Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor Beleidsstatistiek Documentatierapport Consumenten Conjunctuuronderzoek (CCO) 2013V1 Datum: 15 maart 2014 Documentatierapport CCO 2013V1 Bronvermelding Publicatie van uitkomsten geschiedt door het onderzoeksbureau of de opdrachtgever op eigen titel. Verwijzing naar het CBS betreft uitsluitend het gebruik van de microdatabestanden. Dat wordt als volgt geformuleerd: “Eigen berekening [naam onderzoeksbureau, c.q. opdrachtgever] op basis van bij het CBS beschikbaar gestelde microdatabestanden betreffende het Consumenten Conjunctuuronderzoek 2013, welke afkomstig zijn van het CBS.” 2 Documentatierapport CCO 2013V1 Beschikbaar bestand 140315 CCO 2013V1 De gebruiker dient rekening te houden met het volgende: Van een aantal personen in het bestand is de geboortemaand en –dag onbekend of ‘0101’ of ‘1010’. Deze personen konden niet teruggevonden worden in de GBA en hebben daarom geen waarde (leeg) op RINPERSOONS. Uitsluitend de combinatie van RINPERSOON met RINPERSOONS ‘R’ (_1._8) identificeert een persoon. Zie hoofdstuk 2 voor een beschrijving. De koppelsleutel voor personen is veranderd van SRTNUM en RIN naar RINPERSOONS en RINPERSOON. Het omzetten van de ene sleutel naar de andere wordt beschreven in het script “koppelvariabelen gelijk zetten spss.sps” voor de Remote Access en On-site gebruikers te vinden in de map \8_Utilities\Tools\. Let vooral op het omzetten van RIN naar RINPERSOON omdat RINPERSOON wordt weggeschreven mét voorloopnullen. Voor de persoonskenmerken en/of achtergronden dient u de beschikbare GBAbestanden te raadplegen. Deze staan in de catalogus van het Centrum voor Beleidstatistiek onder de thema’s Bevolking of Sociaal Statistisch Bestand. Voor het aanvragen van deze bestanden geldt de gebruikelijke procedure. 3 Documentatierapport CCO 2013V1 4 Documentatierapport CCO 2013V1 Inhoudsopgave Bronvermelding....................................................................................................... 2 Beschikbaar bestand ............................................................................................... 3 1. Inleiding ........................................................................................................... 7 2. Toelichting op de samenstelling van de bestanden ........................................ 8 Microdatabestand ......................................................................................................... 8 Populatieafbakening ................................................................................................................. 8 Herweging ................................................................................................................................ 9 Seizoencorrectie consumentenvertrouwen ............................................................................... 9 Belangrijkste uitkomsten .......................................................................................................... 9 Gegevens op Statline ................................................................................................................ 9 3. Bestandsopbouw en toelichting ..................................................................... 10 Bestandsopbouw van het microdatabestand ........................................................................... 10 Toelichting op de variabelen .................................................................................................. 19 RINPERSOONS1 t/m 8 en RINPERSOON1 t/m 8 ............................................................... 