Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen Academiejaar 2013 – 2014 Chemische synthese en enzymatische hydrolyse van 4-(cyaanmethyl)azetidin-2-onen Jeroen Bomon Promotoren: Prof. dr. ir. M. D’hooghe Prof. dr. T. Desmet Tutoren: dr. ir. K. Mollet ir. K. De Winter Masterproef voorgedragen tot het behalen van de graad van Master in de bio-ingenieurswetenschappen: Chemie en bioprocestechnologie Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen Academiejaar 2013 – 2014 Chemische synthese en enzymatische hydrolyse van 4-(cyaanmethyl)azetidin-2-onen Jeroen Bomon Promotoren: Prof. dr. ir. M. D’hooghe Prof. dr. T. Desmet Tutoren: dr. ir. K. Mollet ir. K. De Winter Masterproef voorgedragen tot het behalen van de graad van Master in de bio-ingenieurswetenschappen: Chemie en bioprocestechnologie De auteur en de promotoren geven de toelating deze Masterproef voor consultatie beschikbaar te stellen en delen ervan te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting de bron uitdrukkelijk te vermelden bij het aanhalen van resultaten uit deze Masterproef. The author and the promoters give the permission to make this Master dissertation available for consultation and to copy parts of it for personal use. Every other use is subject to the copyright law, more specifically the source must be extensively specified when using results from this Master dissertation. 6 juni 2014 De promotoren, Prof. dr. ir. M. D’hooghe De auteur, Prof. dr. T. Desmet Jeroen Bomon WOORD VOORAF Vijf jaar geleden, in de zesde Latijn-wiskunde, maakte ik de keuze om een wetenschappelijke opleiding te gaan studeren aan de Universiteit Gent. Het feit dat het eerste jaar bio-ingenieur een zeer ruime wetenschappelijke kennis biedt, heeft mij over de streep getrokken om deze opleiding aan te vatten. De vakken chemie in de eerste twee jaren boeiden mij het meest waardoor de keuze voor de richting Chemie en Bioprocestechnologie snel gemaakt was. Op dit moment ben ik tevreden een Masterproef te kunnen voorleggen, waarin de werelden van de organische chemie en biokatalyse samen komen. In dit woord vooraf wil ik graag iedereen bedanken die bijgedragen heeft tot het finaliseren van dit eindwerk. In de eerste plaats wens ik mijn promotor, prof. dr. ir. Matthias D’hooghe, te bedanken voor de schitterende begeleiding en motivatie. De aangename en ontspannen manier van omgang, uw enthousiasme en het feit dat uw deur altijd open stond voor vragen hebben zeker een positieve invloed gehad op de inspanningen doorheen het jaar. Ook wens ik mijn copromotor, prof. dr. Tom Desmet, te bedanken voor de eveneens aangename begeleiding en het nalezen en verbeteren van het enzymatisch deel van deze Masterproef. Een volgende bedanking is voor mijn tutoren dr. ir. Karen Mollet en ir. Karel De Winter. Karen, ik bedank jou voor de vele uren tijd die je in het verbeterwerk van mijn teksten en spectra gestoken hebt tijdens de laatste maanden. Je bent een van de meest veeleisende tutoren in het labo, maar je gedrevenheid en eeuwige passie voor de organische chemie hebben zeker positief bijgedragen tot mijn motivatie om tot dit mooie geheel te komen. Ook wil ik je bedanken voor de babbeltjes en het lachen tussen het vele werk door. Karel, jou wil ik bedanken om mij te introduceren in de wondere wereld van de enzymen en om mij enthousiast een deel van je kennis door te geven en zeker voor de begeleiding en sfeer op de tweede verdieping van blok B. Iemand die ook zeker bedankt dient te worden is (bijna dr.) Matthias Moens om me wegwijs te maken in het labo en om me gedurende het hele eerste semester te begeleiden. Ook bedankt dat ik voor al mijn vragen bij jou terecht kon gedurende het ganse jaar! Verder wens ik jou veel succes bij het weldra verdedigen van je doctoraat. Naast mijn begeleiders wil ik ook de andere doctoraatsstudenten van beide labo’s bedanken voor de hulp bij alle apparatuur. Iemand die zeker een extra bedanking verdient is ir. Nicola Piens voor de vele babbels, de grappige opmerkingen en het feit dat je altijd bereid was om te helpen. Verder wens ik alle collega-thesisstudenten te bedanken voor de sfeer binnen en buiten het labo. Het kerstfeestje en de uitstap naar Bellewaerde waren zeker enkele hoogtepunten. In het bijzonder wil ik Lena bedanken voor de vele uren die we naast elkaar in beide labo’s stonden, waarin we goed en aangenaam samengewerkt hebben. Yves, jou wil ik bedanken voor onze dagelijkse babbels voor halfnegen. Verder bedank ik nog Jan-Klaas, Sofie en Lieselotte om Tafel 1 zo onvergetelijk te maken! Uiteraard was er ook nood aan ontspanning tijdens dit zeer drukke jaar. Hiervoor bedank ik mijn vrienden, zowel in Gent als in Aalst, voor de leuke middagpauzes en de vele babbels over alles behalve de thesis. Ik zou ook graag mijn ouders bedanken voor alle kansen die ik al gekregen heb en om altijd in mij te geloven. Als laatste bedank ik mijn vriendin Elien om er elke dag voor mij te zijn. Ik was dit jaar waarschijnlijk niet de gemakkelijkste maar nu begrijp ik echt de stress die jij vorig jaar ook had. Bedankt voor de vele liefde en steun de afgelopen jaren! Jeroen Bomon, 6 juni 2014 INHOUDSOPGAVE 1 2 Situering en doel ........................................................................................................ 1 1.1 Situering .......................................................................................................................................... 1 1.2 Doel ................................................................................................................................................. 3 Literatuuroverzicht .................................................................................................... 7 2.1 2.1.1 Synthese van trans-3-[1-(tert-butyldimethylsilyloxy)ethyl]-4-(1-carboxyethyl)azetidin-2-on .......... 7 Synthese uitgaande van 3-[1-(tert-butyldimethylsilyloxy)ethyl]-4(methoxycarbonylmethyl)azetidin-2-on ............................................................................... 7 2.1.2 Synthese uitgaande van 4-acetoxy-3-[1-(tert-butyldimethylsilyloxy)ethyl]azetidin-2-on ........... 8 2.1.3 Synthese uitgaande van (R)-methyl-3-hydroxybutyraat ......................................................... 9 2.2 Het gebruik van trans-3-[1-(tert-butyldimethylsilyloxy)ethyl]-4-(1-carboxyethyl)azetidin-2-on in de synthese van carbapenemen ......................................................................................................... 10 2.3 2.3.1 Het gebruik van 1-benzyloxy-4-(2-carboxyethyl)azetidin-2-on in de organische chemie ................ 13 1-Benzyloxy-4-(2-carboxyethyl)azetidin-2-on als intermediair in de synthese van carbacephemen ............................................................................................................... 13 2.3.2 1-Benzyloxy-4-(2-carboxyethyl)azetidin-2-on als intermediair in de synthese van andere bicyclische β-lactamen ...................................................................................................... 14 2.4 3 Besluit ........................................................................................................................................... 16 Bespreking van de resultaten ....................................................................................17 3.1 Synthese van (3R,4S)-4-(cyaanmethyl)azetidin-2-onen .................................................................. 17 3.1.1 Synthese van (R)-glyceraldehyde acetonide ........................................................................ 18 3.1.2 Synthese van (E)-N-[((4S)-2,2-dimethyl-1,3-dioxolaan-4-yl)methylideen]aminen ................... 19 3.1.3 Synthese van (3R,4S)-4-[(4S)-2,2-dimethyl-1,3-dioxolaan-4-yl]azetidin-2-onen ...................... 19 3.1.4 Synthese van (3R,4S)-4-[(1S)-1,2-dihydroxyethyl]azetidin-2-onen ........................................ 22 3.1.5 Synthese van (3R,4R)-4-formylazetidin-2-onen ................................................................... 22 3.1.6 Synthese van (3R,4S)-4-(hydroxymethyl)azetidin-2-onen ..................................................... 24 3.1.7 Synthese van (3R,4S)-4-(tosyloxymethyl)azetidin-2-onen .................................................... 24 3.1.8 Synthese van (3R,4R)-4-(joodmethyl)azetidin-2-onen .......................................................... 26 3.1.9 Synthese van (3R,4S)-4-(cyaanmethyl)azetidin-2-onen ........................................................ 26 3.2 Synthese van cis-4-formyl-1-isopropyl-3-methoxyazetidin-2-on .................................................... 28 3.2.1 Pogingen tot synthese van glyceraldehyde acetonide .......................................................... 28 3.2.2 Synthese van glyoxal-bis-(N-isopropylimine)....................................................................... 29 3.2.3 Poging tot synthese van cis-4-formyl-1-isopropyl-3-methoxyazetidin-2-on uitgaande van glyoxal-bis-(N-isopropylimine) ........................................................................................... 30 3.3 3.3.1 Clusterscreening .............................................................................................................. 34 3.3.2 Enzymatische hydrolyse van 4-cyaanmethyl-β-lactamen ..................................................... 36 3.3.3 Verdere testreacties teneinde het verhogen van de reactiesnelheid .................................... 38 3.3.4 Opschaling ....................................................................................................................... 39 3.3.5 Besluit ............................................................................................................................. 40 3.4 5 Chemische hydrolyse van (3R,4S)-4-(cyaanmethyl)azetidin-2-onen ............................................... 41 3.4.1 Pogingen tot zure hydrolyse van (3R,4S)-1-butyl-4-cyaanmethyl-3-fenoxy-azetidin-2-on ....... 41 3.4.2 Pogingen tot alkalische hydrolyse van (3R,4S)-1-butyl-4-cyaanmethyl-3-fenoxy-azetidin-2-on 41 3.4.3 Besluit ............................................................................................................................. 42 3.5 4 Enzymatische hydrolyse van (3R,4S)-4-(cyaanmethyl)azetidin-2-onen .......................................... 33 Toekomstperspectief ..................................................................................................................... 43 3.5.1 Synthese van cis-4-formylazetidin-2-onen .......................................................................... 43 3.5.2 Reactiviteitsstudie van (3R,4S)-4-(carboxymethyl)azetidin-2-onen ....................................... 43 3.5.3 Synthese en hydrolyse van 4-cyaanethyl-β-lactamen .......................................................... 44 Samenvatting en besluit ............................................................................................47 4.1 Samenvatting ................................................................................................................................ 47 4.2 Besluit ........................................................................................................................................... 50 Experimenteel deel ...................................................................................................51 5.1 Analysemethoden ......................................................................................................................... 51 5.1.1 Dunnelaagchromatografie (TLC) ........................................................................................ 51 5.1.2 Preparatieve dunnelaagchromatografie (prep. TLC) ............................................................ 51 5.1.3 Kolomchromatografie ....................................................................................................... 51 5.1.4 Automatische kolomchromatografie .................................................................................. 51 5.1.5 Preparatieve HPLC ............................................................................................................ 52 5.1.6 NMR-spectroscopie .......................................................................................................... 52 5.1.7 Infraroodspectroscopie..................................................................................................... 52 5.1.8 Massaspectrometrie ......................................................................................................... 52 5.1.9 Vloeistofchromatografie-Massaspectrometrie .................................................................... 52 5.1.10 Gaschromatografie ........................................................................................................... 53 5.1.11 Smeltpuntbepaling ........................................................................................................... 53 5.1.12 Elementaire analyse ......................................................................................................... 53 5.1.13 Optische rotatie ............................................................................................................... 53 5.1.14 6 Microgolfreactor .............................................................................................................. 53 5.2 Droge solventen ............................................................................................................................ 53 5.3 Beschrijving van de experimenten ................................................................................................. 54 5.3.1 Synthese van (3R,4S)-4-[(4S)-2,2-dimethyl-1,3-dioxolaan-4-yl]azetidin-2-onen 11 ................. 54 5.3.2 Synthese van (3R,4S)-4-[(1S)-1,2-dihydroxyethyl]azetidin-2-onen 89 .................................... 55 5.3.3 Synthese van (3R,4R)-4-formylazetidin-2-onen 94............................................................... 57 5.3.4 Synthese van (3R,4S)-4-(hydroxymethyl)azetidin-2-onen 12 ................................................ 58 5.3.5 Synthese van (3R,4S)-4-(tosyloxymethyl)azetidin-2-onen 95 ................................................ 59 5.3.6 Synthese van (3R,4R)-4-(joodmethyl)azetidin-2-onen 99 ..................................................... 61 5.3.7 Synthese van (3R,4S)-4-(cyaanmethyl)azetidin-2-onen 13 ................................................... 62 5.3.8 Synthese van (3R,4S)-4-(carboxymethyl)azetidin-2-onen 17 ................................................ 63 5.3.9 Synthese van 4-4’-bis(1-isopropyl-3-methoxyazetidin-2-on) 102 en 103 ............................... 65 Bronnenlijst ..............................................................................................................67 1 SITUERING EN DOEL 1.1 Situering Sinds de toevallige ontdekking van penicilline 1 (R = Bn) door Alexander Fleming in 1928,1 hetgeen hem in 1945 de Nobelprijs voor geneeskunde opleverde,2 zijn β-lactamen niet meer weg te denken uit de farmaceutische wereld. Tot op de dag van vandaag vormen β-lactamantibiotica de eerste keus bij het voorschrijven van antibacteriële verbindingen.3,4 Deze klasse van antibiotica omvat onder meer de penicillinen 1, cefalosporinen 2, carbapenemen 3, penemen 4, monobactamen 5 en carbacephemen 6.5,6 R H N R1 H S O R1 S N R COOH 4 O COOH H N R2 O N O 5 R2 COOH R1 H N H O R3 R1 3 2 H H H H N R2 O COOH O HO S N 1 HO H O N O H N N O 6 R2 COOH Het werkingsmechanisme van β-lactamantibiotica berust op het feit dat de antibiotica de synthese van de bacteriële celwand inhiberen, waardoor de cel zal lyseren en uiteindelijk afsterven. Dit heeft zijn oorzaak bij de β-lactamring, dewelke zal binden aan de “penicillin binding proteins” (PBP’s) waardoor de peptidoglycaanketens niet kunnen crosslinken, hetgeen noodzakelijk is voor een stevige celwand.7 Een groot probleem is dat steeds meer bacteriën resistent raken aan deze antibiotica. Meestal volgt dit uit de expressie van β-lactamase-enzymen die de amidebinding van de vierring irreversibel gaan hydrolyseren, hetgeen de werking van het β-lactamantibioticum teniet doet. Daar waar gramnegatieve bacteriën doorgaans dit mechanisme gebruiken, bezitten de grampositieve bacteriën ook nog een andere vorm van resistentie, de zogenaamde “PBP alteration”. In dit geval bezitten de bacteriën gemuteerde PBP’s, dewelke minder gevoelig zijn voor binding met de β-lactamantibiotica. Naast deze twee wegen voor resistentie zijn er ook bacteriën met een gemodificeerde celwand met effluxpompen, waarlangs de antibiotica terug uit de cel getransporteerd worden. Om deze reden blijft onderzoek naar nieuwe β-lactamhoudende antibacteriële verbindingen noodzakelijk.8,9 1 Situering en doel Naast hun toepassing o.w.v. hun directe antibacteriële activiteit, bestaan er ook β-lactamen die toegevoegd worden aan antibiotica, meer bepaald als β-lactamase-inhibitoren. Deze verbindingen worden samen met het antibioticum ingenomen en zullen irreversibel binden met de β-lactamaseenzymen van de bacterie, waardoor deze enzymen de werking van het antibioticum niet meer kunnen belemmeren. Enkele voorbeelden van dergelijke β-lactamase-inhibitoren zijn clavulaanzuur 7 en sulbactam 8.10 H HO O S OH O N N O O OH O O 7 OH 8 Hoewel β-lactamen vooral gebruikt worden als antibacterieel geneesmiddel, bestaan er ook vertegenwoordigers met andere biologische activiteiten. Zo kunnen deze verbindingen ook ingezet worden tegen HIV, diabetes, tumoren, malaria, Parkinson, etc.11-13 Naast de bovenvermelde biologische toepassingen vormen β-lactamen eveneens interessante verbindingen in de synthetische organische chemie omwille van hun gespannen en reactieve ringstructuur, hetgeen geleid heeft tot de introductie van de term “β-lactam synthon method”.14 Zo wordt deze structurele eenheid onder meer ingezet in de synthese van polyamiden, met als voorbeeld Nylon 3, azetidinen of polyaminen.15,16 Ook natuurproducten met biologische activiteit, zoals alkaloïden en taxoïden, kunnen worden gesynthetiseerd uit β-lactamen.17,18 Carboxyl-β-lactamen, waarvan enkele voorbeelden zullen gesynthetiseerd worden in deze Masterproef, vormen interessante verbindingen in de synthetische organische chemie, daar deze gebruikt worden als precursoren voor de synthese van potentieel biologisch actieve verbindingen. Het aanwenden van deze verbindingen in de synthese van carbapenem- 3 en carbacephem- 6 antibiotica vormt een onderdeel van het hoofdstuk “Literatuuroverzicht” van deze Masterproef.19,20 De verbinding lacteendiyn 