PDF - 641 kB - Waterschap Hollandse Delta

1. Voorblad
Datum:
Agendapunt nr:
27 maart 2014
6.b.
Aan de Verenigde Vergadering
Voorbereiding besluitvorming uitvoering compenserende maatregelen
Kierbesluit (CMK)
Aard voorstel
Aantal Bijlagen
Informerend stuk
2
Voorstel behandeld door
Verenigde Vergadering
Commissie Water
College Dijkgraaf en Heemraden
Voorstel geparafeerd door
Secretaris-Directeur
Dijkgraaf
Naam
Arnoud vanVliet
Jan Geluk
Datum
27 Maart 2014
10 Maart 2014
18 Februari 2014
Paraaf
Akkoord
Akkoord
Datum
19-02-2014
20-02-2014
Ridderkerk, 27 maart 2014.
Dijkgraaf en heemraden voornoemd,
secretaris-directeur,
dijkgraaf,
drs. A.A. van Vliet.
ing. J.M. Geluk.
Bijlagen:
Voorstel: Voorstel_933.docx
Bijlage: VV nota Stand van zaken uitvoering CMK 20140115 bijlage.pdf
Stukken ter inzage:
2. Voorstel_933.docx
Voorbereiding besluitvorming uitvoering compenserende maatregelen Kierbesluit.
1.
Aanleiding
De voorbereiding van de Compenserende Maatregelen Kierbesluit koerst aan op besluitvorming op
landelijk niveau; de minister van Infrastructuur en Milieu heeft in de Tweede Kamer aangegeven
dat zij in het voorjaar van 2014 een projectbesluit wil nemen.
In uw commissie Water van 13 januari 2014 is door heemraad Schelling een mondelinge
toelichting gegeven met betrekking tot de stand van zaken uitvoering compenserende maatregelen
Kierbesluit (CMK). Een informatieve memo hierover is meegezonden met de nazending voor uw VV
van 30 januari 2014.
Ook in de periode voorafgaand hieraan hebben wij u op verschillende manier geïnformeerd. Onder
andere door de presentatie in uw commissie Water van 9 september 2013; een schriftelijke
mededeling aan uw VV over het Algemeen Overleg Tweede Kamer Commissie, waarin de CMK aan
de orde kwam in mei 2013; in maart 2013 is uw VV medegedeeld dat er regiobijeenkomsten zijn
georganiseerd waarin met agrariërs en ingelanden is gesproken over de CMK. Zoals u zich
ongetwijfeld zult herinneren, is in september 2012 een excursie over de CMK georganiseerd,
waaraan een groot aantal van uw leden heeft deelgenomen.
Op vrijdag 20 december jl. hebben wij onze 85% raming en het ontwerp van de tracés
aangeboden aan het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M).
In januari 2014 zal een technisch-inhoudelijke toets plaatsvinden van de door ons aangeleverde
gegevens door zowel specialisten van Rijkswaterstaat (RWS WNZ) als een extern bureau,
Witteveen + Bos.
Vervolgens zal het Rijk in februari en maart 2014 een zogenaamde “Gatereview” gaan uitvoeren;
dit is één van de formele beoordelingsmomenten van rijksprojecten. In de door het Rijk
gehanteerde systematiek is een positief resultaat in deze gatereview noodzakelijk voor het nemen
van een Projectbesluit (MIRT 3) door de minister. Een korte uitleg over het Meerjarenprogramma
Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) heeft u ontvangen als bijlage bij de informatieve
memo van januari 2014.
Voor het uitvoeren van de compenserende werken Kierbesluit is uw instemming noodzakelijk. Met
deze nota willen wij u op hoofdlijnen informeren over de verschillende elementen waarover wij u in
mei 2014 besluitvorming gaan vragen.
2.
Voorstel
Ter kennisgeving
3.
Motivering
Bijgevoegde notitie heeft als doel u te informeren over de stand van zaken van de Compenserende
Maatregelen Kierbesluit, de gebiedsontwikkeling op Goeree-Overflakkee alsmede de verschillende
onderdelen van uw besluitvorming toe te lichten.
Uw besluitvorming in de VV van mei 2014 omvat:

Instemmen met de opdracht van het Rijk tot uitvoering van de compenserende werken;

Ondertekenen van een samenwerkings- én realisatieovereenkomst;

Het vrijmaken van het benodigd krediet ad € 1,2 miljoen als bijdrage van het waterschap
voor maatregelen op Voorne Putten;
4.

Instemmen met grondverwervingsstrategie, waarbij in afwijking van het vastgoedbeleid,
alle ondergronden in eigendom worden verworven;

Instemmen met de voorbereiding van de KRW-aanwijzing van het Zuiderdiep in
samenspraak met de provincie Zuid-Holland;

Instemmen met de keuze om het Zuiderdiep te laten verbrakken;

