bionieuws 2 27 september 2014 | jaargang 24 biogeochemicus ja ap dams t é mee t kl ima at ver ander ing me t membr a anl ip iden Grote verbanden zoeken via verbindingen INTERVIEW Door Gert van Maanen Na een Spinoza, ERC en Zwaartekracht scoort NIOZbiogeochemicus Jaap Sinninghe Damsté nu ook nog een Heinekenprijs. Een succes dat hij mede toeschrijft aan het combineren van vakgebieden: ‘Op grensvlakken valt veel te halen’. pen van de Universiteit Utrecht, waar hij een dag per week werkt als hoogleraar organische geochemie. ‘Dit illustreert misschien het verval van de academische wetenschap in Nederland’, grapt Damsté goedgemutst, terwijl we een interviewplek zoeken bij een zitje tussen koffieautomaat en kopieermachine. ‘Mijn persoonlijke succes dank ik voor een groot deel aan de goede onderzoeksgroepen die we op Texel en in Utrecht hebben opgebouwd. Ons sterke punt is dat we echt drie disciplines met elkaar in samenhang brengen: biologie, geologie en chemie. En op grensvlakken valt nu eenmaal veel te halen. De basis ligt in de biologie, het gereedschap komt uit de ‘Weerbarstige membraanlipiden zijn onze thermometers van het klimaatsysteem’ chemie en we reconstrueren de geologische geschiedenis van de aarde’, vertelt Damsté. ‘We zijn steeds op zoek naar proxy’s, chemische verbindingen uit algen, bacteriën of archaea, die we als een soort indicatoren of chemische gidsfossielen gebruiken voor temperatuurveranderingen. Vooral weerbarstige membraanlipiden van micro-organismen zijn zeer geschikt om de temperatuur van zeewater van miljoenen ja- Gert van Maanen Hoofdredacteur Bionieuws Impact COLUMN Meten is weten. Een basisgegeven in de natuurwetenschappen, maar dan moet er natuurlijk wel gemeten worden met het juiste meetinstrument. Daarom hebben we meetlatten om afstanden, maatbekers om volumes en klokken om de tijd te meten. Je zou dus verwachten dat juist dat de metingen aan zoiets als wetenschappelijk publiceren onomstreden zijn. Helaas blijkt dit geenszins het geval. Veel onderzoek wordt tegenwoordig afgemeten aan de Impact Factor van het tijdschrift waarin het gepubliceerd is, maar dat is nooit de bedoeling geweest. De Impact Factor van tijdschriften – jaarlijks gepubliceerd door Thomson Reuters, voorheen The Institute for Scientific Information ISI – is juist bedacht om biblio- foto Jussi Puikkonen/KNAW ‘Een onderzoeker klaagt natuurlijk nooit dat hij te veel geld krijgt. Toch hebben we op Texel een paar jaar geleden wel even op de rem getrapt. Onze groep dreigde gewoon te snel te groot te worden. Dat we veel langlopende financiering hebben, is een luxe en zeer welkom, want aan ideeën voor onderzoek hebben we geen gebrek’, zegt Jaap Sinninghe Damsté (1959), hoofd Mariene Organische Biogeochemie van het NIOZ op Texel. Op donderdag 2 oktober krijgt hij de Dr. A.H. Heinekenprijs voor Milieuwetenschappen 2014 toegekend. Dit voor ‘de ontdekking en ontwikkeling van chemische fossielen, die ons helpen de geschiedenis van de aardse biosfeer te reconstrueren’, zo schrijft KNAW als toekennende organisatie in een toelichting. De tweejaarlijkse wetenschappelijke Heinekenprijzen van 200 duizend dollar, in vijf disciplines, staan internationaal hoog aangeschreven. De eerste werd precies vijftig jaar geleden toegekend en inmiddels kregen elf laureaten later een Nobelprijs. Vooralsnog past de prijs van Damsté in een mooie succesreeks: van Spinozapremie (2004, 1,5 miljoen euro), KNAW-lidmaatschap (2005), ERC Advanced Grant (2008, 2,5 miljoen euro) tot twee toegekende subsidies als hoofd- en medeaanvrager in NWOZwaartekracht (2013, 28 en 22,9 miljoen euro). Toch heeft hij geen eigen kamer op het aftandse gebouw van het Instituut voor Aardwetenschap- De aardse biosfeer reconstrueren met chemische fossielen is het specialisme van biogeochemicus Jaap Sinninghe Damsté: ‘De basis ligt in de biologie, maar het gereedschap komt uit de chemie.’ ren geleden te meten. Het zijn onze thermometers van het klimaatsysteem, al blijven het reconstructies achteraf. Het valideren en calibreren van proxy’s in het huidige milieu is van essentieel belang.’ Labhumor ‘Membraanlipiden die we veel gebruiken zijn GDGT’s – glyceroldialkylglyceroltetraethers – afkomst uit archaea’, doceert Damsté. ‘Van die verbindingen dachten we vroeger dat ze alleen voorkomen in extremofiele archaea, die bijvoorbeeld in hete bronnen leven. We vinden ze echter ook bij archaea die gewoon in de zeewater leven en het aantal ringen in zulke GDGT’s is een goede indicator van de zeewatertempeatuur. De TEX86, gebaseerd op GDGT’s met 86 koolstofatomen, is een door ons ontwikkelde organische paleothermometer. Dat TEX staat voor tetraether- thecarissen te helpen bij de beslissing welke tijdschriften ze moesten aanschaffen. Want kort door de bocht is de Impact Factor gebaseerd op het aantal citaties dat een tijdschrift verzamelt en zegt het dus iets over het belang van dit tijdschrift. Zo heeft Nature een Impact Factor van 42,351, Heredity een van 3,804 en zit Scientific American op 1,328. Inmiddels is de Impact Factor echter een soort scheidingsmiddel geworden om de kwaliteit van individuele onderzoekers vast te stellen. Een ontwikkeling waar Amerikaanse onderzoekers vorig jaar massaal tegen protesteerden in de San Francisco Declaration on Research Assessment (DORA). Stefano Bertuzzi, de directeur van de American Society for Cell Biology en een van de initiatiefnemers van DORA, liet begin september op de FEBS-EMBO-conferentie in Parijs zien waar dat foute meetgedrag al niet toe kan leiden. Een niet verder geïdentificeerde Aziatische kennisinstelling gebruikt Impact Factors om medewerkers bonussen toe te kennen. Voor een publicatie in Cell, Nature of Science ligt die op 30.000 dollar, alles hoger dan PNAS op 7300 dollar index, maar stiekem verwijzen we er ook mee naar Texel. Het was ook een knipoog naar de Britten die hun paleothermometer UK37 noemden, formeel een unsaturation index voor ketonen. Dat is labhumor’, glimlacht Damsté. ‘Het mooie is dat je met zulke proxy’s heel veel informatie uit sedimentgeschiedenis kunt halen. Als je een boorkern neemt op een plaats waar een rivier de zee in stroomt, dan kun je de temperatuur van het zeewater reconstrueren én de klimaatveranderingen op het land van dat stroomgebied’, aldus Damsté. Zulk onderzoek levert een belangrijke onderbouwing van klimaatmodellen en kan ook gevolgen van temperatuurstijging inzichtelijk maken. ‘De onzekerheid in de voorspelde opwarming is nog heel groot. Of de gemiddelde zeetemperatuur 1 graad of 4 tot 5 graden stijgt, kan verstrekkende gevolgen hebben. Ons onderzoek laat zien dat zich eerder extreme situaties hebben voorgedaan, soms met grote ecologische gevolgen.’ ‘Zo hebben we bewijzen dat er ook zo’n 90 miljoen jaar geleden – in het midden-krijt – sprake was van hoge gehaltes aan CO2. Tot wel tien keer zoveel als er voor de industriële revolutie in de atmosfeer zat en met grote consequenties voor het klimaat’, weet Damsté. Geen reden om de huidige klimaatopwarming te relativeren, vindt hij. ‘De geschiedenis leert ons dat de aarde dat wel doorstaat, maar niet alles en iedereen overleeft zulke grote klimaatveranderingen’, constateert hij nuchter. Klimaatreconstructies trekken veel aandacht, maar Damsté is minstens zo trots op zijn bijdragen aan de meer fundamentele wetenschappen. ‘Het is f ascinerend dat je door heel precies in het lab te kijken naar chemische verbindingen in micro-organismen, ook grote verbanden beter gaat zien.’ en alles daaronder op een schamele 70 dollar. Voor de liefhebber: PNAS heeft een Impact Factor van 9,809. Er zijn veel argumenten om Impact Factors juist niet te gebruiken om prestaties van individuele onderzoekers te meten. Vandaar dat Bertuzzi onderzoekfinanciers, kennisinstellingen en individuele onderzoekers oproept de Impact Factor te boycotten en dood te zwijgen. Wis bovenstaande Impact Factors zo spoedig mogelijk uit uw geheugen Hier sluit ik me graag bij aan en ik verzoek dan ook nederig alle bovenstaande Impact Factors zo spoedig mogelijk uit uw geheugen te wissen. Hoewel ik me besef dat mijn impact niet groot zal zijn: de Impact Factor van Bionieuws is nooit gemeten, maar schommelt waarschijnlijk ergens rond de 0,000.
© Copyright 2024 ExpyDoc