Reactie Natuurpunt op beleidsnota Landbouw en Visserij

NOTA Natuurpunt
Natuurpunt dienst beleid
van
datum
4 november
onderwerp Reactie beleidsnota landbouw
aan
status
Parlement
finaal
Reactie Beleidsnota Landbouw en Visserij
Leeswijzer
Deze nota is een reactie van de dienst beleid van Natuurpunt op de beleidsnota 2014 - 2019
Landbouw en Visserij van minister Joke Schauvliege, die in het parlement ter bespreking
voorligt. We beperken ons tot de hoofdlijnen (voor Natuurpunt) en/of sprekende voorbeelden.
Landbouw
De beleidsnota landbouw is volledig opgebouwd vanuit de idee Flanders Food Valley.
Het Vlaamse platteland lijkt daarmee gereduceerd tot een voedselfabriek die de
toenemende vraag naar voedsel wereldwijd moet oplossen. De minister kiest voor een
groeibeleid gericht op het verhogen van het concurrentievermogen van de
landbouwbedrijven en het versterken van de exportpositie van de agrovoedingssector. Het engagement uit het regeerakkoord om de milieudruk van de
sector te verminderen, ontbreekt volledig in de beleidsnota. Hier heet het dat
investeringen een positief ecologisch effect beogen. Dit beleid zal de landbouw niet
groener en duurzamer maken.
Platteland als voedselfabriek?
De minister heeft de ambitie om de sterke exportpositie van de Vlaams landbouwproducten
verder te ondersteunen. De vraag die we ons moeten stellen is of de toekomst van de
Vlaamse landbouw ligt in concurreren met de anonieme wereldmarkt. De afgelopen crisissen
hebben de kwetsbaarheid van die afhankelijkheid blootgelegd. Die strijd dreigen we dan ook
te zullen verliezen, en het zullen de landbouwers zijn die het hardst getroffen worden. Van
een risicobeleid gebaseerd op risicopreventie en risicospreiding is geen sprake. Tegelijkertijd
is duidelijk dat dit exportgerichte landbouwmodel, waarbij 80% van het Vlaamse
landbouwareaal ingenomen wordt door graan- en voedergewassen bestemd voor de
veehouderij, er niet in slaagt om de milieudruk van de sector te doen dalen.
Geen vergroening van het landbouwbeleid
Met de hervorming van het Europese landbouwbeleid hebben de Europese ministers en het
Europees parlement beslist dat vanaf 2015 30% van alle landbouwsubsidies gekoppeld
worden aan verplichte vergroeningsmaatregelen om op die manier ervoor te zorgen dat de
milieu-, klimaat- en natuurdoelstellingen gerealiseerd worden. De minister vergeet in haar
beleidsnota te vertellen op welke manier deze maatregelen zullen ingezet worden om de
doelstellingen effectief te realiseren. Daarmee dreigen we jaarlijks 70 miljoen euro te
investeren in maatregelen die geen milieueffect hebben.
1 || 3
Natuurpunt vraagt de minister om de verplichte vergroeningsmaatregelen en vooral de
maatregel ecologische focusgebieden in te zetten daar waar ze de hoogste bijdrage kunnen
leveren aan de milieu- en natuurdoelen. Ze dienen aangevuld te worden met gebieds- en
resultaatgerichte beheerovereenkomsten die positieve resultaten opleveren voor landbouw,
natuur en maatschappij.
Verbrede landbouw
Deze beleidsnota mist de kans om in te zetten op een verbreding en verduurzaming van de
landbouw. Een landbouw die bijdraagt aan een kwaliteitsvol platteland waar het aangenaam
wonen en vertoeven is. Er worden geen concrete engagementen genomen voor het
versterken van sociale innovaties in de landbouw zoals korte keten, stadslandbouw en
zelfoogstboerderijen, om zo een omslag naar een meer duurzame landbouwsector te
faciliteren. Deze bedrijfsmodellen oefenen een aanzienlijke lagere milieudruk uit en maken
gebruik van een grotere spreiding van teelt- en marktrisico’s waardoor zij de zelfredzaamheid
en weerbaarheid van de sector kunnen verhogen. Natuurpunt vraagt om het
landbouwinvesteringsfonds (VLIF) maximaal in te zetten om de ontwikkeling van
vernieuwende landbouwmodellen zoals biolandbouw, CSA-bedrijven en ecologisch
intensieve landbouw te stimuleren en te versnellen. Daarnaast vraagt Natuurpunt om de
obstakels weg te nemen die agro-ecologische ondernemers vandaag in de weg liggen om
toegang te krijgen tot inkomens-, grond- en investeringssteun.
