Hoe om te gaan met patiënten met kenmerken van

Mondhygiëne medisch: veilig werken in de praktijk
Hoe om te gaan met patiënten
met kenmerken van Body
Dysmorphic Disorder (bdd) die
zich cosmetisch willen laten
behandelen?
Samenvatting
Het verlangen tot het aanbrengen van verandering van het uiterlijk is mogelijk een symptoom van een uiterst negatief zelfbeeld of een
psychiatrisch ziektebeeld met de naam Body Dysmorphic Disorder (bdd), in het Nederlands dysmorfofobie genoemd. In dit artikel wordt uitgelegd
wat bdd inhoudt en wordt geadviseerd zeer terughoudend te zijn ten aanzien van uitgebreide cosmetische behandelingen bij mensen met
symptomen van bdd en hen te motiveren voor een verwijzing naar een deskundig hulpverlener: een psycholoog of psychiater. Deze bijdrage
eindigt met een aantal tips hoe dit te doen.
A. de Jongh, tandarts-psycholoog en bijzonder hoogleraar angst- en
gedragsstoornissen in de tandheelkundige praktijk, sectie Sociale
Tandheelkunde en Voorlichtingskunde, acta, Stichting Bijzondere
Tandheelkunde, Amsterdam
E-mail: [email protected]
Leerdoelen
–– Na het lezen van dit artikel weet u:
–– hoe mensen ‘verslaafd’ kunnen raken aan cosmetische ingrepen;
–– hoe u body dysmorphic disorder (bdd) bij patiënten kunt herkennen;
–– hoe u kunt omgaan met mensen met uitgebreide of overdreven
wensen op cosmetisch gebied.
Trefwoorden
cosmetische tandheelkunde, body dysmorphic disorder (bdd),
psychopathologie
Inleiding
Plastische chirurgie en verfraaiingen van het uiterlijk zijn
vandaag de dag helemaal ‘in’ en de cosmetische centra
schieten als paddenstoelen uit de grond. Ook de tandarts
en mondhygiënist willen inspelen op de behoeften en
vragen van de patiënt. Echter, sommige patiënten zijn zo
gepreoccupeerd met een bepaald aspect van hun uiterlijk,
terwijl de afwijking tegelijkertijd zeer gering is, dat de
bezorgdheid daarover duidelijk overdreven is. In zo’n geval
is de kans groot dat er sprake is van psychopathologie.
Terughoudendheid is dan op zijn plaats.
QP Mondhygiëne | www.qualitypractice.nl | jaargang 7 | nummer 1 | oktober 2014
23
Mondhygiëne medisch: veilig werken in de praktijk
Figuur 1 Aantrekkelijkheid, een kwestie van een (aangeboren) voorkeur
voor harmonie.
Evolutionaire wortels van onze esthetische
normen en voorkeuren
Dagelijks worden mensen op veel verschillende manieren
geconfronteerd met schoonheidsidealen: op gefotoshopte
covers van tijdschriften, in tv-soaps en in verschillende
soorten reclameboodschappen. Veel mensen willen aan
deze normen voldoen aangezien er een direct verband
wordt gesuggereerd met het verwerven van levensvreugde
en geluk. Onderzoek toont inderdaad aan dat hoe
aantrekkelijker iemand is, hoe groter de kans is op een
hogere beroepsstatus, een hoger inkomen en geluk.1
De uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek geven
aanleiding om te veronderstellen dat onze esthetische
normen en voorkeuren evolutionaire wortels hebben. Kijk
eens naar de twee cirkels van figuur 1. Welke van de twee
figuren vindt u het aantrekkelijkst? Mensen die kiezen
voor de linker figuur hebben die keuze gemeen met apen.
