Afdelingsgids verpleegafdeling erpleegafdeling Geriatrie Datum: 11 juli 2013 Auteur: Mieke van Bergen - van Gogh 1 Inhoudsopgave Pagina 1) Inleiding 3 2) Algemene informatie JBZ en afdeling Geriatrie 5 3) Zorgteam afdeling Geriatrie 6 4) Afdeling Geriatrie 4.1 visie op zorg 4.2 ontwikkelingen/ projecten 4.3 werkgroepen 4.4 overlegvormen 4.5 inwerkprogramma / infomap 7 5) Werkafspraken 5.1 dienstroosterplanning 5.2 ziek en betermeldingsprocedure 5.3 wijze van communicatie 5.4 verpleegvormen en dagindeling afdeling Geriatrie 5.5 hoe te handelen bij agressie en ernstige onrust op afdeling Geriatrie 11 6) Profielschets zorgvragers op afdeling Geriatrie De meest voorkomende behandelproblemen 17 18 7) Overzicht verpleegtechnische handelingen 20 8) Organisatie begeleiding van studenten 22 10 Specifieke leerdoelen op afdeling Studieadvies ter voor-bereiding op de stage Bijlage 1: meest voorkomende medicatie op afdeling Geriatrie Bijlage 2: inwerkplan studenten 2 22 23 25 1) Inleiding Beste student, Je gaat binnenkort starten met je stage in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Om je stage goed te kunnen voorbereiden heb je hier de afdelingsgids voor je. Deze gids heeft als doel om je: - Relevante en specifieke informatie te bieden zodat je concrete leeractiviteiten kunt beschrijven die passen bij je leerdoelen uit het stagewerkplan/ BPV plan - Relevante en specifieke informatie te bieden die je nodig hebt om je binnen een week goed te kunnen oriënteren op de afdeling - Relevante en specifieke informatie te bieden over alle medewerkers die betrokken zijn op de afdeling Je gaat starten op afdeling Geriatrie. De klinische geriatrie is een ziekenhuisspecialisme dat zich richt op de oudere mens met complexe ziekteproblemen. Er is vaak sprake van lichamelijke aandoeningen, meestal in combinatie met psychische en/of sociale problemen. Deze problemen geven een grote kans op blijvende afhankelijkheid en/of gedragsverandering. Dit houdt in dat er vaak verschillende ziekten zijn die op een ingewikkelde manier op elkaar ingrijpen. Een belangrijk kenmerk is dat de patiënt hierdoor zijn of haar zelfstandigheid verliest en (meer) hulp nodig heeft. De klinische geriatrie richt zich niet op één probleem maar op de hele mens. Wat is klinische geriatrie? • De ouderengeneeskunde; • Het medisch specialisme gericht op de gezondheid van de oudere mens; • Klinische geriatrie vindt je in het ziekenhuis. Wat is een geriatrische patiënt? Een geriatrische patiënt: • Een ouderen patiënt (leeftijdscategorie 75+); • Heeft meerdere aandoeningen; • Heeft een gecompliceerd ziektebeeld; • Heeft vaak lichamelijke, psychische en sociale problematiek tegelijk; • Is kwetsbaar en er is vaak een dreigende hulpbehoefte. Complexiteit van de verpleegkundige zorg De complexiteit van zorg is afhankelijk van de mate van de zorg, die een zorgvrager nodig heeft. Bijvoorbeeld door: • De moeilijkheidsgraad van de zorg; • De verpleegtechnische zorg; • De psychische zorg/ begeleiding; • De nevendiagnose, dit is vaak een chronische ziekte of handicap. 3 Dit houdt in voor het werken als verpleegkundige op de geriatrie: • Kenmerken kunnen weergeven van een geriatrische zorgvrager. • Beïnvloedingsmethode toe kunnen passen bij een individuele zorgvrager. • Zorgen voor een dagprogramma bij een geriatrische zorgvrager, stimuleren tot activiteiten, oefeningen aanbieden voor geheugentraining. • Een zorgvrager met gedragsproblemen begeleiden (b.v. claimend gedrag). • Het geven van individuele benaderingsadviezen bij zorgvragers met een gedragprobleem. • Het kunnen herkennen van delirant gedrag bij een geriatrische zorgvrager. • De geriatrische zorgvrager kunnen stimuleren tot activiteiten en tevens beoogde effect bewaken. 4 2) Algemene gegevens ziekenhuis en afdeling Geriatrie Adresgegevens Ziekenhuis en afdeling: Jeroen Bosch Ziekenhuis, Henri Dunantstraat 1 5223 ’s-Hertogenbosch Telefoon ziekenhuis :073-553-2000 Telefoon afdeling: 073-553-8551 Website: Postadres: Postbus 90153 5200’s-Hertogenbosch. www.jeroenboschziekenhuis.nl Verpleegafdeling: Afdeling Geriatrie Telefoonnummer 073-5538551 balie: Stefanie van Dinther Unithoofd: Telefoonnummer 073-5538558 unithoofd: [email protected] E-mailadres unithoofd: 5 3) Zorgteam Geriatrie Unithoofd: Stefanie van Dinther Secretaresse Unithoofd: Christel Witsiers Verpleegkundig coördinatoren: Mechelien van Buul Hetty den Burger Chantal Jacobs Mieke van Bergen ( aandachtsgebeid studentenbegeleiding ) Verpleegkundig specialist Miran van Eijk Gespecialiseerd verpleegkundigen: 12 Geriatrisch verpleegkundigen 28 Aantal verpleegkundigen niveau 4: Aantal studenten / stagiaires verpleegkunde: 7 Aantal zorgassistenten en huishoudelijke medewerkers: 13 Sociaal agogische medewerkers: Tonnie v/d Heijden Annie v/d Bergh Saskia Vorstenbosch Administratief medewerkers: Nancy van Orsouw Ellen v/d Biggelaar Geriaters: Dr. Dautzenberg Drs. Wouters Dr. van Marum Drs. Bootsma Drs. Kamminga Dr. Keijsers Dr. Van Strien 6 4) Zorgorganisatie