(TE) SNEL RIJDEN

Mobiliteitsacademie snelheidsmanagement
OVERZICHT
6 oktober 2014
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
INFRASTRUCTURELE MAATREGELEN
VOOR SNELHEIDSMANAGEMENT
Philip Vaneerdewegh
Toch blijven we te snel rijden
Snelheidskeuze
Correcte snelheidslimieten
Weginfrastructuur ≈ snelheidsbeleid
Werkingsprincipes van infrastructurele ingrepen
Aandachtspunten
Ingrepen
Te onthouden
Verdere informatie
2
1.
TOCH BLIJVEN WE (TE) SNEL
RIJDEN
•
2.
(Te) snel rijden is gevaarlijk, maar:
•
•
•
Voor veel bestuurders: opgelegde snelheidslimiet ≠
absolute bovengrens, maar « richtsnelheid » waar je
van mag afwijken in goede omstandigheden
Te snel rijden wordt niet aanzien als een ernstige
overtreding
Bestuurders ondervinden slechts zeer zelden de
negatieve gevolgen (PV, ongeval) op korte termijn
•
SNELHEIDSKEUZE (1)
Snelheidskeuze hangt af van:
o
o
o
o
o
Inschatting pakkans en ongevalsrisico
Persoonlijkheidskenmerken bestuurder
Kenmerken van voertuig
Snelheidssignalisatie
Kenmerken van weg en wegomgeving
 Geleidelijke verandering (cfr. attitudemetingen BIVV)
3
2.
•
SNELHEIDSKEUZE (2)
4
2.
SNELHEIDSKEUZE (3)
Kenmerken van weg en wegomgeving
(naar SWOV):
o Alignement:
o Dwarsprofiel:
 Bochtigheid (≈ zichtlengte) en aantal kruispunten
 wegindeling (aantal rijbanen en rijstroken,
rijbaanscheiding)
o Aard + staat van wegdek
 voorzieningen voor voetgangers, fietsers, parkeren
 (perceptie van) wegbreedte
 kruispunttypes
5
6
1
2.
SNELHEIDSKEUZE (4)
3.
•
CORRECTE SNELHEIDSLIMIETEN
Bij het ontwikkelen van een succesvol
snelheidsbeleid is het bepalen van
correcte snelheidslimieten cruciaal:
o Wegomgeving:
 activiteiten
 openheid ↔ geslotenheid
o Veilig
o Geloofwaardig
o Gecommuniceerd
7
8
3.1. VEILIGE SNELHEIDSLIMIETEN (1)
3.1. VEILIGE SNELHEIDSLIMIETEN (2)
•
•
Veilige snelheidslimiet: kans op conflicten
beperkt en op ernstige letsels ± uitgesloten
Hangt af van:
•
o
o
o
Hoogste toelaatbare veilige snelheidslimiet
voor auto’s, gebaseerd op biomechanische
tolerantie (cfr. “Duurzaam Veilig”):
Functie + uitrusting van de weg
Verkeerssamenstelling: snelheid + massa, verschillen
Kans op conflicten (aantal kruispunten en toegangen,
kruispunttypes, …)
Wegtype/potentieel conflict
Veilige snelheid
Wegen met mogelijke conflicten tussen auto’s en
onbeschermde verkeersdeelnemers
30 km/u
Kruisingen met mogelijke dwarsconflicten tussen auto’s
50 km/u
Wegen met mogelijke frontale conflicten tussen auto’s
mobiliteit
milieu/veiligheid
Wegen waarbij frontale en zijdelingse conflicten met
andere verkeersdeelnemers onmogelijk zijn
70 km/u
≥ 100 km/u
Bron: Wegman & Aarts, 2005
SNELHEIDSLIMIET
9
3.2. GELOOFWAARDIGE
SNELHEIDSLIMIETEN (2)
3.2. GELOOFWAARDIGE
SNELHEIDSLIMIETEN (1)
•
•
10
•
Wanneer: als 85% van de bestuurders
er zich aan houdt
Moet als “logisch” ervaren worden: in
overeenstemming met het beeld van de
weg (cfr. “kenmerken weg en
wegomgeving die snelheidskeuze
beïnvloeden”)
De kenmerken van de weg en de
wegomgeving beïnvloeden de
snelheidskeuze van ± elke bestuurder
 door infrastructurele ingrepen kan:
o
o
11
snelheidslimiet voor alle bestuurders
geloofwaardiger gemaakt worden
snelheidsgedrag van meeste bestuurders
beïnvloed worden
12
2
3.3. GECOMMUNICEERDE
SNELHEIDSLIMIETEN (1)
3.2. GELOOFWAARDIGE
SNELHEIDSLIMIETEN (3)
•
•
Invloed niet even groot op alle
bestuurders
Kleine minderheid weigert bewust de
signalen uit het wegbeeld op te volgen
 snelheidshandhaving
•
•
Bestuurders kunnen snelheidslimieten
maar opvolgen als zij die kennen
Verkeersborden zijn eerste manier om
snelheidslimieten te communiceren
13
4. WEGINFRASTRUCTUUR ≈
SNELHEIDSBELEID (1)
3.3. GECOMMUNICEERDE
SNELHEIDSLIMIETEN (2)
•
•
Probleem:
o
o
o
14
overvloed aan verkeersborden
slechts zeer beperkt deel van de signalisatie wordt
bewust waargenomen
probleem is groter geworden sinds “snelheidszones”
•
•
Succesvol snelheidsbeleid is enkel mogelijk
