Uitvoeringsprogramma Handhaving 2014

Uitvoeringsprogramma
Handhaving 2014
Muriel Jobst- de Boer
Reg nr: 2014/int/1028
1
Inhoud
Samenvatting
5
Inleiding.................................................................................................................. 6
1.1 Algemeen.......................................................................................................... 6
1.2 Leeswijzer......................................................................................................... 6
2 Uitgangspunten van dit Uitvoeringsprogramma.............................................8
2.1 Algemeen.......................................................................................................... 8
2.2 Gebiedsgericht en informatiegestuurd handhaven............................................8
2.3 Programmatisch handhaven en prioriteitstelling................................................9
2.4 Flexibel handhaven........................................................................................... 9
2.5 Excellente uitvoering.......................................................................................10
2.6 Uitgangspunten handhaving openbare ruimte.................................................10
2.7 Uitgangspunten handhaving fysieke omgeving...............................................11
3 Ontwikkelingen.................................................................................................13
3.1 Benchmark handhavingcapaciteit gemeente Amsterdam................................13
3.2 Toenemende druk op de beperkte handhavingcapaciteit openbare ruimte.....14
3.3 Toenemende druk op de beperkte handhavingcapaciteit Inspectie.................15
3.4 Uitbreiding van de handhavingcapaciteit is zeer gewenst...............................16
3.5 Nieuwe werkwijzen handhaving openbare ruimte ..........................................16
3.5.1 Buurtveiligheidsteams → gebiedsgericht werken.........................................16
3.5.2 Flexibele pool...............................................................................................17
3.6 Meer samenwerking binnen de gemeente Amsterdam...................................17
3.6.1 Het stedelijke Handhavingprogramma..........................................................17
2
3.6.2 Stedelijke handhavingprioriteiten..................................................................18
3.6.3 Belangrijke thema’s voor Nieuw-West..........................................................18
3.6.4 20% flexibele handhavingcapaciteit..............................................................18
3.7 Invoering nieuwe Drank- en Horecawet ..........................................................19
4 Handhaving openbare ruimte..........................................................................21
4.1 Wat is handhaving openbare ruimte................................................................21
4.2 Hoe ziet het team handhaving openbare ruimte eruit......................................21
4.2.1 Procesunit.................................................................................................... 22
4.3 Gebiedsgericht samenwerken.........................................................................22
4.3.1 Werken in een team.....................................................................................22
4.3.2 Flexibele pool...............................................................................................22
4.3.3 Informatiegestuurde handhaving..................................................................23
4.3.4 Programmatische handhaving......................................................................23
4.4 Loslaten richtlijnen ureninzet handhaving openbare ruimte.............................24
4.5 Doelstellingen en inzet handhaving openbare ruimte per thema.....................25
4.5.1 Tegengaan vervuiling en verloedering..........................................................25
4.5.2 Tegengaan parkeeroverlast..........................................................................27
4.5.3 Tegengaan overlast in de openbare ruimte..................................................28
4.5.4 Tegengaan overlast evenementen...............................................................29
4.5.5 Tegengaan overlast horeca..........................................................................30
4.5.6 Overige taken ..............................................................................................30
4.6 Ontwikkelingen handhaving openbare ruimte 2014.........................................31
5 Inspectie............................................................................................................ 32
5.1 Wat is inspectie...............................................................................................32
5.2 Integraal en specialistisch werken bij de inspecteurs......................................32
5.3 Juridische Handhaving....................................................................................33
3
5.4 Handhavingprioriteiten en toezichttaken team Inspectie ................................33
5.5 Richtlijnen voor de ureninzet team Inspectie...................................................34
5.6 Doelstellingen en inzet team Inspectie per thema...........................................35
5.6.1 Brandveiligheid............................................................................................. 35
5.6.2 Handhaving op asbest..................................................................................35
5.6.3 Handhaving kinderopvang............................................................................36
5.6.4 Constructieve veiligheid ver- en nieuwbouw.................................................36
5.6.5 Flexibele handhavingcapaciteit....................................................................37
5.6.6 Project integrale handhaving Osdorperweg..................................................39
5.6.7 Project woonwagenlocatie Ma Braunpad II..................................................39
5.6.8 Handhaving vergunningvrij bouwen/gebruik ................................................40
5.6.9 Juridische handhaving..................................................................................40
5.6.10 Toezicht sloop (excl. asbest)......................................................................40
5.6.11 Toezicht activiteitenbesluit Milieu...............................................................40
5.6.12 Handhaving planologisch gebruik en Bouwbesluit-eisen bestaande bouw.41
5.7 Ontwikkelingen Inspectie 2014........................................................................41
4
Samenvatting
Het uitvoeringsprogramma Handhaving beschrijft de uitgangspunten en de
werkzaamheden die de handhaving in 2014 gaat uitvoeren. Het programma omvat zowel
de handhaving openbare ruimte (HOR) als de werkzaamheden op het gebied van de
fysieke omgeving, zoals bouw-, milieu en gebruikstoezicht (team Inspectie). Het
programma bevat verder de ontwikkelingen die voor de uitvoering van de taken van de
handhaving van belang zijn.
Met de wijziging van het bestuurlijk stelsel, verandert de werkwijze van de handhaving
openbare ruimte. De nadruk ligt in 2014 op gebiedsgericht samenwerken. Handhaving
openbare ruimte is onderdeel van een team dat in gezamenlijkheid werkt aan de aanpak
van sociale, economische en fysieke opgaven.
Het uitvoeringsprogramma Handhaving is er op gericht om een bijdrage te leveren aan het
uitvoeren van het bestuurscommissie-akkoord ‘Pionieren en verbinden’. Handhaving is
samen met andere partners de oren, ogen en handen in de wijk. Handhaving openbare
ruimte is onderdeel van het team dat met elkaar gebiedsgericht, met lef en resultaat, de
problemen in de wijk oplost
Het team Inspectie richt zich in 2014 op de wettelijke toezichttaken en de stedelijke en
lokale handhavingprioriteiten.
In 2014 wordt daarnaast 20% van de beschikbare handhavingcapaciteit (zowel HOR als
Inspectie) gereserveerd om in te zetten als flexibele capaciteit. Stadsdeel Nieuw-West kan
en zal zelf ook een beroep doen op deze flexibele capaciteit.
5
Inleiding
1.1
Algemeen
Voor u ligt het Uitvoeringsprogramma Handhaving 2014. Dit uitvoeringsprogramma is na
de bestuurswisseling geschreven zodat in het programma rekening kon worden
gehouden met het nieuwe bestuurlijk stelsel van de gemeente Amsterdam en het
bestuursakkoord van de bestuurscommissie Nieuw-West.
Nu er sprake is van een verlengd lokaal bestuur is het bestuur van Nieuw-West formeel
niet overal verantwoordelijk meer voor. Dat betekent voor het bestuur van Nieuw-West
niet dat het bestuur niet aanspreekbaar is op wat er gebeurt in Nieuw-West. De kracht
van het verlengd lokaal bestuur ligt immers in haar kennis van het gebied en haar kennis
van wat er speelt bij de bewoners en ondernemers van Nieuw-West. Ogen, oren en
vooral ook handen in de wijk om samen met partners problemen in de wijk gericht en met
resultaat op te lossen.
Het verlengd lokaal bestuur richt zich op de uitvoering van beleid. De werkwijze is
gebiedsgericht, via een samenhangende aanpak van sociale, economische en fysieke
opgaven. Door de samenhang wordt een meerwaarde gecreëerd; er wordt verbonden.
Door het zoeken naar creatieve verbindingen tussen partijen, met aandacht voor de
mogelijkheden om deelnemers aan leer-werktrajecten in te zetten, worden problemen in
de wijk gezamenlijk gebiedsgericht opgelost. Daardoor wordt, ook al zijn de beschikbare
middelen beperkt, vooruitgang geboekt.
Voor de handhaving betekent de gezamenlijke gebiedsgerichte aanpak dat er de
komende jaren, nog meer dan voorheen, zal worden samengewerkt met andere partners
in de wijk, als de politie, woningbouwverenigingen, bewoners en ondernemers en de
collega-ambtenaren van Nieuw-West die werken in de wijk. Handhaving is onderdeel van
het team dat met elkaar gebiedsgericht, de problemen in de wijk oplost. Dit
Uitvoeringsprogramma Handhaving 2014 legt daar voor handhaving de contouren voor
vast en vormt de route daar naar toe.
Het Uitvoeringsprogramma omvat zowel de handhaving op het gebied van de openbare
ruimte als de handhaving fysieke omgeving zoals bouw-, milieu en gebruikstoezicht
(team Inspectie).
1.2
Leeswijzer
In het volgende hoofdstuk worden de uitgangspunten van dit Uitvoeringsprogramma
besproken. Daarbij wordt ook gekeken naar de stedelijke kaders en de
informatiegestuurde en programmatische handhaving. In hoofdstuk 3 komen de
ontwikkelingen aan bod die van invloed zijn op de handhaving. Hoofdstuk 4 richt zich
volledig op de handhaving openbare ruimte. Hoofdstuk 5 richt zich tot slot op de
handhaving fysieke omgeving, of te wel de inzet van het team Inspectie.
6
7
2
Uitgangspunten van dit
Uitvoeringsprogramma
2.1
Algemeen
De gemeente Amsterdam heeft in 2014 een nieuw bestuurlijk stelsel gekregen en de
gemeentelijke organisatie is nog volop bezig om zich daaraan aan te passen. Een van de
uitgangspunten van het nieuwe bestuurlijke stelsel is dat de kaders centraal worden
vastgesteld en lokaal worden uitgevoerd. Voor onderwerpen die bij de
bestuurscommissies achterblijven, mag ook lokaal beleid worden gemaakt.
Voor wat betreft handhaving geldt dat deze voor de onderwerpen waar de
bestuurscommissie over gaat bij het stadsdeel achterblijft. Daarmee heeft het stadsdeel
de ruimte om de handhaving op lokale problemen in te zetten. Hiervoor worden
gebiedsagenda’s gemaakt en geldt de gezamenlijke gebiedsgerichte werkwijze.
Handhaving is een onderdeel van het team dat in gezamenlijkheid de problemen in de
wijk aanpakt. Deze werkwijze geldt ook voor de programmatische handhaving welke
thematisch is vastgelegd in het Stedelijke Handhavingprogramma.
2.2
Gebiedsgericht en informatiegestuurd handhaven
Het bestuur wil dat handhaving in Nieuw-West daar wordt ingezet waar de handhaving
op dat moment het meest nodig is. Bewoners en ondernemers in Nieuw-West
verwachten dat problemen die zij ervaren in de wijk worden opgelost. Handhaving draagt
daaraan bij, samen met andere partners in Nieuw-West. Lokale problemen worden direct
en zichtbaar opgelost. Dit stemt de bewoners en ondernemers tevreden.
De gebiedsgerichte aanpak is teamwork. Per wijk wordt er verder gebouwd aan een
basisstructuur (basis team) waarin medewerkers van de afdeling wijken, de afdeling
veiligheid, de afdeling reiniging en de afdeling handhaving openbare ruimte
samenwerken met de politie, medewerkers van woningbouwverenigingen, leerlingen in
het leer-werk trajecten en waar nodig andere externe partijen. De aanpak geschiedt aan
de hand van de gebiedsagenda die per wijk wordt opgesteld. De gebiedsagenda’s
bevatten de kernproblemen per gebied die het bestuur wil aanpakken.
Om daar aan bij te dragen wordt de handhaving steeds meer informatiegestuurd ingezet,
dus daar waar de problemen zich voordoen. Dat klinkt heel logisch maar het is in de
praktijk erg lastig gebleken om de juiste informatie te verzamelen en daaruit de juiste
sturingsindicatoren te herleiden. Nieuw-West loopt voorop bij het informatiegestuurd
handhaven. Het Centraal Informatie Punt (CIP) analyseert de gegevens uit de wijk en
kan daaruit steeds betere conclusies trekken ten aanzien van de benodigde handhaving
in de wijk.
2.3
Programmatisch handhaven en prioriteitstelling
Goede handhaving verloopt volgens een goed plan. De gemeente Amsterdam kiest voor
een programmatische benadering, maar houdt oog voor het hier en nu. Vijftien
geselecteerde handhavingsthema’s worden in 2014 aangepakt. Deze zijn opgenomen in
het Stedelijke Handhavingprogramma en nader uitgewerkt in dit Uitvoeringsprogramma.