Zij hebben een voorkeur voor harmonie. Kaartjes met een
symmetrisch patroon pakken zij vaker op en ze kijken er
langer naar dan naar het onregelmatige patroon.2 Volgens
de onderzoekers prefereren apen dezelfde visuele stimuli
die mensen esthetisch plezierig vinden. Wellicht houden
we van regelmatige patronen omdat daarin eerder dingen
opvallen die niet kloppen en mogelijk gevaar opleveren.
Onregelmatigheden in de uiterlijke vorm van voedsel
zouden kunnen wijzen op een slechte kwaliteit en dat zou
een bedreiging kunnen vormen voor het overleven van
de soort. In het menselijk lichaam duidt symmetrie op
gezondheid en een betere balans. Met zulke mensen willen
we ons het liefst voortplanten. De aantrekkingskracht van
regelmatige patronen levert ons dus evolutionair voordeel
op.
Dat aantrekkelijkheid een kwestie van evolutie en biologie
is, wordt ook bevestigd als we kijken naar de oude
Grieken. De schoonheidsidealen die rond 500 jaar voor
24 QP Mondhygiëne | www.qualitypractice.nl | jaargang 7 | nummer 1 | oktober 2014
Figuur 2 De Lansdrager van Polykleitos (500 v. Chr), nog steeds een
voorbeeld van een aantrekkelijk lichaam.
Christus in diverse kunstvormen zijn vastgelegd, worden
ook nu nog gezien als ideaal en aantrekkelijk (figuur
2). Ook cultureel gezien zijn er grote overeenkomsten
in wat men aantrekkelijk vindt en wat niet. Zo houden
mannen en vrouwen in zowel westerse landen als nietwesterse culturen in gelijke mate van typisch vrouwelijke
en mannelijke gelaatstrekken. Een verklaring voor dit
fenomeen is dat kenmerken van typisch mannelijke
gelaatstrekken bewust of onbewust genetisch overwicht
uitstralen.3 Ook zouden mannen met deze kenmerken
fysieke veiligheid bieden, ook voor het eventuele
nageslacht. Dit blijkt overigens evenzeer te gelden voor
typisch vrouwelijke gelaatskenmerken. Deze worden
bewust of onbewust in verband gebracht met het krijgen
van gezond nageslacht. Kortom, het belang dat wij hechten
aan esthetiek en het verlangen ernaar zijn eigenschappen
die bij ons mensen genetisch zitten ingebakken.
De zoektocht naar lichamelijke perfectie
Als aantrekkingskracht ten aanzien van bepaalde
symmetrische en esthetisch aantrekkelijke
lichaamskenmerken in onze genen zit, dan is het niet zo
vreemd dat veel mensen geneigd zijn aan deze normen
te willen voldoen en er zo aantrekkelijk mogelijk uit
proberen te zien. Dit wordt verder gestimuleerd doordat
aantrekkelijkheid steeds meer ‘beschikbaar’ is en het
aanbod van cosmetische klinieken daarop inspeelt.
Daarbij komt dat veel Nederlanders niet zo gelukkig zijn
met hoe zij eruit zien. Een paar jaar geleden werd door
onze onderzoeksgroep in een landelijke studie aan bijna
1000 mensen de vraag voorgelegd of ze aspecten aan hun
lichaam konden benoemen die zij onaantrekkelijk, lelijk,
misvormd of niet mooi genoeg vonden.4 Uit de gegevens
van dit onderzoek blijkt dat ongeveer de helft van de
ondervraagden aangaf zichzelf onaantrekkelijk, lelijk,
misvormd of niet mooi genoeg te vinden5. Van de mannen
was 38% en de vrouwen 61% ontevreden over hun uiterlijk.
Vrouwen bleken minder tevreden te zijn dan mannen.
De ondervraagden werd ook verzocht aan te geven over
welke lichaamsdelen ze ontevreden waren (tabel 1). De
meerderheid van de ondervraagden vond hun buik het
minst aantrekkelijke lichaamsonderdeel. Bij de mannen
staan, wat betreft de meest onaantrekkelijke lichaamsdelen,
de tanden op de vijfde plaats.
