DOSSIER PATRICK MODIANO

DOSSIER PATRICK MODIANO
Nobelprijs Literatuur 2014
Auteursinformatie
Biografische gegevens
Hoofdlijnen van het werk
Boek-delen recensie Nachtelijk ongeval
Discussietips voor leesclubs
Kleine Bijou
In het café van de verloren jeugd
Het gras van de nacht
Auteursinformatie
PATRICK MODIANO
Door Frank Hockx
Biografische gegevens
Patrick Modiano was gedurende lange tijd een auteur die zeer weinig van zichzelf prijsgaf. Zelfs zijn geboortejaar
bleef lang onduidelijk. Op zijn eerste boeken stond vermeld dat hij geboren was in 1947. Geheel in de lijn van
Modiano’s oeuvre, waarin identiteiten schimmig zijn, had de auteur op die eerste boeken het geboortejaar van zijn
op negenjarige leeftijd overleden broer Rudy vermeld.
Maar Patrick Modiano werd op 30 juli 1945 geboren in de Parijse voorstad Boulogne-Billancourt als zoon van de
Vlaamse actrice Luisa Colpeyn en Albert Modiano, een (Joods-)Franse man met Italiaanse voorouders, die elkaar
in Parijs ontmoetten in 1942. Om uit handen van de Duitsers te blijven, moest Modiano’s vader wisselende
schuilnamen gebruiken. Maar ook na de oorlog zag Modiano zijn vader niet veel. Samen met zijn broer werd hij in
1950 door zijn ouders in Biarritz ondergebracht. In 1951 keerden ze terug naar Parijs, maar begin 1952 werden
ze voor een jaar toevertrouwd aan een vriendin van Modiano’s moeder.
Na de dood van zijn broer in 1957 en de scheiding van zijn ouders in 1960 belandde Modiano op een internaat in
Annecy waar hij ‘een verschrikkelijke tijd’ had. Hij haalde er zijn diploma en vertrok met de trein naar Parijs om
daar zijn eigen leven op te bouwen. Er brak een periode aan van onaafgemaakte studies, reizen en conflicten met
zijn vader, die hij in 1966 voor het laatst zag. In 1970 trouwde Modiano met Dominique Zehrfuss, met wie hij twee
dochters kreeg.
In een interview met Lire in 1990 sprak Modiano voor het eerst openlijk over de invloed die de vroege dood van
zijn jongere broer Rudy ook op zijn schrijverschap gehad heeft. Over zijn ouders en de herinnering aan zijn
overleden broer schrijft hij – nog altijd verhuld – in zijn meest expliciet autobiografische romans Livret de famille
(1977, in vertaling Trouwboekje) en Remise de peine (1988, vertaald als Verdaagd verdriet). Pas in 2005 vertelt
hij in Un pedigree (2005, in vertaling Een stamboek) onomwonden over zijn eigen jeugd, de verwaarlozing door
zijn ouders, de dood van zijn broer en het begin van zijn schrijversloopbaan. Een stamboek is een boekje dat kan
dienen als sleutel tot Modiano’s oeuvre dat bestaat uit qua thematiek en sfeer zeer nauw verwante titels.
De altijd teruggetrokken levende en niet vaak naar buiten tredende Modiano toonde zich in 2011 geschokt toen
schrijfster Marie Lebey Oublier Modiano publiceerde. In dit als hommage aan de schrijver bedoelde boek en op
de bijbehorende website gaat ze de gangen na van Modiano’s door Parijs dwalende personages, maar speurt ze
ook ongegeneerd in het privéleven van de schrijver, onder andere door een speurtocht naar het graf van zijn op
jonge leeftijd overleden broer. Modiano tekende via een advocaat bezwaar aan tegen het boek. Daarbij eiste hij
geen censuur, maar wel het recht om te weigeren dat hij een personage in een boek wordt.
Hoofdlijnen van het werk
Herinneringen aan een verloren tijd en de zoektocht naar de (Joodse) identiteit staan centraal in Modiano’s werk.
