POLRAD-rolmodellen Trainershandleiding Reference number project POLRAD: HOME/2012/ISEC/AG/RAD/4000003805 © Juli 2014, CMO Groningen, Barkema & De Haan, MJD,Overstag, VWNN, [email protected] With the financial support of the Prevention of and Fight against Crime Programme European Commission - Directorate-General Home Affairs. The information and views set out in this publication are those of the author(s) and do not necessarily reflect the official opinion of the European Union. Neither the European Union institutions and bodies nor any person acting on their behalf may be held responsible for the use which may be made of the information contained therein. Reproduction is authorised provided the source is acknowledged. Inhoudsopgave Inleiding: informatie voor de trainer a. Doel van de training b. Ervaringen met de trainershandleiding c. Leeswijzer Module A: Wat is polarisatie en radicalisering? a. Introductie voor trainers b. Leerdoelen c. Opbouw van de module d. Werkvormen en oefeningen Module B: Wat is een rolmodel? a. Introductie voor trainers b. Leerdoelen c. Opbouw van de module d. Werkvormen en oefeningen Module C: Wat is jouw verhaal als POLRAD-rolmodel a. Introductie voor trainers b. Leerdoelen c. Opbouw van de module d. Werkvormen en oefeningen Module D: Hoe breng je jouw verhaal goed over? a. Introductie voor trainers b. Leerdoelen c. Opbouw van de module d. Werkvormen en oefeningen Module E: Op pad als POLRAD-rolmodel a. Introductie voor trainers b. Leerdoelen c. Opbouw van de module d. Werkvormen en oefeningen Module F: Evaluatie training en de inzet als POLRAD-rolmodel a. Introductie voor trainers b. Leerdoelen c. Opbouw van de module d. Werkvormen en oefening Certificering a. Wie verdient dit certificaat? b. Wie maakt dit certificaat? c. Leeg voorbeeld van het certificaat Complete training in schema Contactgegevens projectpartners 3 5 9 11 13 15 17 19 20 21 Bijlagen (apart document beschikbaar als PDF en als Word document) Educatief materiaal bij alle modules 2 Trainershandleiding voor rolmodellen, juli 2014 Inleiding: informatie voor de trainer Van maart 2013 tot en met december 2014 is het project POLRAD – de kracht van lokale rolmodellen uitgevoerd. Hierin werkten CMO Groningen (projectleider), Jongerenwerk Barkema & De Haan, MJD, Overstag Uitvoering en VluchtelingenWerk Noord-Nederland met elkaar samen om polarisatie en radicalisering in de provincie Groningen te voorkomen. Uniek aan het project is de inzet van lokale rolmodellen bij preventieve activiteiten op het gebied van polarisatie en radicalisering. Rolmodellen staan dichter bij de burgers, omdat ze zelf een burger zijn. Deze trainershandleiding beschrijft een didactisch model om burgers op te leiden tot POLRAD-rolmodellen. Doel van de training Het doel van de training is om de deelnemers inzicht te geven in hun rol en positie als POLRADrolmodel en om hen voor te bereiden op hun inzet bij een preventieve activiteit. Ervaringen met de trainershandleiding Het didactische model en de inzet van rolmodellen bij preventieve activiteiten zijn in de periode van januari tot en met juni 2014 getest door vier projectpartners met elk hun eigen soort rolmodellen en preventieve activiteiten: Jongerenwerk Barkema & De Haan trainde in totaal 45 jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 23 jaar in Noord Groningen. Deze rolmodellen ontwikkelden zich van filmverslaggevers binnen de activiteit ExpressTV tot een ambassadeur van deze activiteit (positieve vrijetijdsbesteding loont). En door verdere training on the job uiteindelijk tot een POLRAD-rolmodel (geven van voorlichting en presentaties op scholen en in openbare ruimten). MJD trainde in totaal 12 personen afkomstig uit de Somalische gemeenschap in Nederland. Dit rolmodel willen bijdragen aan een positieve beeldvorming over vluchtelingen en migranten en via zijn/haar verhaal de Somalische gemeenschap stimuleren om positieve stappen te zetten in de maatschappij. Overstag Uitvoering trainde in totaal 2 jongeren met een extreemrechts verleden, waarna zij samen met een professional vier keer de basistraining voor professionals “Signaleren” hebben verzorgd. De training “Signaleren” is in een apart document beschreven. VluchtelingenWerk Noord-Nederland trainde 24 vluchtelingen of migranten uit de eerste of tweede graad die ingezet zijn bij educatieve activiteiten scholen van het voortgezet onderwijs, het mbo, en in openbare ruimtes. De etnische afkomst onder deze rolmodellen is divers. De rolmodellen werkten mee aan Meet2Know waarin zij gastlessen verzorgen op scholen in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. Of in Mensenbieb waarin ze het gesprek met mensen aangaan in openbare ruimtes. CMO Groningen heeft op basis van twee feedbacksessies met de trainers van rolmodellen en op basis van de evaluatieformulieren van de getrainde rolmodellen, het didactisch model waar nodig aangepast. Deze trainershandleiding biedt voldoende handvatten om rolmodellen die ingezet gaan worden bij preventieve activiteiten “POLRAD-waardig” te trainen. De gehele training bestaat uit de volgende modules: a) Wat is polarisatie en radicalisering? b) Wat houdt het in om een rolmodel te zijn? c) Wat is mijn verhaal als een POLRAD-rolmodel? d) Hoe breng je jouw verhaal goed over? e) Op pad als een POLRAD-rolmodel f) Evaluatie 3 Trainershandleiding voor rolmodellen, juli 2014 Totale duur en fasering POLRAD-rolmodellen volgen de training eenmalig. Iemand is een gecertificeerd POLRAD-rolmodel als de training is gevolgd, als hij/zij ingezet is bij activiteiten in het project POLRAD én als hij/zij heeft deelgenomen aan de evaluatie. Leeswijzer In deze handleiding is elke module een apart hoofdstuk. Afhankelijk van de aanwezige basiskennis bij de deelnemers krijgt de inhoud op maat vorm. In de praktijk betekent dit dat trainers zelf een keuze kunnen maken uit de aangeboden informatie en werkvormen. Om de rode draad van de training te kunnen bewaken volgt iedereen de chronologische volgorde van de modules (dus van “a” tot en met “f”). Als trainer bepaal je zelf hoe én hoe snel deze leerweg bewandeld wordt. Je bent vrij om de modules in één keer aan te bieden of juist verspreid over