Programmatisch handhaven is:
 cyclisch. Programma’s (Stedelijk Handhavingprogramma, Uitvoeringprogramma
Handhaving, Gebiedsagenda’s) worden jaarlijks vastgesteld en geëvalueerd.
 integraal. Het is relevant voor alle domeinen waarbinnen het bestuur
verantwoordelijkheid heeft voor handhavingstaken. Een multidisciplinaire aanpak
helpt alle domeinen onderling te verbinden om samen een beleidsdoel te bereiken.
 transparant. Het handhavingsprogramma maakt de visie van het bestuur inzichtelijk
en laat zien wat de omvang van de handhavingstaken is en wat de prioriteiten zijn.
Ook beschrijft het programma de doelen, en de methoden om die doelen te bereiken.
 duidelijk. Het handhavingsprogramma, Uitvoeringsprogramma en de
Gebiedsagenda’s laten zien hoe handhavingsdisciplines onderling en met partners
kunnen samenwerken
 informatiegestuurd. Handhaven gebeurt op basis van kennis van het
handhavingsdomein en de doelgroep.
De gemeente Amsterdam heeft ruim 250 toezicht- en handhavingstaken. Bij de uitvoering
ervan zijn veel diensten en stadsdelen betrokken. Omdat niet alle handhavingstaken
gelijktijdig met gelijke intensiteit uitgevoerd kunnen worden, maakt het bestuur keuzes in
de uitvoering en stelt het prioriteiten.
De vijftien handhavingsprioriteiten uit het Stedelijke Handhavingprogramma zijn
gebaseerd op risicoanalyses1 van de stadsdelen en diensten. De prioriteiten voor 2014
hebben een stadsbreed draagvlak en zijn door de meeste stadsdelen en diensten zelf
benoemd. De prioriteiten beslaan het fysieke en het sociale domein en de openbare
ruimte.
2.4
Flexibel handhaven
Het bestuur heeft in 2012 afgesproken om twintig procent van de handhavingscapaciteit
in de stad flexibel en informatiegestuurd in te zetten. Door rationele beslissingen te
nemen op basis van actuele en betrouwbare informatie kunnen mensen en materieel
optimaal worden ingezet. Goede samenwerking tussen disciplines maakt de
handhavingsdoelen haalbaar. Deze flexibele aanpak moet leiden tot zichtbare
interventies voor bewoners, bezoekers en ondernemers, waarbij verschillende
gemeentelijke en niet-gemeentelijke disciplines samenwerken en met veel capaciteit een
specifiek handhavingsprobleem aanpakken. Gezien de rol van de politie als handhaver
wordt bij de keuze ook gekeken of samenwerking met de politie nodig is om het probleem
op te lossen.
Flexibele handhaving vindt plaats op de zes thema’s die het bestuur voor 2014 heeft
vastgesteld:
1
De risicoanalyse wordt uitgevoerd aan de hand van een door het Ministerie van Veiligheid en Justitie
ontwikkelde risicomatrix






Taxiproblematiek
Overlast rond horeca
Overlast evenementen
Prostitutie, escort en massagesalons
Woonfraude en illegale hotels
Scooterproblematiek.
Naast de flexibele handhaving op genoemde zes thema’s, zal ook de Vliegende Brigade
van Dienst Stadstoezicht in 2014 flexibel worden ingezet.
Nieuw-West levert capaciteit voor de flexibele inzet, maar mag daar ook capaciteit van
andere stadsdelen en diensten voor terug verwachten. De flexibele inzet kan immers ook
in Nieuw-West plaatsvinden zoals reeds op de thema’s woonfraude, prostitutie, escort en
massagesalons gebeurd is.
2.5
Excellente uitvoering
In het organisatieplan stadsdelen is aangegeven dat stadsdelen een gezamenlijke
opgave hebben om tot een gelijke werkwijze en organisatie te komen. Het gaat voor de
uitvoerende afdelingen in de stadsdelen om een verdere efficiënte inrichting van hun
werkprocessen (excellente uitvoering). Dit binnen de context van het gebiedsgerichte
werken (de gebiedssturing).
De groei naar een excellente uitvoering kan gevonden worden in:
1. Optimalisering van de uitvoeringsprocessen per discipline en product. Het gaat hier
om excellente uitvoering van het eigen, reguliere en standaard werkproces en product
binnen de vastgestelde stedelijke kaders en stedelijke programmering. Hierbij wordt
gekeken wat doen we in de uitvoering gezamenlijk tussen de stadsdelen
(harmonisering en uniformiteit) en wat organiseren we nog binnen het stadsdeel zelf.
2. De bijdrage van de uitvoering aan de specifieke noden en wensen van het gebied (de
gebiedsagenda). Hier gaat het om maatwerk in de uitvoering, het integraal en flexibel
(samen)werken met andere uitvoeringdiscipline in het stadsdeel om te komen tot het
optimale en gewenste resultaat voor het (deel)gebied.
Voor de handhaving ligt er een opgave om de komende jaren met de nieuwe
stadsdeelorganisaties mee en door te groeien naar een excellente uitvoering. Daarbij
worden de werkprocessen waar nodig opnieuw ingericht (LEAN) en efficiënt afgestemd
op de werkprocessen van de ketenpartners.
2.6
Uitgangspunten handhaving openbare ruimte
1. Handhaving openbare ruimte is onderdeel van het team dat in gezamenlijkheid de
problemen in de wijk gebiedsgericht, oplost. Het team bestaat onder andere uit
ketenpartners als de politie, collega-ambtenaren als wijkverzorgers en wijk- en
veiligheidscoördinatoren, bewoners en ondernemers uit Nieuw-West en deelnemers
aan leer-werk trajecten;
2. Handhaving openbare ruimte vindt gebiedsgericht en zoveel mogelijk
informatiegestuurd plaats;
3. Handhaving openbare ruimte vindt integraal plaats, doch waar nodig specifiek
gefocust;
4. Handhaving openbare ruimte heeft een excellente uitvoering;
5. Het bestuur wil dat handhaving openbare ruimte daar kan worden ingezet waar het op
dat moment het meest nodig is. Dat vraagt flexibiliteit van de handhavers en
commitment van het bestuur (andere handhavingstaken komen dan, al dan niet
tijdelijk, op een tweede plan of kunnen mogelijk geheel niet worden uitgevoerd);
6. Het bestuur vertrouwt erop dat de gebiedsgerichte inzet van de handhaving openbare
ruimte tot gevolg heeft dat de benodigde inzet op basis van geoormerkte gelden
behaald wordt, zonder daar vooraf actief op te sturen;
7. Het bestuur vertrouwt erop dat de gebiedsgerichte inzet van de handhaving openbare
ruimte tot gevolg heeft dat voldoende programmatisch wordt gehandhaafd op de
stedelijke prioriteiten zonder daar vooraf actief op te sturen;
8. Het bestuur wenst de beperkte handhavingcapaciteit alleen in te zetten waar
handhaving echt noodzakelijk is. Problemen die zonder handhaving kunnen worden
opgelost, moeten ook zonder handhaving worden opgelost;
9. 20% van de handhavingscapaciteit is beschikbaar voor de flexibele inzet. Het bestuur
wil daarbij ook profiteren van de flexibele inzet door deze in te zetten op de opgaven
in Nieuw-West;
10. Het bestuur wil de hulp van vliegende brigade van de dienst Stadstoezicht (een team
van handhavers dat, op kosten van de directie Openbare Orde en Veiligheid, flexibel
in de stad wordt ingezet bij problemen op het gebied van veiligheid) waar mogelijk
benutten en inzetten op de opgaven in Nieuw-West.
2.7
Uitgangspunten handhaving fysieke omgeving
1. Het team inspectie werkt vanwege de verschillende disciplines en wettelijke taken die
het team uitvoert, over het algemeen niet gebiedsgericht maar themagericht en
programmatisch;
2. Het team Inspectie ondersteunt de gebiedsteams waar nodig;
3. Het team Inspectie heeft een excellente uitvoering;
4. Het bestuur wenst de beperkte handhavingcapaciteit van het team Inspectie alleen in
te zetten waar deze handhaving echt noodzakelijk is. Problemen die zonder
handhaving kunnen worden opgelost, moeten ook zonder handhaving worden
opgelost;
5. 20% van de handhavingscapaciteit van het team Inspectie is beschikbaar voor de
flexibele inzet. Het bestuur wil daarbij ook profiteren van de flexibele inzet door deze
in te zetten op de opgaven fysieke omgeving in Nieuw-West;
3
Ontwikkelingen
In 2013 hebben zich verschillende ontwikkelingen voorgedaan die van invloed zijn op de
inzet van de handhaving in 2014. Dat geldt zowel voor de inzet van het team Inspectie
als voor de teams Handhaving openbare ruimte. De belangrijkste ontwikkelingen zijn de
invoering van het nieuwe bestuurlijk stelsel in de gemeente Amsterdam, de stedelijke
invoering van het gebiedsgericht werken en de totstandkoming van het Stedelijke
Handhavingsprogramma 2014.
In 2014 is er net als vorig jaar nog steeds sprake van een groeiende druk op een
beperkte capaciteit van de handhaving openbare ruimte. Dit dwingt tot het maken van
keuzes. Er dient creatief en efficiënt met de inzet van de handhaving openbare ruimte te
worden omgegaan, om de handhaving zo effectief mogelijk te laten zijn.
Doordat de handhaving openbare ruimte deel uitmaakt van het team dat in
gezamenlijkheid de problemen in Nieuw-West gebiedsgericht en met lef en resultaat
oplost, ziet de handhaving openbare ruimte de opgaven voor 2014 met vertrouwen
tegemoet. Om echter geen irreëel beeld van de handhaving openbare ruimte te geven en
verkeerde verwachtingen te wekken, is het goed om kort stil te staan bij de benchmark
handhavingscapaciteit die in 2012 binnen de gemeente Amsterdam is uitgevoerd en een
korte uitleg te geven over de toenemende druk op de beperkte handhavingscapaciteit.
3.1 Benchmark handhavingcapaciteit gemeente Amsterdam
Uit het benchmarkonderzoek, dat de dienst Onderzoek en Statistiek in oktober 2012
heeft uitgevoerd naar het aantal handhavers in de gemeente Amsterdam, blijkt dat
stadsdeel Nieuw-West, zeker gezien de grootte en het aantal inwoners van het
stadsdeel, veel minder handhavers openbare ruimte en inspecteurs bouw- en
woningtoezicht tot haar beschikking heeft dan de meeste stadsdelen. Daar komt bij dat in
stadsdeel Nieuw-West het grootste deel van de parkeerregulering plaatsvindt door
middel van blauwe zones. Op de handhaving van de blauwe zones werd in 2013 de
capaciteit van 6 Boa’s ingezet. Voor de overige handhavingstaken waren dus nog maar
16 Boa’s beschikbaar. In stadsdelen waar het parkeren wordt gereguleerd door middel
van betaaldparkeren hoeven geen Boa’s te worden ingezet. Cition handhaaft daar op het
betaaldparkeren. Deze stadsdelen, te weten Centrum, Zuid, Oost en West hebben in
verhouding dus nog meer handhavers openbare ruimte beschikbaar dan stadsdeel
Nieuw-West.
De aantallen handhavers waren in oktober 2012 als volgt:
Aantal handhavers openbare ruimte in de stadsdelen van Amsterdam (in 2012)
Stadsdeel
Zuid
Oost
West
Centrum
Zuidoost
Nieuw-West
Noord
Onbevoegde
handhaver
0
0
2
12
0
0
1
Bevoegde
handhaver
2
3
0
0
12
3
0
Buitengewoon
opsporingsambtenaar
(Boa)
Totaal
47
42
31
18
14
22
10
49
45
33
30
26
25
11
Aantal inspecteurs bouw- en woningtoezicht in de stadsdelen van Amsterdam (in
2012)
Stadsdeel
Centrum
West
Zuid
Oost
Nieuw-West
Noord
Zuidoost
Onbevoegde
handhaver
0
0
0
0
0
0
0
Bevoegde
handhaver
34
28
21
9
10
6
5
Buitengewoon
opsporingsambtenaar
(Boa)
Totaal
0
0
2
1
0
0
0
34
28
23
10
10
6
5
De capaciteit aan handhaving is in stadsdeel Nieuw-West in vergelijking met andere
stadsdelen laag. Ook de rekenkamer concludeert in de Nota van bevindingen van het
Opvolgingsonderzoek Handhaving openbare ruimte (februari 2013) dat stadsdeel NieuwWest in verhouding tot de meeste stadsdelen minder handhavers in dienst heeft.
3.2 Toenemende druk op de beperkte handhavingcapaciteit
openbare ruimte
De roep om inzet van handhaving is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Dat geldt
vooral bij de handhaving openbare ruimte.
