Informatiebrief - Onderwijs Zorgkoepel Noord

‘Steunpunt OZK’
“Elke vraag een antwoord, altijd dichtbij”.
Vooraf
Vanaf 1 augustus 2014 start ‘Passend Onderwijs’. In de regio ‘Noord-Veluwe’ vormen de besturen
voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en de cluster 3 en 4 scholen met elkaar het
Samenwerkingsverband ‘Onderwijs Zorg Koepel Noord-Veluwe’ (OZKNV) .
In het ondersteuningsplan van de OZK wordt beschreven op welke wijze het samenwerkingsverband
en de samenwerkende scholen Passend Onderwijs voor alle leerlingen willen realiseren.
Om Passend Onderwijs voor iedere leerling mogelijk te maken is het belangrijk dat de scholen in onze
regio gebruik kunnen maken van ‘Passende Ondersteuning’. Dit kan ondersteuning van individuele
leerlingen zijn, maar ook ondersteuning van leerkrachten of schoolteams.
In de jaren voor Passend Onderwijs werd veel ondersteuning verzorgd door ‘ambulant begeleiders’
van scholen voor speciaal onderwijs, speciaal basisonderwijs of vanuit WSNS verbanden.
De werkgevers van deze begeleiders hebben de handen ineen geslagen en besloten om vanaf 1
augustus 2014 hun expertise bij elkaar te brengen in het ‘Steunpunt OZK’ om vandaar uit gezamenlijk
‘Passende Ondersteuning’ aan te bieden aan de scholen binnen de Onderwijs Zorg Koepel.
Dit initiatief wordt van harte ondersteund door het bestuur van de OZK en de realisatie ervan
gebeurt dan ook in nauwe samenwerking en verbinding met de OZK. Ook de communicatie over de
ondersteuning zal lopen via de kanalen van de OZK.
Met deze brief informeren wij u over de wijze waarop u gebruik kunt maken van ondersteuning door
het multidisciplinaire expertiseteam van het ‘Steunpunt OZK’. Om een goed en helder beeld te geven
van de werkwijze van het Steunpunt OZK, beperken wij de achtergrondinformatie tot het
noodzakelijke. Wilt u toch meer achtergrondinformatie dan verwijzen wij u naar de website van de
OZK: www.onderwijszorgkoepel.nl
pag. 1
1. Organisatie
Omdat wij ‘ware samenwerkingspartners’ van de scholen in de OZK regio willen zijn, laten wij ons bij
het vormgeven van de organisatie leiden door de volgende uitgangspunten:
-
Op alle ondersteuningsvragen kan antwoord worden gegeven;
Ondersteuning wordt binnen of zo dicht mogelijk bij de school georganiseerd;
Het stellen van ondersteuningsvragen is mogelijk in of dicht bij de school;
De i.b.-er van de school is initiator en houdt de regie;
Ondersteuning is vraag-gestuurd en handelingsgericht;
Ondersteuning is op maat;
Ondersteuning wordt geboden in de vorm van een ‘arrangement’.
Door de ondersteuning neemt de handelingsbekwaamheid van leraren toe.
a. Altijd een antwoord
Binnen de organisatie van het ‘Steunpunt OZK’ is een breed spectrum van disciplines
vertegenwoordigd uit het Speciaal Onderwijs, de voormalige WSNS verbanden en het Speciaal
Basisonderwijs. Daarbij zijn relaties gelegd met scholen voor kinderen met een lichamelijke of
meervoudige handicap (de Twijn en de Kleine Prins) en de onderwijsinstellingen voor cluster 1, 2
Ook is expertise vanuit CJG, JGZ en GGZ beschikbaar.
b. Schoolnabij
‘Het ‘Steunpunt OZK’ beschikt over een centraal adres dat ook via de website van de OZK te bereiken
is. Belangrijker is dat leraren en i.b.-ers in de directe nabijheid van school en soms zelfs binnen de
eigen school om ondersteuning kunnen vragen. Vanaf 1 augustus is het steunpunt vanuit 4 locaties
bereikbaar voor intern begeleiders met vragen om advies of ondersteuning (zie overzicht in de
bijlage). Op scholen waar één van de medewerkers van het ‘Steunpunt OZK’ actief is, kunnen vragen
rechtstreeks aan de betreffende medewerker gesteld worden.
