duurzame topregio

Groenblauwe gebiedsdeal
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden
Samen werken aan een
duurzame topregio
Concept
12 mei 2014
De gebiedsdeal is een deal tussen ondernemers,
maatschappelijke organisaties en overheden in de
Alblasserwaard en Vijfheerenlanden.
1
1.
Aanleiding
De Alblasserwaard-Vijfheerenlanden bruist. Diverse netwerken en organisaties werken met veel
ambitie aan projecten op het gebied van onder meer landbouw, water, natuur, duurzaamheid,
recreatie, toerisme en leefbaarheid. Er is een grote mate van betrokkenheid bij het bedrijfsleven,
overheden en maatschappelijke organisaties.
Gebiedsplatform Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, de samenwerkende gemeenten in de
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, het Waterschap Rivierenland, Oasen en de provincie Zuid-Holland
uitwerking geven aan hun gezamenlijke groenblauwe ambities. De basis daarvoor is gelegd tijdens
een gebiedsbijeenkomst op 15 april 2014. Tijdens deze bijeenkomst bleek er bij deze publieke,
private en maatschappelijke partners veel energie en enthousiasme te zijn om op korte termijn een
extra impuls te geven aan hun gezamenlijke groene en blauwe ambities. De vorm van de gebiedsdeal
is gekozen omdat dit voor de provincie Zuid-Holland een beproefd middel is om provinciale doelen
en gebiedsdoelen in samenhang te realiseren en daarbij middelen vanuit het provinciale
Uitvoeringsprogramma Groen te koppelen aan middelen vanuit het gebied zelf.
De volgende paragrafen bevatten de elementen van de gebiedsdeal. Paragraaf 2 bevat het
p p
v
v
’.
Paragraaf 3 geeft de regionale uitvoeringsagenda weer alsmede de projecten die op korte termijn
kunnen worden opgestart. In paragraaf 4 wordt de organisatie beschreven waarmee de gebiedsdeal
tot uitvoering wordt gebracht. De bijlagen bevatten een doelenboom, het investeringsprogramma
met daarin de financiële onderbouwing van de (kortetermijn)uitvoeringsprojecten, een groslijst van
mogelijke projecten die ook de komende jaren kunnen worden uitgevoerd en een overzicht van
bestaande fondsen om aanvullende financiering te werven.
2
2.
Groenblauw perspectief
2.1
Raakvlak bestaande visies
Er zijn diverse visies opgesteld voor de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Diverse organisaties van Blauwzaam tot Den Hâneker en van de gemeenten tot Waterschap Rivierenland - hebben een
toekomstbeeld waarbij de leefbaarheid en duurzaamheid van het gebied centraal staan. Een aantal
visies is in nauwe samenwerking tot stand gekomen. De belangrijkste worden hieronder genoemd.
v
2030 (‘ p
v
’)
v
aan de toekomst van de regio. De regio moet zich onder meer ontwikkelen tot een kenniscentrum
voor duurzaamheid en innovatie en tot een volwaardige regio op het gebied van recreatie en
. ‘G
v
.G
p
basis van de kracht, kennis en kunde die er binnen het gebied aanwezig is, de uitdagingen van de
.’
Ook Waterschap Rivierenlanden hecht grote waarde aan duurzaamheid. Middels het klimaatakkoord
streeft het naar de duurzame opwekking van 40% van het energieverbruik in 2020. Een ketenakkoord
vertolkt de ambitie om een duurzame markt te creëren waarin zoveel mogelijk her te gebruiken
fosfaatstromen op een milieuverantwoorde wijze in de kringloop worden teruggebracht. Het
waterschap helpt bovendien andere partijen bij het realiseren van duurzame projecten. Met het oog
op het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid pleit het waterschap daarnaast voor een beleid
dat de overgang versnelt naar duurzame landbouwsystemen die een concurrerende
voedselproductie kunnen combineren met een kleinere impact op het milieu en efficiënt gebruik van
grondstoffen. En uiteraard werkt het waterschap aan innovatieve waterbergingsoplossingen,
gekoppeld aan bijvoorbeeld hittebestrijding, drinkwaterbesparing, rietteelt en biomassateelt.
Het Gebiedsplatform Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, waarbij veel maatschappelijke organisaties
v v
v
‘S
’.
p v
: (1)
en ontwikkelen van de
landschappelijke en cultuurhistorische kernkwaliteiten en de natuurwaarden, (2) stimuleren van
nieuwe vitaliteit in de dorpen en verder ontwikkelen van recreatieve bedrijvigheid en (3)
ondersteunen van de agrarische economie in het ontwikkelen van nieuwe perspectieven. Deze
opgaven wil zij door samenwerking realiseren.