• In 2012 en 2013 zijn de blauwe zone gebieden in stadsdeel Nieuw-West flink
uitgebreid. Het team handhaving openbare ruimte heeft hiervoor vanuit het
Parkeerfonds een budget voor extra handhavers gekregen, maar de op basis van dit
budget geboden ruimte voor uitbreiding van handhavingscapaciteit is ontoereikend
voor de intensieve inzet van capaciteit die handhaving van blauwe zones in de
praktijk vraagt. Zonder handhaving werken de blauwe zones niet omdat
automobilisten er dan veel langer blijven staan dan is toegestaan. De zones dienen
dus regelmatig en op afwisselende tijden te worden gecontroleerd door de
•
•
•
•
•
handhaving. Dit betekent dat er verhoudingsgewijs veel handhavingscapaciteit op
foutparkeren benodigd is. Door het instellen van de blauwe zones, zijn er daar boven
op, in de grensgebieden aan de blauwe zones parkeerproblemen ontstaan. Hetzelfde
geldt voor de gebieden die grenzen aan de betaaldparkerengebieden. De parkeerdruk
is in deze gebieden zo hoog geworden, dat er veelvuldig in overtreding wordt
geparkeerd. Bijvoorbeeld op de stoep of op hoeken van straten. Ook hier is extra inzet
van handhaving openbare ruimte benodigd om de toegenomen overlast aan te
kunnen. Ook voor 2014 wordt uitbreiding van het blauwe zone-gebied verwacht. De
daarmee gemoeide uitbreiding van handhavingscapaciteit is hierbij nog niet
meegenomen.
In 2013 zijn de handhavers openbare ruimte meerdere malen ingezet om de
cruiseoverlast in De Oeverlanden tegen te gaan. De druk op de handhaving openbare
ruimte is hierdoor verder toegenomen omdat met deze werkzaamheden oorspronkelijk
geen rekening was gehouden.
De druk op de handhaving openbare ruimte is in 2013 verder toe genomen als gevolg
van bestuurlijke afspraken die in de gemeente Amsterdam met betrekking tot de
handhaving zijn gemaakt. Vanaf 2013 dienen alle stadsdelen en gemeentelijke
diensten jaarlijks 20% van de beschikbare handhavingcapaciteit flexibel te houden om
in te zetten voor centraal stedelijke prioriteiten. In 2014 betreft dit de onderwerpen
taxiproblematiek, overlast rond horeca, overlast evenementen, prostitutie, escort en
massagesalons, woonfraude en illegale hotels, scooteroverlast. Zowel de handhaving
openbare ruimte als het team Inspectie dienen 20% van hun capaciteit te reserveren.
Per 1 januari 2013 is stadsdeel Nieuw-West verantwoordelijk geworden voor de
handhaving van de Drank- en Horecawetgeving. Deze taak is vanuit de Nieuwe
Voedsel en Waren Autoriteit overgekomen zonder financiële middelen (zie verder
paragraaf 3.7).
Het aantal evenementen in Nieuw-West is ten opzichte van 2013 aanzienlijk
toegenomen. Toezicht op en rondom evenementen is een van de bestuurlijke
speerpunten.
In 2015 wordt een verdere uitbreiding van het takenpakket van de handhaving
openbare ruimte verwacht doordat het gebied Westpoort van de centrale stad zal
worden overgedragen aan de stadsdelen West en Nieuw-West.
3.3 Toenemende druk op de beperkte handhavingcapaciteit
Inspectie
•
•
•
Ook de druk op de capaciteit van het team Inspectie is toegenomen. Deze druk
heeft het team kunnen opvangen doordat er vanwege de economische crisis minder
stedelijke vernieuwing in stadsdeel Nieuw-West plaatsvindt. Binnen het team is een
verschuiving tot stand gebracht van controle op de bouw (realisatie) naar controle op
het gebruik. En dat was ook dringend nodig.
Uit de gevelscan die het team Inspectie in 2012 heeft verricht, is namelijk gebleken
dat er in stadsdeel Nieuw-West niet 900 milieu-inrichtingen zijn, zoals werd gedacht,
maar 1500. Er moeten dus veel meer controles op het gebruik worden verricht dan
was verwacht. Het bestand van inrichtingen dat stadsdeel Nieuw-West in 2010 van
de dienst Bouw- en Woningtoezicht overkreeg bleek erg verouderd. Het bestand is
nu weer up to date. Zolang de stedelijke vernieuwing niet aantrekt, kan het team
Inspectie de werkzaamheden aan. Echter als de bouw in 2014 wel aantrekt, ontstaat
er direct een capaciteitsprobleem.
Per 1 januari 2013 is stadsdeel Nieuw-West verantwoordelijk geworden voor de
handhaving van de Drank- en Horecawetgeving. Deze taak is vanuit de Nieuwe
•
Voedsel en Waren Autoriteit overgekomen zonder financiële middelen (zie verder
paragraaf 3.7).
In 2015 wordt een verdere uitbreiding van het takenpakket van het team Inspectie
verwacht doordat het gebied Westpoort van de centrale stad zal worden
overgedragen aan de stadsdelen West en Nieuw-West. Inmiddels is er al door het
team Inspectie een gevelscan uitgevoerd, zodat tijdig inzichtelijk is hoeveel
capaciteit nodig is om toezicht op een adequaat niveau uit te voeren.
3.4 Uitbreiding van de handhavingcapaciteit is zeer gewenst
Gezien de beperkte handhavingcapaciteit in stadsdeel Nieuw-West en de toenemende
druk op deze beperkte capaciteit is uitbreiding van de handhavingcapaciteit zeer
gewenst. Gezien de economische situatie en huidige financiële positie van Nieuw-West is
het echter de vraag of uitbreiding van de handhavingcapaciteit mogelijk is. Dit heeft
consequenties. Er dienen keuzes te worden gemaakt over wat wel in 2014 door de
handhaving kan worden gedaan en wat niet.
Op dit moment beschikt de handhaving openbare ruimte tijdelijk over 5 extra fte
handhaving voor de ondersteuning in de BVT. Deze fte’s worden gefinancierd vanuit de
prioriteit Veiligheid. Ondanks de extra inzet, blijft de capaciteit beperkt. Er wordt daarom
steeds meer samenwerking gezocht met andere partijen als de politie, deelnemers aan
de leer-werktrajecten, wijkverzorgers en bewoners en ondernemers uit Nieuw-West.
Door het zoeken naar creatieve verbindingen tussen partijen worden problemen in de
wijk gezamenlijk gebiedsgericht opgelost. Daardoor wordt, ook al zijn de beschikbare
middelen voor handhaving beperkt, vooruitgang geboekt.
3.5 Nieuwe werkwijzen handhaving openbare ruimte
Om de handhaving openbare ruimte zo effectief mogelijk te kunnen inzetten, dient de
handhaving zoveel mogelijk zichtbaar te worden gemaakt. Met 22 fte handhavers die in
een rooster werken is dat nagenoeg ondoenlijk, ondanks de neon gele jassen die de
handhavers dragen. Daarom worden er samenwerkingsverbanden georganiseerd. De
handhavers openbare ruimte lopen dan samen met anderen, zoals wijkcoördinatoren,
toezichthouders of politieagenten op straat. Ook wordt er gebruikgemaakt van de inzet
van stagiaires uit leer-werktrajecten. Het gaat hier om extra inzet die niet ten koste gaat
van reguliere arbeidsplaatsen. Door de samenwerkingsverbanden is er meer controle op
straat en zien de inwoners en ondernemers van Nieuw-West veel meer op straat
gebeuren dan voorheen het geval was.
3.5.1
Buurtveiligheidsteams → gebiedsgericht werken
In 2012 zijn de Buurtveiligheidsteams (hierna: BVT’s) van start gegaan en is de
handhaving openbare ruimte begonnen met de nieuwe manier van werken. In 6 BVT’s
werken de handhavers openbare ruimte samen met politie, toezichthouders, bewoners,
ondernemers, wijkcoördinatoren en woningbouwverenigingen om de problemen in de
buurt aan te pakken. De werkwijze is vraaggestuurd. Daar waar bewoners en
ondernemers een probleem hebben, wordt dit probleem direct aangepakt. De
vraaggestuurde handhaving kan dus afwijken van de handhavingprioriteiten die in dit
programma zijn opgenomen.
De aanpak in de BVT zal in 2014 voor heel Nieuw-West worden toegepast. Het stadsdeel
is verdeeld in 4 gebieden. Aan elk gebied worden een aantal handhavers openbare
ruimte toebedeeld zodat er in principe altijd één handhaver in het team operationeel is en
er een vaste bezetting per gebied is. De handhavers werken samen met de politie, de
wijkcoördinatoren, toezichthouders en deelnemers aan het leer-werktraject om zoveel
mogelijk zichtbaar te zijn in de wijk. De handhaving is vraag- en informatiegestuurd en zal
mede plaatsvinden aan de hand van de gebiedsagenda’s.
3.5.2
Flexibele pool
De overige handhavers openbare ruimte worden niet vast toebedeeld aan een gebied. Zij
werken in een pool die flexibel kan worden ingezet. Handhaving zal voornamelijk
plaatsvinden op de prioriteiten en op de thema’s die in 2014 stedelijk voor flexibele inzet
zijn benoemd. Daarnaast speelt de flexibele pool in op actualiteiten die zich in NieuwWest voordoen en kunnen aanvullend worden ingezet daar waar het meest noodzakelijk.
3.6 Meer samenwerking binnen de gemeente Amsterdam
Steeds vaker is een stedelijke aanpak met alle ketenpartners nodig om (zeer) complexe
problemen bij (zeer) specifieke doelgroepen op te kunnen lossen. Deze problemen zijn
niet gebonden aan onze organisatievorm en gaan over de grenzen van stadsdelen en
diensten heen. Problemen in de stad, zoals de taxiproblematiek of de misstanden in de
prostitutie, kunnen spontaan ontstaan of juist zo hardnekkig zijn dat gemeentebrede,
multidisciplinaire handhavingsinzet geboden is.
We kunnen effectiever handelen als we gezamenlijk misstanden aanpakken met een
breed palet aan informatie en instrumenten. Hiervoor is een nauwere samenwerking
tussen diensten en stadsdelen nodig, alsook tussen gemeente en externe partners
(woningcorporaties, politie en belastingdienst). Intensievere samenwerking is niet alleen
noodzakelijk op het specifieke terrein van handhaving, maar ook binnen het sociale
domein en op wijk-/gebiedsniveau. Handhaving alleen lost de onderliggende problemen
immers niet op.
Op het gebied van toezicht en handhaving staan het college en de algemene besturen
voor een belangrijke opgave. Deze laat zich als volgt samenvatten:
 De leefbaarheid en veiligheid in de stad moet beter.
 Misdaad, overlast en asociaal gedrag mogen niet lonen.
 Slachtoffers en mensen die zich onveilig voelen, moeten beschermd worden,
overtreders en profiteurs bestraft.
De gemeente kan deze opgave niet alleen realiseren. De burgers (inwoners, bezoekers,
toeristen) en ondernemers van Amsterdam moeten ook hun verantwoordelijkheid nemen.
3.6.1
Het stedelijke Handhavingprogramma
In het kader van de bestuurlijke afspraken Organisatie Bestuurlijk Toezicht (OBT) wordt
er sinds 2013 gewerkt met een stedelijk handhavingprogramma (hierna: SHHP). In het
SHHP zijn de prioriteiten opgenomen waar in 2014 gemeentebreed op gehandhaafd zal
worden (gedeelde problematiek). De lijst met 15 stedelijke prioriteiten lijkt lang, maar niet
op alle onderwerpen zal door de handhavers van Nieuw-West actief worden
gehandhaafd. Het belang van de stedelijke prioriteiten is om deze gezamenlijke thema’s
goed op het netvlies te hebben, zodat problemen op de gezamenlijke thema’s
gesignaleerd worden en waar nodig doorgegeven worden aan de juiste gemeentelijke
dienst. Op deze manier worden de 15 stedelijke prioriteiten ook echt gedeelde
prioriteiten. Ook al vindt er op sommige thema’s maar een minimale inzet plaats.
Het SHHP is in samenwerking met de stadsdelen en gemeentelijke diensten tot stand
gekomen. Het programma bevat de uitgangspunten voor de handhaving en de doelen die
met handhaving worden nagestreefd. De lijst met prioriteiten is samengesteld uit
prioriteiten die stadsdelen en gemeentelijke diensten hebben aangedragen.