verschillende dagdelen, overdag of in de avonduren, individueel of groepsgewijs. Per module worden enkele werkvormen genoemd die rekening houden met de verschillende leerstijlen van mensen. Zo leert de ene persoon bijvoorbeeld door veel informatie te lezen of the horen, terwijl een ander juist leert door “te doen” of te zien. Afhankelijk van de deelnemers kies je voor een werkvorm (uit de handleiding of een eigen werkvorm). Elke beschrijving van een module is als volgt opgebouwd: introductie voor de trainers (algemeen; specifieke informatie per organisatie en tips); leerdoelen (algemeen en specifiek per organisatie); opbouw van de module (algemeen); werkvormen en oefeningen (algemeen); een overzicht van het educatief materiaal (beschikbaar in de bijlage). De algemene basisteksten zijn bedoeld als achtergrondinformatie voor alle POLRAD trainers. Deze informatie kun je op maat aanbieden, afgestemd op de wensen van de organisatie waarvoor je de training geeft en ook op de wensen en behoeften van de deelnemers. In de bijlage staan alle voorbeeldformulieren, hand-outs etc. die je tijdens de training kunt gebruiken. Waar nodig kun je zelf aanpassingen maken (Word-document). De projectpartners wensen je een succesvolle training toe! 4 Trainershandleiding voor rolmodellen, juli 2014 Module A: “Wat is polarisatie en radicalisering?” Introductie voor trainers Deze module is bedoeld om deelnemers kennis te laten maken met elkaar, met het project (globaal) en met de begrippen polarisatie en radicalisering. Deelnemers krijgen inzicht in de problematiek rond polarisatie en radicalisering, want uiteindelijk worden zij ingezet in het kader van het project POLRAD. Enige basiskennis en achtergrondinformatie hebben zij nodig om hun rol optimaal te kunnen vervullen. Het belangrijkste in deze module is dat de deelnemers kennismaken met elkaar en daarnaast ook een concreet beeld krijgen bij de begrippen polarisatie en radicalisering. Tips: - relateer de inhoud zoveel mogelijk aan de activiteit waarin een deelnemer straks bij ingezet wordt. Hiermee houd je het concreet en sluit je aan bij hun belevingswereld; - maak het niet te persoonlijk door diep in te gaan op voorbeelden die deelnemers zullen noemen en waar ze als rolmodel geen invloed op hebben (breng het onderwerp zoveel mogelijk terug naar situaties die zij wel kunnen beïnvloeden); - voor degenen die met inburgeraars werken, besteed ook tijd aan de cultuurverschillen in de communicatievormen; - voor degenen die werken met burgers met een extreem verleden, besteed veel tijd in het winnen van onderling vertrouwen in elkaar (deelnemer-trainer). Leerdoelen - de deelnemer heeft zicht op de eigen verwachtingen; de deelnemer kan in eigen woorden de begrippen polarisatie en radicalisering beschrijven; de deelnemer is zich bewust dat de informatie over het voorkomen van polarisatie en radicalisering uiteindelijk verwerkt zal moeten worden in hun eigen verhaal. Beschrijf waar nodig vanuit het perspectief van je eigen organisatie nog aanvullende leerdoelen. Opbouw van de module a) Introductie en kennismaking. Laat de deelnemers aan elkaar wennen en probeer een veilige leeromgeving te creëren door met een laagdrempelige kennismakingsactiviteit te beginnen. b) Kennismaking met het project POLRAD. c) Kennismaking met de begrippen polarisatie en radicalisering. Waaraan denken de deelnemers als ze deze begrippen horen? d) Is polarisatie en radicalisering volgens de deelnemers een probleem in Nederland? Waaruit blijkt dit? Hoe zou polarisatie zich kunnen manifesteren op de locatie waar jij straks als rolmodel ingezet gaat worden? e) Hoe is de situatie rond polarisatie en radicalisering in jouw land werkelijk? f) Wat zouden deelnemers in hun eigen verhaal kunnen vertellen om polarisatie en radicalisering tegen te gaan? Wat zou de POLRAD boodschap kunnen zijn en welke informatie zou je kunnen verwerken in jouw verhaal? 5 Trainershandleiding voor rolmodellen, juli 2014 Werkvormen en oefeningen Kies de werkvorm die het beste bij jouw deelnemers past. Je bent vrij om eigen werkvormen te gebruiken. Introductie en kennismaking onderlinge deelnemers Introductie film Doel: introductie ter motivatie van de deelnemers. Vorm: voor elke organisatie is er een apart filmpje beschikbaar waarin “bestaande” rolmodellen korte motiverende teksten hebben ingesproken voor de deelnemers. Kies het filmpje van jouw organisatie. Bekijk als trainer ook de andere filmpjes zodat je een globaal beeld hebt van de totale groep rolmodellen. Vraag naar een korte reactie van de deelnemers. Zorg er als trainer voor dat de technische apparatuur in de lesruimte beschikbaar is. Tijd: 10-15 minuten. Speeddate Doel: laagdrempelige onderlinge kennismaking deelnemers. Vorm: 1 op 1 gesprekje van 5 minuten waarin deelnemers zichzelf aan elkaar voorstellen, vertellen waarom ze graag als rolmodel aan de slag willen en wat ze van de training verwachten 3 rondes houden, waarin steeds 1 deelnemer tegenover een andere komt te zitten Zorg er als trainer voor dat deelnemers de verwachtingen op papier komen. Dat kun jezelf doen door mee te schrijven als elk groepje aan de grotere groep terugkoppelt. Of je laat het de deelnemers eerst voor zichzelf op papier zetten, waarna ze gaan speed daten. Tijd: 15 minuten Groepsgesprekken en omgaan culturele verschillen Doel: laagdrempelige onderlinge kennismaking deelnemers en deelnemers weten van elkaar Waarom zij meedoen, wat hun verhaal is en welke communicatiestijlen gebruikelijk zijn in het land waarin zij nu wonen (inburgeraars). Vorm: vorm een groepje van maximaal vier of vijf mensen en laat hen onderling aan elkaar uitleggen waarom ze zich hebben aangemeld als rolmodel, wat ze ervan verwachten en wat hun verhaal is. Besteed als trainer aandacht aan culturele verschillen in de manier waarop mensen zich voorstellen (geef je wel/geen hand), de manier waarop mensen met elkaar omgaan (aankijken, direct taalgebruik etc.), en laat de groep deelnemers kennismaken met de gebruikelijke communicatiestijl van het land waarin zij nu wonen. Tijd: 15-20 minuten ExpressTV Doel: jongeren kennis laten maken met het project POLRAD (en met het zijn van rolmodel). Vorm: uitleg over het