afdeling Geriatrie Visie op zorg: 4.1 Visie op zorg: De geriatrische patiënt is een oudere, kwetsbare patiënt met een meervoudig complex ziektebeeld, bestaande uit somatische, psychische en sociale componenten. Behandeling en diagnostiek van de geriatrische patiënt staat centraal, waarbij de kwaliteit van leven en de autonomie van de patiënt uitgangspunten zijn. Uitgaande van de vraag van de patiënt, mantelzorger en verwijzer worden behandelproblemen afgeleid en doelstellingen geformuleerd. We trachten functieverlies van de patiënt te beperken en de intacte functies te optimaliseren. Iedere discipline heeft zijn eigen taken en verantwoordelijkheden. Hierbij is afstemming tussen de verschillende disciplines van belang. De verpleegkunde is verantwoordelijk voor de coördinatie en continuïteit van het verpleegkundig proces van opname tot ontslag. De klinische geriater heeft de medische eindverantwoordelijkheid. Ontwikke- 4.2 Ontwikkelingen / projecten: Veiligheidsmanagementsysteem (VMS) ingen / Projecten: Het ziekenhuis kan met het VMS risico’s voor de patiënt beheersen en (onbedoelde) schade aan de patiënt verminderen. Het VMS vormt het systeem waarmee ziekenhuizen continue risico’s signaleren, verbeteringen doorvoeren en beleid vastleggen, evalueren en aanpassen. Het is daarmee de verankering van patiëntveiligheid in de praktijk. De elementen van het VMS zoals beleid, cultuur, risico-inventarisatie en continue verbeteren, ondersteunen tevens de invoering van de verbeteringen op de tien thema’s: 1. Voorkomen van wondinfecties na een operatie; 2. Voorkomen van lijnsepsis en behandeling van ernstige sepsis; 3. Vroege herkenning en behandeling van de vitaal bedreigde patiënt; 4. Medicatieverificatie bij opname en ontslag; 5. Kwetsbare ouderen; 6. Voorkomen van nierinsufficiëntie bij intra- vasculair gebruik van jodiumhoudende middelen; 7. Verwisseling van en bij patiënten; 8. High Risk Medicatie: klaarmaken en toedienen van Parenteralia; 9. Vroege herkenning en behandeling van pijn; 10. Optimale zorg bij Acute Coronaire Syndromen. Beleid en organisatie Een goed beleid en een gedegen organisatie zijn belangrijke voorwaarden voor het welslagen van het patiëntveiligheidsbeleid in een ziekenhuis. Hieronder vallen de belangrijke elementen als het leiderschap binnen het ziekenhuis, de communicatiestructuur, de veiligheidscultuur onder medewerkers, management van derden, patiëntenparticipatie, operationele beheersmaatregelen, het beheren en beheersen van veranderingen, de organisatie en cultuur rondom het melden 7 en het analyseren van risicovolle processen. Ken je risico's Het melden en analyseren van incidenten en risico's vormen een belangrijk onderdeel van het VMS. Het heeft als doel (snel) inzicht te krijgen in het functioneren van het zorgproces. Daarbij staat niet de vergissing van een persoon centraal, maar de condities waaronder mensen werken en de wijze waarop de zorg is georganiseerd. Continu verbeteren Beheren en beheersen richt zich vooral op het management. Zij zorgen dat patiëntveiligheid in geval van belangrijke technische, procedurele en/of organisatorische veranderingen gewaarborgd blijft. Doelstelling Het VMS Veiligheidsprogramma ondersteunt Nederlandse ziekenhuizen door kennis en een samenwerkingsstructuur aan te bieden zodat ziekenhuizen een 50% reductie van onbedoelde vermijdbare schade kunnen realiseren. Daartoe dienen ziekenhuizen per 31 december 2012 geaccrediteerd te zijn of een gecertificeerd VMS te hebben en de gestelde doelstellingen van de tien thema’s te hebben behaald. Certificering Binnen het Veiligheidsprogramma vallen de programmaonderdelen, te weten het VMS en de tien thema’s, onder de eisen van de Nederlandse Technische Afspraak (NTA) 8009:2007. In de NTA zijn de landelijke basiseisen voor ziekenhuizen geformuleerd. De NTA kan worden gecertificeerd of geaccrediteerd door bestaande en erkende instanties als HKZ, NIAZ, Lloyds etc. Inspectie In overleg met de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) is een beperkte set veiligheidsindicatoren geformuleerd. De IGZ zet deze indicatoren in voor toezicht op de mate waarin ziekenhuizen werken aan de thema’s. Daarnaast gebruikt de IGZ de speerpunten uit het Programma als referentiekader voor inspectiebezoeken. Zie voor verdere uitleg ook de Gids Monitoren. Prestatie-indicatoren In 2003 is de basisset ‘prestatie-indicatoren ziekenhuizen’ tot stand gekomen, waar de IGZ een grote rol in speelt. De IGZ heeft de voortouw genomen in de ontwikkeling van indicatoren voor kwaliteit, doelmatigheid, patiëntveiligheid en de toegankelijkheid van de zorg. De prestatie-indicatoren geven een goed totaalbeeld van een ziekenhuis, van onder meer de patiëntvriendelijkheid, de patiëntveiligheid, de personele organisatie, de financiële positie en de kwaliteitsystemen (Hollands, 2003). Decubitus, incontinentie, smetten, ondervoeding, pijn, vallen en vrijheidsbeperkende maatregelen en delier zijn prestatie-indicatoren. Door middel van de Landelijke