Verslaafd zijn aan een fraai uiterlijk
Het voorgaande maakt duidelijk dat niet iedereen even
gelukkig is met zichzelf. Als mogelijke oorzaak van deze
onvrede staat de combinatie van een gebrek aan aandacht,
liefde, erkenning en waardering op de eerste plaats.
Het uiterlijk wordt dan belangrijk gevonden omdat dit
de mogelijkheid biedt om aandacht en liefde vanuit de
omgeving te verkrijgen. Waarden als mooi en slank zijn
dan belangrijke doelen om na te streven. Voor diegenen
die vinden dat ze niet aan de geldende norm van het
schoonheidsideaal voldoen, kan het leven ondraaglijk
pijnlijk, leeg of eenzaam zijn. Veel fantasie is er niet voor
nodig om te begrijpen dat deze ontevredenheid over hoe
men oogt kan terugslaan op het gevoel van eigenwaarde.
Als eigenwaarde van binnenuit ontbreekt, is de kans dat
men bij zichzelf een lichamelijke imperfectie ontdekt
groot, waardoor het aanwezige negatieve zelfbeeld wordt
versterkt. Dit is de reden dat veel mensen overwegen om
hun lichamelijke gebrek te verdoezelen of te veranderen.
Maar zelfs een corrigerende chirurgische operatie is
geen garantie voor geluk. Na verloop van tijd voelt de
patiënt aan dat het uiterlijk nog steeds niet perfect is
en ervaart hij of zij opnieuw een pijnlijk gevoel van
ontevredenheid. De kans bestaat dat dan wordt gezocht
naar een nieuwe mogelijkheid om zich beter te voelen of
volgorde
mannen
vrouwen
1
buik
buik
2
hoofdhaar
borsten
3
gezichtshuid
benen
4
voeten
billen
5
tanden/neus
dijen
Tabel 1 Over welke lichaamsdelen zijn Nederlanders het meest
ontevreden?
-De patiënt heeft de zeer stellige overtuiging dat er iets mis is met een
of ander aspect van zijn of haar uiterlijk.
-De patiënt is niet te overtuigen van het feit dat de verontrusting over
dit veronderstelde lichaamsgebrek enorm overdreven is.
-Het dagelijks leven van de patiënt is er ernstig door verstoord geraakt.
Tabel 2 De belangrijkste criteria voor een stoornis in de
lichaamsbeleving (dysmorfofobie) volgens dsm-iv-tr.
om bepaalde wensen in vervulling te zien gaan. Zo kunnen
mensen gemakkelijk terechtkomen in de vicieuze cirkel
van ontevredenheid en de wens de eigen lichamelijke
imperfectie te herstellen en ontstaat er een soort van
verslaving aan cosmetische ingrepen (figuur 3). Het
probleem is dat mensen op deze manier steeds verder
verwijderd raken van hun authentieke zelf en daarmee van
doelen als tevredenheid en geluk.
Body Dysmorphic Disorder, ofwel bdd
Bij heel wat mensen gaat de wens tot verbetering van
het uiterlijk zo ver, dat de eigen verschijning walging
oproept of dat men zich extreem schaamt voor hoe men
eruitziet. De kans is groot dat men in dat geval lijdt aan een
psychiatrische aandoening die body dysmorphic disorder,
kortweg bdd, wordt genoemd.6 Er is dan sprake van een
stoornis in de lichaamsbeleving (dysmorfofobie), waarvan
de prevalentie binnen de westerse bevolking op ongeveer
2% wordt geschat.