ontstaan van ExpressTV en de kans om dit vanuit POLRAD ook in de gemeente Winsum op te zetten. Aandachtspunt: POLRAD roept negatieve associaties op daarom niet te veel nadruk leggen op polarisatie en radicalisering. Door middel van voorbeelden uit de praktijk en de eigen leefwereld wordt Polrad behandeld en besproken (aanzet tot dialoog en discussie onder de jongeren). Tijd: 15 minuten. Toekomstige rolmodellen met een extreem verleden Doel: onderling vertrouwen winnen door middel van individuele gesprekken over het verleden van de jongere, over waarover hij/zij zou willen gaan vertellen, wat zeg je wel en wat juist niet, heb je nog contact met andere leden van de groep etc. Vorm: de uitkomsten van de gesprekken geven een indicatie van het niveau van de jongere en dus ook van de behoeften waardoor de training verder op maat aangeboden kan worden. Tijd: hangt af van de jongere 6 Trainershandleiding voor rolmodellen, juli 2014 Kennismaking met het project POLRAD en met de begrippen polarisatie en radicalisering Basispresentatie POLRAD Doel: kennismaking met het project, met het zijn van een rolmodel in algemene zin en met de globale inhoud van de training Vorm: aan de hand van de PowerPoint presentatie (of Prezi) globaal uitleggen waar het project POLRAD voor staat, wie de projectpartners zijn en waarom er met rolmodellen wordt gewerkt. Zorg voor een interactieve presentatie; ga het gesprek met de deelnemers aan over de verwachtingen die de deelnemers hebben bij hun toekomstige inzet als POLRADrolmodel. Deel de presentatie ook op papier uit zodat de deelnemers de informatie mee naar huis kunnen nemen. Tijd: 15-20 minuten Fact sheet polarisatie en radicalisering Doel: kennismaking met de begrippen polarisatie en radicalisering Vorm: een groepsgesprek of deelnemers in kleine groepen bij elkaar zetten. Deelnemers geven antwoord op de vragen: waaraan denk je als je de begrippen polarisatie en radicalisering hoort? Denk je hierbij aan bepaalde situaties in Nederland? Ervaar je dit als een probleem? Waarom wel/niet? Om de rolmodellen optimaal voor te bereiden op hun toekomstige inzet, kun je hier ook alvast ingaan op de vraag hoe polarisatie zich zou kunnen manifesteren in de omgeving waar rolmodellen straks terechtkomen. Denk bijvoorbeeld aan groepsvorming op scholen (verschillende jongerenculturen), aan culturele verschillen tussen de Nederlandse en Somalische gemeenschap etc. Bedenk vooraf een aantal voorbeeld zodat je de groep op gang kunt helpen als dat nodig is. Vat als trainer de opmerkingen van de groep samen en gebruik vervolgens de fact sheet met informatie over polarisatie en radicalisering om de huidige situatie in Nederland te beschrijven. Of gebruik de fact sheet om tijdens het groepsgesprek aanvullende informatie te geven over de werkelijke situatie in Nederland. Let op: polarisatie is niet per definitie een negatieve ontwikkeling, het wordt pas negatief als groepen dusdanig tegenover elkaar komen te staan dat ze elkaar niet langer kunnen en willen accepteren en respecteren! Geef de fact sheet ook op papier aan de deelnemers mee. Tijd: 1 uur “POLRAD boodschap” in jouw eigen verhaal POLRAD voorbeelden voor jouw verhaal Doel: deelnemers bewust maken dat je als POLRAD-model straks ook een POLRAD-boodschap hebt, en wel in de zin van dat rolmodellen willen bijdragen aan het voorkomen van polarisatie en radicalisering. Vorm: individuele opdracht “beschrijf voor jezelf wat de POLRAD-boodschap zou kunnen zijn in het verhaal dat je uiteindelijk aan anderen zou kunnen gaan vertellen” (mag in steekwoorden; mag in het verwoorden van beelden die ze zouden willen gebruiken etc.). Als deelnemers in deze fase al een paar steekwoorden opschrijven, kunnen ze de opgestoken informatie straks ook beter meenemen als ze gaan oefenen met het overbrengen van hun inhoudelijke verhaal (module C). De steekwoorden beschrijven deelnemers voor zichzelf en deze gebruiken ze in een latere fase van de training weer. Zorg er dus voor dat deelnemers bij Module C dit lijstje bij zich hebben! Tijd: 20 minuten 7 Trainershandleiding voor rolmodellen, juli 2014 Educatief materiaal wat is polarisatie en radicalisering Hieronder volgt een overzicht met alle beschikbare materialen die je bij deze module kunt gebruiken. In de laatste kolom zie je waar het desbetreffende materiaal terug te vinden is. Waar nodig, kun je het materiaal naar eigen inzicht aanpassen. Onderdeel Algemeen Introductie en kennismaking Basispresentatie POLRAD Werkelijk situatie polarisatie en radicalisering in Nederland Voorbereiding verhalen van rolmodellen: POLRAD boodschap Checklist verwachtingen Omschrijving deelnemers moeten een presentatielijst ondertekenen! je hebt technische apparatuur nodig om de film en om de presentaties te kunnen tonen. Verder heb je stiften nodig voor op het white board of flap-over. motiverend introductiefilm van je organisatie PowerPoint en hand out. Basispresentatie introductie POLRADrolmodellen Fact sheet op papier Laat deelnemers op papier de volgende vraag beantwoorden: “Mijn POLRAD boodschap” zal straks zijn: ……………. “ Noteer voor iedere deelnemer de verwachtingen ten aanzien van het zijn van een rolmodel en ten aanzien van de training. Specifiek voor organisatie presentielijst aanwezigheid deelnemers Waar? Bijlage Vraag de contactpersoon van jouw organisatie naar de film (MJD, VWNN, Overstag Uitvoering). Naar eigen inzicht aan te passen. Basispresentatie bestaat uit 6 dia’s 2 pagina’s basisinformatie, aan te passen met eigen informatie en voorbeelden. Denk ook aan de omgeving waarin het rolmodel straks terechtkomt! Steekwoorden voor Module C. Projectpartners, zie bijlage n.v.t. Bijlage Bijlage Bijlage N.v.t. 8 Trainershandleiding voor rolmodellen, juli 2014 Module B: “Wat is een rolmodel?” Introductie voor trainers In deze module maken de deelnemers kennis met het begrip “rolmodel” en meer specifiek met het profiel van een POLRAD-rolmodel. Wat is een rolmodel volgens hen? Wat houdt dit in? Waarom willen ze graag een POLRAD-rolmodel zijn? Waarom gaan andere mensen hen zien als rolmodel? Wat is er volgens de deelnemers nodig om een goed rolmodel te kunnen zijn? Door in deze fase hiernaar al te vragen, kan na