9, een ethylester van een carboxyl-β-lactam, kan bijvoorbeeld worden ingezet in de bestrijding van kanker.21,22 OEt O H O N 9 Het gebruik van enzymen in de organische chemie is de laatste jaren sterk toegenomen. Dit is toe te schrijven aan het feit dat biokatalyse doorgaans minder drastische reactieomstandigheden vereist en 2 Situering en doel dat enzymen vaak chemo-, regio- en enantioselectief omzettingen katalyseren op het niveau van bepaalde functionele groepen en de rest van de molecule ongeroerd laten. Het is vooral dit laatste argument dat vaak de doorslag geeft voor het gebruik van enzymen in de organische synthese, aangezien in de klassieke chemie vaak beschermende groepen dienen aangewend te worden.23 1.2 Doel In een eerste luik van deze Masterproef zal een waaier aan (3R,4S)-3-alkoxy- en (3R,4S)-3-aryloxy-4(cyaanmethyl)azetidin-2-onen 13 gesynthetiseerd worden. Deze syntheseroute is een toepassing van de zogenaamde “chiral pool”-strategie, waarin gestart wordt met een chiraal zuivere verbinding, dewelke omgezet wordt in een doelverbinding zonder racemiserende tussenstappen waardoor de stereochemie behouden blijft.24 De synthese start bij het enantiomeer zuivere 1,2:5,6-bis-O-(1-methylethylideen)-D-mannitol 10, hetgeen een oxidatieve splitsing m.b.v. natriumperjodaat zal ondergaan met vorming van twee moleculen (R)-glyceraldehyde acetonide. Dit aldehyde zal vervolgens worden aangewend in de synthese van gefunctionaliseerde β-lactamen 11. Dit zal gebeuren via een imineringsreactie, waarna de gevormde aldiminen omgezet zullen worden tot β-lactamen 11 via de zogenaamde Staudingersynthese.25 In deze [2+2]-cyclocondensatiereactie wordt gebruik gemaakt van een keteen, in situ gevormd uit een zuurchloride in basische omstandigheden. Deze bekomen β-lactamen 11 waren reeds onderwerp van voorgaand onderzoek binnen de vakgroep Duurzame Organische Chemie en Technologie (Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, Universiteit Gent).26 De volgende reactiestappen betreffen het aanbrengen van modificaties in de zijketen op de 4-plaats van de βlactamring. Deze acetalen 11 zullen achtereenvolgens behandeld worden met para- tolueensulfonzuur, natriumperjodaat en natriumboorhydride, met de vorming van alcoholen 12.27,28 Deze verbindingen zullen tot slot omgezet worden in de gewenste nitrillen 13 door eerst een tosylering van de hydroxylgroep, waarna twee opeenvolgende substitutiereacties, respectievelijk door jodide en cyanide, de doelverbindingen 13 zullen genereren.28 3 Situering en doel OH O H O R R O HO 1) NaIO4 2) R1NH2 O R2O R O H O 3) R2O H H H R2O R S N R1 O OH R1 Cl Et3N 10 O S S N 1) pTsOH·H2O 2) NaIO4 3) NaBH4 O H H 12 11 R2O 1) TsCl DMAP, Et3N H H R CN S N O 2) NaI 3) NaCN R1 13 Er werd eerder gesteld dat deze syntheseroute volgens de “chiral pool”-strategie verloopt. Teneinde te kunnen bewijzen dat het beoogde eindproduct 13 effectief chiraal zuiver is, zal getracht worden cis-4-cyaanmethyl-β-lactamen 16 ook op een racemische manier te bereiden. Deze racemische synthese zal dezelfde route volgen, met uitzondering van de eerste stap. Het racemisch glyceraldehyde acetonide 15 zal immers gesynthetiseerd worden m.b.v. een oxidatiereactie uitgaande van solketal 14. Voor deze reactie zijn verschillende methoden beschreven in de literatuur.29,30 O HO R2O O O O H H H CN N O O 15 14 R1 16 In een tweede luik van deze Masterproef zal de cyaangroep in de bekomen 4-cyaanmethyl-βlactamen 13 en 16 gehydrolyseerd worden tot de overeenkomstige carbonzuren 17 en 18. Deze omzettingen zullen gebeuren m.b.v. nitrilasen, en bijgevolg zal dit deel van de Masterproef uitgevoerd worden in de vakgroep Biochemische & Microbiële Technologie (Faculteit Bioingenieurswetenschappen, Universiteit Gent). Naast deze enzymatische omzettingen zullen ook chemische hydrolyses uitgevoerd worden, zowel in zuur als alkalisch milieu. Vervolgens zullen de resultaten van de chemische en de enzymatische hydrolysereacties met elkaar vergeleken worden, teineinde de relevantie van de enzymatische benadering goed te kunnen inschatten. R2O H H CN N O R1 13 en 16 R2O H H N O OH R1 O 17 en 18 Zoals eerder gesteld vormen β-lactamen interessante startverbindingen voor de synthese van allerlei biologisch waardevolle doelverbindingen. Omwille van deze reden zullen de bekomen carbonzuren 4 Situering en doel 17 en 18 onderworpen worden aan een reactiviteitsstudie met het oog op de vorming van een aantal interessante azaheterocyclische verbindingen. In deze reativiteitsstudie is één van de mogelijkheden de reductie van de β-lactamring tot een azetidine 19 m.b.v. monochlooralaan (AlH2Cl2). Hetgeen aldus bekomen wordt noemt men “constrained β-amino acids”, dewelke interesse opwekken daar β-aminozuren biologisch heel relevant zijn. Zo zijn ze alomtegenwoordig in het domein van de natuurproducten en zijn ze chemisch gezien stabieler dan α-aminozuren.31 Naast de synthese van azetidinen 19, bestaat ook de mogelijkheid om te werken naar een 3,4gefuseerd bicyclisch β-lactam 23. De tweede ring in deze verbinding opent nieuwe perspectieven voor het onderzoek naar potentieel biologische activiteit. Verbindingen met een gelijkaardige tweede ring, dewelke fungeren als β-lactamase-inhibitor, worden besproken in het hoofdstuk “Literatuuroverzicht” van deze Masterproef. Een mogelijkheid tot de synthese van deze verbindingen 23 kan bestaan uit hydrogenolyse van de benzyloxygroep (indien R2 = Bn) in β-lactam 17 met palladium op koolstof als katalysator. Vervolgens zou een ringsluiting kunnen plaatsvinden tussen de gegenereerde hydroxylgroep en de aanwezige carbonzuurfunctie in alkalische omstandigheden. Indien deze laatste stap moeizaam zou doorgaan kan getracht worden om initieel de carbonzuurfunctie te transformeren in een zuurchloride, gebruik makend van thionylchloride en vervolgens dezelfde reacties uit te voeren. AlH2Cl H H R2O OH S R N R1 O 19 SOCl2 H H R2O N O N O O OH S R R1 20 H H R2O Cl S R R1 Pd/C (R2 = Bn) O 17 H H HO Cl S R N O R1 O O 21 O Base H Pd/C (R2 = Bn) N H H HO R OH S N O RS R1 O O H R1 23 22 5 6 2 LITERATUUROVERZICHT Deze literatuurstudie geeft een beknopt overzicht van de belangrijkste syntheseroutes tot β-lactamen met een carbonzuurfunctie in één van de zijketens en gaat dieper in op het gebruik ervan in de synthetische organische chemie. Aangezien het experimenteel werk van deze Masterproef handelt over β-lactamen 24 met een carbonzuurfunctie in de zijketen op de 4-plaats, wordt enkel deze laatste groep hier besproken. Het aantal methyleengroepen (n) tussen de β-lactamkern enerzijds en de carbonzuureenheid anderzijds wordt beperkt tot 1 en 2. R1 n COOH N O R2 24 (n = 1,2) 2.1 Synthese van trans-3-[1-(tert-butyldimethylsilyloxy)ethyl]-4(1-carboxyethyl)azetidin-2-on Het uitvoerig beschreven 4-(1-carboxyethyl)-β-lactam 25 vormt een belangrijk intermediair in de synthese van de klasse der carbapenem-antibiotica 3.32 Voor de synthese van deze verbinding zijn verschillende routes beschreven in de literatuur, al dan niet enantioselectief,33-36 of methoden die gebruik maken van een Reformatsky-reactie,37 etc. TBDMSO H H HO OH R1 H H NH O R2 N O O 25 2.1.1 Synthese uitgaande van COOH 3 3-[1-(tert-butyldimethylsilyloxy)ethyl]-4- (methoxycarbonylmethyl)azetidin-2-on De synthese van β-lactam 25 werd voor het eerst gerapporteerd in 1984. De startverbinding 28 van deze syntheseroute werd bekomen na bescherming van de hydroxylgroep in β-lactam 26, waarmee reeds gewerkt werd in eerder onderzoek rond het carbapenemderivaat thienamycine 27.33 HO R HO H H S R COOMe NH O NH2 H H S N O OH O 26 27 7 Literatuuroverzicht Reactie van methylester 28 met lithiumdiisopropylamide (LDA) en hexamethylfosfortriamide (HMPA) in THF bij -78°C, gevolgd door behandeling met methyljodide, resulteert in de introductie van de beoogde methylgroep in α-positie t.o.v. de esterfunctionaliteit. Deze stap, dewelke verloopt via een sp2-gehybridiseerd carbanion, levert een diastereomeer mengsel van β-lactamen 29a en 29b in een verhouding 29a/29b van 1/4. De twee bekomen diastereomeren kunnen chromatografisch gescheiden worden, waarna het ongewenste diastereomeer 29a in het gewenste β-lactam 29b wordt omgezet via epimerisatie m.b.v. LDA en HMPA, gevolgd door protoneren m.b.v. azijnzuur. Vervolgens wordt intermediair 29b omgezet in de vooropgestelde doelverbinding 25, in een rendement van 83%, via een verzepingsreactie m.b.v. natriumhydroxide gevolgd door neutralisatie met 6 M HCl.33 Wegens de vorming van een diastereomeer mengsel van β-lactamen 29a en 29b en de daarop volgende moeilijke scheiding, is deze synthese niet geschikt voor opschaling.32,34 1) 2 equiv. LDA 1 equiv. HMPA THF, -78°C, 30 min 2) 3 equiv. HOAc THF, -78°C, 5 min (78%) 29a/29b = 1/1 TBDMSO R H H S R COOMe 1) 2 equiv. LDA 1 equiv. HMPA THF, -78°C, 40 min NH 2) 2,3 equiv. MeI THF, -78°C, 1 h (75%) 29a/29b = 1/4 Ref. 33 O 28 TBDMSO R H H S S OH R NH O O TBDMSO R TBDMSO H H S S S COOMe NH R + H H S S R COOMe NH O O 29a 29b 1) 1 equiv. NaOH MeOH/H2O (4/1), k.t., 30 min 2) HCl (6 M) 50°C, 1 h pH 7 25 (83%) 2.1.2 Synthese uitgaande van 4-acetoxy-3-[1-(tert- butyldimethylsilyloxy)ethyl]azetidin-2-on Deze synthese start met de N-acylering van 1,3-benzoxazin-4-onen 30 met propionylchloride in aanwezigheid van triethylamine als base.38 De bekomen N-propionylderivaten 31 worden vervolgens bij -60°C met NaN(TMS)2 omgezet tot de overeenkomstige enolaten 33, dewelke reageren met 4-acetoxy-β-lactam 32 tot hybriden 35. Bij deze omzetting ondergaat het intermediair N-acyliminiumion 34, hetgeen in situ wordt gegenereerd uit 4-acetoxy-β-lactam 32, een synselectieve aldolcondensatie met benzoxazin-4-onen 33, resulterend in de synthese van hybriden 35. De laatste stap in deze syntheseroute betreft de introductie van de carbonzuurgroep, hetgeen wordt 8 Literatuuroverzicht bewerkstelligd door gebruik te maken van lithiumhydroxide en waterstofperoxide in THF/H2O (4/1).39 Deze reactie levert het beoogde carbonzuur 25 en 1,3-benzoxazin-4-on 30b, hetgeen voor 97% gerecupereerd wordt.34 In de literatuur zijn gelijkaardige reacties beschreven met 4-acetoxy-β-lactamen, waaruit blijkt dat deze verbindingen gevoelig zijn voor nucleofiele aanvallen op het koolstofatoom in de 3-positie, waar de acetoxygroep vervangen wordt door de aanvallende groep.40,41 R R O R EtCOCl, Et3N HN O R O R 1,1 equiv. NaN(TMS)2 N tolueen, -60°C, 3 h Ref. 38 30a (R = Me) 30b (R = Et) 30c (R = nBu) 30d (R = -(CH2)5-) O N THF, -60°C, 1 h Ref. 34 O O Na 31 (92-95%) TBDMSO R H H R TBDMSO R H R NH O 32 O 33 OAc R O R 0,5 equiv. 32 THF, -60°C, 10 min NH O 34 R TBDMSO O HN + R H H S S R NH O O 30b (97%) 25 (89%) COOH 4 equiv. H2O2 1,6 equiv. LiOH·7H2O TBDMSO THF/H2O (4/1), 5°C, 10 min (R = Et) Ref. 39 R H H S O R RR NH O N O O 35 (70-87%) d.r. > 99/1 2.1.3 Synthese uitgaande van (R)-methyl-3-hydroxybutyraat Een andere enantioselectieve synthese van doelverbinding 25 gaat uit van (R)-methyl-3hydroxybutyraat 36.42 Deze syntheseroute bevat een groot aantal reacties en bijgevolg wordt, wegens de beperkte lengte van deze literatuurstudie, enkel het laatste deel van deze route weergegeven. (R)-Methyl-3-hydroxybutyraat 36 wordt via verschillende reacties omgezet in alcohol 37. Swernoxidatie van deze laatste verbinding leidt tot een β-amino-aldehyde, dewelke verder wordt geoxideerd tot het overeenkomstige carbonzuur 38 gebruik makend van NaClO2. Katalytische hydrogenatie verwijdert de benzyloxycarbonylgroep, hetgeen gevolgd wordt door een cyclisatie onder Ohno-omstandigheden,43 leidend tot β-lactam 39.42 Deze verbinding wordt verder omgezet tot de gewenste verbinding 25 door het selectief verwijderen van de primaire beschermende TBDMS- 9 Literatuuroverzicht groep in licht zure omstandigheden,44 gevolgd door oxidatie tot carbonzuur 25 gebruik makend van pyridiniumdichromaat (PDC). Dit is de zogenaamde Jones-oxidatie.45,46 O OBn TBDMSO OH O R R OMe Ref. 42 HN R R R 1) (COCl)2, DMSO, Et3N, -65°C OTBDMS 2) NaClO2, 2-Me-2-buteen, NaH2PO4, H2O, BuOH HO 36 37 O OBn TBDMSO R H H R S R 1) Pd/C, MeOH, H2 (1 atm) OTBDMS TBDMSO R 2) PPh3, MeCN, NH O HO 39 (79%) HN S R R OTBDMS O 38 (71%) 0,15 equiv. HCl (1M) MeOH/H2O (5/1), 0°C, 2 d Ref. 44 TBDMSO R TBDMSO H H S R R OH 1,2 equiv. PDC NH O 40 (80%) R H H S R S COOH NH DMF, k.t. O Ref. 45, 46 25 (91%) 2.2 Het gebruik van trans-3-[1-(tert-butyldimethylsilyloxy)ethyl]4-(1-carboxyethyl)azetidin-2-on in de synthese van carbapenemen β-Lactamen vormen gegeerde targets in de medicinale chemie wegens hun sterk antibiotische eigenschappen en het klassieke probleem van resistentievorming.8 De klasse der carbapenemen 3 echter bevat nog verbindingen waartegen bacteriën niet resistent zijn, omdat hun structuur βlactamase-enzymen weerstaat. Ook hebben ze een breder werkingsspectrum dan het typevoorbeeld van de β-lactamantibiotica, de penicillinen.47,48 HO H H N O R2 COOH 3 10 R1 Literatuuroverzicht De synthese van het carbapenemderivaat meropenem 52 start met carbonzuur 41, een analoog van de eerder beschreven verbinding 25. Verestering van dit zuur met thiofenol in aanwezigheid van N,N’-carbonyldiimidazool (CDI) resulteert in de selectieve vorming van thioëster 42. De tertbutyldimethylsilyl- en tert-butylgroepen worden vervolgens verwijderd door behandeling met titaniumtetrachloride en anisool, hetgeen aanleiding geeft tot carbonzuur 43. Dit carbonzuur 43 wordt vervolgens, door reactie met para-nitrobenzylbromide (PNB-Br) en γ-collidine 44, omgezet tot het overeenkomstige PBN-ester 45, waarna silylering met tert-butyldimethylsilylchloride (TBDMSCl) verbinding 46 oplevert.19 Deze laatste verbinding 46 wordt vervolgens ingezet in de synthese van carbapenemderivaat 50 in een zogenaamde “one pot”-procedure in vier stappen. Vooreerst worden 2,3 equivalenten natriumhydride toegevoegd in een mengsel van tolueen en THF (1/1) bij -20 °C. Deze stap levert het bicyclisch β-lactam 47, hetgeen reageert met methyljodide en difenylchloorfosfaat (DCP) tot fosfaatverbinding 48. Vervolgens worden thiol 49 (PNZ = para-nitrobenzyloxycarbonyl) en 1,8-diazabicyclo[5.4.0]undec-7-een (DBU) toegevoegd, en na twee uur roeren bij -20 °C wordt product 50 bekomen via een Michael-additie, gevolgd door eliminatie van de fosfaatgroep. In een volgende stap wordt de TBDMS-beschermende groep verwijderd in zure omstandigheden, hetgeen leidt tot verbinding 51,19 waaruit meropenem 52 gevormd wordt door hydrogenolyse van de twee resterende beschermende groepen over een palladium op koolstof katalysator (10 m% Pd).49 Deze reactie vindt plaats in een solventmengsel bestaande uit THF en een MOPS-buffer (3-(Nmorpholino)propaansulfonzuur), in een rendement van 61%.50 Later werd aangetoond dat verbinding 50 rechtstreeks in meropenem 52 kan worden omgezet door hydrogenolyse.19 De omzetting van verbinding 46 naar verbinding 47 noemt men de Dieckman-cyclisatie.51 11 Literatuuroverzicht TBDMSO R 1,2 equiv. CDI 1,2 equiv. PhSH H H S R S COOH N TBDMSO R COOtBu S COSPh N MeCN, k.t., 1 h Ref. 19 O SR HO 3,2 equiv. anisool 1,9 equiv. TiCl4 H H S S COSPh O COOtBu 41 R N CH2Cl2, 0°C, 1 h O H H R COOH 42 (100%) 43 (86%) CH2Br 1,3 equiv. 2,4 equiv. N 44 NO2 DMF, 60°C, 1,5 h TBDMSO R TBDMSO H H R 2,3 equiv. NaH R S R O Na N O SR S HO 2,2 equiv. imidazool COSPh 1,4 equiv. TBDMSCl N tolueen / THF (1/1) -20°C, 1 h O H H R S S COSPh O COOPNB PNBO 47 R N DMF, k.t., 5 h O H H COOPNB 46 (98%) 45 (93%) 1) 1 equiv. MeI in THF (2 M) -20°C, 0,5 h 2) 1 equiv. DCP in tolueen (2 M) -20°C, 1,5 h HS 1 equiv. TBDMSO R H H R S S N O O OP(OPh)2 S S CONMe2 N 49 PNZ TBDMSO H H R 1 equiv. DBU R tolueen / THF (4/1), -20°C, 2 h O S S S N COOPNB S S N CONMe2 PNZ COOPNB 50 (83%) 48 fosfaatbuffer (pH 3) THF, k.t., 2,5 h Me HO R H H S S R S S N S O O N OH NH Me HO O 10 m% Pd/C THF / MOPS-buffer (pH 7) (1/2) H2 (1 atm), k.t., 3 h Ref. 50 52 (61%) R H H S S N O R S S S N CONMe2 PNZ COOPNB 51 (89%) Meropenem 52 is een antibioticum dat werkzaam is tegen zowel Gram-positieve bacteriën, waaronder Listeria monocytogenes, als Gram-negatieve bacteriën, zoals Pseudomonas. Het is, in tegenstelling tot andere β-lactamen, een antibioticum dat zeer resistent is tegen β-lactamase, cefalosporinase en dehydropeptidase-enzymen.52 12 Literatuuroverzicht 2.3 Het gebruik van 1-benzyloxy-4-(2-carboxyethyl)azetidin-2on in de organische chemie 2.3.1 1-Benzyloxy-4-(2-carboxyethyl)azetidin-2-on als intermediair in de synthese van carbacephemen Carbacephemen 6 zijn een klasse van breedspectrum-antibiotica nauw verwant aan cefalosporinen 2. Het enige structurele verschil betreft de substitutie van een zwavelatoom in de zesring door een methyleengroep. De zesring is hier dus een tetrahydropyridinering. Carbacephemen vertonen een grotere chemische stabiliteit dan cefalosporinen, wat ertoe leidt dat meer structurele transformaties kunnen uitgevoerd worden zonder dat het basisskelet wordt aangetast.53 Een ander belangrijk verschil tussen carbacephemen en cefalosporinen is dat carbacephemen uitsluitend via chemische synthese bereid worden, terwijl in de klasse der cefalosporinen zowel natuurlijke als semisynthetische voorbeelden te vinden zijn.20 R1 H N R1 H O N O 6 H N H O R2 COOH N O S R2 COOH 2 Een mogelijke route voor de synthese van carbacephemen gaat uit van 1-benzyloxy-4-(2carboxyethyl)azetidin-2-on 53 als startproduct. Deze verbinding wordt met carbonyldiimidazool (CDI) en Mg(O2CCH2CO2tBu)2, in situ gevormd uit mono-tert-butylmalonaat en dibutylmagnesium, omgezet tot het overeenkomstige β-ketoëster 54.54,55 Deze verbinding wordt gehydrogeneerd door behandeling met palladium op koolstof als katalysator (10 m% Pd),49 hetgeen leidt tot alcohol 55, dat vervolgens reageert met 2,4,6-(triisopropylbenzeen)sulfonylazide 56, N,N-diisopropylethylamine en trimethylsilylazide (TMSN3) tot β-lactam 63. TMSN3 neemt hier niet rechtstreeks deel aan de reactie, maar toevoeging van deze verbinding levert hogere rendementen.20 Tijdens deze reactie wordt een azidogroep geïntroduceerd op positie 3 van de β-lactamring, hetgeen simultaan verloopt met activatie en vervolgens eliminatie van de N-hydroxylgroep. Op hetzelfde moment zal er ook een azidetransferreactie plaatsvinden tussen de twee carbonylfuncties van β-keto ester 59. Deze verschillende omzettingen samen verlopen in een rendement van 79%. Een laatste stap betreft de ringsluiting van diazoverbinding 63 tot carbacephem 64 onder rhodiumkatalyse, een stap met een rendement van 55%.20 13 Literatuuroverzicht O O OH N O OtBu N 2) 1,2 equiv. mono-t-butylmalonaat 0,6 equiv. Bu2Mg THF, -78°C, 15 min k.t., 1,5 h Ref. 54, 55 OBn 53 O OBn 54 (90%) 10 m% Pd/C MeOH, H2 (1 atm), k.t., 2 h Ref. 20 iPr SO2N3 1) 2,5 equiv. 