19 GEMCODE ............................................................................................................................ 19 5 Documentatierapport CCO 2013V1 6 Documentatierapport CCO 2013V1 1. Inleiding Het Centrum voor Beleidsstatistiek stelt, onder bepaalde voorwaarden, microdata (geanonimiseerde data op persoons-, bedrijfs- en adresniveau) ter beschikking voor onderzoek. Dit rapport beschrijft de inhoud en structuur van “Consumenten Conjunctuuronderzoek 2013”. Hoofdstuk 2 beschrijft in het algemeen de microdatabestanden zoals populatieafbakening, methodologische bijzonderheden, kwaliteit en herkomst van de gegevens. In hoofdstuk 3 wordt de bestandsindeling gegeven en worden voor de categoriale variabelen alle mogelijke scores en hun betekenis opgesomd In de “Bijlage Uitvoering CCO” vindt u de schematische weergave van de uitvoering van het Consumenten Conjunctuuronderzoek. 7 Documentatierapport CCO 2013V1 2. Toelichting op de samenstelling van de bestanden Microdatabestand Een record in het microdatabestand bevat informatie over consumentenopvattingen met betrekking tot de algemene economische ontwikkeling en de financiële situatie van het eigen huishouden. Een record in het microdatabestand betreft één huishouden. Een huishouden kan slechts één record in het microdatabestand hebben. Het bestand bevat RINPERSOON en RINPERSOONS als sleutel waarmee gekoppeld kan worden met andere bestanden. De combinatie van RINPERSOON1 t/m 8 en RINPERSOONS1 t/m 8 identificeert een record. Populatieafbakening Het CCO is een steekproef onder particuliere huishoudens. Het wordt maandelijks, in de eerste tien werkdagen van de maand, uitgevoerd. De index van het consumentenvertrouwen geeft aan in hoeverre huishoudens vinden dat het economisch gezien beter of slechter gaat. Het consumentenvertrouwen wordt bepaald op basis van de mening van huishoudens over het algemeen economisch klimaat en over de eigen financiële situatie. Maandelijks worden hierover in het Consumenten Conjunctuuronderzoek (CCO) vijf vragen gesteld aan ongeveer duizend huishoudens. Daarnaast bevat het CCO onder andere vragen over de verwachtingen voor de werkloosheid en de inflatie en over het spaargedrag en aankoopplannen van huishoudens. De geïnterviewden kunnen vinden dat het beter gaat (de ‘optimisten’), dat het slechter gaat (de ‘pessimisten’) of dat de situatie gelijk blijft. De indicatoren worden berekend door het percentage optimisten te verminderen met het percentage pessimisten. De conjunctuuronderzoeken bij Nederlandse consumenten, waarmee het CBS in 1972 is gestart, worden mede op verzoek van de Europese Commissie uitgevoerd. Deze gebruikt het onderzoek als een instrument voor de diagnose en korttermijn prognose van de conjunctuur in combinatie met het conjunctuuronderzoek bij ondernemers in de industrie en bouwnijverheid. Naast het CBS, stelt ook de Europese Commissie (EC) op basis van het CCO voor Nederland een indicator van het consumentenvertrouwen samen. De EC hanteert daarbij echter deels andere vragen dan het CBS. In de EC-berekening ligt de nadruk geheel op de verwachtingen voor de toekomst, waar in de indicator van het CBS ook de huidige situatie van de consument en diens oordeel over de afgelopen twaalf maanden worden meegenomen. De EC publiceert haar indicator altijd later dan het CBS waardoor de meest recente maand niet zichtbaar is in de grafiek. Zie ook korte onderzoeksbeschrijving CCO. 8 Documentatierapport CCO 2013V1 Herweging Maandgegevens worden niet opnieuw gewogen. Kwartaal- en jaargegevens worden dit wel. Door met name de non-response zijn de maandelijkse portie ondervraagde huishoudens niet steeds hetzelfde. Het gewicht van elk van de peilingen in een kalenderjaar of