afloop van de training beter gemeten worden wat de training aan kennis, competenties en vaardigheden heeft opgeleverd. Tips: - investeer tijd aan de verschillende rollen en identiteit van rolmodellen. Let er vooral op dat zij POLRAD-rolmodellen zijn en dat rolmodellen de POLRAD-visie uitdragen. Het gaat dus niet meteen om het hebben van een eigen mening; - laat vooral de deelnemers zelf aan het woord; - zorg dat je hun verwachtingen op papier krijgt; - in bijlage is informatie te vinden over de werving en selectieprocedures van elke organisatie. Leerdoelen - de deelnemer heeft zicht op de eigen verwachtingen en heeft deze ook benoemd; de deelnemer kent de globale definitie van een POLRAD-rolmodel; de deelnemer kan de verschillen benoemen tussen zijn rol/positie als individu (persoon) en als rolmodel. Beschrijf waar nodig vanuit het perspectief van je eigen organisatie nog aanvullende leerdoelen. Opbouw van de module a) In de vorige module is al kort gevraagd naar de verwachtingen van de deelnemers over hun inzet als POLRAD-rolmodel. In deze module wordt dieper ingegaan op het fenomeen “rolmodel”. Wat houdt het zijn van een rolmodel in? Wat zijn hierbij je verantwoordelijkheden? En wat zijn hierbij jouw identiteiten? Waarom ben jij juist een positief voorbeeld voor anderen? Vraag naar verwachtingen van de deelnemers en waar mogelijk al gerelateerd aan concrete activiteiten waarbij ze ingezet gaan worden. b) Leg het algemene profiel van de POLRAD projectpartners aan de deelnemers voor en bespreek wat de partners van deelnemers verwachten (het algemene profiel met de wensen van de organisatie waarvoor de deelnemers ingezet gaan worden). c) Komen de verwachtingen met elkaar overeen? Waar wel/niet? Hoe kun je ze bij elkaar brengen? d) Conclusie trekken en vervolgstap maken naar het overbrengen van een verhaal. 9 Trainershandleiding voor rolmodellen, juli 2014 Werkvormen en oefeningen Kies de werkvorm die het beste bij jouw deelnemers past. Je bent vrij om eigen werkvormen te gebruiken. Oefenen met rollen en identiteiten “Steekwoorden – ik ben een positief (POLRAD)voorbeeld voor anderen, omdat…” Doel: competenties luisteren en spreken; leren omgaan met en het geven van opbouwende kritiek. Deelnemers krijgen in deze opdracht de identiteit als spreker, toehoorder en coach. Vorm: deelnemers krijgen 10 minuten om voor zichzelf in steekwoorden op te schrijven waarom zij zichzelf zien als rolmodel, wat ze verwachten. Vervolgens vertelt iedereen in een kort rondje waarom hij/zij een positief rolmodel is voor andere mensen. De opdracht aan de andere deelnemers is dan dat ze alleen mogen luisteren en alleen informatieve vragen mogen stellen als er iets onduidelijk is (dus niet bespreken en reageren op inhoud). De luisteraars letten vooral op de positieve punten in het verhaal (wat vinden ze er goed aan). Terwijl de ene deelnemer vertelt, luisteren de anderen. Als iedereen verteld heeft waarom hij/zij een positief voorbeeld is voor andere mensen, volgt een overkoepelende feedback sessie. Pas dan wordt met elkaar besproken wat er goed was in de verhalen van deelnemers en wat je van anderen over zou kunnen nemen. Vat de uitkomsten samen (opschrijven op flap-over of white board). Dit kun je zelf doen, maar ook aan één van de deelnemers vragen. Met deze aanpak betrek je de deelnemer individueel, maar raken de conclusies en suggesties hem/haar niet persoonlijk. Bovendien zal vast blijken dat verschillende meningen over het zijn van een goed voorbeeld voor anderen niet erg is. Tijd: 1 uur. Wie is jouw publiek en wie ben jij als POLRAD-rolmodel? Doel: competenties luisteren en spreken; contact maken met je publiek (andere deelnemers) en leren omgaan met en het geven van opbouwende kritiek. Vorm: deelnemers krijgen 10 minuten om voor zichzelf in steekwoorden op te schrijven wie er straks in hun publiek zitten en wat hun kenmerken zijn (jong, oud, bekende of onbekende mensen, andere culturen etc.). Ook beschrijven ze hierbij hun eigen kenmerken als rolmodel. Vervolgens ga je een groepsgesprek aan over de verschillen tussen jou als rolmodel en het publiek. Ook beantwoord je vragen als: hoe erg is het als ik uit mijn rol als rolmodel val? Wanneer kan ik deel zijn van mijn publiek? Hoe pak ik mijn rol als rolmodel weer op? Vat de uitkomsten samen (opschrijven op flap-over of white board). Dit kun je zelf doen, maar ook aan één van de deelnemers vragen. Tijd: 1 uur. Opmerking: het oefenen met rollen en identiteiten kun je in allerlei werkvormen oppakken. Bijvoorbeeld door deelnemers bewust verschillende identiteiten te geven en hen vanuit dat perspectief een situatie te laten spelen. Of via beelden van bepaalde situaties en te vragen naar identiteiten en rollen van mensen op dat beeld. Educatief materiaal “Wat is een rolmodel?” Onderdeel Algemeen Verwachtingen POLRAD Omschrijving deelnemers moeten een presentatielijst ondertekenen! technische apparatuur om het POLRAD profiel te tonen. Verder: stiften, white board (flap-over). Profiel POLRAD-rolmodel Het POLRAD profiel bestaat uit een algemeen deel en uit een deel gericht op organisaties. Specifiek voor organisatie presentielijst aanwezigheid deelnemers Waar? Bijlage Gebruik tijdens de training het algemene deel en ga in op datgene wat voor jouw organisatie belangrijk is als rolmodel.. Bijlage 10 Trainershandleiding voor rolmodellen, juli 2014 Module C: “Wat is jouw verhaal?” Introductie voor trainers In de vorige twee modules hebben de deelnemers achtergrondkennis gekregen over het project POLRAD, over de begrippen “polarisatie en radicalisering” en hebben ze enig zicht op de verschillende rollen en identiteiten die zij als persoon kunnen hebben. In deze module leren de deelnemers hun “verhaal” samenstellen met daarin ook de “POLRAD boodschap” die zij in Module A voor zichzelf bedacht hebben. Leerdoelen - de deelnemer heeft een goed verhaal bedacht; de deelnemer heeft dit verhaal gepresenteerd voor de groep deelnemers; de deelnemer is in staat om feedback te verwerken in haar/zijn verhaal; de deelnemer is in staat om te luisteren naar het verhaal van anderen en tevens om opbouwende kritiek te leveren op het verhaal van andere deelnemers. Beschrijf waar nodig