Als school agressie voorkomen en aanpakken Brussel, 25 april en 6 mei 2014 Begeleiding: Hilde Leonard Opleiding pedagogiek KUL 10 jaar vormingswerk met jongeren Navorming voor Refleks weerbaarheidscentrum Sinds 2004 zelfstandig nascholer: - ondersteuning van leerkrachten en teams (BaO / SO) rond moeilijk gedrag en sociale vaardigheden - agressiebeheersing in sociale sector Contact: [email protected] Agressie = grensoverschrijdend gedrag Agressie = gedrag waarbij iemand andere mensen psychologisch of lichamelijk kwetst en/of materiaal kapotmaakt. uitgangspunt: aanvoelen van het slachtoffer de agressor is zich niet altijd bewust van het effect van z’n gedrag. Samenstelling: [email protected] 1 Waarom grens als start? grens = signaal dat er iets gebeurt dat niet goed is voor jou - oplossingen zoeken is belangrijk om je gevoel van welbevinden te herstellen - als dat niet lukt: onmacht - bij herhaling: je gevoel van welbevinden en competentie wordt aangetast - Een probleem met grenzen Grenzen zijn subjectief en verschillen sterk tussen mensen Waar je grens ligt, hangt o.m. af van: • • • • je waarden, normen, opvoeding, culturele achtergrond, ervaringen wie de ander is, je relatie met hem/haar de context waarin het gedrag gebeurt (op school / op straat / thuis) het moment van de dag Opdracht Vul individueel oefening 1 in In groepjes: - Overloop per blok wat jullie aangeduid hebben en speur naar gelijkenissen en verschillen - Formuleer enkele besluiten uit deze oefening. Samenstelling: [email protected] 2 Enkele tendensen meest agressie in BuSO en BuBaO meer fysieke agressie in BaO dan in SO leerlingen vaker slachtoffer van agressie dan leerkrachten; leerkrachten vaker dan directeurs of leerlingenbegeleiders - leerkrachten SO meer slachtoffer van agressie door lln dan in BaO (uitz: fysiek geweld) - agressie door ouders: meestal intimidatie of dreigen, grotere impact dan leerlingenagressie. - Bron: Van Wonderen, 2004 (Nederland) Onveiligheidsgevoelens - staan los van de reële kans op het meemaken van agressie wél gelinkt aan de kans die een leerkracht denkt te hebben om agressie mee te maken leerkrachten met een positieve werkbeleving voelen zich veiliger geen relatie met objectieve werkplekkenmerken (vb. aantal klassen waarin men lesgeeft, voltijds/ deeltijds werken,…) - leefklimaat op school is een cruciale factor! Bron: Vettenburg en Huybregts, 2001. Agressie voor de agressor = is een manier om voor zichzelf op te komen - aanleiding = een probleem, bedreiging, grens die overschreden wordt - egocentrisch gedrag, agressor verliest zicht op anderen - resultaat: gedrag dat voor anderen, materialen en/of zichzelf schadelijk (kwetsend) is. Samenstelling: [email protected] 3 Ontwikkeling van agressie Agressie in de ontwikkeling van kinderen is tot op zekere hoogte “normaal”: Fysieke agressie piekt op rond 3 jaar Meer fysieke agressie bij jongens - Meisjes meer indirecte agressie en zelfbeschadiging - Pestgedrag piekt tussen 10 en 14 jaar - Pubers: schoolgebonden normovertredend gedrag en statusdelicten (daalt vanaf 17jaar) - Agressie gebruiken is een kwestie van: Balans tussen risico- en beschermende factoren - Individuele capaciteiten (vb. taalbeheersing, fysieke kracht, weerbaarheid…) - Voorbeelden in de omgeving (niet alleen thuismilieu, ook maatschappij, vrienden… en school!) - Ervaring (wat werkt? wanneer negatieve gevolgen?) - De situatie hier-en-nu: gevoel, triggers,… Agressie en gedragsprobleem