Housing First Den Haag - Niet meer buiten op een bankje

Reformatorisch Dagblad
23 januari 2014 donderdag
Niet meer buiten op een bankje slapen
Verslaving en dakloosheid stempelden jarenlang hun leven. Nu hebben Aad (45) en Gerard (60) elk een
woning in Den Haag en bouwen ze aan een nieuwe toekomst. Aad: Ik wil nog iets van mijn leven maken.
Den Haag helpt langdurig daklozen aan woning
Wanneer hij niet in de gevangenis of een afkickcentrum zat, sliep hij in de daklozenopvang of op straat,
zegt Aad. De kalende veertiger is op zijn brommer naar de dagopvang van het Leger des Heils in Den
Haag gereden om zijn verhaal te vertellen.
Als hij zestien is, sterft zijn vader. Een paar jaar later gaat Aad in militaire dienst. In 1985 zat ik in
Libanon. Ik maakte er een hoop ellende mee en hield er een posttraumatische stressstoornis aan over.
Nog steeds heb ik twee, drie keer per week last van nachtmerries. Ik ben nu bezig met een nieuwe
therapie: EMDR. Hopelijk helpt dat.
Na de periode in Libanon duwt Aad zijn problemen weg met drank en drugs. Ik heb twintig jaar heroïne
en cocaïne gebruikt. Om aan geld te komen, pleegde ik winkeldiefstallen. Ik was een veelpleger, zat
regelmatig in de bajes. Na een paar weken stond ik weer op straat met een vuilniszak met wat spullen:
bekijk het maar.
Woonvoorziening
Vanaf 1996 is Aad diverse periodes dakloos. Tussendoor verblijft hij meer dan eens in een
afkickcentrum, maar van zijn verslaving raakt hij lange tijd niet af. Drank en drugs trekken een wissel op
z'n gezondheid. Toen ik 42 was, dacht ik: Zo kan het niet langer. Ik heb heel wat mensen dood zien
gaan.
In 2011 krijgt hij een plek in een woonvoorziening van LIMOR, Landelijke Instelling voor
Maatschappelijke Ondersteuning en Rehabilitatie. Het kost hem moeite zich aan de regels te houden.
Blowen mocht niet, maar ik nam één of twee keer per week een blowtje. Na een jaar werd er strenger
op gelet. Ik moest weg. Toen stond ik weer op straat. Dat was een klap in m'n gezicht.
Opnieuw is Aad vier, vijf maanden dakloos. Een hulpverlener attendeert hem op Housing First.
In oktober 2012 kreeg ik een driekamerwoning aangeboden. Toen ik die zag, wist ik meteen: dit wordt
mijn huis. Voor de inrichting kreeg ik een renteloze lening van 2000 euro.
Bewindvoerder
Twee keer per week komt er een begeleider van LIMOR bij Aad over de vloer. Als je een dak boven je
hoofd hebt, moet je zaken gaan regelen waar je niet aan toekomt als je op straat loopt. Hij krijgt hulp bij
het ontwikkelen van sociale contacten, budgetteren en het aflossen van schulden. Binnenkort val ik
onder een bewindvoerder. Dan ben ik over drie jaar schuldenvrij.
De eerste maanden in zijn woning warmt Aad dagelijks een magnetronmaaltijd op. Nu kookt hij drie
keer per week. Sinds kort gaat hij naar een wandelclub en hij denkt na over vrijwilligerswerk. Ooit hoopt
hij een betaalde baan te krijgen. Ik ben automonteur en heb ook op een vrachtwagen gereden.
De laatste tweeënhalf jaar heeft Aad naar eigen zeggen geen harddrugs meer gebruikt. Drank blijft een
verleiding, maar ik weet dat ik binnen een maand in het ziekenhuis lig als ik weer ga drinken. Ik heb een
ontstoken alvleesklier gehad. De specialist zei: Als je zo verder gaat met drinken, geef ik je nog twee
jaar.
Zijn moeder heeft hij tien jaar niet meer gezien. Ik kwam altijd alleen bij haar voor geld, nooit met een
bosje bloemen. Ze is inmiddels 71. Met m'n begeleider bespreek ik hoe ik weer contact met haar kan
leggen. Ik ben nu 45 en kan me geen bestaan op straat meer voorstellen. Ik wil nog iets van mijn leven
maken.
Straatnieuws
Ook Gerard is vastbesloten zijn bestaan een positieve invulling te geven. Ooit had hij een baan als
verkoper bij een groot verzekeringsbedrijf. De drank deed hem de das om. Ik begon als weekenddrinker,
met veel whisky. Op maandag meldde ik me vaak ziek. Uiteindelijk kreeg ik ontslag.
In 1998 raakt Gerard op drift. Hij krijgt een psychose en gaat zwerven. Als verkoper van het Haagse
Straatnieuws komt hij aan geld. Ik maakte lange dagen, maar kon redelijk overleven. In hetzelfde jaar
komt hij in aanraking met de pinkstergemeente van Johan Maasbach. Ik ging op zondag naar de
diensten, kwam tot geloof en liet me dopen. Op zaterdagmiddag evangeliseerde ik bij de Bijenkorf.
In de daaropvolgende jaren wisselen periodes met eigen woonruimte, opnames in de psychiatrie en
dakloosheid elkaar af. Ik sliep bij het Leger des Heils of op een bankje in het veld met blikken bier om
me heen. Op een dag zei iemand: Je moet je zonden niet alleen belijden, maar er ook mee stoppen. Bij
De Rank, een christelijke stichting in Den Haag, kreeg ik goede hulp. Als ik een terugval had, lieten ze me
niet vallen.