door gecoördineerde inspanningen op de 4 E’s
Door Education, Engagement en Engineering
kunnen meeste de bestuurders bereikt worden,
maar een kleine minderheid enkel met dwang
(Enforcement)
Als Education, Engagement en Engineering in
de praktijk zijn gebracht is het maatschappelijk
draagvlak voor een strikt Enforcement groter
(noodzakelijke voorwaarde)
15
4. WEGINFRASTRUCTUUR ≈
SNELHEIDSBELEID (2)
•
5. WERKINGSPRINCIPES VAN
INFRASTRUCTURELE INGREPEN (1)
o Psychologische beïnvloeding:
Streefdoel: wegkenmerken afstemmen
op wegfunctie ( snelheidsregime):
•
•
16
Bij nieuwe weginfrastructuren moeten de principes
van de “self explaining roads” toepgeast worden
(± aanvaard – effect op langere termijn – beperkte
rol voor infrastructurele snelheidsremmers)
Probleemsituaties bij bestaande weginfrastructuren
moeten vaak op korte termijn verbeterd worden
(belangrijke rol voor infrastructurele
snelheidsremmers)
17
 verhogen van de risico-inschatting: (visuele)
wegversmalling, sluiten van perspectieven,
menging van verkeer (“Shared Space”), …
 verhogen van het aandachtsniveau:
veranderingen in de wegomgeving, verhogen
van de complexiteit (kruispunten,
oversteekplaatsen), activiteiten langs de weg
(voetpaden, fietspaden, langsparkeerplaatsen,
…)
18
3
5. WERKINGSPRINCIPES VAN
INFRASTRUCTURELE INGREPEN (1)
5. WERKINGSPRINCIPES VAN
INFRASTRUCTURELE INGREPEN (2)
o Psychologische beïnvloeding:
o Fysieke beïnvloeding (te snel rijden
moeilijk/onmogelijk maken):
 verhogen van de risico-inschatting: (visuele)
wegversmalling, sluiten van perspectieven,
menging van verkeer (“Shared Space”), …
 verhogen van het aandachtsniveau:
veranderingen in de wegomgeving, verhogen
van de complexiteit (kruispunten,
oversteekplaatsen), activiteiten langs de weg
(voetpaden, fietspaden, langsparkeerplaatsen,
…)
 uitlokken van een horizontale (cfr asverschuiving)
of vertikale (cfr verkeersdrempel) verplaatsing
waarvan de versnelling stijgt met de rijsnelheid
19
5. WERKINGSPRINCIPES VAN
INFRASTRUCTURELE INGREPEN (3)
20
6. AANDACHTSPUNTEN (1)
o Ingrepen meestal in combinatie
o Combinaties:
o Doel: bestuurders afremmen vóór de
snelheidsremmers  ingrepen
moeten goed aangekondigd worden
(signalisatie, inplanting, materialen,
kleuren, verlichting)
o Psychologische en fysieke
beïnvloeding gaan vaak samen
 ingrepen om snelheid te verlagen (“poorten”):
“logische” plaatsen, vertraging in kleine
stappen, limietwijziging moet samen gaan met
duidelijke verandering in wegbeeld, snelle
opeenvolgingen van limietwijzigingen vermijden
 ingrepen om snelheid laag te houden: correcte
keuze en inplanting, afwisseling,
tussenafstanden
21
6.
AANDACHTSPUNTEN (2)
22
6.
• Bibeko geen pure “verkeerstechnische”
ingrepen
• Geen standaardoplossingen
• Aard en combinatie van maatregelen
moeten beantwoorden aan
verwachtingen van bestuurders (passend
voor plaatselijke stedenbouwkundige
situatie, wegcategorie, snelheidsregime,
verkeerssamenstelling, …)
23
AANDACHTSPUNTEN (3)
o Situatie bekijken in ruimere context:
 vermijden van sluikverkeer
 verkeersstromen sturen
o Denken in 3 dimensies
24
4
6.
AANDACHTSPUNTEN (4)
6.
o Maatschappelijk draagvlak is zeer
belangrijk voor succes:
AANDACHTSPUNTEN (5)
o Indien mogelijk: proefopstellingen
o Evalueren:
 overleg met bewoners/weggebruikers in
verschillende fases van ontwerpproces
 rol van bewoners: aankaarten van problemen,
beoordelen van voorstellen, algemeen belang ≈
eigen belang
 rol van overheid/ontwerper: luisteren naar
bewoners/weggebruikers, correcte informatie
verschaffen, aangepaste ontwerpen opmaken, …
+ knopen durven doorhakken in algemeen
belang
o
o
o
o
Doelstellingen formuleren bij opmaak plannen
Nulmeting vóór realisatie
Doelstellingen vergelijken met nulmeting en
meting na de realisatie
Aanpassen (indien nodig)
25
7. INGREPEN (1)
26
7.
INGREPEN (2)
A7
•
o
Punctuele wegversmalling:
o