kwartaal is daardoor dus niet gelijk. Het is echter gebruikelijk dat alle peilingen binnen een kalenderjaar of kwartaal gelijke gewichten hebben. Om dit te bewerkstelligen worden de afzonderlijke cases van die betreffende onderzoek maanden 'terug gewogen'. Seizoencorrectie consumentenvertrouwen Consumenten zijn over het algemeen in het voorjaar en de zomer wat optimistischer gestemd dan in de rest van het jaar. Om de cijfers van opeenvolgende maanden beter met elkaar te kunnen vergelijken, wordt dit seizoeneffect verwijderd. Het consumentenvertrouwen bestaat uit vijf onderliggende reeksen die elk rechtstreeks voor seizoeneffecten worden gecorrigeerd. De index wordt zelf indirect gecorrigeerd doordat de index een berekening is van de vijf gecorrigeerde deelreeksen. De berekening van correctiefactoren voor aanwezige seizoeneffecten wordt sinds 2007 volgens de zogenoemde ‘concurrent’ methode gedaan, omdat gebleken is dat deze methode tot kleinere revisies van seizoen gecorrigeerde cijfers leidt. ‘Concurrent’ wil zeggen dat iedere maand over de meest actuele deelreeksen van ongecorrigeerde maandcijfers correctiefactoren worden berekend. En aansluitend worden de correctiefactoren eens per jaar geactualiseerd. Tot en met 2006 werd de seizoencorrectie voor het consumentenvertrouwen berekend volgens de ‘projected’ methode. Dat wil zeggen dat aan het begin van het jaar voor het hele nieuwe verslagjaar correctiefactoren werden berekend en de oude factoren geactualiseerd werden. Belangrijkste uitkomsten Uit de verzamelde gegevens worden drie indexen geconstrueerd. De voornaamste is de index van consumentenvertrouwen. Deze geeft het gemiddelde oordeel weer van consumenten over de wijze waarop de economie en de eigen financiële situatie zich ontwikkelen. De index van consumentenvertrouwen bestaat uit twee deelindexen: de index van het economisch klimaat en de index van de koopbereidheid. Gegevens op Statline De cijfers zijn onder andere gepubliceerd in de statlinetabel: Consumentenvertrouwen, economisch klimaat en koopbereidheid 9 Documentatierapport CCO 2013V1 3. Bestandsopbouw en toelichting Bestandsopbouw van het microdatabestand Onderstaand volgt een lijst van alle variabelen in het microdatabestand. Nr 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 Variabele & label RINPERSOONS1 Soort identificatiecode persoons1 RINPERSOON1 Samen met RINPERSOONS1 is dit de persoon1 RINPERSOONS2 Soort identificatiecode persoons2 RINPERSOON2 Samen met RINPERSOONS2 is dit de persoon2 RINPERSOONS3 Soort identificatiecode persoons3 RINPERSOON3 Samen met RINPERSOONS3 is dit de persoon3 RINPERSOONS4 Soort identificatiecode persoons4 RINPERSOON4 Samen met RINPERSOONS4 is dit de persoon4 RINPERSOONS5 Soort identificatiecode persoons5 RINPERSOON5 Samen met RINPERSOONS5 is dit de persoon5 RINPERSOONS6 Soort identificatiecode persoons6 RINPERSOON6 Samen met RINPERSOONS6 is dit de persoon6 RINPERSOONS7 Soort identificatiecode persoons7 RINPERSOON7 Samen met RINPERSOONS7 is dit de persoon7 RINPERSOONS8 Soort identificatiecode persoons8 RINPERSOON8 Samen met RINPERSOONS8 is dit de persoon8 NKIND9 Aantal kinderen in het huishouden AANTALPP Uzelf meegerekend, uit hoeveel personen bestaat dan het huishouden waartoe u behoort? HHKERN Wie zijn dat? M_V Geslacht persoon PLHH Plaats in het huishouden LFT Leeftijd in jaren 10 Format Tekst A/N 1 Tekst 9 Tekst 1 Tekst 9 Tekst 1 Tekst 9 Tekst 1 Tekst 9 Tekst 1 Tekst 9 Tekst 1 Tekst 9 Tekst 1 Tekst 9 Tekst 1 Tekst 9 Getal 19 Getal 2 Getal 1 Getal 1 Getal 2 Getal 3 Documentatierapport CCO 2013V1 Nr Variabele & label 23 BURGST En wat is op dit moment de burgerlijke staat? 