Om aan de criteria van dit psychiatrische ziektebeeld
te voldoen, moet de persoon gepreoccupeerd zijn
met een bepaald aspect van het uiterlijk en moet de
lichamelijke afwijking tegelijkertijd zo gering zijn
dat de bezorgdheid daarover duidelijk abnormaal of
overdreven is. Bovendien moet de preoccupatie met deze
vermeende onvolkomenheid duidelijk lijden veroorzaken
QP Mondhygiëne | www.qualitypractice.nl | jaargang 7 | nummer 1 | oktober 2014
25
Mondhygiëne medisch: veilig werken in de praktijk
Gebrek aan aandacht, liefde, erkenning en
waardering in het verleden en/of het heden
Negatief zelfbeeld en ontevredenheidsgevoel
Ontdekken van fysieke imperfectie
Fysieke imperfectie herstellen door
cosmetische ingreep
Tevreden
Ontevreden
Figuur 3 Hoe ‘verslaving’ aan cosmetische ingrepen in stand wordt
gehouden.
of aanleiding geven tot aanzienlijke beperkingen in het
dagelijks functioneren. Kortom, de persoon vindt zichzelf
afstotelijk en lijdt daar behoorlijk onder, terwijl een
onbevooroordeelde buitenstaander of de geraadpleegde
arts niets bijzonders ziet. De criteria voor de diagnose
dysmorfofobie staan weergegeven in tabel 2.
De bovengenoemde preoccupaties van bdd’ers hebben vaak
betrekking op de goed zichtbare delen van het lichaam
zoals de huid, oren, ogen, neus, kin, lippen, kaak, mond of
tanden. Mensen met bdd zijn er bijvoorbeeld van overtuigd
dat hun oogleden hangen, hun huid schilfert, dat ze kaal
worden of hun tanden niet wit genoeg zijn. Anderen maken
zich druk over een ander lichaamskenmerk en vinden een
deel van het lichaam te groot of te klein, te dun of te dik,
ongelijk en niet symmetrisch genoeg, te vlekkerig, te bleek
of juist te donker, of de vorm of stand staat hen niet aan.
Maar het zijn niet alleen de frequent zichtbare onderdelen
van het lichaam die aanleiding geven tot extreme zorg,
zoals de armen, benen, billen of borsten; ook iemands’
spiermassa of geslachtsorgaan kan onderwerp van zorg zijn.
Bij de bdd’er gaat het dus niet eenvoudigweg om
‘normale’ ontevredenheid. Hij of zij beschrijft zichzelf als
lelijk, afstotelijk of wanstaltig en is van mening dat een
bepaald lichaamsdeel zeer onaantrekkelijk, misvormd,
of walgelijk is.7 Deze chronische en buitenproportionele
ontevredenheid komt ook tot uitdrukking in de tijd die
26 QP Mondhygiëne | www.qualitypractice.nl | jaargang 7 | nummer 1 | oktober 2014
bdd’ers aan hun lichaam besteden. Vaak besteden zij
zo’n drie tot acht uur per dag aan het denken over hun
mankementen, het bekijken en onderzoeken ervan in
spiegels en etalages en het ondernemen van pogingen
om de zogenaamde misvormingen te verbergen of
te camoufleren. Voor sommigen kan dit dan ook de
reden zijn om school, werk, openbare gelegenheden of
reflecterende ramen te vermijden. Anderen doen verwoede
pogingen om het vermeende lelijke lichaamsdeel te
verdoezelen door veel tijd te investeren in het aanbrengen
van make-up of door het dragen van brillen, hoofddoeken
of andere verhullende kledingstukken.
De impact van bdd op het sociaal functioneren verschilt
van persoon tot persoon. De meeste mensen met dit
ziektebeeld zijn in staat om tot op een zeker niveau aan het
sociale leven deel te nemen. Ze vinden manieren om hun
deerniswekkende onvolkomenheid te verbergen, zoals het
camoufleren met make-up of het gebruik van bedekkende
kleding. Dit in tegenstelling tot anderen, die praktisch niet
de straat op durven gaan. Uit onderzoek van Philips en
haar collega’s bleek dat 30% van de mensen met bdd die
aan het onderzoek meededen, huisgebonden waren voor
een periode van minimaal een week voordat het onderzoek
begon.8
Sommige bdd’ers raken als gevolg van hun aandoening
dus ernstig geïsoleerd, ontwikkelen een depressie of doen
pogingen om zichzelf van het leven te beroven. Het is dan
ook niet zo verwonderlijk dat een deel van de mensen die
lijden aan bdd zich tot een plastisch chirurg, huidarts,
orthodontist of tandarts wendt met het verzoek om het
ingebeelde defect te verwijderen of te veranderen.