Concept


Signalisatie
A7 (rijbaanversmalling)
-
Slechts 1 voertuig tegelijk
Snelheidsremmend effect
is deels psychologisch
(smallere rijbaan – ook
zonder tegenliggers) en
deels fysiek (horizontale
versnelling + wachten om
tegenligger te laten
passeren)
-

o
Eventueel in vervanging van A7 + type IX
Eventueel voorrangssignalisatie
B19 en B21 (bij éénzijdige versmalling!)
Regelgeving:

B19
INGREPEN (3)
o






28
7.
Randvoorwaarden


INGREPEN (3)
o
“harde” ingreep: max. snelheidsregime 50 km/u
vernauwing best in midden van rijbaan (anders suggestie van
voorrang voor niet-afgebogen rijrichting  ≠ afremming)
Zicht op tegemoetkomend verkeer (niet vlak voor bocht, geen
zichtbelemmerende constructies/beplantingen)
Aankondiging (niet vlak na bocht, signalisatie, verlichting,
reflectors, evt. aankondigende ingrepen)
Niet te smal (bussen, vrachtwagens, brandweer, vuilkar)
Niet te breed (slechts 1 voertuig tegelijk)
Fietsers liefst op by-pass naast vernauwing
Geen andere aandachtopeisende elementen (kruispunten,
langsparkeerplaatsen) in nabijheid
Randvoorwaarden








