NE 50% Letterkunde (mondeling) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Roman 1, trimester 1, havo-4 Roman 2, trimester 2, havo-4 Roman 3, trimester 3, havo-4 Roman 4, trimester 1, havo-5; keuze in overleg met de docent. Vijf verhalen, trimester 1 en/of 2, havo-5; door de docent gekozen; in de klas besproken. Acht gedichten, trimester 1 en/of 2, havo-5; door de docent gekozen; in de klas besproken. Roman 5, trimester 2, havo-5; keuze in overleg met de docent. Literair werk van voor 1945: de docent kiest een werk of een aantal fragmenten die samen een werk vormen; de docent behandelt dit werk in de klas en gaat daarbij ook in op historische aspecten en invloeden aan de hand van Laagland, informatieboek, Havo. Laagland, Informatieboek Havo. Toetsing letterkunde: Het schoolexamen bestaat uit een mondeling examen aan de hand van een door de leerling te overleggen lijst van gelezen werken die door de docent goedgekeurd is. De leerling geeft de docent ruim voor het examen deze lijst van zijn of haar gelezen werken ter beoordeling. De docent bepaalt of de lijst aan de eisen beantwoordt. EN 25% Schrijfvaardigheid FA 25% Schrijfvaardigheid DU 25% Literatuur S-E 20% Schrijfvaardigheid S-E 20% Spreekvaardigheid (mondeling) GES 30% Examenkatern De leerling schrijft met behulp van een woordenboek N-E en E-N (eventueel aangevuld met een woordenboek E-E en/of een door de leerling zelf aangeschafte grammaticakaart) een informele en/of formele brief naar aanleiding van een gegeven situatie en/of aangeboden tekst. Hierbij wordt beoordeeld of de leerling beantwoordt aan de eindtermen van het domein ‘Schrijfvaardigheid’. De leerling schrijft met behulp van een woordenboek N-F en F-N (eventueel aangevuld met een woordenboek F-F) een informele of formele brief naar aanleiding van een gegeven situatie en/of aangeboden tekst. Hierbij wordt beoordeeld of de leerling beantwoordt aan de eindtermen van het domein ‘Schrijfvaardigheid’. De leerling leest (kijkt) – deels zelfstandig, deels onder begeleiding – een aantal door de docent aangeboden literaire boeken, fragmenten, korte verhalen, gedichten en films, waarover schriftelijk en in het Nederlands vragen beantwoord dienen te worden. Schrijfvaardigheid. De leerling schrijft met behulp van een woordenboek N-S, S-N een brief naar een penvriend (informele brief) waarin zij/hij (bijvoorbeeld) zich voorstelt, iets vertelt over haar/zijn stad, over bepaalde Nederlandse gewoonten, over haar/zijn voorkeuren, over wat zij/hij in het afgelopen weekend heeft gedaan, enzovoorts – dit allemaal in correct Spaans. Spreekvaardigheid. Vooraf vijftien minuten inzage. Je moet, eventueel met steun van de examinator, korte begrijpelijke antwoorden kunnen geven op vragen, je mening kunnen geven of informatie kunnen vragen. Je bereidt je voor aan de hand van korte eenvoudige teksten. Je bepaalt zelf het onderwerp van het gesprek. Steekwoorden zijn toegestaan. De Verenigde Staten en hun federale overheid, 1865-1965. AK 30% Domein D1 en D2 Ontwikkelingsland Indonesië Leerjaar 5: Hoofdstuk 3: Ontwikkelingslanden: Indonesië. Aantekeningen, powerpoints, samenvatting en begrippenlijst per hoofdstuk horen bij de te toetsen leerstof. WISA 30% Getal & Ruimte Havo A deel 1 H1. Handig tellen H2. Tabellen