arbeidsmarkt Crisis treft ook werkzoekenden met arbeidshandicap De Ploeg helpt brug te slaan naar werkgevers Denis Bouwen “Werk is een belangrijke hefboom om mensen met een beperking te integreren.” Dat zeggen Annick Mortelmans en Kristien Smet, werkzaam bij vzw De Ploeg. “Maar niet iedereen vindt even makkelijk de weg naar werk. Een organisatie als de onze steekt daarbij een handje toe.” Bij De Ploeg trachten ze de brug te slaan tussen deze groep en potentiële werkgevers. De Ploeg is één van de twaalf gespecialiseerde diensten in Vlaanderen en Brussel die mensen met een arbeidshandicap opleiden, begeleiden en aan werk trachten te helpen. De jobcoaches van De Ploeg willen hun cliënten begeleiden naar een duurzame tewerkstelling. “Uitzendjobs doen we alleen wanneer er een optie is om nadien vast in dienst te treden. Dagcontracten geven onze mensen te veel onzekerheid, die bieden iemand ook geen mogelijkheid om zich in te werken.” Het soort beperking bij de cliënten van De Ploeg kan sterk variëren. In veel gevallen gaat het om mensen met fysieke problemen zoals rugproblemen, reuma, chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS), fibromyalgie, een amputatie, niet-aangeboren hersenletsel of een gehoorstoornis. Het aantal cliënten met een autismespectrumstoornis is ook behoorlijk groot. Verder heb je mensen met schizofrenie, psychose of andere psychische problemen. “Soms gaat het om een combinatie van problemen.” De Ploeg wil werkgevers doen inzien dat ook werkzoekenden met een beperking heel wat te bieden hebben. “Onze cliënten zijn doorgaans sterk gemotiveerd om te werken”, ervaren Annick en Kristien. brengen hun vaardigheden, hun kwaliteiten én hun werkpunten in kaart. We doen dat op basis van waarnemingen terwijl ze een aantal taken uitvoeren. Dat kan bij ons in het centrum of bij één van de leerwerkbedrijven; als je iemand aan het werk ziet in pakweg een serre of een schoonmaakatelier, krijg je een goed beeld van wat er mogelijk is. Wanneer de kandidaat zelf al weet welke richting hij uit wil, organiseren we een bedrijfsproef. Het is belangrijk om goed te luisteren naar wat de persoon zelf verlangt. Uiteindelijk stellen we een persoonlijk opleidingsplan op en formuleren we ons advies.” Een groot deel van de cliënten doet uiteindelijk een oriënterende stage op de werkvloer, waarna een arbeidsovereenkomst volgt. De begeleiding, die wordt gesubsidieerd door de VDAB, duurt gemiddeld één jaar. Bij sommige cliënten is het sneller afgerond, anderen moeten langer worden begeleid. De Ploeg is een gespecialiseerde partner van de VDAB. “Onze jobcoaches komen tot op de werkvloer, VDAB en GTB regelen eerder globale trajectbegeleiding”, zegt Kristien. Personen met een arbeidshandicap behoren tot de kansengroepen die het moeilijk hebben om hun plek te vinden op de arbeidsmarkt. De huidige economische conjunctuur maakt de uitdaging zeker niet kleiner voor iemand die een beperking heeft en die een baan zoekt. Annick Mortelmans is jobcoach bij De Ploeg. Haar collega Kristien Smet is projectmedewerkster. “De arbeidsmarkt is de voorbije jaren enorm veranderd”, stellen Annick en Kristien. “Er zijn steeds meer complexe banen, terwijl zuiver manuele taken of eenvoudige administratieve jobs verdwijnen. Ook dat heeft Slechte conjunctuur gevolgen voor onze doelgroep. Jobs creëren Bij De Ploeg constateren ze dat de minder en anders durven omgaan met het organigunstige economische conjunctuur toch seren van arbeid wordt de uitdaging van de haar tol eist. “Vroeger lieten we iemand toekomst.” Vaardigheden een oriënterende stage doen en werd dat In de provincie Antwerpen telt De Ploeg elk jaar zo’n 350 cliënten die met een bege- “Na een eerste informatiesessie nodigen wij meestal gevolgd door de creatie van een leiding starten. Werkzoekenden die door de mensen uit voor een diepgaander ken- echte baan”, stelt Annick. “Tegenwoordig is de VDAB erkend zijn als persoon met een nismakingsgesprek ter voorbereiding van de het veel minder vanzelfsprekend dat er een start van een traject”, legt Annick uit. “We reële job tot stand komt. Ook al kennen we arbeidshandicap.” 22 | APRIL 2014 | 118de jaargang | Ons Recht De Ploeg wil werkgevers doen inzien dat ook werkzoekenden met een beperking heel wat te bieden hebben. “Onze cliënten zijn doorgaans sterk gemotiveerd om te werken”, zeggen de medewerkers. best een heleboel werkgevers die open staan voor wat we doen. De cliënten moeten meer dan ooit met heel veel concurrentie afrekenen wanneer ze voor een job solliciteren.” Annick en Kristien trekken zich op aan het feit dat heel wat partners mee aan de kar trekken. “Om te beginnen heb je de werkgevers die al langer met ons samenwerken; die spreken ons geregeld spontaan aan als ze een vacature moeten invullen. Daarnaast is er Jobkanaal, dat sommige werkaanbiedingen reserveert voor kansengroepen. We werken ook goed samen met de dienst Emancipatiezaken van de Vlaamse Overheid, Resoc en heel wat lokale besturen. Bekende werkgevers als Mediamarkt, Umicore en Van Hool doen soms ook een beroep op onze diensten maar net zo goed de kleine handelaar