Pedagogisch werkplan BSO STICHTING KINDEROPVANG HEERHUGOWAARD Ingangsdatum Versiedatum basis Versiedatum vestiging Laatste wijziging Norm Nr. Versienummer Proceseigenaar : 02-12-2009 : 18-06-2012 : 28-02-2013 : 01-07-2014 : 4.5.1.1 :5 : Beleidsmedewerker pedagogiek Pedagogisch werkplan BSO de Regenboog Inhoudsopgave Inleiding .................................................................................................................................................. 3 H1. Typering kindercentrum ................................................................................................................. 4 1.1 1.2 1.3 1.4 Indeling gebouw ..................................................................................................................... 4 De basisgroepen .................................................................................................................... 4 Openingstijden ....................................................................................................................... 4 Ondersteuning pedagogisch medewerkers ........................................................................... 5 H2. Wennen en begroeten .................................................................................................................... 6 2.1 Wennen ......................................................................................................................................... 6 2.2 Begroeten ...................................................................................................................................... 6 2.2.1 Ophalen uit school ................................................................................................................. 6 2.2.2 Overdracht ............................................................................................................................. 6 2.2.3 Afscheid ................................................................................................................................. 7 2.3 Ouder contact ................................................................................................................................ 7 H3. Eten en drinken ............................................................................................................................... 8 H4. Activiteiten aanbod ......................................................................................................................... 8 4.2 Activiteitenaanbod ......................................................................................................................... 9 4.3 Individuele aandacht en groepsmomenten ................................................................................. 10 H5. Dagritme......................................................................................................................................... 10 H6. Persoonlijke verzorging ............................................................................................................... 11 H7. Kinderparticipatie ......................................................................................................................... 11 H8. Taal en communicatie .................................................................................................................. 11 8.1 Interactie groep en individueel .................................................................................................... 11 8.2 Belonen, corrigeren en conflicten................................................................................................ 12 H9. Inrichting ........................................................................................................................................ 13 9.1 Binnen ......................................................................................................................................... 13 9.2 Buiten .......................................................................................................................................... 