29
B21
Wegcode: art. 66.4 + Reglement wegbeheerder: art. 7.3
27
7.
F97
F97 (rijbaanversmalling van 1 rijstrook breed)
-

Type IX
Op 150 m, tenzij met onderbord
met werkelijke afstand
Facultatief indien rijbaanversmalling ≤ 1 m, verplicht indien
rijbaanversmalling van 1 rijstrook breed (+ type IX), behalve in
woonerven en zones 30
“harde” ingreep: max. snelheidsregime 50 km/u
vernauwing best in midden van rijbaan (anders suggestie van
voorrang voor niet-afgebogen rijrichting  ≠ afremming)
Zicht op tegemoetkomend verkeer (niet vlak voor bocht, geen
zichtbelemmerende constructies/beplantingen)
Aankondiging (niet vlak na bocht, signalisatie, verlichting,
reflectors, evt. aankondigende ingrepen)
Niet te smal (bussen, vrachtwagens, brandweer, vuilkar)
Niet te breed (slechts 1 voertuig tegelijk)
Fietsers liefst op by-pass naast vernauwing
Geen andere aandachtopeisende elementen (kruispunten,
langsparkeerplaatsen) in nabijheid
30
5
7.
o
INGREPEN (4)
7.
Opmerkingen
•






Vooral effectief indien fysieke vernauwing visueel bekrachtigd
Kan gecombineerd worden met andere snelheidsremmende
ingrepen (verhoogde inrichtingen, contrasterende
verhardingsmaterialen)
Kan gecombineerd worden met fiets- of voetgangersoversteek
(kortere oversteeklengte, goede zichtbaarheid van fietsers en
voetgangers die aanstalten maken om over te steken)
Relatief goedkope, efficiënte ingreep
Opgepast voor frontale botsingen
Doorstromingscapaciteit verlaagt  enkel op minder belaste
wegen
INGREPEN (5)
Asverschuiving (chicane):
o
Concept

Afwijking van het rechtlijnige wegverloop



Eenzijdig (slechts 1 rijrichting wordt verschoven door éénzijdige
uitstulping – indien slechts 1 rijrichting moet afgeremd worden)
Tweezijdig (beide rijrichtingen worden afgeremd)
Snelheidsremmend effect is deels psychologisch (sluiting van de
perspectief) en deels fysiek (onaangename horizontale
versnelling bij te hoge snelheden)
31
7.
32
INGREPEN (6)
7.
INGREPEN (7)
A7
o
Signalisatie

-

o
Type IX
Op 150 m, tenzij met onderbord
met werkelijke afstand
Facultatief indien rijbaanversmalling ≤ 1 m, verplicht indien
rijbaanversmalling van 1 rijstrook breed (+ type IX), behalve in
woonerven en zones 30
F97


Eventueel in vervanging van A7 + type IX
Eventueel voorrangssignalisatie
B19 en B21 (bij éénzijdige versmalling!)
Regelgeving:

Opmerkingen



F97 (rijbaanversmalling van 1 rijstrook breed)
-

o
A7 (rijbaanversmalling)
B19
Relatief goedkope, efficiënte ingreep
“Hardheid” ≈ afwijkingshoek (≈ lengte + breedte)
Vooral effectief indien zijdelingse uitwijking van het wegverloop
visueel bekrachtigd wordt
Bij aangepast ontwerp voor passage bussen en vrachtwagens
eerder beperkt effect voor personenwagens
Moeilijk combineerbaar met andere snelheidsremmende ingrepen
of met fiets- of voetgangersoversteken
B21
Wegcode: art. 66.4 + Reglement wegbeheerder: art. 7.3
33
7.
INGREPEN (8)
o
7.

INGREPEN (9)
•
Opmerkingen




34
Wisselende asverschuivingen:
o
Beperkte vermindering doorstromingscapaciteit
Beperkte vermindering parkeercapaciteit
Klemrijden fietsers!
Bij tweezijdige asverschuivingen zonder middenberm: gevaar
voor frontale botsingen met voertuigen die de bocht afsnijden
Rekening houden met private toegangen
Concept




35
Opeenvolging van asverschuivingen om de snelheid
over een wegsegment laag te
houden
Asverschuivingen/versmallingen
meestal door parkeerstroken
Overblijvende rijbaan: 1
rijstrook (hard) of 2 rijstroken (minder hard)
Snelheidseffect is psychologisch (smallere rijbaan)
maar ook fysiek (horizontale
versnelling – wachten om
tegenligger te laten passeren indien slechts 1 resterende rijstrook)
36
6
7.
INGREPEN (10)
o