De gedempte, melancholieke toon die zijn handelsmerk is geworden, was nog niet aanwezig in de roman
waarmee hij in 1968 opvallend debuteerde. La place de l’Étoile (De plaats van de ster) is een provocerende
aanval op de sfeer van collaboratie in Frankrijk tijdens de oorlog die de Jodenvervolging mede mogelijk maakte.
Het provocerende lag vooral in het feit dat de hoofdpersoon Schlemilovitch, een Joodse overlevende, in zijn
naoorlogse wanhoop door koortsdromen gekweld wordt waarin hij beul, SS-er en zelfs minnaar van Eva Braun
wordt. Uitgeverij Gallimard accepteerde de roman al in 1967, maar wachtte met publicatie omdat in dat jaar in het
Midden-Oosten de Zesdaagse Oorlog woedde.
In 1978 kreeg Modiano voor Rue des boutiques obscures (De straat van de donkere winkels, 1980) de Prix
Goncourt, de belangrijkste Franse literaire prijs. In deze roman komen de vragen rond identiteit en herinnering die
hij in al zijn boeken opwerpt, door het geheugenverlies van de hoofdpersoon wel heel krachtig naar voren. Het is
het verhaal van de zoektocht van Guy Roland naar zijn verleden – of in elk geval een verleden. Foto’s,
adresboeken en telefoongidsen vormen zoals zo vaak bij Modiano de handvatten voor het zoeken naar een
mogelijke vorm van bevestiging van zijn bestaan.
In veel boeken van Modiano bijten de hoofdpersonen zich door een voorval, voorwerp of herinnering vast in
onderzoek naar de latere levensloop van mensen die ooit kortere of langere tijd hun pad gekruist hebben. Chien
de printemps (1993, vertaald onder de titel Hondelente) biedt daarvan een goed voorbeeld. Bij de ik-figuur duiken
in de lente van 1992 herinneringen op aan de enkele maanden in 1964 dat hij contact had met ene Francis
Jansen, een fotograaf. Deze Jansen deed in 1939 samen met de bekende fotograaf Robert Capa verslag van de
Tour de France en legde in dat jaar ook met Capa de uittocht vast van vluchtelingen na de oorlog in Spanje.
Jansen is een typische Modiano-figuur, beschadigd door de Tweede Wereldoorlog. Na de dood van zijn
beroemde vakgenoot Capa en zijn vriendin Colette, heeft hij zijn belangstelling voor de fotografie verloren en sluit
hij zich steeds meer van de buitenwereld af. De ik-figuur stelt zich tot taak om de fotocollectie van Jansen te
beschrijven. Na enkele maanden van toch regelmatig contact zijn de fotograaf en de fotocollectie op een dag
verdwenen. Nooit zal de verteller meer iets van de mysterieuze Jansen vernemen.
Herinneringen aan een raadselachtige ontmoeting van jaren geleden staan ook centraal in Du plus loin de l’oubli
(1995, vertaald als Uit verre vergetelheid). De verteller kijkt terug op zijn toevallige ontmoeting en kortstondige
relatie met de mysterieuze Jacqueline die hij in de zomer van 1964 in een café in Parijs voor het eerst zag. Hij
leefde korte tijd met haar in Londen, waarna ze uit zijn leven verdween. Vijftien jaar nadien ontmoet hij haar weer
in Parijs, maar weer verdwijnt ze zonder bericht. Nog vijftien jaar later denkt hij haar in de metro te zien.