Prevalentiemeting Zorgprobleem (LPZ) worden deze prestatie- 8 indicatoren getoetst. De meting is een beschrijvend onderzoek waarbij instellingen, afdelingen en cliënten van deelnemende zorginstellingen op één dag met behulp van gestandaardiseerde registratieformulieren worden onderzocht op een aantal kwaliteitsindicatoren en de aanwezigheid, preventie en behandeling van zorgproblemen. Er worden 3 vragenlijsten ingevuld, één op instellingsniveau, één op afdelingsniveau en de laatste op cliëntniveau (Landelijke Prevalentiemeting Zorgprobleem website). Werkgroepen: 4.3 werkgroepen: Pijn, delier, ondervoeding, decubitus, vallen, werkdruk, medicatieveiligheid, VIM/ MIM, gedrag, fixatie/ vrijheidsbeperkende interventies, PTO, dossier, 6 zekerheden, excelleren in de zorg, agressie en ongewenst gedrag. Overlegvormen: 4.4 overlegvormen: Verpleegkundig werkoverleg Het verpleegkundig werkoverleg vindt 1 keer per 6 weken plaats. Tijdstip van 13.30 uur tot 15.00 uur. Het Unithoofd is voorzitter en er worden dan verpleegkundige onderwerpen besproken. Van te voren wordt er een agenda opgesteld en collega’s hebben zelf ook inbreng van de onderwerpen. Unitoverleg Dit vindt 1x per 3 maanden plaats, tijdstip 15.45 uur tot 18.15 uur. Het Unithoofd is voorzitter en ieder krijgt van te voren de agenda via de mail. Dit voor een goede voorbereiding van het overleg. Er worden algemene afdelingszaken/beleidszaken besproken, Prestatie indicatoren, VMS maar ook specifieke afdelingszaken. Studentenoverleg Het studentenoverleg wordt gepland op een dag dat er vele studenten zijn en wanneer de voorzitter aanwezig is, in dit geval Mieke van Bergen. Zij is verpleegkundig coördinator en heeft als aandachtsgebied studenten. Zij leid dit overleg en vraagt aan alle studenten een positieve bijdrage te leveren en te zorgen voor onderwerpen die zij graag met elkaar willen bespreken. Je kunt hierbij denken aan ervaringen uitwisselen, bespreken van een moeilijke opdracht, maar ook het geven van een klinische les. Dagevaluatie De aanspreekpunten en de ve-co uit zorg stemmen dagelijks om 11.30 uur af over de werkzaamheden op de vloer. Zij zijn dan op de hoogte van de werksituatie van de collega’s vpk op de unit , de zorgassistent in de HK en de SAW. Aanspreekpunten stellen bij indien nodig en brengen de collega’s op de hoogte. De dagevaluatie willen we dagelijks met de collega’s van de unit waar je die dag mee werkt. Het aanspreekpunt zit dit voor. Unit-b van 14.45 tot 15.00 uur met ook de zorgassistent vanuit de HK Unit-c van 15.00 tot 15.15 uur met ook de zorgassistent vanuit de HK De zorgassistent in zorg sluit bij een van de units aan zo ook de SAW. 9 Tijdens de evaluatie loopt een collega van de andere unit even de bellen. Klinische lessen Klinische lessen worden georganiseerd op vraag/ behoefte van de afdeling. Of wanneer een student/ stagiaire dit als leerdoel heeft. Patiënt bespreking Tijdens patiënt overleg wordt een patiënt besproken waarbij gedrag als behandelplan geopend staat. Wanneer gedrag bij behandelplan geopend staat, is het de bedoeling om gedrag observatieformulier in te vullen. Zo wordt bekeken welke factoren bepaald gedrag uitlokken, en welke interventies toegepast zijn. Tijdens de patiënt overleg worden deze formulieren geëvalueerd, en wordt bekeken welke interventies van toepassing zijn bij de patiënt om bepaald gedrag te vermijden of uit te lokken. Iedere discipline die voor de patiënt gezorgd heeft afgelopen periode mag aansluiten bij dit overleg. MDO Tijdens het multidisciplinair overleg (MDO) wordt door verschillende disciplines op basis van consensus het behandelplan op elkaar afgestemd en geëvalueerd. Dit wordt bereikt door de volgende acties: - Het op- en bijstellen, vastleggen en afstemmen van (gezamenlijke) behandeldoelen op korte en lange termijn gezien vanuit de patiënt en de professional gerelateerd aan de afgesproken probleemgebieden - Het uitwisselen en verzamelen van informatie over het gestelde doel. - Het komen tot eenduidig vervolgbeleid na ziekenhuisopname met de benodigde randvoorwaarden. De arts assistent brengt de patiënt in, voorzitter gaat de behandelproblemen één voor één langs en laat alle disciplines de voortgang binnen het probleem benoemen. Voorzitter stopt een probleem in het dossier als de deelnemers het hier over eens zijn. Voorzitter start zo nodig een nieuw behandelprobleem als dit noodzakelijk is. Inwerk programma infomap 4.5 Inwerkprogramma / infomap Website links: www.vmszorg.nl www.alzheimer-nederland.nl Literatuur G-schijf/P-schijf Op de afdeling Geriatrie wordt gewerkt met de G-schijf/P-schijf. Deze zijn te vinden op de computer bij ‘deze computer’. Onder de snelkoppeling G-schijf zijn alle bestanden te vinden noodzakelijk voor de Geriatrie. Deze bestanden zijn grotendeels ook al toegevoegd in I-portal. Van studenten wordt verwacht dat zij de ziektebeelden die voorkomen op afdeling Geriatrie hebben bestudeerd, zij kunnen hierover getoetst worden door 10 hun begeleider. 