56 iPr O O iPr O 1 equiv. iPr2NEt CH3CN, N2, k.t., 10 min OtBu N O OtBu O 57 OH 55 O O OtBu O H H N3 N O SO2Ar O OtBu N HO O N 2) 0,5 equiv. TMSN3 CH3CN, k.t., 4d O SO2Ar N3 O 1) 1,1 equiv. CDI THF, k.t., 3 h H O iPr2NEt H 58 N N N SO2Ar 59 56 O H H N3 O N3 OtBu O N HN H O OtBu N N N O H H O H H SO2Ar 61 O H H N3 O OtBu N O N N H 62 N3 O H H O OtBu N O 60 H N N 5 m% Rh2(OAc)4 C6H6, 68-80°C, 15 min 63 (79%) N3 H H N O OH CO2tBu 64 (55%) 2.3.2 1-Benzyloxy-4-(2-carboxyethyl)azetidin-2-on als intermediair in de synthese van andere bicyclische β-lactamen Het chiraal zuivere β-lactam (4R)-1-benzyloxy-4-(2-carboxyethyl)azetidin-2-on 65 wordt eerst gehydrogeneerd door behandeling met een palladium op koolstof katalysator (10 m% Pd),49 waarna het intermediaire N-hydroxy-β-lactam wordt getosyleerd, hetgeen aanleiding geeft tot N-tosyloxy-βlactam 66. Deze geactiveerde verbinding 66 wordt vervolgens behandeld met diisopropylethylamine (DIEA) in acetonitril, hetgeen leidt tot de vorming van een mengsel van 3,4-gefuseerde bicyclische β- 14 Literatuuroverzicht lactamen 67 en 68. Het gewenste product 67 wordt bekomen na een intramoleculaire 6-exo-trigringsluiting.56,57 Er werd aangetoond dat plaats 3 van de β-lactamkern in het geval van een Ntosyloxy-β-lactam gevoelig is voor additie van nucleofielen, en dat de reactie in het geval van een intramoleculaire additie cis-geconfigureerde bicyclische producten levert.58,59 Dit laatste is in tegenstelling tot wat eerder beschreven werd voor de omzetting van verbinding 57 naar 3-azido-βlactam 59 – in dat geval is de nucleofiele aanval echter intermoleculair en is het product bijgevolg trans-geconfigureerd.56 Bijproduct 68 wordt bekomen volgens volgende pathway: hydroxamaatanion 70 wordt bekomen na een intramoleculaire substitutiereactie, waarna een daaropvolgende Lossen-omlegging aanleiding geeft tot de vorming van een intermediair isocyanaat 71,60,61 hetgeen verder reageert met het gewenste eindproduct 67 tot het ongewenste eindproduct 68.56 O OH R N O OBn 65 OH R 2) 1 equiv. TsCl 2 equiv. Et3N MeOH, k.t., 10 min Ref. 56 O O 1) 10 m% Pd/C MeOH, H2 (1 atm), k.t., 4 h N O OTs 2 equiv. iPr2NEt OH R N CH3CN, k.t., 36 h HO OTs 69 66 (87%) O O H S R H NH O 67 (17%) O H O S Lossen-omlegging H O C N N O O O S OTs 71 70 67 O O H O SR H N H H N O O S O 68 (34%) 15 Literatuuroverzicht De bekomen verbinding 67 blijkt een precursor te zijn in de synthese van nieuwe β-lactamantibiotica en verbindingen die fungeren als β-lactamase-inhibitoren. Deze inhibitoren zijn verbindingen die samen met het antibioticum ingenomen worden en de werking van bacteriële β-lactamasen stilleggen. Een aantal voorbeelden van β-lactamase-inhibitoren zijn clavulaanzuur 7 en sulbactam 8.62 H HO O S OH O N N O O OH O 7 O OH 8 2.4 Besluit Deze literatuurstudie omvat slechts een beperkt aantal van de beschreven syntheseroutes en toepassingen van β-lactamen met een carbonzuurfunctie in de zijketen van het koolstofatoom in de 4-positie. Het feit dat er nog heel wat andere informatie in de literatuur te vinden is, toont aan dat de β-lactamchemie en dat de synthese van carbacephemen en carbapenemen sterk bestudeerde takken van de organische chemie zijn. De synthese en toepassingen van trans-3-[1-(tertbutyldimethylsilyloxy)ethyl]-4-(1-carboxyethyl)azetidin-2-on 25 zijn uitvoerig beschreven in de literatuur, en dit sinds 1984.33 Ook nu nog worden nieuwe synthesemethoden voor deze verbinding beschreven en gepatenteerd.63 De doelverbinding in het experimenteel deel van deze Masterproef betreft een 4-carboxymethyl-βlactam zoals verbinding 25 uit deze literatuurstudie. Eén van de mogelijke toepassingen van deze verbinding zou kunnen zijn om een ringsluiting te bewerkstellingen die, net als in de ringsluiting van het monocyclische 66 naar het bicyclische β-lactam 67, een extra ring genereert tussen de twee sp3gehybridiseerde koolstofatomen van de vierring. 16 3 BESPREKING VAN DE RESULTATEN 3.1 Synthese van (3R,4S)-4-(cyaanmethyl)azetidin-2-onen In deze paragraaf wordt de synthese van 4-cyaanmethyl-β-lactamen 13 beschreven. Aansluitend op voorgaand preliminair onderzoek binnen de vakgroep Duurzame Organische Chemie en Technologie (Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, Universiteit Gent),28 wordt in deze Masterproef de synthese van deze klasse der β-lactamen verder uitgewerkt. R2O H H R S N O CN R1 13 4-Cyaanmethyl-β-lactamen worden, net als 4-carboxymethyl-β-lactamen, beschouwd als precursoren in de synthese van antibiotica. Een voorbeeld hiervan is de synthese van carbapenemderivaat thienamycine 27, hetgeen reeds in de literatuur beschreven werd.64 Ook worden ze ingezet in de synthese van β-peptiden 72,65 dewelke opgebouwd zijn uit een reeks van β-aminozuren. Deze peptiden zijn chemisch gezien stabieler dan de in de natuur voorkomende α-peptiden en bevatten min of meer dezelfde biologische werking. Om deze reden worden β-peptiden gebruikt in de synthese van nieuwe antibiotische verbindingen.65 HO N O NH2 H H S COOH 27 R1 N H R3 O R2 N H O R4 72 Een belangrijk woord in de naam van de vakgroep “Duurzame Organische Chemie en Technologie” (Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, Universiteit Gent) is het begrip “duurzaam”. Vandaar dat sedert 2013 onderzoek loopt naar het terugdringen van het gebruik van gehalogeneerde solventen. Aangezien vijf van de negen vooropgestelde reacties ofwel enkel beschreven zijn in dichloormethaan, ofwel de beste resultaten geven in dit solvent, was het in deze Masterproef een bijkomende uitdaging om alternatieve oplosmiddelen te vinden voor deze reacties en de resultaten van de verschillende solventen te vergelijken. 17 Bespreking van de resultaten 3.1.1 Synthese van (R)-glyceraldehyde acetonide De synthese van (3R,4S)-4-cyaanmethyl-β-lactamen 13 start met de oxidatieve splitsing van het commercieel beschikbare, chiraal zuivere 1,2:5,6-di-O-isopropylideen-D-mannitol 10. Deze synthese werd uitgevoerd met behulp van 2,3 equivalenten natriumperjodaat in aanwezigheid van natriumbicarbonaat.66 Enkele uren hevig roeren bij kamertemperatuur levert het gewenste, enantiomeer zuivere (R)-glyceraldehyde acetonide 73. Aangezien deze reactie in de literatuur enkel beschreven werd in dichloormethaan,66 werden tijdens deze Masterproef ook andere solventen getest voor deze reactie. De resultaten worden weergegeven in Tabel 1. Hieruit blijkt dat de reactie in tetrahydrofuran de resultaten behaald met dichloormethaan het best benaderde. Er dient echter wel gesteld te worden dat deze reactie in THF geen volledige omzetting gaf na twee uur roeren (>95% op basis van 1H-NMR), waardoor een reactietijd van drie uur noodzakelijk was. Nucleofiele aanval van elk van de twee hydroxylgroepen van 1,2:5,6-di-O-isopropylideen-D-mannitol 10 op het joodatoom van perjodaat levert een intermediair 75 met uitstoot van water. De gevormde vijfring zal terug opengaan waardoor de koolstof-koolstofbinding gebroken wordt, met de oxidatie van de twee alcoholfuncties tot carbonylgroepen en vorming van natriumjodaat 77 tot gevolg.67 H O OH O R R O OH 2,3 equiv. NaIO4 0,4 equiv. NaHCO3 (v) O O solvent/verz. NaHCO3 (25/1), k.t., tijd H O 10 O R H H 73 (74-99%) O Na I O O 77 H O OH O R R O OH O O Na O I O O H Na O O O I HO O H O O R O OH R H O O H2O O O O Na O O I O R HH O R O 74 76 75 Tabel 1: Synthese van (R)-glyceraldehyde acetonide 73 18 Solvent Tijd (h) Rendement (%) CH2Cl2 2 99 2-Me-THF 2 93 THF 3 98 EtOAc 2 74 Bespreking van de resultaten 3.1.2 Synthese van (E)-N-[((4S)-2,2-dimethyl-1,3-dioxolaan-4- yl)methylideen]aminen Enantiomeer zuivere (E)-N-[((4S)-2,2-dimethyl-1,3-dioxolaan-4-yl)methylideen]aminen 79 werden gesynthetiseerd uitgaande van (R)-glyceraldehyde acetonide 73. Hiertoe werd aldehyde 73 opgelost in een organisch solvent, in aanwezigheid van één equivalent primair amine 78 en twee equivalenten magnesiumsulfaat als droogmiddel.26 Deze imineringsreactie werd reeds beschreven met dichloormethaan als solvent,26 waardoor in deze Masterproef de reactie ook in tetrahydrofuran uitgevoerd werd. Het substitutiepatroon en de verkregen rendementen van iminen 79 worden weergegeven in Tabel 2, waaruit kan besloten worden dat tetrahydrofuran voor deze reactie een waardig alternatief vormt voor dichloormethaan. O R H O 1 equiv. R1NH2 78 2 equiv. MgSO4 O H O solvent, k.t., 2 h R1 73 S H N O H 79 (72-89%) Tabel 2: Synthese van (E)-N-[((4S)-2,2-dimethyl-1,3-dioxolaan-4-yl)methylideen]aminen 79 3.1.3 Synthese Verbinding R1 79a iPr 79b nBu van Solvent Rendement (%) CH2Cl2 85 THF 72 CH2Cl2 88 THF 89 (3R,4S)-4-[(4S)-2,2-dimethyl-1,3-dioxolaan-4- yl]azetidin-2-onen In een volgende fase werden de bekomen iminen 79 ingezet in de Staudingersynthese voor de synthese van gefunctionaliseerde β-lactamen 11. De Staudingersynthese vormt de meest frequent gerapporteerde synthesemethode voor de bereiding van gefunctionaliseerde β-lactamen. Verschillende studies werden reeds verricht teneinde het achterliggende mechanisme en het resultaat op stereochemisch vlak van deze [2+2]cyclocondensatie te verklaren en/of te voorspellen.68 Zo werd reeds ontrafeld dat deze keteen-iminecyclocondensatiereactie wellicht via een stapsgewijs mechanisme verloopt. Een eerste stap betreft een nucleofiele additie van het vrije elektronenpaar van het stikstofatoom van imine 82 aan het sp- 19 Bespreking van de resultaten gehybridiseerde koolstofatoom van keteen 81, in situ gegenereerd uit een zuurchloride 80 in basische omstandigheden, met vorming van zwitterionisch intermediair 83. De nucleofiele aanval gebeurt langs de sterisch minst gehinderde zijde van het keteen, de zogenaamde exo-aanval. Het zwitterionisch intermediair 83 ondergaat vervolgens een conrotatorische elektrocyclische ringsluiting, met vorming van cis-β-lactamen 84. Indien de substituent op het keteen (R3) een elektronenzuigende groep betreft, en dit in combinatie met een elektronengevende groep op het imine (R2), wordt deze ringsluiting vertraagd en heeft het intermediair 83 de kans om isomerisatie rond de iminebinding te bewerkstelligen met vorming van zwitterion 85. Ringsluiting vormt bijgevolg trans-β-lactamen 86. Indien echter R3 een elektronengever en R2 een elektronenzuiger betreffen, wordt de ringsluiting in intermediair 83 versneld, met de vorming van cis-β-lactamen 84.69 Deze theoretische veronderstellingen werden ook experimenteel bewezen. Daar waar Bose-Evansketenen (R3 = O-alkyl, O-aryl, N-arylalkyl) resulteren in de vorming van cis-β-lactamen, leidt het gebruik van Moore-ketenen (R3 = S-alkyl, S-aryl, alkyl, Cl, Br) tot trans-β-lactamen. Een derde groep ketenen, de zogenaamde Sheenan-ketenen (R3 = vinyl, Phth), levert een mengsel van cis- en trans-βlactamen.69 R3 O R3 Cl H H R1 H C O N 81 82 R2 R3 R1 H H N O R2 isomerisatie R3 R1 H H N O R2 Base 80 85 83 R3 = e--gever R3 = e--zuiger R3 N O R1 R3 R2 O R1 N R2 cis--lactam trans--lactam 84 86 In deze Masterproef werd gebruik gemaakt van methoxy- en fenoxyacetylchloride 87 (R3 = MeO, PhO), dewelke zorgen voor directe ringsluiting van de initieel gevormde zwitterionen 83 en bijgevolg aanleiding geven tot de vorming van cis-β-lactamen 11 en 88. Iminen 79 zorgen voor chirale inductie waardoor voornamelijk diastereoisomeren 11 gevormd worden.26 Hierbij dient vermeld te worden dat de twee diastereomeren 11 en 88 kunnen worden gescheiden m.b.v. kolomchromatografie (SiO2). Voor het uitvoeren van deze reactie werden iminen 79 opgelost in een droog organisch solvent in aanwezigheid van drie equivalenten triëthylamine als base. Bij een temperatuur van 0°C werd voorzichtig een oplossing van 1,3 equivalenten zuurchloride 87 in hetzelfde solvent toegedruppeld. 20 Bespreking van de resultaten Overnacht roeren bij kamertemperatuur leverde de verwachte cis-β-lactamen 11 en 88 op in een diastereomere verhouding van 90-96/4-10.26 De cis-stereochemie werd bevestigd door 1H-NMRanalyse, waarbij waarden bekomen werden van 5,0-5,2 Hz (CDCl3) voor de vicinale koppelingsconstanten tussen de protonen op de 3- en de 4-plaats van de β-lactamring. Deze waarden stemmen overeen met waarden vermeld in de literatuur voor cis-β-lactamen (4,7-5,8 Hz, CDCl3).69 Een overzicht van het substitutiepatroon, rendementen en diastereomere ratio’s van de gesynthetiseerde β-lactamen 11, wordt weergegeven in Tabel 3. O O S H R1 O H N 1,3 equiv. R2O 3 equiv. Et3N Cl 87 O H HS R2O R S N solvent, 0°C k.t., 16 h (52-98%) O 79 O H S + R1 O H HS R2O R N O 11 (48-89%) O H R1 88 11/88 (90-96/4-10) Tabel 3: Synthese van (3R,4S)-3-methoxy- en (3R,4S)-3-fenoxy-4-[(4S)-2,2-dimethyl-1,3-dioxolaan-4-yl]azetidin-2-onen 11 Verbinding 11a 11b a b R1 iPr nBu R2 Me Ph Solvent d.r. 11/88a Rendement (%)b CH2Cl2 96/4 84 THF 93/7 48 tolueen 93/7 57 CH2Cl2 90/10 89 THF 90/10 65 Bepaald via 1H-NMR- en GC-analyse Na kolomchromatografie (SiO2) De uitgevoerde reacties zijn in de literatuur beschreven in dichloormethaan.26 Uit de gegevens in Tabel 3 blijkt dat het gebruik van tetrahydrofuran als alternatief solvent gevolgen heeft m.b.t. de verkregen rendementen, en dan vooral voor het eerste derivaat (R1 = iPr, R2 = Me). Bijgevolg werd voor dit derivaat de reactie nogmaals uitgevoerd, ditmaal in tolueen, naast dichloormethaan en benzeen één van de klassieke solventen voor de Staudingersynthese.69 Ook de reactie in tolueen leverde geen bevredigende resultaten wat betreft het bekomen rendement en de diastereoisomere verhouding. Bijgevolg werd besloten dat voor deze reactie nog geen goed alternatief gevonden werd voor dichloormethaan, aangezien in dit solvent, naast betere resultaten voor rendement en diastereomere ratio, ook de zuiverheid van het ruwe reactiemengsel hoger was, hetgeen verdere zuiveringsstappen m.b.v. kolomchromatografie (SiO2) vergemakkelijkt. 21 Bespreking van de resultaten 3.1.4 Synthese van (3R,4S)-4-[(1S)-1,2-dihydroxyethyl]azetidin-2-onen De gesynthetiseerde β-lactamen 11 dienen vervolgens een aantal modificaties van de zijketen op de 4-positie te ondergaan teneinde de beoogde 4-cyaanmethyl-β-lactamen 13 op te leveren. Een eerste stap betreft de zure hydrolyse van de acetaalfunctionaliteit ter vorming van de overeenkomstige diolen 89. Hiertoe werden β-lactamen 11 samen met één equivalent para-tolueensulfonzuur opgelost in THF/H2O (1/1), waarna 4-6 uur geroerd werd onder refluxomstandigheden. Neutralisatie met natriumbicarbonaat en extractie met ethylacetaat leverde finaal de gewenste diolen 89, dewelke zuiver genoeg waren (>95%, besloten op basis van 1H-NMR-analyse) om mee verder te werken zonder verdere zuivering.26,70 Door het zure milieu wordt één van de zuurstofatomen in de dioxolaanring van β-lactamen 11 geprotoneerd, waarna via intramoleculaire omlegging intermediairen 91 worden gevormd. Deze intermediairen zijn gevoelig voor nucleofiele additie van water. Tenslotte wordt aceton 93 uitgestoten met de vorming van diolen 89. O H H R2O R S S N O O 1 equiv. pTsOH·H2O H R O (R1 11 S N THF/H2O (1/1), , 4-6 h R1 OH H H R2O OH S R1 R2 89a = iPr, = Me, 78%) 89b (R1 = nBu, R2 = Ph, 95%) O 93 H2O OH O H H R2O R S N O S H R1 OH H H R2O R 90 S S N O O OH H R1 91 OH H H R2O R N O S S OH H R1 92 3.1.5 Synthese van (3R,4R)-4-formylazetidin-2-onen In de volgende fase werden de gesynthetiseerde (3R,4S)-4-[(1S)-1,2-dihydroxyethyl]-β-lactamen 89 onderworpen aan perjodaat-geïnduceerde oxidatieve splitsing ter vorming van (3R,4R)-4formylazetidin-2-onen 94. Het mechanisme verloopt gelijkaardig als de in Sectie 3.1.1 beschreven synthese van (R)-glyceraldehyde acetonide 73. 22 Bespreking van de resultaten Voor deze synthese werden twee verschillende methoden getest. In een eerste procedure werden diolen 89 en twee equivalenten natriumperjodaat opgelost in een organisch solvent en een verzadigde natriumbicarbonaatoplossing in een 15/1-verhouding.27 In het geval van diol 89a was twee uur roeren bij kamertemperatuur voldoende voor volledige omzetting. Voor diol 89b was 16 uur nodig. Naast bovenvermelde procedure werd deze reactie ook uitgevoerd volgens de in Sectie 3.1.1 vermelde procedure bij de synthese van (R)-glyceraldehyde acetonide 73. Hier werden 2,3 equivalenten natriumperjodaat gebruikt en, naast verzadigde natriumbicarbonaatoplossing, ook 0,4 equivalenten NaHCO3 als vaste stof.66 Deze twee methoden leverden een gelijkaardig resultaat op, zowel op vlak van rendement als zuiverheid. Wegens de onstabiliteit van de bekomen aldehyden 94 werden deze verbindingen meteen ingezet in een volgende reactie zonder verdere zuivering. De twee uitgevoerde procedures zijn beiden beschreven met dichloormethaan als solvent, en dus werd deze reactie bijgevolg ook uitgevoerd in tetrahydrofuran, zij het enkel voor de tweede methode (aangezien, voor de reacties in dichloormethaan, deze methode eerder de hoogste rendementen opleverde). Het substitutiepatroon en de verkregen rendementen van de gesynthetiseerde diolen 89 worden weergegeven in Tabel 4. H H 2 R O R Methode A 2 equiv. NaIO4 solvent/verz. NaHCO3 (15/1), < 25°C, 2-16 h OH SS OH N O Methode B 2,3 equiv. verz. NaIO4 0,4 equiv. NaHCO3 (v) solvent/verz. NaHCO3 (25/1), < 25°C, 2-16 h R1 89 H H R2O R O R H N R1 O 94 (62-82%) Tabel 4: Synthese van (3R,4R)-3-methoxy- en (3R,4R)-3-fenoxy-4-formylazetidin-2-onen 94 Verbinding R1 R2 94a iPr Me 94b nBu Ph Solvent CH2Cl2 Rendement (%) Methode A Methode B 69 77 THF CH2Cl2 THF 62 78 82 78 De synthese van 4-formylazetidin-2-onen werd reeds meermaals beschreven in de literatuur, aangezien deze verbindingen interessant startmateriaal vormen voor de synthese van verschillende 23 Bespreking van de resultaten carbapenem- en monobactamantibiotica en andere biologisch waardevolle producten waaronder αen β-aminozuren.71,72 3.1.6 Synthese van (3R,4S)-4-(hydroxymethyl)azetidin-2-onen De bekomen (3R,4R)-4-formylazetidin-2-onen 94 werden vervolgens ingezet in de reductie tot de overeenkomstige (3R,4S)-4-(hydroxymethyl)azetidin-2-onen 12. Hiertoe werden aan een ijsgekoelde oplossing van β-lactamen 94 in methanol twee equivalenten natriumboorhydride traag toegevoegd, waarna één tot twee uur roeren bij refluxtemperatuur de beoogde alcoholen 12 in hoge zuiverheid (>95%, besloten op basis van 1H-NMR-analyse) werden gevormd.27,28 Natriumboorhydride is een selectief reductans, hetgeen ketonen en aldehyden reduceert tot respectievelijk secundaire en primaire alcoholen. Voor reductie van minder reactieve carbonylverbindingen, zoals carbonzuren, esters en amiden dient een sterker reducerend agens, zoals lithiumaluminiumhydride, gebruikt te worden.73 Aangezien in deze Masterproef een aldehyde in de zijketen van een β-lactamring gereduceerd diende te worden, zonder aantasting van de amidebinding in de ring, werd voor natriumboorhydride geopteerd. O H H R2O R R N R1 O 2 equiv. NaBH4 H MeOH, 0°C 94 , 1-2 h R2O H H R S OH N O R1 12a (R1 = iPr, R2 = Me, 82%) 12b: (R1 = nBu, R2 = Ph, 91%) 3.1.7 Synthese van (3R,4S)-4-(tosyloxymethyl)azetidin-2-onen In de vorige paragraaf werd de synthese beschreven van (3R,4S)-4-(hydroxymethyl)azetidin-2-onen 12. Om de doelverbindingen, namelijk (3R,4S)-4-(cyaanmethyl)azetidin-2-onen 13, te bereiden dient de hydroxylgroep vervangen te worden door een cyaangroep. Dit zal uiteindelijk bewerkstelligd worden door een nucleofiele substitutie met natriumcyanide. Om deze reactie vlot te laten verlopen dient de hydroxylgroep eerst te worden omgezet tot een betere “leaving group”, hetgeen hier uitgevoerd wordt door een tosylering. Hiertoe werden β-lactamen 12 opgelost in een droog organisch solvent in aanwezigheid van vier equivalenten triëthylamine en een katalytische hoeveelheid 4,4-(dimethylamino)pyridine (DMAP), dewelke samen zorgen voor basische omstandigheden. Vervolgens werden 1,5 equivalenten para- 24 Bespreking van de resultaten tolueensulfonylchloride, opgelost in hetzelfde organisch solvent, toegedruppeld.74 Voor optimalisatie werden twee solventen aangewend, namelijk dichloormethaan en tetrahydrofuran, en werd geroerd bij verschillende reactietijden en -temperaturen. De verschillende reactieomstandigheden worden, samen met de waarnemingen, weergegeven in Tabel 5. Voor de keuze van reactietijden werd verder gebouwd op voorgaand onderzoek in de vakgroep Duurzame Organische Chemie en Technologie (Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, Universiteit Gent).28 De reactie start met de activatie van para-tolueensulfonylchloride door substitutie van chloride door DMAP met de vorming van een intermediair iminiumion 97, hetgeen telkens gedetecteerd werd bij opvolging van de reactie via LC-MS (m/z = 277). De tweede stap van het mechanisme betreft een nucleofiele aanval van de aanwezige hydroxylgroep in β-lactam 12, hetgeen versneld wordt door de base Et3N, waarna, na zuivering m.b.v. kolomchromatografie (SiO2), (3R,4S)-4- (tosyloxymethyl)azetidin-2-onen 95 bekomen werden. 