BBN OEFENDAG REGELEMENT Hoofdstuk I Algemeen reglement oefendag BBN Hoofdstuk II Inschrijving Hoofdstuk III Restitutie Hoofdstuk IV Protest Hoofdstuk V Spelregels deelnemers algemeen Hoofdstuk VI spelregels praktijk Hoofdstuk VII Slotbepaling BBN/HJH/CIE/2011 Paraaf bestuur BBN: Paraaf CIEOEF: Hoofdstuk I ALGEMEEN REGLEMENT betreffende OEFENDAG BBN Art. 1 Belangenvereniging Bedrijfshulpverlening Nederland (BBN) gevestigd te Alkmaar, is verantwoordelijk voor de organisatie van de oefendag en de door het bestuur ingestelde commissies. Art. 2 De BBN wijst er met nadruk op dat de vereniging op geen enkele wijze aansprakelijkheid aanvaardt voor schade ontstaan door deelname aan de oefeningen. Art. 3 Voor de organisatie van activiteiten zijn door het bestuur ingesteld: de commissie BHV-oefeningen, hierna te noemen CIEOEF. Art. 4 Een commissie bestaat uit tenminste drie leden, waaronder één vertegenwoordiger van het bestuur van BBN. De commissie rapporteert aan het bestuur van BBN over de voortgang en alle verdere zaken betreffende de oefendag. Art. 5 De commissie is verplicht aan het bestuur te doen toekomen zodra de locatie bekend is: een begroting voor de betreffende dag, in te dienen vóór …….. (door het bestuur vast te stellen datum). Art. 6 Na goedkeuring door het bestuur over locatie, datum, begroting en voldoende deelname, berust de leiding van de door de commissie georganiseerde activiteiten bij de betreffende commissie (CIEOEF). Art. 7 De commissie zal niet zonder toestemming naar buiten treden namens de BBN. Deze bevoegdheid is uitsluitend voorbehouden aan het bestuur. Art. 8 Prijzen en herinneringen worden beschikbaar gesteld door het bestuur. De uitreiking geschied door of namens het bestuur. Art.9 Voor elke oefening wordt een programmaboekje opgesteld, waarin wordt opgenomen: - datum, tijd en plaats van de oefening; - naam en taak van de medewerkers; - indeling van de deelnemers; - tijdschema van de dag; - huishoudelijke regels; - de van toepassing zijnde reglementen en (aanvullende) voorschriften van het bestuur en de commissie CIEOEF. BBN/HJH/CIE/2011 Paraaf bestuur BBN: Paraaf CIEOEF: Hoofdstuk II Inschrijving Art. 10 De verwerking van de inschrijving gaat op volgorde van binnenkomst in bijzondere gevallen kan het bestuur hier van afwijken. Art. 11 Inschrijving voor deelname aan een oefendag verplicht tot betaling van het inschrijfgeld binnen 30 dagen na factuurdatum. Bij niet tijdig voldoen van de betaling zonder opgave van reden kan het bestuur het bedrijf of instelling uitsluiten van deelname. Art. 12 Indien organisatie en accommodatie dit toelaten kunnen meerdere ploegen van hetzelfde bedrijf of instelling voor een activiteit worden ingeschreven. Art. 13 Een ingeschreven ploeg bestaat uit maximaal 8 ploegleden inclusief een ploegleider, er mogen echter zes ploegleden inclusief ploegleider aan een oefening deelnemen (5+1). De ploegleider kan dus met de sterkste ploeg aan een oefening deelnemen. Hoofdstuk III Restitutie Art. 14 Indien binnen 4 weken voor de oefendag geheel of gedeeltelijk wordt geannuleerd, wordt de helft van de deelname kosten in rekening gebracht. Wordt binnen 1 week geannuleerd, dan wordt het volledige bedrag in rekening gebracht. Hoofdstuk IV Protest Art. 15 Art. 16 Indien men het niet eens is met de eind