5) Werkafspraken: Dienst Roosterplanning: 5.1 Dienstrooster-planning: Aanvragen zijn wensen, en geen verplichtingen waar degene die roostert zich aan moet houden. Binnen bepaalde kaders wordt zo sociaal mogelijk geroosterd. Dus motiveer je aanvragen indien nodig, de uiteindelijke beslissing van al dan niet honoreren ligt bij de roosteraar. Indien een dienstrooster uitgegeven wordt, is dit definitief. Er mag altijd gevraagd worden om een toelichting op een keuze, maar er wordt in principe niets meer veranderd. Aanvragen die noodzakelijk zijn worden in het rood vermeld, maximaal vier per lijst. Ruilen van diensten alleen in overleg met de afdelingsleiding. De dienstlijst wordt aan het eind niet met de agenda gecontroleerd, als je ruilt ben je zelf verantwoordelijk voor verandering op de lijst, als je het verzoek van de afdeling krijgt om te ruilen is dit de afdelingsleiding. Indien nodig worden er halve weekenden gepland. Aanvragen voor de dienstlijst moet via Harmony ingevoerd worden. Hetty den Burger ([email protected]) maakt de dienstlijsten en moet de goedkeuring geven voor dienstruilingen. Ziek en betermeldings procedure 5.2 Ziek en betermeldingsprocedure Elke werknemer, student en stagiaire dient zich voor aanvang van de dienst ziek te melden en voor 10.00 uur in de ochtend contact op te nemen met het unithoofd of de verpleegkundige coördinator bij afwezigheid van het unithoofd. Zie bijlage 5 voor het protocol ziekmelding studenten. Deze procedure is ook terug te vinden in de JBA gids. Wijze van communiCatie: 5.3 Wijze van communicatie: Op de afdeling werken wij met een planbord. Daar staan de patiënten op en welke verpleegkundige voor hem of haar zorgt. De verpleegkundige coördinatoren plannen dit bord in. Het bord is niet heilig, er kunnen dingen verandert worden maar doe dit altijd in overleg met je collega’s. Het planbord is verdeeld in twee units. Iedere verpleegkundige werkt flexibel op de afdeling, dit wil zeggen dat iedere verpleegkundige op beide units inzetbaar is. In de ochtend wordt de agenda doorgesproken, zodat iedereen op de hoogte is van de geplande afspraken. Voor elke student is een postvakje op de afdeling. Vergeet niet je adres en telefoonnummer af te geven aan de afdelingssecretaresse, zodat we je eventueel kunnen bereiken. Iedere ochtend zijn er twee aanspreekpunten verdeeld over beide units. Het aanspreekpunt is de coördinerende verpleegkundige per unit. Beide verpleegkundige zijn verantwoordelijk voor de communicatie tussen beide units. 11 Iedere avond is er een avond coördinator aanwezig. De avond coördinator heeft de regie over de hele afdeling. Het doel is om de kwaliteit van zorg en de werkdruk aan beide units te bewaken. De zorg wordt zo efficiënt mogelijk verleent door taken te verdelen en te delegeren. Deze verpleegkundige is verantwoordelijk voor de communicatie tussen beide units. Zij coördineert en/of zorgt dat er hulp en ondersteuning geboden wordt daar waar nodig is en bepaalt samen met de verpleegkundige de prioriteiten van de gehele afdeling. De verpleegkundigen in zorg hebben hierdoor meer ruimte en rust voor hun eigen patiënten. Werkprocessen De werkprocessen zijn te vinden op de G-schijf bij ‘deze computer’ op de computer. In deze digitale map werkprocessen vind je informatie over het ziekenhuis en specifiek de afdeling Geriatrie van het Jeroen Bosch ziekenhuis. Deze digitale map bevat informatie en richtlijnen van de afdeling geriatrie die van belang zijn voor een soepel verlopende organisatie met alle disciplines die werkzaam zijn op de afdeling geriatrie. I-portal I-portal is ziekenhuis breed programma waar alle protocollen, richtlijnen, zorgpaden en andere documenten op te vinden zijn. Dit programma is alleen toegankelijk wanneer je ingelogd bent op het Jeroen Bosch ziekenhuis, en is te vinden op je bureaublad. Omgang met schokkende gebeurtenissen binnen het JBZ In het Jeroen Bosch Ziekenhuis willen we voorkomen dat medewerkers die een schokkende gebeurtenis meemaken een post traumatische stress-stoornis oplopen. Alle medewerkers en leidinggevenden moeten zich ervan bewust zijn dat het normaal en geaccepteerd is dat je door bepaalde voorvallen tijdens het werk psychisch ontregeld kan raken. Op de afdeling is er een folder voorhanden die een leidraad biedt voor medewerkers. Deze folder is op te vragen bij je unithoofd. Bedrijfsopvangers hebben een speciale opleiding van vier dagdelen gevolgd met betrekking tot het omgaan met schokkende gebeurtenissen. Daarnaast voldoen ze aan de eisen/verwachtingen die vermeld staan in de brochure. Een bedrijfsopvanger heeft o.a als taak : • Opvangen/begeleiden van medewerkers die een schokkende ervaring hebben. • Oog heeft voor signalen die medewerkers uiten. • Voorlichting geven. • Bereikbaarheid buiten diensttijd. • Zn. medewerkers doorverwijzen etc. 12 Deze informatie is terug te vinden in de JBz gids 5.4 ) Verpleegvormen en dagindeling Geriatrie Verpleeg vormen en dagindeli ng afdeling Geriatrie Verpleegvorm en dagindeling afdeling