3.6.2
Stedelijke handhavingprioriteiten
De stedelijke handhavingprioriteiten voor 2014 zijn:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
3.6.3
Afval
Asbest
Brandveiligheid
Kinderdagverblijven
Overlast evenementen
Overlast op water
Overlast rond horeca
Prostitutie, escort en massagesalons
Taxi
Overlast in de openbare ruimte (hangjongeren, groepsoverlast)
Parkeeroverlast
Fietsparkeeroverlast
Veilig (ver)bouwen
Blowverbod, overlast coffeeshops
Woonfraude en illegaal gebruik panden
Belangrijke thema’s voor Nieuw-West
Naast de stedelijke handhavingprioriteiten zijn de onderstaande thema’s belangrijk voor
Nieuw-West:
1.
2.
3.
4.
3.6.4
De Oeverlanden
Wrakken
Project integrale handhaving Osdorperweg
Project Ma Braunpad
20% flexibele handhavingcapaciteit
Het bestuur in Amsterdam heeft afgesproken om twintig procent van de
handhavingscapaciteit in de stad flexibel in te zetten. De thema’s waarop de flexibele
handhaving zich richt, worden jaarlijks vastgesteld door het college in samenspraak met
bestuurders van de stadsdelen. Aan de basis van deze beslissing ligt een ambtelijk
advies, de uitkomst van een weging aan de hand van de volgende criteria:
a
b
c
d
e
Het thema overstijgt de betrokkenheid van één dienst, één stadsdeel of één
(structureel) samenwerkingsverband.
Het thema overstijgt het vermogen (kennis of capaciteit) van één dienst, één
stadsdeel of één (structureel) samenwerkingsverband.
Het thema is zichtbaar voor Amsterdammers en bedrijven en de aanpak ervan
vergroot het maatschappelijk draagvlak voor bestuurlijk Toezicht & Handhaving.
Het thema is hardnekkig (de bestaande, niet-integrale aanpak werkt niet).
Het thema is bestuurlijk actueel.
In 2014 zal de flexibele handhavingscapaciteit ingezet worden op de volgende zes
(stedelijke) prioriteiten:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Taxiproblematiek
Overlast rond horeca
Overlast evenementen
Prostitutie, escort en massagesalons
Woonfraude en illegale hotels
Scooteroverlast.
3.7 Invoering nieuwe Drank- en Horecawet
Op 1 januari 2013 is de nieuwe Drank- en Horecawet (hierna: DHW) ingegaan.
De belangrijkste wijzigingen in de nieuwe wet:
•
•
•
•
Jongeren onder de 18 jaar zijn straks strafbaar als ze alcohol bij zich hebben op
straat of op andere plekken in de openbare ruimte. Bijvoorbeeld in een kroeg,
winkelcentrum, stationshal of park.
De nieuwe wet maakt geen onderscheid meer tussen zwak alcoholische drank en
sterke drank.
Verkopers van alcohol die in 12 maanden tijd 3 keer worden betrapt op verboden
verkoop, verliezen (tijdelijk) hun vergunning.
De gemeenten gaan voortaan toezicht houden op de naleving van de Drank- en
Horecawet. Nu is de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) hiervoor
verantwoordelijk.
De ministeriële regeling bij de nieuwe DHW bepaalt dat de toezichthouders die belast zijn
met het toezicht op de nieuwe DHW, buitengewoon opsporingsambtenaar (hierna: Boa)
zijn. Zowel Boa’s van domein I als domein II zijn bevoegd voor de handhaving op grond
van de DHW. Zij dienen echter wel een speciale opleidingsmodule te volgen voor de
DHW. Inmiddels zijn er al twee handhavers openbare ruimte opgeleid en volgt 1
inspecteur de opleiding. Daarnaast wordt een aantal Inspecteurs opgeleid als BOA
waarna de speciale DHW-module kan worden gevolgd.
De handhaving op de DHW zal door de teams handhaving openbare ruimte en Inspectie
samen worden uitgevoerd. Op deze manier kunnen de controles worden meegenomen
bij de reguliere werkzaamheden. In ingewikkelde zaken en bij speciale acties zullen
beide teams, gezamenlijk controleren. Ook worden er gezamenlijke acties met de
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit uitgevoerd.
De taakoverdracht DHW heeft zonder overdracht van financiële middelen
plaatsgevonden. Het stadsdeel heeft veel extra taken gekregen, zonder daarvoor extra
middelen te krijgen. Een extra probleem daarbij is dat de controles vooral in de avond en
nachtelijke uren plaatsvinden. Dit trekt een extra wissel op de handhavingscapaciteit.
Stedelijk wordt samen opgetrokken om dit probleem te ondervangen.
In 2014 is de handhaving op overlast van horeca prioriteit. Daarbij zal ook worden
gehandhaafd op de DHW.
4
Handhaving openbare ruimte
Handhaving is gericht op het creëren en in stand houden van veiligheid, leefbaarheid,
gezondheid, welzijn en goede sociale verhoudingen.
4.1 Wat is handhaving openbare ruimte
Handhaving openbare ruimte richt zich op de vraag of burgers, bedrijven en overheden
zich aan de gestelde regels met betrekking tot die openbare ruimte houden. Zij hebben
daarbij de bevoegdheid om repressief op te treden. De bevoegdheden van de handhaver
worden gebruikt om te signaleren, informatie te verzamelen, te adviseren over
preventieve maatregelen, of voor het opleggen van een sanctie.
Handhaving is gericht op twee typen gedrag. Allereerst is er gedrag dat we niet willen
verbieden, maar wel willen regelen. Het gaat om een grote variëteit aan gedragingen,
zoals bij economische activiteiten, in het wegverkeer, bij recreatie enz. Nalevingtoezicht
en handhaving vallen hierbij samen; beide zijn gericht op de naleving van regels die de
samenleving ordenen.
Daarnaast is er gedrag dat we verbieden. Het gaat dan om allerlei overtredingen.
Handhaving is dan niet zozeer gericht op naleving, maar op voorkomen of bestrijden. Het
gaat dan om opsporing, vervolging en berechting door respectievelijk openbaar ministerie
en zittende magistratuur.
Handhaving is geen doel op zich, maar een instrument om andere doelen te kunnen
realiseren. Met handhaving wordt beoogd de rechtszekerheid voor de burgers te
bevorderen, beleidsdoelstellingen van het stadsdeel te realiseren en negatieve
neveneffecten te voorkomen.
Handhaving geschiedt door het houden van toezicht op de naleving van de regels (regels
op overheidsniveau en gemeentelijk/stadsdeel niveau). Voor het uitvoeren van de
handhaving staan diverse instrumenten tot beschikking. Handhavers kunnen zowel
gebruik maken van bestuursrechtelijke middelen (toezicht houden, opleggen last onder
dwangsom, opleggen last onder bestuursdwang) als van strafrechtelijke middelen
(uitschrijven proces-verbaal, inbeslagname).
4.2 Hoe ziet het team handhaving openbare ruimte eruit
De handhaving openbare ruimte is verdeeld in twee teams met aan het hoofd van elk
team een teamleider, welke op zijn beurt weer onder de afdelingsmanager valt. De
formatie ziet er als volgt uit:
fte
3
20,3
2
Functie
Handhaver-B
Handhaver-D
Handhaver-E
Omschrijving
Assistenten
Boa’s, domein I (Openbare Ruimte)
Senioren, Boa’s, domein II (Welzijn en Milieu)
De teams worden administratief ondersteund door 2 medewerkers procesunit (zie
paragraaf 4.2.1.
4.2.1
Procesunit
De handhavers openbare ruimte worden ondersteund door een procesunit. In het kader
van de bestuurlijke afspraken OBT is deze procesunit voor alle stadsdelen en
gemeentelijke diensten die handhaven voorgeschreven.
De procesunit bestaat in stadsdeel Nieuw-West uit twee medewerkers. De medewerkers
nemen administratieve taken van de handhavers openbare ruimte over. Hierdoor kunnen
de handhavers zoveel mogelijk op straat zijn. In de procesunit zit geen informatieanalist.
Deze analist is ondergebracht bij het Centraal Informatie Punt (CIP).
De procesunit neemt ongeveer 90% van de administratie van de handhavers openbare
ruimte over. Het gaat om het invoeren van de opgemaakte processen-verbaal, het maken
van handhavingbrieven, het verspreiden en afhandelen van verzoeken om commentaar
ten behoeve van de officier van Justitie, het opvragen van informatie zoals gegevens uit
de RDW, KvK en GBA-v. Ook controleert de procesunit of bedrijven bijvoorbeeld
reinigingsrecht hebben betaald of over de nodige vergunningen beschikken. Voorts
verricht de procesunit voorbereidende werkzaamheden voor de handhaving. De
procesunit maakt de inzetlijsten voor de handhaving. Op deze lijsten staan de
binnengekomen meldingen openbare ruimte (MORA) die vervolgens door de handhavers
worden afgelopen om op te lossen.
4.3 Gebiedsgericht samenwerken
4.3.1
Werken in een team
De handhavers openbare ruimte zullen, zodra de vier nieuwe gebiedsteams zijn
ingevoerd, permanent deelnemen aan het basisteam dat de politie en het stadsdeel
zullen vormen in de wijk. Het basisteam bestaat uit een aantal vaste deelnemers van de
politie, afdeling wijken en de handhaving openbare ruimte en kan verder worden
uitgebreid met andere ketenpartners, wijkverzorgers, toezichthouders, deelnemers aan
leerwerktrajecten, en ondernemers en bewoners van Nieuw-West. Per gebied nemen
vier handhavers openbare ruimte (dit betekent 1 handhaver per rooster) plaats in het
basisteam, die elkaar in de uitvoering kunnen vervangen.
4.3.2
Flexibele pool
De overige handhavers openbare ruimte werken in een pool die flexibel kan worden
ingezet. Handhaving zal voornamelijk plaatsvinden op de prioriteiten en op de thema’s
die in 2014 stedelijk voor flexibele inzet zijn benoemd. Daarnaast zal de flexibele pool
inspelen op actualiteiten die zich in Nieuw-West voordoen, en zullen zo mogelijk
samenwerken met de collega’s in de BVT’s.
4.3.3
Informatiegestuurde handhaving
Informatiegestuurde Handhaving (hierna: IGH) is een methode waarbij data vanuit
verschillende systemen (zoals meldingen van burgers over de openbare ruimte en
handhaafgegevens) aan elkaar gekoppeld worden. Dat zorgt ervoor dat handhavers op
het juiste moment op de juiste plek worden ingezet. Alleen daar waar iets aan de hand is,
komt men in actie. Horeca-overlast kan bijvoorbeeld op grond van IGH beter inzichtelijk
gemaakt worden. Uit de analyse van IGH volgen gerichte handhavingacties. Dat maakt
de handhaving niet alleen efficiënter maar ook veel gerichter en doelmatiger. IGH
verbetert ook de verantwoording van het proces.
Met de komst van de procesunit en het CIP is de volgende stap gezet om meer
informatiegestuurd te gaan handhaven. De procesunit verzamelt informatie op grond
waarvan de handhavers gericht de straat op gaan om te handhaven. De inzetlijsten met
daarop de meldingen openbare ruimte zijn hier een voorbeeld van, maar
informatiegestuurd handhaven gaat verder.
Op dit moment werken de stadsdelen, Gemeentelijke Diensten en de Regie-unit
bestuurlijk toezicht & handhaving samen aan het vaststellen van de benodigde
informatievoorziening om optimaal informatiegestuurd te kunnen handhaven.
Uitgangspunten bij de informatie voorziening Bestuurlijk Toezicht zijn samengevat:
•
•
•
•
•
Gedacht wordt vanuit de inhoud; welke informatie is nodig om het probleem op te
lossen
Toepassing van informatie technologie (= automatisering) of de aanpassing hiervan
volgt uit de informatiebehoefte (wat is nodig om het probleem op te lossen)
Informatie wordt zoveel als mogelijk verzameld en vastgelegd in het primaire proces
(operationele en specialistische functionaliteit)
De informatie wordt integraal over de stad verzameld, vastgelegd en gedeeld (één
gegevens set ten behoeve van de hele stad).
Verwerking en verstrekking in het kader van de programmatische handhaving vindt
plaats door specialisten (procesfunctionaliteit).
De informatievoorziening bestuurlijk toezicht moet de randvoorwaarden scheppen voor
informatie gestuurd handhaven. De doelstelling van informatie gestuurd handhaven is om
effectiever en efficiënter op te kunnen treden in de omgeving zodat het schoner, heler en
veiliger wordt in Amsterdam.
In stadsdeel Nieuw-West hebben de wijkcoördinatoren een schat aan informatie voor de
handhaving openbare ruimte. Door nauwer met elkaar samen te werken, al dan niet op
bepaalde thema’s, kunnen de handhavers daar worden ingezet waar zij het meest nodig
en effectief zijn.
