezen zijn, of uit een snelle analyse
van de literatuur hadden kunnen uitvinden dat de methoden
die ze gebruiken ondeugdelijk zijn, maar die methoden toch
blijven gebruiken, dan vind ik dat een voorbeeld van laakbaar
onzorgvuldig handelen. Dat geldt nog sterker als er gevaar voor
lijf en goed aan verbonden is of als het betreffende laboratorium
er geen vergunningen voor heeft. Iedereen heeft de plicht zich
vooraf over dat soort dingen te informeren.”
Plagiëren
“Afgelopen jaar is er in de landelijke pers veel te doen geweest
over ‘zelfplagiaat’, recycling van tekst uit eerdere publicaties van
jezelf. De KNAW zei eerder dit jaar: zelfplagiaat is een contradictio in terminis, die term moeten we niet gebruiken. Daar zit veel
zinnigs in. Ik wil best verklappen dat toen ik las over zelfplagiaat,
ik dacht: oei als ze sommige van mijn artikelen door een scanner halen, vinden ze dat ook. Dat komt doordat we in mijn groep
stukjes in de ‘Materialen en Methoden’ secties van artikelen
bondig opschrijven en hergebruiken. Daar kan ik niet zo veel
kwaads in ontdekken. Tegelijkertijd: als je meer inhoudelijke
teksten naar twee verschillende tijdschriften gaat sturen, is er
wel iets dat niet klopt. Er is niet één antwoord op de vraag 'wat
adviseer ik' als een collega bij mij een vermoeden van plagiaat
uit. Vaak nemen mensen die zoiets willen bespreken al materiaal
mee naar een gesprek. Wat meespeelt is de ernst, het tijdsbestek
waarover het gespeeld heeft en de hiërarchische verhouding tot
de persoon. Het is samen zoeken naar wat in die specifieke situatie de opties zijn.”
Gewetensnood
“Een uitkomst kan zijn dat iemand het toch niet aandurft ergens
een zaak van te maken. Dan blijft het gesprek vertrouwelijk en
gebeurt er niks. Kan dat mij voor dilemma’s plaatsen? Ja. Is dat
in het afgelopen jaar gebeurd? Nee. Gelukkig nog niet. Ik spreek
soms met vertrouwenspersonen van andere universiteiten. Niet
om vertrouwelijke casussen te bespreken, maar om op een niveau hoger te praten over hoe je met dilemma’s omgaat. Ik denk
dat ik een modus heb gevonden om daar goed mee uit de voeten
te kunnen.” <<
Prof.dr. Jack Pronk is hoogleraar en groepsleider industriële
microbiologie bij de afdeling biotechnologie van de faculteit Technische Natuurwetenschappen. Sinds 2013 is hij vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit en vertrouwenspersoon bestuurlijke integriteit aan de TU Delft.
23
24
boeken
VAKANTIE IS...
GRATIS ADVERTENTIE
...MUZIEK
Beschaving herbouwen
VAKANTIE IS WIELEWAAL
Stichting Wielewaal zoekt vrijwilligers om
kinderen, jongeren en volwassenen
met een beperking een
onvergetelijke vakantietijd te bezorgen.
Maak jij het mogelijk?
www.wielewaal.nl/
vrijwilligers
Beter wachten op
de trein, dan wachten
op een nier.
Irritant hè, wachten?! Een nierpatiënt wacht ook.
Tot z’n bloed is gespoeld, tot er een donornier is,
of… tot het te laat is.
Ga naar nierstichting.nl
In ‘Faith and wisdom in
science’ probeert Tom
McLeish de discussie over
geloof en wetenschap
naar een hoger niveau
te tillen door terug te
grijpen op de tijd van
Newton.
Aan boeken en films over een
postapocalyptische wereld is
geen gebrek. Zonder uitzondering gaan die over de periode
niet lang na de catastrofe,
waarin de mensheid overleeft
op de restjes van de voorbije
beschaving. Lewis Dartnell,
onderzoeker aan de University
of Leicester, vraagt zich iets anders af: hoe moet het daarna?
‘The Knowledge’ is een gedachte-experiment waarin Dartnell
systematisch nagaat welke kennis de mensheid nodig heeft
om de beschaving opnieuw op
te bouwen. Zomaar een herhaling van de eerste beschavingsronde kan dat niet zijn. Dat
duurt lang en sommige dingen
zijn simpelweg onmogelijk. Cruciaal zijn de eerste decennia,
betoogt Dartnell. Hij voorziet
kleine gemeenschappen in cirkels rondom de uitgestorven
steden, die langzaam gestript
worden van waardevolle materialen, terwijl de mensheid een
nieuwe start maakt.
De eerste jaren werken oude
landbouwmachines misschien
nog, maar drainagesystemen,
kunstmest en bruikbare zaden
zullen snel schaars worden.