13 Pedagogisch werkplan BSO Pagina 2 van 13 De Regenboog Inleiding Het pedagogisch werkplan is een leidraad voor het pedagogisch handelen op de groep. De vijf pedagogische doelen uit het pedagogisch beleid vormen de basis voor het pedagogisch werkplan. In het algemeen pedagogisch beleidsplan worden de volgende pedagogische doelen genoemd: A. bieden van een veilige, stimulerende, uitdagende omgeving aangepast aan de leeftijd van het kind. B. het stimuleren van kinderen om hun eigen mogelijkheden te ontdekken; C. het stimuleren van de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van kinderen; D. kinderen handvatten bieden bij het ontwikkelen van zelfvertrouwen, eigenwaarde en hebben van respect voor zichzelf en voor anderen. E. het stimuleren van sociaal gedrag. Door de pedagogische doelen na te streven bieden wij kinderen de optimale situatie om te kunnen: ‘Spelen, ontdekken, groeien’ Om tot een goede leidraad voor het pedagogisch handelen te komen worden de vijf doelen afgezet tegen de pedagogische middelen. Dat zijn de ‘mogelijkheden in de uitvoering’ die je in de kinderopvang hebt om de gestelde doelen te bereiken. Deze middelen zijn: 1. 2. 3. 4. 5. pedagogisch medewerker - kind interactie, de fysieke omgeving, de groep, het activiteitenaanbod, het spelmateriaal. De pedagogisch werkplannen worden per locatie en per opvangvorm opgesteld. De specifieke mogelijkheden en kansen van de locatie worden verwerkt in het werkplan. In het pedagogisch werkplan wordt het dagritme uitgewerkt en er wordt vermeld welke middelen er worden ingezet om de vijf doelen binnen de buitenschoolse opvang te bereiken. Het pedagogisch werkplan is een dynamisch stuk dat per locatie wordt geëvalueerd en bijgesteld. De pedagogisch medewerkers worden ondersteund in de uitvoering middels een vaste structuur en door overleg. Kwaliteitsmanagement systeem Binnen SKH wordt methodisch en systematisch vormgegeven aan kwaliteitszorg middels een kwaliteitsmanagement systeem. In dit kwaliteitsmanagement systeem worden alle activiteiten van de SKH in kaart- en met elkaar in verband gebracht. De afspraken over verantwoordelijkheden, bevoegdheden en werkwijze zijn vastgelegd in het kwaliteitshandboek. Dit werkplan is een onderdeel van het kwaliteitsmanagement systeem. In het kwaliteitshandboek zijn de overige richtlijnen, die mede met dit stuk in verband staan, opgenomen. Binnen dit document zal dan ook naar enkele van deze documenten verwezen worden. Pedagogisch werkplan BSO Pagina 3 van 13 De Regenboog H1. Typering kindercentrum 1.1 Indeling gebouw Op de Regenboog willen we de kinderen o.a. warmte, veiligheid en uitdaging bieden. De groepen stralen warmte en gezelligheid uit en zijn goed uitgerust met het benodigde (speel)materiaal. De Regenboog bestaat uit een begane grond en een eerste etage. Beneden bevinden zich de KDV groepen: een babygroep, een peutergroep en een verticale groep. Boven bevinden zich de peuterspeelzaal en de BSO. Beneden is er een gezamenlijke speelruimte waar alle groepen gebruik van kunnen maken. Aan de voorkant en aan de beide zijkanten van het gebouw bevindt zich de buitenspeelruimte. De BSO maakt gebruik van het aangrenzende schoolplein. 1.2 De basisgroepen We verzorgen buitenschoolse opvang voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar. Momenteel hebben we op maandag, dinsdag en vrijdag een BSO groep (Sirus) van maximaal 20 kinderen, onder begeleiding van 2 pedagogisch medewerkers. Op woensdag maximaal 10 kinderen onder begeleiding van 1 pedagogisch medewerker. Op donderdag zijn er BSO groepen (Sirius en Poolster) en vangen we maximaal 40 kinderen op in twee BSO lokalen, onder begeleiding van 4 pedagogisch medewerkers Stichting Kinderopvang Heerhugowaard volgt de landelijke richtlijnen betreffende de verhouding tussen het aantal geplande kinderen en aanwezigheid van pedagogisch medewerkers. Bij een lage kind bezetting kan het voorkomen dat we twee groepen samenvoegen of dat een medewerker (een bepaald gedeelte van dag) alleen op de groep werkt. De ondersteuning wordt dan vormgegeven door dat de collega’s van de andere groep. Regelmatig is ook