Kenmerken van een kind of jongere die vaak agressief gedrag vertoont: - Weinig zelfcontrole Weinig invoelingsvermogen in anderen Geen zicht op verschillen en gelijkenissen tussen problemen Geen zicht op eigen gedrag of het effect ervan Weinig doorzettingsvermogen Neiging tot één oplossingsvorm Samenstelling: [email protected] 4 Maatschappelijke context Individuele ontplooiing / alles onder controle = centraal thema in de huidige westerse maatschappij. Intuïtie: - Grensoverschrijdingen worden sneller problematisch ervaren; - Mensen gaan sneller over grenzen (grens assertief / agressief); Maatschappelijke context Pluralisme: er is veel “mogelijk correct” gedrag - Jongeren moeten leren wat kan en niet kan in welke situatie Lkr en ll niet altijd zelfde idee over wat kan en niet kan Grotere gelijkwaardigheid i.p.v. strakke hiërarchieën - Autoriteit is een verdacht woord geworden (“omdat ik het zeg!”) Gezag wordt niet meer gelegitimeerd vanuit je functie, maar vanuit je eigen handelen Gevolgen voor schoolbeleid School zonder agressie bestaat niet! - Agressie voorkomen waar mogelijk - Aanpakken waar noodzakelijk Schoolbeleid enten op context - Maatschappelijke factoren (overal gelijk) - Schooleigen factoren Vb. doelgroep, ligging,… = Whole School Approach Samenstelling: [email protected] 5 Reflectie Stel: je school heeft een goed functionerend agressiebeleid. Wat zal je dan merken aan leerlingen, leerkrachten, ouders,…? Wat doen ze? Hoe voelen ze zich? Hoe gaan ze met elkaar om? Op welke momenten maakt dat vooral een verschil? Wat is er dan anders? Oefening In groepjes Lees oefening 2 (De motievenkaart) eerst grondig door. Vul dan individueel in (1ste en 2de kolom). Probeer in je groepje tot een consensus te komen over jullie top 5 (3de kolom) Stap 1: willen = eerste stap van een agressiebeleid - Erkenning is de eerste stap: er is agressie op onze school, we ervaren het als een probleem - We kiezen om eraan te werken directie centraal werkgroep samenstellen (representatitiviteit!) team nauw betrekken (vbn. doelenoefening, motievenkaart) Samenstelling: [email protected] 6 Stap 1: willen = eerste stap van een agressiebeleid - Erkenning is de eerste stap: er is agressie op onze school, we ervaren het als een probleem - We kiezen om eraan te werken directie centraal werkgroep samenstellen (representatitiviteit!) team nauw betrekken (vbn. doelenoefening, motievenkaart) De preventiepiramide = overzicht van alle elementen nodig voor een volledig agressiebeleid. Fundamenteel - Integraal - Welbevinden als richtsnoer - ontwikkeld door Johan Deklerck, criminoloog aan de KULeuven, boek bij Acco. De preventiepiramide Probleem 4 3 2 Probleemaanpak Specifieke preventie -oriëntatie Algemene preventie +oriëntatie Leefklimaatbevordering 1 Brede maatschappelijke context 0 Welzijn Samenstelling: [email protected] 7 Niveau 0: (Maatschappelijke) context = de bedding (mogelijkheden én beperkingen) waarin de school functioneert - Kan je niet meteen wijzigen, wel belangrijk om rekening mee te houden De preventiepiramide Probleem Probleemaanpak 4 Specifieke preventie 3 -oriëntatie Algemene preventie 2 +oriëntatie Leefklimaatbevordering 1 Brede maatschappelijke context 0 Welzijn Niveau 4: Probleemaanpak = het agressieve gedrag doen stoppen + de gevolgen van het agressieve gedrag beperken en herstellen reactie op moment van de feiten • opvolging door coördinatie / directie /… • ZIE DAG 2 Samenstelling: [email protected] 8 De