uitslag dient men dit direct kenbaar te maken tot maximaal een half uur na de sluiting van de oefeningen bij de CIEOEF, deze zal dan een onderzoek instellen en een beslissing nemen, tegen deze beslissing kan niet in beroep worden gegaan. Mocht pas later blijken dat er zich onregelmatigheden hebben voorgedaan kan men dit schriftelijk kenbaar maken binnen 5 werkdagen bij de secretaris van de BBN. Het bestuur zal de CIEOEF vragen om een onderzoek in te stellen en als en als de klacht gegrond is een beslissing nemen en dit met het bestuur bespreken zodat de secretaris van de BBN kan antwoorden. Tegen deze beslissing is geen beroep mogelijk. BBN/HJH/CIE/2011 Paraaf bestuur BBN: Paraaf CIEOEF: Hoofdstuk V spelregels deelnemers algemeen Art. 17 De BBN stelt dat de deelnemers van de BHV oefendag medisch geschikt moeten zijn voor hun taak als BHVér en dat de eindverantwoordelijkheid hiervoor berust bij hun bedrijf of instelling. Art. 18 De ploegleider en de ploegleden moeten deel uitmaken van de BHV-organisatie van hun bedrijf of instelling. Externe instructeurs zijn uitgesloten van deelname. Art. 19 De deelnemers dienen gekleed te zijn in beschermende kleding. Voorts dienen zij veiligheidsschoeisel, helm en handschoenen te dragen. Art. 20 Elke deelnemende ploeg dient te worden geleid door een ploegleider, die als zodanig herkenbaar moet zijn. Art. 21 De ploegleider is verantwoordelijk voor de houding en het gedrag van de ploegleden. Instructies aan de ploegleider gegeven gelden als zijnde verstrekt aan de hele ploeg. Art. 22 De ploegleden dienen zich strikt te houden aan de instructies van de jury leden en de veiligheidsman. Bij niet nakomen kan de CIEOEF een ploeg uitsluiten van verdere deelname. Art. 23 Inhoudelijk mogen ploegen (ook niet van het zelfde bedrijf of instelling) geen contact met elkaar of derde onderhouden over de opdrachten en of vragen. De COEOEF kan tot uitsluiten beslissen. Art. 24 Door deelname aan de oefendag cq oefening verklaart het HBHV en of ploegleider op de hoogte te zijn van de reglementen en deze te respecteren. Art. 25 Bepalingen voor jury leden De oefeningen zullen worden beoordeeld door een deskundige jury. De jury wordt aangesteld door de CIEOEF. Art. 26 De jury staat onder leiding van een juryvoorzitter. Art. 27 De jury ontvangt vooraf van de commissie richtlijnen omtrent opzet, inhoud en beoordeling van de oefening. Zij kan geen invloed uitoefenen op of wijzigingen aanbrengen in het inhoudelijke gedeelte van de oefening. Art. 28 De juryleden zijn bevoegd in te grijpen tijdens de uitvoering van een opdracht door een deelnemende ploeg indien een gevaarlijke situatie dreigt te ontstaan. Art. 29 Indien twee of meer ploegen bij de einduitslag een gelijk aantal punten hebben gehaald neemt de CIEOEF een beslissing over de volgorde van plaatsing. Art. 30 Tegen de beslissing van de jury is geen beroep mogelijk. BBN/HJH/CIE/2011 Paraaf bestuur BBN: Paraaf CIEOEF: Art. 31 Voor elke te houden oefening kunnen door de commissie (aanvullende) voorschriften gesteld, m.b.t. de samenstelling van de ploeg, de vereiste beschermende kleding, persoonlijke- en ploeguitrusting e.d. Art. 32 In onvoorziene omstandigheden tijdens de oefeningen beslist de jury. Hoofdstuk VI Spelregels voor deelnemers praktijk oefeningen Art. 33 Tijdens