de locatiemanager op de locatie aanwezig en kan ondersteuning bieden indien nodig. Er is altijd ook een medewerker van het KDV aanwezig, de medewerkster staan nooit alleen op de locatie Bij de BSO is het mogelijk om flex-opvang, volgens vooraf afgestemde dagdelen, af te nemen1. Er kan ook gebruik gemaakt worden van opvang gedurende extra dagdelen. Deze extra dagdelen kunnen in overleg met de pedagogisch medewerker afgestemd worden en kan alleen als het passend is in de kind bezetting. Hiervoor worden de richtlijnen gevolgd in de informatie voorzieningen over flex opvang en afname extra dagdelen en de LKR.2 Wanneer extra opvang betekent dat een kind in 2 verschillende basisgroepen is ingedeeld, dienen de ouders hiervoor schriftelijk toestemming te geven, volgens onze procedure opvang (extra) opvang andere stam-basisgroep3. 1.3 Openingstijden Kindercentrum de Regenboog is (behalve vast gestelde feestdagen) het hele jaar geopend op werkdagen van 7.30-18.00 uur. De BSO is tijdens schoolweken de volgende tijden open: maandag, dinsdag en donderdag van 14.00 uur tot 18.00 uur. Woensdag en vrijdag van 12.00 uur tot 18.00 uur 1 Flyer flexibel opvang, B 4.5.3 beleid flexibel opvang Tarieven krant 3 F.4.6.1 Toestemmingsverklaring in andere stam-bassisgroep/ F.4.6.2 Toestemmingsverklaring incidentele opvang in andere stam-bassisgroep 2 Pedagogisch werkplan BSO Pagina 4 van 13 De Regenboog In vakanties is de BSO open van 7.30 tot 18.00 uur. Ook is de BSO geopend als kinderen wegens studiedagen van school vrij zijn. 1.4 Ondersteuning pedagogisch medewerkers De pedagogisch medewerkers worden ondersteund in de uitvoering door de locatiemanager en middels vast overleg structuur4. Op verzoek kan de beleidsmedewerker pedagogiek om advies of ondersteuning worden gevraagd. De procedure signaleren opvallend gedrag wordt gevolgd bij zorg om kinderen in hun ontwikkeling en gedrag. Hierin is o.a. beschreven hoe ouders eventueel doorverwezen worden naar passende instanties die ondersteuning kunnen bieden. We bieden stagiaires de gelegenheid om stage bij ons te lopen onder begeleiding van een stagebegeleidster. Afhankelijk van het stage jaar, de opdrachten en het oordeel van de stagebegeleiding breiden we haar activiteiten en haar werkzaamheden uit. 4 P 4.21 Structurele feedback. Pedagogisch werkplan BSO Pagina 5 van 13 De Regenboog H2. Wennen en begroeten 2.1 Wennen5 Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich veilig voelen bij de BSO. Doordat we de kinderen laten wennen aan de medewerkers, de andere kinderen en het ritme van de groep bouwen we die veiligheid en geborgenheid op. Bij binnenkomst heten we het kind welkom, we begroeten het kind bij de naam. Mochten de ouders nog niet bekend zijn met iedereen dan stellen we ons voor. Zit het kind al bij ons op het kinderdagverblijf dan laten we het kind voorafgaand aan de overgang naar de BSO, op de dagen dat hij/zij op het dagverblijf zit, wennen bij de BSO door regelmatig even te gaan spelen. Als er een nieuw kind op de groep komt geven we dat kind wat extra aandacht, we praten met het kind op kind hoogte en nemen duidelijk afscheid van de ouders, de pedagogisch medewerker of de leerkracht. We begeleiden het kind vanuit school naar de opvang en helpen door de eerste handelingen uit te leggen. Aan tafel stellen we het nieuwe kind en de andere kinderen aan elkaar voor. Samen met het kind gaan we de groep door om te zien wat ze allemaal kunnen doen, we betrekken waar mogelijk de andere kinderen hierbij. Voor kinderen is duidelijkheid heel belangrijk, dat biedt veiligheid, ze weten waar ze aan toe zijn. Stelregel bij ons is dan ook, 'zeggen wat je doet en doen wat je zegt'. Als het voor het kind moeilijk is kijken we goed wat het kind nodig heeft, sommige kinderen willen liever even alleen zijn terwijl anderen liever even getroost worden of samen een spelletje gaan spelen. Voor kinderen is het geruststellend dat wij ze begrijpen, door te vertellen wat er gebeurt en hun gevoelens onder woorden te brengen. Uiteraard is het voor ouders altijd mogelijk om telefonisch tussendoor contact te hebben met de pedagogisch medewerkers om te vragen hoe het met het kind gaat. 2.2 Begroeten 2.2.1 Ophalen uit school Kinderen van BSO de Regenboog komen van verschillende scholen en worden over het algemeen lopend opgehaald, sommige kinderen komen met de taxi en de oudste kinderen komen zelfstandig. Er blijft altijd één pedagogisch medewerker op de groep achter om de kinderen op te vangen die met de taxi en zelfstandig naar de BSO komen. Op de scholen zijn vaste verzamelpunten waar de kinderen op ons wachten of de jongste kinderen worden uit de klassen opgehaald. 