vanuit het perspectief van je eigen organisatie nog aanvullende leerdoelen. Opbouw van de module a) Wat is het verhaal van de deelnemers? Wat willen ze gaan vertellen als ze voor een groep staan of het gesprek aangaan met individuen? Met welk doel staan ze straks voor een publiek? Hoeveel tijd krijg je om te mogen spreken? Wat willen deelnemers met de presentaties voor het publiek bereiken? Wanneer zijn ze tevreden? b) Wat is de achtergrondkennis van je publiek? In de vorige module hebben deelnemers al nagedacht over kenmerken van het publiek. Nu hebben ze ook inzicht nodig over de aanwezige kennis onder het publiek. Deze kennis is nodig om vooraf in te kunnen schatten wat iemand wel/niet moet vertellen over de aanleiding waarom iemand voor een groep staat en wat de verwachtingen van het publiek zijn. c) Beschrijven van het verhaal dat rolmodellen gaan vertellen (laat deelnemers hun verhaal uitschrijven). Geef hen handvatten mee zoals de opbouw van een goed verhaal: introductie, middenstuk en afronding, maar denk ook aan de interactie met het publiek. d) Oefenen met de eerste concepten van een verhaal. Als trainer focus je hier vooral op de inhoud van het verhaal van de deelnemers, terloops kun je alvast wat gesprekstechnieken meegeven, maar deze komen in de volgende module explicieter aan bod. Didactische aanpak is dat de deelnemers eerst hun boodschap helder hebben voordat ze met gesprekstechnieken bezig gaan. In de praktijk is het vaak lastig om dit meteen te combineren. Bovendien zal blijken dat het zelfvertrouwen onder deelnemers toeneemt als ze kunnen oefenen met het vertellen, schaven en weer oefenen van hun verhaal. Let er ook op dat de door de deelnemer bedachte boodschap vanuit POLRAD in het verhaal van een deelnemer terug te vinden is. e) Huiswerkopdracht: oefen jouw verhaal (in de volgende module krijgen deelnemers de gelegenheid om hun verhaal voor het publiek te brengen, in dit geval de andere deelnemers). 11 Trainershandleiding voor rolmodellen, juli 2014 Werkvormen en oefeningen Kies de werkvorm die het beste bij jouw deelnemers past. Je bent vrij om eigen werkvormen te gebruiken. Oefenen met het beschrijven van een goed verhaal Wat moet het publiek onthouden? Doel: competenties bedenken van een structuur voor het verhaal, het overbrengen van een goed verhaal, kennis over het toekomstige publiek (inlevingsvermogen). Vorm: laat de deelnemers op een papier het woord “Doel” noteren en geef ze opdracht om daarachter op te schrijven wat het doel is van hun presentatie, wat ze willen bereiken? Gaat het om een informatieve presentatie, om inspirerende presentatie of om beide? Wat moet het publiek onthouden van hun verhaal? Tijd: 1 dag. “Mijn POLRAD-presentatie is….” Doel: competenties luisteren en spreken; contact maken met je publiek (andere deelnemers) en leren omgaan met en het geven van opbouwende kritiek. Vorm: individueel of in een kleine groep. Gebruik een groot vel papier. Opdracht: Schrijf in het midden een kernwoord, kernbeeld of (voorlopige) titel van je presentatie. Schrijf daaromheen in steekwoorden alle ideeën bij dit kernwoord in je opkomen. Denk aan voorbeelden en anekdotes. Alles is goed wat je bedenkt, zijn de ideeën even op, praat erover met andere deelnemers, schrijf daarna extra ideeën op (mind mapping). Het resultaat is een groot vel papier dat vol staat met kernwoorden voor een presentatie. Laat de deelnemers hier goed naar kijken en laat hen beoordelen wat relevant is, of er voldoenden variatie in het te schrijven verhaal is, welke middelen zij zouden kunnen gebruiken om hun verhaal kracht bij te zetten (PowerPoint, plaatsjes, grafieken etc.). En laat ze hun verhaal uitschrijven. Laat alle deelnemers dit verhaal luid op uitspreken (individueel of in de groep). Voorlezen mag in dit stadium. Vraag de groep om tips hoe het verhaal (nog) beter kan worden. Met de feedback kunnen deelnemers thuis verder oefenen aan hun verhaal. Geef ze mee dat hoe beter ze de inhoud van de presentatie beheersen, hoe beter de presentatie straks zal gaan (minder zenuwen, in staat om in te kunnen spelen als er toch anders gereageerd wordt door het publiek dan vooraf verwacht etc.). Geef ze ook handvatten mee van wat een goed verhaal is. Huiswerkopdracht: bereid je voor om de presentatie de volgende keer te houden voor de groep deelnemers. Tijd: 1 dag. Educatief materiaal “Wat is jouw verhaal” Onderdeel Algemeen Tips voor een goed verhaal Omschrijving deelnemers moeten een presentatielijst ondertekenen! Specifiek voor organisatie presentielijst aanwezigheid deelnemers Waar? Bijlage groot vel papier, stiften, white board (flap-over). Theoretische achtergrondinformatie die je deelnemers mee kunt geven, zodat ze thuis kunnen oefenen. n.v.t. Bijlage 12 Trainershandleiding voor rolmodellen, juli 2014 Module D “Hoe breng je jouw verhaal goed over?” Introductie voor de trainers De deelnemers weten inmiddels wat hun rol/positie als POLRAD-rolmodel is, hebben hun verhaal inhoudelijk voor elkaar, maar hoe breng je dit verhaal nu het beste over naar je publiek? Kortom, nu is het tijd om te oefenen met middelen als gesprekstechnieken, PowerPoint presentaties (of Prezi), Sandwichborden, omgaan met lastige situaties et cetera. Tips: - zorg dat je als trainer helder hebt bij welke activiteit deelnemers ingezet gaan worden, vraag de contactpersoon binnen je organisatie alvast naar: soort activiteit, grootte van het publiek, niveau en hoe spreek je de taal van je publiek (jongerentaal/Somalische taal/Nederlands) et cetera; - geef de deelnemers de do’s en don’ts mee naar huis; - neem de tijd voor deze module. Leerdoelen - de deelnemer is in staat om haar/zijn verhaal voor een groep te vertellen (mede deelnemers); de deelnemer kan verschillende gespreks- en presentatievaardigheden in de praktijk inzetten; de deelnemer is in staat om in te kunnen spelen op eventuele lastige situaties voor hem/haar; de deelnemer is in staat om eventueel ondersteuning in te schakelen tijdens zijn/haar verhaal. Beschrijf waar nodig vanuit het perspectief van je eigen organisatie nog aanvullende leerdoelen. Opbouw van de module a) Korte samenvatting van de opgestoken kennis en vaardigheden uit de vorige modules. De