Daarom zal de landbouw opnieuw uitgevonden moeten
worden. Hetzelfde geldt voor
onder meer kleding maken, huizen bouwen en andere basisbehoeften van de mens. Daarna
volgen geneeskunde, energievoorziening, transport, chemie,
communicatie, tijdsbesef en
tenslotte de wetenschapsbeoe-
fening, ofwel het systematisch
zoeken naar nieuwe kennis.
Dartnell ontrafelt de complexe
technologische wereld en legt
deze op volgorde: als je ervan
uitgaat dat kennis beschikbaar
blijft, hoe knoop je alle stukje
Dartnell systematisch
nagaat welke
kennis de mensheid
nodig heeft om de
beschaving opnieuw
op te bouwen.
technologie dan zo aan elkaar
dat het niet weer tienduizend
jaar duurt voordat het huidige
beschavingspeil bereikt is? Het
maakt van ‘The Knowledge’ een
zowel leerzaam als onderhoudend boek. (CJ)
Lewis Dartnell 'The Knowledge, how to rebuild our
world from scratch'
Bodley Head
ISBN 978-1-847-92227-4
Delta CalculoDoku
In a regular Sudoku, every row, column and
block of 3x3 cells must contain the digits 1
through 9 exactly once. In this Calculo PalindromeDoku, there are two further items to
solve.
The first item uses 23 cells that are marked
with a dot. These cells contain a numerical
palindrome, i.e. the order of the 23 digits
is the same backwards and forwards (e.g.
25381518352).
The second item, highlighted in green, consists
of two two-digit numbers (A and B) and one
four-digit number (C).
A and B must be multiplied together to get C.
A, B and C contain eight different digits.
© 2014 www.sudoku-variations.com
The solution of this calculodoku will be published in
next Delta.
Solution Calculodoku Delta 2
Delta
leuk bedacht
Delta bericht regelmatig over innovatieve
ideeën. Maar wat is daar een paar jaar
later van terechtgekomen? Hoe staat het
bijvoorbeeld met de uitrekbare chip waar
hartspiercellen op groeien?
M
Eerste tests
In 2010 vertelde Dekker aan Delta
dat hij een eerste prototype gereed had. Hij had hem gemaakt
samen met stamcelbiologen van
het Leiden Universitair Medische
Centrum en het bedrijf Pluriomics.
Hartcellen wilden er echter nog
niet op groeien en de elektrodes
om de elektrische signaaltjes van
de hartcellen mee te meten moesten ook nog ontwikkeld worden.
Inmiddels heeft Dekker de eerste
tests met hartspiercellen achter de
rug. Hij heeft daarvoor elektrodes
gemaakt die tot vijftig procent
kunnen uitrekken en zo kunnen
meebewegen met het ritme van
de hartspiercellen. Technische gezien een grote uitdaging. Stamcelbiologen uit Leiden slaagden er intussen in om stamcellen op de chip
uit te laten groeien tot hartcellen.
“We bootsen echt een orgaan in
zijn meest elementaire vorm na op
een chip.”
De chip kan hartspiercellen ook
actief uitrekken. Zodoende kan
onderzocht worden wat het
effect is van nieuwe medicijnen op het hart wanneer
men actief is. Tijdens het
sporten rekken de hartspiercellen immers ook
continu uit.
Maar echte metingen aan de
toxiciteit van medicijnen laten
nog op zich wachten. “Het onderzoeksproject verloopt met horten
en stoten. We kruipen langzaam
vooruit. Zo gaat dat in technologieland. Het is nu wachten tot we
een project goedgekeurd krijgen
zodat we samen met onderzoekers
uit Leiden die laatste stappen kunnen zetten.”
Op termijn hoopt Dekker dat gekweekte hartspiercellen op een
chip ook nog iets heel anders kunnen, namelijk implantaten voorzien van stroom. Maar dat is verre
toekomstmuziek. (TvD)
Begin with the
end in mind
De vraag die op mijn beeldscherm
prijkt, doet me zwijgen. “Wat zouden
mensen op jouw begrafenis over je
zeggen?” Toen ik aan de vragenlijst
over communicatie en persoonlijk
leiderschap begon, leken de vragen
vrij onschuldig en eenvoudig te beantwoorden. Op basis van mijn antwoorden wordt een advies gemaakt voor
een training. Deze vraag, de zwarte
letters op het witte scherm, wekt bij
mij vluchtgedrag op. Ik blader door
een soort bijbel over persoonlijk leiderschap, geschreven door Stephen
Covey. Een van zijn ‘regels’ luidt: ‘Begin
with the end in mind.’ Geen idee dat
ik dat zo fatalistisch moest gaan bekijken.
Ik dwaal verder af en maak een uitstapje naar de opening van het collegejaar. Daar schetste het college
van bestuur ontwikkelingen voor de
toekomst en roemde prestaties van
het afgelopen jaar. André Kuipers
deed daar een schepje bovenop met
een inkijkje in zijn view from the top.
Onder het motto ‘let’s embrace space’
volgde deze astronaut de voetsporen
van Wubbo Ockels. De nalatenschap
van Wubbo is een enorme impuls voor
ondernemerschap en duurzaamheid.
