Infokaart Transvetzuren en de invloed op de gezondheid Transvetzuren komen in Nederland vrijwel niet meer in de voeding voor. 95-99% van alle Nederlanders voldoet aan de norm van de Gezondheidsraad om per dag niet meer dan 1 energieprocent (en%) transvetzuren in te nemen. Daarom is de inname van transvetzuren geen volksgezondheidsissue meer. Wel bestaan er nog veel misverstanden over dit onderwerp. Transvetzuren Inname van transvetzuren Door deze afwijkende structuur hebben transvetzuren afwijkende eigenschappen en een afwijkend (= negatief) effect op de gezondheid. Transvetzuren verhogen de kans op coronaire hartziekten. Ze verhogen de concentratie van het schadelijke LDL-cholesterol en verlagen die van het beschermende HDL-cholesterol. De verhouding tussen het totaal cholesterol en het gehalte HDL (de cholesterolratio) is de belangrijkste voorspeller van coronaire hartziekten. Gemiddelde inname transvetzuren in Nederland Vetzuren in onze voeding kunnen worden onderverdeeld in onverzadigde en verzadigde vetzuren. Onverzadigde vetzuren hebben een of meer dubbele bindingen. Verzadigde vetzuren hebben geen dubbele bindingen. De dubbele bindingen in onverzadigde vetzuren kunnen voorkomen in de cis-configuratie en de transconfiguratie. De cis-configuratie heeft een knik in de keten van koolstofatomen. De trans-configuratie heeft dat niet. Uit de voedselconsumptiepeiling (VCP) 2007-2010 van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) blijkt, dat afhankelijk van de leeftijdsgroep 95 tot 99% van de Nederlandse bevolking voldoet aan de aanbeveling voor transvetzuren van een maximum inname van 1 en% per dag. De inname van transvet zuren varieert van 1,1 tot 1,5 gram per dag bij mannen en van 1,2 tot 1,3 gram per dag bij vrouwen. VCP transvetzuren (en%) 1987-1988 1997-1998 4,5 1,9 trend 0,5-0,6** gunstig Van de hoeveelheid transvetzuren in de Nederlandse voeding is ongeveer de helft van dierlijke en de helft van industriële oorsprong. Dierlijke transvetzuren komen van nature voor in melkvet, kaas, roomboter en vlees van herkauwers (rund- en lamsvlees). Industriële transvetzuren kunnen ontstaan bij het harden van plantaardige oliën en vind je soms terug in oliën en vetten en in producten waarin oliën en vetten worden verwerkt, zoals koek, gebak en snacks. Er zijn onvoldoende aanwijzingen dat transvetzuren van dierlijke oorsprong een minder kwalijke invloed hebben op het risico op coronaire hartziekten dan de transvetzuren die ontstaan tijdens het industrieel harden van plantaardige oliën. Beide beïnvloeden de cholesterolratio in het bloed ongunstig. Verzadigd vetzuur Onverzadigd vetzuur -cis Onverzadigd vetzuur -trans = zuurstof 2007-2010* 1,1 * Getallen worden weergegeven als marge i.v.m. leeftijdsverschillen in VCP. ** Aanvaardbare bovengrens 1 energieprocent. Geen significant verschil = koolstof 2003 = waterstof Inspanningen industrie Dankzij de inspanningen van de oliën- en vettenindustrie is het gehalte aan transvetzuren in oliën en vetten de afgelopen jaren gedaald tot zeer lage niveaus. Nieuwe technologieën en het gebruik van andere grondstoffen hebben er voor gezorgd dat het aandeel transvetzuren in margarines en bak- en braadproducten drastisch naar beneden is gebracht. Het gehalte aan transvetzuren in margarine-, halvarine-, bak- en braadproducten en vloeibare frituurvetten die in de supermarkt verkrijgbaar zijn, is nu minder dan 1 gram per 100 gram product. Verantwoord Frituren in de horeca Gelukkig gebruiken steeds meer cafetaria’s en snackbars in Nederland vloeibaar frituurvet voor het frituren van frites en snacks. Vloeibaar frituurvet bevat max. 2% transvetzuren. De snackbars en cafetaria’s die frituren in vloeibaar frituurvet of olie en frituren volgens de spelregels Verantwoord Frituren zijn herkenbaar aan dit beeldmerk. Gezondere voedingskeuze In samenwerking met een aantal sectoren die (bewerkte) plantaardige oliën en vetten verwerken is met succes gewerkt aan een gezondere vetzuursamenstelling van producten. Binnen het Netwerk Herformulering Productaanbod werken partijen in de voedingsmiddelenindustrie aan de ontwikkeling van gezonde(re) producten. Doel is om het consumenten gemakkelijker te maken om tot een gezondere voedingskeuze te komen. Het netwerk bestaat uit brancheverenigingen, o verheden en kennisinstellingen. Transvetzuren op het etiket Europese wetgeving verplicht voedingsmiddelenbedrijven op de verpakking te vermelden of (volledig of gedeeltelijk) geharde of gehydrogeneerde oliën en vetten zijn gebruikt. Deze vermelding wordt ook wel eens opgevat als indicatie voor transvetzuren in het product. Dat is ten onrechte. De vermelding (gedeeltelijk) gehard of gehydrogeneerd vet in de ingrediëntendeclaratie betekent niet automatisch dat er transvetzuren in het product zitten. Via NEVO http://nevo-online.rivm.nl is precies na te gaan of een voedingsmiddel transvetzuren bevat. Bronnen: •Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur. Wat eet Nederland. Resultaten van de voedselconsumptiepeiling 1987-1988. Rijswijk: 1988. •Voedingscentrum. Zo eet Nederland. Resultaten van de voedselconsumptiepeiling 1997-1998. Den Haag: 1998. •Hulshof et al. Resultaten van de Voedselconsumptiepeiling 2003. Bilthoven: 2004. •Van Rossum et al. Dutch National Food Consumption Survey 2007-2010. www.vettefeiten.nl MVO - de ketenorganisatie voor oliën en vetten INFOKAART 173/2014
© Copyright 2024 ExpyDoc