preventiepiramide Probleem Probleemaanpak 4 Specifieke preventie 3 -oriëntatie Algemene preventie 2 +oriëntatie Leefklimaatbevordering 1 Brede maatschappelijke context 0 Welzijn Niveau 3: Specifieke preventie = rechtstreeks voorkomen van agressief gedrag (verhinderen / ontraden / onmogelijk maken) • • • • regels en structuur toezicht lokalen op slot straf- en beloningssysteem, volgkaart = meestal repressief of inperkend: zuinig mee omspringen! De preventiepiramide Probleem 4 3 2 Probleemaanpak Specifieke preventie -oriëntatie Algemene preventie +oriëntatie Leefklimaatbevordering 1 Brede maatschappelijke context 0 Welzijn Samenstelling: [email protected] 9 Niveau 2: Algemene preventie = voorkomen van agressief gedrag door het verruimen van de mogelijkheden van leerlingen en personeel • Sociale vaardigheden, klasklimaat stimuleren • Ondersteuning voor specifieke leerlingen • Nascholing voor leerkrachten De preventiepiramide Probleem 4 3 2 Probleemaanpak Specifieke preventie -oriëntatie Algemene preventie +oriëntatie Leefklimaatbevordering 1 Brede maatschappelijke context 0 Welzijn Niveau 1: Leefklimaatbevordering = werken aan een goed leefklimaat Welbevinden van alle betrokkenen: leerlingen, personeel, ouders • Goede onderlinge relaties (leerlingen en team) • Communicatie, participatie, verantwoordelijkheid, verbondenheid • Samenstelling: [email protected] 10 De preventiepiramide Probleem Probleemaanpak 4 Specifieke preventie 3 -oriëntatie Algemene preventie 2 +oriëntatie Leefklimaatbevordering 1 Brede maatschappelijke context 0 Welzijn Oefening Groepjes, zie oefening 3 in syllabus Kies een verslaggever. Kies als groepje één thema waarrond jullie deze oefening zullen maken. Noteer zoveel mogelijk “mogelijke” invullingen voor specifieke en algemene preventie. Oefening Groepjes, zie oefening 4 in syllabus Ronde: - Op welk niveau zijn we op school goed bezig? - Waar denk ik dat werkpunten voor mijn school zitten? Samenstelling: [email protected] 11 Op weg naar een agressiebeleid Vijf fasen die altijd weer herhaald kunnen worden - Met een werkgroep omwille van haalbaarheid - Met véél terugkoppeling naar het hele team! - Stap 1: willen = eerste stap van een agressiebeleid - Erkenning is de eerste stap: er is agressie op onze school, we ervaren het als een probleem - We kiezen om eraan te werken directie centraal werkgroep samenstellen (representatitiviteit!) team nauw betrekken (vbn. doelenoefening, motievenkaart) Stap 2: weten - - Objectief gegeven: hoeveel agressie is er op onze school? • als het kan o.b.v. bestaande documenten • eventueel registratieformulier (zie bijlage 1) • risico-analyse: waar zijn de ergste incidenten? wie loopt het meest gevaar? Subjectief: hoe veilig voelen mensen zich op onze school? • Veiligheidsthermometer (zie bijlage 2) • Incidenten analyseren vanuit perspectief verschillende betrokkenen Samenstelling: [email protected] 12 Stap 2: weten Inventariseer welke acties reeds genomen worden. - Evalueer de huidige aanpak van agressie-incidenten vanuit de verschillende betrokkenen (slachtoffer(s), dader(s), leerkrachten, ouders,…) (volgende lesdag) - Evalueer de huidige preventieve aanpak: met welke vorm(en) van preventie zijn we vooral bezig? preventiepiramide andere modellen: zie Deboutte, 2008. Werkgroep, het team als klankbord. Stap 3: wegen Bepaal prioriteiten: • • • • Haalbaarheid: kleine, zichtbare resultaten geven hoop en motivatie Grootste pijnpunten aanpakken trekt sceptici