2.2.2 Overdracht De leerkracht neemt afscheid van alle kinderen in de klas voordat ze naar huis of de BSO gaan. Waar nodig zal de leerkracht overdracht doen naar de pedagogisch medewerker van de groep. In de vakanties en op studiedagen brengen de ouders zelf hun kind(eren). Bij binnenkomst heten we iedereen welkom, we begroeten het kind bij de naam. Van de ouder wordt duidelijk afscheid genomen nadat er overdracht is gedaan. Afhankelijk van het kind wordt nog gezwaaid bij het raam of gaat het kind al lekker wat uitzoeken om mee te spelen. Als het kind moeite heeft met het afscheid is het toch van belang het afscheid kort en duidelijk te houden, hoe langer het duurt hoe moeilijker het wordt. 5 Voor de wenperiode wordt P1.3.a Wenperiode aangehouden. Pedagogisch werkplan BSO Pagina 6 van 13 De Regenboog De pedagogisch medewerker zal het kind troosten en hem/haar de gelegenheid geven om verdrietig te zijn. De pedagogisch medewerker zal met het kind een activiteit gaan doen om zo het kind af te leiden. 2.2.3 Afscheid Als de kinderen worden opgehaald zeggen we hen persoonlijk gedag. We dragen de kinderen over aan de ouders en vertellen de ouder iets over hoe de dag was. We zorgen ervoor dat we, ook als er dingen minder goed verlopen zijn, het positief te formuleren. (Zie verder ouder contact). Met de oudere kinderen (vanaf 9 jaar) kan afgesproken zijn dat ze op een bepaald tijdstip zelfstandig naar huis mogen. Dit kan alleen in overleg met ouders en wordt vastgelegd. In het geval dat een kind zelfstandig naar huis gaat en er overdracht naar ouders nodig is zal de pedagogisch medewerker deze ouder bellen. 2.3 Ouder contact We vinden het contact met de ouders heel belangrijk. Een goed contact en overdracht tussen ouders en pedagogisch medewerker komt de begeleiding van de kinderen ten goede. Bij de haal- en brengmomenten zorgen we ervoor dat er altijd gelegenheid is tot een kort overdracht moment en het stellen van vragen. Als ouders een gesprek willen kan er een afspraak gemaakt worden met de pedagogisch medewerker. Ook als de pedagogisch medewerker zich zorgen maakt over de ontwikkeling of het welbevinden van het kind zullen we dit bespreken met de ouders en een afspraak maken. Daarnaast wordt er jaarlijks een gesprek aangeboden als rond de verjaardag de jaarlijkse observatie welbevinden uitgevoerd is door de pedagogisch medewerker. Mochten er andere dingen zijn die een ouder wil bespreken is er de mogelijkheid om even iets meer tijd te vragen dan plannen we een gesprekje in. In principe is de pedagogisch medewerker het eerste aanspreekpunt voor de ouder, echter kan het zijn dat een ouder liever met iemand anders praat. Dan is er de mogelijkheid om naar de locatiemanager te gaan. In het belang van het kind kan een warme overdracht met school plaats vinden. Dit zal altijd in overleg en met toestemming van ouders gebeuren. Bij zorg om kinderen over hun ontwikkeling of gedrag dat naar voren komt tijdens de gerichte observaties voor Welbevinden of bij de reguliere dagelijkse observaties zal dit altijd besproken worden met de ouders. De procedure signaleren opvallend gedrag beschrijft welke stappen wij hierin volgen. Hierin is ook beschreven hoe ouders eventueel doorverwezen worden naar passende instanties die hierbij verder ondersteuning kunnen bieden. Medewerkers worden hierin ondersteund door de locatiemanager en/of de beleidsmedewerker pedagogiek. 6 Oudercommissie7 Locatie de Regenboog heeft een oudercommissie. 