Instemmen met mandateren van uw bevoegdheid tot vaststellen van een aantal van de op
grond van de Waterwet benodigde projectplannen voor de CMK aan uw college van D&H.
Risico’s
Nog niet van toepassing
5.
Financiele aspecten
De totale kosten (85% raming) voor het door WSHD uit voeren -deel van de compenserende
werken bedragen: € 49,5 mln.
De tot nu toe met het rijk, onder voorbehoud van uw goedkeuring, afgesproken bijdrage van
WSHD voor Voorne Putten (€ 1,2 mln.) is opgenomen in de Programmabegroting 2014-2018. De
bijdrage, ter grootte van € 1,58 miljoen, voor Goeree Overflakkee is al een vrijgemaakt en
daarmee lopend krediet.
Voor de toekomst zal er, buiten de context van de compenserende maatregelen Kierbesluit,
rekening moeten worden gehouden met kosten voor te kiezen KRW-doelstelling (zoet, dan wel
verbrakkend) voor het Zuiderdiep.
Hierover wordt aan de VV te zijner tijd besluitvorming gevraagd
6.
Personele aspecten
De uren die ons waterschap heeft gemaakt voor dit project in de perioden:
tot september 2011,
van september 2011 tot december 2012 én
van januari 2013 tot december 2013
zijn vergoed door het Rijk.
In de 85% raming zijn uiteraard ook de uitvoeringsuren van ons waterschap opgenomen.
Een projectteam is inmiddels samengesteld; de interne projectorganisatie is vrijwel volledig
ingericht conform Prince2.
7.
Juridische aspecten
Vooralsnog niet van toepassing
8.
duurzaamheidsaspecten
n.v.t.
9.
Communicatieve aspecten (in-en extern)
Voor het project is een uitgebreid communicatieplan opgesteld door communicatiemedewerkers
van ons waterschap, Evides, Rijkswaterstaat en het ministerie van IenM. Dit plan omvat alle
communicatie-activiteiten voor dit project.
10.
Wijze van publiceren
Kies één of meerdere items:
☐ Intranet
☐ Internet
☐ Terinzagelegging
☐ Pers
11.
Verdere aanpak/ procedure
In uw VV van 22 mei a.s. zal, naar wij nu kunnen voorzien, besluitvorming kunnen plaatsvinden
over de in deze notitie opgenomen onderwerpen.
12.
n.v.t.
Evaluatie
3. VV nota Stand van zaken uitvoering CMK 20140115 bijlage
waterschap Hollandse Delta
Voorbereiding besluitvorming uitvoering Compenserende
Maatregelen Kierbesluit
Datum
Naam opsteller
Versie
Projectcode
:
:
:
:
maart 2014
Marinda de Jager
0.3
HD-WAB-0126
1
Inhoudsopgave
1 Uitgangspunten notitie
1 2 Leeswijzer
2 3 Terugblik Kierbesluit
2 4 Compenserende werken Voorne-Putten (VP).
4 5 5.1 5.2 Compenserende werken Goeree-Overflakkee (GO).
Verbrakkend Zuiderdiep
KRW-doelstelling Zuiderdiep
5 5 6 6 6.1 6.2 6.3 Organisatie van het project.
Project Waterschap is onderdeel van een groter geheel.
Opzet externe projectorganisatie.
Opzet interne projectorganisatie
7 7 7 8 7 7.1 7.2 7.3 7.4 Financiën van het project
Financiering van het project
Financiering van uren in het project
Koepelactiviteiten
Uitgangspunten van de realisatieovereenkomst
10 10 10 10 10 8 Gebruik van gronden en grondverwerving.
12 9 Relatie met andere projecten
13 10 Bijlagen
10.1 Korte uitleg over het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport
10.2 Concept Realisatie-overeenkomst compenserende maatregelen Kierbesluit/ Deel 1:
Koepelovereenkomst
10.3 Concept Realisatie-overeenkomst compenserende maatregelen Kierbesluit/ Deel 2:
waterschap Hollandse Delta
14 14 15 16 2
Voorbereiding besluitvorming uitvoering Compenserende Maatregelen Kierbesluit
1
03-2014
Uitgangspunten notitie
Zoals bekend zal in verband met gewijzigd beheer van de Haringvlietsluizen op grond van het
Kierbesluit een gedeelte van het Haringvliet gaan verzilten. Hierdoor zullen inlaatpunten van het
waterschap niet meer bruikbaar zijn. Ter compensatie worden twee pakketten aan maatregelen
uitgewerkt die ervoor moeten zorgen dat de zoetwatervoorziening op peil blijft, één voor VoornePutten en één voor Goeree-Overflakkee.
Deze notitie heeft als doel de besluitvorming door de VV, nu verwacht in mei 2014, voor te
bereiden en een korte terugblik te geven op het Kierbesluit en de gevolgen hiervan. Daarnaast
wordt inzicht gegeven in de voortgang van de voorbereiding uitvoering compenserende
maatregelen kierbesluit.
De notitie gaat niet in op de aanleiding en doel van het Kierbesluit. U bent daarover in voorgaande
jaren immers uitgebreid geïnformeerd.
Het doel van deze notitie is om u mee te nemen in de huidige stand van zaken met betrekking tot
de uitvoering van de compenserende maatregelen voor 'het Kierbesluit'. Het traject dat momenteel
loopt zal leiden tot een aantal besluiten dat door het waterschap genomen moeten worden. Uw
besluitvorming omvat:

Instemmen met de opdracht van het Rijk tot uitvoering van de compenserende werken;

Ondertekenen van een samenwerkings- én realisatieovereenkomst;

Het vrijmaken van het benodigd krediet ad € 1,2 miljoen als bijdrage van het waterschap voor
maatregelen op Voorne Putten;

Instemmen met grondverwervingsstrategie, waarbij in afwijking van het vastgoedbeleid, alle
ondergronden in eigendom worden verworven;

Besluiten om de maatregelen uit te voeren conform ons eigen beleid (van zoet naar zout, en
van schoon naar vuil);

Instemmen met de voorbereiding van de KRW-aanwijzing van het Zuiderdiep in samenspraak
met de provincie Zuid-Holland;