Zie punctuele wegversmallingen
Regelgeving

o
INGREPEN (11)
Signalisatie

o
7.
Zie punctuele wegversmallingen (geen)

Randvoorwaarden




“Harde” ingreep: max. snelheidsregime 50 km/u
Eventuele gesignaleerde voorrang (bij 1 resterende rijstrook)
moet in overeenstemming zijn met de “logische” voorrang
(doorgaande beweging)
Voldoende (wacht)ruimte voor kantwissel (bij 1 resterende
rijstrook)
Begin en einde van elke langsparkeerstrook voorzien van vaste
hindernis




Zicht op tegemoetkomende verkeer  niet vlak voor bocht
Aankondiging (niet vlak na bocht, signalisatie, verlichting,
reflectors, evt. aankondigende ingrepen)
Correcte resterende rijbaanbreedte (vooral bij 1 resterende
rijstrook): niet te breed, niet te smal, rekening houdend met
eventuele fietsers
Niet vlak bij kruispunten
Kantwisselingen niet te ver uit elkaar
Doorstromingscapaciteit verlaagd  enkel op minder drukke
straten
Rekening houden met private toegangen
37
7.
INGREPEN (11)







38
7.
INGREPEN (12)
o
Zicht op tegemoetkomende verkeer  niet vlak voor bocht
Aankondiging (niet vlak na bocht, signalisatie, verlichting,
reflectors, evt. aankondigende ingrepen)
Correcte resterende rijbaanbreedte (vooral bij 1 resterende
rijstrook): niet te breed, niet te smal, rekening houdend met
eventuele fietsers
Niet vlak bij kruispunten
Kantwisselingen niet te
ver uit elkaar
Doorstromingscapaciteit
verlaagt  enkel op minder drukke straten
Rekening houden met private toegangen
Opmerkingen





Relatief goedkope, efficiënte
ingreep
Vooral effectief indien de asverschuivingen visueel bekrachtigd worden
Moeilijk combineerbaar met
andere snelheidsremmende
ingrepen of met fiets- of voetgangersoversteken
Door relatief veel ruimteverlies aan de kantwisselingen geen optimale benutting van de
potentiële parkeercapaciteit
Opgepast voor frontale botsingen
39
7. INGREPEN (13)
•
7.
INGREPEN (14)

Rotondes:
o
40
Concept



“Weg waarop het
verkeer in één
richting geschiedt
rond een aangelegd middeneiland …”
Verkeer op de rotonde heeft voorrang
Niet in de eerste plaats bedoeld om de snelheid te
verminderen, maar wel om de verkeersveiligheid
(voor auto’s) te verbeteren door de vermindering
van het aantal mogelijke conflictpunten

41
Zeer grote variatie (≈ grootte, aantal rijstroken, aard van
de fietsvoorzieningen, fietsers in/uit de voorrang bij het
dwarsen van de takken, …)
Snelheidsremmend effect is deels psychologisch
(sluiting perspectief) en deels fysiek (horizontale
versnelling)
42
7
7.
INGREPEN (15)


7.
INGREPEN (16)
Zeer grote variatie (≈ grootte, aantal rijstroken, aard van de
fietsvoorzieningen, fietsers in/uit de voorrang bij het
dwarsen van de takken, …)
Snelheidsremmend effect is deels psychologisch (sluiting
perspectief) en deels fysiek (horizontale versnelling)
D5
o
o
Wegcode: art. 2.39
Reglement van de wegbeheerder: art. 8.1.5°
44
7.
Randvoorwaarden





INGREPEN (17)
o
Randvoorwaarden



Grotere rotondes bij hogere snelheidslimieten, kleinere bij lagere
Zeer veel ruimte nodig, onteigeningen, maatschappelijk draagvlak
Vooral geschikt indien alle takken ± even belangrijk en bij
complexe kruispunten met veel takken
Snelheidsremming ≈ grootte van rotonde (eventueel
rammelstrook rond middeneiland), ontmoetingshoek en
afrondingsstralen van de toeritten, uitwerking van het
middeneiland (breken van perspectief, kunstwerk, …)
Zeer geschikt als poort van bebouwde kom