4.3.4
Programmatische handhaving
In het Stedelijke Handhavingprogramma zijn de gemeentebreed gedeelde prioriteiten
voor de handhaving openbare ruimte en het team Inspectie bepaald. In totaal zijn er 15
stedelijke prioriteiten. Voor de handhaving openbare ruimte zijn er 10 stedelijke
prioriteiten van belang, te weten:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
Overlast in de openbare ruimte (hangjongeren, groepsoverlast)
Afval
Parkeeroverlast
Fietsparkeeroverlast
Blowverbod, overlast coffeeshops
Overlast op het water
Overlast rond horeca
Overlast evenementen
Overlast taxi
Overlast scooters
Voor de laatste vier prioriteiten uit deze lijst geldt dat op deze thema’s de 20% flexibele
inzet van toepassing is. Dat betekent dat voor elk van deze thema’s een project wordt
opgestart om met alle handhavers uit Amsterdam gezamenlijk in te zetten op het
oplossen van de problematiek. Dit betekent dat Nieuw-West ook kan profiteren van de
flexibele inzet!
De lijst met stedelijke prioriteiten is lang, maar niet op alle onderwerpen zal actief door de
handhavers openbare ruimte worden gehandhaafd. Wel is het belangrijk om de stedelijke
prioriteiten goed op het netvlies te hebben, zodat problemen op de bovenstaande
onderwerpen gesignaleerd worden en waar nodig doorgegeven worden aan de juiste
gemeentelijke dienst. Op deze manier worden de stedelijke prioriteiten ook echt stedelijk
aangepakt.
Het is de verwachting dat een groot deel van de stedelijke prioriteiten overeenkomt met
de problemen die gezamenlijk met het team gebiedsgericht worden aangepakt. Afval- en
parkeeroverlast zijn ook de bewoners en ondernemers van Nieuw-West een doorn in het
oog en ook wordt steeds vaker geklaagd over scooteroverlast. De inzet van de
handhaving openbare ruimte in de gebiedsteams, zal automatisch leiden tot inzet van de
handhaving op de stedelijke prioriteiten.
4.4 Loslaten richtlijnen ureninzet handhaving openbare ruimte
De handhaving openbare ruimte wordt deels bekostigd vanuit zogenoemde
doeluitkeringen. Het betreft de uitkeringen uit de Afvalstoffenheffing en het Parkeerfonds.
Vanuit de Afvalstoffenheffing wordt 50% van de handhaving betaald om in te zetten op
een schoon Nieuw-West. Deze gelden zijn geoormerkt en dienen daadwerkelijk besteed
te worden aan een schoner stadsdeel. Zolang de Afvalstoffenverordening en de daarop
gebaseerde Afvalstoffenheffing niet zijn aangepast, is de handhaving gehouden tot
voornoemde inzet. In 2014 komt dit neer op een equivalent van 10 fte handhavers (ca.
13.000 uur).
De uitkering uit het Parkeerfonds dient besteed te worden aan parkeer gerelateerde
handhaving. In 2014 betreft dit een equivalent van 6 fte handhavers (ca. 7.800 uur). Dit is
exclusief de uitbreiding van de blauwe zone naar nieuwe gebieden in 2014.
Doordat de handhavers naast programmatisch vooral integraal, informatiegestuurd en
gebiedsgericht handhaven is het lastig om vooraf strikt te sturen op het behalen van de
ureninzet die benodigd is vanuit de doeluitkeringen. Uit ervaring is gebleken dat de
problemen die zich in de wijk (vraaggestuurd via MORA en informatiegestuurd via CIP)
voordoen, veelal betrekking hebben op vervuiling en parkeeroverlast. Het Bestuur
vertrouwt er daarom op dat de gebiedsgerichte inzet van de handhaving tot gevolg heeft
dat de benodigde inzet op basis van geoormerkte gelden behaald wordt, zonder daar
vooraf actief op te sturen. Dit is een van de uitgangspunten van dit
Uitvoeringsprogramma.
Voor de overige handhavingthema’s resteert een ureninzet van eveneens 13.000 uur. De
uren worden niet vooraf verdeeld, maar vrijgehouden om in te kunnen zetten op de
overige onderwerpen uit de gebiedsagenda, flexibele inzet en programmatische
handhaving.
4.5 Doelstellingen en inzet handhaving openbare ruimte per
thema
Hoewel de handhaving openbare ruimte in 2014 in een gezamenlijk team gebiedsgericht
aan de opgaven in Nieuw-West werkt, is het goed om voor de handhaving openbare
ruimte zelf, per thema doelstellingen te benoemen waaraan in 2014 wordt gewerkt. Zoals
bij paragraaf 4.3.4. al is uitgelegd, komen de opgaven uit de gebieden deels overeen met
de handhavingprioriteiten die door de gezamenlijke stadsdelen zijn benoemd. Op deze
prioriteiten kunnen door de handhaving openbare ruimte doelstellingen worden behaald
waardoor de handhaving bijdraagt aan het oplossen van het probleem.
Voor de overige deelnemers aan het gebiedsteam is het goed om op de hoogte te zijn
van welke doelen met handhaving worden nagestreefd. In gezamenlijkheid worden de
doelen eerder bereikt en de problemen resultaatgerichter opgelost.
4.5.1
Tegengaan vervuiling en verloedering
Vervuiling op straat is veel inwoners, ondernemers en bezoekers van stadsdeel NieuwWest een doorn in het oog. Het is daarom belangrijk om fors in te zetten op een schoon
Nieuw-West.
De handhavers openbare ruimte besteden een groot deel van hun tijd aan het tegengaan
van vervuiling en verloedering van het stadsdeel. Het betreft verschillende
werkzaamheden zoals controle op de Afvalstoffenverordening (zowel bewoners als
bedrijven), het tegengaan van zwerfvuil (o.a. overlast jongeren – snoeproutes en de
warenmarkten), het verwijderen van wrakken en het tegengaan van dumpingen in
natuurgebieden. Bij de werkzaamheden wordt zoveel mogelijk samengewerkt met andere
partners om zo zichtbaar mogelijk te zijn in de wijk.
Klachten over vervuiling komen veelvuldig binnen via het systeem Meldingen Openbare
Ruimte Amsterdam (MORA). Handhavers waren in 2012 en 2013 een groot deel van de
tijd op pad om deze meldingen af te handelen.
In 2014 willen we, mede in het kader van de excellente uitvoering, onderzoeken welke
meldingen uit MORA beter door andere afdelingen dan de handhaving openbare ruimte
kunnen worden afgedaan. De handhavingcapaciteit is schaars en moet alleen daar
worden ingezet waar deze effectief is. Het prikken van vuilniszakken leidt bijvoorbeeld
maar in 10% van de gevallen tot het uitschrijven van een proces-verbaal. De vraag is of
we daarmee door willen gaan of dat we een betere, meer effectieve, oplossing kunnen
bedenken.
Motieven voor overtreding
Overtreders van de afvalstoffenverordening hebben daarvoor uiteenlopende motieven.
Daarom heeft een doelgroepenonderzoek plaatsgevonden. Voor ondernemers geldt een
financieel motief. Het kost geld om bedrijfsafval op de juiste manier aan te bieden en voor
sommige ondernemers is dat een reden om afval illegaal te dumpen in ondergrondse
containers en/of natuurgebieden.
Voor inwoners en scholieren gelden andere motieven. Zij voelen zich vaak niet gebonden
aan de regels en de belangen die met de regels worden beschermd. Daarnaast schatten
zij de pakkans en dus de kans op een boete laag in. Immers zonder adresgegevens in
een vuilniszak of een heterdaad situatie kan de handhaving niet verbaliseren. Het is
mede de taak van de handhaving openbare ruimte om het gedrag van de inwoners van
Nieuw-West met de nieuwe werkwijze te veranderen.
In 2014 wil de handhaving openbare ruimte de volgende doelstellingen op het
gebied van afval bereiken:
•
•
•
•
•
•
•
•
De handhaving openbare ruimte draagt actief bij aan een schoner stadsdeel NieuwWest.
Er wordt actief gecontroleerd op overtredingen van de afvalstoffenverordening door
bewoners en bedrijven.
Jaarlijks worden 10 slagerijen gecontroleerd op het correct aanbieden van
slachtafval.
De handhavers openbare ruimte helpen dagelijks mee om zwerfvuil op de markten
te voorkomen. Zij handhaven en verbaliseren waar nodig.
Naast de dagelijkse aandacht op het voorkomen van het veroorzaken van zwerfvuil
door jongeren is er drie maal per jaar speciale aandacht voor de handhaving op de
snoeproutes (net na de schoolvakanties).
Vier maal per jaar worden middels speciale acties fietswrakken van de metrostations
verwijderd. Daarnaast worden tweemaal per week fietswrakken door het gehele
stadsdeel verwijderd.2
In 2014 worden er, indien aanwezig, 1200 fietswrakken/weesfietsen uit de openbare
ruimte verwijderd.
In 2014 worden er, indien aanwezig, 150 auto-, motor- en bromfietswrakken en
aanhangers uit de openbare ruimte verwijderd.
Indicatie inzet:
In 2014 wordt een aanzienlijke inzet gepleegd door handhaving openbare ruimte op het
tegengaan van vervuiling en verloedering van het stadsdeel. Zonder daar actief op te
sturen zal dat naar verwachting rond de 13.000 uur zijn. De inzet vindt plaats vanuit de
gebiedsteams, de flexibele inzet en inzet op de markt. Het betreft inzet op de
onderstaande stedelijke prioriteiten:
•
•
•
•
2
Afval
Overlast in de openbare ruimte (veroorzaken zwerfvuil door jongeren – snoeproutes)
Overlast evenementen (waaivuil, opruimplicht)
Markt (waaivuil, plastic zakjes)
Mogelijk wordt deze taak in 2014 centraal belegd bij dIVV. Er zal dan een uitvraag van capaciteit volgen.
4.5.2
Tegengaan parkeeroverlast
De handhavers openbare ruimte besteden een groot deel van hun tijd aan de handhaving
op foutparkeren. Dit wordt ook wel handhaving van de wet Mulder genoemd. Er wordt
gecontroleerd en geverbaliseerd op alle parkeerovertredingen zoals parkeren op de
stoep, parkeren op een laad- en loshaven of invalidenparkeerplaats, parkeren op hoeken
van straten, in een parkeerverbod of te dicht bij een zebra. Ook de controles van de
blauwe zones vallen onder de handhaving op foutparkeren.
De vraag naar handhaving op foutparkeren is het laatste jaren flink toegenomen. Aan de
randen van gebieden waar een parkeerregime geldt, is de parkeerdruk hoog. Mensen die
niet voor het parkeren van hun auto willen of kunnen betalen, parkeren hun auto hier. Er
ontstaat daardoor een overloopgebied waarin de parkeerdruk zo hoog is, dat er
veelvuldig in overtreding wordt geparkeerd. Zoals op de stoep of op hoeken van straten.
Hierdoor heeft het verkeer te weinig overzicht op de weg en ontstaan onveilige
verkeerssituatie. Bewoners van de overloopgebieden klagen hierover en over het feit dat
zij hun auto niet meer kwijt kunnen. Ook aan de randen van blauwe zones ontstaan
overloopgebieden met een roep om extra handhaving.
De blauwe zones zijn handhavingintensief. Zonder handhaving werken de blauwe zones
niet omdat automobilisten er dan veel langer blijven staan dan is toegestaan. De zones
dienen dus regelmatig en op afwisselende tijden te worden gecontroleerd door de
handhaving. Dit betekent dat er veel handhaving op foutparkeren benodigd is. Zowel in
de blauwe zones als in de overloopgebieden die daardoor ontstaan.
Ook de verkeersveiligheid bij scholen heeft in 2014 de aandacht van de handhaving
openbare ruimte. Foutparkeren bij scholen wordt tegengegaan door daar vrijwel dagelijks
tijdens de haal- en brengtijden te controleren, ouders aan te spreken op hun gedrag en te
verbaliseren. Ook geven handhavers voorlichting op scholen en aan oudercommissies en
worden er vier maal per jaar speciale acties gehouden.
Motieven voor overtreding
De motieven voor overtreding van de wet Mulder verschillen per overtreding. Soms wordt
foutgeparkeerd vanwege financiële motieven. De automobilist wil niet voor het parkeren
betalen en zet de auto daarom op de stoep waar geen betaaldparkerenregiem geldt. Op
deze manier riskeert men een boete maar ontloopt men de kans op een
naheffingsaanslag.