4 equiv. Et3N 0,1 equiv. DMAP 1,5 equiv. TsCl H H R2O S R N O OH R1 solvent, temp., tijd H H R2O R O 12 Me Me N Me N O p-Tol S Cl O N R1 95 (58-67%) Me H H R2O R N O S O p-Tol O 97 96 S N O S O O O N H R1 Ts S Et3N 98 Tabel 5: Synthese van (3R,4S)-3-methoxy- en (3R,4S)-3-fenoxy-4-(tosyloxymethyl)azetidin-2-onen 95 Verbinding 95a 95b a R1 iPr nBu R2 Me Ph Solvent Temp. Tijd (h) Waarneming 12/95a THF k.t. 2 95/5 THF Δ 48 Complex mengsel CH2Cl2 Δ 43 4/96 THF Δ 16 9/91 THF Δ 48 Complex mengsel CH2Cl2 Δ 48 1/99 THF Δ 6 8/92 Op basis van 1H-NMR-analyse (CDCl3). 25 Bespreking van de resultaten Op basis van Tabel 5 kan besloten worden dat deze reactie dient uitgevoerd te worden bij refluxtemperatuur om tot volledige omzetting te komen. Twee dagen roeren in dichloormethaan levert de hoogste rendementen, namelijk 67% voor het eerste derivaat 95a (R1 = iPr, R2 = Me) en 62% voor het andere 95b (R1 = nBu, R2 = Ph), na kolomchromatografie (SiO2). Deze reactietijd kan echter aanzienlijk verkort worden door de reactie uit te voeren in tetrahydrofuran. De rendementen liggen hier in dezelfde grootteorde (respectievelijk 58% voor 95a en 61% voor 95b) waardoor voor deze reactie een goed alternatief gevonden werd voor dichloormethaan. 3.1.8 Synthese van (3R,4R)-4-(joodmethyl)azetidin-2-onen Voorgaand onderzoek aan de vakgroep Duurzame Organische Chemie en Technologie (Faculteit Bioingenieurswetenschappen, Universiteit Gent) toonde aan dat directe nucleofiele substitutie van de gegenereerde tosyloxygroep in 4-(tosyloxymethyl)azetidin-2-onen 95 door een cyanide-anion niet vlot verloopt.28 Bijgevolg werd besloten om een extra tussenstap in deze syntheseroute in te bouwen, dewelke de tosyloxygroep vervangt door een joodatoom. Dit atoom wordt immers, net als een tosyloxygroep, beschouwd als een goede “leaving group” maar zorgt voor minder sterische hinder waardoor nucleofiele substitutiereacties vlotter zullen verlopen.75 Teneinde (3R,4R)-4-(joodmethyl)azetidin-2-onen 99 te synthetiseren, werden (3R,4S)-4- (tosyloxymethyl)azetidin-2-onen 95 opgelost in droge aceton samen met vier equivalenten natriumjodide. Het reactiemengsel werd gedurende een bepaalde tijd verhit bij refluxtemperatuur waarna het solvent de kans kreeg weg te dampen bij dezelfde temperatuur.75 Na optimalisatie en opvolging van de reactie m.b.v. LC-MS werd besloten dat 40 uur reflux en aansluitend droogdampen nagenoeg volledige omzetting gaf voor beide derivaten 95. Zuivering m.b.v. kolomchromatografie (SiO2) leverde finaal de beoogde (3R,4R)-4-joodmethyl-β-lactamen 99 in goede rendementen. H H R2O R S N O R1 R2O 4 equiv. NaI OTs aceton, , 40 h 95 H H R R I N O R1 99a (R1 = iPr, R2 = Me, 75%) 99b (R1 = nBu, R2 = Ph, 69%) 3.1.9 Synthese van (3R,4S)-4-(cyaanmethyl)azetidin-2-onen De laatste stap in deze chirale syntheseroute omvat de synthese van (3R,4S)-4- (cyaanmethyl)azetidin-2-onen 13 uitgaande van (3R,4R)-4-(joodmethyl)azetidin-2-onen 99. Deze 26 Bespreking van de resultaten reactie verloopt volgens een SN2-mechanisme waarin in één stap de jodidegroep vervangen wordt door een cyaangroep. Om deze omzetting te bewerkstelligen werden 4-joodmethyl-β-lactamen 99 en 2,5 equivalenten fijngemalen natriumcyanide opgelost in droge dimethylformamide (DMF), waarna dit reactiemengsel geroerd werd bij verschillende temperaturen gedurende verschillende tijdsperioden.75 Een overzicht van de toegepaste reactieomstandigheden wordt, samen met de ondervindingen, weergegeven in Tabel 6. De reactie werd eerst geoptimaliseerd voor derivaat 13b (R1 = nBu, R2 = Ph), waarna de bekomen ideale omstandigheden overgenomen werden voor derivaat 13a (R1 = iPr, R2 = Me). H H R2O R S N O R O 99 CN S N DMF, temp., tijd R1 H H R2O 2,5 equiv. NaCN I R1 13 (53-59%) Tabel 6: Synthese van (3R,4S)-4-(cyaanmethyl)azetidin-2-onen 13 Verbinding R1 R2 13a iPr Me 13b a b nBu Ph Temp. Tijd (h) Rendement 50 à 60°C 6 Complex mengsela k.t. 72 59%b Δ 4 Complex mengsela 60 à 70°C 6 Complex mengsela 50 à 60°C 6 Complex mengsela k.t. 72 53%b Bepaald na 1H-NMR- en LC-MS-analyse Na preparatieve TLC of kolomchromatografie (SiO2) Er werd gestart met vier uur roeren bij refluxtemperatuur,28 maar aangezien dit volledige afbraak teweegbracht, werd de temperatuur stelselmatig verlaagd. Uiteindelijk werd bekomen dat roeren bij kamertemperatuur gedurende drie dagen de beste resultaten opleverde, en dit voor beide derivaten. De reacties werden telkens opgevolgd met LC-MS tot wanneer de startproducten 99 niet meer gedetecteerd werden. Zuivering m.b.v. preparatieve TLC of kolomchromatografie (SiO2) leverde de beoogde doelverbindingen 13. 27 Bespreking van de resultaten 3.2 Synthese van cis-4-formyl-1-isopropyl-3-methoxyazetidin-2on De gesynthetiseerde (3R,4S)-4-(cyaanmethyl)azetidin-2-onen 13 werden gesynthetiseerd volgens de “chiral pool”-strategie. Dit betekent dat de chiraliteit ingebouwd werd vertrekkende vanuit een optisch zuiver startproduct, in dit geval 1,2:5,6-di-O-isopropylideen-D-mannitol 10. Op deze manier kan verondersteld worden dat de eindverbindingen 13 eveneens enantiomeer zuiver zijn gezien in de syntheseroute geen racemiserende tussenstappen voorkomen. Om dit te kunnen bewijzen werd vooropgesteld dezelfde verbindingen te synthetiseren op een racemische manier, waarna zowel de racemische (16) als de chirale (13) nitrillen onderworpen zullen worden aan een GC-analyse met een chirale kolom. Deze racemische synthese zal geëvalueerd worden voor één van de twee derivaten uit voorgaande asymmetrische route. 3.2.1 Pogingen tot synthese van glyceraldehyde acetonide De eerste stap in de eerder beschreven asymmetrische benadering betreft de oxidatieve splitsing van 1,2:5,6-di-O-isopropylideen-D-mannitol 10 met de generatie van twee moleculen (R)-glyceraldehyde acetonide 73. Om deze laatste verbinding op een racemische manier te bekomen, dient een andere strategie te worden aangewend. De gebruikte startverbinding in deze reactie betreft het commercieel beschikbare racemisch solketal 14, hetgeen na oxidatie van de hydroxylgroep aldehyde 15 kan opleveren. In de literatuur zijn verschillende procedures beschreven om deze oxidatie uit te voeren, gebruik makende van onder meer de pyridiniumchloorchromaat- (PCC) en de Swernoxidatie.76,77 Naast deze methoden werd ook een andere oxidatieprocedure, de zogenaamde 2jodoxobenzoëzuur-oxidatie (IBX),78 geprobeerd. De verschillende aangewende procedures, samen met de verkregen resultaten, worden weergegeven in Tabel 7. De in de literatuur beschreven PCC-oxidatie van solketal gaat uit van dichloormethaan als solvent. Om deze reden werd de reactie uitgevoerd in twee andere solventen, namelijk terahydrofuran en diëthylether. Aangezien dit niet het gewenste resultaat opleverde, werd de reactie later ook uitgevoerd in dichloormethaan, hetgeen al evenmin succesvol was. Ook de oxidaties gebruik makende van dimethylsulfoxide (DMSO) en jodoxobenzoëzuur resulteerden niet, of weinig, in het gewenste product 15. Hierdoor werd besloten om af te zien van deze reactie en de racemische 28 Bespreking van de resultaten synthese van cis-4-cyaanmethyl-β-lactamen 16 over een geheel andere boeg te gooien, hetgeen zal beschreven worden in de volgende paragrafen. O HO O O Tabel 7 H O 14 O 15 Tabel 7: Pogingen tot synthese van glyceraldehyde acetonide 14 Reagentia Solvent Temp. Tijd (h) Waarneming 14/15a 2 equiv. PCC moleculaire zeven silica Et2O k.t. 5 75/25 2 equiv. PCC moleculaire zeven silica THF k.t. 5 Geen reactie 2 equiv. PCC moleculaire zeven silica THF k.t. → Δ 48 → 24 75/25 2 equiv. PCC moleculaire zeven silica CH2Cl2 k.t. → Δ 24 → 6 Complex mengselb 1,1 equiv. (COCl)2 2,4 equiv. DMSO 5 equiv. Et3N CH2Cl2 -78°C → k.t. 4 Complex mengselb 2 equiv. IBX EtOAC k.t. → Δ 48 → 96 Complex mengselb a b Op basis van 1H-MR-analyse. De reacties werden opgevolgd via LC-MS tot volledige omzetting van het substraat. 3.2.2 Synthese van glyoxal-bis-(N-isopropylimine) Een geheel andere syntheseroute gaat uit van de iminering van het commercieel beschikbare glyoxal 100. Hiertoe werden twee equivalenten isopropylamine opgelost in water waarna glyoxal 100, hetgeen commercieel beschikbaar is in een 40% waterige oplossing, voorzichtig toegedruppeld werd bij een temperatuur van 0°C.79 Twee uur roeren bij 0°C leverde het gewenste diimine 101 in een rendement van 85%. 29 Bespreking van de resultaten N O H H O 100 2 equiv. iPrNH2 H2O, k.t., 2 h H H N 101 (85%) 3.2.3 Poging tot synthese van cis-4-formyl-1-isopropyl-3-methoxyazetidin2-on uitgaande van glyoxal-bis-(N-isopropylimine) Vervolgens werd het gesynthetiseerde diimine 37 aangewend voor de synthese van cis-4-formyl-1isopropyl-3-methoxyazetidin-2-on 41 via een zogenaamde “one pot”-procedure, bestaande uit twee stappen.71 In een eerste poging werd diimine 101 opgelost in droge tolueen, waarna 2,2 equivalenten triëthylamine werden toegevoegd. Vervolgens werden 2,2 equivalenten methoxyacetylchloride, eveneens opgelost in tolueen, toegedruppeld aan het reactiemengsel.71 Twee uur roeren bij kamertemperatuur resulteerde in volledige omzetting van diimine 101 (besloten na TLC-analyse), waarna 14 equivalenten HCl werden toegevoegd in de vorm van een waterige oplossing (1,4 M) en aansluitend gedurende 1,5 uur geroerd werd. Na opwerking van de reactie werden echter, niet geheel onverwacht, geen karakteristieke signalen van het beoogde cis-4-formyl-β-lactam 105 teruggevonden. Uit grondige analyse van de verkregen spectrale gegevens kon immers worden geconcludeerd dat bis-β-lactamen 102 en 103 werden gevormd in een diastereoisomere verhouding van 90/10. De cis-stereochemie tussen de protonen op de 3- en de 4-plaats van de vierring werd bevestigd door 1H-NMR-analyse, waar vicinale koppelingsconstanten bekomen werden van 5,5 Hz voor major 102 en 3,3 Hz voor minor 103, dewelke overeenstemmen met hetgeen reeds in de literatuur beschreven is over gelijkaardige bis-β-lactamen (3,3-5,4 Hz).71 Naast deze analyse werd de vorming van bis-β-lactamen 102 en 103 eveneens bevestigd via LC-MS, waarin de massa van deze verbindingen, 285 (M++1), waargenomen werd. Uit hetgeen te vinden is in de literatuur kan worden besloten dat (3R*,3’R*,4S*,4’S*)-4-4’-bis(1-isopropyl-3-methoxyazetidin-2-on) 102 het meest gevormd wordt in deze reactie en bijgevolg het major-diastereoisomeer kan genoemd worden.71 Er is dus, na de initiële vorming van de eerste β-lactamkern in 1-isopropyl-3-methoxy-4-[(E)-(Nisopropylimino)methyl]azetidin-2-on 101 een tweede vierring gevormd met de iminefunctie in de zijketen van de eerste ring.71 Dit is mogelijk daar hiervoor voldoende zuurchloride aanwezig was in het reactiemengsel. 30 Bespreking van de resultaten O 1) 2 equiv. MeO N H H N Cl O 2,2 equiv. Et3N tolueen, k.t., 2 h MeO 2) 14 equiv. HCl (1,4 M) k.t., 1,5 h H H N H H H H MeO N N OMe H H O 102 H H + OMe O 101 MeO O N 103 102/103 = 90/10 (39%) N H N O 104 Teneinde de vorming van bis-β-lactamen 102 en 103 te onderdrukken, werd in een tweede poging het aantal equivalenten methoxyacetylchloride gehalveerd. Deze reactie gaf wel aanleiding tot het beoogde cis-4-formyl-β-lactam 105. Er dient evenwel opgemerkt te worden dat de vorming van bisβ-lactamen 102 en 103 niet kon vermeden worden. Na de eerste reactiestap bestond het reactiemengsel immers uit cis-4-imidoyl-β-lactam 104, diimine 101 en bis-β-lactamen 102 en 103. Tijdens de hydrolysestap werd 4-imidoyl-β-lactam 104 volledig omgezet tot het vooropgestelde 4formyl-β-lactam 105, en diimine 101 werd terug glyoxal 100, hetgeen tijdens de waterige opwerking verwijderd werd wegens zijn hoge oplosbaarheid in water. Naast signalen van deze verbindingen bevatte het 1H-NMR-spectrum (CDCl3) ook signalen van andere, niet toegewezen verbindingen. Dit zijn mogelijks afbraakverbindingen van het onstabiele 4-formyl-β-lactam 105 die gevormd worden tijdens indampen van tolueen, hetgeen gebeurt bij relatief hoge temperatuur. Dit kan verklaren waarom het aandeel 4-formyl-β-lactam 105 in het mengsel laag is na indampen. O 1) 1 equiv. MeO N H H N Cl 1,2 equiv. Et3N tolueen, k.t., 2 h 2) 14 equiv. HCl (1,4 M) k.t., 1,5 h (49%) 101 MeO H H O O O H N O + H H + MeO O H H N N H H OMe O 105 102 100 + MeO H H 105/100/102/103 = 17/2/36/4 N O H N MeO H H O N N H H OMe O 104 103 31 Bespreking van de resultaten Aangezien deze laatste ingreep geen aanleiding gaf tot selectieve synthese van cis-4-formyl-β-lactam 105, kan worden besloten dat deze strategie wellicht altijd mengsels van verbindingen 105, 102 en 103 zal opleveren. Scheiding m.b.v. kolomchromatografie (SiO2) was eveneens geen oplossing om zuiver aldehyde 105 te bekomen aangezien de niet toegekende onzuiverheden uit het 1H-NMRspectrum niet van het beoogde product konden gescheiden worden. Bijgevolg wordt besloten dat verdere optimalisatie noodzakelijk zal zijn teneinde de beoogde racemische cis-4-cyaanmethyl-βlactamen 16 te bekomen. 32 Bespreking van de resultaten 3.3 Enzymatische hydrolyse van (3R,4S)-4- (cyaanmethyl)azetidin-2-onen Er zijn in de literatuur twee klassen van enzymen beschreven die nitrilfuncties kunnen hydrolyseren.80 Enerzijds gaat het om nitril-hydrolasen of nitrilasen (EC 3.5.5.1), dewelke in deze Masterproef zullen gebruikt worden, en anderzijds om nitril-hydratasen (EC 4.2.1.84). Nitrilasen zullen de nitrilfunctie in 106 omzetten in een carbonzuurgroep in 107, met gebruik van water en uitstoot van ammoniak. In tegenstelling tot deze enzymen zullen nitril-hydratasen nitril 107 omzetten in een amide 108, met uitstoot van water, zonder dit verder te hydrolyseren. Amidasen kunnen vervolgens dit amide omzetten tot het overeenkomstige carbonzuur 107, opnieuw met gebruik van water en uitstoot van ammoniak.81,82 Een voorbeeld van het gebruik van deze enzymen in de industrie is de biokatalytische omzetting van acrylonitril tot acrylamide m.b.v. nitril-hydratasen.83 R C N + H2O 106 O Nitrilase R OH + NH3 107 O Nitril-hydratase R Amidase NH2 108 H2O In deze sectie wordt beschreven hoe de gesynthetiseerde nitrillen 13a en 13b gehydrolyseerd kunnen worden tot de overeenkomstige carbonzuren 17a en 17b. De enzymen die zullen gebruikt worden zijn beschikbaar in de nitrilase screening kit van Codexis.84 In een eerste fase van dit onderzoek zal, op analytische schaal, gezocht worden naar het enzym of de enzymen die het best geschikt zijn om de omzetting van substraten 13 uit te voeren. Later zal de omzetting geoptimaliseerd worden gebruik makende van het meest geschikte enzym. Een laatste luik bestaat erin deze biokatalytische omzetting op te schalen teneinde een bepaalde hoeveelheid van carbonzuren 17 te bekomen. Sinds de ontdekking van het eerste nitrilase in de vroege jaren 1960,85 werd reeds veel onderzoek verricht naar het werkingsmechanisme van deze groep enzymen. Er werd aangetoond dat een belangrijk deel van het katalytisch centrum, essentieel voor de werking, bestaat uit drie aminozuren: glutaminezuur, lysine en cysteïne.85 Waar Glu en Lys via niet-covalente bindingen het substraat op zijn plaats houden, zal Cys met zijn thiolgroep deelnemen aan de hydrolysereactie van het nitril. Algemeen wordt aanvaard dat deze groep een nucleofiele aanval uitoefent op het nitril, met de generatie van een thiomidaatintermediair 109. Vervolgens zal tweemaal nucleofiele additie van water en eliminatie van ammoniak leiden tot carbonzuur 17.86 33 Bespreking van de resultaten H H R2O S R N O CN R1 R2O Nitrilase-P1-121 MeOH/Fosfaatbuffer (1/19), pH 7,5, 30°C, 200 rpm H H S R N R1 O 13 COOH 17 H2O R2O H H R S-Enzym H2O N R1 H H R S O R2O N NH 109 S O R1 OH S-Enzym NH2 110 R2O H H R NH3 S-Enzym S N O R1 O 111 3.3.1 Clusterscreening De gebruikte enzymkit bestaat uit twaalf verschillende nitrilasen. Onderzoek naar welk(e) van deze enzymen het meest geschikt is (zijn) voor de hydrolyse van substraten 13 start met een zogenaamde clusterscreening. In dit onderzoek worden de twaalf enzymen willekeurig verdeeld in vier groepen van elk drie enzymen. Voor de enzymatische omzettingen werd gebruik gemaakt van een solventsysteem bestaande uit een waterige fosfaatbuffer en methanol in een 95/5-verhouding. Methanol werd toegevoegd teneinde de oplosbaarheid van de slecht wateroplosbare verbindingen 13 te verhogen. De fosfaatbuffer (pH 7,5) zorgde voor de ideale omstandigheden voor het enzym om te werk te gaan. Deze werd net als de enzymen geleverd door Codexis.84 Het onderzoek naar het juiste solventsysteem gebeurde in een gelijkaardige Masterproef tijdens vorig academiejaar.87 Om deze clusterscreening uit te voeren werd een 10 mM oplossing gemaakt van de substraten 13 in 0,5 ml van het eerder beschreven solventsysteem, waarna van elk enzym 2 mg/ml toegevoegd werd en vervolgend werden de reactiemengsels bij 30°C en 200 rpm geïncubeerd. Op geregelde tijdstippen werden stalen genomen, dewelke geanalyseerd werden via LC-MS teneinde de omzettingsgraad te kunnen kwantificeren. Voor deze stalen werd een kleine hoeveelheid van het reactiemengsel genomen, waarna de enzymen geïnactiveerd werden door een hittebehandeling (5 min bij 95°C). Tien maal verdunnen in methanol en centrifugatie (5 min bij 14000 rpm) leverden een helder supernatans met substraten 13 en producten 17. Naast de reactiemengsels met enzymen werd ook een zogenaamde blanco geïncubeerd, dewelke hetzelfde bevat als de reacties maar geen enzymen. 