André brengt eenzelfde bevlogenheid
ten tonele als het gaat om onze planeet. Hoewel zijn woorden geregeld
worden overstemd door kuchsalvo’s,
brengt hij de uitgeputte eerstejaars tot
het puntje van hun stoel.
Aan het einde van de bijeenkomst krijgen de studenten een erecode in de
hand gedrukt. Een leidraad voor hun
academische jaren. Luthers credo zou
zijn: geef individuen maximale vrijheid
in alle aspecten van het leven en alles
zal in orde komen. Als het niet goed
komt, dan mag de wereld vergaan. Bij
de TU Delft wordt die freedom to excell
begrensd door een erecode, omdat
eventuele misstappen en schandalen
een te groot risico vormen om niet te
beteugelen. Integriteitsbeleid vormt
het bewustzijn. Met respect, eerlijkheid en nieuwsgierigheid als kernwaarden.
Zou dat aan het einde van de rit herinnerd worden? Zouden daar de mensen
op mijn begrafenis over spreken: mijn
prestaties? Mijn waarden? Hoe ik me
verhield tot andere mensen? Komende
maand sluit ik mijn traineeprogramma
af. Ervaringen rijker, maar ook zeker
nog vol met vragen, grootse dromen
en ambities. Met deze afronding begint weer een nieuwe periode. Het
einde is gelukkig nog niet in zicht.
columnquingenee
Het idee
edicijnen worden
regelmatig van de
markt gehaald omdat ze bij sommige
mensen hartritmestoornissen veroorzaken of zelfs hartstilstanden.
Stel dat een medicijn bij een op de
duizend mensen zorgt voor hartproblemen, dan is het heel goed
mogelijk dat dit bijeffect tijdens klinische trials niet wordt opgemerkt.
Door hartcellen op een silicium
chip te laten groeien en bloot te
stellen aan medicijnen kunnen
deze bijeffecten in een veel eerder
stadium ontdekt worden. Hoogleraar micro-elektronica prof.
Ronald Dekker (EWI) werkt aan
zo’n chip, de Cytostretch. “Met de
Cytostretch kunnen we de cardiotoxiciteit meten bij personen met
een bepaalde genetische aanleg
voor hartproblemen en voorkomen dat mensen bij bosjes neervallen”, zegt Dekker, die tevens
werkzaam is bij Philips.
25
TU Delft
26
Advertenties
Voor advertenties bel met:
Sports & Culture
H & J Uitgevers
Postbus 101
2900 AC Capelle aan den IJssel
E [email protected]
Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.
Sports & Culture
T (010) 451 55 10
F (010) 451 53 80
October Programme

3 Friday Night: Career Jump Start!
It is never too early to start preparing for your career! Join this big
international career event of the new academic year and start building
your network.
Friday, 18:00, @Culture, €0,- [In co-op with DISS]
-------------------------------------------------------------5
Inter Faculty League*
In this indoor soccer tournament you will be grouped with other members
from your faculty and face a series of qualifiers and knockouts. Represent
your faculty in this indoor football tournament and take home the trophy…
May the best faculty win!
Sunday, 12:00, @Sports, €4,- [In co-op with DISS]
-------------------------------------------------------------9 - 12
Delta
Magazine
Lees ‘m
online
YES!+ Life Changing Workshop*
Do you live in the middle of the hustle-bustle, have a lot of
responsibilities and demands to fulfill? In this 4-day workshop YES!+
focuses on our main reasons for stress and on practical tools to reduce it.
Check the S&C website for detailed information and times.
Thursday-Sunday, @Culture, €95,- [In co-op with YES!+]
-------------------------------------------------------------14
Music Lecture: KOFFIE
Learn about jazz from great musicians! KOFFIE’s music can be described
as a mix of afrobeat, jazz and 70’s funk. This band can always get a crowd
moving! This summer they played at the North Sea Jazz Festival, now it’s
time for the TU Delft!
Tuesday, 20:30, @Culture, €0,- [In co-op with Groover]
-------------------------------------------------------------16
Green Campus: Symposium Sustainability
What are our options for realising a sustainable campus? Which measures
does this involve? Visit the lectures and take part in our workshop to get
a feel for what sustainability at the TU Delft is all about. Get to know the
expertise of the involved Sustainability Community student groups on the
green market.
Thursday, 19:00 - 22:00, @Culture, €0,-
www.delta.tudelft.nl
-------------------------------------------------------------17
morgen kunt u
haar gerust weer
een vraag stellen
Sports Clinic: Slackline*
Have you tried the yellow slackline between the trees on our own TU
campus? The flat and elastic rope enables you to perform tricks, but it ain’t
as easy as it looks. This clinic aims at improving your skills and muscle
strength. Are you up for it!?
Friday, 19:00, @Sports, €7,50
-------------------------------------------------------------23
Workshop: The Art Of Cycling*
Would you like to learn how to ride a bike? This cycling workshop is for
international students who are not used to riding a bike. It's a great way to
learn about the Dutch traffic rules and enhance your basic riding skills!