Een ander motief voor foutparkeren is ‘gemak’ en dat de automobilist de pakkans gering
schat, omdat vaak maar heel even in overtreding wordt geparkeerd. Bij foutparkeren bij
scholen is dit het geval. De kinderen worden snel in de school afgezet en binnen 5
minuten is de automobilist weer weg.
De meest gehoorde motieven voor het foutparkeren zijn dat de automobilist het bord niet
had gezien of de regels niet kende. Het is dus belangrijk om goed aan te geven waar wel
en niet geparkeerd mag worden.
Bij de inzet van de handhaving wordt met de verschillende motieven van de overtreders
rekening gehouden om de overtredingen zo goed mogelijk te kunnen bestrijden.
In 2014 wil de handhaving openbare ruimte de volgende doelstellingen op het
gebied van het tegengaan van parkeeroverlast bereiken:
•
•
•
•
•
•
In de blauwe zones staat 80% van de voertuigen correct geparkeerd. Dat betekent
dat een voertuig met een ontheffing staat geparkeerd of met een geldig ingestelde
parkeerschijf. Ook dienen de voertuigen langs de blauwe lijn geparkeerd te staan.
Parkeren op andere plaatsen, dan bij de blauwe lijn, is in een blauwe zone niet
toegestaan.
Er wordt 6 dagen per week gecontroleerd in de blauwe zones op afwisselende
plaatsen en tijden.
Controle op foutparkeren, uitgezonderd de blauwe zones, wordt meegenomen in alle
reguliere werkzaamheden.
Er worden twee maal per jaar speciale acties bij scholen gehouden om foutparkeren
bij scholen tegen te gaan. Dit gebeurt net na de zomer- en kerstvakantie.
Meldingen openbare ruimte op het gebied van foutparkeren worden tijdig
afgehandeld.
Informatie ten behoeve van Wob-verzoeken van burgers met betrekking tot
foutparkeren en informatie ten behoeve van verzoeken van het openbaar ministerie
ten aanzien van uitgeschreven verbalen wordt tijdig aangeleverd.
Indicatie inzet:
In 2014 wordt er naar verwachting ca. 7.800 uur aan handhaving openbare ruimte
ingezet op het thema foutparkeren. Dat betreft het equivalent van 6 fte.
De inzet op het tegengaan van parkeeroverlast (inclusief hinderlijke fietsen) vindt plaats
vanuit de gebiedsteams en de flexibele inzet. Het betreft inzet op de onderstaande
stedelijke prioriteiten:
•
•
•
•
•
•
Parkeeroverlast
Fietsparkeeroverlast
(Parkeer)overlast bij evenementen
(Parkeer)overlast rondom horeca
(Parkeer)overlast taxi
Scooterproblematiek
4.5.3
Tegengaan overlast in de openbare ruimte
Handhavers openbare ruimte hebben niet veel bevoegdheden om op te treden tegen
overlast van groepen en hangjongeren. Uiteraard kunnen zij jongeren aanspreken op hun
overlastgevende gedrag en verbaliseren als er een overtreding op grond van de APV of
wet Mulder wordt begaan, maar optreden zoals de politie dat kan, kunnen de handhavers
openbare ruimte niet. Samenwerken met de politie en andere ketenpartners
(veiligheidscoördinatoren, netwerkcoördinatoren, wijkcoördinatoren, straatcoaches en de
toezichthouders) is voor het tegen gaan van overlast op straat dus erg belangrijk.
De handhavers openbare ruimte bieden ondersteuning bij het signaleren van
overlastgevende groepen op straat. Deze informatie is waardevol voor de
veiligheidscoördinatoren en netwerkcoördinatoren. Omgekeerd worden de handhavers
geïnformeerd over specifieke problematiek als jeugdoverlast en inbraken in bepaalde
buurten.
Het bestrijden van overlast in de openbare ruimte is ook een van de centraal stedelijke
prioriteiten. De aanpak van de overlast wordt in de gebiedsteams besproken waarna
inzet gericht in de wijk kan plaatsvinden. Stedelijk is er ook aandacht voor scooter
problematiek. Het gaat dan ondermeer om brommeren op de stoep, hetgeen vaak als
overtreders jongeren betreft. Daarnaast is er speciale aandacht voor het tegengaan van
overlast op de snoeproutes.
In 2014 wil de handhaving openbare ruimte de volgende doelstellingen op het
gebied van de handhaving op jeugdoverlast bereiken:
•
•
•
•
•
De handhaving openbare ruimte werkt actief samen met partners om overlast in de
openbare ruimte tegen te gaan.
Er wordt bij (of anders naast) de flexibele handhaving op de scooterproblematiek
een aantal maal per jaar een speciale actiedag gehouden om brommeren op de
stoep (met name de grote pleinen in Nieuw-West) tegen te gaan.
Jongeren worden aangesproken als zij overlastgevend gedrag vertonen in de
openbare ruimte.
Jongeren worden geverbaliseerd bij het veroorzaken van zwerfvuil.
Informatie over overlastgevende groepen wordt uitgewisseld.
De inzet op het tegengaan van overlast in de openbare ruimte vindt plaats vanuit de
gebiedsteams en de flexibele inzet.
Het betreft inzet op de onderstaande stedelijke prioriteiten:
•
•
•
Overlast in de openbare ruimte
Afval (veroorzaken zwerfvuil door jongeren – snoeproutes)
Scooterproblematiek
4.5.4
Tegengaan overlast evenementen
Jaarlijks worden er in de gemeente Amsterdam en stadsdeel Nieuw-West een aantal
evenementen gehouden waarop de handhaving openbare ruimte wordt ingezet. Het gaat
bijvoorbeeld om:
•
•
•
•
•
Koningsdag
Loveland
Sloterplasfestival
Kermissen
Braderieën
Op de grote evenementen werken de teams Inspectie en Handhaving openbare ruimte
samen. Er worden geluidsmetingen verricht en de veiligheid van de podia wordt
gecontroleerd. Ook op de overige vergunningvoorwaarden vindt controle plaats. Zowel
vooraf aan het evenement als tijdens.
De inzet op het tegengaan van overlast van evenementen vindt plaats vanuit de reguliere
inzet en de flexibele inzet. Het betreft inzet op de prioriteiten:
•
•
•
Overlast evenementen
Afval (voorkomen waaivuil, controle opruimverplichtingen)
Parkeeroverlast
4.5.5
Tegengaan overlast horeca
Horecaoverlast is een breed begrip en kent vele verschijningsvormen. Bewoners en
omwonden kunnen zich storen aan de geur die uit de horecaonderneming komt, maar
ook aan muziek- of stemgeluid vanuit de zaak of vanaf een terras. Ook kunnen
horecabezoekers, die na een avondje stappen luidruchtig te voet of op de fiets naar huis
gaan, voor overlast zorgen. Wildplassers, te groot uitgestalde terrassen die de doorgang
belemmeren of groepen rokende en drinkende bezoekers voor de deur of onder het raam
kunnen eveneens overlast veroorzaken. De term ‘overlast’ is hierbij een lastig begrip.
Aan overlast hoeft namelijk geen overtreding ten grondslag te liggen. Zo kunnen
bewoners geluidsoverlast ervaren, zonder dat er geluidsnormen worden overschreden.
Om de overlast voor omwonenden te beperken, richten we ons op horecagelegenheden
(APV (openingstijden, terrassen), Drank - en Horecawet (voorkomen drankmisbruik) en
Wet milieubeheer (geluidsoverlast)) en op overlast veroorzaakt door bezoekers (denk
aan overlast in de openbare ruimte (plassen, kotsen) en luidruchtige horecabezoekers
die huiswaarts gaan).
Doelstelling is afname van de overlast in, bij en gerelateerd aan horeca. De daarvoor
gehanteerde indicatoren zijn:
•
•
•
•
het aantal klachten over horecaoverlast;
het aantal overtredingen door horecaondernemers na algemene of gerichte controle;
het aantal horecagelegenheden waarover geklaagd wordt;
het aantal boetes door de handhaving openbare ruimte voor overtredingen van de
APV door horecabezoekers tijdens uitgaansuren.
Inzet vindt plaats vanuit de flexibele inzet.
4.5.6
Overige taken
Hoewel de handhaving openbare ruimte in 2014 naar verwachting vooral op de hiervoor
behandelde thema’s wordt ingezet, kunnen in beginsel alle handhavingstaken worden
meegenomen in de uitoefening van de reguliere toezicht- en handhavingactiviteiten
(integrale handhaving). De overige handhavingstaken zullen echter niet (pro)actief
worden uitgeoefend. Dit wil zeggen dat pas wordt opgetreden, nadat de noodzaak
daartoe vanuit het gebiedsteam blijkt, er een klacht of verzoek tot handhaving is
ingediend of een centraal stedelijk beroep op de flexibele handhavingcapaciteit is
gedaan.
Voorbeelden van overige handhavingonderwerpen zijn:
•
•
•
•
•
•
Controle op de naleving van vergunningvoorwaarden op straat (Wior-vergunningen,
objectvergunningen, reclamevergunningen, uitstallingen etc.)
Handhaving hondenbeleid
Milieuovertredingen (gevelreiniging, sleutelen op de weg)
Wildplakken
De Oeverlanden
Overige centraal stedelijke handhavingprioriteiten (overlast op het water, overlast
coffeeshops).
De inzet vindt plaats vanuit de gebiedsteams, overige inzet en de flexibele inzet.
4.6
Ontwikkelingen handhaving openbare ruimte 2014
Anticiperen op overdracht Sloterdijken (Westpoortgebied) naar stadsdeel NieuwWest per 1-1-2015
Voor de handhaving openbare ruimte betekent de overdracht van het Westpoortgenbied
aan de bestuurscommissie Nieuw-West een vergroting van het gebied waarin
gehandhaafd wordt. Samen met het gebiedsteam dat actief zal worden in Westpoort zal
worden bekeken welke problemen in het gebied moeten worden aangepakt. Deze
worden op de gebiedsagenda geplaatst en in gezamenlijkheid aangepakt.
Anticiperen op verdere uitbreiding van de blauwe zones in Nieuw-West
Voor de handhaving openbare ruimte betekent de uitbreiding van de blauwe zones dat
meer controles op het gebied van parkeerhandhaving moeten worden verricht. De
hiervoor extra benodigde capaciteit zal moeten worden verworven. Dit start met het
beschikbaar komen van extra budget maar daarmee zijn handhavers niet direct in dienst.
Het vinden van goed opgeleide handhavers openbare ruimte is de afgelopen jaren erg
moeilijk gebleken. Er is een tekort aan goed gekwalificeerde handhavers openbare
ruimte. Het vinden van goede handhavers kost tijd.
Anticiperen op de nieuwe ambtelijke inrichting van de gemeente Amsterdam
Er staan in 2014 en 2015 veel veranderingen van de ambtelijke organisatie van de
gemeente Amsterdam op stapel. Er zullen clusters worden gevormd met daarin resultaat
verantwoordelijke eenheden. Collega’s die voorheen bij stadsdeel Nieuw-West werkten
zullen worden overgeplaatst naar RVE’s. Sommige collega’s worden vervolgens weer
teruggeplaatst (tewerkgesteld) bij de bestuurscommissie Nieuw-West, maar niet allen.
Het zal voor iedereen best even wennen en zoeken zijn naar hoe de nieuwe organisatie
werkt. Voor handhaving geldt dat spoor A van toepassing is en alle handhavers worden
geplaatst. Voor andere collega’s binnen de gemeente Amsterdam is dit niet
vanzelfsprekend. De komende tijd zal voor veel collega’s onrust geven. Het zal even
duren voor dat de rust wederkeert.
5
Inspectie
5.1 Wat is inspectie
Het team inspectie houdt zich bezig met het toezicht op de uitvoering van verleende
Wabo-vergunningen (o.a. bouw, sloop, monumenten), asbestsaneringen, meldingen in
het kader van het activiteitenbesluit (milieu) en brandveilig gebruik. Daarnaast wordt
gecontroleerd op drank en horecawetgeving, bij evenementen (geluidmeting,
podiaconstructies), illegale (thuis)prostitutie en illegale hotels. De inspecteurs hebben
een signaleringsfunctie voor andere handhavingdisciplines zoals openbare ruimte, maar
ook als het gaat om openbare orde, veiligheid en sociaal domein. De inspecteurs acteren
ook op basis van meldingen van burgers en ondernemers en signalen vanuit de
Buurtveiligheidteams.