Ook andere plattelandsactoren zoals boseigenaars, jagers of terreinbeherende verenigingen
worden buitenspel gezet en mogen dus niet meewerken aan een duurzaam en kwaliteitsvol
landschap. Natuurpunt vraagt om, zoals afgesproken, het plattelandsontwikkelingsfonds
maximaal open te stellen voor andere actoren in functie van het realiseren van natuurdoelen.
Integrale duurzaamheid landbouwinvesteringsfonds ontbreekt
Het beleid van de landbouwminister richt zich op het subsidiëren van emissiereducerende
technieken zoals luchtwassers, stoffilters en mestopslag. Deze investeringen mogen er dan
wel toe leiden dat emissies van nitraat, fosfaat of ammoniak naar bodem, water of lucht
vermeden worden, het blijven end-of-pipe maatregelen. Die focussen op het verhogen van
de eco-efficiëntie. Net datzelfde beleid werd uitgevoerd door haar voorganger en zorgde
ervoor dat sinds 2008 de verbetering van de milieukwaliteit op alle fronten stagneerde. Dit
wijst erop dat dit beleid niet voldoende is om de milieudruk van de sector de doen dalen.
Natuurpunt vraagt dat waar techniek en innovatie tekort schieten, de minister een
brongericht beleid voert. Dit geldt in de eerste plaats voor de immense milieudruk die
veroorzaakt wordt door het groot aantal landbouwdieren. Een daling van de veestapel mag
niet langer een taboe zijn.
2 || 3
Visserij: vage beloftes
In het onderdeel visserij bouwt de minister verder op het bestaande en grotendeels
Europees bepaalde visserijbeleid. Maar de doorvertaling van de Europese ambities,
om het mariene milieubeleid en het visserijbeleid beter op elkaar af te stemmen, naar
een Vlaamse duurzame zeevisserij, is erg beperkt en bijzonder vaag.
Positief is dat er in de beleidsnota letterlijk staat dat ‘het economische en ecologische aspect
van de visserij onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn omdat gezonde visbestanden een
absolute voorwaarde zijn voor de rentabiliteit van de visserijsector.’ In andere passages
wordt regelmatig verwezen naar de noodzaak om selectiever te vissen, met minder impact
op het mariene milieu. Natuurpunt juicht toe dat er uitdrukkelijk vermeld wordt dat het
noodzakelijk is herstelzones in te stellen. Daarnaast is het positief dat er nagedacht wordt
om de inspanningen van de duurzame visserij te kunnen valoriseren.
Convenant ontbreekt
Het is jammer dat de minister in haar beleidsnota niet verwijst naar het convenant voor
duurzame visserij, dat door haar voorganger afgesloten werd en dat een constructieve
dialoog op gang bracht tussen de visserijsector, de visserijadministratie, het ILVO en
Natuurpunt. Betrokken actoren zijn vragende partij om het convenant te vernieuwen en
minister Schauvliege nauw te betrekken bij de uitwerking van de concrete engagementen die
gemaakt werden.
Concrete engagement voor duurzame visserij ontbreken
In 2015 start de uitvoering van het Belgische Operationele Programma dat de Europese
middelen voor de uitvoering van het Europees Gemeenschappelijk Visserijbeleid verdeelt.
Minister Schauvliege kan de vaagheid van haar beleidsnota bijschaven door duidelijke
duurzaamheidscriteria vast te stellen voor projecten die in aanmerking kunnen komen voor
deze subsidies. Deze duurzaamheidscriteria moeten aansluiten bij de 11 beschrijvende
elementen van de Kaderrichtlijn Mariene Strategie, waaronder biodiversiteit en integriteit van
de zeebodem.
De directe zorg voor het mariene milieu en dus ook de commerciële vissoorten komt
onvoldoende aan bod. Natuurpunt verwacht dat ook de Vlaamse overheid haar
verantwoordelijkheid opneemt en afspraken maakt met de federale overheid voor de visserij
gerelateerde maatregelen in de Natura2000-gebieden op zee.
Volgens de beleidsnota zal er meer ingezet worden op data-collectie, o.a. in functie van de
invoering van de aanlandingsplicht. De impact van semiprofessionele visserij op het mariene
milieu is ongekend, het is een gemiste kans dat er niet ingezet wordt op data-collectie van
deze groeiende sector.
De minister schrijft dat ze de vermindering van de milieubelasting zal stimuleren met
middelen uit het EFMZV, die o.a. ingezet zullen worden op de uitbouw van aquacultuur. Er
ontbreken echter duurzaamheidsvoorwaarden voor de uitbouw van aquacultuur op zee.
Natuurpunt vraagt wetenschappelijk onderbouwde criteria en wil daaraan meewerken.
In de beleidsnota staat letterlijk dat de huidige vangstpercentageregels een belangrijke
oorzaak zijn voor de hoge teruggooicijfers. Een redenering die we niet begrijpen. Het is
immers de niet-selectieve vistechniek die voor veel bijvangst en de huidige teruggooi zorgt.
3 || 3