over de streep Liever kleine stapjes dan groots opgezette campagnes Bevraag in deze fase het team en zoek naar een breed draagvlak Stap 4: werken Stap 5: waken Evalueer en stuur bij indien nodig: - product: wat zijn de resultaten van onze aanpak? objectief én subjectief! - proces: is iedereen betrokken? is iedereen tevreden over de manier van werken? Samenstelling: [email protected] 13 Huiswerk! Zie oefening 7 (eerste pagina) Vul dit werkblad in a.d.h.v. één representatieve casus voor je school. Als school agressie voorkomen en aanpakken Lesdag 2 – 6 mei 2014 Probleemaanpak = top preventiepiramide a. a. b. Onmiddellijke reactie op incidenten stoppen incident + herstel veiligheid Opvolging en herstel naar alle betrokkenen Evaluatie (terugkoppeling) Eerste en tweede lijn Wat feitelijk gebeurt + wat voorgeschreven is (protocol) Samenstelling: [email protected] 14 Fysiologie bij agressie Effect stresshormonen: - Ademhaling en hartslag versnellen - Alertheid neemt toe, gericht op bedreiging - Vlucht – vechtreactie wordt voorbereid Gevoel van bedreiging Stresshormonen stijgen veilig gevoel: stresshormonen dalen Basisniveau stresshormoon (adrenaline, cortisol,…) Actieschema Grens voelen en niet verschuiven Controleer je emoties Schat de situatie in Neem controle en kies de juiste strategie Rond het incident af naar de agressor, jezelf en andere betrokkenen. Opdracht Filmfragment Entre les murs, Laurent Cantet Welke elementen doen deze situatie escaleren? Wat had de leerkracht kunnen doen om escalatie te vermijden? Samenstelling: [email protected] 15 Transactioneel model Leerlingkenmerken Leerlingkenmerken Leerlingkenmerken Leerkrachtkenmerken Leerkrachtkenmerken Leerkrachtkenmerken Leerkracht en leerlingen beïnvloeden elkaar voortdurend wederzijds! Complexiteit in de klas: voortdurende invloed van mede-leerlingen Eigen emoties bij moeilijk gedrag Irritatie, kwaadheid, verontwaardiging,… Bewustzijnsvernauwing controleverlies Woede-uitbarsting, blokkeren,… Irritatie en kwaadheid hanteren - adem traag en diep in en uit maak kleine, gecontroleerde bewegingen tel tot 10 praat langzaam en met een diepe stem ga wat achteruit of ga even naar een andere ruimte denk even aan iets anders: gelukkig heb ik zo meteen koffiepauze denk: waarom is die zo boos? denk: dit heeft niet met mij persoonlijk te maken roep op tijd hulp in: je hoeft geen held te zijn! Samenstelling: [email protected] 16 Reageren op agressie-incidenten De basis: Maak duidelijk dat het gedrag niet kan en stop het gedrag Rechtstreeks als het kan Onrechtstreeks als dat een beter effect heeft • • Instrumentele agressie doelgericht , gecontroleerd, weloverwogen de emoties lijken niet ‘echt’ - doel is inhoudelijk (“ik wil dit probleem weg”) én relationeel (“ik wil bepalen hoe dit afloopt”) - herkenbaar patroon en opbouw: het werkt elke keer weer - dreigementen en manipulaties (subtiel-openlijk) - Reageren op instrumentele agressie - duidelijke grenzen als basis risico op machtsstrijd: vermijd escalatie! ontmijnen = controle nemen zonder de strijd op de spits te drijven vbn. uitstel van reactie, humor, keuze geven,… Samenstelling: [email protected] 17 Frustratieagressie de emmer loopt over, kwaadheid is niet in verhouding de emoties zijn ‘echt’ , de basis is onmacht of angst het kan iedereen overkomen (gedeeltelijk) controleverlies verwijten én een sterk fysieke spanning - Fysiologie bij frustratieagressie 1 2 3 4 5 bewustzijnsvernauwing / fixatie op