Naast deze veelal complex technische aspecten worden er in het team inspectie ook
juridisch/ administratieve taken uitgevoerd. Er worden basisregistratie gegevens omtrent
adressen en gebouwen aangeleverd aan de Dienst Basisinformatie (hierna: DBI). Er
worden juridische dwangsom- of bestuursdwangtrajecten opgestart in het bouw- en
milieurecht, maar ook in het kader van de Flora- en Faunawet en de APV. De juristen
vertegenwoordigen het stadsdeel in bezwaarschriftprocedures.
De inspecteurs en juristen worden ondersteund door een officemanager en administratief
medewerkster die de administratieve processen beheren en de post, basisregistratie en
werkvoorraadlijsten verzorgen. Ook zijn zij eerste aanspreekpunt voor 14 020.
5.2 Integraal en specialistisch werken bij de inspecteurs
Vanwege de specialistische werkzaamheden die de inspecteurs uitvoeren, is het niet
efficiënt om alleen gebiedsgericht te werken. Inspecteurs moeten hun kennis in het hele
stadsdeel kunnen inzetten, daar waar het benodigd is. De inspecteurs kunnen in principe
voor alle taakvelden worden ingezet, maar een aantal taakvelden vereist een
diepgaander specialisme.
Bij de inspecteurs zijn de volgende specialismen te onderscheiden:
Wat
Realisatie
Specialisme
Toezicht op bouw- en sloopwerken,
asbestsaneringen, inspecties naar
aanleiding van woningklachten en
handhavingverzoeken, aandacht voor
constructieve veiligheid
Brandveilig gebruik
Specialisatie in het kader van het
Bouwbesluit onderdeel brandveiligheid
Milieu
Specialisatie in het kader van
geluidmetingen (bij evenementen, bouw en
horeca) en milieuregelgeving in het kader
van het Activiteitenbesluit
Drank en horeca
Specialisatie op het gebied van Drank en
Horecawetgeving met bijbehorende
BOA/DHW bevoegdheid
Specialisatie in het opsporen en
inspecteren van illegale (thuis)prostitutie,
illegale hotels, illegaal planologisch gebruik
en woonfraude
Specialisatie op het gebied van
monumenten en wederopbouw architectuur
Illegaal gebruik
Monumenten
Per 1 januari 2014 wordt het cluster inspecteurs functioneel aangestuurd door een
coördinator.
5.3 Juridische Handhaving
Een cluster (2,9 fte) handhavingjuristen verzorgt de juridische handhavingprocedures.
Ook adviseren de juristen het dagelijks bestuur over handhavingzaken, onderhouden de
juristen contacten met handhavingpartners en participeren de juristen in juridische
overleggen. De juristen vertegenwoordigen het stadsdeel verder in
bezwaarschriftprocedures.
In 2012 is gebleken dat de aanvullende juridische ondersteuning vanuit de afdeling
Juridische Zaken niet kon worden gewaarborgd. Na nieuwe afspraken hieromtrent en
vooruitlopend op definitieve formatie in het team wordt sinds begin 2013 het team
Inspectie met 0,9 fte vanuit de afdeling JZ ondersteund. Voor projecten en complexe
politiek gevoelige dossiers vindt er aanvullende ondersteuning plaats op senior niveau
middels ingehuurde capaciteit (1,7 fte).
Alle aannames voor het uitvoeringsprogramma 2014 zijn op een uiteindelijke juridische
capaciteit van tenminste 5,5 fte gebaseerd. Indien dit niet realiseerbaar blijkt, zullen
ambities moeten worden bijgesteld.
Per 1 januari 2014 wordt het cluster juristen functioneel aangestuurd door een
coördinator.
5.4 Handhavingprioriteiten en toezichttaken team Inspectie
De stedelijke prioriteiten voor team Inspectie zijn:
•
•
•
•
Brandveiligheid
Asbest
Kinderopvang
Constructieve veiligheid ver- en nieuwbouw
•
•
•
•
Overlast rond horeca
Overlast evenementen
Prostitutie, escort en massagesalons
Woonfraude en illegale hotels (woonexcessen)
Voor het team Inspectie gelden de naast de stedelijke prioriteiten drie lokale prioriteiten.
Het betreft:
• Het project integrale handhaving Osdorperweg
• Het project Ma Braunpad II
•
Handhaving vergunningvrij bouwen/gebruik
Daarnaast heeft het team Inspectie vaste toezichttaken:
•
•
•
Toezicht op sloop (exclusief asbest)
Toezicht activiteitenbesluit Milieu
Handhaving planologisch gebruik en Bouwbesluit-eisen bestaande bouw
5.5 Richtlijnen voor de ureninzet team Inspectie
De totale capaciteit aan rechtstreekse inzet op de handhavingsprioriteiten is geraamd op
21.840 uur en als volgt verdeeld:
•
•
11,5 fte inspecteur (16100 uur)
5,5 fte juridische ondersteuning (7700 uur)
Deze uren zijn exclusief management, coördinatie en ondersteuning
Het team Inspectie heeft nauwelijks te maken met doeluitkeringen (geoormerkte gelden).
Jaarlijks is er enkel de doeluitkering milieutoezichttaken. Per 2013 is er een
egalisatiereserve bouwleges gerealiseerd samen met de afdeling Vergunningen. Deze
reserve is bedoeld om capaciteitspieken in beide afdelingen op te vangen met tijdelijk
personeel. De gelden worden daarmee geoormerkt en dienen met betrekking tot Wabo
gerelateerde vergunningen te worden ingezet.
Ook ten aanzien van de fysieke handhaving is bestuurlijk afgesproken dat nauwer zal
worden samengewerkt. Alle diensten en stadsdelen houden 20% van de door hen
beschikbare handhavingcapaciteit flexibel om in te zetten op zes gezamenlijke
thema’s/projecten. Voor het team Inspectie zijn de onderstaande onderwerpen van
belang:
•
•
•
•
Overlast rond horeca
Overlast bij evenementen
Prostitutie, escort en massagesalons
Woonfraude en illegale hotels
5.6 Doelstellingen en inzet team Inspectie per thema
In 2014 heeft het team Inspectie de volgende doelstellingen en ureninzet per thema:
5.6.1
Brandveiligheid
Handhaving levert een bijdrage aan het bereiken van de volgende maatschappelijke
effecten:
•
•
•
•
het verminderen van doden en gewonden als gevolg van brand;
het verminderen van schade aan gebouwen en milieu;
veilig wonen, werken of verblijven in gebouwen in Amsterdam;
behoud van een leefbare stad (schoon, heel en veilig).
Beoogde resultaten zijn dat alle vergunninghouders van risicocategorie 1 en 2 aan de
wettelijke voorschriften van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de
Woningwet voldoen (honderd procent naleving), dat de bewustwording van
brandveiligheid van gebruikers van risicogebouwen is toegenomen, dat de
brandveiligheidseisen in deze bouwwerken beter worden nageleefd en dat er minder
bouwwerken met een hoog brandrisico zijn.
In stadsdeel Nieuw-West zijn ca. 600 panden die vallen onder het Bouwbesluit,
onderdeel brandveilig gebruik, dat toeziet op het brandveilig gebruik van gebouwen.
Naarmate het risico in het gebouw groter is, neemt ook de minimale controlefrequentie in
een jaar toe. Zo zijn gebouwen met minder zelfredzame personen het meest risicovol.
Denk aan bijvoorbeeld ziekenhuizen en verpleeghuizen.
In 2014 worden er 800 controles op het gebied van brandveiligheid uitgevoerd. Dit aantal
is inclusief eventueel benodigde hercontroles.
Inzet in 2014:
2400 uur
5.6.2
Handhaving op asbest
Het doel van deze prioriteit is dat de genoemde partijen hun verantwoordelijkheid nemen
in de asbestproblematiek en dat overlast en/of gevaar voorkomen wordt. Beoogde
resultaten zijn dat aannemers, asbestinventarisatiebedrijven, vastgoedbezitters en
asbestverwijderings-bedrijven de regels kennen en dat zij zich bewust zijn van het gevaar
van asbest. Dit moet resulteren in een toename van het aantal sloopmeldingen (asbest),
waarbij de genoemde partijen zelf in staat zijn om te bepalen of zij aan de vereisten van
de sloopmelding hebben voldaan. Bedrijven die (ernstige) overtredingen begaan, worden
bestempeld als potentiële recidivisten en krijgen extra gerichte controle. De verwachting
is dat het aantal potentiële recidivisten hierdoor daalt en dat daarmee het aantal illegale
saneringen afneemt.
Om vast te kunnen stellen of genoemde partijen hun verantwoordelijkheid nemen,
hanteren we de volgende indicatoren:
•
•
•
aantal startmeldingen en sloopmeldingen;
aantal geconstateerde overtredingen (eerste twee jaar stijging, na 2015 minder
overtredingen);
aantal (potentiële) recidivisten.
In stadsdeel Nieuw-West zijn veel panden eigendom van woningbouwcorporaties en uit
een bouwperiode waarin veelvuldig asbest werd toegepast. Al enkele jaren zijn de
corporaties bezig dit asbest stelselmatig te verwijderen, bijvoorbeeld op het moment dat
een woning leeg komt te staan. Voorafgaand aan de stedelijke vernieuwing vindt vrijwel
altijd sloop plaats van bestaande woningvoorraad, waarbij ook asbest voorafgaand aan
de sloop moet worden verwijderd.
In het asbestverwijderingproces is veel gecertificeerd, waardoor de overheid vooral een
controlerende taak heeft op het (administratieve) proces rondom een sanering of sloop.
Gelet op het gevaar dat asbest vormt voor de volksgezondheid is toezicht noodzakelijk.
In 2014 zullen naar verwachting 700 meldingen van asbestsaneringen op juiste
uitvoering worden gecontroleerd. Naast dit programmatisch toezicht vindt ook toezicht op
ad hoc basis plaats bij calamiteiten (bijvoorbeeld brand) of als gevolg van
maatschappelijke onrust bij het vermoeden van asbest.
Inzet in 2014 (inclusief administratieve taken officemanager):
2100 uur
5.6.3
Handhaving kinderopvang
De handhaving kinderopvang is sinds 1 januari 2012 centraal ondergebracht bij het
Bureau Handhaving Kinderopvang. Waar het de brandveiligheid betreft, controleert (en
waar nodig handhaaft) het team Inspectie in het kader van het Bouwbesluit.
Handhaving levert een bijdrage aan het bereiken van de volgende maatschappelijke
effecten:
•
•
•
•
kinderen groeien veilig en gezond op;
kinderen bereiken een passend ontwikkelingsniveau;
ouders nemen deel aan het arbeidsproces;
ouders brengen hun kinderen met een gerust gevoel naar de opvang.
Om vast te kunnen stellen of we alleen nog maar goede en zeer goede kinderopvang
hebben, hanteren we de volgende indicatoren:
•
•
het aantal zorgelijke locaties is verder afgenomen;
het aantal locaties met geconstateerd risicoprofiel rood of oranje is afgenomen.
5.6.4
Constructieve veiligheid ver- en nieuwbouw
Handhaving levert een bijdrage aan het bereiken van de volgende maatschappelijke
effecten:
•
•
kwalitatief goede en veilige leefomgeving;
in Amsterdam staan veilige bouwwerken;
•
•
er wordt veilig gebouwd en verbouwd;
het kwaliteitsniveau van aannemers/uitvoerders stijgt.
Doelstelling van deze prioriteit is dat bouwwerken op het gebied van constructieve
veiligheid en brandveiligheid conform de vergunningvoorwaarden worden opgeleverd.
Om dat vast te kunnen stellen, hanteren we de volgende indicatoren:
•
•
•
•
aantal incidenten waarbij sprake was van constructieve schade;
aantal klachten/meldingen bij stedelijke noodwacht;
aantal handhavingverzoeken n.a.v. vergunningplichtige bouw- en/of verbouw;
toetsing en verslaglegging van alle vergunningen volgens BOM-systematiek en
bijbehorende protocollen.
Naar verwachting worden in 2013 ca. 2000 inspecties uitgevoerd bij:
Circa 400 in uitvoering zijnde omgevingsvergunning bouw.
Circa. 20 in uitvoering zijnde omgevingsvergunningen bouw grote projecten.
Inzet in 2014:
3260 uur
5.6.5
Flexibele handhavingcapaciteit
Betreft inzet op de voor team inspectie relevante thema’s uit het stedelijk
handhavingprogramma. Dit zijn primair 20% uren van de inspecteurs en juristen, maar in
die 20% worden ook (voorbereidings)uren vanuit de ondersteuning, coördinatie en
management meegeteld.