I 2013
v
‘E
p
v ’
ondertekend1. Daarmee wilden de ondertekenaars uitdrukking geven aan hun wens meer samen te
werken om de potentie van de Alblasserwaardv
v
‘
p
’. E
v
p
‘
’. E n energieneutrale regio, water als
drijvende kracht, betere verbindingen tussen stad en platteland en betere leefbaarheid en sociale
v
p
’.
creëren door kennis te koppelen, kruisbestuiving tussen partijen te bevorderen en meer integrale
projecten in het gebied op te starten. Die wens geldt ook voor de nieuwe partners die bij de
onderliggende gebiedsdeal zijn betrokken.
Het doel van het hier beschreven perspectief is niet om een nieuwe visie te ontwikkelen. Doel is om
het raakvlak te benoemen van al eerder geformuleerde visies, met name toegespitst op een aantal
’.
gebiedsaanpak die tot een stevige uitvoeringsimpuls moet leiden.
1
Ondertekenaars waren: samenwerkende gemeenten AV, samenwerkende Drechtsteden, duurzaam ondernemersnetwerk
Blauwzaam, Ondernemingsorganisatie VNO-NCW AV,
Gebiedsplatform AV.
3
2.2
Perspectief: de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden als duurzame topregio
De regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden bevindt zich op het snijvlak van Groene Hart en
Zuidvleugel. De regio is georiënteerd op de Drechtsteden, maar er zijn ook duidelijk relaties met
Utrecht (het oostelijke deel van de regio) en Noord-Brabant (het zuidelijke deel van de regio). De
combinatie van het open cultuurlandschap en de dynamische stedelijke omgeving geeft de
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden een eigen karakter.
De bijzondere landschappelijke kwaliteiten van de regio zijn onmiskenbaar: de hoge kwaliteit van het
cultuurlandschap, de historische steden en de lintdorpen, de rijke natuur, koeien, vogels, de molens,
gemalen, dijken en boerderijen. Daarnaast kent de regio andere kwaliteiten: de sociale cohesie en de
innovatiekracht van het bedrijfsleven zijn opvallend sterk. De regio is en blijft een levendig gebied: er
wordt gewoond, gewerkt, geleefd en gerecreëerd. De economische dynamiek, bedrijvigheid en
innovatiekracht in het gebied zijn van levensbelang om een duurzame toekomst van het gebied veilig
te stellen.
Duurzaamheid is dan ook het sleutelwoord voor de regio. Een duurzame toekomst impliceert daarbij
een balans tussen sociale duurzaamheid (people), ecologische duurzaamheid (planet) en
economische duurzaamheid (profit). Schoon, mooi, zuinig, stil, aandachtig, gezond, betrokken,
evenwichtig – en toch rendabel. De regio heeft alles in zich om koploper te worden op het gebied van
duurzame ontwikkeling. Dat is de ambitie en dat vormt het perspectief.
2.3
Thema’s
De provinciale doelen sluiten nauw aan op de doelen van de partijen in het gebied. Samen kan
daadwerkelijk werk worden gemaakt van de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden als duurzame
topregio. Om dat te realiseren, willen de deelnemende partijen aan de groenblauwe gebiedsdeal
vanuit een duurzame organisatie werk maken van een aantal samenhangende en verbindende
’.
’
: (1)
p (2)
rgiegebruik, (3) recreatie en
(4)
.
’
v .
2.3.1 Recreatie en toerisme
De recreatieve sector is in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden een economische sector van
betekenis. De totale werkgelegenheid die voortvloeit uit de toeristisch-recreatieve bestedingen
(waaronder logies, horeca, detailhandel, entree en vervoer) in Alblasserwaard-Vijfheerenlanden
komt uit op ruim 2.200 FTE. Het aantal banen bedraagt tussen de 2.800 en 3.300, ongeveer 4% van
de totale werkgelegenheid. De regio heeft ook een aantrekkelijk aanbod voor toeristen en
recreanten. De regio maakt deel uit van een bijzonder Nationaal Landschap en herbergt een uniek en
wereldwijd bekende Werelderfgoed-site. Toch is de trend niet positief: de toeristisch-recreatieve
bestedingen zijn de afgelopen jaren afgenomen. De daling van toeristisch-recreatieve bestedingen in
de regio Alblasserwaard- Vijfheerenlanden in de periode 2007-2011 bedraagt 12% (van
€ 193
€ 171 ljoen).2
Een van de provinciale en regionale doelen is dan ook de toename van recreatie in het groen. Dat
moet onder meer worden bereikt door een samenhangend en gedifferentieerd recreatief aanbod,
een kwaliteitsslag van de bestaande groengebieden, versterking van de stad-landverbindingen en
een goede marketing van de regio. Opgaven daarbij zijn een betere aansluiting bij de behoeften van
gebruikers en betere ontdekkingsmogelijkheden en beleving van het agrarisch gebied (verbrede
landbouw, wandel- en fietsgebied). Belangrijk is het creëren van een aantrekkelijk recreatief
routenetwerk vanuit de verstedelijkte gebieden met betere voorzieningen (rust-, picknick- en
horecafaciliteiten), meer en gemakkelijk bereikbare en herkenbare startlocaties (TOPs), betere
benutting van het cultureel erfgoed en het verbinden van toeristische iconen. Dat biedt ook de basis
2
‘E
’(
Z
-Holland Zuid, 2012).