Erwtensoep
In het voorjaar van 2013 krijgt Gerard via Housing First een driekamerwoning in een
appartementencomplex voor 50-plussers, met begeleiding door het Leger des Heils. Hij is in eerste
instantie wat huiverig om zich bijvoorbeeld bij het besteden van zijn financiën door iemand op de
vingers te laten kijken, maar is toch blij dat hij de kans heeft gegrepen. Ik ben tevreden met m'n
tweedehands inrichting. In het begin was het wennen om in een `kippenhok' te zitten, maar ik kan m'n
leven nu opbouwen.
Drinken doet Gerard nog beperkt, zegt hij. Er staan nu vier blikken bier in de koelkast, maar ik heb
gisteren bijvoorbeeld de hele dag niks gedronken. Wel heb ik een pan erwtensoep gemaakt. Ik luister de
hele dag naar Groot Nieuws Radio, een christelijke zender, al vind ik dat die te veel Engelstalige muziek
draait. Ik heb liever Johan de Heer. Wat dat betreft ben ik ouderwets.
Hij vertelt enthousiast over de hulp die hij biedt aan een vriendin in de buurt. Ik ben haar mantelzorger ,
de diensten die hij bezoekt bij het Leger des Heils en zijn verzameling van ongeveer veertig Bijbels. Van
de NBV ben ik niet kapot. Het liefst gebruik ik de Statenvertaling. Elke dag lees ik een psalm, aan de
hand van een dagboek van André F. Troost.
Hij is van plan zich de komende tijd als vrijwilliger te gaan inzetten voor het Leger des Heils. Het is
belangrijk iets voor anderen te betekenen. Ik evangeliseer ook graag. Soms steek ik thuis een vlag uit
waar Geloof, hoop en liefde op staat. Tegen mensen met problemen zeg ik: Loop er niet voor weg, maar
doe er iets mee. Je leven kan veranderen. We hebben een God van wonderen.
Alle dak- en thuislozen moeten zorg en onderdak krijgen. Dat is het streven van de vier grote steden
Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Een van de middelen die ze daarvoor inzetten is Housing
First, een in Amerika ontwikkeld systeem om langdurig daklozen naar woonruimte te begeleiden. In Den
Haag kregen de afgelopen twee jaar op die manier 55 mensen 45 mannen, 10 vrouwen onderdak.
Arjen Visser, manager bij het Leger des Heils, en Sjanie Korporaal, stafmedewerker bij de organisatie
voor maatschappelijke ondersteuning LIMOR ,zijn nauw betrokken bij Housing First in Den Haag.
Visser: Na eerdere projecten zwierven er nog steeds mensen op straat die niet in een groepsgerichte
opvang pasten. Eind 2011 zijn we met Housing First begonnen. Diverse organisaties werken hierbij
samen aan één doel: daklozen zo snel mogelijk van onder de brug begeleiden naar onderdak.
Verspreid over de stad worden woningen geselecteerd waarin mensen uit de doelgroep met een
regiobinding terechtkunnen. De enige voorwaarde is dat ze hun huur betalen en geen overlast
veroorzaken. Nadrukkelijk richt Housing First zich ook op het bevorderen van de kwaliteit van leven.
Met een renteloze lening van 2000 euro kunnen de deelnemers inventaris kopen voor hun huis.
Iedereen krijgt intensieve ondersteuning op maat door een persoonlijk begeleider. Het betreft hulp en
advies bij geldbeheer en administratie, schuldsanering, woonvaardigheden, gezond eten, sociale
contacten en het zoeken van dagbesteding.
Visser: Als mensen weer een adres hebben, zijn ze traceerbaar voor bijvoorbeeld schuldeisers en
justitie. Allerlei zaken uit het verleden kunnen hen achtervolgen. Hulp bij schuldsanering is daarom heel
belangrijk, zodat ze zaken kunnen afsluiten.
De buren worden vooraf niet ingelicht over de achtergrond van de nieuwe bewoner. Als de
woningcorporatie klachten over overlast zou krijgen, springen we daar wel meteen op in, om te kijken
of het klopt en wat we eraan kunnen doen. Dan hebben we ook contact met de buren , zegt Korporaal.
Het eerste jaar staat de woning op naam van een organisatie zoals het Leger des Heils. Na die tijd kan
het huurcontract worden overgezet op naam van de bewoner, die dan wel begeleiding houdt. Belangrijk
aandachtspunt voor de komende tijd is volgens Korporaal het zoeken van een geschikte dagbesteding,
waaraan veel deelnemers nog niet zijn toegekomen.
De eerste twee jaar waren er vier uitvallers: één deelnemer moest het project verlaten vanwege te veel
overlast, een ander stroomde door naar een zorginstelling en twee personen naar beschermd wonen.
Korporaal gaat ervan uit dat er nu nog zo'n dertig mensen in Den Haag voor Housing First in aanmerking
komen. Dit jaar komen er 24 woningen bij. Dat betekent dat niet iedereen uiteindelijk onder dak zal zijn.
Je houdt altijd mensen die op straat blijven leven en geen begeleiding willen. Sommigen kiezen er
bewust voor om onder een brug te blijven slapen.
Housing First
Housing First is een in Amerika ontwikkelde methode om daklozen met complexe en meervoudige
problemen aan woonruimte te helpen, met daaraan gekoppeld professionele begeleiding. In diverse
Nederlandse steden, waaronder Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Arnhem, wordt het programma
sinds enkele jaren gebruikt. In Den Haag werden de afgelopen twee jaar 55 daklozen via Housing First
naar een woning geleid. Vanwege het succes besloot de gemeente Den Haag eind vorig jaar het project,
waarin diverse organisaties nauw samenwerken, een jaar te verlengen.