bedreiging risico nieuwe uitbarsting kan tot 90 min. duren! controleverlies mogelijk besef, gesprek Reageren op frustratieagressie Soms lukt het de leerling zich te herpakken als je de grens aangeeft. Bij sterk controleverlies: - luister, laat uitrazen breng begrip over voor het gevoel van de ll. help oplossing voor onmacht zoeken laat even afkoelen, vluchtweg de grens komt daarna pas. Samenstelling: [email protected] 18 Opdracht Case study Betty (oefening 6 in syllabus) Lees deze casus individueel Bespreek per twee de vragen onderaan de tekst. Gradaties in impact van agressie Traumatische gebeurtenis éénmalig, onverwacht, intense angst, dreiging doodsgevaar, volledig machteloos Schokkende ervaring intense emoties, je ziet het aankomen, veiligheid bedreigd Nare gebeurtenis irritatie, frequentie beïnvloedt werkplezier Komt bovenop basisstress (privé én professioneel) Subjectieve beleving! Verwerking van agressie Verwerking = normale reactie op een abnormale gebeurtenis - Golfbeweging: herbeleving, verhoogde waakzaamheid, neiging om te vermijden en verdoofd gevoel - dooft na enkele dagen, weken of maanden uit (grote individuele verschillen) - Twee belangrijke factoren: steun uit de omgeving + actieve copingstijl - Bij blokkade: professionele hulp aangewezen Samenstelling: [email protected] 19 Na een agressie-incident Afronding naar de slachtoffers Wie: slachtoffer, collega’s, getuigen,… herstel veiligheid: waar is de dader? - opvanggesprek: - zorgen dat slachtoffers op hun gemak kunnen zijn uitrazen, spuien,… emotionele beleving van het incident reconstructie van de feiten en verbinden met emoties belangrijke boodschap: jou treft geen schuld! Je hebt gedaan wat je kon wij – de organisatie – volgen dit verder op en proberen herhaling in de toekomst te voorkomen Na een agressie-incident Afronding naar de dader(s): - eerst afkoelen! opvanggesprek: - markering: • reconstructie van de feiten / beleving van de dader • wat je gedaan hebt, kan niet! • volgens sanctiebeleid van de organisatie - herstel gevolgen van gedrag / hoe goedmaken? - ondersteuning hoe herhaling in de toekomst voorkomen? Veranderende visie op gezag / opvoeding - Voor ‘60: één visie op autoriteit (afstand, gehoorzaamheid, straf, “omdat ik het zeg!”, “wie niet horen wil, moet voelen.”) - Jaren ‘60-’70: gehoorzaamheid aan gezag wordt afgezworen opvoeding gebaseerd op warmte en empathie, praten en onderhandelen Basisidee: kinderen worden gelukkige, zelfstandige volwassenen als ze ruimte krijgen om in vrijheid op te groeien bij conflict: samen uitpraten Samenstelling: [email protected] 20 Veranderende visie op gezag Deze twee opvoedingsidealen leven momenteel naast elkaar: - Oude autoriteit: “ze moeten gewoon luisteren naar mij, want ik ben de leerkracht” controle, regels en grenzen, roep om een sanctiebeleid heimwee naar vroeger - Permissieve opvoeding: “leerlingen die moeilijk doen, hebben het moeilijk” opvoeden door maximaal rekening te houden met noden en behoeften van leerlingen (je moet begrijpen, zo’n moeilijke thuissituatie…) bij problemen: praten, begeleiding, therapie Veranderende visie op gezag Jaren ‘80: - - onderzoek: permissieve opvoeding leidt tot allerlei problemen (drugs, agressie, depressie, negatief zelfbeeld,…) ervaring moeilijkheden te kunnen overwinnen = essentieel voor ontwikkeling zelfwaardegevoel! kinderen hebben naast warmte en empathie ook grenzen nodig Dus: terug naar oude autoriteit? Of iets nieuws? Nieuwe