34 Bespreking van de resultaten Deze incubatie leert meer over de stabiliteit van de verbindingen 13 bij de incubatie- en inactivatieomstandigheden. Een overzicht van de gebruikte enzymen wordt, samen met de geobserveerde omzettingsgraden, weergegeven in Tabel 8. Tabel 8: Clusterscreening voor de enzymatische hydrolyse van 4-cyaanmethyl-β-lactamen 13 13a → 17a R = iPr, R2 = Me 13b → 17b R = nBu, R2 = Ph Omzettinga (%) na Omzettinga (%) na 1 Groep a Enzymen 1 1d 4d 1d 4d I NIT-P1-121, NIT-104, NIT-102 16 33 13 38 II NIT-103, NIT-P1-120, NIT-106 6 11 11 15 III NIT-P1-126, NIT-111, NIT-P1-130 5 8 11 16 IV NIT-P1-122; NIT-P1-118, NIT-105 9 12 9 11 Op basis van LC-MS-analyse. Uit de gegevens in Tabel 8 blijkt dat voor beide verbindingen 13 groep I de beste omzettingen leverde. Om deze reden werd besloten om de drie enzymen van deze groep in aparte reacties los te laten op de substraten teneinde te besluiten welk van de drie enzymen de hoogste activiteit haalt. LC-MS-analyses van de blanco-incubatie toonde aan dat er doorheen de tijd enkel substraat 13 aanwezig was. Hieruit wordt besloten dat gedurende de tijd van de clusterscreening het substraat stabiel is bij de gegeven omstandigheden, zijnde het solventsysteem, de pH en de temperatuur en dat substraten 13 de inactivatietemperatuur van 95°C weerstaan. Naast deze waarnemingen dient ook vermeld te worden dat de enzymatische omzetting van substraten 13 trager verloopt in vergelijking met hetgeen bekomen werd in voorgaand onderzoek in de vakgroep Biochemische & Microbiële Technologie (Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, Universiteit Gent), waar al na minder dan een dag een omzettingsgraad van 100% werd bereikt.28 Dit grote verschil in reactiesnelheid kan verklaard worden door de structuur van de substraten uit deze Masterproef 13 en uit het eerder onderzoek 112 te vergelijken. R2O H H S R N O 13 R1 CN N CN R 112 (R = H, 4-Cl) 35 Bespreking van de resultaten In deze Masterproef wordt gewerkt met cyaanmethyl-β-lactamen 13. Twee structurele eenheden uit deze verbindingen, namelijk de grote β-lactamring en de ene methyleengroep tussen deze ring en de nitrilfunctie, zorgen ervoor dat deze verbindingen zich maar moeilijk kunnen ruimtelijk ordenen, opdat ze goed in het katalytisch centrum van het enzym zouden passen, en zich niet correct kunnen oriënteren in deze actieve site om katalyse toe te laten. Dit is in tegenstelling tot structuren 112, waar de kern van de verbinding een aziridinering betreft, dewelke kleiner is dan een β-lactam. Anderzijds bevinden er zich tussen de driering en de nitrilfunctie twee methyleengroepen, waardoor de vrije draaibaarheid en ruimtelijke vervorming van deze keten gemakkelijker wordt. Om deze redenen kan deze molecule zich beter oriënteren in het katalytisch centrum van het enzym teneinde vlot omgezet te worden tot het overeenkomstige carbonzuur. 3.3.2 Enzymatische hydrolyse van 4-cyaanmethyl-β-lactamen Voor de volgende testreacties werd te werk gegaan op een gelijkaardige manier als bij de clusterscreening. Opnieuw werd 10 mM substraat 13 opgelost in 0,5 ml van het solventsysteem. Vervolgens werd in elk epje één van de drie enzymen toegevoegd, waarna deze reacties geïncubeerd werden bij 30°C en 200 rpm. Aangezien uit vorige analyse bleek dat na vier dagen nog maar een klein deel van het substraat was omgezet, werd vanaf deze testreactie de enzymconcentratie verdubbeld tot 4 mg/ml, teneinde sneller een omzettingsgraad van 100% te bekomen. Naast deze drie reacties werd ook opnieuw een blanco geïncubeerd. Op geregelde tijdstippen werd een staal genomen en geanalyseerd met LC-MS zoals eerder beschreven. De resultaten die bekomen werden in deze testreacties worden weergegeven in Tabel 9. Tabel 9: Enzymatische hydrolyse van 4-cyaanmethyl-β-lactamen 13 m.b.v. de enzymen uit groep I 13a → 17a R = iPr, R2 = Me 13b → 17b R = nBu, R2 = Ph Omzettinga (%) na Omzettinga (%) na 1 Enzym a 1 1d 4d 1d 4d NIT-P1-121 25 80 23 64 NIT-104 3 7 0 2 NIT-102 0 0 0 0 Op basis van LC-MS-analyse. Op basis van Tabel 9 kan besloten worden dat de hydrolyse van nitrillen 13 tot carbonzuren 17 hoofdzakelijk gekatalyseerd wordt door NIT-P1-121. Bijgevolg werd voor volgende analyses enkel 36 Bespreking van de resultaten gebruik gemaakt van dit enzym. Opnieuw toonde analyse van de blanco aan dat de substraten stabiel zijn in de gegeven omstandigheden. Dit is volledig in overeenstemming met resultaten bekomen in voorgaand onderzoek aan de vakgroep Biochemische & Microbiële Technologie (Faculteit Bioingenieurswetenschappen, Universiteit Gent), echter niet met exact dezelfde verbinding maar met een variant (R1 = iPr, R2 = Bn).28 Naast voorgaand besluit dient ook te worden opgemerkt dat deze enzymatische omzettingen zeer traag verlopen. De omzettingsgraad in deze testreacties m.b.v. NIT-P1-121 wordt, doorheen de tijd gemeten, voor het eerste derivaat 13a (R1 = iPr, R2 = Me) weergegeven in Figuur 1. R1 = i Pr, R2 = Me Omzettingsgraad (%) 100 80 60 40 20 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 Tijd (d) Figuur 1: Overzicht van de omzettingsgraad (op basis van LC-MS-analyse) van de enzymatische hydrolyse van nitril 13a m.b.v. NIT-P1-121 doorheen de tijd Uit Figuur 1 kan worden besloten dat de reactiesnelheid van deze omzetting niet constant is in de tijd maar stelselmatig afneemt. Voor het tweede derivaat 13b (R1 = nBu, R2 = Ph) wordt een gelijkaardig patroon geobserveerd, maar verloopt de reactie trager en wordt volledige omzetting pas bekomen na tien dagen reactie. Dit kan te wijten zijn aan de aromaat in de structuur, waardoor het substraat enerzijds moeilijker naar de waterige fase zal gaan en anderzijds, wegens de grotere structuur, moeilijker in het katalytisch centrum van het enzym zal passen. Tijdens deze reactie werd gewerkt met een hoge enzymconcentratie van 4 mg/ml. Het is mogelijk dat substraten 13 slecht oplossen in het solventmengsel waardoor te weinig van deze verbindingen aanwezig is om het enzym volledig te satureren. Ook is het zo dat bij substraatconcentraties onder de KM van het enzym, de reactiesnelheid aanzienlijk zal afnemen. Bovendien is het mogelijk dat de enzymen een deel van hun stabiliteit verliezen bij de gebruikte incubatieomstandigheden. Dit laatste kan worden onderzocht door niet alle enzym van in het begin toe te voegen en later extra enzym toe 37 Bespreking van de resultaten te voegen op vooraf bepaalde tijdstippen tijdens de incubatie. Dit zal in volgende paragraaf beschreven worden. 3.3.3 Verdere testreacties teneinde het verhogen van de reactiesnelheid Aangezien uit Figuur 1 blijkt dat na twee dagen al 50% omzetting en acht dagen ongeveer 100% omzetting bereikt wordt, werd besloten om bij de start van de reactie slechts een kwart van de enzymhoeveelheid toe te voegen, m.a.w. 1 mg/ml i.p.v. 4 mg/ml, en om de twee dagen opnieuw een kwart toe te voegen, zodat zes dagen na de start van de reactie de volledige enzymhoeveelheid aanwezig was. De rest van de proefopzet was identiek aan de in vorige paragraaf beschreven proefopzet, met als enige verschil dat voor deze testreactie enkel enzym NIT-P1-121 gebruikt werd. Naast deze reactie werd ook een reactie gestart waarbij van bij de start de volledige enzymhoeveelheid werd toegevoegd. Deze laatste reactie is bijgevolg helemaal analoog aan deze beschreven in voorgaande paragraaf. De resultaten worden weergegeven in Figuur 2, opnieuw voor het eerste derivaat 13a (R1 = iPr, R2 = Me). R1 = i Pr, R2 = Me Omzettingsgraad (%) 100 80 60 40 20 0 0 100% enzym bij start 25% enzym om de 2 d 1 2 3 4 5 6 7 Tijd (d) Figuur 2: Overzicht van de omzettingsgraad (op basis van LC-MS-analyse) van de enzymatische hydrolyse van nitril 13a m.b.v. NIT-P1-121 doorheen de tijd. Vergelijking tussen de twee strategieën van enzym toevoegen. Uit de gegevens in Figuur 2 blijkt dat de resultaten van de reactie waarbij al het enzym van in het begin toegevoegd werd, overeenkomt met de resultaten, dewelke werden weergegeven in Figuur 1. Indien om de twee dagen nieuw enzym wordt toegevoegd, is te zien dat initieel de reactie trager verloopt, hetgeen logisch is want er is minder enzym aanwezig, maar heel belangrijk is het feit dat de reactiesnelheid nu nagenoeg constant blijft en dat 100% omzetting bekomen wordt na vijf dagen 38 Bespreking van de resultaten reactie in plaats van acht. Dit impliceert dat de laatste toevoeging van het enzym, die gepland was na zes dagen, niet meer nodig was. De reactiesnelheid van de tweede testreactie mag dan wel lager zijn, er werd verwacht dat deze vier keer lager zou zijn aangezien initieel slechts een kwart van de enzymhoeveelheid werd toegevoegd. Dit is niet het geval: de snelheid is slechts ongeveer 20% lager. Ook werd verwacht dat deze reactiesnelheid zou verdubbelen na twee dagen, aangezien op dat moment vers enzym werd toegevoegd. De reactiesnelheid blijft nagenoeg constant tot wanneer 100% omzetting werd bereikt, hetgeen niet voorkomt bij een reactie met een kinetiek van de eerste orde, waartoe de meeste enzymatische reacties behoren.88,89 Hieruit werd besloten dat deze omzetting ook beïnvloed wordt door andere achterliggende fenomenen, dewelke hier niet nader verklaard werden. Voor het tweede derivaat 13b (R1 = nBu, R2 = Ph) waren de resultaten zeer gelijkaardig: initieel is de reactie trager maar de reactiesnelheid blijft nagenoeg constant. Wel dient te worden opgemerkt dat in dit geval wel de volledige enzymhoeveelheid – vier toevoegingen van een kwart van de enzymhoeveelheid – nodig is om volledige omzetting te bekomen, hetgeen bereikt werd na acht dagen reactie. 3.3.4 Opschaling Aangezien uit voorgaande paragraaf blijkt dat 100% omzetting bekomen kan worden in ongeveer een week, werd besloten om met deze omstandigheden reacties op grotere schaal – 40 mg voor het eerste derivaat 13a (R1 = iPr, R2 = Me) en 80 mg voor het tweede 13b (R1 = nBu, R2 = Ph) – uit te voeren. Doorgaans wordt voor een reactie op grotere schaal de enzymconcentratie verkleind,87 maar aangezien uit voorgaande paragrafen blijkt dat de hydrolyse van nitrillen 13 zeer moeizaam verloopt, werd besloten om te werken met de eerder gebruikte concentratie van 4 mg/ml. Om evenwel wat enzym uit te sparen, werd de substraatconcentratie verdubbeld naar 20 mM waardoor relatief gezien slechts de helft van de enzymhoeveelheid nodig zou zijn. Naast deze wijziging in substraatconcentratie, werd ook het tijdstip waarop enzym toegevoegd wordt gewijzigd. Aangezien deze reactie langer zal duren dan de testreacties, wegens de hogere substraatconcentratie, werd om de drie dagen een kwart van het enzym toegevoegd (i.p.v. om de twee dagen). Op de negende dag van de reactie, wanneer de laatste keer enzym toegevoegd werd, was nog lang niet alle substraat omgezet. Bijgevolg werd besloten om de reacties nog langer te laten doorgaan. Uiteindelijk werd de reactie stopgezet na drie weken voor het eerste derivaat (R1 = iPr, R2 = Me) en na vier weken voor het tweede (R1 = nBu, R2 = Ph), en dit wegens het tijdsbestek van deze Masterproef. 39 Bespreking van de resultaten LC-MS-analyse van de blanco- en de reactiestalen toonde aan dat op dat moment de twee verbindingen, substraten 13 en producten 17, aanwezig waren, zonder vorming van afbraakproducten. Na het stopzetten van de reactie werden de enzymen geïnactiveerd door hittebehandeling (10 minuten bij 95°C) en vervolgens verwijderd door centrifugatie (10 min bij 14000 rpm). Uit gelijklopend onderzoek bleek dat extractie van het waterig supernatans met ethylacetaat moeizaam verliep wegens veel schuimvorming, hetgeen waarschijnlijk veroorzaakt werd door een minimale hoeveelheid niet-afgecentrifugeerd enzym.90,91 Om deze reden werd besloten de opwerking geheel anders uit te voeren: het waterig supernatans na centrigufatie werd rechtstreeks ingedampt onder vacuüm. De overgebleven fractie, bestaande uit zouten van de buffermix en een mengsel van substraat 13 en product 17, werd ontdaan van de zouten door de organische verbindingen op te lossen in methanol. Vervolgens werden substraat en product gescheiden m.b.v. preparatieve HPLC met een polaire kolom en een mengsel van water en methanol als mobiele fase. Op basis van ruwe NMR-analyse werd vastgesteld dat de reactie gestopt werd bij 60% omzetting voor het eerste derivaat (R1 = iPr, R2 = Me) en bij 70% omzetting voor het tweede derivaat (R1 = nBu, R2 = Ph). De rendementen na zuivering (preparatieve HPLC) bedroegen respectievelijk 16% (17a) en 12% (17b). Zuivering van carbonzuur 17a werd bemoeilijkt door de kleine schaal van het experiment, waardoor karkaterisatie van dit product niet mogelijk was. Hoewel in de testreacties volledige omzetting bekomen werd, kon dit initieel niet gerealiseerd worden op grotere schaal. Het moet evenwel mogelijk zijn om volledige omzetting te bewerkstelligen door nog meer enzym te gaan gebruiken en door de reacties langer te incuberen. Het tijdsbestek van deze Masterproef liet dit echter niet toe. 3.3.5 Besluit Uit de resultaten blijkt dat de omzetting van nitrillen 13 moeizamer verloopt dan in voorgaand onderzoek met 2-(cyaanethyl)aziridinen 112. Dit heeft tot gevolg dat slechts een kleine hoeveelheid van de beoogde carbonzuren 17 bekomen werd. Indien de chemische hydrolyse, dewelke beschreven wordt in volgende paragraaf, wel op een eenvoudige en selectieve manier de nitrilfuncties gaat hydrolyseren, biedt het aanwenden van enzymen geen voordeel op vlak van reactiesnelheid. Wel dient te worden opgemerkt dat deze biokatalytische reactie in ieder geval doorgaat zonder vorming van bijproducten, hetgeen zeker een belangrijk voordeel is. 40 Bespreking van de resultaten 3.4 Chemische hydrolyse van (3R,4S)-4-(cyaanmethyl)azetidin-2onen Naast de enzymatische hydrolyse van (3R,4S)-4-(cyaanmethyl)azetidin-2-onen 13, is het ook nuttig om te onderzoeken of chemische hydrolyse, hetzij in zure, hetzij in alkalische omstandigheden, mogelijk is voor de selectieve synthese van (3R,4S)-4-(carboxymethyl)azetidin-2-onen 17. 3.4.1 Pogingen tot zure hydrolyse van (3R,4S)-1-butyl-4-cyaanmethyl-3fenoxy-azetidin-2-on (3R,4S)-1-Butyl-4-cyaanmethyl-3-fenoxyazetidin-2-on 13b werd opgelost in water waarna 11 equivalenten HCl (3 M) en 45 equivalenten HOAc (6 M) werden toegevoegd. Vervolgens werd het reactiemengsel gedurende een bepaalde tijd bij een bepaalde temperatuur geroerd, waarna geneutraliseerd werd natriumbicarbonaat.92 met Een overzicht van de geteste reactieomstandigheden met bijhorende waarnemingen wordt weergegeven in Tabel 10. 11 equiv. HCl (3 M) 45 equiv. HOAc (6 M) H H O R S CN x N R S COOH N H2O, temp., tijd O H H O O 13b 17b Tabel 10: Pogingen tot zure hydrolyse van (3R,4S)-1-butyl-4-cyaanmethyl-3-fenoxyazetidin-2-on 13b a b Temp. Tijd Waarneming k.t. 14 d Geen reactiea Δ 1 week Complex mengselb Op basis van LC-MS-analyse Op basis van 1H-NMR- en LC-MS-analyse 3.4.2 Pogingen tot alkalische hydrolyse van (3R,4S)-1-butyl-4-cyaanmethyl3-fenoxy-azetidin-2-on (3R,4S)-1-Butyl-4-cyaanmethyl-3-fenoxyazetidin-2-on 13b werd in aanwezigheid van vijf equivalenten kaliumhydroxide opgelost in een solventmengsel bestaande uit ethanol en water met een welbepaalde verhouding. Vervolgens werd het reactiemengsel gedurende een bepaalde tijd bij een bepaalde temperatuur geroerd, waarna geneutraliseerd werd met HCl (1 M).87 Een overzicht van 41 Bespreking van de resultaten de geteste reactieomstandigheden met bijhorende waarnemingen wordt weergegeven in Tabel 11. De reacties werden opgevolgd met LC-MS tot wanneer het substraat niet meer gedetecteerd werd, behalve voor de reactie bij kamertemperatuur, die na tien dagen werd stopgezet wegens het tijdsgebrek in deze Masterproef. H H O R S 5 equiv. KOH CN x N EtOH/H2O, temp., tijd O 13b H H O R S COOH N O 17b Tabel 11: Pogingen tot alkalische hydrolyse van (3R,4S)-1-butyl-4-cyaanmethyl-3-fenoxyazetidin-2-on 13b EtOH / H2O Temp. Tijd Waarneming 3/1 k.t. 10 d Geen reactiea 3/1 Δ 8h Complex mengselb 5/1 100 °C (mwc) 15 min Complex mengselb a Op basis van LC-MS-analyse Op basis van 1H-NMR- en LC-MS-analyse c mw = reactie in microgolfreactor b 3.4.3 Besluit Op basis van de resultaten in Tabel 10 en Tabel 11 kan worden besloten dat zowel zure als alkalische omstandigheden geen oplossing bieden voor selectieve hydrolyse van de nitrilfunctie in (3R,4S)-1butyl-4-cyaanmethyl-3-fenoxy-azetidin-2-on 13b. Bij de geobserveerde omstandigheden werd ofwel volledige afbraak, zonder detectie van het gewenste product 17b via LC-MS, ofwel geen reactie waargenomen. De reacties die afbraak van het substraat teweegbrachten, leverden waarschijnlijk hydrolyse van de gevoelige β-lactamring, hetgeen besloten werd m.b.v. IR-analyse: het signaal bij ongeveer 1740 cm-1, karakteristiek voor β-lactamen, werd niet meer waargenomen. Uit deze gegevens kan besloten worden dat biokatalyse zeker een voordeel biedt voor de selectieve omzetting van bepaalde functionele groepen aanwezig in chemisch reactieve substraten zoals gespannen azaheterocyclische systemen. 