Thursday, 19:00, @Sports, €10,-
-------------------------------------------------------------24
Bel de gratis KWF Kanker Infolijn
0800 - 022 66 22
Al uw persoonlijke vragen over kanker persoonlijk beantwoord
Bel met een van onze deskundige medewerkers of ga voor meer info naar kwfkankerbestrijding.nl/vraag.
De KWF Kanker Infolijn is geopend van maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 18.00 uur.
Friday Night at the Museumnacht*
This is a special Friday Night; a night where you can experience Delft in a
totally unique way! Start the evening with a free drink at the Legermuseum,
sign up for a themed guided tour and visit other highlights with your own
passe-partout. Tickets available from 3 October.
Friday, 18:30 @Legermuseum, €12,-
-------------------------------------------------------------* Enrol @ www.sc.tudelft.nl or Sports & Culture desks
-------------------------------------------------------------Sports & Culture Mekelweg 8-10, 2628 CD Delft
www.sc.tudelft.nl | twitter.com/tudelft_sc | www.sc.tudelft.nl/facebook
Help Alzheimer overwinnen.
Dan hoeft niemand zichzelf te verliezen.
1 op de 5 mensen krijgt dementie, waarvan Alzheimer de meest voorkomende vorm is.
www.alzheimer-nederland.nl
27
TU Delft
desgevraagd
Stelling
Duizenden demonstranten verzamelden zich zondag 21 september
voor een klimaatmars bij het Amsterdamse filmmuseum Eye.
‘Om niet overbodig te
worden dient de civiele
techniek ecologische kennis te
gebruiken om aan de eisen van
de toekomst te voldoen.”
Mahatma Ghandi liep in 1930 voorop
in de Grote Zoutmars tegen de Engelse
kolonisator. Mao Tse Tung leidde in
China de Lange Mars richting communistische heilstaat. En burgemeester
Bill de Blasio van New York voerde in
2014 de klimaatmars aan met meer
dan 300 duizend deelnemers. In steden van Papua Nieuw-Guinea tot Parijs
gingen mensen hen al voor, verenigd
in hun frustratie over de passiviteit van
overheden tegenover een steeds merkbaar wordende klimaatverandering.
Was prof.dr.ir. Herman Russchenberg,
voorzitter van het Delftse klimaatinstituut, er ook bij? "Nee, ik ben niet zo
van de grote demonstraties", vertelt
hij desgevraagd over de telefoon. "Ik
vind het belangrijk dat er bewustzijn
gecreëerd wordt om tot aanpak van
klimaatprobleem te komen. Maar ik zal
zelf niet snel meelopen."
Marjan Minnesma, directeur van
Urgenda en organisator van de Amsterdamse klimaatmars, dringt aan
op strenge maatregelen bij de VN
klimaattop. Russchenberg vindt dat
onwaarschijnlijk: "De top van dinsdag
(23 september) dient als voorbereiding
voor de klimaattop van volgend jaar in
Parijs. Daar is het de bedoeling om tot
afspraken te komen. Nu gaat het erom
te bepalen wat er in komt te staan
en is er van besluitvorming nog geen
sprake."
Bij de Troonrede kwamen klimaatverandering en energietransitie nauwelijks ter sprake. Wat zegt dat over de
‘Over klimaatverandering
praten ze binnen deze
coalitie niet graag’
Nederlandse betrokkenheid? Russchenberg: "Over klimaatverandering praten
ze binnen deze coalitie niet graag. De
VVD gelooft er niet in, de PvdA wel.
Maar waar ik Rutte wel vaak over hoor
is vermindering van afhankelijkheid
van Russisch gas. Terwijl je natuurlijk,
ook als de Russen heel vriendelijk zijn,
je moet afvragen of je door wilt gaan
met fossiele brandstof."
Hoe ziet Russchenberg de rol van het
klimaatinstituut? In één woord: informatievoorziening. De TU moet volgens
hem in contact blijven met ambtenaren
en politiek om zo goed mogelijk kennis
over te brengen over de stand van het
klimaat, verwachte ontwikkelingen,
mogelijke interventies en effecten van
energiebeleid. "Ik ben niet van de barricades, maar voorzie de partijen wel
graag van goede informatie waarmee
ze hun beleid kunnen ondersteunen",
zegt Russchenberg.
Ook Rob de Jeu, voorzitter van de
Energy Club, was niet van de partij. "Ik
hoorde ervan op duurzame dinsdag.
Het leek me meer iets voor activisten.
Zelf ben ik iemand van problemen aanpakken en naar oplossingen zoeken."
Van de klimaattop heeft hij geen hoge
verwachtingen: "Politici zijn daar toch
vooral met zichzelf bezig en er lopen
veel groeperingen rond om hun eigen
belangen te verdedigen. Jongeren hebben daar niet veel te zoeken."
