Ons Recht april 2014

arbeidsmarkt
Crisis treft ook werkzoekenden
met arbeidshandicap
De Ploeg helpt brug te slaan naar werkgevers
Denis Bouwen
“Werk is een belangrijke hefboom om mensen met een beperking te integreren.” Dat zeggen Annick Mortelmans en
Kristien Smet, werkzaam bij vzw
De Ploeg. “Maar niet iedereen
vindt even makkelijk de weg naar
werk. Een organisatie als de onze
steekt daarbij een handje toe.”
Bij De Ploeg trachten ze de brug te slaan tussen deze groep en potentiële werkgevers. De
Ploeg is één van de twaalf gespecialiseerde
diensten in Vlaanderen en Brussel die
mensen met een arbeidshandicap opleiden,
begeleiden en aan werk trachten te helpen.
De jobcoaches van De Ploeg willen hun cliënten begeleiden naar een duurzame tewerkstelling. “Uitzendjobs doen we alleen wanneer er een optie is om nadien vast in dienst
te treden. Dagcontracten geven onze mensen te veel onzekerheid, die bieden iemand
ook geen mogelijkheid om zich in te werken.”
Het soort beperking bij de cliënten van De
Ploeg kan sterk variëren. In veel gevallen
gaat het om mensen met fysieke problemen
zoals rugproblemen, reuma, chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS), fibromyalgie,
een amputatie, niet-aangeboren hersenletsel of een gehoorstoornis. Het aantal cliënten met een autismespectrumstoornis is
ook behoorlijk groot. Verder heb je mensen
met schizofrenie, psychose of andere psychische problemen. “Soms gaat het om een
combinatie van problemen.”
De Ploeg wil werkgevers doen inzien dat
ook werkzoekenden met een beperking heel
wat te bieden hebben. “Onze cliënten zijn
doorgaans sterk gemotiveerd om te werken”,
ervaren Annick en Kristien.
brengen hun vaardigheden, hun kwaliteiten én hun werkpunten in kaart. We doen
dat op basis van waarnemingen terwijl ze
een aantal taken uitvoeren. Dat kan bij ons
in het centrum of bij één van de leerwerkbedrijven; als je iemand aan het werk ziet
in pakweg een serre of een schoonmaakatelier, krijg je een goed beeld van wat er
mogelijk is. Wanneer de kandidaat zelf al
weet welke richting hij uit wil, organiseren
we een bedrijfsproef. Het is belangrijk om
goed te luisteren naar wat de persoon zelf
verlangt. Uiteindelijk stellen we een persoonlijk opleidingsplan op en formuleren
we ons advies.” Een groot deel van de cliënten doet uiteindelijk een oriënterende stage
op de werkvloer, waarna een arbeidsovereenkomst volgt.
De begeleiding, die wordt gesubsidieerd
door de VDAB, duurt gemiddeld één jaar.
Bij sommige cliënten is het sneller afgerond,
anderen moeten langer worden begeleid. De
Ploeg is een gespecialiseerde partner van de
VDAB. “Onze jobcoaches komen tot op de
werkvloer, VDAB en GTB regelen eerder globale trajectbegeleiding”, zegt Kristien.
Personen met een arbeidshandicap behoren
tot de kansengroepen die het moeilijk hebben om hun plek te vinden op de arbeidsmarkt. De huidige economische conjunctuur
maakt de uitdaging zeker niet kleiner voor
iemand die een beperking heeft en die een
baan zoekt.
Annick Mortelmans is jobcoach bij De Ploeg.
Haar collega Kristien Smet is projectmedewerkster.
“De arbeidsmarkt is de voorbije jaren enorm
veranderd”, stellen Annick en Kristien. “Er
zijn steeds meer complexe banen, terwijl
zuiver manuele taken of eenvoudige administratieve jobs verdwijnen. Ook dat heeft
Slechte conjunctuur
gevolgen voor onze doelgroep. Jobs creëren
Bij De Ploeg constateren ze dat de minder
en anders durven omgaan met het organigunstige economische conjunctuur toch
seren van arbeid wordt de uitdaging van de
haar tol eist. “Vroeger lieten we iemand
toekomst.”