deelnemers hebben hun verhaal thuis geoefend (voor de spiegel of voor familieleden) en krijgen nu de gelegenheid om voor de groep te oefenen. b) Nieuw in deze module is de interactie met het publiek. De luisterende deelnemers zijn het publiek en mogen vanuit dat perspectief ook reageren. Het is de bedoeling dat de deelnemers leren omgaan met onverwachte situaties of vragen en ook dat ze de presentatie al eens gegeven hebben met gebruik van alle middelen die ze straks ook gaan gebruiken. Dit betekent dat ze naast het spreken, alert zullen moeten zijn op wat er gebeurt in het publiek, de technische aspecten moeten kunnen beheersen en ruimte hebben voor improvisatie. Introduceer dit deel voordat deelnemers hun presentaties gaan geven. Het is eigenlijk een soort generale repetitie. Het is niet erg als er wat fout gaat (ook straks niet in de praktijk), daarvoor is deze oefensessie. c) Vraag na elke presentatie eerst aan de spreker zelf hoe zij/hij het vond gaan, wat liep goed, wat was moeilijk om te doen, welke tips zouden ze willen ontvangen van andere deelnemers etc. d) Laat vervolgens de andere deelnemers reageren op de presentatie op zich. Wat vonden ze er van als luisterend publiek? Welke tips kunnen ze de spreker meegeven? 13 Trainershandleiding voor rolmodellen, juli 2014 Werkvormen en oefeningen Kies de werkvorm die het beste bij jouw deelnemers past. Je bent vrij om eigen werkvormen te gebruiken. Oefenen met presenteren Non- verbale communicatie en het stemgebruik Doel: competenties luisteren en spreken; leren omgaan met en het geven van opbouwende kritiek. Deelnemers krijgen in deze opdracht de identiteit als spreker, toehoorder en coach. Vorm: de presentaties zijn thuis goed voorbereid. Alle deelnemers krijgen nu de gelegenheid om hun presentatie te oefen voor een publiek, in dit geval voor de groep deelnemers. De luisteraars mogen reageren als publiek en een dialoog aangaan. Een paar luisteraars krijgen expliciet de opdracht om te letten op de non-verbale communicatie: wat doet de spreker met de armen, handen, mimiek in het gezicht en wat straalt de spreker uit? Denk aan (on)rust, openheid etc. Een paar andere luisteraars gaan juist op het stemgebruik letten: wat straalt deze uit? Is het te zacht, luid, snel of langzaam etc. Als het mogelijk is, zou je kunnen overwegen om de presentatie te filmen zodat de spreker ook een idee heeft hoe hij/zij overkomt op anderen. Zorg ervoor dat iedere spreker eerst zijn/haar presentatie houdt, dan geeft de spreker eerst zelf feedback op de presentatie, vervolgens ‘het publiek’ (algemene opmerkingen) en dan de luisteraars die gelet hebben op de non-verbale communicatie en op het stemgebruik. Tot slot geeft de groep tips aan de spreker mee om de presentatie (nog) beter te maken. Als trainer let je vooral op de interactie tussen de spreker en het publiek. Tijd: 1 dag. Basisvaardigheden presenteren Doel: vaardigheden en technieken meegeven hoe deelnemers het beste hun presentatie kunnen gaan houden en wat te doen als het lastig wordt Vorm: theoretische achtergrondkennis aanbieden met basisvaardigheden presenteren. Waar mogelijk zou je op YouTube naar een goede presentatie kunnen zoeken en deze kunnen tonen en bespreken aan de hand van de theorie (staat of zit de spreker? Hoe staat/zit de spreker? Wat is de mimiek? Hoe wordt de boodschap overgebracht? Hoe is de interactie met het publiek? Etc. Geef ze op papier de do’s and dont’s mee. Tijd: 1 uur. Educatief materiaal wat doe je vooral wel/niet als POLRAD-rolmodel? Onderdeel Algemeen Do’s en don’ts in de praktijk Omschrijving deelnemers moeten een presentatielijst ondertekenen! technische apparatuur, deelnemers moeten hun presentatie kunnen houden. Theoretische achtergrondinformatie die je deelnemers mee kunt geven. Specifiek voor organisatie presentielijst aanwezigheid deelnemers Waar? Bijlage vul algemene checklist aan met relevante zaken voor jouw organisatie Bijlage 14 Trainershandleiding voor rolmodellen, juli 2014 Module E “op pad als rolmodel” Introductie voor de trainers In deze module wordt met de deelnemers de praktische zaken met elkaar doorgenomen. Wanneer gaan ze op pad? Met wie? Op wie kunnen ze terugvallen als er problemen zijn? Wat voor materiaal kunnen ze meenemen als ze op pad gaan? Hoe komen ze daaraan? Et cetera. Als trainer voorzie je niet alleen in praktische informatie, maar enthousiasmeer je de deelnemers ook, want er is immers flink geoefend. Bereid de deelnemers ook alvast voor op de eerstvolgende bijeenkomst: de evaluatie en wat er dan van hen verwacht wordt (“huiswerk”). Tips: - geef praktische informatie ook op papier mee; - oefen eventueel nog een laatste keer het verhaal als deelnemers dat wensen; - speel vooral in op de activiteit waarbij deelnemers ingezet gaan worden. Leerdoelen - de deelnemer is in staat om haar/zijn verhaal in het openbaar te vertellen; de deelnemer is in staat om in te kunnen spelen op eventuele lastige situaties voor hem/haar; de deelnemer is in staat om eventueel ondersteuning in te schakelen tijdens zijn/haar verhaal; de deelnemer weet dat er na afloop een evaluatie plaatsvindt en dat zijn/haar mening er toe doet. Beschrijf waar nodig vanuit het perspectief van je eigen organisatie nog aanvullende leerdoelen. Opbouw van de module a) Uitleg praktische zaken. b) Voorbereiden op de evaluerende bijeenkomst nadat deelnemers als rolmodel op pad zijn geweest. c) Voorbereiden op certificering. Werkvormen en oefeningen Kies de werkvorm die het beste bij jouw deelnemers past. Je bent vrij om eigen werkvormen te gebruiken. Voorbereiden op de dag van de presentatie Wat moet ik vooraf weten? Doel: deelnemers hebben vooraf hun presentatie in de praktijk gevisualiseerd en aan de randvoorwaarden gedacht: laptop, beamer, scherm, hand-outs, kledingkeuze, glas water in de buurt terwijl je presenteert etc. Vorm: Individueel. Beeld je in dat je op pad gaat als POLRAD-rolmodel. Waar sta je? In een klas, buurthuis of sportkantine? Of loop je op straat? Schrijf op papier in steekwoorden de omgeving/locatie van je presentatie. Bedenk vervolgens wat je nodig hebt om je presentatie te kunnen houden: laptop, beamer etc. Heb je deze zaken al geregeld? Zo