‘De Vermeer van de literatuur.’ Zo is Modiano door de Franse krant Le Figaro genoemd vanwege zijn
meesterschap in het oproepen van een sfeer die het best te typeren is als melancholiek en ijl. In Vrij Nederland
(10 juni 1989) schreef Mels de Jong: ‘Het blijft iedere keer weer een raadsel hoe hij met de eenvoudigste
middelen een situatie en een sfeer weet te scheppen waar je je als lezer terstond en als het ware willoos aan
moet onderwerpen’. Die sfeer van weemoed en de ogenschijnlijk eenvoudige schrijfstijl bleven behouden toen
Modiano in 1999 de bundel Des inconnues (Onbekende vrouwen) publiceerde, waarin hij voor het eerst
vrouwelijke ik-figuren opvoerde. In de roman La petite bijou (2001, een jaar later vertaald als Kleine Bijou) zette
hij die lijn voort. Het verhaal in deze roman wordt verteld door een negentienjarige vrouw die op een dag in de
metro haar al jaren doodgewaande moeder meent te zien. Het brengt de herinnering op gang aan een moeder
die weinig interesse voor haar had en die uit haar leven verdween toen ze tegen het eind van de Tweede
Wereldoorlog met een bordje om haar nek op de trein naar het platteland werd gezet. Vertrouwde Modianothematiek is er ook in de daaropvolgende roman Accident nocturne (2003). Hierin dwaalt een jongeman door het
Parijs van de jaren zestig, op zoek naar de jonge vrouw die hem ’s nachts heeft aangereden. Locatie en
tijdsperiode zijn hetzelfde in de roman Dans le café de la jeunesse perdue (2007, in vertaling Het café van de
verloren jeugd), over een vriendenkring waarvan het meisje Louki het intrigerende middelpunt was. Zijzelf en drie
leden van de vriendenkring komen in de roman aan het woord.
In L’horizon (2010, in vertaling De horizon) varieert Modiano op een opvallende manier op van hem bekende
thema’s en motieven. Bij de schrijver Jean Bosmans komen herinneringen boven aan zijn relatie in de jaren
zestig met een jonge vrouw, Margaret Le Coz, die abrupt uit zijn leven verdween. Het verhaal van Bosmans laat
Modiano overgaan in dat van Margaret, zodat de lezer iets van haar voorgeschiedenis te weten komt. Nog
uitzonderlijker is dat Bosmans’ zoektocht na veertig jaar naar Margaret resultaat lijkt te hebben. De laatste
pagina’s van de roman – die zich afspelen in Berlijn, ook een nieuw element – suggereren sterk dat Bosmans zijn
vroegere geliefde zal vinden.
In L’herbe des nuits (2012, in vertaling Het gras van de nacht) is er opnieuw sprake van een schrijver die
terugdenkt aan een jonge vrouw met wie hij in 1966 enige tijd omging en die later gezocht werd door de politie.
Via de dagboekaantekeningen van de schrijver belandt de lezer echter ook in vroegere tijden. Zo vermelden ze
een ontmoeting in een boekhandel in 1878 tussen de schrijver en de minnares van de beroemde Franse auteur
Baudelaire.
Behalve een groot aantal romans schreef Modiano liedteksten (voor onder anderen Françoise Hardy),
filmscenario’s en korte verhalen in tijdschriften (vaak eerste versies van teksten die later in romans
terechtkwamen). Samen met zijn vrouw, die de boeken illustreerde, publiceerde hij in 1986 en 1987 twee
jeugdverhalen rond de hond Choura.
Modiano geldt inmidels als een van de belangrijkste hedendaagse Franse auteurs, veelgeprezen in de kritiek en
geliefd bij het publiek. Zijn oeuvre is ook regelmatig onderwerp van studie: er verschenen diverse boeken over
zijn werk. Een zeer informatieve Modiano-website voor wie het Frans machtig is, is Le réseau Modiano
(http://pagesperso-orange.fr/reseau-modiano/). In 2010 ontving hij de 300.000 euro omvattende Prix Mondial
Simone et Cino del Duca, een jaarlijkse bekroning voor een auteur wiens werk ‘een hedendaagse boodschap van
humanisme uitdraagt’. In 2012 werd hem de Oostenrijkse Staatsprijs voor Literatuur toegekend. Op 9 oktober
2014 volgde de Nobelprijs voor Literatuur. Een week voordien publiceerde hij een nieuwe roman: Pour que tu ne
te perdes pas dans le quartier.
Primaire bibliografie (selectie)
1968 La place de l’Étoile (roman). Vertaling: De plaats van de ster. De Arbeiderspers, 1973.
1969 La ronde de nuit (roman).
1972 Les boulevards de la ceinture (roman). Vertaling: De ringboulevards. De Arbeiderspers, 1974.
1974 Lacombe Lucien (filmscenario). Geschreven samen met Louis Malle.
1975 Villa triste (roman). Vertaling: Villa triste. De Arbeiderspers, 1976.
1976 Interrogatoire Emmanuel Berl (interview van Modiano met de Frans-Joodse publicist). Vertaling: Verhoor.
De Arbeiderspers, 1982.