Vaardigheden
een oriënterende stage doen en werd dat
In de provincie Antwerpen telt De Ploeg
elk jaar zo’n 350 cliënten die met een bege- “Na een eerste informatiesessie nodigen wij meestal gevolgd door de creatie van een
leiding starten. Werkzoekenden die door de mensen uit voor een diepgaander ken- echte baan”, stelt Annick. “Tegenwoordig is
de VDAB erkend zijn als persoon met een nismakingsgesprek ter voorbereiding van de het veel minder vanzelfsprekend dat er een
start van een traject”, legt Annick uit. “We reële job tot stand komt. Ook al kennen we
arbeidshandicap.”
22 | APRIL 2014 | 118de jaargang | Ons Recht
De Ploeg wil werkgevers doen inzien dat ook
werkzoekenden met een beperking heel wat te
bieden hebben. “Onze cliënten zijn doorgaans
sterk gemotiveerd om te werken”, zeggen de
medewerkers.
best een heleboel werkgevers die open staan
voor wat we doen. De cliënten moeten meer
dan ooit met heel veel concurrentie afrekenen wanneer ze voor een job solliciteren.”
Annick en Kristien trekken zich op aan het
feit dat heel wat partners mee aan de kar
trekken. “Om te beginnen heb je de werkgevers die al langer met ons samenwerken;
die spreken ons geregeld spontaan aan als
ze een vacature moeten invullen. Daarnaast
is er Jobkanaal, dat sommige werkaanbiedingen reserveert voor kansengroepen. We werken ook goed samen met de
dienst Emancipatiezaken van de Vlaamse
Overheid, Resoc en heel wat lokale besturen. Bekende werkgevers als Mediamarkt,
Umicore en Van Hool doen soms ook een
beroep op onze diensten maar net zo goed
de kleine handelaar om de hoek.”
De Ploeg vindt het
ontzettend belangrijk
dat er een goede
‘match’ is tussen de
werknemer en de
functie.
“Uiteraard komen we in ons werk ook de vakbonden tegen. Dikwijls hebben we een goeie
partner aan hen. We willen goed samenwerken met alle partijen en aandacht geven
aan werknemer én werkgever om zo tot
een gezamenlijke en gedragen oplossing te
komen.”
Mark: “Ik voel me nu opnieuw
goed in mijn vel”
Comeback na hersenbloeding
Mark De Groot werd een aantal jaar
terug getroffen door een hersenbloeding. Hij raakte zo deels verlamd aan
zijn linkerzijde. “Wandelen is erg moeilijk en ik kan met mijn linkerhand alleen
nog voorwerpen tegenhouden”, vertelt
Mark. “Verder heb ik ook problemen
met mijn concentratie en kan ik aan het
einde van de dag moeilijker spreken. Ik
merk ook dat ik niet meer om kan met
stress en dat het me niet meer lukt om
verschillende taken tegelijk af te werken.”
Toen Mark in een revalidatiecentrum
verbleef, werd er contact gelegd met
De Ploeg. “Nadat De Ploeg de goedkeuring van mijn medisch adviseur
had gekregen, ben ik gestart met een
stage op mijn vroegere werk. Ik ben
begonnen met een beperkt takenpakket gedurende drie halve dagen in de
week. De andere twee dagen moest ik
kiné gaan volgen in het revalidatiecentrum. Zo had ik de gelegenheid om stilaan op te bouwen en mijn revalidatieprogramma af te werken.”
Jobcoach
De jobcoach van De Ploeg kwam elke
week langs. Zij leerde Mark zijn takenpakket aan en gaf hem tips en trucs
om de job beter te kunnen doen. “We
hebben samen een aantal takenlijstjes
opgesteld die ik gewoon kan aflopen
zodat ik geen stappen meer vergeet.