ja, afvinken. Zo nee, weet je bij wie je dit kunt regelen? Omcirkel de zaken die je nu nog niet weet. Bedenk vervolgens: wat trek ik aan? En waarom trek je dit aan? Geef deelnemers hiervoor een half uur de tijd. Ga vervolgens in op de praktische zaken die nog niet geregeld zijn. Tip: zorg ervoor dat je vooraf met de professionals/vrijwilligers hebt gesproken die met de rolmodellen op pad gaan, zodat je alle benodigde informatie ter plekke beschikbaar hebt. Tijd: 1 uur. 15 Trainershandleiding voor rolmodellen, juli 2014 Omgaan met zenuwen Doel: vaardigheden en technieken meegeven om de zenuwen onder controle te houden. Vorm: theoretische achtergrondkennis aanbieden met basistips: kom op tijd, leg alles een dag van te voren al klaar, let op je ademhaling, houding. Laat deelnemers vervolgens oefenen met verschillende houdingen. Sommige mensen ontspannen door het lichaam los te schudden, door te staan tijdens het presenteren, terwijl anderen juist willen zitten. Doe met de groep mee als je de deelnemers vraagt om bijvoorbeeld met hun schouders naar voren en achteren te rollen of als je hen vraagt om te doen alsof ze een katheder (of tafel) vast te houden of om juist los te gaan staan voor een groep. Let op: de fysieke oefeningen zijn vooral bedoeld om deelnemers te leren ontspannen, de manier waarop iemand ontspant verschilt per persoon. Geef deelnemers ook mee dat het hebben van zenuwen ook een gezonde spanning is. Tijd: 1 uur. Opmerking: als blijkt dat deelnemers heel erg nerveus zijn, probeer ze dan op een andere manier naar het publiek te laten kijken. Hoe kijken ze zelf naar een spreker als ze in het publiek zitten? Hoe erg is het als er iets mis gaan? Het publiek kent je verhaal niet, als je wat vergeet te vertellen, weet jij dat alleen. Etc. Voorbereiden op de evaluatie Hoe evalueer ik mezelf? Doel: voorbereiden deelnemers op de evaluatie (volgende module) en om hen vaardigheden mee te geven om te kunnen reflecteren op eigen handelen. Vorm: Individueel. Iedereen krijgt een checklist mee met vragen om de presentatie na afloop zelf te kunnen evalueren. Neem de vragen met de deelnemers door en vraag hen deze vrij kort na afloop van de presentatie in te vullen (bijvoorbeeld dezelfde avond). Dit mag in steekwoorden. Het is belangrijk om dit kort na afloop te doen. Vraag de deelnemers om de antwoorden de volgende keer mee te nemen. Tijd: half uur. Educatief materiaal op pad als POLRAD-rolmodel? Onderdeel Algemeen Checklist monitoren Omschrijving deelnemers moeten een presentatielijst ondertekenen! technische apparatuur zodat deelnemers hun presentatie kunnen houden, eventueel video, stiften, white board (flap-over). Evaluatieformulier die je deelnemers mee kunt geven. Specifiek voor organisatie presentielijst aanwezigheid deelnemers Waar? Bijlage Bijlage 16 Trainershandleiding voor rolmodellen, juli 2014 Module F “Evaluatie” Introductie voor de trainers Alle rolmodellen komen terug met praktijkervaring. Aan het begin van de training hebben de deelnemers hun verwachtingen vooraf geformuleerd. Nu is het tijd om te kijken of de verwachtingen in de praktijk zijn uitgekomen, wat er goed ging, waar knelpunten zaten en hoe deze voorkomen kunnen worden. Deze bijeenkomst vindt dus pas in een later stadium plaats en levert de deelnemer een certificaat op. Het volgende hoofdstuk biedt informatie over de certificering, in dit hoofdstuk staat de algehele evaluatie centraal. Tips: - voor de projectpartners is het belangrijk om inzicht te hebben in de mensen die je getraind hebt (aantal, leeftijd, geslacht, soort activiteit waarbij deelnemers ingezet worden en voor welke organisatie); - voor de projectpartners is het ook belangrijk om inzicht te hebben in het aantal bereikte personen door het rolmodel tijdens zijn/haar presentatie. Leerdoelen - de deelnemer heeft zicht op de kennis, vaardigheden en competenties die tijdens de training geleerd zijn; de deelnemer leer verwoorden wat hij/zij als rolmodel heeft ervaren, wat goed liep, wat beter zou kunnen, wat hij/zij zelf kan verbeteren voor een andere keer; de deelnemer kan verwoorden wat de meerwaarde van de training was, wat er goed aan was en wat beter kon. Beschrijf waar nodig vanuit het perspectief van je eigen organisatie nog aanvullende leerdoelen. Opbouw van de module Kijk met de deelnemers terug op hun verwachtingen aan het begin van de training (verwoord tijdens de eerste module), op hun ervaringen tijdens de praktijk en probeer te achterhalen wat de effecten van de training zijn geweest. Vraag vervolgens de deelnemers meer concreet naar het publiek dat ze bereikt hebben om zo te kunnen achterhalen wat de effecten van hun presentaties zijn geweest op een breder publiek. Zorg ervoor dat de uitkomsten op papier komen. Certificeer de deelnemers. In het hoofdstuk hierna staat meer over de certificering. Afhankelijk van de wensen van de betrokken organisaties, kan besloten worden om de certificering aan het einde van deze bijeenkomst te houden of om een aparte gelegenheid in te plannen waarop de certificaten worden uitgereikt. Zorg dat de contactpersoon van je organisatie een kopie van het uitgereikte certificaat krijgt! 17 Trainershandleiding voor rolmodellen, juli 2014 Werkvormen en oefeningen Kies de werkvorm die het beste bij jouw deelnemers past. Je bent vrij om eigen werkvormen te gebruiken. Voorbereiden op de evaluatie Wat zou jij doen als jij de training mag geven? Doel: deelnemers verwoorden zelf hoe de inhoud en vorm van de training beter kan Vorm: stel dat jij een training mag geven aan een nieuwe groep, hoe zou jij dat doen? Let op dat je de vraagstelling openhoudt zodat je deelnemers niet beïnvloedt. Deelnemers kunnen deze vraag eerst voor zichzelf proberen te beantwoorden door steekwoorden op papier te zetten. Vervolgens vertelt iedereen zijn/haar training (beknopt), waarna in een groepsgesprek ingegaan kan worden op opvallende zaken (evaluatie). Tijd: neem de tijd om in gesprek te gaan en om deelnemers hun ervaringen en verbeterpunten voor de training te laten verwoorden. Evaluatie op de terugweg in de auto Doel: deelnemer verwoordt zelf hoe de inhoud en vorm van de training beter kan Vorm: vraag naar wat er goed ging tijdens de