24 KIND2 Relatie tot persoon 1 (Regel 1) 25 ANDER2 Relatie tot persoon 1 (Regel 1) 26 M_V2 Geslacht persoon 27 PLHH2 Plaats in het huishouden 28 LFT2 Leeftijd in jaren 29 BURGST2 En wat is op dit moment de burgerlijke staat? 30 KIND3 Relatie tot persoon 1 (Regel 1) 31 ANDER3 Relatie tot persoon 1 (Regel 1) 32 M_V3 Geslacht persoon 33 PLHH3 Plaats in het huishouden 34 LFT3 Leeftijd in jaren 35 BURGST3 En wat is op dit moment de burgerlijke staat? 36 KIND4 Relatie tot persoon 1 (Regel 1) 37 ANDER4 Relatie tot persoon 1 (Regel 1) 38 M_V4 Geslacht persoon 39 PLHH4 Plaats in het huishouden 40 LFT4 Leeftijd in jaren 41 BURGST4 En wat is op dit moment de burgerlijke staat? 42 KIND5 Relatie tot persoon 1 (Regel 1) 43 ANDER5 Relatie tot persoon 1 (Regel 1) 44 M_V5 Geslacht persoon 45 PLHH5 Plaats in het huishouden 46 LFT5 Leeftijd in jaren 47 BURGST5 En wat is op dit moment de burgerlijke staat? 48 KIND6 Relatie tot persoon 1 (Regel 1) 49 ANDER6 Relatie tot persoon 1 (Regel 1) 11 Format Getal A/N 1 Getal 1 Getal 2 Getal 1 Getal 2 Getal 3 Getal 1 Getal 1 Getal 2 Getal 1 Getal 2 Getal 3 Getal 1 Getal 1 Getal 2 Getal 1 Getal 2 Getal 3 Getal 1 Getal 1 Getal 2 Getal 1 Getal 2 Getal 3 Getal 1 Getal 1 Getal 2 Documentatierapport CCO 2013V1 Nr Variabele & label 50 M_V6 Geslacht persoon 51 PLHH6 Plaats in het huishouden 52 LFT6 Leeftijd in jaren 53 BURGST6 En wat is op dit moment de burgerlijke staat? 54 KIND7 Relatie tot persoon 1 (Regel 1) 55 ANDER7 Relatie tot persoon 1 (Regel 1) 56 M_V7 Geslacht persoon 57 PLHH7 Plaats in het huishouden 58 LFT7 Leeftijd in jaren 59 BURGST7 En wat is op dit moment de burgerlijke staat? 60 KIND8 Relatie tot persoon 1 (Regel 1) 61 ANDER8 Relatie tot persoon 1 (Regel 1) 62 M_V8 Geslacht persoon 63 PLHH8 Plaats in het huishouden 64 LFT8 Leeftijd in jaren 65 BURGST8 En wat is op dit moment de burgerlijke staat? 66 CTRLPERS Controle: iedereen in huishouden gehad 67 RESPDAG Dag 68 MAAND Maand 69 JAAR Jaar 70 OPHHKERN Respondent behoort 71 OP_RESP Regelnummer huishoudbox ondervraagde persoon 72 LFTOP leeftijd ondervraagde persoon 73 LFTOP_KLASSE Leeftijdsklasse ondervraagde persoon 74 LFTP leeftijd van de partner 75 LFTP_KLASSE Leeftijdsklasse partner 76 GSLOP geslacht ondervraagde persoon 12 Format Getal A/N 1 Getal 2 Getal 3 Getal 1 Getal 1 Getal 2 Getal 1 Getal 2 Getal 3 Getal 1 Getal 1 Getal 2 Getal 1 Getal 2 Getal 3 Getal 1 Getal 1 Getal 3 Getal 3 Getal 5 Getal 1 Getal 1 Getal 19 Getal 3 Getal 19 Getal 3 Getal 1 Documentatierapport CCO 2013V1 Nr Variabele & label 77 GSLP geslacht partner 78 GEMCODE Gemeentecode 79 VR33 De volgende vragen gaan over de economische situatie van Nederland. 80 VR34 Een beetje beter of duidelijk beter? 81 VR35 Een beetje slechter of duidelijk slechter? 82 ECONL12 Economische situatie in de laatste 12 maanden 83 VR36 En wat denkt u van de komende twaalf maanden? Zal in het algemeen de economische situatie van Nederland dan beter worden? 84 VR37 Enigszins beter of duidelijk beter? 85 VR38 Iets slechter of duidelijk slechter? 86 ECONK12 Economische situatie in de komende 12 maanden 87 VR39 En de prijzen? Vindt u dat de prijzen in de afgelopen twaalf maanden gestegen zijn, gedaald of vrijwel gelijk gebleven 88 VR40 Sterk gestegen, matig of zwak? 89 PRIJZL12 Prijzen afgelopen 12 maanden 90 VR40A Met hoeveel procent denkt u dat de prijzen de afgelopen twaalf maanden zijn gestegen of gedaald ? 91 VR41 Wat verwacht u van de komende twaalf maanden? Zullen de prijzen volgens U stijgen, dalen of gelijk blijven? 92 VR42 En wat denkt u? Zullen de prijzen de komende twaalf maanden sterker stijgen dan tot nu toe, evenveel of minder? 