Grotere rotondes bij hogere snelheidslimieten, kleinere bij lagere
Zeer veel ruimte nodig, onteigeningen, maatschappelijk draagvlak
Vooral geschikt indien alle takken ± even belangrijk en bij
complexe kruispunten met veel takken
Snelheidsremming ≈ grootte van rotonde (eventueel
rammelstrook rond middeneiland), ontmoetingshoek en
afrondingsstralen van de toeritten, uitwerking van het
middeneiland (breken van perspectief, kunstwerk, …)
Zeer geschikt als poort van bebouwde kom
45
7. Ingrepen (19)
46
7.
INGREPEN (19)




47
B5
Borden D5 + B1/B5 op de toeritten
Haaientanden (B1) of Stopstreep (B5) op de toeritten
43
INGREPEN (17)
of
Regelgeving


7.
B1
Signalisatie


o
+
Takken moeten radiaal aansluiten, desnoods afbuiging
vlak voor rotonde
Doortocht van grote voertuigen,
uitzonderlijk verkeer (eventueel
overrijdbaar middeneiland)
Aankondiging (niet vlak na
bocht), signalisatie, verlichting,
reflectors/led-verlichting in
boordstenen middeneiland,
eventueel aankondigende
ingrepen
Voorwijzers op toeritten en
wegwijzers op afritten
48
8
7.
INGREPEN (20)
o
7.
INGREPEN (21)
Opmerkingen


•
Dure maar efficiënte ingreep
Oversteken van takken door fietsers bibeko in principe in de
voorrang, bubeko uit de voorrang (+ afbuiging)
Rotondes zijn geen mirakeloplossingen: ook nadelen (kostprijs,
onteigeningen, doorstromingscapaciteit, geen sturing van de
verkeersstromen, veiligheid van de fietsers, …)
Rotondes zijn ook bruikbaar als keerpunt


Verkeersdrempel:
o
Concept

Korte verhoging in de vorm van een sinuslijn van het wegdek over
de volledige breedte van de rijbaan, en die bedoeld is om de
snelheid af te remmen
Technische voorschriften: zie bijlage 1 van het KB van
09.10.1998
Ontwerpsnelheid = snelheidslimiet = 30 km/u
Snelheidsremmend effect is deels psychologisch (signalisatie +
vormgeving) en deels fysiek (verticale versnelling)



49
7.
INGREPEN (22)
50
7.
INGREPEN (23)
o
A14
o
Signalisatie


o





Bord A14 op 150 m of met onderbord op juiste afstand
F87 ter hoogte van de verkeersdrempel (niet in zone 30)
Regelgeving




Randvoorwaarden


F87
KB van 09.10.1998 zoals gewijzigd bij KB van 3 mei 2002
MB van 09.10.1998
Ministeriële Omzendbrief van 03.05.2002
NB: afwijkende verkeersdrempels moesten op 01.11.2002
verwijderd of aangepast (geweest) zijn

Bibeko
Bubeko enkel in bebouwde zone of waar veel fietsers of
voetgangers komen en mits max. snelheid 50 km/u
Over volledige breedte van rijbaan en loodrecht op as
Op minimum 15 m van bochten
Op minimum 75 m van andere verhoogde inrichtingen
Weg niet gebruikt door lijnbussen
Aankondiging (signalisatie, eventueel aankondigende ingrepen,
verlichting, …)
Geen oversteekplaats voor voetgangers
51
7.
o
52
INGREPEN (24)
7.
Opmerkingen
•





INGREPEN (25)
Verkeersplateau:
o
Relatief goedkope,
efficiënte ingreep
“Harde” ingreep,
met veiligheidsrisico
Goed combineerbaar met andere
snelheidsremmende ingrepen
Klachten over
lawaai, trillingen, …
Onreglementaire drempels: risico voor autoschade
Concept