presentatie en waardoor dat kwam; vraag naar wat lastig was tijdens de presentatie en naar het waarom. Zet zodra je het rolmodel weer thuis hebt afgezet zijn/haar reactie op papier, inclusief verbeterpunten voor de training. Tijd: afhankelijk van de afstand tussen locatie en huis van het rolmodel (waar nodig een apart gesprek inplannen). Educatief materiaal evaluatie Onderdeel Algemeen Evaluatieformulier training Omschrijving deelnemers moeten een presentatielijst ondertekenen! Specifiek voor organisatie presentielijst aanwezigheid deelnemers Waar? Bijlage technische apparatuur zodat deelnemers hun presentatie kunnen houden, eventueel video, stiften, white board (flap-over). deelnemers hebben in eerste modules verwachtingen op papier gezet, later hebben ze hun presentatie geëvalueerd. Gebruik deze informatie voor de algehele evaluatie van de training zelf.. Pas waar nodig het algemene evaluatieformulier aan. Bijlage 18 Trainershandleiding voor rolmodellen, juli 2014 Tot slot: de certificering Wie verdient dit certificaat? Alle deelnemers die de POLRAD training voor rolmodellen hebben gevolgd, die in de praktijk ingezet zijn en die deelgenomen hebben aan de evaluatie. Wie maakt dit certificaat? CMO Groningen heeft van de bestaande Europese Youth Pass een voorbeeld certificaat gemaakt, bruikbaar voor alle organisatie binnen het project POLRAD. Informatie over de youth pass is te vinden op https://www.youthpass.eu/en/youthpass/ Het POLRAD project is mede gefinancierd door een Europese subsidieprogramma “Prevention of and Fight against Crime Programme” van de Europese Commissie - Directorate-General Home Affairs. Binnen dit programma is er geen voorbeeldcertificaat, maar de projectpartners vinden de deelname van rolmodellen zo belangrijk dat deelnemers van de training een bewijs ontvangen voor een succesvolle afronding en actieve bijdrage aan het project. Samen met het certificaat ontvangen de deelnemers ook het European skills passport. Dit document is bedoeld om de vaardigheden en kwalificaties vast te leggen per deelnemer. Deelnemers kunnen dit document later zelf laten valideren of uitbreiden met een taalpaspoort, certificaatsupplement en hun kopieën van diploma’s, andere certificaten en werkgeversreferenties. Meer informatie over het ‘skills passport”: https://europass.cedefop.europa.eu/nl/documents/european-skills-passport Stappen voor certificering deelnemer volgt training, werkt mee aan een activiteit als rolmodel en aan de evaluatie; trainer vult basisinformatie op het certificaat in en zorgt ook voor ondertekening van de directeur van de organisatie waarbij de training is gevolgd. Een leeg voorbeeld wordt na deze paragraaf gegeven, maar gebruik de digitale versie omdat hier ook het EU logo is meegenomen! samen met de deelnemer wordt een European skills passport aangemaakt. Deze is online relatief simpel te maken via deze link: https://europass.cedefop.europa.eu/editors/nl/cv/compose In de bijlage is een leeg voorbeeld van een certificaat opgenomen. 19 Trainershandleiding voor rolmodellen, juli 2014 Complete training in schema Modules Trainersinformatie Leerdoelen Inhoudelijke opbouw A: Wat is polarisatie en radicalisering feitelijke kennis en oefenen met overbrengen verhaal zicht op eigen verwachtingen in eigen woorden beschrijven: polarisatie en radicalisering bewust van het POLRAD verhaal B: Wat is een rolmodel? rolmodel/POLRADrolmodel globale definitie POLRAD-rolmodel benoemen verwachtingen benoemen overeenkomsten of verschillen met profiel C: Wat is jouw verhaal? eerste concept van het verhaal en oefenen goed verhaal opzetten; eerste presentatie van het verhaal feedback ontvangen en geven goed luisteren D: Hoe breng je jouw verhaal over? oefenen E: Op pad als een rolmodel F: Evaluatie Certificering introductie en kennismaking achtergrond project en polarisatie en radicalisering verwachtingen en wat is jou POLRAD boodschap verwachtingen van rolmodel profiel POLRAD-rolmodel komen verwachtingen en profiel met elkaar overeen? conclusie en vervolgstap wat is jouw verhaal? hoe goed ken je je publiek? beschrijf je verhaal oefenen met eerste concept huiswerkopdracht korte terugblik vorige modules daarna oefenen met presentatie vaardigheden in staat te presenteren voor een groep verschillende gespreks- en presentatietechnieken inzetten om kunnen gaan met lastige situaties in staat hulp in te schakelen praktische in staat om verhaal te vertellen uitleg praktische zaken informatie in staat in te spelen op lastige voorbereiden op evaluerende situaties bijeenkomst (volgende keer) eventueel om ondersteuning vragen voorbereiden op certificering reflecteren op eigen presentatie monitoren door zicht op geleerde kennis, terugblik verwachtingen en trainer en door vaardigheden en competenties ervaringen; deelnemer verwoorden wat hij/zij als rolmodel evaluatie heeft ervaren verwoorden wat de meerwaarde en minpunten van de training Wie verdient het certificaat? Wie maakt het? En een leeg voorbeeld van een certificaat. Beschikbaar educatief materiaal in de bijlage basispresentatie fact sheet polarisatie en radicalisering Waar? profiel POLRADrolmodel pag.15 t/m 17 tips voor een goed verhaal pag. 18 t/m 20 dos’and dont’s pag. 21 t/m 23 checklist monitoren pag. 24 t/m 26 evaluatieformulier pag. 27 t/m 29 voorbeeldcertificaat pag. 30 t/m 31 pag. 6 t/m 14 in bijlage pag. 0 t/m 0 Contactgegevens deelnemende organisaties © Juli 2014, CMO Groningen, Barkema & De Haan, MJD,Overstag, VWNN. [email protected] Reference number project POLRAD: HOME/2012/ISEC/AG/RAD/4000003805 CMO Groningen Postbus 2266, 9704 CG Groningen tel. (050) 577 01 01 [email protected] www.cmogroningen.nl Overstag Uitvoering MJD Groningen Postbus 373, 9700 AJ Groningen tel. (050) 526 26 34 [email protected] www.overstaguitvoering.nl Herman Colleniusstraat 18, 9718 KT Groningen tel. (050) 577 01 01 [email protected] www.mjd.nl Jongerenwerk Barkema & De Haan Kruisstraat 2, 9953 PL Baflo tel. (0595) 423 907 [email protected] www.jongerenwerk.com VluchtelingenWerk Noord-Nederland Postbus 70212, 9743 AC Groningen tel. (050) 575 72 90 [email protected] www.vwnn.nl 21 Trainershandleiding voor rolmodellen, juli 2014
© Copyright 2024 ExpyDoc