42 Bespreking van de resultaten 3.5 Toekomstperspectief 3.5.1 Synthese van cis-4-formylazetidin-2-onen Aangezien de vooropgestelde racemische synthese van cis-4-cyaanmethyl-β-lactamen 50 niet kon worden afgewerkt binnen het tijdsbestek van deze Masterproef, behoort het onderzoek tot de synthese van deze klasse der verbindingen tot toekomstig werk. In een eerste stap dient onderzoek verricht te worden naar het bekomen van zuiver cis-4-imidoyl-β-lactam 40 en cis-4-formyl-β-lactam 41, waarna reeds gekende reacties kunnen toegepast worden voor de synthese van de gewenste racemische doelverbinding 50. O H MeO H O 100 H H N H MeO N O H H O H N O 104 MeO H H CN N O 105 MeO H H COOH N O 16a 18a Vervolgens kan racemisch nitril 16a geanalyseerd worden m.b.v. chirale chromatografie, waarna ook het chirale nitril 13a door dezelfde kolom kan gestuurd worden. Door het vergelijken van de twee chromatogrammen kan dan bevestigd worden of de syntheseroute, beschreven in Sectie 3.1, effectief verloopt zonder racemiserende tussenstappen. Een tweede onderzoek met het racemische nitril 16a kan zijn om ook dit nitril door het NIT-P1-121 enzym om te zetten tot het overeenkomstige carbonzuur 18a. Vergelijken van de reactiesnelheid van deze omzetting met de reactiesnelheid van de uitgevoerde reactie met de chirale verbindingen, zal meer info geven i.v.m. de eventuele enantioselectiviteit van het enzym. 3.5.2 Reactiviteitsstudie van (3R,4S)-4-(carboxymethyl)azetidin-2-onen De bekomen (3R,4S)-4-(carboxymethyl)azetidin-2-onen 17 kunnen uiteindelijk onderworpen worden aan een uitgebreide reactiviteitsstudie. Deze β-lactamen 17 zouden, m.b.v. monochlooralaan, kunnen gereduceerd worden tot de overeenkomstige azetidinen 19, dewelke in dit geval “constrained β-amino acids” genoemd mogen worden gezien de aanwezigheid van een amine- en carbonzuurfunctie, gescheiden door twee methyleengroepen. Deze verbindingen zouden verder kunnen gebruikt worden in de synthese van allerlei doelverbindingen, zoals δ-lactonen 114. 43 Bespreking van de resultaten Ook zou het interessant kunnen zijn om 4-cyaanmethyl-β-lactamen 13 eerst te reduceren met de vorming van azetidine 113, hetgeen een aminonitrilfunctiebevat, waarvan de α-aminonitrillen bekend zijn als intermediair in de Strecker-aminozuursynthese.93 Azetidine 113 zou vervolgens na enzymatische hydrolyse opnieuw aanleiding zou kunnen geven tot carbonzuur 19. Aangezien een azetidine een minder stugge ruimtelijke structuur heeft dan een β-lactam bestaat de kans dat deze laatste enzymatische omzetting sneller zou verlopen. Een andere mogelijkheid is het ontwikkelen van een reactiesequentie ter vorming van bicyclisch βlactamen 23, hetgeen ook al besproken werd in het hoofdstuk “Situering en doel”. H H R2O CN S R N O AlH2Cl R2O H H S R N R1 13 CN R1 nitrilase 113 O AlH2Cl H H R2O O O R1 S R N HO R1 19 SOCl2 H H R2O N O Cl R1 O OH S N OR2 114 20 H H R N H R S R O R2O S R1 Pd/C (R2 = Bn) O 17 H H HO Cl S R N O R1 O O O 21 H Pd/C (R2 = Bn) N H H HO OH N O R1 O H R1 23 S R RS O 22 3.5.3 Synthese en hydrolyse van 4-cyaanethyl-β-lactamen In deze Masterproef werd gefocust op de synthese van 4-cyaanmethyl-β-lactamen 13, gevormd via een nucleofiele substitutiereactie van 4-(joodmethyl)azetidin-2-onen 99 met natriumcyanide. Deze 44 Bespreking van de resultaten laatste stap zou echter vervangen kunnen worden door een reactie met trimethylsilylacetonitril 115 in basische omstandigheden, dewelke gegenereerd zouden kunnen worden door het inzetten van natriumhydride. In een tweede reactiestap zou het reactiemengsel kunnen worden toegevoegd aan een verzadigde kaliumcarbonaatoplossing, hetgeen aanleiding zou kunnen geven tot de vorming van 4-cyaanethyl-β-lactamen 116. 1) NaH H H R2O R R N O 99 R1 I TMS CN 115 2) K2CO3, MeOH H H R2O R S N O CN Enzymatische hydrolyse H H R2O R1 116 R N O COOH S R1 117 Vervolgens zouden ook deze verbindingen 115 onderworpen kunnen worden aan een enzymatische hydrolyse met het oog op de synthese van de overeenkomstige carbonzuren 117. 45 46 4 SAMENVATTING EN BESLUIT β-Lactamen zijn azaheterocyclische verbindingen die om verscheidene redenen een veelbesproken onderwerp vormen binnen het domein van de organische chemie. Enerzijds zijn er hun alom bekende antibacteriële activiteit en hun andere medische toepassingen waaronder bestrijding van malaria, tumoren, etc. Anderzijds kunnen ze ook worden ingezet in de synthese van een brede waaier aan interessante, biologisch waardevolle stikstofhoudende organische verbindingen (“βlactam synthon method”). In deze Masterproef werd een synthese van chirale cis-4-cyaanmethyl-βlactamen uitgevoerd, waarna deze m.b.v. nitrilasen gehydrolyseerd werden met vorming van cis-4carboxymethyl-β-lactamen. Tevens werd de aanzet gegeven voor een racemische synthese van dezelfde cis-4-cyaanmethyl-β-lactamen. 4.1 Samenvatting De synthese van (3R,4S)-4-(cyaanmethyl)azetidin-2-onen xi startte met een perjodaat-geïnduceerde oxidatieve splitsing van het commercieel beschikbare 1,2:5,6-di-O-isopropylideen-D-mannitol, waarna het bekomen aldehyde i geïmineerd werd m.b.v. primaire aminen ii, hetgeen aanleiding gaf tot de vorming van (E)-N-[((4S)-2,2-dimethyl-1,3-dioxolaan-4-yl)methylideen]aminen iii. Deze iminen iii werden vervolgens ingezet in de Staudingersynthese teneinde β-lactamen v te bekomen. Deze reactie gebeurde in aanwezigheid van zuurchloriden iv en triëthylamine als base. De zes reacties die hierna volgden betroffen allemaal modificaties in de zijketen gebonden aan het koolstofatoom op de 4-plaats van de β-lactamkern. Een eerste stap omvatte de zure hydrolyse van de acetaaleenheid in βlactamen v met vorming van diolen vi, dewelke vervolgens werden omgezet tot alcoholen vii door achtereenvolgende oxidatie m.b.v. natriumperjodaat en selectieve reductie m.b.v. natriumboorhydride. In het laatste deel van deze syntheseroute werd de alcoholfunctie geactiveerd door tosylering, waarna de tosyloxygroep van verbindingen ix achtereenvolgens gesubstitueerd werd door een jodide-anion en een cyaangroep. Een tweede doel in deze syntheseroute omvatte het terugdringen van het gebruik van gehalogeneerde solventen om chemische synthese te bedrijven op een milieuvriendelijke en duurzame manier. Om deze reden werden vijf van de negen reacties, dewelke in de literatuur beschreven zijn in dichloormethaan, ook uitgebreid getest in andere solventen. Voor de synthese van β-lactamen v, de Staudingersynthese, werden de beste resultaten nog altijd behaald in 47 Samenvatting en besluit dichloormethaan, terwijl voor de andere reacties bleek dat deze ook in tetrahydrofuran het gewenste product opleverden in gelijkaardige rendementen. O O R H 1 equiv. R1NH2 ii 2 equiv. MgSO4 O H O O CH2Cl2 of THF, k.t., 2 h 1 O S H 1,3 equiv. R2O 3 equiv. Et3N H N CH2Cl2, 0°C Cl iv R k.t., 16 h R iii (72-89%) i R R2O H H R N N R1 O vii (62-82%) a (R1 = iPr, R2 = Me) b (R1 = nBu, R2 = Ph) S R S N O CN R1 xi (53-59%) 4 equiv. Et3N 0,1 equiv. DMAP 1,5 equiv. TsCl OH N R1 O viii (82-91%) H H R2O THF / H2O (1/1), , 4-6 h R1 H H R , 1-2 h MeOH, 0°C R1 vi (84-89%) R2O 2 equiv. NaBH4 H N O O H 1 equiv. pTsOH·H2O S O O R S v (89-94%) Methode A OH 2 equiv. NaIO4 2O H H R OH CH2Cl2 of THF/verz. NaHCO3 (15/1), < 25°C, 2-16 h S Methode B 2,3 equiv. NaIO4 0,4 equiv. NaHCO3 (v) CH2Cl2 of THF/verz. NaHCO3 (25/1), < 25°C, 2-16 h O H HS R2O 2,5 equiv. NaCN CH2Cl2 of THF, , 6-48 h H H R2O R S OTs N O R1 ix (58-67%) H H R2O R DMF, k.t., 72 h R N O R1 I 4 equiv. NaI aceton, , 40 h x (69-75%) Naast deze chirale benadering, dewelke verloopt volgens de “chiral pool”-strategie, werd gepoogd dezelfde cis-4-cyaanmethyl-β-lactamen xi ook racemisch te bekomen voor één van de twee gesynthetiseerde derivaten. De meeste vooruitgang werd bekomen na iminering van glyoxal xii, hetgeen aanleiding gaf tot diimine xiii. Vanuit dit diimine xiii werden verschillende manieren aangesproken voor de synthese van cis-4-formyl-β-lactamen xvii, dewelke een intermediair vormen in de chirale synthese. Het bekomen van deze verbindingen was echter niet evident, aangezien verschillende reactieomstandigheden leidden tot verschillende verbindingen. Behandeling van diimine xiii met twee equivalenten zuurchloride iva leverde, eveneens via de Staudingersynthese, bis-β-lactamen xiv en xv, terwijl reactie met één equivalent zuurchloride iva aanleiding gaf tot cis-4imidoyl-β-lactam xvi als intermediair, hetgeen in zure omstandigheden gehydrolyseerd werd met vorming van cis-4-formyl-β-lactam xvii. Bij deze syntheseroute dient te worden opgemerkt dat geen van de verbindingen xvi en xvii kon worden gezuiverd m.b.v. kolomchromatografie (SiO2 of “reversed phase”-silica), waardoor verdere optimalisatie van deze racemische syntheseroute noodzakelijk is. 48 Samenvatting en besluit 2,2 equiv. Et3N O 2 equiv. MeO O O Cl iva MeO H H N tolueen, k.t., 2 h N H H + MeO OMe N xiv O H 2 equiv. iPrNH2 H H2O, 0°C, 1-2 h O xii N H H H H OMe Cl iva xv xiv/xv = 90/10 (39%) MeO H H N H N tolueen, k.t., 2 h N N O O 1,2 equiv. Et3N O 1 equiv. MeO H H O xvi xiii (85%) MeO H H O H N 14 equiv. HCl (1,4 M) EtOAc, k.t., 1,5 h O xvii De nitrilfunctie in de gesynthetiseerde (3R,4S)-4-cyaanmethyl-β-lactamen xi werd vervolgens selectief gehydrolyseerd m.b.v. nitrilasen tot de overeenkomstige carbonzuren xviii. Na clusterscreening bleek dat, van de twaalf gebruikte enzymen, enkel het NIT-P1-121 in staat was om deze omzetting te katalyseren. Deze reactie gebeurt echter zeer traag, hetgeen te wijten is aan de stugge structuur van nitrillen xi waardoor deze moeilijk in het katalytisch centrum van het enzym passen en er zich moeilijk kunnen oriënteren. Om deze reden werd besloten om voor deze omzetting een hoge concentratie aan enzym, namelijk 4 mg/ml, te gebruiken en om de hoeveelheid enzym niet volledig van bij de start toe te voegen maar geleidelijk tijdens de reactie. Deze laatste ingreep leverde een min of meer constante reactiesnelheid waardoor sneller volledige omzetting bekomen werd. Opschaling van deze testreacties verliep echter moeilijk en na drie of vier weken incubatie werd in dit geval nog geen volledige omzetting bekomen (60-70%), hetgeen wellicht wel mogelijk zou zijn indien meer enzym en een langere incubatietijd gebruikt zouden worden. R2O H H S R N O xi R1 CN Nitrilase-P1-121 MeOH/Fosfaatbuffer (1/19), pH 7,5, 30°C, 200 rpm R2O H H R S N O COOH R1 xviii Tot slot werden enkele reactieomstandigheden getest voor de chemische hydrolyse van nitril xib. Enerzijds werd een alkalische hydrolyse geprobeerd m.b.v. vijf equivalenten kaliumhydroxide met als solvent een mengsel van ethanol en water. Anderzijds werd een zure hydrolyse geprobeerd m.b.v. 49 Samenvatting en besluit een mengsel van zoutzuur en azijnzuur. Voor beide omstandigheden leverde een reactie bij kamertemperatuur geen omzetting en recuperatie van het beginproduct, terwijl reactie bij refluxtemperatuur leidde tot afbraak van de verbindingen tot een complex mengsel. H H O R S N O xib CN Methode A 5 equiv. KOH EtOH/H2O, k.t. - , 15 min - 10 d x Methode B 11 equiv. HCl (3 M) 45 equiv. HOAc (6 M) H2O, k.t. - , 7 d - 14 d H H O R S COOH N O xviiib 4.2 Besluit Uitgaande van (3R,4S)-4-[(4S)-2,2-dimethyl-1,3-dioxolaan-4-yl]-β-lactamen werden in deze Masterproef twee verschillende (3R,4S)-4-cyaanmethyl-β-lactamen gesynthetiseerd, hetgeen gebeurde in negen opeenvolgende reactiestappen, startende met het commercieel beschikbare 1,2:5,6-di-O-isopropylideen-D-mannitol. Vervolgens werden de bekomen nitrillen enzymatisch gehydrolyseerd tot de overeenkomstige carbonzuren. Een verdere reactiviteitsstudie zou nieuwe perspectieven openen naar de synthese van nieuwe verbindingen met potentieel biologische activiteiten. Gelijkaardige carboxyl-β-lactamen werden reeds in de literatuur beschreven als precursoren voor bepaalde antibiotica en andere waardevolle verbindingen, hetgeen bleek uit het hoofdstuk “Literatuuroverzicht” van deze Masterproef. Hoewel de synthese van bepaalde verbindingen, zoals glyceraldehyde acetonide en het racemisch cis-4-formyl-β-lactam, reeds in de literatuur beschreven is, bleek uit deze Masterproef dat het niet altijd evident is om dezelfde of gelijkaardige reacties uit te voeren. Het was eveneens niet evident om de enzymatische hydrolyse van (3R,4S)-4-cyaanmethylazetidin-2-onen te optimaliseren. Enkel op analytische schaal werd hier volledige omzetting bekomen. Aangezien chemische hydrolyse niet het beoogde carbonzuur levert, is het gebruik van nitrilasen voor deze reactie noodzakelijk. Aldus levert dit Masterproefonderzoek een mooi voorbeeld van de succesvolle combinatie van organische synthese en biokatalyse. 50 5 EXPERIMENTEEL DEEL 5.1 Analysemethoden 5.1.1 Dunnelaagchromatografie (TLC) Voor de analyse van ruwe reactiemengsels, controle van de fracties bekomen na kolomchromatografie en het bepalen van geschikte eluensmengsels voor kolomchromatografie werd gebruik gemaakt van dunnelaagchromatografie. Deze analysemethode laat toe om retentiefactoren (Rf-waarden) van verbindingen te bepalen. Hiervoor werd gebruik gemaakt van silicaplaatjes (Merck Silicagel 60 F254, precoated, dikte 0,25 mm) met een experimenteel bepaald eluens. De gebruikte detectiemethoden omvatten belichting met ultraviolet licht en/of kleuring door middel van een waterige kaliumpermanganaatoplossing. 5.1.2 Preparatieve dunnelaagchromatografie (prep. TLC) Voor de preparatieve dunnelaagchromatografie (prep. TLC) werd gebruik gemaakt van Analtech Silicaplaten GF, precoated met UV 254, 20 x 20 cm en met een dikte van 2,0 mm. Voor de detectie van de componenten werd ultraviolet licht gebruikt. 5.1.3 Kolomchromatografie Ruwe reactiemengsels werden gezuiverd m.b.v. kolomchromatografie. Als stationaire fase werd gebruik gemaakt van silicagel (Silicagel 60 (Fluka), deeltjesgrootteverdeling: 70-230 mesh). De diameter van de gebruikte glazen kolommen was afhankelijk van de hoeveelheid op te zuiveren product. Het geschikte eluens werd bepaald m.b.v. dunnelaagchromatografie. De uitloopsnelheid van het solventfront bedroeg ongeveer 5 cm per minuut. 5.1.4 Automatische kolomchromatografie Naast handmatige kolomchromatografie werd voor zuivering van ruwe reactiemengsels eveneens gebruik gemaakt van de automatische variant. Dit laatste werd uitgevoerd m.b.v. het Grace revelerisTM Flash chromatografie systeem. De kolommen met de stationaire fase (“normal phase”- of “reversed phase”-silica) kunnen meerdere malen opnieuw gebruikt worden (korreldiameter = 0,040 – 0,063 mm). De uitloopsnelheid van het solventfront hangt af van de grootte van de kolom. Detectie van de verbindingen gebeurde aan de hand van twee UVdetectoren (254 en 280 nm) en een ELSD-detector (“Evaporative Light Scattering Detector”). Als 51 Experimenteel deel mobiele fase werd gebruik gemaakt van een mengsel van petroleumether en ethylacetaat (“normal phase”) of water en methanol (“reversed phase”) 5.1.5 Preparatieve HPLC De scheidingen met behulp van analytische HPLC-MS werden uitgevoerd met een Agilent 1200 series LC/MSD SL, uitgerust met een UV detector, een massaspectrometer met elektronspray ionisatie geometrie (ESI 70 eV) en een quadrupool detector. De scheiding gebeurde in een Supelco Ascentis Express C18 kolom (L 3 cm x I.D. 4.6 mm) met 2,7 µm fused-core partikels met een poriëngrootte van 90 Å. 5.1.6 NMR-spectroscopie 1 H- en 13C-NMR-spectra werden opgenomen met een Bruker Avance III Nanobay 400 MHz Nuclear Magnetic Resonance spectrometer (respectievelijk 400 en 100 MHz). De verbindingen werden hiertoe opgelost in een geschikt gedeutereerd solvent (CDCl3 of (CD3)2SO) met tetramethylsilaan (TMS) als inwendige standaard in het geval van CDCl3. Het toewijzen van signalen gebeurde m.b.v. COSY-H-, HSQC-, APT- en DEPT-spectra. 5.1.7 Infraroodspectroscopie Voor het opnemen van infraroodspectra werd gebruik gemaakt van een Perkin-Elmer Spectrum BX FT-IR spectrometer. Hiertoe werd telkens een kleine hoeveelheid van het product op een ZnSe-kristal in ATR (Attenuated Total Reflectance) mode aangebracht. 5.1.8 Massaspectrometrie Voor het opnemen van massaspectra werd gebruik gemaakt van een Agilent 1100 Series MS (ES, 4000 V) massaspectrometer. Voor het opnemen van hoge resolutie elektronspray (ES) werd gebruik gemaakt van een Agilent Technologies 6210 Series “Time-of-Flight” massaspectrometer. 5.1.9 Vloeistofchromatografie-Massaspectrometrie Voor analyse van reactiemengsels werd gebruik gemaakt van vloeistofchromatografiemassaspectrometrie (LC-MS) met behulp van een Agilent Technologies 1200 Series toestel met UVDAD-detector. De gebruikte kolom was een Zorbax 18 RP of een Supelco Ascentis Express C18 (L 3 cm x I.D. 4,6 mm; 2,7 µm fused-core partikels met een poriëngrootte van 90 Å) kolom. De gebruikte 52 Experimenteel deel mobiele fase bestond uit methanol en water. De daarop volgende massaspectrometrie werd uitgevoerd met behulp van een Agilent 1100 Series MS (ESI, 4000 eV) massaspectrometer met quadrupool detector. 5.1.10 Gaschromatografie Voor de bepaling van de zuiverheid van reactiemengsels en het bepalen van diastereoisomere ratio’s werd gebruik gemaakt van een Delsi DI 200 gaschromatograaf (fused silica, AT-1, L 30 m, I.D. 0,25 mm, filmdikte 0,25 μm, N2 als dragergas, FID, H2-gas). 5.1.11 Smeltpuntbepaling Het smeltpunt van vaste verbindingen werd bepaald met behulp van een Kofler-smeltbank, type WME Heizbank van Wagner & Munz. Deze smeltbank bezit een temperatuurgradiënt van 50 tot 260°C. Enkele kristallen werden hiertoe op de koude zijde van de smeltbank aangebracht en langzaam verschoven naar de warmere zijde tot het smeltpunt bereikt werd. De smeltbank werd gekalibreerd door verschillende standaarden, elk met een specifiek smeltpunt. 5.1.12 Elementaire analyse Elementaire analyse van vaste verbindingen werd uitgevoerd met een Perkin-Elmer 2400 Elemental Analyzer. 5.1.13 Optische rotatie Optische rotaties van chirale verbindingen werden gemeten met een Jasco P-2000 polarimeter. De verbindingen werden hiertoe opgelost in chloroform (CHCl3), hetgeen eveneens als blanco diende. 5.1.14 Microgolfreactor De microgolfreacties werden uitgevoerd in een CEM Discover Benchmate microgolfreactor, voorzien van SynergyTM-software waarmee temperatuur en tijd van de reactie kunnen worden ingesteld. Reacties werden uitgevoerd in speciale dikwandige glazen buisjes, voorzien van een aangepast septum. 