Cosmetische ingrepen
Er is een flinke toename van de populariteit van
cosmetische ingrepen waarneembaar. In 2008 alleen al
ondergingen meer dan 10 miljoen Amerikanen dergelijke
behandelingen, een toename van 162% ten opzichte van
1997.9 Het betrof hier zowel chirurgische behandelingen,
bijvoorbeeld borstvergrotingen, als niet-chirurgische
behandelingen, bijvoorbeeld Botox-injecties. De grootste
stijging deed zich voor op het gebied van de nietchirurgische behandelingen en bedroeg 233%.
Dat ook de belangstelling voor esthetische of cosmetische
tandheelkundige ingrepen toeneemt, blijkt onder andere
uit het feit dat tandartsen in de periode van 1999-2003
vaker behandelingen als directe labiale fineerrestauraties
en uitwendig bleken zijn gaan uitvoeren.10 Aanwijzingen
dat patiënten meer interesse krijgen voor esthetischtandheelkundige behandelingen worden verder
bevestigd door de resultaten van het eerder genoemde
landelijk onderzoek. Hieruit kwam naar voren dat van
de ondervraagden 25% ooit een puur op het verbeteren
van de esthetiek gerichte tandheelkundige behandeling
(orthodontie, kronen, facings, bleken enz.) heeft laten
uitvoeren, terwijl ongeveer 8% aangaf van plan te zijn een
dergelijke behandeling op korte termijn te ondergaan.
Het bleken van gebitselementen is in dit opzicht het meest
populair. Daarbij geldt overigens dat de belangstelling voor
deze behandelingen onder vrouwen aanmerkelijk groter is
dan onder mannen.
bdd in de tandartspraktijk
Behoudens enkele casusbeschrijvingen van patiënten met
bdd in de literatuur, zijn er slechts twee studies die hebben
getracht het vóórkomen van kenmerken van bdd in relatie
tot de tandheelkundige behandeling vast te stellen.11,12 Uit
een onderzoek onder de Nederlandse bevolking kwam
naar voren dat er twee significante voorspellers zijn voor
de intentie om binnenkort een cosmetische behandelingen
te ondergaan. Dat waren het hebben van ervaring met
cosmetische ingrepen in het verleden en een preoccupatie
met een verondersteld defect aan iemands uiterlijk, het
hoofdcriterium van bdd. Mensen met een preoccupatie
met een defect van het uiterlijk waren negen keer vaker
geneigd om binnen een jaar hun tanden te laten bleken en
zes keer vaker geneigd om een orthodontische behandeling
te ondergaan dan degenen zonder dit kenmerkende
bdd-symptoom.11 De prevalentie van bdd-kenmerken
binnen de Nederlandse populatie (n = 878) werd in een
vervolgstudie vergeleken met die van patiënten, die zich in
een cosmetische kliniek tandheelkundig lieten behandelen
(n = 170).12 Binnen de laatste groep bleek men er bijna twee
keer zo vaak als de gemiddelde Nederlander (9,5% vs 5,5%)
van overtuigd dat men onaantrekkelijk, lelijk, misvormd
of niet mooi genoeg was, ondanks het feit dat andere
mensen deze mening niet waren toegedaan.12 De volledige
bdd-diagnose kon in de klinieken bijna drie keer zo vaak
worden gesteld (4,2% vs 1,5%; zie figuur 4). Ook waren
er aantoonbare verschillen met betrekking tot het aantal
eerdere cosmetische ingrepen in het algemeen (16,5% vs
5,9%) en met betrekking tot specifieke tandheelkundige
cosmetische procedures (47,9% vs 24,8%).