53
Vlakke trapeziumvormige
verhoging van het wegdek
over de volledige breedte
van de rijbaan, en die bedoeld is om de snelheid af
te remmen
Technische voorschriften:
zie bijlage 2 van het KB van 09.10.1998
Ontwerpsnelheid = snelheidslimiet = 30 km/u
Snelheidsremmend effect is deels psychologisch (signalisatie +
vormgeving) en deels fysiek (verticale versnelling)
54
9
7.
INGREPEN (26)
7.
INGREPEN (27)
o
A14
o
o
F87


Signalisatie


Bord A14 op 150 m of met onderbord op juiste afstand
F87 ter hoogte van verkeersplateau (niet in zone 30)



Regelgeving



Randvoorwaarden


KB van 09.10.1998 zoals gewijzigd bij KB van 3 mei 2002
MB VAN 09.10.1998
Ministeriële omzendbrief van 03.05.2002

Bibeko
Bubeko enkel in bebouwde zone of waar veel fietsers of
voetgangers komen en mits max. snelheid 50 km/u
Over volledige breedte van de rijbaan en loodrecht op as
Op- en afritten buiten bochten en zichtbaar van op voldoende
afstand
Op minimum 75 m van andere verhoogde inrichtingen
Gunstig advies van De Lijn
Aankondiging (signalisatie, eventueel aankondigende ingrepen,
verlichting, …)
Op wegvakken en op kruispunten
55
7.
o
56
INGREPEN (28)
7.
Opmerkingen
•






INGREPEN (29)
Rijbaankussen:
o
Relatief dure maar
efficiënte ingreep
“Harde” ingreep, met
veiligheidsrisico
Goed combineerbaar
met andere snelheidsremmende ingrepen
of met fiets- of voetgangersoversteken
Klachten over lawaai,
trillingen, …
Onreglementaire plateaus: risico voor autoschade
Minder geschikt op voorrangskruispunten
Concept



Verhoging van het wegdek die zich niet over
de volledige breedte
van de rijbaan uitstrekt,
en die bedoeld is om de
snelheid af te remmen
Door hun beperkte
breedte zijn rijbaankussens minder hinderlijk voor bussen,
autocars en vrachtwagens
Snelheidsremmend effect is deels psychologisch (signalisatie +
vormgeving) en deels fysiek (verticale versnelling)
57
7.
INGREPEN (30)
58
7.
INGREPEN (31)
o
A51
Randvoorwaarden

snelheidsremmer
o
-
A51 + onderbord “snelheidsremmer”
-

o
-
Signalisatie

Niet verplicht maar doodzakelijk in dorpen, op rechte wegen, …
Niet toegelaten binnen zone 30
Afgeschuinde kanten verplicht wit, eventueel 3 witte dwarsstrepen
bij nadering
Regelgeving


Afmetingen:
KB van 09.10.1998
Ministeriële Omzendbrief van 03.05.2002
-


59
Breedte van 1,75 m tot 1,90 m (1,75 m bij frequent verkeer van
bussen, autocars en vrachtwagens)
Breedte van het vlakke gedeelte van 1,15 m tot 1,25 m
Breedte van de zijhellingen van 0,30 m tot 0,35 m
Breedte van de voor- en achterhellingen van 0,45 m tot 0,50 m
(minimum 0,30 m in zone 30)
Lengte tussen 3,00 m en 4,00 m (minimum 1,70 m in zone 30)
Hoogte tussen 0,06 m en 0,07 m
Enkel toegelaten op wegen ≤ 50 km/u, minstens 100 m na begin
van de snelheidsbeperking
Niet toegelaten in bochten, op of in kunstwerken, op wegen met
helling ≥ 6%
60
10
7.
INGREPEN (32)






7.
INGREPEN (32)



Minimum 75 m van andere verhoogde inrichtingen
Minimum 15 m van een kruispunt
Mogen niet doorsneden worden door oversteekplaats voor
voetgangers, maar mogen deze wel flankeren
// aslijn rijbaan
1 rijbaankussen per rijstrook, behalve indien rijbaanbreedte <
6,00 m
Maatregelen om te vermijden dat bestuurders het
vertragingseffect trachten te ontlopen: zie Ministeriële
Omzendbrief