Over de insteek van de Energy Club zegt
De Jeu: "Het is ons doel om TU-studenten op het spoor van energietransitie te
brengen en om energieprojecten van
de TU zichtbaar te maken. Dat deden
we vorige week vrijdag op ons Energy
Festival, waar 250 tot 300 bezoekers
op afkwamen. Daar brengen we energie op een positieve en interactieve
manier onder de aandacht." (JW)
Miguel de Lucas
civiel ingenieur
Uit ‘Effect of biota on fine sediment transport processes. A study
of lake Markermeer’
“Nederland heeft zich in de afgelopen zestig jaar verschanst tegen
het dreigende water. Maar het
besef is doorgebroken dat hoge
dijken ook schade aanrichten aan
de ecologie - denk aan leefgebieden van vissen en vogels, en aan
de economie – denk aan verzande
havens en verloren gegane visserijgronden. Met de kennis van nu
zouden we meer met dan tegen
de natuur bouwen. Om de fysica
te begrijpen moet je ook de ecologie begrijpen omdat dieren in
de zeebodem invloed hebben op
de erosie van de bodem of omdat
algen in de waterkolom de bezinking van sediment beïnvloeden en
daarmee het sedimenttransport
en de snelheid van de verzanding
van de economisch belangrijke
havens.” (JW)
Strip: Auke Herrema
Delta
28
Delta
TU Delft
Text: Damini Purkayastha
Photo: Sam Rentmeester
The TU Delft campus gets some life
Seen food trucks around
campus? Heard a DJ in front
of the EWI building? Read
all about the Living Campus
initiative on this page. In case
you missed it in the previous
edition, Delta now has a
special Sudoku on page 24.
international
pages
Food trucks have taken advantage of the campus Free Zones.
Great ideas are born when
strangers meet. That is the
simple philosophy that lies
behind the university’s Living
Campus initiative. Part of
the Campus Vision 2023, the
project is spearheaded by
the Facilities Management
& Vastgoed (FMVG) and
aims at making the campus
a vibrant, living space that
encourages an exchange of
ideas in a fun, relaxing environment.
“We want students, employees and
even visitors to feel at home here, to
want to stay and unwind on campus
even after hours,” explains Iljoesja
Berdowski, Development Manager,
FMVG. “Students are often away from
home, on a limited budget and get
caught up with work. They can be
isolated and lonely. We want to help
them build a network by social and
professional. Knowledge and scientific ideas are born and shared when
people across faculties and departments have spaces to meet. As a uni-
versity, great ideas are our ultimate
goal,” she adds.
Work on the Living Campus project
began in 2013 and one of its first big
kick-offs was the Free Zones project.
On September 1, six outdoor zones on
campus were declared ‘Free Zones’,
which could be booked for any purpose with just a day’s notice. A team
from various branches of the university came together with FMVG on this
project. Informally called the FONC
team (Free zones on campus), it comprises organisers from the Science
Centre, Library, Sports en Cultuur and
other branches.
Over the past year, they closely studied patterns of interaction and physical spaces where people seem to
congregate - from coffee corners to
cafes and entrance foyers. Some spaces, such as the BouwPub, were more
popular than their counterparts and
were designated hotspots. “We’ve
been looking at these hotspots to
try and understand what it is that
makes them successful and how we
can replicate that. Whether it’s wifi
or cushions on the floor or relocating
a café from the fourth floor to the
ground floor.” says Berdowski.
As a forum that involves not only
researchers and students across fa-
‘Students are often away from home, on
a limited budget and get caught up with
work’
culties but also schools, children, families and local business, the Science
Centre is looking forward to sharing
their expertise and expanding their
programming. “We organise events
such as First Lego Leagues, Museum
nights, U-meets, Museum weekends,
Science Camps and Science Day by
ourselves. At this point we are looking for nice combinations to mix our
current activities with the outdoor
Freezone locations,” says Alexander
Lokhorst, Marketing Sales Communication and PR Advisor, Science Centre. For instance, they are looking for
an opportunity to roll out their Drone
workshop at the Freezones. The workshop, to be held in collaboration with
the Faculty of Aerospace Engineering,
will involve flying a drone to gather
information for scientists. “The
Science Centre is seen as the gate to
the university and the Freezones can
been seen as the extension of this,”
he adds.
During the winter, FONC will be looking at programming a number of
indoor events and are also working
on a joint calendar of all events across
campus. “Our dream is to have an
app for this one day, so everyone
knows about every event and lecture
on campus and can attend whatever
they feel like,” says Berdowski.
Delta
29
TU Delft
SCIENCE
SHORT
Shark-skinned rowing boats
In TU Delft's fluid mechanics
lab, former top rower
Arnoud Greidanus is looking
for ways to reduce drag in
boats and pipes. "Nature often has solved the problems
that we're just becoming
aware of."
Halfway through his PhD research,
Greidanus is about to publish a
paper on his current results. He’s
created a 5% reduction in drag for
speeds between four and six meters/second - the typical speed of
rowing boats.
For the uninitiated, 5% may seem
small, but it is in fact quite substantial says Greidanus. "Imagine
reducing the friction of freighters by
1% and the savings that it entails in
fuel costs and exhaust emissions.