om de hoek.” De Ploeg vindt het ontzettend belangrijk dat er een goede ‘match’ is tussen de werknemer en de functie. “Uiteraard komen we in ons werk ook de vakbonden tegen. Dikwijls hebben we een goeie partner aan hen. We willen goed samenwerken met alle partijen en aandacht geven aan werknemer én werkgever om zo tot een gezamenlijke en gedragen oplossing te komen.” Mark: “Ik voel me nu opnieuw goed in mijn vel” Comeback na hersenbloeding Mark De Groot werd een aantal jaar terug getroffen door een hersenbloeding. Hij raakte zo deels verlamd aan zijn linkerzijde. “Wandelen is erg moeilijk en ik kan met mijn linkerhand alleen nog voorwerpen tegenhouden”, vertelt Mark. “Verder heb ik ook problemen met mijn concentratie en kan ik aan het einde van de dag moeilijker spreken. Ik merk ook dat ik niet meer om kan met stress en dat het me niet meer lukt om verschillende taken tegelijk af te werken.” Toen Mark in een revalidatiecentrum verbleef, werd er contact gelegd met De Ploeg. “Nadat De Ploeg de goedkeuring van mijn medisch adviseur had gekregen, ben ik gestart met een stage op mijn vroegere werk. Ik ben begonnen met een beperkt takenpakket gedurende drie halve dagen in de week. De andere twee dagen moest ik kiné gaan volgen in het revalidatiecentrum. Zo had ik de gelegenheid om stilaan op te bouwen en mijn revalidatieprogramma af te werken.” Jobcoach De jobcoach van De Ploeg kwam elke week langs. Zij leerde Mark zijn takenpakket aan en gaf hem tips en trucs om de job beter te kunnen doen. “We hebben samen een aantal takenlijstjes opgesteld die ik gewoon kan aflopen zodat ik geen stappen meer vergeet. Mijn jobcoach bekeek ook welke aanpassingen er moesten gebeuren, had gesprekken met mijn collega’s en gaf hen informatie over niet-aangeboren hersenletsels.” Na twee maanden stage ging Mark vier halve dagen per week werken en werd zijn takenpakket weer veranderd. Ook die verandering bleek te slagen. “Toen ik merkte dat dit ging, wou ik proberen of ik mijn vorige job opnieuw kon doen en op mijn vraag hebben we dit dan ook verder uitgetest in de stage. Ik mocht vanaf dan de dossiers afhandelen zoals ik vroeger deed, maar voor een beperkte regio.” Concentratie Mark ondervond dat het voor hem moeilijk was om zich gedurende een halve werkdag te concentreren. In overleg met zijn baas en de medisch adviseur werden zijn werkuren aangepast zodat hij samen met zijn collega’s de middagpauze kon nemen. “Zo had ik een pauze en lukte het me wel om tijdens mijn werkuren geconcentreerd bezig te blijven. Verder was de pauze ook ideaal om het contact met mijn collega’s weer op te bouwen.” Nog altijd moet Mark zijn taken één voor één uitvoeren en kan hij maar met één hand werken. Hij mag niet onder druk worden gezet en is trager in zijn bewegingen. De collega’s moeten ook de eindcontrole van zijn werk doen. Op basis van de beperkingen vroeg De Ploeg voor Mark een Vlaamse ondersteuningspremie aan. “Het lukte me om mijn oude job deeltijds te hervatten”, besluit Mark. “Ik voel me nu opnieuw goed in mijn vel.” Quota Kunnen verplichte quota helpen om personen met een arbeidshandicap vaker aan werk te helpen? Bij De Ploeg vinden ze dat een moeilijke discussie: “Quota kunnen werkgevers aanmoedigen om bepaalde mensen meer aan te werven, het kan zeker een duwtje in de rug zijn. Maar worden de betrokken werknemers dan ook als volwaardig aanzien? Of zal de werkgever vooral inspanningen doen om maar aan zijn quotum te komen? Wanneer het behalen van quota voorop staat, bestaat het risico dat de mogelijkheden op het vlak van arbeidsorganisatie en redelijke aanpassingen niet worden benut.” De Ploeg vindt het ontzettend belangrijk dat er een goede ‘match’ is tussen de werknemer en de functie. “Anders gezegd, de dienst treden. Maar uit onderzoek van de Universiteit Gent bleek dat die premie een averechts effect heeft. “Als een werkzoekende zo’n premie kan krijgen, moet het wel heel erg met hem of haar gesteld zijn”, denkt menig werkgever. “Wij raden cliënten nooit aan om de Vlaamse ondersteuningspremie als grote troef uit te spelen zonder dat ze toelichting kunnen geven. Een werkzoekende met een beperking moet vooral zijn vaardigheden in de verf zetten. De ondersteuningspremie is wel een belangrijke maatregel om een eventueel rendementsverlies te compenseren maar Premie dat is heel individueel. Het gaat om een Werkzoekenden met een arbeidshandicap maatregel die nuttig kan zijn om een werkkunnen ook een ‘Vlaamse ondersteunings- gever over de streep te trekken.” premie’ meebrengen wanneer ze ergens in juiste persoon op de juiste plaats, anders creëer je geen duurzame tewerkstelling.” Te veel werkgevers weten nog niet wat begeleidingsdiensten zoals De Ploeg kunnen betekenen. “Onbekend maakt onbemind”, weet Kristien. “Voor werkgevers is het wel heel belangrijk dat ze ook achteraf nog bij ons terecht kunnen. Wanneer iemand op de werkvloer wordt ingeschakeld, komen onze collega’s mee op de werkvloer om de werknemer en collega’s te coachen en advies te geven rond de arbeidsorganisatie.” Ons Recht | 118de jaargang | APRIL 2014 | 23
© Copyright 2024 ExpyDoc