Geriatrie Werkafspraken m.b.t. het geriatrisch verplegen - Er worden kamers/zorgvragers/taken toegewezen aan een verpleegkundige. - Deze verpleegkundige draagt zorg voor de aan haar toegewezen zorgvragers. - De verpleegkundige is verantwoordelijk voor de planning en uitvoering van de totale zorg van de aan haar toegewezen zorgvragers. Draagt zorg voor de continuïteit en coördinatie van zorg. - De verpleegkundige loopt visite met de arts(en) - De verpleegkundige is verantwoordelijk voor de contacten met zorgvragers, familie, arts en overige disciplines. Enkele zaken die we nastreven m.b.t. het geriatrisch verplegen - Een klimaat scheppen waarin de zorgvrager centraal staat en zich zowel psychosociaal als in somatisch opzicht kan welbevinden. - De zorgvrager centraal betekent dat hij/zij altijd het uitgangspunt is van het verpleegkundig handelen. De zorgvrager wordt actief betrokken bij zijn/haar behandelplan. - De privacy van de zorgvrager waarborgen. Werktijden: 1.A dienst: 07.00uur – 15.30uur 70 dienst: 13.30 uur – 22.00 uur 56 dienst: 15.00 uur – 23.30 uur W(acht) dienst: 23.15uur – 7.15 uur Dagindeling Geriatrie Vaste werkzaamheden dagdienst 7.00: rapporten lezen, mondelinge overdracht, leerdoelen aangeven waar nodig is, agenda bespreken/doornemen en indeling pauzes bespreken. 7.30 : start zorg, t/p/rr en medicatie uitdelen (voor 9u moet de patiënt gegeten hebben en medicatie gehad hebben). 9.00 : aanspreekpunten overleggen met elkaar de stand van zaken ( en er is contact tussen beide units/aanspreekpunten) let op de vaste tijden voor overleg met artsen (grote artsenvisite) 9.00 - 12.00 : maandag artsenvisite Unit B ( alle patiënten ) 9.00 - 12.00 : dinsdag artsenvisite Unit C (alle patiënten) Op de overige dagen staan de korte visites ingepland in de afdelingsagenda, deze 13 starten om 9.00 uur van ma,di,do,vri en op woe, za en zo om 11.00 uur. 9:00: Artsenvisite op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag. Iedere verpleegkundige spreekt zijn eigen patiënten door tijdens korte visite 10.00: 1e groep koffiepauze 10.15 : 2e groep koffiepauze 10.30-11.45 : dossiers schrijven 11.00 – 12.00: Artsenvisite op woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag, iedere verpleegkundige spreekt zijn eigen patiënten door tijdens korte visite 11.30 : patiënten toilet aanbieden, indien nodig 11.30 : medicatie delen 11.30 : afstemmingsmoment met de aanspreekpunten van Unit B en C 12.00 : zorgen dat alle patiënten in huiskamer zitten, zo nodig lunch op bed aanbieden 12.00 : 1e groep gaat eten 12.30 : patiënten die willen rusten, op bed leggen 13.00 : 2e groep gaat eten, op donderdag en vrijdag 2e groep om 12.30 uur i.v.m. MDO 13.00 : op donderdag MDO geheel Unit C (Gehele C-unit), 13.00 : op vrijdag MDO geheel Unit B (Gehele B-unit) 13.30 : Zorg dat de MDO’s één dag voor de bespreking zijn voorbereid 13.30 : patiëntenbespreking op dinsdag en woensdag 14.00 : zorg dat voor 14.30 uur alle dossiers geschreven zijn 14.30 : aanvang bezoekuur tot 16.30 uur 14.30 : patiënten uit bed halen en zo nodig controles doen en tussen (vocht )balans maken 15.00 : late dienst dossier laten lezen in de verpleegpost 15.20 : ieder op zijn beurt overdragen 15.30 : einde dienst Vaste werkzaamheden avonddienst 15.00 : dossiers lezen in verpleegpost 15.20 : overdracht dagdienst - avonddienst 15.30 : zo nodig werkzaamheden overnemen van dagdienst 16.00 : avondcoördinator stemt af met alle medewerkers 16.30 : patiënten naar het toilet brengen 16.30 : medicatie delen en in het weekend tafels dekken 16.45 : patiënten op bed eten aanbieden of naar de huiskamer brengen 17.00 : patiënten in huiskamer eten aanbieden 17.45 : tafels opruimen en in het weekend koffie en thee klaarzetten voor bezoek 18.30-20.00 : bezoekuur, pauze nemen met collega en familie te woord staan 20.00 : patiënten voorzien van koffie, frisdrank en zo nodig tussenmaaltijden 20.15-23.15 : starten om patiënten, die willen, naar bed te leggen, zo nodig controles doen. Tussendoor dossier schrijven en medicatie delen. 23.15 : overdracht naar nachtdienst 23.30 : einde dienst 14 5.5) Hoe te handelen bij agressie en ernstige onrust op afdeling Geriatrie Verpleegkundig Werkproces “Hoe te handelen bij agressie en ernstige onrust in 9 stappen” 1. Patiënt is onrustig of agressief. Schat de ernst in en zorg voor de eigen veiligheid en die van de medepatiënten en van patiënt zelf. 2. Zodra de veiligheid niet zeker is voor jezelf, patiënt zelf en medepatiënten, breng je medecollega's van de unit op de hoogte dat deze patiënt onveilig/onrustig is. 3. Probeer contact te krijgen en de patiënt te kalmeren. Hierbij helpt informatie over het vroegere leven: vrouwen vaak moeder geweest; mannen hun werk of hobby’s. Laat je collega eventueel de familie bellen of deze wil komen. Mogelijk kunnen deze de patiënt kalmeren. Vraag bij familie na, welk werk/hobby patiënt typeert. 