10% drag reduction would be phenomenal, but five is already quite
significant."
Sharkskin patterns have been
known to reduce drag since scientists at NASA's Langley Research
Center researched the phenomenon
Land registration
Greidanus watching the flow. (Photo: Jos Wassink)
you do feel a different friction depending on the direction you move
your fingers in. By channelling the
flow in the main direction, the micro
channels reduce the turbulence.
The sharkskin is one of the materials
By channelling the flow in the main
direction, the micro channels reduce
the turbulence
(in air) in the 1980's. It took a while,
but both Airbus and Boeing are
now either preparing or conducting
tests on the fuel-saving effect of
sharkskin structures on airplane
fuselages.
Michael Phelps demonstrated the
reduction of flow resistance of
sharkskin swimsuits at the 2004
Olympic Games, where he won
eight medals. Five years later, the
world's swimming body FINA banned the shark suit, mostly because it
worked too well.
"You can feel the structure", says
Greidanus as he brushes his hand
over a plastic foil with parallel groves - the polymer imitation of the
dented structures on a shark's skin.
At 8 groves per millimetre, the structure is too fine to feel in detail but
he measured the friction of in a flow
between two concentric cylinders
spinning in opposite direction with
one centimetre water between
them. This Couette-Taylor set-up is
the current research standard for
measuring the drag of a flow along
a surface.
He measured the drag for several
products now in use for rowing and
sailing boats for speeds varying
from zero up to 15 meters per second. The sharkskin foil came out
best with a drag reduction up to
4.8% compared to an untreated
smooth surface (measured with 0.6
per cent accuracy).
Greidanus points out that the friction has a dip at an optimum speed.
This means the optimal spacing
between the groves will vary for dif-
ferent boats. It will be slightly bigger
than 125 micrometres in a men's
eight and smaller for a women's
four.
For the remainder of his research,
not sharks but dolphins are his study-models. "Often, when we stumble over a problem, nature has already solved it", Greidanus notices.
"People have noticed that dolphins
can swim much faster than we could
give them credit for given their muscles and circulation. But still, they
do. So, what is their secret?"
The technical term is compliant
coating by which researchers mean
a rubbery coating with soft but stiff
feel. The idea is that such a coating,
when properly tuned, will dampen
the turbulence along the surface
and thus reduce drag. Like a dolphin’s skin, as the thinking goes.
Although it has not yet been developed, Greidanus expects the effect
to be speed-dependent and to result
in minimal drag only over a specific
speed interval.
Prof. Jerry Westerweel (3mE) is
Greidanus' PhD supervisor. Greidanus graduated in chemical engineering in 2009 before embarking in a
PhD research in fluid mechanics. His
daily supervisor is Dr. René Delfos.
Both he and Westerweel co-author
the upcoming article. (JW)
Sub-Saharan Africa is rapidly becoming
urbanised, but land registration remains
an issue. Or so Dr. Paul van Asperen found
during his PhD research, which he defended
this month at the Faculty of Architecture.
“Land owners who lack property deeds can
be ruthlessly ejected from their land when
a municipality or developer shows an interest in the property. As a result nobody
invests in their homes." Van Asperen compared new forms of legal protection developed for the benefit of poor landowners in
urban areas in Lusaka (Zambia), Oshakati
(Namibia) and Gaborone (Botswana). Simple legal rules were established in those
places, whereby the municipality provides
the landowners with a certificate for use.
Van Asperen considers this a leap forward,
although he still has plenty of concerns.
Municipalities have made little progress in
implementing the rules. The development
of legislation and the issuing of certificates
can sometimes take more than ten years.
delta.tudelft.nl/28806
Sport Institute
(Photo: Tomas van Dijk)
How can athletes go faster and jump
higher, with less resistance? These are just
the kind of technological questions TU Delft
can provide answers to, which is why the
university is now pooling all its teaching
and research expertise in the area of sport
in the new TU Delft Sports Engineering Institute. Wednesday, September 17, saw the
official opening of the institute in the Faculty of Mechanical, Maritime and Materials
Engineering (3mE). Sporting inventions of
TU Delft, like shoes that protect the ankles,
a wheelchair for basketball players and an
ultrafast rowing boat, were exhibited at the
opening of the institute.
delta.tudelft.nl/ 28791
30
Delta
TU Delft
Text: Damini Purkayastha
Photo: (TU Delft Library)
delft survival guide
Surviving TU Delft's online forums
At TU Delft, there’s a digital
solution for a lot of your problems. Missed a class or need
to review a lecture? There’s Collegerama or iTunes U. No idea
what’s happening on campus
or where to meet new people?
Here's a quick recap about
them all.