Instemmen met de keuze om het Zuiderdiep te laten verbrakken en

Instemmen met mandateren van uw bevoegdheid tot vaststellen van een aantal van de op
grond van de Waterwet benodigde projectplannen voor de CMK aan uw college van D&H.
Het proces dat nu loopt moet leiden tot een opdracht die door het ministerie van I&M, via
Rijkswaterstaat als gedelegeerd opdrachtgever, aan het waterschap aangeboden zal worden. Op
basis van de business case die momenteel wordt opgesteld kan de VV, in de vergadering van mei
2014 bepalen of het deze opdracht al dan niet aanvaard.
1
Voorbereiding besluitvorming uitvoering Compenserende Maatregelen Kierbesluit
2
03-2014
Leeswijzer
In paragraaf 3 wordt een korte terugblik gegeven op het Kierbesluit en de wijze waarop wij daarin
acteren. In paragraaf 4 treft u informatie aan over de maatregelen voor Voorne Putten. Paragraaf 5
omvat de verschillende alternatieve maatregelen voor Goeree Overflakkee; hierin is ook de
voorbereiding van uw besluitvorming met betrekking tot de KRW-doelstelling van het Zuiderdiep
meegenomen. In paragraaf 6 is beschreven hoe het project zowel intern als extern wordt
georganiseerd. In paragraaf 7 vindt u het financiële overzicht van het project en de te nemen
stappen (zoals onder andere het opzetten van een goede financiële administratie voor het project),
alsmede een overzicht van de te maken governance-afspraken met het Rijk. In paragraaf 8 wordt
de besluitvorming over de grondverwerving besproken.
Tot slot geeft paragraaf 9 een kort overzicht van de relaties met andere projecten, zoals de
gebiedsontwikkeling in de noordrand van Goeree-Overflakkee.
3
Terugblik Kierbesluit
In de zomer van 2010 werd in het regeerakkoord "Vrijheid en verantwoordelijkheid" opgenomen
dat geen uitvoering gegeven zou worden aan het Kierbesluit. De projectorganisatie, tot dan toe
ondergebracht bij de Provincie Zuid-Holland werd vrijwel direct na het bekend worden van het
regeerakkoord ontmanteld. Achter de schermen gingen de gesprekken tussen Rijk, Provincie,
Evides en waterschap wel door.
De beslissing om geen uitvoering te geven aan het Kierbesluit heeft o.a. uit het buitenland reacties
van onbegrip opgeleverd. Het Kierbesluit was oorspronkelijk bedoeld als middel om vismigratie te
bevorderen en is geen doel op zich. Daarom zijn er alternatieven onderzocht. Uit dit onderzoek
bleek dat er geen volwaardige alternatieven zijn. Een advies van de Commissie van Advies inzake
de Waterstaatswetgeving heeft duidelijk gemaakt dat Nederland vrijwel zeker veroordeeld zou
worden door het Europese Hof van Justitie indien het Kierbesluit zou worden ingetrokken of
vervangen zou worden door een niet volwaardig alternatief.
Op basis van bovenstaande informatie heeft het Kabinet besloten om het Kierbesluit alsnog uit te
voeren. Echter wel zo sober en doelmatig mogelijk. De ambities "Getemd Getij", de invulling van
'Deltanatuur' en de ontpoldering van de 'Zuiderdieppolders' (GO) en de polder 'Zuidoord' (VP) zijn
hierbij geschrapt omdat deze onderdelen van de compenserende werken niet nodig zijn om te
voldoen aan de internationale afspraken. Op 28 juni 2011 heeft staatssecretaris Atsma het
kabinetsbesluit met de Tweede Kamer besproken. Hierbij is benadrukt dat het uitgangspunt: "eerst
het zoet, dan het zout" gewaarborgd blijft.
Op verzoek van Rijk en provincie heeft de Deltacommissaris, de heer Kuijken, een analyse laten
uitvoeren van de interbestuurlijke samenwerking (governance) en communicatie (overleg Provincie
– Waterschap – Rijk). Mede naar aanleiding daarvan is gesproken over de mogelijkheid om de
uitvoering van de compenserende maatregelen te leggen bij de toekomstige beheerders: het
waterschap en Evides. De provincie neemt dan haar rol als gebiedsregisseur op.
Sinds de zomer van 2011 vindt er door de betrokken partijen overleg plaats over de consequenties
van de bovenstaande besluitvorming.
Op dit moment is het ministerie van I&M in dit traject leidend. Bij brief van 20 juni 2013 heeft
minister Schultz van Haegen de Tweede Kamer als volgt geïnformeerd:
“Ik ben verheugd te kunnen mededelen dat een principebesluit is genomen over uitvoering van de
Kier. Op 22 mei 2013 heb ik in overleg met het waterschap Hollandse Delta, Evides Waterbedrijf,
de gemeenten Goeree-Overflakkee, Hellevoetsluis en Bernisse en de provincie Zuid-Holland
vastgesteld dat er draagvlak is voor de zoetwatermaatregelen. De gemeente Goeree-Overflakkee
en de provincie Zuid-Holland werken voor 1 oktober 2013 de samenhang van het Kierbesluit met
de geambieerde gebiedsontwikkeling op Goeree-Overflakkee concreet uit. Het waterschap en
Evides stellen op mijn verzoek voor het einde van dit jaar verder uitgewerkte kostenramingen op.
Betrokken partijen leggen de gemaakte afspraken ten aanzien van medefinanciering voor aan hun
achterban.
2
Voorbereiding besluitvorming uitvoering Compenserende Maatregelen Kierbesluit
03-2014
De afspraken over door het waterschap Hollandse Delta en Evides Waterbedrijf te realiseren
zoetwatermaatregelen worden vastgelegd in een uitvoerings-overeenkomst. Uiterlijk voorjaar 2014
zal ik deze overeenkomst met betrokken partijen ondertekenen. Dit is een nieuwe start voor
uitvoering van het Kierbesluit. De kosten van benodigde maatregelen zijn nu geraamd op ca. € 75
miljoen. Een realistische uitvoering van zoetwatermaatregelen strekt zich uit tot medio 2018. Dan
kunnen de Haringvlietsluizen daadwerkelijk op een Kier worden gezet.
Nadere toelichting: Voorne-Putten. Ten opzichte van eerdere varianten is het beslag op agrarische
grond teruggebracht van 16 ha tot 4 ha. Een deel van het zoetwatertracé wordt momenteel in een
werk-met-werk-constructie door de provincie Zuid-Holland gerealiseerd in het
natuurontwikkelingsproject Beningerwaard. De aanvoer van zoetwater naar het agrarisch gebied