6 7 P.2.1.2 procedure signaleren opvallend gedrag Zie voor taken oudercommissie, ‘Reglement oudercommissie’. Pedagogisch werkplan BSO Pagina 7 van 13 De Regenboog H3. Eten en drinken In ons dagritme zitten vaste momenten om te eten en te drinken. Tijdens deze momenten zitten we allen aan tafel. We nemen even de tijd en de rust om te eten en te drinken. We werken bij de buitenschoolse opvang met schoolweken en vakantieweken, tijdens schoolweken krijgen de kinderen na schooltijd bij ons fruit, drinken, crackers of soepstengels en soms een koekje of een snoepje. Tijdens de vakantieweken hebben we naast de lunch nog twee momenten voor een tussendoortje. Zo eten we op de dag voldoende, het is een gevarieerd aanbod van fruit, een koekje of een cracker/soepstengel. We houden uiteraard rekening met een eventuele allergie van uw kind of geloofsovertuiging. De kinderen helpen bij het dekken van de tafel en ook weer bij het opruimen. Op onze eerste boterham kiezen de kinderen iets hartigs, daarna mag het kind zelf kiezen, ook uit zoete varianten. De kinderen worden positief gestimuleerd zelf hun brood te smeren maar waar nodig helpen de pedagogisch medewerkers. Voor we aan tafel gaan wassen de kinderen hun handen. Tijdens het gezamenlijk eten en drinken vinden we de sfeer heel belangrijk. Het eet/ drink moment is een sociaal gebeuren. De pedagogisch medewerker zorgt dat de maaltijd rustig verloopt en dat er ruimte is om een gesprek te voeren waarbij er na elkaar geluisterd wordt en iedereen aan bod kan komen. Op een luchtige positieve manier wordt er aandacht besteed aan de tafelmanieren. H4. Activiteiten aanbod 4.1 Vrijspel8 De tijd bij de BSO is vrije tijd van de kinderen na een drukke schooldag met verplichtingen. We laten de kinderen dan ook zo veel mogelijk vrij in de keuze van de invulling van deze vrij tijd. Dat is voor het ene kind lekker buiten voetballen en voor het andere kind juist rustig op de bank zitten moet een boek. Doordat ze bij de BSO komen zijn ze wel gebonden aan een aantal afspraken en regels die de opvang met zich meebrengt. Deze worden regelmatig besproken en overlegt met de kinderen. Bijvoorbeeld niet zomaar naar buiten gaan of tijdens je activiteit rekening houden met de andere kinderen in de ruimte. Het aanbod van speelgoed is gevarieerd, bepaald speelmateriaal kunnen ze zelf pakken en bij ander speelmateriaal moeten ze daar naar vragen. Bij de aanschaf en het aanbod van spelmateriaal letten we op een zo breed mogelijk aanbod waardoor de kinderen uitgedaagd worden hun talenten te ontdekken, hun ontwikkeling gestimuleerd wordt op alle vlakken en aansluit bij hun belevingswereld en wensen. De BSO ruimte is ingericht op de leeftijd van de kinderen in het achterste BSO lokaal staat wat meer spelmateriaal voor de oudere kinderen zoals een air hockey tafel, computer en een naaimachine hoek. Tijdens het vrijspel zal de pedagogisch medewerkster de kinderen, die het lastig vinden zelf iets te bedenken, op weg helpen door spel of een activiteit aan te bieden en zo samen te gaan spelen. We leren de kinderen om gaan met verschillende situaties en eventueel ontstane problemen. Samen spelen en delen geeft ook regelmatig de nodige botsingen. 8 Zie P4.5.2 Opendeuren KDV en BSO bij toepassing opendeurenbeleid. Pedagogisch werkplan BSO Pagina 8 van 13 De Regenboog We leren de kinderen om te gaan met verschillende situaties en met eventueel ontstane problemen. De pedagogisch medewerker is altijd in de buurt. Bij de BSO wordt er van de oudere kinderen ook verwacht dat ze zelf om hulp komen vragen mocht iets niet lukken of als er een probleem is ontstaan waarbij de hulp van een pedagogisch medewerker nodig is. Tijdens het vrijspel zal de pedagogisch medewerkster de kinderen observeren, het is soms handig niet te nadrukkelijk aanwezig te zijn maar ook soms juist meespelen om ze op weg te helpen, te leren hoe je samen speelt of omdat het gezellig is. Ze loopt rond zodat ze benaderbaar en zichtbaar beschikbaar is voor de kinderen. Met de kinderen die het lastig vinden zelf iets te bedenken, zal ze in gesprek gaan om te kijken waar ze zin in hebben, een voorstel doen of koppelen aan een ander kind. Er kan natuurlijk ook buiten worden gespeeld, zie hoofdstuk 9. 