1977 Livret de famille (roman). Vertaling: Trouwboekje. De Arbeiderspers, 1992.
1978 Rue des boutiques obscures (roman). Vertaling: De straat van de donkere winkels. De Arbeiderspers, 1980.
1981 Une jeunesse (roman).
1981 Mémory Lane (beeldverhaal met tekeningen van Pierre Le-Tan).
1982 De si braves garçons (roman). Vertaling: Aardige jongens. De Arbeiderspers, 1984.
1983 Poupée blonde (toneelstuk, geschreven samen met Pierre Le-Tan en gepresenteerd als zijnde een stuk van
Pierre-Michel Wals).
1984 Quartier perdu (roman). Vertaling: Verloren wijk. De Arbeiderspers, 1987.
1986 Dimanches d’août (roman). Vertaling: Zondagen in augustus. De Arbeiderspers, 1988.
1986 Une aventure de Choura (jeugdboek).
1987 Une fiancée pour Choura (jeugdboek).
1988 Remise de peine (roman). Vertaling: Verdaagd verdriet. De Arbeiderspers, 1990.
1988 Catherine Certitude (beeldverhaal met tekeningen van Jean-Jacques Sempé).
1989 Vestaire de l’enfance (roman).
1990 Voyage de noces (roman).
1990 Paris Tendresse (foto’s van Parijs van Brassaï, met teksten van Patrick Modiano).
1991 Fleurs de ruine (roman).
1992 Un cirque passe (roman). Vertaling: Het circus komt voorbij. Meulenhoff/Manteau, 1994.
1993 Chien de printemps (roman). Vertaling: Hondelente. Meulenhoff/Manteau, 1995.
1996 Du plus loin de l’oubli (roman). Vertaling: Uit verre vergetelheid. Meulenhoff, 1998.
1996 Elle s’appelait Françoise (tekst van Modiano, gevolgd door een interview met Catherine Deneuve). Boek ter
herinnering aan de in 1967 overleden zus van Deneuve, de actrice Françoise Dorléac.
1997 Dora Bruder (documentaire roman). Vertaling: Dora Bruder. Meulenhoff, 1998.
1999 Des inconnues (verhalen). Vertaling: Onbekende vrouwen. Meulenhoff, 2000.
2001 La petite Bijou (roman). Vertaling: Kleine Bijou. Meulenhoff, 2002.
2001 Ephéméride (non-fictie, aangevuld met een portret van de auteur). In 2002 verscheen een herziene versie.
2003 Accident nocturne (roman). Vertaling: Nachtelijk ongeval. Meulenhoff, 2004.
2003 Dieu prend-il soin des boeufs? (verhaal van Modiano en lithografieën van Gérard Garouste).
2005 Un pedigree (autobiografie). Vertaling: Een stamboek. Querido, 2005.
2005 28 Paradis (Gouaches van Dominique Zehrfuss en een prozagedicht van Modiano).
2007 Dans le café de la jeunesse perdue (roman). Vertaling: In het café van de verloren jeugd. Querido, 2008.
2010 L’horizon ( roman). Vertaling : De horizon. Querido, 2011.
2012 L’herbe des nuits (roman). Vertaling : Het gras van de nacht. Querido, 2013.
2014 Pour que tu ne te perdes pas dans le quartier (roman).
Verfilmingen
1983 Une jeunesse / regie Moshe Mizrahi.
1994 Le parfum d’Yvonne / regie Patrice Lecomte. Gebaseerd op de roman Villa triste.
2001 Te quiero / regie Manuel Poirier. Gebaseerd op de roman Dimanches d’août.
2006 Charell / regie Mikhaël Hers. Gebaseerd op de roman De si braves garçons.
2009 Des gens qui passent / regie Alain Nahum. Gebaseerd op de roman Un cirque passe.
Secundaire bibliografie (selectie)
Hieronder vindt u gegevens van boeken en tijdschriftartikelen over het werk van de auteur. Raadpleeg het
bestand LiteRom Wereldliteratuur in de openbare bibliotheek voor interviews en besprekingen van afzonderlijke
titels die zijn verschenen in dag- en weekbladen.