en grafieken H3. Lineaire modellen H4. Statistiek Havo A deel 2 H5. Veranderingen H6. Kansrekening H7. Allerlei formules H8. De normale verdeling Havo A deel 3 H9. Rekenen met kansen H10. Groei H11. Kansverdelingen WISB 35% Getal & Ruimte Getal en ruimte deel B_2: Hoofdstuk 6: Hoofdstuk 7: Hoofdstuk 8: WISD 20% Getal en ruimte deel B_3: De afgeleide functie Exponenten en logaritmen Goniometrie Hoofdstuk 9: Hoofdstuk 10: Hoofdstuk 11: Hoofdstuk 12: Allerlei functies Aanzichten en doorsneden Groei Differentiaalrekening Getal & Ruimte Getal en Ruimte H/V Wiskunde D deel 3 H 11: H 12: Groeiprocessen Afgeleide en tweede afgeleide Keuzeonderwerp NAT 25% Systematische natuurkunde Dit PTA bestaat uit de volgende onderdelen: Onderdelen PTA 402 (4e klas) Onderdelen PTA 501 Onderdelen PTA 502 PLUS Systematische natuurkunde Havo 5, Kernboek SCHK 25% Signaalverwerking Trillingen en golven Straling, gezondheid en kernenergie Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 6 Hoofdstuk 1 t/m 10 Chemie Overal – deel 1: hoofdstuk 1 t/m 6 (inclusief ANW-paragrafen) Chemie Overal – deel 2: hoofdstuk 7, 8, 9 en 10 SCHK 15% Praktische opdracht Praktische opdracht over zuren / basen en/of redox met korte theorie-toetsing: hoofdstuk 6 en/of hoofdstuk 7. BIOL 25% Deel H4 (thema 1, 3, 4, 6, 7, 8) Deel H5 (thema 1 t/m 7) Toets met open en gesloten vragen. Deel H4 / Thema 1 Inleiding in de biologie Deel H4 / Thema 3 Erfelijkheid Deel H4 / Thema 4 DNA Deel H4 / Thema 6 Regeling Deel H4 / Thema 7 Zintuiglijke waarneming Deel H4 / Thema 8 Gedrag Deel H5 / Thema 1 Stofwisseling Deel H5 / Thema 2 Ecologie Deel H5 / Thema 3 Mens en milieu Deel H5 / Thema 4 Voeding en vertering Deel H5 / Thema 5 Transport Deel H5 / Thema 6 Gaswisseling en uitscheiding Deel H5 / Thema 7 Bescherming ECON 30% Domeinen E, F, G, H, I M&O 25% Hoofdstuk 31 t/m 36 + bijlage + excel INF 10% A4, B4, C4, C5, C6 Verdienen en Uitgeven / Markt en Overheid / Europa. Omvat de domeinen: “externe financiële verslaggeving” en Excel. 1. Informatiemodellering en Projectmanagement a. Leerstof: Methodesite: Hoofdstuk 12, 13 en 14: Informatiemodellering (Hoofdstuk 12), Organisaties, projecten en projectmatig werken (Hoofdstuk 13), Informatiesystemen (Hoofdstuk 14). Beschrijving domeinen: A4: De kandidaat beheerst de vakspecifieke werkwijzen van informatici en ICT'ers, met name het werken in projectverband. Hij kan beschrijven welke ethische normen en waarden bij gebruik van informatica/ICT een rol spelen. B4: De kandidaat kent globaal de organisatiestructuren van bedrijven. Hij kent de kenmerken van een projectorganisatie en kan aangegeven waarom bij grote wijzigingen van het informatiesysteem in een bedrijf vaak voor een projectorganisatie wordt gekozen . C4: De kandidaat kan globaal de fasering van een systeemontwikkeltraject beschrijven met de te verrichten activiteiten en de producten. C5: De kandidaat kan informatiestromen beschrijven in een kleine organisatie. C6: De kandidaat kan informatie en informatiebehoeftes analyseren en het bijbehorende informatiemodel bouwen/aanpassen. MA 25% Pluriforme samenleving MU 15% PTA-5: Theorie Diverse hoofdstukken uit de methode Intro voor de bovenbouw. Pluriforme samenleving: lesboek blz. 111 t/m 148.
© Copyright 2024 ExpyDoc