4.2 Activiteitenaanbod Naast het vrije spel hebben we momenten waarop we verschillende activiteiten aanbieden, ook hierbij geldt dat er verschil is tussen de vakantie- en schoolweken. In vakantieweken is er meer tijd en kan je andere activiteiten aanbieden. We organiseren dan ook verschillende uitstapjes. De kinderen hebben vrije keus om mee te doen aan een bepaalde activiteit, in sommige gevallen zal iedereen betrokken worden. Mocht een kind vaak aangeven niet mee te willen doen zullen de pedagogisch medewerkers hem/haar toch proberen te betrekken. Kinderen hebben vaak leuke ideeën waarbij wij helpen die te realiseren. We geven de kinderen de ruimte en laten hen eerst zelfstandig aan het werk gaan. Pas als de kinderen zelf aangeven hulp nodig te hebben, ondersteunen we de kinderen door samen te werken. Wij zijn bij het aanbieden van activiteiten niet direct geconcentreerd op het resultaat, bij ons ligt de nadruk op de activiteit zelf en het hebben van plezier. Uiteraard weten we dat de kinderen en ouders het leuk vinden om ook iets mee naar huis te nemen, daar houden we zeker rekening mee. In de vakantieweken werken we met een aangepast activiteitenprogramma. We plannen op de verschillende dagen leuke activiteiten en doen dan ook regelmatig een uitstapje9. Bij de activiteiten kijken we naar de leeftijden van de kinderen, hun kunnen en zorgen we dat het aansluit bij hun belevingswereld. We passen dan ook de moeilijkheidsgraad voor het kind aan. Alleen op donderdag zijn er twee BSO groepen aanwezig, Poolster en Sirius. Activiteiten worden altijd per groep ondernomen en niet samen. Op deze manier kunnen we een goed overzicht behouden en de kinderen voldoende aandacht geven. Als op een mooie donderdag alle kinderen buiten spelen dan zullen ook alle pedagogische medewerkers op het speelplein aanwezig zijn om het spel in goede banen te leiden en het overzicht te behouden. Vieren van verjaardagen Het vieren van de verjaardag wordt in overleg met ouders gepland. De jarige job wordt het die dag in het zonnetje gezet, we maken er een gezellig moment van. Hoe dat wordt gedaan is in overleg met ouders. Uiteraard kunt u ook een foto/filmcamera meegeven om dit gezellige moment vast te laten leggen. 9 W 2.1.1 werkinstructies uitstapjes BSO Pedagogisch werkplan BSO Pagina 9 van 13 De Regenboog 4.3 Individuele aandacht en groepsmomenten We bieden groepsopvang met daarin oog voor elk kind individueel. Kinderen kunnen kiezen of ze samen iets willen ondernemen of dat ze even rustig iets alleen willen doen. We vinden het belangrijk goed naar de kinderen te kijken, ieder kind vraagt iets anders en daar proberen we op in te spelen. Een verlegen kind blijf je bij in de buurt en een pre-puber probeer je bij de groep te betrekken en ga je veel mee in gesprek. Andere gaan weer meer hun eigen gang en blijf je op afstand volgen. soms is het handig om een gezamenlijke activiteit te doen met een of een paar kinderen en zo het contact of een gesprek op gang te brengen Echt 1 op 1 aandacht van de pedagogisch medewerker proberen we ook zeker te verdelen. Dat is soms wel wat lastig maar als er behoefte van de kinderen is dan spelen we daar op in. Even de dag doornemen of hoe de vakantie is geweest. Samen een spel doen of samen een klus oppakken. We vinden het belangrijk dat de kinderen elkaar accepteren en respecteren zoals ze zijn, elkaar in hun waarde laten: elk kind is uniek. We zijn ons bewust van onze voorbeeld functie, onze open houding en begeleidende rol hierin. We zijn veel in gesprek met de kinderen. Met de wat oudere kinderen proberen we discussie op gang te brengen door het stellen vragen en geven uitleg maar laten ook ruimte voor eigen keuze van het kind. Verantwoording nemen voor je handelen en keuze is immers een belangrijke vaardigheid die je nodig hebt in het leven. De kinderen mogen soms ook, in overleg, de kinderen van het KDV bezoeken om bijv. een boekje voor te lezen of een spelletje te doen. Fijn als je zo een jonger broertje of zusje uit school kunt ontmoeten. Naast de individuele aandacht