* Blanckeman, Bruno. Lire Patrick Modiano. Armand Colin, 2009. Franstalig.
* Butaud, Nadia. Patrick Modiano. Culturesfrance/Textuel, 2008. Met cd. Franstalig
* Cooke, Dervila. Present pasts : Patrick Modiano’s (auto)biographical fictions. Rodopi, 2005. Engelstalig.
* Cosnard, Denis. Dans la peau de Patrick Modiano. Fayard, 2010. Franstalig.
* Kawakami, Akane. A self-conscious art : Patrick Modiano’s postmodern fictions. Liverpool University Press,
2000. Engelstalig.
* Laurent, Thierre. L’oeuvre de Patrick Modiano : une autofiction. Presses universitaires de Lyon, 1997.
* Lebey, Marie. Oublier Modiano. Editions Léo Scherr, 2011. Franstalig.
* Morris, Alan. Patrick Modiano. Berg, 2000. Engelstalig.
* Patrick Modiano. Rodopi, 2007. Teksten in het Frans en het Engels, van diverse auteurs.
* Schulte Nordholt, Annelise. Perec, Modiano, Raczymow : ;a génération d’après et la mémoire de la shoah.
Rodopi, 2008. Franstalig.
Internet
http://pagesperso-orange.fr/reseau-modiano/ is de beste van de vele Franstalige websites over Modiano.
Recensie Nachtelijk ongeval
Bron: Boek-delen 2004 nummer 4
Zoeken naar verloren herinneringen
Patrick Modiano - Nachtelijk ongeval – Meulenhoff - 141 blz. - ISBN 9029075341 - € 16,50 - Vertaling: Maarten
Elzinga
De Franse schrijver Patrick Modiano (1945) is een typisch voorbeeld van een auteur die steeds hetzelfde boek
schrijft. Roman na roman proberen zijn hoofdpersonen herinneringen op te roepen aan een verleden dat hen
eigenlijk al ontglipt is. Een toevallige gebeurtenis of ontmoeting brengt de herinnering op gang aan een tijd waarin
zij wanhopig ronddoolden, op zoek waren naar een vorm van bevestiging van hun bestaan. In Nachtelijk ongeval,
zijn 25ste roman, is dat niet anders. Maar opnieuw is het resultaat fascinerend.
‘Lang geleden, vlak voordat ik meerderjarig werd, stak ik ’s avonds laat de place des Pyramides over, richting
Concorde, toen er opeens een auto opdook uit het donker.’ De eerste zin van Nachtelijk ongeval bevat diverse
elementen die kenmerkend zijn voor Modiano. Direct is daar de plotseling opduikende herinnering aan de
onverwachte gebeurtenis die een zoektocht in gang zette. En meteen zijn daar de exact benoemde locaties in Parijs,
waar vrijwel al Modiano’s boeken zich afspelen.
De naamloos blijvende ikfiguur wordt aangereden door een auto met een jonge vrouw aan het stuur. Ze belanden
samen in een ziekenhuis, vergezeld van een plotseling opgedoken ‘forsgebouwde man’. Vlak voor hij het bewustzijn
verliest, vangt de verteller de naam van de vrouw op: Jacqueline Beausergent. In zijn halfslaap bekruipt hem het
gevoel dat hij haar kent. Als hij ontwaakt ligt hij in een andere kliniek en is de vrouw weg. Bij zijn ontslag uit het
hospitaal wacht de forsgebouwde man hem op en stopt hem een flink geldbedrag toe.
Modiano’s hoofdpersoon begint aan een zoektocht naar de mysterieuze vrouw en krijgt daarmee een doel in het
leven, dat hem tot het moment van de aanrijding als drijfzand voorkwam. De zoektocht naar Jacqueline Beausergent
brengt herinneringen op gang aan belangrijke momenten uit zijn leven tot op dat moment. Er is een jeugdherinnering
aan een eerder ongeval, waarbij hij aangereden werd en werd geholpen door een jonge vrouw. Daarnaast zijn er de
herinneringen aan de moeizame ontmoetingen met zijn vader, die op zeker moment letterlijk in de nevel verdween.