4. Als dit onvoldoende werkt, of er is geen tijd om op de familie te wachten, blijf je zelf bij de patiënt en laat je collega’s in de medicijnklapper kijken welke medicatie je de patiënt eventueel kunt geven tegen de onrust. Is er geen medicatie voorgeschreven voor zonodig bel je direct de dienstdoende arts. Informeer ook of medicatie intra musculair gegeven mag worden. Laat dit klaarmaken en dien dit toe. (altijd samen met een mede collega) . De verpleegkundige behoort te weten wat er als zonodig medicatie voorgeschreven staat, niet twijfelen over het wel/niet toedienen, gewoon doen! laat een andere collega dit halen en dien het toe. Is er geen zonodig medicatie voorgeschreven dan bel je direct de arts. 5. Wanneer je merkt dat contact leggen niet lukt en de agressie en onrust toenemen laat je je collega bellen met COZ én beveiliging én dienstdoende arts (niet te lang wachten met bellen!) • De collega's van de COZ; Tel: 5035 / 7474 • De beveiliging van het JBZ. Tel: 2222 of 2204 (bij agressie) • De dienstdoende arts Tel: 1004 ( op vrijdag 1928) Je vermeld: • Wie je bent. • Waar je je bevindt met de patiënt ( ruimtenummer staat bij de noodbel vermeld) • In welke fase van onrust/agressie patiënt zich bevindt. • Spreek je verwachting naar de ander uit. 6. In samenspraak met de arts spreek je verder het vervolgbeleid af en bepaal 15 samen wanneer de situatie veilig is en dat de mede collega’s weer aan hun eigen werkzaamheden kunnen beginnen. In samenspraak met je collega's van het COZ en de beveiliging bepaal je of en wanneer deze collega's de afdeling weer kunnen verlaten. De arts informeert de familie over dit incident. 7. Evalueer met je collega's en de arts en de beveiliging en het COZ hoe de situatie is verlopen, wat ging goed, wat zou je liever anders hebben gedaan. 8. Schrijf rapportage over de toedracht en de afspraken in het verpleegkundig dossier van de patiënt. Noteren op bij behandelplan/bijzonderhedenlijst. Omschrijf de situatie. Hoe is deze verlopen en wie heeft wat gedaan. 9. • • • • Verpleegkundige schrijft een MIM en mail cc naar: Betrokken verpleegkundigen; Unithoofd; Dienstdoende arts; Veco ( die de volgende dag uitgepland staat). Voor het gebruik van fixatiemateriaal dien je jezelf bekwaam te maken door middel van een vaardigheidsmoment met een van de aandachtsvelders. Dit zijn Lous van de Wert en Hetty den Burger. 16 6) Profielschets van de zorgvrager Type zorg categorie: Zowel laag- als midden en hoog complexe zorg wordt er op afdeling Geriatrie verleend Leeftijd categorie: Meest 65 +, soms nog jonger Gemiddelde 11.2 dagen ligduur: Aantal bedden: 30 bedden, waarvan 26 bedden in gebruik Specialisme Geriatrie: De afdeling Geriatrie valt binnen de resultaat verantwoordelijke eenheid (RVE) IGGR. De volgende afdelingen en poliklinieken vallen ook binnen deze RVE: Triage poli, valpoli, geheugenpoli en dementiepoli. Op basis van de indicatie en de specifieke verpleegproblemen die de zorgvrager met zich meebrengt, wordt de complexiteit van zorg beoordeeld. Deze beoordeling vindt plaats op de afdeling opname door het intakebureau. In het algemeen is de zorgzwaarte van laag tot hoog complexe zorg. De afdeling Geriatrie bestaat uit 30 bedden en is opgedeeld in twee units, B en C Unit. Algemene informatie: Het functioneren van een kliniek geriatrie (het geriatrisch proces) is door geriater Bayens vergeleken met het operen op een operatiekamer. In een operatiekamer is de omgeving aangepast, is het personeel opgeleid en zijn instrumenten ontwikkeld. Het resultaat is toetsbaar. De patiënt knapt wel of niet op en de chirurgische reconstructie functioneert wel of niet. De afdeling Geriatrie in het Jeroen Bosch ziekenhuis (JBZ) is aangepast aan de geriatrische patiënt. Het personeel is slechts gedeeltelijk opgeleid voor de gestelde taak. Geriatrische instrumenten bestaan gedeeltelijk in de vorm van gevalideerde toetsinglijsten en gedeeltelijk in de behandeling middels een multidisciplinair team. Toetsing van het geriatrisch proces is beperkt mogelijk. Een geriatrische patiënt is per definitie bezig met zijn/haar laatste levensfase. Binnen de geriatrie ligt meer de nadruk op de kwaliteit van leven dan de lengte ervan. Kwaliteit van leven is echter objectief moeilijk meetbaar. Naast de klinische setting is er ook een polikliniek geriatrie, een Centrum voor Geheugenproblematiek, een Triage polikliniek, valpolikliniek, waar mensen poliklinisch gezien worden en van waaruit er eventueel ook een klinisch vervolg komt voor uitgebreidere screening. Daarnaast is er ook een exelonpoli, waarbij patiënten exelon krijgen en daarin begeleid worden door een exelonverpleegkundige. 