•
•
•
•
Overlast rond horeca
Overlast bij evenementen
Prostitutie, escort en massagesalons
Woonfraude en illegale hotels
Overlast rond horeca
Handhaving levert een bijdrage aan het bereiken van de volgende maatschappelijke
effecten:
•
•
•
in Amsterdam is het prettig leven (wonen, werken, recreëren en uitgaan);
horecaondernemers exploiteren hun horecabedrijf op een veilige, eerlijke en
transparante manier en veroorzaken daarbij geen overlast;
Amsterdam is een vriendelijke, gastvrije stad.
Doelstelling is afname van de overlast in, bij en gerelateerd aan horeca. De daarvoor
gehanteerde indicatoren zijn:
•
•
•
•
•
het aantal klachten over horecaoverlast;
het aantal overtredingen door horecaondernemers na algemene of gerichte controle;
het aantal horecagelegenheden waarover geklaagd wordt;
het aantal opgelegde handhavingbesluiten;
het aantal boetes door de handhaving openbare ruimte voor overtredingen van de
APV door horecabezoekers tijdens uitgaansuren.
Overlast bij evenementen
Handhaving levert een bijdrage aan het bereiken van de volgende maatschappelijke
effecten:
•
•
•
•
goede balans tussen evenementen en woon- en werkgenot;
begrip voor bestuurlijke keuzes ten aanzien van evenementen;
begrip voor wat het betekent om in Amsterdam te wonen: Amsterdam is een stad
waar evenementen plaatsvinden;
Amsterdam draagt met zijn programmering van evenementen bij aan een duidelijk
Amsterdams profiel.
Om dat doel te bereiken, worden de volgende resultaten nagestreefd:
•
•
•
•
alle evenementen zijn vergund of gemeld;
de organisaties houden zich aan de vergunning;
alle 'mogelijk overlastgevende' evenementen zijn bekend bij burgers en bedrijven,
alsook bij relevante dienstverlenende organisaties en diensten;
organisatoren van illegale evenementen en diegenen die zich niet aan de
vergunning houden worden bestraft.
Om die vast te kunnen stellen, hanteren we de volgende indicatoren:
•
•
•
•
het aantal klachten over evenementen;
het aantal overtredingen door organisatoren van evenementen;
het aantal evenementen waarover geklaagd wordt;
het aantal opgelegde handhavingbesluiten.
Prostitutie, escort en massagesalons
Handhaving levert een bijdrage aan het bereiken van de volgende maatschappelijke
effecten:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
het tegengaan van mensenhandel;
gezondheidsrisico's voor klanten en prostituees nemen af;
oneerlijke concurrentie, door onder meer massagesalons, ten aanzien van legale
aanbieders vermindert;
publiek neemt vooral legale diensten af;
zelfbeschikking van prostituees neemt toe;
vangnet ten behoeve van gedwongen prostituees wordt beter toegankelijk. Om vast
te kunnen stellen of de misstanden in de prostitutie afnemen en de illegale prostitutie
ingedamd wordt, hanteren we de volgende indicatoren;
aantal rapportages en handhavingsancties naar aanleiding van bestuurlijk toezicht;
lopende opsporingsonderzoeken;
aantal voorgeleidingen;
aantal veroordelingen;
aantal opgevangen slachtoffers van mensenhandel.
Woonfraude en illegale hotels
Handhaving levert een bijdrage aan het bereiken van de volgende maatschappelijke
effecten:
•
•
•
•
•
•
het aantal legale woningen is toegenomen;
toeristen kunnen met een veilig gevoel een overnachting boeken;
eerlijke concurrentie voor legale hotels;
bezettingsgraad van legale hotels neemt toe (toename inkomsten);
brandveiligheid in de stad neemt toe;
leefbaarheid en sociale cohesie nemen toe;
•
inkomsten toeristenbelasting nemen toe.
Om vast te kunnen stellen of er minder woningen illegaal en/of onveilig gebruikt worden
als hotel en/of pension en of het aantal huisjesmelkers is afgenomen, hanteren we de
volgende indicatoren:
•
•
•
•
aantal illegale hotels gestopt of door het bestuur gesloten;
aantal opgeheven (brand)onveilige situaties;
aantal huisjesmelkers dat gestopt is met hun activiteiten;
aantal overlastklachten (van omwonenden).
Inzet flexibele handhaving 2014:
4.760 uur
5.6.6
Project integrale handhaving Osdorperweg
In het kader van het nieuwe bestemmingsplan is in 2009 /2010 een nulmeting uitgevoerd
in het gebied Osdorperweg, waarbij een 80-tal overtredingen zijn gesignaleerd. Tot
medio 2015 worden deze 80 zaken gefaseerd nader getoetst op legalisatiemogelijkheden
en waar nodig gehandhaafd.
•
Voor 2014 worden alle geconstateerde zaken verder juridisch opgepakt.
Inzet juristen in 2014:
900 uur
5.6.7
Project woonwagenlocatie Ma Braunpad II
De rol voor het team Inspectie in 2014 zal zich met name richten op:
•
•
•
•
de naleving en handhaving van dit Bouwverbod;
zodra zicht is op vast stelling van het bestemmingsplan worden de te behouden
bebouwing(smogelijkheden) exact ingemeten ten behoeve van opname in het
bestemmingsplan. Een extern bureau zal deze werkzaamheden uitvoeren.
tot dat moment zal door intensieve en additionele inzet van extern in te huren
handhavingscapaciteit worden toegezien op conservering van de huidige situatie.
Op het geëigende moment binnen de P&C-cyclus zal bestuurlijk worden
gerapporteerd over de voortgang van dit project en de eventuele noodzaak voor een
nadere financiële prioriteit.
Inzet 2014:
40 uur
5.6.8
Handhaving vergunningvrij bouwen/gebruik
Sinds de inwerkingtreding van de Wabo per 1 oktober 2010 zijn de regels voor
vergunningvrij bouwen verruimd. Maar ook bij vergunningvrij bouwen dient aan de
bouwregelgeving te worden voldaan, denk bijvoorbeeld aan constructieve veiligheid en
eisen voor ventilatie en afvoeren. Het accent is dus van toetsing vooraf, verplaatst naar
toezicht tijdens de uitvoering of achteraf.
In 2014 worden naar verwachting 50 zaken onderzocht.
Inzet in 2014:
500 uur
5.6.9
Juridische handhaving
De juridische handhaving betreft de inzet van de handhavingjuristen indien de inzet van
de inspecteurs op bovenstaande thema’s aanleiding geeft om een juridisch
handhavingtraject op te starten.
De juridische werkzaamheden binnen het team Inspectie zijn zeer divers. Naast de
afhandeling van verzoeken tot handhaving en klachten, maken de juristen
handhavingsbrieven, besluiten en vertegenwoordigen zij het stadsdeel in bezwaarzaken.
De meest voorkomende besluiten zijn de last onder bestuursdwang en de last onder
dwangsom.
Naar verwachting zullen in 2014, naast het project integrale handhaving Osdorperweg
waarvoor reeds 900 uren zijn gereserveerd, doorlopend ca. 250 zaken bij de juristen in
behandeling zijn.
Inzet 2014:
6800 uur
5.6.10
Toezicht sloop (excl. asbest)
Naar verwachting worden in 2014 ca. 80 inspecties uitgevoerd bij:
Circa 20 in uitvoering zijnde grote sloopprojecten.
Inzet in 2014:
240 uur
5.6.11
Toezicht activiteitenbesluit Milieu
Het totaal aantal inrichtingen in Nieuw-West bedraagt 1523.
•
•
In 2014 staan 300 inrichtingen voor controle ingepland.
Naar verwachting wordt in 2014 naar aanleiding van ca. 500 meldingen een nader
onderzoek ingesteld.
Inzet in 2014:
2400 uur
5.6.12
Handhaving planologisch gebruik en Bouwbesluit-eisen bestaande
bouw
Naar verwachting wordt in 2013 naar aanleiding van ca. 200 meldingen een onderzoek
ingesteld.
Inzet 2014:
400 uur
5.7
Ontwikkelingen Inspectie 2014
Voor 2014 staan de volgende ontwikkelingen op de agenda:
Anticiperen op overdracht Sloterdijken (Westpoortgebied) naar stadsdeel NieuwWest per 1-1-2015
Voorjaar 2014 wordt een gevelscan uitgevoerd om een beeld te krijgen van het aantal
panden dat programmatisch moet worden geïnspecteerd op basis van het
inrichtingenbesluit (milieu) en/of brandveilig gebruik.
Mede aanleiding voor deze gevelscan is dat een eerdere overdracht van het toezicht op
milieu-inrichtingen in 2010 vanuit de toenmalige DMB een overdracht van formatieve
capaciteit opleverde gebaseerd op 900 inrichtingen. Na een gevelscan in 2012 bleek het
werkelijke aantal echter ca. 1500 te bedragen.
Het toezicht op (illegale) horeca en evenementen in dit gebied vind in 2014 plaats door
stadsdeel West, waarbij wordt samengewerkt om een goed beeld te krijgen van wat er in
het gebied speelt.
In de begrotingcyclus 2014 wordt de benodigde extra capaciteit per 1-1-2015 als prioriteit
opgevoerd.
Anticiperen op landelijke kwaliteitscriteria
Per 1 januari 2015 worden landelijke kwaliteitscriteria van kracht voor het uitvoeren van
omgevingstaken, vastgelegd in de Wet VTH (Vergunningen, Toezicht en Handhaving).
De kwalitatieve invulling hiervan is voor de huidige inspecteurscapaciteit al vertaald in het
loopbaanpad team inspectie. Voor de kwantitatieve invulling zal in 2014 een plan van
aanpak met een capaciteitsraming worden uitgewerkt. Er wordt hier samen met de
afdeling Vergunningen in opgetrokken.
Overdracht taken milieuinrichtingen categorie C
Het toezicht bij milieu-inrichtingen categorie C gebeurt in Amsterdam door de
Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied.
Per 19 maart 2014 zullen ook de overige omgevingsrecht gerelateerde taken (o.a. sloop
en bouw) ten aanzien van vergunningverlening, toezicht en handhaving voor dit type
inrichtingen worden overgedragen aan de omgevingsdienst. Voor Nieuw-West betekent
dit de overdracht van taken gerelateerd aan ca. 25 inrichtingen.
Kwalitatieve en kwantitatieve invulling juridische handhavingcapaciteit
Eind 2012 is het gelukt om de juridische handhavingcapaciteit structureel uit te breiden
van 2,0 naar 2,9fte (interne mobiliteit). De werkelijke benodigde capaciteit bedraagt ca.
5,5 fte wat in 2013 middels ondersteuning vanuit de afdeling Juridische Zaken en door
externe inhuur is gerealiseerd.
In 2014 wordt de formatie en het vrijmaken van de daarvoor benodigde middelen
opnieuw bekeken. Daarbij wordt aangehaakt bij de ontwikkelingen ten aanzien van de
Sloterdijken en de kwaliteitscriteria. Ook wordt op basis van de LEAN methode gezocht
naar effectievere manier van werken. Naast kwantiteit is functiedifferentiatie noodzakelijk
om de behoefte aan seniorfuncties te borgen.
Tijdschrijven
Om de in dit plan geraamde uren goed te kunnen evalueren en voor het ontwikkelen van
kengetallen wordt in 2014 gestart met het tijdschrijven op producten, taken en (flex)
projecten.
Verdere implementatie lean werkmethodiek
In 2013 en begin 2014 zijn de processen “toezicht brandveilig gebruik” en
“handhavingsverzoek” onder de loep genomen met behulp van interne lean practitioners
in opleiding. Voor 2014 is het zaak de nu opgedane kennis ten aanzien van lean te
verbreden naar de overige processen en als constante werkmethodiek te implementeren.
Anticiperen op de nieuwe ambtelijke inrichting van de gemeente Amsterdam
Er staan in 2014 en 2015 veel veranderingen van de ambtelijke organisatie van de
gemeente Amsterdam op stapel. Er zullen clusters worden gevormd met daarin resultaat
verantwoordelijke eenheden. Collega’s die voorheen bij stadsdeel Nieuw-West werkten
zullen worden overgeplaatst naar RVE’s. Sommige collega’s worden vervolgens weer
teruggeplaatst (tewerkgesteld) bij de bestuurscommissie Nieuw-West, maar niet allen.
Het zal voor iedereen best even wennen en zoeken zijn naar hoe de nieuwe organisatie
werkt. Voor het team Inspectie geldt dat spoor A van toepassing is en alle inspecteurs
worden geplaatst. Voor andere collega’s binnen de gemeente Amsterdam is dit niet
vanzelfsprekend. De komende tijd zal voor veel collega’s onrust geven. Het zal even
duren voor dat de rust wederkeert.