En er zijn de herinneringen aan de bijeenkomsten van een zekere dr. Bouvière en de kortstondige relatie met een
meisje dat hij daarbij ontmoette.
Voor wie meer van Modiano gelezen heeft, biedt deze roman veel vertrouwds. De thematiek van herinnering,
identiteit en ontheemding, de schimmige personages, de wandelingen door Parijs en het houvast dat de locaties en
andere concrete zaken, zoals adresboeken, bieden. Sterker dan voorheen is het verband tussen de ontheemdheid
van de hoofdpersoon en de uit zijn leven verdwijnende vader. Nieuw is ook het gelukkige slot waarin de ikfiguur
uiteindelijk zijn demonen verjaagd weet: ‘ik was niet meer alleen op de wereld’. Maar misschien past hier een
voorbehoud: de roman eindigt op het moment dat de jonge ikfiguur Jacqueline Beausergent gevonden heeft. De
oudere ikfiguur in het ‘vertelheden’ heeft die herinnering aan haar moeten opdiepen. Hoelang heeft het geluk
geduurd dat hem destijds beschoren was? In Modiano’s eerdere roman Uit verre vergetelheid (1998) draaide het om
de kortstondige relatie van de ikfiguur met een mysterieuze Jacqueline, die hij bij toeval ontmoette en die na enige
tijd uit zijn leven verdween.
Het loont de moeite om na te gaan of (en zo ja hoe) Modiano het bij jou als lezer voor elkaar krijgt om je mee te
slepen in zijn labyrint van in elkaar grijpende herinneringen en of je de ontheemding van zijn hoofdpersoon kunt
meevoelen. Laat je je meevoeren door de opgeroepen sfeer en hoe zou je die omschrijven? Ervaar je een vorm van
spanning, suspense in dit boek, en hoe ontstaat deze? Er valt veel te genieten bij het lezen van deze, zoals
gewoonlijk bij Modiano, niet al te omvangrijke roman. Maar het onder woorden brengen van de factoren die dat
leesplezier bewerkstelligen, is nog helemaal niet zo eenvoudig.
Frank Hockx
Discussietips voor leesclubs
Discussietips Kleine Bijou
1. Is de vrouw die Thérèse in de metro ziet wel of niet haar moeder volgens u? Waarom denku dit?
2. Thérèse had ooit een hondje waarmee ze veel ging wandelen. Op een dag zegt haar moeder dat ze de hond is
kwijtgeraakt in het bois de Boulogne. Denkt u dat haar moeder de waarheid sprak? Wat kan er nog meer gebeurd
zijn met de hond?
3. Waarom liegt Thérèse tegen de apothekeres over wat ze doet en over haar verleden?
4. Waarom is Thérèse zo onder de indruk van het feit dat Moreau-Badmaev zoveel talen spreekt?
5. Thérèse kan niet echt contact krijgen met het kind waar ze op past. Waaraan ligt dat? Waarom is die familie zo
plotseling verdwenen?
6. Moreau-Badmaev stelt Thérèse voor de film op te zoeken waar ze als kind in heeft gespeeld. Thérèse wil dit
niet. Waarom wil ze deze film niet meer zien?
7. Thérèses poging tot zelfmoord mislukt. Wie zou haar hebben gevonden? Vond u het begrijpelijk, dat ze
zelfmoord wilde plegen? Waarom wel of niet?
8. Thérèse denkt vaak dat mensen liegen over hun naam. Hoe komt dit? Bij welk van de personages is er
onduidelijkheid over zijn of haar naam? Waarom klampt Thérèse zich vast aan haar bijnaam? Wil ze eigenlijk nog
wel zo genoemd worden?