5.2 Droge solventen Dichloormethaan (CH2Cl2) werd gedroogd door middel van destillatie in aanwezigheid van calciumhydride. Diëthylether (Et2O) en tetrahydrofuran (THF) werden gedestilleerd over 53 Experimenteel deel natriumdraad in aanwezigheid van benzofenon als indicator voor het droogproces. Tolueen werd eveneens gedestilleerd over natriumdraad. Aceton werd gedroogd over magnesiumsulfaat en dimethylformamide (DMF) over moleculaire zeven met een poriëngrootte van 4 Å. 5.3 Beschrijving van de experimenten 5.3.1 Synthese van (3R,4S)-4-[(4S)-2,2-dimethyl-1,3-dioxolaan-4- yl]azetidin-2-onen 11 Hierna volgt de beschrijving van de synthese van (3R,4S)-1-butyl-3-fenoxy-4-[(4S)-2,2-dimethyl-1,3dioxolaan-4-yl]-azetidin-2-on 11b als voorbeeld voor de algemene synthese van (3R,4S)-4-[(4S)-2,2dimethyl-1,3-dioxolaan-4-yl]-azetidin-2-onen 11. In een kolf van 100 ml werd 1,85 g (10 mmol) (E)-N-[((4S)-2,2-dimethyl-1,3-dioxolaan-4yl)methylideen]butylamine 79b opgelost in 50 ml droge dichloormethaan,26 waarna 3,03 g (30 mmol; 3 equiv.) triëthylamine werd toegevoegd. De inhoud van de kolf werd m.b.v. een ijsbad gekoeld tot 0°C, waarna een oplossing van 2,22 g (13 mmol; 1,3 equiv.) fenoxyacetylchloride 87b in 25 ml droge dichloormethaan langzaam werd toegedruppeld.26 Na 16 uur roeren bij kamertemperatuur werd het reactiemengsel gewassen met 50 ml water. De waterige fractie werd tweemaal geëxtraheerd met 30 ml dichloormethaan, waarna de gecombineerde organische fracties werden gedroogd met MgSO4. Na affiltreren van het droogmiddel en indampen van het solvent werd het reactiemengsel gezuiverd m.b.v. kolomchromatografie op silicagel (SiO2) met als eluens ethylacetaat/petroleumether (1/6). Na deze zuiveringsstap werd 2,84 g (89%) (3R,4S)-1-butyl-3-fenoxy-4-[(4S)-2,2-dimethyl-1,3-dioxolaan-4yl]-azetidin-2-on 11b bekomen. (3R,4S)-1-Isopropyl-3-methoxy-4-[(4S)-2,2-dimethyl-1,3-dioxolaan-4-yl]azetidin-2-on 11a 1 H-NMR (400 MHz, CDCl3): δ 1,28 (6H, d, J = 6,8 Hz, NCH(CH3)2); 1,35 en 1,45 (2 x MeO H H R S N O O S H O 3H, 2 x s, Cquat(CH3)2); 3,53 (3H, s, OCH3); 3,59 (1H, d x d, J = 7,9, 5,5 Hz, O(HCH)); 3,68 (1H, d x d, J = 8,7, 5,2 Hz, OCHCHN); 3,91 (1H, septet, J = 6,8 Hz, NCH(CH3)2); 4,13-4,22 (2H, m, O(HCH)CH); 4,35 (1H, d, J = 5,2 Hz, CH3OCH). 13C-NMR (100 MHz, ref = CDCl3): δ 19,4 en 21,3 (NCH(CH3)2); 25,1 en 26,8 (Cquat(CH3)2); 44,3 (NCH(CH3)2); 59,1 (OCH3); 59,8 (OCHCHN); 66,9 (OCH2); 77,0 (CH2CHO); 82,0 (CH3OCH); 109,3 (Cquat(CH3)2); 166,9 (C=O). IR (ATR, 54 Experimenteel deel cm-1): νC=O = 1747; νmax = 2982, 2936, 1370, 1211, 1064, 1034, 851. MS (70eV): m/z (%) 244 (M++1, 100). HRMS (ESI): berekend voor C12H22NO4: 244,1549 [M+H]+, gevonden: 244,1550. Gele olie. Rf = 0,13 (EtOAc/PE 1/4). Rendement na kolomchromatografie: 84%. [α]25 D = +37,2 (c = 0,33; CHCl3). (3R,4S)-1-Butyl-3-fenoxy-4-[(4S)-2,2-dimethyl-1,3-dioxolaan-4-yl]azetidin-2-on 11b 1 H-NMR (400 MHz, CDCl3): δ 0,95 (3H, t, J = 7,4 Hz, N(CH2)3CH3); 1,36 (2H, H H O R S N O S O H sextet, J = 7,4 Hz, NCH2CH2CH2CH3); 1,37 en 1,46 (2 x 3H, 2 x s, Cquat(CH3)2); 1,57-1,72 (2H, m, NCH2CH2CH2CH3); 3,29 (1H, d x d x d, J = 13,8, 7,7, 6,0 Hz, O N(HCH)); 3,50 (1H, d x t, J = 13,8, 7,4 Hz, N(HCH)); 3,68 (1H, d x d, J = 8,9, 6,3 Hz, O(HCH)); 3,82 (1H, d x d, J = 9,0, 5,0 Hz, NCH); 4,18 (1H, d x d, J = 8,9, 6,3 Hz, O(HCH)); 4,42 (1H, d x t, J = 9,0, 6,3 Hz, OCHCH2); 5,18 (1H, d, J = 5,0 Hz, PhOCH); 6,99-7,03 (1H, m, CHarom); 7,06-7,09 (2H, m, CHarom); 7,267,31 (2H, m, CHarom). 13C-NMR (100 MHz, CDCl3): δ 13,6 (N(CH2)3CH3); 20,1 (NCH2CH2CH2CH3); 25,1 en 26,9 (Cquat(CH3)2); 29,4 (NCH2CH2CH2CH3); 41,3 (NCH2); 60,4 (NCH); 67,0 (OCH2); 77,2 (OCHCH2); 79,8 (PhOCH); 109,7 (Cquat(CH3)2); 115,8 (2 x HCarom); 122,5 (HCarom); 129,7 (2 x HCarom); 157,5 (Cquat,arom); 165,9 (C=O). IR (ATR, cm-1): νC=O = 1746; νmax = 2955, 2872, 1599, 1589, 1492, 1418, 1370, 1294, 1227, 1154, 1070, 1061, 940, 856, 756, 697. MS (70eV): m/z (%) 320 (M++1, 100). HRMS (ESI): berekend voor C18H26NO4: 320,1862 [M+H]+, gevonden: 320,1863. Witte kristallen. Rf = 0,24 (EtOAc/PE 1/4). Rendement na kolomchromatografie: 89%. Tm = 52°C. Anal. berekend voor C18H25NO4: C, 67,69; H, 7,89; N, 4,39. Gevonden: C, 66,53; H, 8,48; N, 4,25. [α]25 D = +294,8 (c = 0,33; CHCl3). 5.3.2 Synthese van (3R,4S)-4-[(1S)-1,2-dihydroxyethyl]azetidin-2-onen 89 Hierna volgt de beschrijving van de synthese van (3R,4S)-1-butyl-3-fenoxy-4-[(1S)-1,2- dihydroxyethyl]azetidin-2-on 89b als voorbeeld voor de algemene synthese van (3R,4S)-4-[(1S)-1,2dihydroxyethyl]azetidin-2-onen 89. In een kolf van 100 ml werd 3,19 g (10 mmol) (3R,4S)-1-butyl-3-fenoxy-4-[(4S)-2,2-dimethyl-1,3dioxolaan-4-yl]-azetidin-2-on 11b opgelost in 80 ml THF/H2O (1/1), waarna 1,90 g (10 mmol; 1 equiv.) para-tolueensulfonzuurmonohydraat werd toegevoegd.26 Na zes uur roeren bij refluxtemperatuur werd het reactiemengsel gekoeld tot kamertemperatuur. Vervolgens werd het reactiemengsel geneutraliseerd m.b.v. vast NaHCO3 tot pH 7, waarna het driemaal werd geëxtraheerd met 35 ml ethylacetaat. De gecombineerde organische fracties werden gedroogd met MgSO4. Na affiltreren van het droogmiddel en indampen van het solvent werd 2,65 g (95%) (3R,4S)-1-butyl-3-fenoxy-4-[(1S)- 55 Experimenteel deel 1,2-dihydroxyethyl]azetidin-2-on 89b bekomen. Wegens de hoge zuiverheid (>95%, bepaald m.b.v. 1 H-NMR-spectroscopie), was geen extra zuiveringsstap nodig. Opmerking: Voor de synthese van (3R,4S)-4-[(1S)-1,2-dihydroxyethyl]-1-isopropyl-3-methoxyazetidin2-on 89a was een reactietijd van vier uur voldoende. (3R,4S)-4-[(1S)-1,2-Dihydroxyethyl]-1-isopropyl-3-methoxyazetidin-2-on 89a H H MeO S R 1 H-NMR (400 MHz, (CD3)2SO): δ 1,17 en 1,25 (2 x 3H, 2 x d, J = 6,7 Hz, NCH(CH3)2); OH OH S 3,31-3,36 (1H, m, (HCH)OH); 3,41 (3H, s, CH3O); 3,43-3,48 (1H, m, (HCH)OH); 3,53- N 3,59 (1H, m, CHOH); 3,64-3,71 (2H, m, NCH(CH3)2 en CHOCHN); 4,35 (1H, d, J = 5,1 O Hz, CH3OCH); 4,56 (1H, t, J = 5,2 Hz, CH2OH); 4,84 (1H, d, J = 5,6 Hz, CHOH). 13C-NMR (100 MHz, (CD3)2SO): δ 19,8 en 21,0 (NCH(CH3)2); 44,7 en 57,8 (NCH(CH3)2 en OCHCHN); 58,4 (CH3O); 63,0 (CH2OH); 71,6 (CHOH); 81,7 (CH3OCH); 166,7 (C=O). IR (ATR, cm-1): νOH = 3424; νC=O = 1731; νmax = 2935, 1458, 1369, 1234, 1215, 1068, 1035, 909, 728. MS (70eV): m/z (%) 204 (M++1, 100). HRMS (ESI): berekend voor C9H18NO4: 204,1236 [M+H]+, gevonden: 204,1240. Gele olie. Rf = 0,18 (EtOAc/PE = 1/3). Rendement: 78%. [α]25 D = +74,5 (c = 0,27; CHCl3). (3R,4S)-1-Butyl-3-fenoxy-4-[(1S)-1,2-dihydroxyethyl]azetidin-2-on 89b H H O R S N O 1 H-NMR (400 MHz, CDCl3): δ 0,94 (3H, t, J = 7,4 Hz, N(CH2)3CH3); 1,35 (2H, OH S OH sextet, J = 7,4 Hz, NCH2CH2CH2CH3); 1,53-1,70 (2H, m, NCH2CH2CH2CH3); 2,19 (1H, s(breed), CH2OH); 2,76 (1H, d(breed), J = 2,5 Hz, CHOH); 3,22 en 3,58 (2 x 1H, 2 x (d x d x d), J = 13,8, 8,2, 8,1, 7,4, 5,6 Hz, N(HCH)); 3,67-3,73 en 3,79-3,85 (2 x 1H, 2 x m, (HCH)OH); 3,97 (1H, d x d, J = 5,1, 5,0 Hz, NCH); 4,09-4,17 (1H, m, CHOH); 5,22 (1H, d, J = 5,0 Hz, PhOCH); 7,02-7,06 (1H, m, CHarom); 7,08-7,12 (2H, m, CHarom); 7,28-7,33 (2H, m, CHarom). 13C-NMR (100 MHz, CDCl3): δ 13,6 (N(CH2)3CH3); 20,1 (NCH2CH2CH2CH3); 29,2 (NCH2CH2CH2CH3); 41,8 (NCH2); 58,2 (NCH); 63,8 (CH2OH); 71,7 (CHOH); 79,6 (PhOCH); 115,8 (2 x HCarom); 122,6 (HCarom); 129,7 (2 x HCarom); 157,4 (Cquat,arom); 166,9 (C=O). IR (ATR, cm-1): νOH = 3407; νC=O = 1735; νmax = 2932, 2873, 1591, 1494, 1416, 1354, 1231, 1174, 1089, 1038, 891, 842, 754, 734, 690. MS (70eV): m/z (%) 280 (M++1, 100). HRMS (ESI): berekend voor C15H22NO4: 280,1549 [M+H]+, gevonden: 280,1552. Gele olie. Rf = 0,13 (EtOAc/PE 1/4). Rendement: 95%. [α]25 D = +150,6 (c = 0,27; CHCl3); 56 Experimenteel deel 5.3.3 Synthese van (3R,4R)-4-formylazetidin-2-onen 94 Hierna volgt de beschrijving van de synthese van (3R,4R)-1-butyl-3-fenoxy-4-formylazetidin-2-on 94b als voorbeeld voor de algemene synthese van (3R,4R)-4-formylazetidin-2-onen 94. In een kolf van 25 ml werd 1,40 g (5 mmol) (3R,4S)-1-butyl-3-fenoxy-4-[(1S)-1,2- dihydroxyethyl]azetidin-2-on 89b opgelost in 15 ml dichloormethaan, waarna de temperatuur van het reactiemengsel beneden de 25°C gehouden werd m.b.v. een koudwaterbad. Vervolgens werd 1 ml verzadigde NaHCO3-oplossing toegevoegd en werd in een tijdsspanne van 10 minuten 2,13 g (10 mmol; 2 equiv.) vast NaIO4 toegevoegd,27 waarna het reactiemengsel gedurende 16 uur hevig geroerd werd bij dezelfde temperatuur. Na affiltreren werd het reactiemengsel gewassen met 25 ml water en werd de organische fractie gedroogd m.b.v. MgSO4. Affiltreren van het droogmiddel en indampen van het solvent leverde 1,02 g (78%) (3R,4R)-1-butyl-3-fenoxy-4-formylazetidin-2-on 94b. Wegens de hoge zuiverheid (>95%, bepaald m.b.v. 1H-NMR-spectroscopie), was geen extra zuiveringsstap nodig. Opmerking: Voor de synthese van (3R,4R)-4-formyl-1-isopropyl-3-methoxyazetidin-2-on 94a was een reactietijd van twee uur voldoende. (3R,4R)-4-Formyl-1-isopropyl-3-methoxyazetidin-2-on 94a H H MeO R R 1 H-NMR (400 MHz, CDCl3): δ 1,21 en 1,24 (2 x 3H, 2 x d, J = 6,7 Hz, NCH(CH3)2); 3,49 O H (3H, s, OCH3); 4,01 (1H, septet, J = 6,7 Hz, NCH(CH3)2); 4,15 (1H, d x d, J = 5,0, 4,0 Hz, N O NCHCHO); 4,67 (1H, d, J = 5,0 Hz, OCH); 9,70 (1H, d, J = 4,0 Hz, HC=O). 13C-NMR (100 MHz, CDCl3): δ 20,2 en 21,6 (NCH(CH3)2); 44,6 (NCH(CH3)2); 59,2 (OCH3); 62,5 (NCHCHO); 84,9 (OCH); 165,7 (NC=O); 199,9 (HC=O). IR (ATR, cm-1): νC=O = 1748, 1730; νmax = 2975, 2938, 2838, 1462, 1390, 1370, 1350, 1206, 1131, 1031, 732, 687. MS (70eV): m/z (%) 172 (M++1, 72); 189 (M+NH4+, 20). HRMS (ESI): berekend voor C8H14NO3: 172,0974 [M+H]+, gevonden: 172,0966. Gele olie. Rf = 0,18 (EtOAc/PE 1/2). Rendement: 69%. [α]25 D = +16,7 (c = 0,40; CHCl3). (3R,4R)-1-Butyl-3-fenoxy-4-formylazetidin-2-on 94b H H O R R N O 1 H-NMR (400 MHz, CDCl3): δ 0,95 (3H, t, J = 7,3 Hz, N(CH2)3CH3); 1,32-1,45 (2H, O H m, NCH2CH2CH2CH3); 1,46-1,62 (2H, m, NCH2CH2CH2CH3); 3,36 en 3,47 (2 x 1H, 2 x (d x d x d), J = 14,2, 7,9, 6,7, 6,3 Hz, N(HCH)); 4,37 (1H, d x d, J = 5,0, 3,0 Hz, 57 Experimenteel deel NCH); 5,45 (1H, d, J = 5,0 Hz, PhOCH); 7,01-7,07 (3H, m, CHarom); 7,28-7,34 (2H, m, CHarom); 9,75 (1H, d, J = 3,0 Hz, HC=O). 13C-NMR (100 MHz, CDCl3): δ 13,6 (N(CH2)3CH3); 20,2 (NCH2CH2CH2CH3); 29,9 (NCH2CH2CH2CH3); 42,0 (NCH2); 63,9 (NCH); 82,3 (PhOCH); 115,7 (2 x HCarom); 123,0 (HCarom); 129,8 (2 x HCarom); 157,1 (Cquat,arom); 165,0 (NC=O); 197,6 (HC=O). IR (ATR, cm-1): νC=O = 1759, 1731; νmax = 2959, 2873, 1591, 1494, 1458, 1406, 1380, 1348, 1227, 1174, 1129, 1035, 888, 849, 753, 735, 690. MS (70eV): m/z (%)248 (M++1, 85); 266 (M+NH4+, 100). HRMS (ESI): berekend voor C14H18NO3: 248,1287 [M+H]+, gevonden: 248,1281. Gele olie. Rf = 0,59 (EtOAc/PE 4/1). Rendement: 78%. [α]25 D = +46,1 (c = 0,40; CHCl3). 5.3.4 Synthese van (3R,4S)-4-(hydroxymethyl)azetidin-2-onen 12 Hierna volgt de beschrijving van de synthese van (3R,4S)-1-butyl-3-fenoxy-4-(hydroxymethyl)azetidin2-on 12b als voorbeeld voor de algemene synthese van (3R,4S)-4-(hydroxymethyl)azetidin-2-onen 12. In een kolf van 100 ml werd 1,24 g (5 mmol) (3R,4R)-1-butyl-3-fenoxy-4-formylazetidin-2-on 94b opgelost in 50 ml methanol, waarna deze oplossing gekoeld werd tot 0°C d.m.v. een ijsbad. Vervolgens werd 0,37 g (10 mmol; 2 equiv.) natriumboorhydride langzaam toegevoegd,27,28 en werd het reactiemengsel gedurende twee uur geroerd bij refluxtemperatuur. Na toevoeging van 30 ml water werd het reactiemengsel driemaal geëxtraheerd met 40 ml ethylacetaat. De gecombineerde organische fracties werden gedroogd met MgSO4. Na affiltreren van het droogmiddel en indampen van het solvent werd 1,12 g (91%) (3R,4S)-1-butyl-3-fenoxy-4-(hydroxymethyl)azetidin-2-on 12b bekomen. Wegens de hoge zuiverheid (>95%, bepaald m.b.v. 1H-NMR-spectroscopie), was geen extra zuiveringsstap nodig. Opmerking: Voor de synthese van (3R,4S)-4-hydroxymethyl-1-isopropyl-3-methoxyazetidin-2-on 12a was een reactietijd van één uur voldoende. (3R,4S)-4-Hydroxymethyl-1-isopropyl-3-methoxyazetidin-2-on 12a 1 H-NMR (400 MHz, CDCl3): δ 1,25 en 1,26 (2 x 3H, 2 x d, J = 6,8 Hz, NCH(CH3)2); 2,36- H H MeO R S N O OH 2,39 (1H, m, OH); 3,62 (3H, s, OCH3); 3,80-3,94 (4H, m, NCHCH2 en NCH(CH3)2); 4,47 (1H, d, J = 4,7 Hz, OCH). 13C-NMR (100 MHz, CDCl3): δ 20,0 en 21,6 (NCH(CH3)2); 44,1 (NCH(CH3)2); 56,7 (NCHCH2); 59,3 (OCH3); 61,1 (NCHCH2); 83,4 (OCH); 166,5 (C=O). IR (ATR, cm-1): νOH = 3425; νC=O = 1726; νmax = 2934, 1461, 1350, 1213, 1140, 1034, 920, 792, 731, 646. MS (70eV): m/z 58 Experimenteel deel (%) 174 (M++1, 61). HRMS (ESI): berekend voor C8H16NO3: 174,1130 [M+H]+, gevonden: 174,1130. Gele olie. Rf = 0,32 (EtOAc/PE 1/2). Rendement: 82%. [α]25 D = +181,8 (c = 0,10; CHCl3). (3R,4S)-1-Butyl-3-fenoxy-4-(hydroxymethyl)azetidin-2-on 12b 1 H-NMR (400 MHz, CDCl3): δ 0,95 (3H, t, J = 7,4 Hz, N(CH2)3CH3); 1,38 (2H, H H O R S OH sextet, J = 7,4 Hz, NCH2CH2CH2CH3); 1,51-1,69 (2H, m, NCH2CH2CH2CH3); 1,97 N O (1H, s(breed), OH); 3,20 en 3,45 (2 x 1H, 2 x (d x d x d), J = 14,4, 8,0, 7,8, 6,5, 6,1 Hz, N(HCH)); 3,98-3,99 (3H, m, NCHCH2OH); 5,28 (1H, d, J = 4,5 Hz, OCH); 7,03-7,11 (3H, m, CHarom); 7,29-7,34 (2H, m, CHarom). 13 C-NMR (100 MHz, CDCl3): δ 13,6 (N(CH2)3CH3); 20,3 (NCH2CH2CH2CH3); 29,8 (NCH2CH2CH2CH3); 40,8 (NCH2); 58,3 (NCH); 60,3 (CH2OH); 80,6 (OCH); 115,7 (2 x HCarom); 122,7 (HCarom); 129,7 (2 x HCarom); 157,3 (Cquat,arom); 165,8 (C=O). IR (ATR, cm-1): νOH = 3424; νC=O = 1739; νmax = 2932, 2874, 1598, 1494, 1415, 1353, 1233, 1174, 1108, 1047, 961, 886, 842, 753, 734, 691. MS (70eV): m/z (%) 250 (M++1, 100). HRMS (ESI): berekend voor C14H20NO3: 250,1443 [M+H]+, gevonden: 250,1446. Gele olie. Rf = 0,44 (EtOAc/PE 1/1). Rendement: 91%. [α]25 D = +53,3 (c = 0,17; CHCl3). 5.3.5 Synthese van (3R,4S)-4-(tosyloxymethyl)azetidin-2-onen 95 Hierna volgt de beschrijving van de synthese van (3R,4S)-1-butyl-3-fenoxy-4- (tosyloxymethyl)azetidin-2-on 95b als voorbeeld voor de algemene synthese van (3R,4S)-4(tosyloxymethyl)azetidin-2-onen 95. In een kolf van 100 ml werd 1,25 g (5 mmol) (3R,4S)-1-butyl-3-fenoxy-4-(hydroxymethyl)azetidin-2-on 12b opgelost in 15 ml droge tetrahydrofuran, waarna deze oplossing gekoeld werd tot 0°C m.b.v. een ijsbad. Hieraan werd vervolgens een oplossing van 2,02 g (20 mmol; 4 equiv.) triëthylamine en 0,06 g (0,5 mmol; 0,1 equiv.) 4,4-dimethylaminopyridine in 20 ml droge tetrahydrofuran toegedruppeld. Aansluitend werd een oplossing van 1,43 g (7,5 mmol; 1,5 equiv.) para-tolueensulfonylchloride in 10 ml droge tetrahydrofuran toegedruppeld,74 waarna het reactiemengsel gedurende zes uur geroerd werd bij refluxtemperatuur. Vervolgens werd 50 ml ethylacetaat toegevoegd en werd tweemaal gewassen met 25 ml pekel en tweemaal met 25 ml verzadigde NaHCO3-oplossing. De bekomen waterige fasen werden tweemaal geëxtraheerd met 30 ml ethylacetaat. De gecombineerde organische fracties werden gedroogd met MgSO4. Na affiltreren van het droogmiddel, indampen van het solvent en zuivering via kolomchromatografie (SiO2) met als eluens ethylacetaat/petroleumether 59 Experimenteel deel (1/3) werd 1,25 g (61%) zuiver (3R,4S)-1-butyl-3-fenoxy-4-(tosyloxymethyl)azetidin-2-on 95b bekomen. Opmerking: Voor de synthese van (3R,4S)-1-isopropyl-3-methoxy-4-(tosyloxymethyl)azetidin-2-on 90a was een reactietijd van 16 uur noodzakelijk. (3R,4S)-1-Isopropyl-3-methoxy-4-(tosyloxymethyl)azetidin-2-on 95a 1 H H MeO R S N O S O O H-NMR (400 MHz, CDCl3): δ 1,17 en 1,22 (2 x 3H, 2 x d, J = 6,8 Hz, NCH(CH3)2); 2,47 (3H, s, PhCH3); 3,45 (3H, s, OCH3); 3,82 (1H, septet, J = 6,8 Hz, NCH(CH3)2); 3,99 (1H, d x d x d, J = 7,2, 4,8, 4,5 Hz, NCHCH2); 4,09 en O 4,24 (2 x 1H, 2 x (d x d), J = 10,7, 7,2, 4,5 Hz, NCH(HCH)); 4,43 (1H, d, J = 4,8 Hz, OCH); 7,38 (2H, d x d, J = 8,5, 0,6 Hz, 2 x CHarom); 7,81 (2H, d, J = 8,5 Hz, 2 x CHarom). 13C-NMR (100 MHz, ref = CDCl3): δ 19,8 en 21,6 (NCH(CH3)2); 21,7 (PhCH3); 44,4 (NCH(CH3)2); 55,0 (NCHCH2); 59,4 (OCH3); 69,3 (CH2O); 82,6 (OCH); 128,0 en 130,0 (4 x HCarom); 132,3 (CH3Cquat,arom); 145,4 (SCquat,arom); 166,3 (C=O). IR (ATR, cm-1): νC=O = 1748; νmax = 2936, 1598, 1454, 1360, 1175, 1096, 1032, 974, 815, 767, 731, 666. MS (70eV): m/z (%) 328 (M++1, 100). HRMS (ESI): berekend voor C15H22NO5S: 328,1219 [M+H]+, gevonden: 328,1217. Gele olie. Rf = 0,28 (EtOAc/PE 1/1). Rendement na kolomchromatografie: 58%. [α]25 D = +329,5 (c = 0,23; CHCl3). (3R,4S)-1-Butyl-3-fenoxy-4-(tosyloxymethyl)azetidin-2-on 95b 1 H-NMR (400 MHz, CDCl3): δ 0,92 (3H, t, J = 7,4 Hz, N(CH2)3CH3); 1,31 H H O R S N O O S O O (2H, sextet, J = 7,4 Hz, NCH2CH2CH2CH3); 1,47-1,64 (2H, m, NCH2CH2CH2CH3); 2,46 (3H, s, ArCH3); 3,11 en 3,40 (2 x 1H, 2 x (d x d x d), J = 14,0, 8,1, 8,0, 7,2, 5,9 Hz, N(HCH)); 4,18 (1H, d x d x d, J = 7,7, 4,6, 3,5 Hz, NCH); 4,24 en 4,37 (2 x 1H, 2 x (d x d), J = 10,4, 7,7, 3,5 Hz, (HCH)O); 5,24 (1H, d, J = 4,6 Hz, OCH); 6,91-7,05 (3H, m, CHarom); 7,28-7,34 (4H, m, CHarom); 7,71-7,73 (2H, m, CHarom). 13C-NMR (100 MHz, CDCl3): δ 13,5 (N(CH2)3CH3); 20,1 (NCH2CH2CH2CH3); 21,6 (ArCH3); 29,5 (NCH2CH2CH2CH3); 41,2 (NCH2); 56,1 (NCH); 69,0 (CH2O); 80,0 (OCH); 115,5 (2 x HCarom), 122,5 (HCarom), 127,9 (2 x HCarom); 129,6 (2 x HCarom); 130,0 (2 x HCarom); 132,2 (CH3Cquat,arom); 145,3 en 157,2 (OCquat,arom en SCquat,arom); 165,3 (C=O). IR (ATR, cm-1): νC=O = 1746; νmax = 2949, 2873, 1598, 1492, 1418, 1355, 1292, 1238, 1228, 1189, 1171, 968, 896, 850, 829, 812, 764, 735, 699, 656. MS (70eV): m/z (%) 404 (M++1, 10); 421 (M+NH4+, 100). HRMS (ESI): berekend voor C21H26NO5S: 404,1532 [M+H]+, gevonden: 404,1539. Gele kristallen. Rf = 0,27 (EtOAc/PE = 1/3). 60 Experimenteel deel Rendement na kolomchromatografie: 61%. Tm = 68°C. Anal. berekend voor C21H25NO5S: C, 62,51; H, 6,25; N, 3,47. Gevonden: C, 62,85; H, 6,46; N, 3,37. [α]25 D = +23,0 (c = 0,33; CHCl3). 5.3.6 Synthese van (3R,4R)-4-(joodmethyl)azetidin-2-onen 99 Hierna volgt de beschrijving methoxyazetidin-2-on 99a als van de voorbeeld synthese voor de van (3R,4R)-1-isopropyl-4-joodmethyl-3- algemene synthese van (3R,4R)-4- (joodmethyl)azetidin-2-onen 99. In een kolf van 25 ml werd 0,33 g (1 mmol) (3R,4S)-1-butyl-3-fenoxy-4-(tosyloxymethyl)azetidin-2-on 95a opgelost in 10 ml droge aceton, waarna 0,60 g (4 mmol; 4 equiv.) natriumjodide aan deze oplossing werd toegevoegd.75 Vervolgens werd het reactiemengsel gedurende 40 uur geroerd bij refluxtemperatuur, waarna het solvent de kans kreeg te verdampen. Wanneer alle solvent verdampt was, werd 10 ml water toegevoegd en werd driemaal geëxtraheerd met 15 ml ethylacetaat. De gecombineerde organische fracties werden gedroogd met MgSO4. Na affiltreren van het droogmiddel, indampen van het solvent en zuivering via kolomchromatografie (SiO2) met als eluens ethylacetaat/petroleumether (1/3) werd 0,21 g (75%) (3R,4R)-1-isopropyl-4-joodmethyl-3- methoxyazetidin-2-on 99a bekomen. Opmerking: Voor de synthese van (3R,4R)-1-butyl-3-fenoxy-4-(joodmethyl)azetidin-2-on 99b was het eluensmengsel voor de zuiveringsstap ethylacetaat/petroleumether (1/4). (3R,4R)-1-Isopropyl-4-joodmethyl-3-methoxyazetidin-2-on 99a 1 H-NMR (400 MHz, CDCl3): δ 1,27 en 1,30 (2 x 3H, 2 x d, J = 6,8 Hz, NCH(CH3)2); 3,28 en H H MeO R R N O I 3,31 (2 x 1H, 2 x (d x d), J = 10,0, 8,4, 4,8 Hz, (HCH)I); 3,62 (3H, s, CH3O); 3,86 (1H, septet, J = 6,8 Hz, NCH(CH3)2); 4,11 (1H, d x d x d, J = 8,4, 4,8, 4,7 Hz, NCHCH2); 4,41 (1H, d, J = 4,7 Hz, OCH). 