93 PRIJZK12 Prijzen komende 12 maanden 94 VR42A Met hoeveel procent denkt u dat de prijzen de komende twaalf maanden zullen stijgen of dalen? 95 VR43 Hoe denkt u dat het in de komende twaalf maanden zal gaan met de werkloosheid in Nederland? 96 VR44 Een beetje stijgen of duidelijk stijgen? 97 VR45 Iets dalen of duidelijk dalen? 98 WERKLK12 Werkloosheid komende 12 maanden 99 GRAANKNU Gunstige tijd voor aankoop duurzame artikelen 13 Format Getal A/N 1 Tekst 4 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 3 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 3 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Documentatierapport CCO 2013V1 Nr Variabele & label 100 VR47 Verwacht u dat u binnen de komende twee jaar een auto zult kopen? 101 VR48 Wat zou u zeggen?: ja, misschien, of ja, dat is wel zeker ? 102 VR49 Wat zou u zeggen: waarschijnlijk niet of zeker niet ? 103 AUTOK2JR Auto kopen komende 2 jaar 104 VR50 En binnen de komende twee jaren, denkt u dan dat u een huis gaat kopen of er een laat bouwen? 105 VR51 Zou u zeggen: ja, misschien, of ja, dat is wel zeker? 106 VR52 Wat zou u zeggen: waarschijnlijk niet of zeker niet? 107 HUISK2JR Huis kopen komende 2 jaar 108 VR80 Bent u van plan de komende twaalf maanden belangrijke uitgaven te doen voor onderhoud of verbetering van uw woning? 109 VR81 Ja, misschien, of ja, dat is wel zeker? 110 VR82 Waarschijnlijk niet of zeker niet? 111 UITGWK12 Uitgaven onderhoud woning komende 12 maanden 112 VR54 Dan nu een vraag over de financiële situatie van het huishouden. 113 VR55 Duidelijk beter of iets beter? 114 VR56 Duidelijk slechter of iets slechter? 115 FINANL12 Financiële situatie in de laatste 12 maanden 116 VR57 En hoe is de financiële situatie op dit moment? 117 VR58 Betekent dit Er moeten schulden worden gemaakt, of betekent het dat spaarmiddelen enigszins worden aangesproken? 118 VR59 Wordt er veel geld overgehouden of een beetje? 119 FINANNU Financiële situatie op dit moment 120 VR60 Wat verwacht u van de financiële situatie van uw huishouden? 121 VR61 Iets verbeteren of duidelijk verbeteren? 122 VR62 Iets slechter worden of duidelijk slechter worden? 123 FINANK12 Financiële situatie in de komende 12 maanden 124 VR63 Als het om grote aankopen gaat, bijvoorbeeld meubelen, een wasmachine een televisie en andere duurzame artikelen. 14 Format Getal A/N 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Documentatierapport CCO 2013V1 Nr Variabele & label 125 VR64 Een beetje meer of veel meer? 126 VR65 Iets minder of veel minder? 127 AANKK12 Grote aankopen komende 12 maanden 128 INKPER Voor een onderzoek als dit is het nodig dat we van mensen globaal het huishoudinkomen weten. 129 PERIODE Inkomen per 4 weken, per maand of per jaar? 130 BEZUIN Waarop bezuinigen bij daling netto inkomen 131 VR68 Denkt u in de komende twaalf maanden geld opzij te kunnen leggen? 132 VR69 Betekent dat ja, misschien, of ja, dat is wel zeker? 133 VR70 Betekent dat waarschijnlijk niet of zeker niet? 134 SPAARK12 Geld opzij leggen komende 12 maanden 135 VR71 Als u let op de algemene economische situatie, vindt u dan dat het zin heeft om te sparen? 136 VR72 Betekent dat ja, misschien, of ja, dat is wel zeker? 137 VR73 Betekent dat waarschijnlijk niet of zeker niet? 138 SPZINVOL Zinvol om te sparen 139 GEMGR Gemeentegrootte 140 STEDGEM Stedelijkheid gemeente 141 GGNEW Gemeentegrootte nieuw 142 BETWRKNU Hebt u op dit moment betaald werk? Ook 1 uur per week of een korte periode telt al mee. Evenals Freelance werk. 143 URENWEEK Hoeveel uur werkt u in totaal in een normale werkweek? Onbetaalde uren niet meegeteld. 144 ISHETDAN Weet u dan of het gaat om: 145 MYPOS Welke omschrijving vindt u het beste bij u passen? 