verdubbelt, waarmee een robuuste situatie ontstaat. Mede daarom is het waterschap Hollandse
Delta bereid om € 1,2 miljoen bij te dragen aan uitvoering van deze maatregelen. GoereeOverflakkee. Er is besloten tot een variant waarbij het waterschap een kanaal en Evides een
afzonderlijke pijp aanlegt. Hierbij wordt tevens een gescheiden aan- en afvoer gerealiseerd,
hetgeen voor zoetwater en ecologie robuuster en efficiënter is, waarbij een zelfde niveau van
wateraanvoer als op Voorne-Putten wordt gerealiseerd. Vanwege deze verbeteringen en
operationele voordelen zijn het waterschap en Evides bereid om bij te dragen aan uitvoering van
deze maatregelen: waterschap Hollandse Delta € 1,58 miljoen en Evides Waterbedrijf € 1,5
miljoen.
De gemeente Goeree-Overflakkee en de provincie Zuid-Holland hebben nog enige tijd gevraagd
voor uitwerking van de samenhang met de door de gemeente, de provincie en hun bestuurlijke
partners (Natuurmonumenten en het Wereld Natuurfonds) geambieerde gebiedsontwikkeling.
Vanwege internationale verhoudingen mag geen vertraging optreden en is het Kierbesluit
‘leidend’”.
Rijkswaterstaat, Evides en het waterschap zijn op de achtergrond druk bezig geweest om voor de
uitvoering van de compenserende maatregelen sluitende business cases te ontwikkelen. Daarbij is
nadrukkelijk en intensief contact gezocht en overleg gevoerd met relevante stakeholders zoals de
LTO en gemeenten. Op beide eilanden zijn inloopbijeenkomsten gehouden.
En er is een gezamenlijke website (www.kierharingvliet.nl) ingericht. In december 2013 is de 85%
raming en ontwerp van de tracés aangeboden aan het ministerie van I&M. In januari en februari
2014 heeft een technisch-inhoudelijke toets plaatsgevonden van de door ons aangeleverde
gegevens door zowel specialisten van Rijkswaterstaat (RWS WNZ) als een extern bureau,
Witteveen + Bos.
Vervolgens is door het Rijk in februari en maart 2014 een zogenaamde “Gatereview” uitgevoerd;
dit is één van de formele beoordelingsmomenten van rijksprojecten. In de door het Rijk
gehanteerde systematiek is een positief resultaat in deze gatereview noodzakelijk voor het nemen
van een Projectbesluit (MIRT 3) door de minister. Een korte uitleg over het Meerjarenprogramma
Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) treft u aan in bijlage 10.1 bij deze notitie.
3
Voorbereiding besluitvorming uitvoering Compenserende Maatregelen Kierbesluit
4
03-2014
Compenserende werken Voorne-Putten (VP).
Het compensatieplan voor VP is gebaseerd op het definitief ontwerp Inrichtingsplan
Zoetwatervoorziening Voorne 2009. Dit tracé is in de zomer van 2010 in de Stuurgroep Uitvoering
CMK en de LTO besproken. De inlaatpunten Hellevoetsluis en Oudenhoorn worden verlegd naar het
Spui.
Op Voorne Putten zal via de bestaande inlaatsluis Bernisse en een nieuwe inlaat bij de polder
Beningerwaard het water in de polders worden ingelaten. Het innamepunt Spuimonding wordt
gerealiseerd bij de inrichting van het nieuwe natuurgebied Spuimonding West (Beningerwaard) die
door de provincie Zuid-Holland in 2013 is gerealiseerd. Er zal voor de zoetwatervoorziening gebruik
worden gemaakt van de kreek. De kreek krijgt in 2014 een open verbinding met het Spui. Vanuit
deze kreek zal via een hevel water de polder in worden gelaten.
Het huidige watersysteem zal verruimd worden om voldoende zoet water het gebied in te krijgen.
De inlaten bij de Oostkade in Hellevoetsluis en gemaal Oudenhoorn komen hiermee te vervallen.
Het binnendijkse tracé door de polder Bernisse is ten opzichte van het ontwerp 2009
geoptimaliseerd. Momenteel wordt er minder dan 0,2 l/s/ha het gebied binnengebracht; het aan te
leggen hogere debiet van 0,3 l/s/ha. vereist een eigen bijdrage van het waterschap van € 1,2 mln;
hiermee kan een robuust, toekomstbestendig stelsel worden aangelegd. Over dit hogere debiet is
overeenstemming bereikt met de LTO. Hierbij is uitdrukkelijk gesproken over het feit dat het
aangelegde tracé en bijbehorende kunstwerken in bijzondere omstandigheden een aanvoer van 0,4
l/s/ha mogelijk maken.
Het Zoetwatertracé op Voorne Putten.
Dit plan voorziet de polders Zuidland en Oudenhoorn, Hellevoetsluis Oost en West van zoet water.
Uit de planning blijkt dat de realisatie van VP in 2017 gereed kan zijn.
4
Voorbereiding besluitvorming uitvoering Compenserende Maatregelen Kierbesluit
5
03-2014
Compenserende werken Goeree-Overflakkee (GO).
Het inlaatpunt Zuiderdiep wordt verlegd voorbij de zoet/zout grens in het Haringvliet. Via deze
inlaat wordt tevens het water voor de inlaten van de haven van Middelharnis betrokken. Door de
aanleg van een nieuw kanaal aan de noordkant van het eiland (de Noordrand) kan het water
richting het westen gevoerd worden. Het waterschap heeft al eerder budget gereserveerd voor de
verbeteringen in het watersysteem als gevolg van de realisatie van de compenserende werken. Het
gaat om een bedrag van € 1,58 mln, waarmee het systeem toekomstbestendig wordt.
Ook moet het innamepunt van Evides voor de drinkwatervoorziening worden verplaatst. Evides
neemt water in uit het Haringvliet voor de infiltratie in een gedeelte van de duinen van Ouddorp
(ruw water). Evides levert voor de compensatie van de aanvoer van ruw drinkwater een eigen
business case op waarbij dit ruwe drinkwater via een gesloten leiding wordt getransporteerd.
In 2012 hebben wij u medegedeeld dat het noodzakelijk is om voor de compenserende werken op
Goeree-Overflakkee een keuze te maken tussen een zoet of een verbrakkend Zuiderdiep, waarbij
voor de achterliggende polders de zoetwatervoorziening gecompenseerd wordt voor het huidige
gebruik. In het tracé-ontwerp is uitgegaan van een verbrakkend Zuiderdiep, omdat daarmee wordt
voldaan aan het beleid van het waterschap om het watersysteem in te richten via de principes "van