13C-NMR (100 MHz, CDCl3): δ -1,5 (CH2I); 18,2 en 20,2 (NCH(CH3)2); 42,4 (NCH(CH3)2); 56,7 (NCHCH2); 58,5 (CH3O); 81,6 (OCH); 164,7 (C=O). IR (ATR, cm-1): νC=O = 1740; νmax = 2971, 2932, 1462, 1389, 1340, 1236, 1212, 1170, 1143, 1033, 861, 730. MS (70eV): m/z (%) 284 (M++1, 100). HRMS (ESI): berekend voor C8H15INO2: 284,0148 [M+H]+, gevonden: 284,0151. Gele olie. Rf = 0,24 (EtOAc/PE 1/3). Rendement na kolomchromatografie: 75%. [α]25 D = +138,1 (c = 0,39; CHCl3). 61 Experimenteel deel (3R,4R)-1-Butyl-3-fenoxy-4-(joodmethyl)azetidin-2-on 99b 1 H-NMR (400 MHz, CDCl3): δ 0,96 (3H, t, J = 7,4 Hz, N(CH2)3CH3); 1,37 (2H, H H O R R I sextet, J = 7,4 Hz, NCH2CH2CH2CH3); 1,58-1,73 (2H, m, NCH2CH2CH2CH3); 3,32 N O (1H, d x d x d, J = 14,0, 8,1, 5,7 Hz, N(HCH)); 3,35 en 3,39 (2 x 1H, 2 x (d x d), J = 10,5, 6,7, 6,5 Hz, (HCH)I); 3,47 (1H, d x d x d, J = 14,0, 8,3, 7,2 Hz, N(HCH)); 4,28 (1H, d x d x d, J = 6,7, 6,5, 4,7 Hz, NCH); 5,21 (1H, d, J = 4,7 Hz, OCH); 7,01-7,11 (3H, m, CHarom); 7,29-7,34 (2H, m, CHarom). 13 C-NMR (100 MHz, CDCl3): δ -0,1 (CH2I); 13,7 (N(CH2)3CH3); 20,2 (NCH2CH2CH2CH3); 29,9 (NCH2CH2CH2CH3); 40,6 (NCH2); 59,5 (NCH); 81,1 (OCH); 115,9 (2 x HCarom); 122,5 (HCarom); 129,7 (2 x HCarom); 157,5 (Cquat,arom); 165,8 (C=O). IR (ATR, cm-1): νC=O = 1751; νmax = 2957, 2929, 1597, 1590, 1493, 1402, 1347, 1233, 1171, 1045, 931, 884, 862, 752, 690. MS (70eV): m/z (%) 360 (M++1, 100). HRMS (ESI): berekend voor C14H19INO2: 360,0461 [M+H]+, gevonden: 360,0467. Gele olie. Rf = 0,21 (EtOAc/PE = 1/4). Rendement na kolomchromatografie: 69%. [α]25 D = +281,2 (c = 0,37; CHCl3). 5.3.7 Synthese van (3R,4S)-4-(cyaanmethyl)azetidin-2-onen 13 Hierna volgt de beschrijving van de synthese van (3R,4S)-4-cyaanmethyl-1-isopropyl-3methoxyazetidin-2-on 13a als voorbeeld voor de algemene synthese van (3R,4S)-4- (cyaanmethyl)azetidin-2-onen 13. In een kolf van 10 ml werd 0,28 g (1 mmol) (3R,4R)-1-isopropyl-4-joodmethyl-3-methoxyazetidin-2on 99a opgelost in droge dimethylformamide, waarna 0,12 g (2,5 mmol; 2,5 equiv.) fijngemalen NaCN werd toegevoegd.75 Vervolgens werd het reactiemengsel gedurende 72 uur geroerd bij kamertemperatuur, waarna 30 ml pekel werd toegevoegd. Aansluitend werd dit mengsel achtereenvolgens geëxtraheerd met tweemaal 20 ml diëthylether en éénmaal 20 ml ethylacetaat. De gecombineerde organische fracties werden gedroogd met MgSO4. Na affiltreren van het droogmiddel, indampen van het solvent en zuivering via kolomchromatografie (SiO2) met als eluens ethylacetaat/petroleumether (1/4) werd 0,11 g (59%) (3R,4S)-4-cyaanmethyl-1-isopropyl-3methoxyazetidin-2-on 13a bekomen. (3R,4S)-4-Cyaanmethyl-1-isopropyl-3-methoxyazetidin-2-on 13a R S N O 62 1 H-NMR (400 MHz, CDCl3): δ 1,28 en 1,31 (2 x 3H, 2 x d, J = 6,8 Hz, NCH(CH3)2); 2,64 H H MeO CN en 2,74 (2 x 1H, 2x (d x d), J = 17,1, 6,1, 5,8 Hz, (HCH)CN)); 3,60 (3H, s, CH3O); 3,88 Experimenteel deel (1H, septet, J = 6,8 Hz, NCH(CH3)2); 4,05 (1H, d x d x d, J = 6,1, 5,8, 5,3 Hz, NCHCH2); 4,48 (1H, d, J = 5,3 Hz, OCH). 13C-NMR (100 MHz, CDCl3): δ 18,9 (CH2CN); 20,1 en 21,8 (NCH(CH3)2); 44,5 (NCH(CH3)2); 53,1 (NCHCH2); 59,6 (CH3O); 82,7 (OCH); 117,1 (CN); 166,0 (C=O). IR (ATR, cm-1): νC=O = 1743; νCN = 2251; νmax = 2936, 2840, 1672, 1465, 1394, 1370, 1344, 1250, 1214, 1140, 1089, 1034, 729, 647. MS (70eV): m/z (%) 183 (M++1, 65); 200 (M+NH4+, 100). HRMS (ESI): berekend voor C9H15N2O2: 183,1134 [M+H]+, gevonden: 183,1134. Gele olie. Rf = 0,12 (EtOAc/PE = 1/4). Rendement na kolomchromatografie: 59%. [α]25 D = +50,6 (c = 0,20; CHCl3). (3R,4S)-1-Butyl-4-cyaanmethyl-3-fenoxyazetidin-2-on 13b 1 H-NMR (400 MHz, CDCl3): δ 0,97 (3H, t, J = 7,4 Hz, N(CH2)3CH3); 1,39 (2H, H H O R S N O CN sextet, J = 7,4 Hz, NCH2CH2CH2CH3); 1,57-1,71 (2H, m, NCH2CH2CH2CH3); 2,75 en 2,81 (2 x 1H, 2 x (d x d), J = 17,2, 7,3, 5,2 Hz, (HCH)CN); 3,26 en 3,52 (2 x 1H, 2 x (d x d x d), J = 14,1, 8,2, 8,1, 7,1, 5,9 Hz, N(HCH)); 4,23 (1H, d x d x d, J = 7,3, 5,2, 4,9 Hz, NCH); 5,30 (1H, d, J = 4,9 Hz, CHO); 7,04-7,08 (3H, m, CHarom); 7,30-7,34 (2H, m, CHarom). 13C-NMR (100 MHz, ref = CDCl3): δ 13,6 (N(CH2)3CH3); 18,4 (CH2CN); 20,2 (NCH2CH2CH2CH3); 29,7 (NCH2CH2CH2CH3); 40,9 (NCH2); 54,2 (NCH); 80,3 (CHO); 115,7 (2 x HCarom); 116,8 (CN); 122,9 (HCarom); 129,8 (2 x HCarom); 156,9 (Cquat,arom); 164,9 (C=O). IR (ATR, cm-1): νC=O = 1753; νCN = 2252; νmax = 2931, 1591, 1494, 1458, 1407, 1351, 913, 754, 731, 691. MS (70eV): m/z (%) 259 (M++1, 12); 276 (M+NH4+, 100). HRMS (ESI): berekend voor C15H19N2O2: 259,1447 [M+H]+, gevonden: 259,1445. Gele kristallen. Rf = 0,15 (EtOAc/PE = 1/4). Rendement na kolomchromatografie: 53%. Tm = 55°C. Anal. berekend voor C15H18N2O2: C, 69,74; H, 7,02; N, 10,84. Gevonden: C, 69,37; H, 7,89; N, 10,28. [α]25 D = +67,2 (c = 0,23; CHCl3). 5.3.8 Synthese van (3R,4S)-4-(carboxymethyl)azetidin-2-onen 17 Hierna volgt de beschrijving van de synthese van (3R,4S)-1-butyl-4-carboxymethyl-3-fenoxyazetidin2-on 17b als voorbeeld voor de algemene synthese van (3R,4S)-4-(carboxymethyl)azetidin-2-onen 17. In een falcon van 50 ml werd een 20 mM oplossing van (3R,4S)-1-butyl-4-cyaanmethyl-3fenoxyazetidin-2-on 13b in een waterige fosfaatbuffer (95%) en methanol (5%) bereid. De kaliumfosfaatbuffer werd geleverd door Codexis (pH 7,5, 50 mM kaliumfosfaat, 20 mM dithiotreïtol (DTT), 1 mM ethyleendiaminetetraazijnzuur (EDTA) en gedeïoniseerd water). 20 ml van dit 63 Experimenteel deel reactiemengsel werd geïncubeerd samen met 1 mg/ml NIT-P1-121-enzym bij 30°C en 200 rpm. Om de 72 uur werd nogmaals 1 mg/ml enzym toegevoegd tot wanneer 4 mg/ml bereikt werd. Onder dezelfde omstandigheden werd 0,5 ml van het reactiemengsel zonder enzym geïncubeerd, dewelke als referentie (blanco) diende. Na vier weken incubatie (omzettingsgraad 75%, bepaald met LC-MSanalyse) werd het enzym geïnactiveerd door hittebehandeling (95°C, 10 min – 0°C, 10 min), waarna het verwijderd werd door centrifugatie (14000 rpm, 10 min). De vloeibare fractie werd ingedampt, waarna de zouten van de buffermix verwijderd werden door de organische verbindingen 13b en 17b op te lossen in methanol en ethylacetaat. Substraat 13b en product 17b werden gescheiden m.b.v. preparatieve HPLC waarna zuiver (3R,4S)-1-butyl-4-carboxymethyl-3-fenoxyazetidin-2-on 17b werd bekomen. Opmerking: Voor de synthese van (3R,4S)-4-cyaanmethyl-1-isopropyl-3-methoxyazetidin-2-on 17a werd de incubatie gestopt na drie weken (omzettingsgraad 60%, bepaald met 1H-NMR-analyse). Door de kleine schaal van dit experiment werd zuivering van carbonzuur 17a bemoeilijkt, waardoor karakterisatie niet mogelijk was. (3R,4S)-1-Butyl-4-carboxymethyl-3-fenoxyazetidin-2-on 17b 1 H H O R S N O H-NMR (400 MHz, CDCl3): δ 0,93 (3H, t, J = 7,3 Hz, N(CH2)3CH3); 1,34 (2H, COOH sextet, J = 7,3 Hz, NCH2CH2CH2CH3); 1,49-1,63 (2H, m, NCH2CH2CH2CH3); 2,79 en 2,87 (2 x 1H, 2 x (d x d), J = 17,5, 6,9, 6,1 Hz, (HCH)COOH); 3,08 en 3,43 (2 x 1H, 2 x (d x d x d), J = 14,1, 7,8, 7,5, 7,5, 6,1 Hz, N(HCH); 4,35 (1H, d x d x d, J = 6,9, 6,1, 4,8 Hz, NCH); 5,29 (1H, d, J = 4,8 Hz, OCH); 6,99-7,05 (3H, m, CHarom); 7,27-7,30 (2H, m, CHarom). 13 C-NMR (100 MHz, CDCl3): δ 13,6 (N(CH2)3CH3); 20,1 (NCH2CH2CH2CH3); 29,8 (NCH2CH2CH2CH3); 33,6 (CH2COOH); 40,6 (NCH2); 54,2 (NCH); 80,3 (OCH); 115,6 (2 x HCarom); 122,4 (HCarom); 129,6 (2 x HCarom); 157,4 (Cquat,arom); 165,7 (NC=O); 175,5 (COOH). IR (ATR, cm-1): νOH = 3423; νNC=O = 1731; νOC=O = 1700; νmax = 2957, 2871, 1589, 1486, 1433, 1354, 1307, 1212, 1185, 1144, 1111, 1074, 1034, 841, 753, 692, 669. MS (70eV): m/z (%) 278 (M++1, 100). HRMS berekend voor C15H20NO4: 278,1392 [M+H]+, gevonden: 278,1397. Witte kristallen. Rf = 0,13 (EtOAc/PE = 1/2). Rendement na preparatieve HPLC: 12%. [α]25 D = +48,0 (c = 0,13; CHCl3). 64 Experimenteel deel 5.3.9 Synthese van 4-4’-bis(1-isopropyl-3-methoxyazetidin-2-on) 102 en 103 In een kolf van 25 ml werd 0,14 g (1 mmol) glyoxal-bis-(N-isopropylimine) 101 opgelost in 10 ml droge tolueen,71 waarna 0,23 gl triëthylamine (2,2 mmol; 2,2 equiv.) werd toegevoegd. Vervolgens werd dit mengsel gekoeld tot 0°C d.m.v. een ijsbad, waarna een oplossing van 0,21 g (2 mmol; 2 equiv.) methoxyacetylchloride 87a in 1 ml droge tolueen traag werd toegedruppeld.71 Het reactiemengsel werd gedurende twee uur geroerd bij kamertemperatuur. Aansluitend werd 10 ml (14 mmol; 14 equiv.) 1,4 M HCl toegevoegd,71 waarna 1,5 uur geroerd werd bij dezelfde temperatuur. Vervolgens werd het reactiemengsel uitgegoten in 25 ml tolueen en achtereenvolgens gewassen met tweemaal 10 ml 1,4 M HCl, 10 ml water en 10 ml pekel. De organische fractie werd gedroogd met MgSO4. Na affiltreren van het droogmiddel en indampen van het solvent werd 0,07 g (39%) 4-4’-bis(1-isopropyl-3-methoxyazetidin-2-on) 102 en 103 bekomen. Wegens de hoge zuiverheid (>95%, bepaald met 1H-NMR-analyse) werden deze producten niet verder gezuiverd. 4-4’-Bis(1-isopropyl-3-methoxyazetidin-2-on) 102 en 103 Verhouding major/minor: 9/1. Data afgeleid uit het mengsel der isomeren. (3R*,3’R*,4S*,4’S*)-4-4’-Bis(1-isopropyl-3-methoxyazetidin-2-on) 102 Major-diastereoisomeer 1 H-NMR (400 MHz, CDCl3): δ 1,22 en 1,46 (2 x 6H, 2 x d, J = 6,7 Hz, 2 x O MeO H H N N H H NCH(CH3)2); 3,57 (2H, septet, J = 6,7 Hz, 2 x NCH(CH3)2); 3,58 (6H, s, 2 x OCH3); OMe O 3,96 (2H, d x d, J = 5,5, 1,1 Hz, 2 x OCHCHN); 4,39 (2H, d, J = 5,5 Hz, 2 x OCH). 13CNMR (100 MHz, ref = CDCl3): δ 20,4 en 20,5 (2 x NCH(CH3)2); 47,4 (2 x NCH(CH3)2); 55,2 (2 x OCHCHN); 59,0 (2 x OCH3); 82,3 (2 x OCH); 167,7 (2 x C=O). (3R*,3’S*,4S*,4’R*)-4-4’-Bis(1-isopropyl-3-methoxyazetidin-2-on) 103 Minor-diastereoisomeer 1 O MeO H H N N H H H-NMR (400 MHz, CDCl3): δ 1,24 en 1,34 (2 x 6H, 2 x d, J = 7,0 Hz, 2 x NCH(CH3)2); 3,61 (6H, s, 2 x OCH3); 3,61-3,66 (2H, m, 2 x NCH(CH3)2); 3,94 (2H, d x OMe d, J = 3,3, 1,9 Hz, 2 x OCHCHN); 4,41 (2H, d x d, J = 3,3, 1,9 Hz, 2 x OCH). 13C-NMR O 65 Experimenteel deel (100 MHz, ref = CDCl3): δ 20,3 en 20,8 (2 x NCH(CH3)2); 46,5 (2 x NCH(CH3)2); 57,0 (2 x OCHCHN); 58,4 (2 x OCH3); 82,6 (2 x OCH); 167,3 (2 x C=O). IR (ATR, cm-1): νC=O = 1734; νmax = 2936, 1458, 1307, 1208, 1145, 1063, 1036, 1017, 629. MS (70eV): m/z (%) 285 (M++1, 100). HRMS (ESI): berekend voor C14H25N2O4: 285,1814 [M+H]+, gevonden: 285,1804. Gele olie. Rf = 0,18 (EtOAc/PE = 1/1). Rendement: 39%. 66 6 BRONNENLIJST (1) Fleming, A. Br. J. Exp. Pathol. 1929, 10, 226. (2) Kardos, N.; Demain, A. L. Appl. Microbiol. Biotechnol. 2013, 97, 6613. (3) Elander, R. P. Appl. Microbiol. Biotechnol. 2003, 61, 385. (4) Quintiliani, R. Scand J. Infect. Dis. Suppl. 1984, 42, 99. (5) Testero, S. A.; Fisher, J. F.; Mobashery, S.; Abraham, D. J. In Burger's Medicinal Chemistry and Drug Discovery; John Wiley & Sons, Inc.: 2003. (6) Llarrull, L. I.; Testero, S. A.; Fisher, J. F.; Mobashery, S. Curr. Opin. Microbiol. 2010, 13, 551. (7) Frere, J. M. Biochemical Pharmacology 1977, 26, 2203. (8) Hou, J. P.; Poole, J. W. J. Pharm. Sci. 1971, 60, 503. (9) Fisher, J. F.; Meroueh, S. O.; Mobashery, S. Chem. Rev. (Washington, DC, U. S.) 2005, 105, 395. (10) Drawz, S. M.; Bonomo, R. A. Clinical Microbiology Reviews 2010, 23, 160. (11) Veinberg, G.; Shestakova, I.; Vorona, M.; Kanepe, I.; Lukevics, E. Bioorg. Med. Chem. Lett. 2004, 14, 147. (12) Singh, P.; Singh, P.; Kumar, M.; Gut, J.; Rosenthal, P. J.; Kumar, K.; Kumar, V.; Mahajan, M. P.; Bisetty, K. Bioorg. Med. Chem. Lett. 2012, 22, 57. (13) Mehta, P. D.; Sengar, N. P. S.; Pathak, A. K. Eur. J. Med. Chem. 2010, 45, 5541. (14) Ojima, I. Acc. Chem. Res. 1995, 28, 383. (15) Yamashita, M.; Ojima, I. J. Am. Chem. Soc. 1983, 105, 6339. (16) Ojima, I.; Yamato, T.; Nakahashi, K. Tetrahedron Lett. 1985, 26, 2035. (17) Nicolaou, K. C.; Valiulin, R. A. Org. Biomol. Chem. 2013, 11, 4154. (18) Alcaide, B.; Almendros, P.; Aragoncillo, C. Chem. Rev. (Washington, DC, U. S.) 2007, 107, 4437. (19) Sunagawa, M.; Sasaki, A.; Matsumura, H.; Goda, K.; Tamoto, K. Chem. Pharm. Bull. 1994, 42, 1381. (20) Teng, M.; Gasparski, C. M.; Williams, M. A.; Miller, M. J. Bioorg. Med. Chem. Lett. 1993, 3, 2431. (21) Basak, A.; Mandal, S. Tetrahedron Lett. 2002, 43, 4241. (22) Banfi, L.; Guanti, G. Eur. J. Org. Chem. 2002, 3745. (23) Meyer, H.-P.; Eichhorn, E.; Hanlon, S.; Lutz, S.; Schurmann, M.; Wohlgemuth, R.; Coppolecchia, R. Catal. Sci. Technol. 2013, 3, 29. 67 Bronnenlijst (24) Blaser, H. U. Chemical Reviews 1992, 92, 935. (25) Jiao, L.; Liang, Y.; Xu, J. J. Am. Chem. Soc. 2006, 128, 6060. (26) Mollet, K.; Goossens, H.; Piens, N.; Catak, S.; Waroquier, M.; Törnroos, K. W.; Van Speybroeck, V.; D'hooghe, M.; De Kimpe, N. Chem. Eur. J. 2013, 19, 3383. (27) Van Brabandt, W.; Vanwalleghem, M.; D'hooghe, M.; De Kimpe, N. J. Org. Chem. 2006, 71, 7083. (28) Mincke, J. Ingenieursthesis, Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, Universiteit Gent, 2013. (29) Krief, A.; Froidbise, A. Tetrahedron 2004, 60, 7637. (30) Hong, J. H.; Oh, C.-H.; Cho, J.-H. Tetrahedron 2003, 59, 6103. (31) Kiss, L.; Forro, E.; Martinek, T. A.; Bernath, G.; De Kimpe, N.; Fulop, F. Tetrahedron 2008, 64, 5036. (32) Berks, A. H. Tetrahedron 1996, 52, 331. (33) Shih, D. H.; Baker, F.; Cama, L.; Christensen, B. G. Heterocycles 1984, 21, 29. (34) Yamanaka, T.; Seki, M.; Kuroda, T.; Ohmizu, H.; Iwasaki, T. Tetrahedron Lett. 1996, 37, 4967. (35) Tseng, W.-H.; Chuang, S.-T.; Hung, Z.-Y.; Wu, C.-I. Savior Lifetec Corporation, Taiwan 2011, EP2345645A1. (36) Tseng, W.-H.; Chuang, S.-T.; Hung, Z.-Y.; Wu, C.-I. Savior Lifetec Corporation, Taiwan 2011, US20110144326A1. (37) Hong, H.; Gage, J.; Chen, C.; Li, J. Asymchem Laboratories Tianjin Co., Ltd., Peop. Rep. China; Asymchem Life Science Tianjin Co., Ltd.; Tianjin Asymchem Pharmaceutical Co., Ltd.; Asymchem Laboratories Fuxin Co., Ltd.; Asymchem Laboratories Jilin Co., Ltd. 2013, CN102977134A. (38) Kondo, K.; Seki, M.; Kuroda, T.; Yamanaka, T.; Iwasaki, T. J. Org. Chem. 1995, 60, 1096. (39) Gage, J. R.; Evans, D. A. Org. Synth. 1990, 68, 83. (40) Lee, S. H. Bull. Korean Chem. Soc. 2013, 34, 121. (41) Nagao, Y.; Kumagai, T.; Nagase, Y.; Tamai, S.; Inoue, Y.; Shiro, M. J. Org. Chem. 1992, 57, 4232. (42) Oh, C.-Y.; Ham, W.-H. Chem. Commun. 1999, 2365. (43) Kobayashi, S.; Iimori, T.; Izawa, T.; Ohno, M. J. Am. Chem. Soc. 1981, 103, 2406. (44) Ito, Y.; Kimura, Y.; Terashima, S. Bull. Chem. Soc. Jpn. 1987, 60, 3337. (45) Corey, E. J.; Schmidt, G. Tetrahedron Lett. 1979, 399. (46) Kawabata, T.; Kimura, Y.; Ito, Y.; Terashima, S.; Sasaki, A.; Sunagawa, M. Tetrahedron Lett. 1986, 27, 6241. (47) Oh, C. H.; Lee, S. C.; Cho, J. H. Eur. J. Med. Chem. 2003, 38, 841. 68 Bronnenlijst (48) Goldstein, E. J. C. J. Antimicrob. Chemother. 2004, 53, 5. (49) Mozingo, R. Org. Synth. 1946, 26, 77. (50) Sunagawa, M.; Matsumura, H.; Inoue, T.; Fukasawa, M.; Kato, M. J. Antibiot. 1990, 43, 519. (51) Schaefer, J. P.; Bloomfield, J. J. Org. React. (N. Y.) 1967, 15, 1. (52) Ferrara, A.; Grassi, G.; Grassi, F. A.; Piccioni, P. D.; Grassi, G. G. J. Antimicrob. Chemother. 1989, 24, 239. (53) Cooper, R. D. G. Am. J. Med. 1992, 92, S2. (54) Gasparski, C. M.; Ghosh, A.; Miller, M. J. J. Org. Chem. 1992, 57, 3546. (55) Williams, M. A.; Miller, M. J.; Rath, N. P. J. Org. Chem. 1991, 56, 1293. (56) Guzzo, P. R.; Teng, M.; Miller, M. J. Tetrahedron 1994, 50, 8275. (57) Baldwin, J. E. J. Chem. Soc., Chem. Commun. 1976, 734. (58) Gasparski, C. M.; Teng, M.; Miller, M. J. J. Am. Chem. Soc. 1992, 114, 2741. (59) Teng, M.; Miller, M. J. J. Am. Chem. Soc. 1993, 115, 548. (60) Jasikova, L.; Hanikyrova, E.; Skriba, A.; Jasik, J.; Roithova, J. J. Org. Chem. 2012, 77, 2829. (61) Kreye, O.; Wald, S.; Meier, M. A. R. Adv. Synth. Catal. 2013, 355, 81. (62) Teng, M.; Miller, M. J. University of Notre Dame Du Lac, USA 1998, US5750681A. (63) Zhang, B.; Zhang, X.; Wu, Z.; Wang, P. Jiangxi Fushine Pharmaceutical Co., Ltd., Peop. Rep. China 2013, CN103059025A. (64) Fetter, J.; Lempert, K.; Kajtar-Peredy, M.; Simig, G.; Hornyak, G. J. Chem. Soc., Perkin Trans. 1 1986, 1453. (65) Zanobini, A.; Gensini, M.; Magull, J.; Vidovic, D.; Kozhushkov, S. I.; Brandi, A.; de Meijere, A. Eur. J. Org. Chem. 2004, 4158. (66) Hirth, G.; Walther, W. Helv. Chim. Acta 1985, 68, 1863. (67) Malaprade, L. Bull. Soc. Chim. Fr., Mem. 1934, 1, 833. (68) Khangarot, R. K.; Kaliappan, K. P. Eur. J. Org. Chem. 2013, 2013, 7664. (69) Jiao, L.; Liang, Y.; Xu, J. J. Am. Chem. Soc. 2006, 128, 6060. (70) Leemans, E. Doctoraatsthesis, Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, Universiteit Gent, 2010. (71) Alcaide, B.; Martin-Cantalejo, Y.; Perez-Castells, J.; Rodriguez-Lopez, J.; Sierra, M. A.; Monge, A.; Perez-Garcia, V. J. Org. Chem. 1992, 57, 5921. (72) Alcaide, B.; Almendros, P. Chem. Soc. Rev. 2001, 30, 226. (73) Chen, S.-T.; Yu, H.-M.; Chen, S.-T.; Wang, K.-T. J. Chin. Chem. Soc. (Taipei) 1999, 46, 509. 69 Bronnenlijst (74) Mollet, K.; D'hooghe, M.; Broeckx, L.; Danneels, B.; Desmet, T.; De Kimpe, N. Tetrahedron 2013, 69, 2603. (75) Simig, G.; Doleschall, G.; Hornyak, G.; Fetter, J.; Lempert, K.; Nyitrai, J.; Huszthy, P.; Gizur, T.; Kajtar-Peredy, M. Tetrahedron 1985, 41, 479. (76) Hong, J. H.; Oh, C.-H.; Cho, J.-H. Tetrahedron 2003, 59, 6103. (77) Krief, A.; Froidbise, A. Tetrahedron 2004, 60, 7637. (78) Pan, Z.-L.; Liu, X.-Y.; Liang, Y.-M. Tetrahedron Lett. 2004, 45, 4101. (79) Haaf, M.; Schmiedl, A.; Schmedake, T. A.; Powell, D. R.; Millevolte, A. J.; Denk, M.; West, R. J. Am. Chem. Soc. 1998, 120, 12714. (80) Fischer-Colbrie, G.; Matama, T.; Heumann, S.; Martinkova, L.; Cavaco Paulo, A.; Guebitz, G. J. Biotechnol. 2007, 129, 62. (81) Davis, B. G.; Boyer, V. Nat. Prod. Rep. 2001, 18, 618. (82) Kobayashi, M.; Shimizu, S. FEMS Microbiol. Lett. 1994, 120, 217. (83) Hamde, V. S.; Andhale, M. S. J. Microb. World 2009, 11, 211. (84) Codexis Codex® Nitrilase Screening Kit 2014 http://www.codexis.com/documents/Codexis%20Codex%20NIT%20Screening%20Kit%20Prot ocol%20-%20UPDATED.pdf. (85) Pace, H. C.; Hodawadekar, S. C.; Draganescu, A.; Huang, J.; Bieganowski, P.; Pekarsky, Y.; Croce, C. M.; Brenner, C. Curr. Biol. 2000, 10, 907. (86) Gong, J. S.; Lu, Z. M.; Li, H.; Shi, J. S.; Zhou, Z. M.; Xu, Z. H. Microb. Cell. Fact. 2012, 11, 18. (87) Vander Meeren, S. Ingenieursthesis, Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, Universiteit Gent, 2013. (88) Ninham, B.; Nossal, R.; Zwanzig, R. J. Chem. Phys. 1969, 51, 5028. (89) Cornish-Bowden, A. FEBS Lett. 2013, 587, 2725. (90) Dewinter, K.; Decuyper, L. Ongepubliceerd werk. (91) Patino, J. M. R.; Nino, M. R. R.; Sanchez, C. C. Curr. Opin. Colloid Interface Sci. 2003, 8, 387. (92) Vervisch, K. Doctoraatsthesis, Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, Universiteit Gent, 2011. (93) Strecker, A. Justus Liebigs Annalen der Chemie 1850, 75, 27. 70
© Copyright 2024 ExpyDoc