Come2TUDelft
In 2013 the Central International Office (CIO) launched a social networking
community for PhD candidates and
researchers. Called Come2TUDelft, today the by-invitation-only network has
close to 750 members. Come2TUDelft
allows candidates and researchers
across faculties to interact with each
other, through posts and IMs. It is also
an information portal, with pages on
practical information about Delft and
the university, upcoming activities,
arrangements for new arrivals and
events. There is also space for videos,
photos, blogs and discussion forums.
come2tudelft.ning.com/main
Collegerama
Collegerama is an online database
with live recordings of almost all lectures held on campus. It has over 20,000
lectures and around 800,000 visits
a year. In July, the site recorded its
three millionth visitor since 2008. “The
amount of lectures we record has been
growing and is now about 3,000 a
year. Started in 2008 as additional material for students, today about 70-100
lectures across faculties are recorded
per week. “We have limited resources,
but we try and cover all faculties. We
get the most requests from EWI, CiTG
and 3mE,” says Leon Huijbris, head of
the New Media Centre.
collegeramacolleges.tudelft.nl
Students can access all of the online forums from any device.
Blackboard
Delftulip
This is a great blended learning tool for
teachers and students. Accessible by
campus ID, Blackboard has an online
extension of the classroom, complete
with options for interaction and feedback. “Teachers can use Blackboard
as a digital learning environment to
upload presentations, documents,
notes. Here you can do everything you
can do in class, it’s a great learning
interface and is still evolving,” says
Kees van Kuijen of E-Learning Support.
Besides the Grade Centre and Content
Editor, teachers can now also access
Student View and are encouraged to
use Blackboard Instant Messenger to
communicate with groups, offer online
consultation and video conferences.
blackboard.tudelft.nl
Delftulip (also launched by the CIO)
is an online international student
community catering to M.Sc and B.Sc
students. A private community, it is
designed like a social media website
with a profile page, chat boxes, space
for blogs and posts. Incoming students
are given resources about what to expect - on campus, in the city and Dutch
society. The idea is to help students
from different cultural backgrounds
create networks within a safe environment even before they get on campus.
delftulip.ning.com
iTunes TU Delft
When the app launched in 2011, TU
Delft was the first Dutch university
forum on iTunes University. With over
20,000 lectures, presentations, videos
and podcasts, it is downloadable free
Collegerama is an online database with live
recordings of almost all lectures held on campus
and accessible all over the world. “The
material includes almost everything
found on Collegerama. This platform
makes it easier to find globally and
put us in the league of big international universities that were already on
iTunes U,” says Paul Suijker, who was
the project manager of the team that
launched the app. It has had over half
a million downloads and continues to
grow.
tudelft.nl/en/study/online-education/
itunes-u
Tu on social media
All of these forums apart, TU Delft and
TU Delta are both active on Facebook
and Twitter. Regular updated with
news, events, photos and campus
on-goings, they’re a good resource all
things related to TU Delft. The various
faculties also have social media channels worth following, which are too
numerous to list here.
www.facebook.com/tudelft
www.facebook.com/tudelta
www.twitter.com/tudelft
www.twitter.com/tudelta
Delta
TU Delft enhances BitTorrent
security through user anonymity
Researchers at the Faculty
of Computer Science and
Engineering have embarked
on the first public test of their
anonymous BitTorrent software.
Developed over the past nine years as an open
source, peer-to-peer file-sharing program, Tribler
is considered to be the only truly decentralized
BitTorrent client, allowing users to add and share
new content even if all torrent sites were shut
down. With over one million users and three
generations of PhD students testing their algorithms in the last decade, the client continously
improves upon the original BitTorrent protocol
created in 2001.
“Having systems where millions of people collaborate and self-organize is still mostly uncharted
scientific territory, so it is of great interest to the
university,” says Parallel and Distributed Systems
Associate Professor and Tribler founder Johan
Pouwelse. While working on a user-generated
music encyclopedia 15 years ago, Pouwelse ex-
31
TU Delft
perienced first-hand the power of large-scale collaboration prior to the launch of Wikipedia. After
evaluating the strengths and weaknesses of existing systems for a number of years, he then went
on to establish Tribler in 2005.
“We aim to have a better understanding of selforganizing systems with unbounded scalability,”
Pouwelse explains. “We focus on video distribution because this is the dominating traffic type
on the internet.”
One major issue Tribler has focused on is the
protection of user privacy. Without a virtual private network (VPN) or proxy, all downloads can
be traced back to a single internet connection.
Tribler hopes to remedy the problem with a builtin Tor (anonymity) network, whereby users help
hide each other’s IP addresses through encrypted
proxies.
According to Pouwelse, the protection of user
privacy is an issue that immediately needs to be
addressed. “Any sense of privacy is an illusion in
the post-9/11 world,” the founder claims. “We
need to reclaim privacy and find an alternative
way to organize society.” Systems such as Tribler
strive to do just that. (PG)
There’s an app
for that
If you’ve got a podcast addiction, Pocket Casts can help
you feed the need. International Editor Molly Quell uses
the app almost daily. “I’m from the US
and I miss NPR. Pocket Casts is the
best app that I’ve found for keeping
up with the shows I used to listen
to back home,” she says. The app,
available for iOS and Android, lets
users subscribe to, download and
listen to podcasts. Any podcast
with an RSS feed will work. It
will sync across your devices so
your podcast will start at the
same spot you left off. “You can
create playlists and even search
through popular podcasts if
you’re looking for something
new,” says Quell. It costs $3.99.