BDD kenmerken (%)
10
9
8
Klinieken (n=170)
7
Nederlandse bevolking (n=878)
6
5
4
3
2
1
0
preoccupatie
met uiterlijk
veel last
in contact
met anderen
veel last op
het werk
zeer
gespannen
voelen
BDD
Figuur 4 bdd-kenmerken (%) van mensen in de Nederlandse bevolking
ten opzichte van mensen die in een cosmetische tandheelkundige
kliniek in behandeling zijn.
Wat te doen als patiënten duidelijk gepreoccupeerd zijn
met een bepaald aspect van hun uiterlijk?
Het beeld van bdd wordt helaas vaak niet herkend omdat
patiënten met deze stoornis niet snel uit zichzelf bij een
hulpverlenende instantie voor geestelijke gezondheidszorg
aankloppen. Omdat zij zich vaak erg schamen voor het
(vermeende) defect is de kans groot dat zij eerder bij een
plastisch chirurg, dermatoloog of tandarts terechtkomen
om hun ‘defect’ te laten behandelen, dan dat ze aankloppen
bij een psycholoog.
Dat het cosmetisch behandelen of verwijderen van
lichamelijke imperfecties van bdd-ers niet geheel zonder
risico’s is, wordt bevestigd door de uitkomst van een
onderzoek van Philips en haar collega’s.7 Zo vonden de
onderzoekers dat bij bijna 80% van de volwassenen met
bdd die een cosmetisch tandheelkundige behandeling
ondergingen, de ernst van hun bdd hetzelfde bleef of
zelfs toenam.7 Het lijkt dus belangrijk voor tandartsen
en mondhygiënisten om een patiënt met bdd te kunnen
herkennen, zodat deze kan worden doorverwezen voor
adequate psychotherapeutische behandeling. Daarnaast
is het essentieel om terughoudend te zijn ten aanzien
patiënten met uitzonderlijke wensen op esthetisch gebied.
Mogelijk is het verstandig, alvorens tot behandeling over
te gaan, te screenen op kenmerken van bdd. Dit geldt
vooral voor een setting waarin mensen zich aanmelden,
QP Mondhygiëne | www.qualitypractice.nl | jaargang 7 | nummer 1 | oktober 2014
27
Mondhygiëne medisch: veilig werken in de praktijk
of verwijzingen indiceren, voor irreversibele chirurgische
ingrepen zoals osteotomieën in het gelaat.
Dat het niet gemakkelijk is mensen met bdd in de
mondzorg praktijk te weerhouden van de door hen
gewenste behandeling en hen op andere gedachten te
brengen, moge duidelijk zijn. Echter, toegeven aan een
verzoek tot behandeling, bijvoorbeeld extractie van tanden
zonder tandheelkundige noodzaak, druist in tegen de
professionele standaard en moet daarom als onjuist of
immoreel worden beschouwd.13 Wat de tandarts wel kan
doen, is patiënten demotiveren voor de door hen gewenste
tandheelkundige behandeling en hen tegelijkertijd
motiveren om voor de oplossing van het bdd-probleem
hun heil op een ander terrein te zoeken en zich te laten
verwijzen naar een deskundige hulpverlener. Hiertoe
volgen een aantal richtlijnen en tips.
1Als een patiënt met buitenproportionele wensen op
het gebied van de esthetiek (kaak of elementen) zich
aanmeldt, en u zelf niets bijzonders kunt ontdekken,
behandel dan niet.
2Leg de patiënt uit dat u zelf niets ziet in een behandeling
waarvoor geen tandheelkundige noodzaak bestaat.
3Neem de tijd om op een rustige manier te vertellen over
wat u waarneemt en wat de patiënt ziet. Benoem de
discrepantie en stel de patiënt gerust.