4
voor de ontwikkeling van arrangementen en gebiedsmarketing. Van belang daarbij is om de
kleinschaligheid en het unieke stiltekarakter van het gebied te waarborgen en aan te prijzen als
bijzonder waarde.
Een grote kans is een betere benutting van Werelderfgoed Kinderdijk als westelijke poort en van
Glasstad Leerdam als oostelijke poort van de regio. Er is de afgelopen jaren hard gewerkt aan nieuwe
voorzieningen die de attractieve waarde van Kinderdijk blijvend vergroten en het Werelderfgoed
kent wel stijgende bezoekersaantallen. Door (onder meer) de aanleg van een steiger voor de
K
p
p
’ v
v
semaatschappijen is
de verwachting dat deze trend zich zal doortrekken. Het versterken van de toegangspoorten naar de
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden en het opwaarderen van de recreatieve routes vanuit de poorten
naar het achterland is een uitgelezen kans om bezoekers ook de prachtige omgeving in de rest van de
regio te laten ervaren. Er liggen diverse kansen om poorten te ontwikkelen, waarbij synergie met
p
’
(zoals de Waterdriehoek). Verbeterde toegangspoorten (zoals vanuit
Kinderdijk, Leerdam en de Drechtsteden) en het opwaarderen van de recreatieve routes vanuit de
poorten naar het achterland bieden kansen voor een frequenter én langer verblijf van recreanten in
de streek. Zo ligt een verbinding van de molenroute vanuit Kinderdijk met de Glasroute van Leerdam
en Hollandse Waterlinie door actualisatie en verbetering van fiets- en wandelroutes ligt voor de
hand. Ook een verbinding van het Recreatief Knooppunt Sliedrecht met recreatieve routes in
gemeente Molenwaard biedt veel kansen.
Afbeelding 1: mogelijke routeontwikkeling Kinderdijk - Leerdam
2.3.2 Natuur en landschap
De instandhouding en het beheer van de bijzondere natuur en het zo kenmerkende landschap is niet
vanzelfsprekend. Het Investeringsprogramma Landelijk Gebied is ten einde, Landschapsbeheer ZuidHolland is ter ziele, andere terreinbeherende organisaties zoeken naar nieuwe manieren om beheer
vorm te geven, het nieuwe stelsel agrarisch natuurbeheer, het afmaken van de Ecologische
Hoofdstructuur (EHS) is naast een dialoog tussen landbouw en natuur ook een financiële worsteling
geworden en het woord verdienmodel is inmiddels een modewoord. Binnen dat krachtenveld ligt er
voor de partners in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden de uitdaging om de natuurwaarden te
versterken en het kenmerkende landschap in stand te houden.
5
Toch leent de regio zich voor het versterken van natuurwaarden en het remmen van afname van
v
.J
pp
’
v
waterberging, kan natuurontwikkeling worden versterkt. Door bij waterbergingsprojecten,
dijkverzwaringen en op voormalige (niet langer te ontwikkelen) ontwikkellocaties en braakliggende
terreinen natuurontwikkeling plaats te laten vinden, kan een lint van beleefbare, al dan niet tijdelijke
natuur ontstaan waarmee zelfs de (herijkte) EHS doelen kunnen worden gerealiseerd. Voor het
versneld ontwikkelen van EHS is ook het bestemmen van de recreatiegebieden waarbij de
provinciale betrokkenheid wordt afgebouwd als beleefbare natuurgebieden een mogelijke oplossing.
Dat vraagt wel om een deal waarbij deze gebieden tegen lage (of geen) kosten worden overgedragen
zodat de focus kan worden gelegd op langjarig beheer.