zoet naar zout" en van "schoon naar vuil”. Daarnaast wordt het, naar verwachting, hiermee in de
toekomst eenvoudiger en goedkoper om te voldoen aan de KRW-doelstellingen van de 7
waterlichamen die met dit watersysteem verbonden zijn.
U zal in mei 2014 worden gevraagd een principebesluit te nemen over de KRW-doelstelling voor
deze waterlichamen. Dit besluit was voor deze waterlichamen uitgesteld totdat er duidelijkheid was
over de uitvoering van de compenserende maatregelen Kierbesluit en de herinrichtingsplannen van
Deltanatuur van de Zuiderdieppolders.
5.1
Verbrakkend Zuiderdiep
Het nieuw aan te leggen watertracé op Goeree-Overflakkee ter compensatie bij een verbrakkend Zuiderdiep
5
Voorbereiding besluitvorming uitvoering Compenserende Maatregelen Kierbesluit
03-2014
Op Goeree-Overflakkee wordt net ten westen van het huidige gemaal Koert het water ingelaten
vanuit het Haringvliet via een nieuw te bouwen inlaat. Vanaf hier wordt via een watergang die
zoveel mogelijk langs de primaire waterkering is gepositioneerd het water getransporteerd naar het
Zuiderdiep. Het havenkanaal Middelharnis wordt gepasseerd door een sifon. Ook het Kanaal door
Dirksland wordt gepasseerd door middel van een sifon.
Ten westen van het havenkanaal van Dirksland worden watergangen en duikers vergroot zodat het
gebied dat nu vanuit het Zuiderdiep wordt gevoed van zoet water kan worden voorzien. Tevens
worden er nieuwe stuwen geplaatst.
Uit de planning blijkt dat de realisatie van GO in 2018 gereed kan zijn.
5.2
KRW-doelstelling Zuiderdiep
Het Zuiderdiep is qua status een sterk veranderd waterlichaam. De huidige doelstelling voor het
Zuiderdiep is gebaseerd op de huidige situatie, waarbij er een afwisseling in zoet en zout water is.
Het jaargemiddelde chloride gehalte is hoger dan 300 mg/l en daarmee is het huidige type M30
(brak water) bepaald. De range in chloride loopt van 150 mg/l tot 2100 mg/l. De periodiek
optredende lage chloridewaarden kunnen nu als een verstoring worden gezien ten opzichte van het
brakke watertype.
Voor de toekomstige situatie kan er een keuze worden gemaakt uit twee opties:
1 Een brak Zuiderdiep
2 Een zout Zuiderdiep met enige getijslag
Optie 1 kan worden uitgevoerd door de bestaande uitslag van de poldergemalen in stand te laten
zonder dat daarbij het Zuiderdiep zoet gespoeld wordt. Er zijn nog diverse aanvullende
maatregelen te bedenken om de situatie te optimaliseren. Op korte termijn hoeft daarover nog
geen duidelijkheid te worden gegeven.
Optie 2 omvat het via de spuisluis permanent in open verbinding brengen van het Zuiderdiep met
het zoute buitenwater, waardoor er sprake is van een zekere mate van getijslag. Er is in dat geval
sprake van een overgangstype voor de KRW. Consequentie van deze optie is dat het Zuiderdiep
gescheiden moet worden van het havenkanaal van Dirksland.
De tweede optie biedt het meeste perspectief om aan de KRW doelen te kunnen voldoen omdat de
situatie, die er ontstaat na uitvoering van de compenserende maatregelen, de natuurlijke situatie
het best benadert.
6
Voorbereiding besluitvorming uitvoering Compenserende Maatregelen Kierbesluit
6
03-2014
Organisatie van het project.
6.1 Project Waterschap is onderdeel van een groter geheel.
Op Rijksniveau is sprake van samenloop van een drietal deelprojecten als gevolg van het
Kierbesluit. Het gaat hierbij om:
a)
compenserende maatregelen ten behoeve van het waterschap;
b)
compenserende maatregelen ten behoeve van Evides;
c)
maatregelen die nodig zijn voor monitoring en bediening.
Omdat er afhankelijkheden zijn tussen de werkzaamheden van de betrokken organisaties, blijft het
project een samenwerkingsproject, met een aparte koepelorganisatie (zie ook paragraaf 6.2).
6.2 Opzet externe projectorganisatie.
Het project is georganiseerd volgens het adagium “alleen waar het kan, samen waar het moet”.
“Alleen waar het kan” :
Achterliggende gedachte achter het adagium “alleen waar het kan, samen waar het moet” is dat
het waterschap en Evides zo veel mogelijk vrijheid moeten hebben om hun maatregelen te
realiseren op de wijze zoals zij dat gewend zijn. Daarmee wordt het project zo simpel mogelijk
gehouden en worden risico’s geminimaliseerd. Partijen hebben immers lange ervaring met hun
eigen werkwijze.
Omdat de deelprojecten van het waterschap en Evides weinig inhoudelijke raakvlakken hebben en
met name Evides werkt met gespecialiseerde aannemers die grondwerkzaamheden in een vast
tempo doen, wegen de voordelen van gezamenlijke marktbenadering niet op tegen de nadelen.
Elke partij realiseert daarom zijn eigen maatregelen. De verantwoordelijkheid voor de onderdelen
techniek en contract ligt dus geheel bij de individuele organisaties (het oranje, rode en blauwe
blokje, zie figuur op pagina 8). Waterschap en Evides hebben hiervoor wel een financierings- en
verantwoordingsrelatie met Rijkswaterstaat.
“Samen waar het moet” :
De ervaring binnen dit project in de periode 2004-2010 heeft geleerd dat enkele onderdelen
afgestemd dienen te worden. Daarbij gaat het met name om omgevingsmanagement, maar ook
om afstemming, planning, voortgangsrapportage etc. Hiervoor is een samenwerkingsorganisatie
ingesteld (de groene blokken in het figuur). Partijen opereren hierin op basis van gelijkwaardigheid
en leveren hiervoor de benodigde menskracht. Vanwege het eerder genoemde adagium, wordt de
samenwerkingsorganisaties “klein en slagvaardig” ingevuld. De stuurgroep stelt hiervoor een
projectmanager aan.
7
Voorbereiding besluitvorming uitvoering Compenserende Maatregelen Kierbesluit
03-2014
Samenwerkingsorganisatie de Kier
DGRW en minister
Stuurgroep
WSHD / Evides / RWS
Rijkswaterstaat
(financier)
financiering
Projectteam
WSHD / Evides / RWS
Waterschap
(techniek en contract
kanaal e.a.)
projectmanagement
afstemming
omgevingsmanagement
planning
raakvlakmanagement