de praktijkoefeningen staat veiligheid voorop en dienen alle instructies van de jury c.q. veiligheidsman en of de organisatie strikt te worden opgevolgd. Art. 34 Tijdens de praktijk oefeningen is veiligheidskleding zoals Helm, overal, schoenen en handschoenen verplicht. Bij bijzondere verrichtingen kan de CIEOEF aanvullende eisen stellen, deze zullen echter dan ruim voor de oefendag worden bekend gemaakt. Hoofdstuk VII Spelregels voor deelnemers theoriequiz Art. 35 Het reglement voor oefeningen van de BBN is onverminderd van toepassing Art. 36 De quiz is verdeeld over een aantal ronden dat gelijk is aan of een veelvoud van het aantal leden van de ploeg, 1 of meer ronden voor elk ploeglid. Art. 37 Elk ploeglid dient volledig deel te nemen aan de quiz Art. 38 Bij elke ronde komt 1 lid van de deelnemende ploeg op afroep naar voren en neemt plaats achter de tafel waarop de naam van de ploeg staat aangegeven. Art. 39 In elke ronde wordt een aantal vragen mondeling gesteld, wat bij voorwerpen of onderdelen daarvan, kunnen worden getoond. Na elke vraag worden 3 antwoorden A, B en C op een scherm geprojecteerd. Art. 40 Het naar de mening van het ploeglid moet het meest juiste antwoord op het formulier dat op de tafel ligt, duidelijk worden aangekruist. Slechts 1 antwoord mag worden aangegeven. Doorgestreepte en/of gecorrigeerde antwoorden worden niet goedgekeurd. Art. 41 Voor elk antwoord is een bepaalde tijd beschikbaar . Buiten deze tijd, welke aangegeven wordt door een klok met controlelamp, is het in de hand hebben van een schrijfstift niet meer toegestaan. BBN/HJH/CIE/2011 Paraaf bestuur BBN: Paraaf CIEOEF: Art. 42 Zodra de controlelampen uit zijn, wordt door de quizmaster gezegd: "Geeft uw antwoord". Direct daarop houdt het ploeglid het betreffende bordje omhoog, zodanig dat het voor een ieder goed leesbaar is. Het omhooggehouden bordje moet dezelfde letter aangeven als op het formulier is aangekruist. Mocht blijken dat dit niet het geval is, wordt het antwoord afgekeurd. Art. 43 Na elke vraag worden de formulieren opgehaald, gecontroleerd en door de administratie verwerkt. Art. 44 Tijdens het stellen en beantwoorden van de vragen wordt de zaal volledige aandacht en stilte verwacht. Art. 45 Voor toegefluisterde antwoorden al of niet overgenomen worden geen punten toegekend. Art. 46 Elke ploeg kan eenmalig, voorafgaand aan een ronde naar keuze een beschikbaar gestelde joker inzetten. Art. 47 Elk goed antwoord levert 5 punten op. Voor de ronde waarvoor de joker is ingezet, levert elk goed antwoord 10 punten op. Voor elk onjuist antwoord, in de ronde waarvoor de joker is ingezet, worden 5 punten afgetrokken. Art. 48 Het medebrengen van studieboeken en/of andere hulpmiddelen niet toegestaan. De vragen komen uit bestaand lesmateriaal wat beschikbaar is t.a.v. BHV opleidingen. Bij een meningsverschil over de vraag of vraagstelling beslist de jury over het meest juiste antwoord of zet een reserve vraag in. De beslissing van de jury is bindend. Art. 49 SLOTBEPALING Art. 50 In alle gevallen waarin dit reglement en nader uitgewerkte reglementen voor activiteiten van de BBN oefendag niet voorzien, beslist het bestuur in samenspraak met de door het bestuur ingestelde CIEOEF. BBN/HJH/CIE/2011 Paraaf bestuur BBN: Paraaf CIEOEF:
© Copyright 2024 ExpyDoc