Minimum 75 m van andere verhoogde inrichtingen
Minimum 15 m van een kruispunt
Mogen niet doorsneden worden door oversteekplaats voor
voetgangers, maar mogen deze wel flankeren
// aslijn rijbaan
1 rijbaankussen per rijstrook, behalve indien rijbaanbreedte <
6,00 m
Maatregelen om te vermijden dat bestuurders het
vertragingseffect trachten te ontlopen: zie Ministeriële
Omzendbrief
61
7.
INGREPEN (33)
•
62
7.
INGREPEN (34)
Opeenvolgende dwarsstrepen
o
Concept:





Opeenvolgende dwarsstrepen bedoeld om de snelheid af te
remmen
Over een of meerdere rijstroken
Kunnen uitgevoerd worden als gewone markering (coating met
beperkte dikte, vooral visueel effect) of als rammelstrook (visueel
+ fysiek)
Het fysieke effect kan afhankelijk van de uitvoering ook auditief
zijn of gericht op trillingen
Door de tussenafstanden tussen de strepen geleidelijk te
verkleinen wordt het effect versterkt
o
Signalisatie

o
Geen
Regelgeving

Geen
63
7.
o
INGREPEN (35)
7.
Randvoorwaarden
•




o
64
Eerder “zachte” ingreep, en daarom vooral geschikt om “hardere”
ingreep aan te kondigen
Remt af maar werkt ook attentieverhogend
Vooral toepasbaar op wegen met hogere snelheidslimieten als
eerste van een reeks snelheidsremmende ingrepen
Minder geschikt in bebouwde omgevingen, vooral indien
uitgewerkt als rammelstrook (geluidsoverlast)
INGREPEN (36)
Overzicht niet volledig:
o
Paaltjes, fietssuggestiestroken, (al- dan niet overrijdbare)
middenstroken, middeneilandjes, contrasterende
wegverhardingen, doorlopende trottoirs, markeringen, …
Opmerkingen


Relatief goedkope ingreep (afhankelijk van de uitvoering)
Snelheidsremmend effect op zichzelf eerder beperkt, daarom
vooral bruikbaar in combinatie met andere ingrepen
65
66
11
8.
•
•
•
TE ONTHOUDEN (1)
8.
Naast Education, Engagement en Enforcement is de
infrastructurele aanpak een cruciaal onderdeel van
een globaal snelheidsbeleid
Snelheidslimieten moeten veilig, geloofwaardig en
gecommuniceerd zijn
Op de langere termijn moeten we er voor zorgen dat
het wegbeeld van onze wegen in overeenstemming is
met de snelheidslimieten – de rol van specifieke
snelheidsremmers is dan eerder beperkt
•
•
•
•
TE ONTHOUDEN (2)
Op korte termijn en in afwachting van een grondige
heraanleg kunnen met behulp van (combinaties van)
infrastructurele snelheidsremmers de wegen veiliger
gemaakt worden
Hierbij moet rekening worden gehouden met de
specifieke voor- en nadelen, en het specifieke
toepassingsgebied van elke ingreep
Het maatschappelijk draagvlak is zeer belangrijk
Het effect van infrastructurele snelheidsremmers is
gedeeltelijk psychologisch en gedeeltelijk fysiek
67
9.
•
•
•
•
•
•
•
68
VERDERE INFORMATIE
AWV (2009): Veilige wegen en kruispunten
AWV (1997): Vademecum rotondes
BIVV (1991): Aanbevelingen voor een gedifferentieerd
snelheidsbeleid binnen de bebouwde kom
BIVV (1993): Vademecum Gemeentelijk
verkeersveiligheidsbeleid
BIVV (1999): Snelheidshandhaving – handleiding bij
het opstellen van een handhavingsplan
Department for Transport (2007): Traffic calming
SWOV (2007): Een helpende hand bij snelhedenbeleid
gericht op veiligheid en geloofwaardigheid
VRAGEN, OPMERKINGEN, BEDENKINGEN, …
69
12