risicomanagement
voortgang
verantwoording
Evides
(techniek en contract
pijpleiding e.a)
aansturing
Rijkswaterstaat
(voorbereiding, monitoring,
bediening, nadeelcomp.)
alleen waar het kan
Voorbereidingsgroep
WSHD / Evides / RWS
verantwoording en
financiering
samen waar het moet
escaleren problemen en
voorbereiden besluitvorming
stuurgroep
voortgangsrapportage
Stuurgroep
In de stuurgroep zijn de actief participerende partijen vertegenwoordigd op directeurenniveau. Het
betreft Arnoud van Vliet (WSHD), Rob Kreuts (Evides) en Arjan Driesprong (RWS). De stuurgroep
heeft twee rollen: aansturen van projectorganisatie op o.a. voortgang en borgen van de belangen
van de deelnemende partijen.
Voorbereidingsgroep
De stuurgroep wordt voorbereid in de voorbereidingsgroep. De leden van de voorbereidingsgroep
hebben daarnaast de rol om de belangen van de eigen organisatie te borgen. Daarmee wordt
voorkomen dat de projectteamleden zich hiervoor verantwoordelijk moeten voelen, wat leidt tot
een grote kans op vertraging door interne discussies binnen het projectteam.
Projectteam koepel
Het projectteam zorgt voor afstemming tussen de verschillende onderdelen, voor een
gecoördineerd omgevingsmanagement en voor het waken over de voortgang. Het projectteam is
samengesteld uit mensen vanuit de drie organisaties. Omdat het primaat van de werkzaamheden
ligt bij de drie deelprojecten binnen de afzonderlijke organisaties (“alleen waar het kan”), is het
projectteam ingezet vanuit het principe “klein en slagvaardig”. Dat geldt zowel voor de omvang als
voor de vergaderfrequentie. Het projectteam wordt gefaciliteerd door waterschap Hollandse Delta
voor de vergaderlocatie en voor het merendeel van de benodigde disciplines (met name omgeving
en projectbeheersing). De projectmanager wordt geleverd door Rijkswaterstaat. Daarnaast zijn de
deelprojectleiders (oranje, rode en blauwe blokje, zie bovenstaande figuur ) onderdeel van het
projectteam.
6.3 Opzet interne projectorganisatie
Binnen het waterschap wordt bij het realiseren van projecten gewerkt conform de
projectmanagement-methode Prince 2 en de IPM rollen. Onderdeel daarvan is het werken met een
risicoregister en een risicomanagementstrategie (zie ook paragraaf 7.4).
In onderstaand schema is aangegeven hoe de interne projectorganisatie is vormgegeven.
8
Voorbereiding besluitvorming uitvoering Compenserende Maatregelen Kierbesluit
03-2014
Projectmanagement organisatie WSHD
CMK (HD-WAB-0126)
Stuurgroep WSHD
Opdrachtgever
Senior
Gebruiker
Stuurgroep CMK
Stuurgroep
Opdrachtgever
Gemeenten
Opdrachtgever
Arnoud van Vliet
Senior
Leverancier
Seniorgebruiker
?
WSHD
Projectborging
Evides
Voorportaal
Projectmanager
Project-support
Project
secretariaat
Planning
Financiën
Communicatie
Projectbeheersing
Contractmanager
Inkoopmanager
Teammanager techniek
Teammanager
omgeving
Teamleden
Lijnen van bevoegdheid
Verantwoordelijkheid
projectborging
Ondersteuning / advisering
Het waterschap heeft in het project ook een aantal belangrijke overkoepelende taken gekregen:
communicatie/omgevingsmanagement, planning en raming worden door het waterschap
getrokken.
9
Voorbereiding besluitvorming uitvoering Compenserende Maatregelen Kierbesluit
7
03-2014
Financiën van het project
7.1 Financiering van het project
Het uitgangspunt voor de financiering van het project is dat de kosten voor de realisatie van de
compenserende maatregelen Kierbesluit volledig door het Rijk worden gedekt. Hiertoe is in
december 2013 de 85% raming en ontwerp van de tracés aangeboden aan het ministerie van I&M.
In de totaal geraamde kosten van € 49,5 miljoen voor het onderdeel van het waterschap zit een
bijdrage in het realiseren van de maatregelen voor Voorne-Putten (€1,2 miljoen) alsmede voor
Goeree-Overflakkee (€ 1,58 miljoen). Het aandeel voor Goeree-Overflakkee is een inmiddels
vrijgemaakt en lopend krediet, het krediet voor Voorne-Putten dient nog vrijgemaakt te worden.
Voor de beheersing, de inzichtelijkheid en de verantwoording van het project zal bij de start vanuit
één totaal investeringskrediet worden gewerkt. Dit houdt in dat de ook de beide bijdragen van het
waterschap onderdeel gaan uitmaken van het totale investeringskrediet.
De voorgestelde wijze van financiering door het Rijk is een lumpsum uitkering waarbij op grond
van een jaarlijkse cashflowoverzicht benodigde bijdragen als voorschot worden uitbetaald. In geval
van een lumpsum financiering zullen bepaalde risico's wel uitgezonderd dienen te worden. Dit zal
mede onderdeel vormen van het overleg bij de totstandkoming van de realisatieovereenkomst.
De financiële vertaling van het project zal worden vastgelegd in de projectadministratie. Vanuit
deze administratie zal periodieke verantwoording over stand van zaken plaatsvinden.
7.2
Financiering van uren in het project
Voor de realisatie van het project wordt gebruik gemaakt van de inzet van interne alsook van
externe uren. Ook voor de inzet van internen en externen is het uitgangspunt dat het Rijk alle uren
voor haar rekening neemt.
Ten aanzien van de dekking van de externe uren geldt dat bij het opstellen van de 85% raming
rekening is gehouden met engineeringskosten. Hiermee zijn die uren gedekt.
De dekking van de interne uren is eveneens een onderdeel van het overleg met rijk bij de
realisatieovereenkomst.
7.3 Koepelactiviteiten
In de raming is rekening gehouden met activiteiten die door het waterschap worden uitgevoerd
namens de andere deelnemers binnen het project (RWS en Evides). Het gaat hierbij bijvoorbeeld
om de communicatie waarbij de coördinatie berust bij het waterschap. In de projectraming is
rekening gehouden met de benodigde dekking.
7.4 Uitgangspunten van de realisatieovereenkomst
Als uitgangspunten voor het opstellen en uitwerken van de realisatieovereenkomst zijn de volgende
zaken gebruikt:







De mogelijkheid om snelheid te kunnen houden in het realiseren van onderdelen die snel
gerealiseerd kunnen worden.
Laat het langzaamste onderdeel niet leidend worden voor alle onderdelen;
Bouw voort op bestaande organisatievorm (alleen waar het kan, samen waar het moet);
Risicoverdeling niet gebaseerd op de uitersten (nacalculatie, lumpsum, maar een
tussenvorm);
Eigen verantwoordelijkheid van partijen;
Vertrouwen in de partners;
Beperken van controle- en rapportagelast.
10
Voorbereiding besluitvorming uitvoering Compenserende Maatregelen Kierbesluit
03-2014
Dit heeft, na onderzoek van de verschillende financieringsmogelijkheden (o.a. HWBP en HWBP2,
maar ook Zuidas-project) geleid tot het volgende voorstel. In de realisatieovereenkomst wordt
uitgegaan van lumpsumfinanciering met uitgezonderde risico’s.
In dit specifieke geval is lumpsumfinanciering een financiële regeling waarbij het waterschap en
Evides op basis van vooraf vastgestelde criteria (goedgekeurd ontwerp, goedgekeurde raming,
planning en risicoregister) het bedrag ontvangen om de maatregelen te treffen die nodig zijn voor
de uitvoering van het rijksbesluit om de Haringvlietsluizen op een kier te zetten. Met dit bedrag
moeten alle activiteiten worden gefinancierd. Evides en het waterschap hebben daardoor de
vrijheid om te beslissen over de verdeling van de middelen ten behoeve van de compenserende
maatregelen.
Evides en het waterschap gaan beiden een (aparte) overeenkomst aan met het rijk. Het is mogelijk
dat Evides en het waterschap andersoortige regelingen treffen.
Risico’s
Operationele risico’s zijn, voor zover geïdentificeerd, meegenomen in de calculaties die ten
grondslag liggen aan de huidige raming van € 49.5 miljoen (zie paragraaf 7.1) In de raming is een
financiele vertaling opgenomen van het ‘risicoregister’. Sommige van die risico’s hebben, als zij
zich voordoen, te grote financiële consequenties voor het waterschap om te dragen. Daarom
is/wordt met het rijk afgesproken dat deze risico’s niet vallen onder de lumpsum financiering.
Voorstel is nu om de financiële consequenties van risico’s die zich voordoen groter dan € 500.000
door het Rijk worden gedragen voor risico’s kleiner dan € 500.000 (= 1% van projecttotaal)is het
waterschap financieel verantwoordelijk.
Bovenstaande afspraken vallen onder de “governance” van het project CMK. Governance is een
oorspronkelijk Engelstalig begrip dat duidt op het handelen of de wijze van besturen van, de
gedragscode van én het toezicht op organisaties. Het wordt in verband gebracht met beslissingen
die verwachtingen bepalen, macht verlenen of prestaties verifiëren. Governance is ook gerelateerd
aan consistent management, samenhangend beleid, en het opstellen van processen en
beslissingsrechten voor een bepaalde bevoegdheid. In de keuzen die zijn gemaakt in het inrichten
van de externe projectorganisatie (alleen waar het kan, samen waar het moet) is de governance
zichtbaar.
11
Voorbereiding besluitvorming uitvoering Compenserende Maatregelen Kierbesluit
8
03-2014
Gebruik van gronden en grondverwerving.
Voor de realisatie van totale compenserende maatregelen kierbesluit is circa 45 ha. grond nodig. In
het verleden is er, door de provincie Zuid-Holland op Goeree-Overflakkee al een aanzienlijke
grondpositie ingenomen. Het waterschap heeft circa 41 ha. op Goeree-Overflakkee nodig, waarvan
BBL, als overheidspartij, grofweg de helft al in eigendom heeft verworven. De overige 4 ha zijn
nodig voor het aanleggen van de compenserende maatregelen op Voorne-Putten; deze gronden
moeten nog volledig verworven worden.
De eerste stap is dat met de eigenaar van de gronden wordt besproken of het waterschap toegang
kan krijgen voor het gebruik van de gronden. Indien hierover geen overeenstemming bereikt wordt
zal vervolgens overgegaan worden tot een voorstel tot het aankopen van de gronden, onder
voorbehoud van goedkeuring door het college van Dijkgraaf en Heemraden. De afspraken hiertoe
worden vastgelegd in een akkoordverklaring. De verwerving en het bepalen van schades zal
gebeuren op basis van een taxatie van een onafhankelijke taxateur. Het waterschap streeft bij
aankoop van gronden naar minnelijke verwerving. Wordt echter na goed overleg geen
overeenstemming over aankoop bereikt met de grondeigenaar, dan kan uiteindelijk de
onteigeningsprocedure worden gestart op grond van de Onteigeningswet en de Waterwet.
Het kan voorkomen dat in het kader van de toepassing van de maatregel voorzieningen worden
aangebracht, waardoor de eigenaar van het perceel nauwelijks in het gebruik van zijn perceel
wordt beperkt. In een dergelijke situatie wenst het waterschap in onderling overleg met de
eigenaar tot overeenstemming te komen over bijvoorbeeld het vestigen van een zakelijk recht tot
het hebben van die voorzieningen in zijn perceel (zie ook: Vastgoedbeleid van het waterschap
2013).
Juridisch is het nog van belang dat het waterschap op grond van artikel 5.24 Waterwet
rechthebbenden ten aanzien van onroerende zaken de verplichting kan opleggen om aanleg en
wijziging van een waterstaatswerk en de daarmee verband houdende werkzaamheden te gedogen,
indien naar het oordeel van het waterschap de belangen van de rechthebbenden geen onteigening
vorderen. De gedoogplicht wordt in individuele gevallen bij beschikking van het waterschap
opgelegd. Het evenredigheidsbeginsel brengt vanzelfsprekend met zich mee dat een gedoogplicht
op grond van de Waterwet alleen kan worden opgelegd, indien de rechthebbenden geen
toestemming verlenen voor de aanleg of wijziging van het waterstaatswerk. Ook zijn
rechthebbenden ten aanzien van onroerende zaken gehouden onderhouds- en
herstelwerkzaamheden aan waterstaatswerken te gedogen, voor zover die werkzaamheden
geschieden door of onder toezicht van het waterschap (conform de Waterwet).
12
Voorbereiding besluitvorming uitvoering Compenserende Maatregelen Kierbesluit