17 Het specialisme geriatrie heeft ook 2 consultatief verpleegkundigen geriatrie, die op andere afdelingen gevraagd kan worden voor geriatrische problematiek, zoals bijvoorbeeld bij patiënten met een delier. Zij gaan samen met een arts-assistent Geriatrie de patiënten beoordelen en starten zo nodig interventies op. Methodiek zorgproces geriatrie: Op de afdeling geriatrie werken we volgens een vooraf vastgestelde methodiek, dit houdt in: • Gegevens verzamelen (anamnese); • Verpleegkundige diagnoses • Doelen stellen (behandelplannen); • Interventies/ acties vaststellen; • Evaluatie (rapportage, MDO, artsenvisite ); Uitgangspunt hierbij is de vraagstelling van de patiënt. Hieronder worden de meest voorkomende behandelproblemen vermeld. Voor onderstaande behandelproblemen zijn er observatielijsten die door de verpleegkundige aan het zorgdossier worden toegevoegd als het probleem geopend wordt. Tevens worden deze lijsten door de verpleegkundige en zo nodig door andere disciplines ingevuld en bijgehouden. • Dementie ( verschillende vormen zoals Alzheimer Dementie, Vasculaire dementie enz.. ); • Delier; • Cognitie • Gedragsstoornis; • Geheugenafname (cognitie); • Incontinentie; • Onvoldoende intake/ ondervoeding; • Parkinson; • Vallen (mobiliteit); • Terminale zorg; • Decompensatie cordis. Functie SAW De sociaal agogische werkende biedt gedurende de dag, dagstructuur aan doormiddel van aangeboden activiteiten. Activiteiten worden ingezet als middel om de geopende behandelproblemen van de patiënten te observeren. Naast het bieden van structuur bieden zij ook activiteiten aan om: -sociale contacten te behouden/vergroten -afleiding te bieden -ontspanning -eigenwaarden versterken -verveling tegengaan en zingeving - structuur te bieden in het dag en nachtritme De doelen zijn afhankelijk van het individu. Als sociaal agogisch werkende dragen zij ook mede zorg voor een sfeervol en rustig klimaat in de huiskamer. 18 - patiënten ondersteunen tijdens middageten -deelnemen aan verschillende overlegvormen o.a. * multidisplinair overleg * patiëntenbespreking * unit overleg D.m.v. observatie bijdrage leveren aan het behandelprobleem Medezorg dragen voor het maken van gedragsanalyse/ omgangsadviezen 19 7) Overzicht verpleegtechnische handelingen: In onderstaande tabel kun je zien welke verpleegtechnische handelingen op de afdeling voorkomen. Je kunt hier rekening mee houden bij het maken van je leerdoelen. Het document ‘inzetbaarheid van studenten binnen het JBZ’ is hierbij leidend. Beschrijf hier of de onderstaande verpleegtechnische handelingen niet, soms of vaak voorkomen zodat de student zich hierop kan voorbereiden met het maken van leerdoelen. Mocht het zo zijn dat een handeling wel voorkomt maar niet door studenten uitgevoerd mag worden dan kan dit ook ingevuld worden. Het toedienen van zuurstof Niet, soms of vaak Lichaamstemperatuur regelen door middel van koude of warmtebehandelingen niet Observeren van drains en tampons niet Zwachteltechnieken toepassen vaak Blaasspoelen uitvoeren soms Assisteren bij of verrichten van diagnostische onderzoeken/ behandelingen in verband met chirurgische behandelingen niet De student mag zich oriënteren indien er minimaal 2 stages in de AGZ zijn geweest en met toestemming van de leerprocesbegeleider: soms Het toedienen van medicijnen; oraal, rectaal, vaginaal, via de huid, via de luchtwegen, via de slijmvliezen. vaak Distribueren van medicatie vaak Het toedienen van medicijnen; oraal, rectaal, vaginaal, via de huid, via de luchtwegen, via de slijmvliezen. vaak Vloeistoffen via het perifeer infuus toedienen vaak Subcutaan en intramusculair injecteren vaak Stoma verzorgen soms Maagsonde en blaascatheter verzorgen vaak Voedingspomp bedienen soms Supra pubis catheter verzorgen soms 20 vaak Mond en keelholte uitzuigen nooit Catheteriseren van de blaas bij mannen en bij vrouwen vaak Darmspoelingen uitvoeren soms Wonden met drains verzorgen nooit Hechtingen verwijderen soms Maagsonde inbrengen soms Eerste hulp (somatisch) verlenen bij verwondingen, vergiftigingen, verstikking, nooit verslikken, bij ademstilstand en circulatiestilstand Tampons verwijderen nooit Stoma irrigeren nooit Wonddrain verwijderen nooit Een infuuspomp en spuitpomp bedienen (zonder medicatie) vaak Tracheacanule en tracheastoma verzorgen nooit 21 8) Organisatie begeleiding van studenten: Afspraken De student maakt zijn leerproces inzichtelijk door het begeleiding- en beoordelingssysteem te hanteren zoals terug te lezen is in de JBZ gids. Afspraken mbt KPB (korte praktijk beoordeling): De student moet minimaal 3 beoordelingen hebben waarvan er twee met een voldoende zijn behaald. Een moet de leerprocesbegeleider hebben afgetekend. Begeleidingen beoordelingsgesprekken: De student maakt gebruik van de gesprekkencyclus zoals deze vermeld is in de JBZ- gids. Leerproces begeleiders: Chantal Jacobs Henrieke Vos Lous van de Wert Hetty den Burger Desiree Dudink Rita de Kogel Evelien van der Maas Specifieke leerdoelen op afdeling Verlenen van midden/hoogcomplexe zorg; Plannen en coördineren van zorg voor minimaal 3 patiënten; Diverse verpleegtechnische handelingen, zie hoofdstuk 7 ; Een patiëntendossier op een correcte manier invullen en continueren; Het voeren van een opnamegesprek; Student ( onder begeleiding ) begeleiden; Een MDO zelfstandig uitvoeren; De korte/ grote visite zelfstandig uitvoeren; Alle zaken die bij het ontslag van een patiënt komt kijken, weten hoe deze