c. Passend
De werkwijze van het Steunpunt is volledig afgestemd op de afspraken, zoals die zijn vastgelegd in
het ‘ondersteuningsplan’ van OZK. De verantwoordelijkheid voor de ondersteuning van leerlingen
blijft bij de school. De intern begeleide voert de regie over het traject, dat kan leiden tot een
ondersteuningsarrangement. Samen werken we vraag-gestuurd en handelingsgericht.
2. Werkwijze
Met het vervangen van beschikkingen en indicaties door ‘arrangementen’ ontstaan mogelijkheden
voor meer flexibiliteit, preventie, sneller signaleren, eerder interveniëren, ‘tijdelijkheid’ van de
ondersteuning en schoolnabijheid. Waar tot nu toe ondersteuningsmiddelen vaak leerlinggebonden
waren, zullen ondersteuningsmiddelen in toenemende mate worden ingezet op het niveau van de
leraar, de klas of het team. Dit ter verhoging van het niveau van ‘basisondersteuning’ van de school.
a. De aanvraag
In beginsel is het de intern begeleider van de school die een ondersteuningsvraag stelt bij het
steunpunt. Dit kan binnen de eigen school bij de ‘contactpersoon’ (huidige A.B.-ers en P.A.B.-ers) of
bij het lokale steunpunt, waarmee de school verbonden is.
Afhankelijk van de inhoud van de vraag wordt hiermee het ondersteuningstraject in gang gezet*.
*Omdat de werkwijze van de ‘het steunpunt OZK’ afgestemd is op de afspraken in het ondersteuningsplan van de OZK,
verwijzen wij voor het handelingsgerichte traject dat vooraf gaat aan een ondersteuningsvraag naar de afspraken in dit
ondersteuningsplan.
pag. 2
b. Verschillende vragen
De ene vraag is de andere niet. Een brede variëteit aan vragen kan zich voordoen op iedere school.
Simpele vragen over een kleine didactische aanpassing tot uiterst complexe vragen en zelfs plaatsing
in het SBO of SO zijn mogelijk.
De dienstverlening van ‘Het Steunpunt’ is laagdrempelig en snel beschikbaar. Zeker wanneer een
contactpersoon al op school actief is, kunnen veel ‘beperkte, enkelvoudige of adviesvragen’ direct en
zonder extra bemoeienis beantwoord worden.
Vragen die dit niveau overstijgen, worden opgepakt door één van de ‘lokale’ medewerkers van het
‘Steunpunt OZK’. De gevraagde expertise is bepalend voor de keuze van de medewerker.
Vragen die door de school en de medewerkers van het ‘Steunpunt OZK’ als ‘hoog complex’ worden
beoordeeld, kunnen worden ingebracht bij het centrale adres. Hier zijn psychologen/
orthopedagogen en specialisten vanuit de verschillende expertise richtingen vertegenwoordigd. Zij
zullen met de school een passend arrangement formuleren. Via het centrale meldpunt is ook directe
verbinding met de ‘Commissie van Toelating’ mogelijk.
c. Formulieren
Overeenkomstig de ambities van de OZK willen ook wij de ‘papierwinkel’ zoveel mogelijk beperken.
Dit doen wij door de ‘enkelvoudige vragen’ zonder administratieve rompslomp door de
contactpersonen te laten afhandelen. Uiteraard wordt deze inbreng wel geregistreerd door de i.b.-er
in het leerling-dossier (bv. in het leerlingvolgsysteem en/of ontwikkelingsperspectief) en door de
contactpersoon in een monitoroverzicht.