zijn groepsmomenten ook belangrijk om de sociale band binnen de groep te versterken. Hier wordt aan tafel, door het vieren van verjaardagen en feesten, het doen van gezamenlijke activiteiten bewust aandacht aan besteed. H5. Dagritme Het ritme dat hier beschreven wordt is op een korte opvangmiddag. De kinderen komen binnen en worden begroet door de pedagogisch medewerker. De jassen en tassen worden aan de kapstok gehangen. Niet alle kinderen komen tegelijk binnen, daarom krijgen de kinderen bij binnenkomst eerst wat fruit. Als alle kinderen zijn gearriveerd zijn gaan we gezamenlijk aan tafel voor het eet/drink moment. Soms vinden kinderen het leuk om te helpen bij het klaar maken van het eten. We stimuleren dit! Samen gaat het werk sneller en is het ook gezelliger. We gaan buiten spelen, zowel vrijspel of meedoen aan een activiteit behoort tot de mogelijkheden. We gaan binnen een activiteit doen of vrij spelen. De kinderen worden opgehaald. Tijdens de vakantie werken we met een vakantieprogramma. Er is dan een ochtend en een middagactiviteit of vrijspel of een uitstapje. De vakantieplanning wordt voor de aankomende vakantie op de locatie opgehangen zodat de kinderen en de ouders kunnen zien wat de plannen zijn. Pedagogisch werkplan BSO Pagina 10 van 13 De Regenboog H6. Persoonlijke verzorging De kinderen bij de BSO zijn 4 jaar en ouder, zij zijn al in enige mate zelfstandig en die zelfstandigheid groeit naarmate de kinderen groter worden. Hulp vragen aan de pedagogisch medewerkers is geen probleem maar zij zullen de kinderen stimuleren dit zoveel mogelijk zelf te proberen. Denkt u hierbij aan het dichtdoen van de schoenen of het dichtritsen van de jas. De kinderen wassen hun handen na het toiletbezoek en voor het eten en na een activiteit zoals verven en kleien. Zij gaan zelfstandig naar het toilet, de allerjongsten melden wel even dat ze naar het toilet moeten en soms helpen we bij het los of vast maken van de broek. Soms hebben de jongste kinderen nog een ongelukje, er is veel te beleven op de BSO en dan vergeet je wel eens naar het toilet te gaan. We vragen ouders reserve kleding mee te nemen maar mocht dat onverhoopt niet lukken dan hebben wij ook een onderbroekje te leen. Bij de tafelmomenten smeren de kinderen zoveel mogelijk hun eigen boterham of cracker, hulp is altijd in de buurt als het nog niet zo wil lukken maar veel oefenen baart kunst! H7. Kinderparticipatie De kinderen bij de BSO willen graag meedenken over de BSO en wat we daar doen. We betrekken de kinderen in het spelmateriaal wat zij nodig vinden voor de groep en de activiteiten die worden georganiseerd. Dit stimuleren we door ruimte te geven voor inbreng, te luisteren naar wat de kinderen zeggen en ze regelmatig gericht naar hun mening en inbreng te vragen. Uitgangspunt is dat de groep van ons samen is en dat we met elkaar verantwoordelijk zijn voor een prettige sfeer. Het aankleden van de groep, het netjes houden van de groep en het maken van afspraken voor de groep zijn zaken waarbij de kinderen actief kunnen meedoen. Dit gaat in overleg met de medewerkers van de groep die uiteindelijk samen met de locatiemanager de definitieve keuze maken. Er wordt veel aandacht besteed aan de omgang met elkaar, ook de gevolgen van pesten worden regelmatig besproken. H8. Taal en communicatie Communicatie is de basis van het werk van de pedagogisch medewerker binnen de BSO. De pedagogisch medewerker maakt gebruik van de volgende communicatievaardigheden: luisteren naar kinderen, praten met kinderen, positief gedrag stimuleren, grenzen stellen en conflicten begeleiden. Doel van de communicatie is dat een kind zich gehoord en begrepen voelt, weet wat er van hem verwacht wordt en ondersteuning krijgt bij de dingen die hij of zij (nog) moeilijk vindt. Wij stimuleren het positieve gedrag van het kind. Wij zien er op toe dat er op een "normale" toon met elkaar wordt gesproken. Tijdens de tafelmomenten krijgt ieder kind te ruimte om iets te vertellen. 