uit te voeren ( denken aan overdracht maken); GVO ; Preventie; Patiënten juist kunnen informeren over de onderzoeken die hij/zij krijgt Onder begeleiding aanspreekpunt van een unit zijn. Bij alle bovenstaande items kritisch bekijken voor welk leerjaar/ MBO HBO dit geldt en dit duidelijk beschrijven in het inwerkplan. Advies: - De student kan gebruik maken van het VOC-boek, als leidraad, -De student kan gebruik van de criteria in het BPV-plan. 22 Studieadvies ter voorbereiding op de stage: Voorafgaan aan de stage verzoeken we je om de meest voorkomende ziektebeelden, die in het inwerkplan staan, op te zoeken in literatuur en dit door te lezen. Op deze wijze kun je je enigszins inlezen op de ziektebeelden. Een goede voorbereiding is essentieel, je kunt daarmee je opdrachten vormgeven en je sneller de zorg je ‘eigen’ maken. Bijlage 1: meest voorkomende medicatie afdeling Geriatrie Tabletten, capsules e.d. Acenocoumarol Ciprofloxacine Acetosal cardio Alendroninezuur Citalopram Clozopinum Amlodipine Amoxicilline Augmentin Coversyl arg tablet Dipiperon Etalpha Haloperidol Lanoxin Levodopa/carbido pa (retard) Lorazepam Madopar disper Magnesiumhydroxi de Metrformine Metoclopramide Metoprololsuccina at (retard) Mitrazapine Bisacodyl Euthyrox Bisoprololfumaraat Ferrofumaraat Bumetanide Furosemide Calci Chew D3 Isordil Monocedocard (retard) Nitrofurantoine Omeprazol Slow K Sprionolacton Tamsulosine Oxazepam Pantozol Paracetamol HCL retard Temazepam Thiamine Prednisolon Risperdal Seroquel Tolbutamide Trimethoprim Zolpidemtartaat Sinemet Injecties: Amoxicilline/clav Aqua ad injectabilia ampul Atropinesulfaat Diazepam Epinefrine Heparine Hydrocobamine Nexium Prednisolon Tobramycine Tranxene Fraxiparine Kaliumchloride Rivotril Water voor injectie Burtinex Cefuroxim Furosimide Haldol Lanoxin Natriumchloride Tavegil Thiamine Opiaten: Fyntanyl matrix Morfine Oxycontin Oxynorm Overige: Atrovent Fluimucil Levomenthol gel Tramadol Betadine Chloorhexidine Fosfaatklysma colex Haldol Miconazolnitraatcreme Microlax Ulcogant Urotrainer nacl 23 Combivent unit dose Hibicet Movicolon poeder Deponit pleister Diclogenac na. (zetpil) Instaillagel Kaliumchloridedrank Nitroglycerine spray Oralbalance Vaselinecetomacrogolcr eme Vaseline Ventolin Dipiperon Paracetamol (zetpil) Vitamine D druppels Domperidon (zetpil) Klean prep poeder voor drank Klyx Primperan (zetpil) Vitamine K druppels Duratears oogdruppels Lactulosestroop Risperdal Zinkolie Exelon pleiser Lidocaine Stesolid klysma Zinksulfaat drank 24 Bijlage 2: Inwerkplan studenten Welkom op onze afdeling. Voor je ligt het inwerkplan waarmee je de eerste periode op de afdeling structuur kan geven. Voor jou en ons een middel om te zorgen dat je uiteindelijk beschikt over noodzakelijke informatie ten aanzien van onze afdeling. Dit document geeft vooral aan welke onderwerpen aan bod moeten komen tijdens je inwerkperiode. Voor de inhoudelijke informatie wordt je doorverwezen naar andere documenten of naar je collega’s. Naast de informatie die wij je willen geven over de afdeling, zal je als nieuwe medewerker ook algemene informatie nodig hebben over het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Bijvoorbeeld over het parkeerbeleid, de uniformen etc. Deze informatie heb je al gehad of ga je nog krijgen in een introductiebijeenkomst die voor studenten en stagiaires georganiseerd wordt door de Jeroen Bosch Academy en voor nieuwe medewerkwerkers door P&O. Als nieuwe collega is het goed om duidelijke aanspreekpunten op de afdeling te hebben. In het volgende schema staan de items die tijdens je inwerkperiode aandacht moeten krijgen. Het kan zijn dat je over een aantal zaken al uitleg hebt gehad, bekijk dan zelf eventueel in overleg met je aanspreekpunt of je nog verdere informatie of instructie nodig hebt. Je kunt in het schema zelf bijhouden hoever je bent. onderwerp Te vinden via intranet Brand op de afdeling Vakantieaanvraag Ziektemelding VIM MIM parkeren Opvang schokkende gebeurtenissen prikaccidenten reanimatie I-portal Teamvergaderingen en bijscholingen daglijstjes postvakje roosteraanvraag Belangrijke telefoonnummers Ruimte voor opmerkingen JBZ protocol Personeel en bezoekers harmony Brand, reanimatie, portiers, centrale, dienstdoende artsen Veiligheid 25 voldoende informatie (datum) Rondleiding en uitleg afdeling VOS handsets Verzenden van materiaalmonsters Extra werk planbord Digitaal afdelingsdocument Organisatie werkgroepen MBO, HBO Mappen lerenden gesprekkencyclus Organisatie van de zorg overlegmomenten overdracht Verantwoordelijkheid voor patiënten en terugkoppeling met begeleider Verpleegkundig dossier Opname en ontslag Isolatieverpleging Klinische lessen Noodoproep, assistentieoproep intranet Gebruik en plaats Passend bij opleiding/leerfase; verslaglegging (denk aan tijdig plannen i.v.m. wisselende diensten en parttime-dienstverbanden) (overdracht, visite, patiëntenbespreking, evaluatie) Gordon Administratie, aandachtpunten Eigen aanvullingen 26
© Copyright 2024 ExpyDoc