autoriteit (Haim Omer) Nieuwe concept: zelfcontrole en weerstaan! controleren van jongere = illusie, je kan alleen jezelf controleren straf is poging tot controle, weerstaan en volhouden geven de boodschap: “het is mijn plicht”, “ik ben je leerkracht” Leerling heeft keuze, maar bij destructief gedrag is het plicht van de volwassene om te weerstaan en vol te houden (= Geweldloos Verzet) Vermijden van escalatie = belangrijk! Samenstelling: [email protected] 21 Als moeilijk gedrag een patroon wordt Welke gevoelens en gedachten gaan er dan door je heen? - Gezag wordt vaak als iets persoonlijks gezien. Bij herhaald probleemgedrag: “ze kan haar klas niet aan!” Gaat uit van het idee dat je gedrag van leerlingen 100% kan (moet!) controleren… klopt niet! Hoe kijk je naar collega’s die het moeilijk hebben met een leerling of groep waar jij goed mee kan werken? Steun is essentieel voor gezag Erken: opvoeden is te moeilijk om alleen te doen, zeker bij hardnekkig probleemgedrag - Als leerlingen voelen dat je elkaar niet steunt, kunnen ze opvoeders “uit elkaar spelen!” - Nieuwe autoriteit (Haim Omer): Gezag is niet iets dat je hebt… of niet Gezag krijg je door steun vanuit breed netwerk! Een netwerk van collega’s - Durf praten over moeilijkheden Overleg met collega’s en vraag raad (overgangsgesprekken: wat werkt goed voor deze leerlingen?) - Collega’s kunnen ook actief ondersteunen opvang van een leerling in een andere klas een leerling van een andere klas aanspreken directeur, zoco,… geven samen de boodschap dat ze op de hoogte zijn, dat het moet stoppen en dat ze het in de gaten zullen houden Samenstelling: [email protected] 22 Steun van ouders Ouders benaderen als deskundige Start bij intake: “wat moeten wij over je kind weten om het goed te kunnen begeleiden?” - Bij probleemgedrag: “Alleen kunnen we het niet. We zouden graag hebben dat u ons helpt.” - Voorbeelden van hulp door ouders: - Kind thuis aanspreken Gesprek met kind, samen met een leerkracht Alle ouders van een klasgroep samen aanspreken Steun van medeleerlingen Actie voor de ogen van medeleerlingen vervangen door mededeling achteraf: “dit gedrag kan niet en dit doen wij om dit op te volgen.” - Leerlingen mee verantwoordelijk voor het goed functioneren van de klasgroep - vanaf de start: “Wat hebben jullie nodig om goed te functioneren? Hoe gaan we elkaar hier bij helpen?” hulp voor leerlingen die het extra moeilijk hebben vb. spijbelen Literatuur Omer, Haim, Geweldloos Verzet in gezinnen, Houten, Bohn Stafleu Van Loghum, 2007 Omer, Haim, Nieuwe Autoriteit, Amsterdam, Hogrefe, 2011 www.newauthority.net www.bigv.be (Belgisch Instituut Geweldloos Verzet), zie platform onderwijs www.ua.ac.be/CNO (opleidingen NA en GV) Samenstelling: [email protected] 23 Opdracht Oefening 7 in syllabus Bespreek één casus - Beschrijf de feiten - evalueer samen de geboden aanpak: wat zat goed, wat kan beter? Plenair: kwaliteitscriteria goede ondersteuning? Hulp tijdens een incident Wie met de situatie bezig is, bepaalt of er hulp komt Hulp erkent de deskundigheid van het personeelslid Als het kan, beslist het eerste personeelslid wat er moet gebeuren. Bekijk achteraf hoe je je eigen positie terug herstelt. Opdracht Neem één mogelijke belemmering bij het invoeren van een schoolbreed agressiebeleid. Hoe zou je hierop kunnen anticiperen? - Hoe kan je er mee omgaan? - Betrek in je antwoord elementen uit beide lesdagen! Samenstelling: [email protected] 24
© Copyright 2025 ExpyDoc