4Motiveer de patiënt om geruststelling te verkrijgen
over de ernst van het vermeende uiterlijke gebrek door
de waarschijnlijkheid van zijn of haar opvattingen
te toetsen aan de mening van belangrijke anderen in
zijn of haar sociale omgeving. Is het inderdaad zo dat
anderen (partner, kinderen, vrienden en vriendinnen)
ook vinden dat de patiënt lelijk of misvormd is? Valt het
de anderen überhaupt op? Want stel nu dat het uiterlijke
defect het product is van een overdreven bezorgdheid of
een te kritische blik? In dat geval zou de beslissing om
te behandelen en gezond weefsel op te offeren onjuist,
onterecht, onnodig schadelijk of kostbaar zijn.
5Als de patiënt erg lijdt onder zijn of haar vermeende
uiterlijke gebrek dat niemand anders opvalt, dan ligt
emotionele pijnbestrijding het meest voor de hand.
Patiënten zijn nu eenmaal alleen, of voornamelijk alleen,
op hun klachten te motiveren. Daarom is het van belang
de patiënt, als hij of zij de behandeling wil doorzetten,
nogmaals uit te leggen dat wat de patiënt wenst tegen
uw professionele standaard indruist. Dit omdat de
behandeling van iemand met overbezorgdheid, of het nu
28 QP Mondhygiëne | www.qualitypractice.nl | jaargang 7 | nummer 1 | oktober 2014
om het uiterlijk van het mondgebied of een ander gebied
gaat, nu eenmaal niet op uw competentiegebied ligt.
Motiveer de patiënt dan ook om voor zijn emotionele
klachten de hulp van een op dit terrein deskundige
persoon in te roepen. Dat zal in dit geval een psychiater
of een in cognitieve gedragstherapie geschoolde
psycholoog zijn, bij voorkeur iemand die ervaring heeft
op het terrein van bdd. Verwijzing zal doorgaans via de
huisarts verlopen.
Literatuur
1 Umberson D, Hughes M. The impact of physical attractiveness on
achievement and psychological wellbeing. Soc Psychol Quart.
1987;50:227-36.
2 Anderson JR, Kuwahata H, Kuroshima HL, Fujita KA. Are monkeys
aesthetists? Rensch (1957) Revisited. J Exp Psychol Anim B.
2005;31(1):71-78.
3 Rhodes G. The evolutionary psychology of facial beauty. Annu Rev
Psychol 2006;57:199-226.
4 Jongh A de, Vo G, Lie SLSDF, Oosterink FMD, Rood YR van. Hoe
populair zijn cosmetische ingrepen? Resultaten van een landelijk
onderzoek. Ned Tijdschr Tandheelkd. 2006;113:356-60.
5 De Jongh, A. (2013). Cosmetic Dentistry: concerns with facial
appearance and body dysmorphic disorder. In: Behavioral Dentistry,
second edition (Ed. D.I. Mostofsky and F. Fortune). Wiley Blackwell., p.
109-119. ISBN 978-1-1182-7206-0.
6 American Psychiatric Association. Diagnostic and statistical manual of
mental disorders: DSM-IV-TR. Washington, DC: American Psychiatric
Association; 2000.
7 Phillips KA, Grant J, Sinislachi J, Albertini RS. Surgical and
nonpsychiatric medical treatment of patients with body dysmorphic
disorder. Psychosomatics. 2001;42:504-10.
8 Philips KA, McElroy SL, Keck PE, Pope HG, Hudson JI. Body dysmorphic
disorder: 30 cases of imagined ugliness. Am J Psychiat. 1993;150:30208.
9 American Society for Aesthetic Plastic Surgery. Cosmetic Surgery
National Data Bank 2008 Statistics. New York: American Society for
Aesthetic Plastic Surgery; 2009.
10 Gosselink K. Cosmetische tandheelkunde is in opkomst. Mooi is de
trend. Ned Tandartsenblad. 2005;60(1):10-15.
Voor de volledige literatuurlijst verwijzen wij naar de website
www.qualitypractice.nl