8.1 Interactie groep en individueel In de groepsopvang is zowel de interactie met de groep als die met het individuele kind van belang. Pedagogisch medewerkers kunnen soms als ze druk zijn met de groep dingen wel signaleren en er later met een kind 1 op 1 op terug komen. Het is belangrijk je bewust te zijn van wat een groep met kinderen kan doen. Als je voor de groep bijvoorbeeld boos bent op een kind of iets negatiefs zegt, zal de groep ook anders naar dit kind gaan kijken. Belangrijk om dus bij het corrigeren in de groep neutrale woorden te kiezen of kinderen even apart te nemen. Pedagogisch werkplan BSO Pagina 11 van 13 De Regenboog 8.2 Belonen, corrigeren en conflicten De nadruk in onze benadering ligt altijd op aandacht geven aan het positieve gedrag. Soms is het nodig gedrag te corrigeren, bijvoorbeeld als andere kinderen last hebben van gedrag of het gedrag gevaar kan opleveren. We zorgen dat we contact hebben met het kind als we met hem praten en dat we op dezelfde hoogte zijn. Onze stem is rustig en duidelijk Als we een kind corrigeren gebruiken we de ik-boodschap. We benoemen concreet het gedrag dat we zien en daarna de gevolgen die dit heeft. Tenslotte geven we aan wat we van het kind verwachten. We benoemen het gedrag wat er fout gaat, het gaat niet om het kind zelf. Als kinderen een conflict hebben komen ze er heel vaak zelf uit. Mochten de kinderen er niet uit komen dan vragen de kinderen om hulp en zal de pedagogisch medewerker de kinderen helpen. Zij kunnen dan door vragen te stellen samen met de kinderen uitleg geven aan de situatie en gezamenlijk een oplossing bedenken. Door even rustig aan tafel te zitten laten we iedereen eerst even tot rust komen waarna we met elkaar in gesprek gaan. Luisteren naar elkaars verhaal en gevoel is daarbij heel belangrijk. Vervolgens lossen we het samen op en gaan we goed uit elkaar of spelen de kinderen samen verder. Straffen doen we zo min mogelijk bij de BSO. Soms is het gedrag van een kind zo storend voor de groep dat je toch moet ingrijpen. We kiezen dan voor om het kind of de kinderen bij de situatie weg te halen en ze even apart te zetten. We gebruiken dat als middel en niet als straf. We gebruiken de tijd even om tot rust te komen en daarna met elkaar te bespreken waar het fout ging. Samen lossen we de situatie op. Pedagogisch werkplan BSO Pagina 12 van 13 De Regenboog H9. Inrichting 9.1 Binnen Het achterste BSO lokaal is wat meer ingericht voor de oudere kinderen. In beide lokalen is ruimte voor de kinderen om eigengemaakt werk op te hangen/neer te zetten. Bij de inrichting van de ruimte zijn een aantal zaken van belang: 1. De ruimte moet van en voor de kinderen zijn. 2. Uitnodigen tot spelen Door het inrichten van speelhoeken en het aanbieden van speelgoed op kind hoogte, worden kinderen uitgenodigd zelf te gaan spelen. Er moet speelmateriaal zijn dat past bij de leeftijd en de interesse van de kinderen. 3. Veilig Onze ruimtes worden ingericht met goedgekeurd materiaal. Er wordt kritisch gekeken naar mogelijke risico's en bewust afgewogen of we maatregelen moeten nemen of dat we bepaalde risico's aanvaardbaar vinden. Een en ander wordt beschreven in de risico inventarisatie 4. Er worden onderling afspraken gemaakt over het gebruik van verschillende ruimtes/hoeken. 9.2 Buiten Buiten gebruiken wij de aangrenzende speelplaats van de school. Dit plein is binnendoor bereikbaar. Op het plein zijn rekstokken, basketbalkorf en een tafeltennistafel aanwezig. We beschikken over een grote keus aan buiten speelmateriaal zoals skelters, steppen, stelten, voetbal, springtouwen etc. De jongste kinderen spelen altijd onder begeleiding buiten. Kinderen vanaf 8 jaar oudste kinderen mogen zelfstandig buiten spelen (mits de ouders hiervoor een toestemmingsformulier hebben getekend). De pedagogisch medewerker houdt dan wel regelmatig een oogje in het zeil. Met de oudere kinderen worden duidelijke afspraken gemaakt over het zelfstandig buitenspelen. De pedagogisch medewerker ziet erop toe dat de kinderen op de hoogte zijn van deze regels en dat de regels worden nageleefd door de kinderen. Deze regels staan beschreven in het huisregelboek. Pedagogisch werkplan BSO Pagina 13 van 13 De Regenboog
© Copyright 2024 ExpyDoc