(MQ)
Design for empowerment nostalgia
Italian student Emilia
Louisa Pucci won TU
Delft’s first-ever Student
Inspiration Award on
September 1, 2014 at
the official Opening of
the Academic Year.
Selected from a list of nominees on the Students Wall of
Fame, Pucci’s project was part
of her thesis for M.Sc Design
For Interaction. In 2012, while
working at a Fabrication Lab
in Rotterdam, Pucci interacted
with locals in Afrikaanderwijk,
a multicultural neighbourhood
in Rotterdam with low income
and educational opportunities
and higher crime rates.
While there were some activities being held to empower
women and young children,
the young adults from around
15 to 21 were largely ignored
by policy makers. “They were
stereotyped as troublemakers
but nothing was being done to
empower them. It wasn’t that
they lacked drive or ambition,
if they could just be given sti-
mulating opportunities they
would get more confidence.
Especially if they could work
with latest technologies and
innovations,” said Pucci.
Work at the FabLab involved
3D printing and laser cutting
and Pucci decided to hold
workshop there. She believed
that for a generation born to
technology it would easy to
get a grasp of these tools.
‘They were stereotyped as troublemakers
but nothing was being
done to empower
them’
Despite scepticism from local
schools, Pucci had the support
of her university advisor Dr.
Ingrid Mulder. Eventually, she
found a coach who was eager
to get her students on board.
“At first the students wanted
to know what they could get
out of it. It wasn’t instant money, I clarified. But these were
employable skills; they would
make tangible things they
could put on their portfolios;
and, for those among them
who wanted to be entrepreneurs, this was an opportunity
to see a product through from
the idea stage to a finished
product.”
The workshop was a success
and students quickly took to
the technology. They made
keychains, necklaces and other
knick knacks. One student, an
artist, made stencils for himself while another learnt Adobe Illustrator during the time.
“They learned everything so
quickly it was amazing. There
was no difference between
them and so-called university
students,” says Pucci.
Though the project is on hold
now, Pucci hopes that one day
it can be a continuous sustainable model. Over the past
year, she has spoken about it
at several international forums
and other countries have expressed an interest in adapting
it. “If I were two people, one of
me would be back in Delft. For
now, I will be happy if someone wants to take on the project and make it grow.” (DP)
P
aola Rondón,
28, is a recent
addition to the
campus community.
She is doing a research
internship for her PhD at
TU Delft, which she began
in July 2014. She didn’t
leave her sense of style
in her home country of
Colombia though. “These
things are very typical in
my country,” she says.
She bought the necklace
in Cartagena, Colombia
so it reminds her of,
as she describes, “the
most beautiful city in my
country.” (Photo: Hans
Stakelbeek)
Interested in being featured in Nostalgia?
Contact us at [email protected]
Contents
International
28
The TU Delft campus
gets some life
30
Surviving TU Delft's
online forums
Text: Natalie Carr
Photo: Sam Rentmeester
31
Nostalgia
There’s an app for that
See www.delta.tudelft.nl
for the translation of
page 18: Dutch scientists from the past
The lab of
Quantum
computing
S
olving difficult and complex
problems is something that
most strive for at TU Delft
but in the faculty of Applied
Science, the Quantum Computing
Group is taking it to another level.
The long-term goal of the group
is to realize a working quantum
computer, a machine that goes
beyond the computational powers
of anything available today. With
grants from the Dutch government
and European Research Council as
well as support from Microsoft, the
Quantum Computer Lab was built to
achieve this goal.
Maja Cassidy and Stevan Nadj-Perge work
together in the Quantum Computing Lab.
Unlike traditional computers, quantum computers use something
called quantum bits (or qubits). “In
a quantum computer you can have
a superposition of the zero and the
one so you can store more information and use that information to
compute more things faster,” says
Maja Cassidy, a postdoc researcher
from Australia.
Quantum states are extremely fragile and thus preserving them for a
long time is difficult. Even a tiny thermal fluctuation can uncontrollably
flip the qubit state and destroy the
quantum information. The group
uses a number of refrigerators to
cool their computers nearly down
to absolute zero and bring thermal
fluctuations to a manageable level.
Typically research in this field is quite
disjointed. In most cases small research groups collaborate with each
other but they are often geographically far apart. What sets the Quantum Computing Group apart is the
number of experienced individuals
working together in one place and
the multitude of approaches. “It is
a concentration of knowledge that
makes this place stand out,” says
Stevan Nadj-Perge a postdoc resear-
cher from Serbia.
“Many of the techniques developed
in one project can be useful for the
other ones,” adds Cassidy. She goes
on, “While we are not sure what is
actually going to play out in the future, I think at least what we are doing
and the techniques we develop will
be applicable from one project to
the other.”