9
03-2014
Relatie met andere projecten
Gebiedsontwikkelingen Noordrand GO/Windenergie
Door wijziging van het rijksbeleid, het schrappen van Deltanatuur, is voor de gemeente een nieuwe
situatie ontstaan die wederom aanpassing van het bestemmingsplan vereist. Daar komt bij dat de
gemeente zich ook met ander rijksbeleid geconfronteerd zien, namelijk
a) de inmiddels doorgevoerde gemeentelijke herindeling tot één gemeente Goeree-Overflakkee en
b) de provinciale doorvertaling van het rijksbeleid voor realisatie van ‘Wind op land’ (windmolens)
die voor het gehele eiland 250 MW bedraagt. Inmiddels zijn provincie en gemeente in gesprek over
een overeenkomst voor realisatie van windenergie.
De gemeente is bereid tot medewerking aan uitvoering van gewijzigd en nieuwe rijksbeleid indien
dit aansluit bij de wens van het eiland om te komen tot gebiedsontwikkeling. Dit betekent dat
uitvoering van rijksbeleid, realisatie compenserende maatregelen Kierbesluit en opgave voor wind
op land, gebiedsontwikkeling niet mag bemoeilijken. Waarbij de gemeente graag ziet dat de
provincie en rijk de ambitie tot gebiedsontwikkeling erkennen en indien mogelijk ondersteunen.
De provincie heeft inmiddels besloten om in relatie tot de gebiedsontwikkeling hiervoor samen met
het eiland een IRP, een Integraal Ruimtelijk Project, te willen opstellen. In het kader van het op te
stellen IRP zijn de gemeente, provincie, natuurmonumenten en het Wereldnatuurfonds (WNF)
overeengekomen om gezamenlijk een business case te laten opstellen. De business case moet
inzicht geven in de haalbaarheid van het aanwenden van (delen van) de gronden voor een
kwalitatieve en duurzame gebiedsontwikkeling die aansluit op het natuurgebied Scheelhoek.
Gemeentelijk waterplan GO
In het gemeentelijk waterplan dat voor GO is opgesteld is de maatregel opgenomen zoet
oppervlakte water aan te voeren voor Middelharnis oost en west.
Deze aanvoertracés zijn gekoppeld aan het zoetwatertracé van het project CMK.
Beningerwaard (Deltanatuur)
Deltanatuur heeft opdracht gekregen om polder Beningerwaard bij Zuidland in te richten tot natte
natuur. De polder krijgt daarmee een open verbinding met de rivier het Spui. Polder
Beningerwaard en Zuidoord zijn buitendijks gelegen landbouwgronden die tegen hoogwater
beschermd worden door een voorliggende waterkering. Om de ontwikkeling van natte natuur
mogelijk te maken zal de voorliggende waterkering van de Beningerwaard een doorsteek krijgen
waarmee de status van voorliggende waterkering vervalt. Door deze ingreep is aan de zuidzijde
van de polder Zuidoord een nieuwe dijk aangelegd. Naast de ontwikkeling van natte natuur is
polder Beningerwaard ook aangewezen om middels een inlaatgeul (kreek) in de aanvoer van zoet
water in het oostelijk deel van Voorne-Putten te voorzien als de Haringvlietsluizen op een Kier
worden gezet.
Dijkversterkingsproject Hellevoetsluis
Maatregelen voor het dijkversterkingsproject Hellevoetsluis vallen samen met te nemen
maatregelen binnen de CMK. Deze maatregelen zijn in beide projectorganisaties afgestemd.
13
Voorbereiding besluitvorming uitvoering Compenserende Maatregelen Kierbesluit
03-2014
10 Bijlagen
10.1 Korte uitleg over het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport
Het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) gaat over de financiële
rijksinvesteringen in integrale gezamenlijke oplossingen (programma’s en projecten). Om de
interne procesgang bij het Rijk van de besluitvorming over de investeringen voor een ieder
navolgbaar te maken, zijn de spelregels afgesproken. Hierin staat beschreven wat taken en rollen
van partijen zijn, evenals de besluitvormingsvereisten bij het Rijk. Deze spelregels schetsen het
proces dat een opgave of een project/programma doorloopt van verkenning, planuitwerking tot en
met realisatie, inclusief de bijbehorende vier beslismomenten.
De beslismomenten zijn: start-, voorkeurs-, project- en opleveringsbeslissing. Het doel hiervan is
om te verantwoorden hoe de beslissing tot stand is gekomen, wat de beslissing inhoudelijk bevat
en wat het eventuele vervolgtraject is. Per beslismoment dient te worden voldaan aan het
bijbehorende informatieprofiel, waar wordt ingegaan op de opgave/ probleemanalyse,
oplossingsrichtingen, betrokken partijen, financiën, besluitvorming en aanpak vervolg.
De spelregels werken daarbij als een zeef. Er is, uitgezonderd de opleveringsbeslissing, geen
automatische doorstroming van een project van de ene naar de volgende fase. Per fase wordt een
expliciete beslissing genomen over het wel of niet (blijven) opnemen van het project in het MIRT.
Hoe verder het project in de procedure komt, hoe concreter het project is. Vanaf de
planuitwerkingsfase kan integrale gebiedsverkenning worden geknipt in verschillende
(deel)projecten. Een gezamenlijke uitvoeringsstrategie moet er dan voor zorgen dat de samenhang
op gebiedsniveau bewaakt wordt.
De spelregels gelden voor alle betrokkenen bij een (mogelijke) MIRT opgave dan wel
project/programma in het ruimtelijk domein. Dit geldt voor projecten/programma’s van I&M voor
het hele proces (verkenning, planuitwerking en realisatie). Bij de gebiedsgerichte verkenning
worden ook de domeinen van EL&I en BZK meegenomen. De trekker is verantwoordelijk voor de
correcte toepassing van de spelregels. Zowel het Rijk als een decentrale overheid kan trekker zijn.
14
Voorbereiding besluitvorming uitvoering Compenserende Maatregelen Kierbesluit
03-2014
10.2 Concept Realisatie-overeenkomst compenserende maatregelen Kierbesluit/
Deel 1: Koepelovereenkomst
In de koepelovereenkomst worden de algemene afspraken tussen het ministerie van IenM, Eivdes
en waterschap vastgelegd.
15
Voorbereiding besluitvorming uitvoering Compenserende Maatregelen Kierbesluit
03-2014
10.3 Concept Realisatie-overeenkomst compenserende maatregelen Kierbesluit/
Deel 2: waterschap Hollandse Delta
16