146 WRKNEMER Werkt u als werknemer? 147 BEDRPRAK Bent u dan werkzaam in het bedrijf of de praktijk: 148 BETALING Krijgt u loon of salaris of is de betaling anders geregeld? 15 Format Getal A/N 1 Getal 1 Getal 1 Getal 6 Getal 1 Getal 2 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 2 Getal 1 Getal 2 Getal 1 Getal 2 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Documentatierapport CCO 2013V1 Nr Variabele & label 149 TOTWELK Tot welke bedrijfssector behoort het bedrijf of de instelling waar u werkt: 150 COMDIENS Bent u dan werkzaam binnen: 151 NCOMDIEN Werkzaam voor internationale organisaties en personeel in dienst van huishoudens onderbrengen bij code 3. 152 OPLNALO Heeft u na de lagere school nog een DAGOPLEIDING voltooid, of een opleiding die normaal in dagonderwijs plaatsvindt? 153 OPLEID hoogst voltooide opleiding in dit onderwijs 154 SOI78OP opleidingsniveau 155 BETWRKN2 Heeft uw partner op dit moment betaald werk? Ook 1 uur per week of een korte periode telt al mee. 156 URENWEE2 Hoeveel uur werkt uw partner in totaal in een normale werkweek? Onbetaalde uren niet meegeteld. 157 ISHETDA2 Weet u dan of het gaat om: 158 MYPOSP Welke omschrijving vindt u het beste bij uw partner passen? 159 WRKNEME2 Werkt uw partner als werknemer? 160 BEDRPRA2 Is uw partner dan werkzaam in het bedrijf of de praktijk: 161 BETALIN2 Krijgt uw partner loon of salaris of is de betaling anders geregeld? 162 TOTWELKP Tot welke bedrijfssector behoort het bedrijf of de instelling waar uw partner werkt: 163 COMDIEN2 Is uw partner dan werkzaam binnen: 164 NCOMDIE2 Werkzaam voor internationale organisaties en personeel in dienst van huishoudens onderbrengen bij code 3. 165 HOOGINK Hebben u en uw partner allebei een inkomen? 166 HFDKWA Wie van u beiden heeft het hoogste inkomen? 167 HFDKWB Wie heeft een inkomen? 168 OPLNALOP Heeft uw partner na de lagere school nog een DAGOPLEIDING voltooid, of een opleiding die normaal in dagonderwijs plaatsvindt? 169 OPLEIDP hoogst voltooide opleiding in dit onderwijs van partner 170 SOI78OP2 opleidingsniveau 171 REDEN Wat is de reden van de nonrespons? 16 Format Getal A/N 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 2 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Getal 1 Documentatierapport CCO 2013V1 Nr Variabele & label 172 GEMCODE2 Gemeente code 2 173 HUISHGR aantal personen in het huishouden 174 SAMHH samenstelling huishouden 175 LFTHKW leeftijd hoofd kostwinner 176 HKW Hoofdkostwinner 177 ONDPERS wie is ondervraagde persoon 178 HFD Hoofd huishouden 179 LFTHFD leeftijd hoofd huishouden 180 LFTHHK leeftijd hoofd huishouden in klassen 181 LFTHKWK leeftijd hoofd kostwinner in klassen 182 LFTOPK leeftijd ondervraagde persoon in klassen 183 GSLHFD geslacht hoofd huishouden 184 GSLHKW geslacht hoofd kostwinner 185 BURGSHFD burgerlijke staat hoofd huishouden 186 BURGSHKW burgerlijke staat hoofd kostwinner 187 BURGSOP burgerlijke staat ondervraagde persoon 188 OPLHFD hoogst voltooide opleiding hoofd huishouden 189 OPLHKW hoogst voltooide opleiding hoofd kostwinner 190 OPLOP hoogst voltooide opleiding ondervraagde persoon in dit onderwijs 191 URENHFD aantal werkuren per week hoofd huishouden 192 URENHKW aantal werkuren per week hoofd kostwinner 193 URENWKOP aantal werkuren per week ondervraagde persoon 194 SOCGRHH sociale groep hoofd huishouden 195 SOCGRHKW sociale groep hoofd kostwinner 196 SOCGROP sociale groep ondervraagde persoon 197 WERKNEMH is hoofd werknemer 198 WERKNHKW is hoofd kostwinner werknemer 17 Format Tekst A/N 4 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 8 Getal 8 Getal 8 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Documentatierapport CCO 2013V1 