9. Denkt u dat Jean Boré echt familie van Thérèse is? Wat zou zijn relatie tot haar kunnen zijn?
Discussietips ontwikkeld door Sandra Faneker
Discussietips In het café van de verloren jeugd
1. Wat voor gevoel roept de titel bij u op?
2. Hoe heeft u de structuur van de roman ervaren?
3. Vond u dat het tragische einde van Louki te voorzien was? Zo ja, op grond waarvan?
4. Welk beeld van Louki krijgt u van elk van de vertellers? Hoe verklaart u haar huwelijk met Jean-Pierre
Choureau en haar fascinatie voor goeroe Guy de Vere?
5. In een nawoord heeft de vertaler het over ‘de allegorische gelaagdheid van deze roman’ (p. 147). Wat bedoelt
hij daarmee volgens u?
6. Welke functie hebben volgens u de stiltes en het zwijgen in het verhaal van Modiano.
7. Wat bedoelt Roland precies met de door hem geïnventariseerde neutrale zones?
8. Ger Leppers sprak in zijn recensie in Trouw (22 november 2008) van de ‘verslavende melancholie’ van
Modiano, die geldt als een schoolvoorbeeld van een auteur die steeds hetzelfde boek schrijft. Zou u meer van
hem willen lezen? Waarom wel of niet?
Discussietips ontwikkeld door Reyer Kraan
Discussietips Het gras van de nacht
1. Van Jean komt de lezer weinig meer te weten dan dat hij schrijver is en zo’n vijftig jaar geleden een stel mensen
kende, die een waas van geheimzinnigheid om zich heen hadden hangen. Hoe ervaart u een dergelijk personage? In
hoeverre vult u, juist door de afwezigheid van informatie, dingen aan voor dit personage?
2. In hoeverre vindt u in het boek een verklaring voor Jeans onbestemde schuldgevoel, zijn idee te leven ‘zonder enig
gevoel van legitimiteit’? Welke verklaring(en) kunt u zelf bedenken?
3. Hoe heeft u de combinatie ervaren van schimmigheid ten aanzien van gebeurtenissen en personages en exactheid
als het gaat om locaties?
4. Waar denkt u dat het groepje mannen dat zich ophoudt in het Unic Hôtel, zich mee bezighoudt?
5. Jean lijkt zich in 1966 meer te interesseren voor historische figuren die in bepaalde straten hebben gewoond dan
voor de mensen die hij kent. Als oudere man is hij wel geïnteresseerd in de mensen die hij destijds heeft gekend. Wat
zegt dit over hem?
6. Jean en Dannie gaan een appartement binnen waar zij ooit gewoond heeft en nemen wat spullen mee. Ze
vergeten de lamp uit te doen. Dit vindt Jean erger dan het feit dat ze ingebroken en gestolen hebben. Waarom vindt
hij dit zo erg?
7. Langlais zegt dat hij Jean al die jaren ‘gevolgd’ heeft. In hoeverre lijkt Langlais op Jean?
8. Wat voor ideeën en gedachten heeft u over het personage Dannie? Waar hield ze zich mee bezig, hoe stond ze in
het leven, waar woont ze nu?
9. Hoe heeft u Modiano’s omgang met het begrip tijd, zowel thematisch als in de structuur van het boek, ervaren?
10. Jean merkt regelmatig op dat Dannies vocabulaire soms woorden bevat die niet bij haar taalregister passen. Wat
voor conclusie zou u hieraan verbinden? Waarom doet Jean dit niet?
11. In de laatste regels schrijft Jean: ‘Ergens in die wijk ben jij ondergedoken. Onder welke naam? Vroeg of laat zal ik
de straat weten te vinden. Maar de tijd dringt, elke dag weer, en elke dag weer zeg ik bij mezelf dat ik beter nog even
kan wachten.’ Hoe interpreteert u deze ogenschijnlijk tegenstrijdige slotzin?
12. Recensent Dirk Leyman (De Morgen, 12 juni 2013) noemt Het gras van de nacht een ‘sterk atmosferische roman.
Je moet je laten meedrijven om de bekoring ervan ten volle te ondergaan.’ Lukte het u om u te laten meedrijven?
Waarom wel of niet?
Discussietips ontwikkeld door Sandra Faneker