Bij overstijgende vragen maken wij gebruik van de handelingsgerichte dossiers van de betrokken
school. De enige extra administratieve last wordt gevormd door het invullen van de
arrangementsaanvraag. (zie bijlage)
3. Type arrangementen
Bij het arrangeren gaat het om flexibiliteit, maatwerk en schoolnabijheid. Per leerling zorgvuldig
arrangeren naar de meest passende ondersteuning. Om een indruk te geven van de mogelijkheden
volgen hier een aantal voorbeelden:
-
Wekelijkse begeleiding bij huiswerkplanning;
Observatie en advies;
Logopedie en taalondersteuning voor een groep(je) leerlingen;
Extra rekenondersteuning;
Psychologisch en (ortho-) didactisch onderzoek;
Begeleiding bij ‘moeilijke’ groepen;
Co-teaching en/of Video Interactiebegeleiding;
Teamtraining, cursus of studiedagen;
Sociale vaardigheidstraining, psycho-educatie;
Tijdelijke plaatsing in SO, SBAO of ‘tussenvoorziening’.
Deze lijst is zeker niet uitputtend, maar vooral inspirerend bedoeld. Al werkend aan Passend
Onderwijs zullen we lerend met elkaar en ervaringen delend in staat zijn om nieuwe, op maat
gesneden arrangementen te ontwerpen.
pag. 3
4. Inbreng ouders
Wanneer een arrangement voor een individuele leerling wordt aangevraagd, is ondertekening door
ouders een vereiste. Omdat binnen de structuur van handelingsgericht werken ouders al in een vroeg
stadium betrokken zijn, zal op geen enkele school de rol van ouders zich hiertoe beperken. De
inbreng van ouders wordt meegenomen in de fase van arrangeren. Over het algemeen weten ouders
goed wat hun kind nodig heeft.
Uiteindelijk is het de intern begeleider van de school die de vraag formuleert, waarna ouders
instemmen met de aanvraag door ondertekening ervan.
5. Toekenning
Een deel van de ondersteuning en begeleiding is ‘vrij beschikbaar’. Hiervoor is geen speciale
toekenning nodig. Wel wordt het beroep op deze ondersteuning zorgvuldig ‘gemonitord’. In de
eerste plaats om ervan te leren en deze leerervaringen te kunnen delen, daarnaast om te kunnen
zorgen voor een evenwichtig gebruik door alle scholen.
Ondersteuning in de vorm van een arrangement die uitstijgt boven het niveau van de ‘vrij
beschikbare’ ondersteuning zal worden toegekend door de verantwoordelijke medewerkers van het
lokale of centrale meldpunt. Ook voor deze ondersteuning vindt monitoring plaats en wordt
periodiek gerapporteerd aan de schoolbesturen.
Toelating tot plaatsing in het SO of SBO is een wettelijke taak van de ‘Commissie van Toelating’ van
de OZKNV en een verantwoordelijkheid van het schoolbestuur. Dit is ook het geval, wanneer in de
periode voorafgaand aan de plaatsingsvraag, ondersteuning heeft plaatsgevonden vanuit het
‘Steunpunt OZK’. De werkwijze van het ‘Steunpunt OZK’ is wel zodanig afgestemd op de werkwijze
van de CvT, dat het aanvragen van een Toelaatbaarheidsverklaring een logische stap kan zijn in het
proces. Hiermee voorkomen we onnodige ‘rompslomp’ en vertraging.
6. Uitvoering
a. De aanvraag
Binnen de OZK hebben de aangesloten scholen afgesproken ‘handelingsgericht’ te
werken. De handelingsgerichte cyclus van waarnemen, begrijpen, plannen, realiseren
geeft richting aan dit proces. Aansluitend op deze manier van werken kunnen scholen
ook ‘handelingsgericht arrangeren’. Scholen dienen helder te formuleren wat hun
ondersteuningsbehoefte is, te formuleren wat de school nodig heeft. Het formuleren van
speciale onderwijsbehoeften van leerlingen is van belang. Daarbij dient de school zich af
te vragen: “kunnen we dat ook zelf doen”. Essentieel is, (en in de praktijk vaak moeilijk)
dat leerkrachten hun eigen handelingsverlegenheid kunnen formuleren, in plaats van
‘kindproblemen’ die om een oplossing vragen. Niet zelden zal dit leiden tot
arrangementen die gericht zijn op een leerkracht of op een team. Op deze wijze wordt er
krachtig gewerkt in de sfeer van voorwaarden en preventie.
b. Arrangeren naar Passende Ondersteuning
Het systeem van ‘LGF indicatie’ riep onbedoeld op de hulpvragen te focussen op de ernst
van de ‘kindproblemen’, waarmee de kans op rugzakbekostiging werd vergroot.