Bijzonder interessant is het gebied rond Kinderdijk. Hier komen diverse ambities en partijen samen.
Dit maakt synergie, co-creatie en kruisbestuiving mogelijk. Daarbij is samenwerking met de
terreinbeherende organisaties en/of particulieren van belang. Die moeten ruimte krijgen voor
bredere exploitatiemogelijkheden via bijvoorbeeld recreatievoorzieningen of biomassa. Ook het
aanplanten van rietlanden is een vorm natuurontwikkeling waarvan het beheer exploitabel is.
Voor de ontwikkeling en instandhouding van waardevolle en aantrekkelijke agrarische landschappen
is een blijvend gezonde positie van de landbouw van groot belang. Werken aan een gezonde
economische basis voor de grondgebonden landbouw is daarbij een van de opgaven. Dat kan in de
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden onder meer vorm krijgen door een het realiseren van
boerenlandpaden, maatschappelijke diensten, verbrede landbouw en systeeminnovaties zoals
blauwe diensten en rietteelt. Ook het bevorderen van (de beleving van) de cultuurhistorische waarde
en kwaliteit van het landschap is een kans. Het ontwikkelen van een regionale aanpak op het gebied
van agro & food biedt kansen voor innovatie en werkgelegenheid. Een sterkere verwevenheid tussen
agrarische economie en ecologie door agrarisch natuurbeer draagt bij aan de zorg voor het landschap
en biodiversiteit en aan recreatieve belangstelling vanuit de steden. En de kwaliteit van het
landschap bepaalt mede de inkomenskansen voor de recreatiesector. Ook een efficiënte inzet en
verdeling van middelen van het nieuwe stelsel agrarisch beheer zou door middel van betrouwbare
gebiedscollectieven door de ervaring met deze gebiedsdeal gegarandeerd kunnen worden.
2.3.3 Duurzaam energiegebruik
De regio wil energieneutraal zijn in 2030. Ook het Waterschap en Provincie Zuid-Holland hebben
ambitieuze doelstellingen met betrekking tot duurzaam opgewekte energie. Ondernemers,
bewoners, instellingen en overheden werken al aan energiebesparing. De energieconvenanten die
door Stichting Blauwzaam worden gesloten tussen publieke en private partijen vormen een zeer
inspirerend voorbeeld dat tot ver over de regiogrenzen wordt uitgedragen. Alle ondertekenaars van
deze gebiedsdeal zijn tevens participanten in energieconvenanten. Ook initiatieven als
MijnDakJouwDak spreekt tot de verbeelding. Bij dit concept worden kleinschalige coöperaties
opgericht rond agrarische bedrijven met zonnedaken. Daarnaast bieden warmte-koudeopslag,
energie door middel van waterkracht en grondwaterwarmte regionale kansen. Onlangs is door
lokale initiatiefnemers Energiecoöperatie De Knotwilg opgericht om de opwekking van duurzame
energie te versnellen.
Een grote kans voor de regio is de oprichting van een biomassacentrale. Uit diverse onderzoeken
blijkt dat er relatief veel biomassa in de regio aanwezig is en dat er kansen zijn voor een regionale
biomassaketen.3 Met een biomassacentrale kan ook aan nieuwe natuur een economische functie
worden gegeven: snoeihout van knotwilgen en ander natuurlijk afval kan worden omgezet in energie
. Z ’
p
p
v
:
3
pp
energiebron voor de Alblasserwaard’ ( S 2013).
‘
p
’(
G
K
6
’ (E
2010)
y 2011) ‘
‘ iogasinstallatie Alblasserwaard-
grondbezitters (waaronder gemeenten) en terreinbeheerders (waaronder het waterschap) moeten
langdurig aan de centrale leveren en een regionale aanpak levert logistieke voordelen op. Een
p
v
‘
’
.
nabijheid van het Rotterdamse havenindustrieel complex biedt interessante perspectieven om
grondstoffen te verbouwen die in grootschalige productieketens kunnen worden benut.
2.3.4
Waterberging en waterkering
’
aandacht zullen vragen. De klimaatveranderingen en de beslissingen vanuit het Deltaprogramma
Rivieren vragen om duurzame ingrepen om de waterveiligheid van de regio te vergroten. Bovendien
is duidelijk geworden dat bepaalde dijkvakken ongeacht deze ontwikkelingen versterking behoeven.
v
:
’.
Bij het versterken van dijken en kades liggen kansen om ook andere gebiedsdoelen mee te nemen.