Mijn jobcoach bekeek ook welke aanpassingen er moesten gebeuren, had
gesprekken met mijn collega’s en gaf
hen informatie over niet-aangeboren
hersenletsels.”
Na twee maanden stage ging Mark vier
halve dagen per week werken en werd
zijn takenpakket weer veranderd. Ook
die verandering bleek te slagen.
“Toen ik merkte dat dit ging, wou ik
proberen of ik mijn vorige job opnieuw
kon doen en op mijn vraag hebben
we dit dan ook verder uitgetest in de
stage. Ik mocht vanaf dan de dossiers
afhandelen zoals ik vroeger deed, maar
voor een beperkte regio.”
Concentratie
Mark ondervond dat het voor hem
moeilijk was om zich gedurende een
halve werkdag te concentreren. In
overleg met zijn baas en de medisch
adviseur werden zijn werkuren aangepast zodat hij samen met zijn collega’s
de middagpauze kon nemen. “Zo had
ik een pauze en lukte het me wel om
tijdens mijn werkuren geconcentreerd
bezig te blijven. Verder was de pauze
ook ideaal om het contact met mijn
collega’s weer op te bouwen.”
Nog altijd moet Mark zijn taken één
voor één uitvoeren en kan hij maar met
één hand werken. Hij mag niet onder
druk worden gezet en is trager in zijn
bewegingen. De collega’s moeten ook
de eindcontrole van zijn werk doen. Op
basis van de beperkingen vroeg De
Ploeg voor Mark een Vlaamse ondersteuningspremie aan.
“Het lukte me om mijn oude job deeltijds te hervatten”, besluit Mark. “Ik
voel me nu opnieuw goed in mijn vel.”
Quota
Kunnen verplichte quota helpen om personen met een arbeidshandicap vaker aan
werk te helpen? Bij De Ploeg vinden ze
dat een moeilijke discussie: “Quota kunnen werkgevers aanmoedigen om bepaalde
mensen meer aan te werven, het kan zeker
een duwtje in de rug zijn. Maar worden de
betrokken werknemers dan ook als volwaardig aanzien? Of zal de werkgever vooral
inspanningen doen om maar aan zijn quotum te komen? Wanneer het behalen van
quota voorop staat, bestaat het risico dat
de mogelijkheden op het vlak van arbeidsorganisatie en redelijke aanpassingen niet
worden benut.”
De Ploeg vindt het ontzettend belangrijk
dat er een goede ‘match’ is tussen de werknemer en de functie. “Anders gezegd, de
dienst treden. Maar uit onderzoek van de
Universiteit Gent bleek dat die premie een
averechts effect heeft. “Als een werkzoekende zo’n premie kan krijgen, moet het
wel heel erg met hem of haar gesteld zijn”,
denkt menig werkgever.
“Wij raden cliënten nooit aan om de Vlaamse
ondersteuningspremie als grote troef uit
te spelen zonder dat ze toelichting kunnen
geven. Een werkzoekende met een beperking moet vooral zijn vaardigheden in de
verf zetten. De ondersteuningspremie is wel
een belangrijke maatregel om een eventueel rendementsverlies te compenseren maar
Premie
dat is heel individueel. Het gaat om een
Werkzoekenden met een arbeidshandicap maatregel die nuttig kan zijn om een werkkunnen ook een ‘Vlaamse ondersteunings- gever over de streep te trekken.”
premie’ meebrengen wanneer ze ergens in
juiste persoon op de juiste plaats, anders
creëer je geen duurzame tewerkstelling.”
Te veel werkgevers weten nog niet wat begeleidingsdiensten zoals De Ploeg kunnen
betekenen. “Onbekend maakt onbemind”,
weet Kristien. “Voor werkgevers is het wel
heel belangrijk dat ze ook achteraf nog bij
ons terecht kunnen. Wanneer iemand op de
werkvloer wordt ingeschakeld, komen onze
collega’s mee op de werkvloer om de werknemer en collega’s te coachen en advies te
geven rond de arbeidsorganisatie.”
Ons Recht | 118de jaargang | APRIL 2014 |
23