Nr Variabele & label 199 WERKNOP is ondervraagde persoon werknemer 200 WRKOP hoe OP werkzaam indien niet werknemer 201 WRKOPP hoe PARTNER werkzaam indien niet werknemer 202 WRKHH hoe hoofd huishouden werkzaam indien niet werknemer 203 WRKHKW hoe kostwinner werkzaam indien niet werknemer 204 SRTWKHH dienstverband hoofd huishouden 205 SRTWKHKW dienstverband hoofd kostwinner 206 SRTWKOP dienstverband ondervraagde persoon 207 INKEUR Netto huishoudensinkomen per jaar in EURO 208 INKEUR1 Netto huishoudensinkomen per jaar in EURO + 1mnd 209 INKCATE Inkomenscategoriën in EURO 210 INKCATE1 Inkomenscategoriën in EURO + 1 mnd 211 BEZ_WSA Waarop bezuinigen bij daling netto inkomen 212 PRZL12P Met hoeveel procent zijn de prijzen in de afgelopen 12 maanden gestegen/gedaald 213 PRZK12P Met hoeveel procent zullen de prijzen de komende 12 maanden stijgen/dalen 214 LFTOPK4 Leeftijd in 4 klassen 215 LFTOPK6 Leeftijd in 6 klassen 216 VARICV Index consumentenvertrouwen 217 VARIEK Index economisch klimaat 218 VARIKB Index koopbereidheid 219 ESL12 econ situatie laatste 12 mnd saldo pos-neg 220 ESK12 econ situatie komende 12 mnd saldo pos-neg 221 FSL12 financiële situatie laatste 12 mnd saldo pos-neg 222 FSK12 financiële situatie komende 12 mnd saldo pos-neg 223 GRA gunstige tijd aankoop duurzame artikelen 18 Format Getal A/N 2 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 8 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 2 Getal 10 Getal 10 Getal 10 Getal 10 Getal 10 Getal 10 Getal 10 Getal 10 Documentatierapport CCO 2013V1 Toelichting op de variabelen RINPERSOONS1 t/m 8 en RINPERSOON1 t/m 8 Bronbestanden die aan het CBS geleverd worden, bevatten doorgaans als persoonsidentificator het burgerservicenummer. Het burgerservicenummer wordt als zeer identificerend beschouwd en daarom vervangt het CBS dit nummer door een intern persoonsidentificatienummer, het betekenisloze RIN-nummer. Met dit RIN-nummer kan het bestand worden gekoppeld aan andere bestanden bij het CBS. Het bronbestand van dit microdatabestand bevatte geen burgerservicenummer. Via andere identificerende gegevens dan het burgerservicenummer kon het RIN-nummer ook aan dit bestand worden toegevoegd. Dit is gebeurd door van ieder record in het bronbestand de combinatie van postcode, huisnummer, geboortedatum en geslacht op te zoeken in de GBA. Het CBS heeft namelijk iedere persoon in de GBA voorzien van een RIN-nummer. Als de specifieke combinatie voorkomt in de GBA, dan is het RIN-nummer van die persoon toegevoegd aan het record in het bronbestand. Op deze manier kon het RINnummer van personen in het bronbestand worden achterhaald. Het microdatabestand is voorzien van de door het CBS toegevoegde variabelen soort identificatiecode (RINPERSOONS1 t/m 8) en identificatienummer (RINPERSOON1 t/m 8). Records in het microdatabestand die konden worden voorzien van een RINPERSOON-nummer, hebben de waarde ‘R’ op RINPERSOONS gekregen. De overige records zijn niet teruggevonden in de GBA. Deze records hebben de waarde ‘G’ op RONPERSOONS gekregen, met een lege score in het veld RINPERSOON. Uitsluitend de combinatie van RINPERSOONS1 t/m 8 ‘R’ en RINPERSOON1 t/m 8 identificeert een uniek persoon. Koppelen aan andere bestanden of aggregeren op persoonsniveau moet daarom alleen worden uitgevoerd op records met RINPERSOONS ‘R’. GEMCODE De gemeentecodes op 1 januari van het verslagjaar. Voor een toelichting op het ontstaan, opheffing en/of naamswijziging van gemeenten zie de Statline tabel Historisch overzicht gebieden. Voor Remote Access en On-site gebruikers is de gemeentecodelijst te vinden op \8_Utilities\Code_Listings\Gemeentecodes\. 19
© Copyright 2024 ExpyDoc