Vervolgens was, ondanks de grote verschillen in ondersteuningsbehoefte, een LGF
bekostiging voor alle leerlingen gelijk. Binnen Passend Onderwijs is dit voorbij. Vanaf de
eerste signalering van ondersteuningsbehoefte wordt alle energie gericht op Passende
Ondersteuning. Maatwerk: inhoudelijk, in tijd en zo dicht mogelijk bij de school.
pag. 4
Bij het formuleren van arrangementen wordt niet langer ‘geschreven naar toekenning’,
maar wordt ‘gearrangeerd naar passende ondersteuning’. Zowel bij het formuleren van
de ondersteuningsbehoefte van de school, als bij het beantwoorden van de vraag wat de
school zelf kan doen, kunnen de contactpersonen een bijdrage leveren.
c. Leerlingen die nu nog LGF (rugzak) hebben
Speciale aandacht verdienen de leerlingen aan wie op dit moment nog rugzakbekostiging
is toegekend. Het deel van de bekostiging dat aan de basisscholen is toegekend, wordt
vanaf 1 augustus (via de OZK) overgemaakt aan de schoolbesturen. De schoolbesturen
zijn daarmee verantwoordelijk om met hun scholen af te spreken hoe deze middelen
worden ingezet en te zorgen voor Passende Ondersteuning van deze leerlingen.
Het deel LGF middelen dat aan de cluster 3 en 4 scholen werd toegekend om ambulante
begeleiding te verzorgen, wordt ook in 2014-2015 nog toegekend aan deze scholen.
Evenals het ‘schooldeel’ is ook het ‘A.B.’ deel niet langer leerlinggebonden, maar net als
de schoolbesturen hebben ook de besturen van de SO scholen de verantwoordelijkheid
om passend ondersteuning te bieden.
In samenhang met de gekozen werkwijze in het Ondersteuningsplan van het
samenwerkingsverband, wordt aan de scholen waar in 2014-2015 leerlingen met
‘voorheen’ rugzakbekostiging zitten, gevraagd om samen met hun contactpersoon van
het ‘Steunpunt OZK’ voor deze leerlingen ondersteuningsarrangementen aan te vragen
bij hun schoolbestuur. Op deze wijze borgen we de ondersteuning van deze leerlingen,
maar realiseren wij tegelijkertijd dat de stap naar de nieuwe manier van denken en
werken wordt gemaakt.
pag. 5
Bijlage 1
‘Steunpunt OZK’:
Voor vragen om advies, begeleiding of ondersteuning kunt u terecht bij:
Gemeente Zeewolde:
Marianne van Malenstein ,SBO ‘De Springplank’
Email: [email protected]
Telefoon: 06-51236424
Gemeenten Epe, Nunspeet en Elburg:
Susanne Bruning, SO ‘Verschoorschool’ en SBO ‘van der Reijdenschool’.
Email: [email protected]
Telefoon: 06-54690159
Gemeenten Harderwijk en Ermelo:
Ieke de Reus, SBO ‘De Springplank’
Email: [email protected]
Telefoon: 06-33669362
Gemeenten Nijkerk en Putten:
Merie Boers , SBO ‘Kon. Emmaschool’
Email: [email protected]
Telefoon: 06-50204606
U kunt ook rechtsreeks contact opnemen met één van uw bestaande contactpersonen.
Het centrale adres van het ‘Steunpunt OZK is:
Email: [email protected]
Via de ‘Steunpunt-button’ op de website van de OZKNV komt u bij een overzicht van alle
medewerkers en ziet u welke medewerkers bij u in de buurt actief zijn. www.onderwijszorgkoepel.nl
pag. 6