Maar: er ligt een bredere opgave dan alleen te werken aan dijkverzwaringen en –versterkingen. Ook
ï v
‘
v
’
p
.
(
evacuatiestrategieën) om slimme ruimtelijke oplossingen in het gebied zelf waarmee meer
wateroppervlak en een groter waterbergend vermogen worden gecreëerd. Door de ontwikkeling van
extra waterbergingsgebieden, gekoppeld aan natuurontwikkeling en uitbreiding van
recreatiemogelijkheden kunnen deze maatregelen op het gebied van waterveiligheid ook
fundamenteel bijdragen aan de (be)leefbaarheid van de regio. Bij deze maatregelen kan goed
worden aangesloten bij de huidige of vroegere waterstructuur, wat kansen biedt voor het verlenen
v
‘
’ v
. E
v
waterbergingsopgaven te koppelen aan inundatiegebieden van de Oude Hollandse Waterlinie,
waardoor ook dit historisch erfgoed kan worden versterkt.
2.4
Netwerken, linten en lijnen
v
’
p
vormen maar juist een samenhangend geheel vormen van waaruit projecten te benoemen zijn die
’
.E
p v
v gen om netwerken van linten en
lijnen die over elkaar heen kunnen worden gelegd. Het netwerk van natuur en landschap, het
recreatieve netwerk, het energienetwerk en het waternetwerk raken elkaar op verschillende plekken
waar interessante koppelingen en kruisbestuivingen mogelijk zijn.
De netwerken beslaan de hele regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Toch is het goed om in de
ontwikkeling ook focus aan te brengen. Eén lint van oost naar west, van Kinderdijk tot Leerdam, zou
als motor kunnen fungeren van de geformuleerde ambities. Dit lint, dat tot nu toe bekend staat als
‘
L ’
v
v
v
.
Het kan het voertuig zijn voor tijdelijke natuur op braakliggende terreinen en karakteristieke
elementen uit de streek, duurzame initiatieven van bedrijven en inwoners en recreatieve
mogelijkheden verbinden. Door het lint de basis te laten zijn van recreatieve routeontwikkelingen,
wordt de aantrekkingskracht van de regio bovendien vergroot.
Aan de ontwikkeling van het lint doen het Rijk, Stichting Blauwzaam en de Nationale Bomenbank
mee. Voor de ontwikkeling van het lint kan de expertise van de Stichting Kavelruil worden ingezet.
Deze stichting brengt in beeld of er partijen zijn die gronden in willen brengen en of er partijen zijn
die gronden zoeken. Primaire insteek is versterking van de agrarische structuur, maar ook andere
doelen kunnen worden meegekoppeld.
7
3.
Regionale uitvoeringsagenda
3.1
Gebiedsdeal in fasen: flexibel en effectief
Vanuit het hiervoor uitgewerkte perspectief willen de deelnemers aan de gebiedsdeal de komende
jaren (2014 – 2016) werken aan diverse projecten. Van veel van deze projecten is het nu nog te vroeg
om de uitvoering te starten. Het plan van aanpak van deze projecten is nog onvoldoende uitgewerkt
of de financiering is nog niet rond. Wel is het de bedoeling dat in het najaar een aantal van deze
projecten zodanig zijn uitgewerkt dat ze alsnog kunnen worden opgenomen in de gebiedsdeal. Dat
moet ook het karakter van de gebiedsdeal zijn: een flexibele regionale uitvoeringsagenda waarin
toekomstige projecten kan worden ingepast. Zo kan worden ingespeeld op de actualiteit en kan
effectief op de uitvoering worden gestuurd. In de bijlage is een groslijst weergegeven van de
projecten die daar mogelijk voor in aanmerking komen.
3.2
Projecten fase 1: motoren van de gebiedssamenwerking
E
p
p
.
p
v
‘
’v
groenblauwe gebiedsdeal voor de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Deze projecten willen de
regiopartners versneld opstarten en de motor laten vormen voor andere ontwikkelingen en voor de
vorming van een sterkere gebiedssamenwerking. Daarbij is bewust gezocht naar projecten die aan
meerdere van
’
p
p
v
omliggende betrokken partijen (bijvoorbeeld aansluiting bij de Sterke Watermerken, Waterdriehoek
en de ontwikkeling van het Recreatief Knooppunt Sliedrecht) mogelijk maken. Deze projecten zijn
hieronder uitgewerkt. De financiële onderbouwing van deze projecten is in de bijlagen weergegeven.
3.2.1 Project Natuurpad Kinderdijk: fluitend de streek in
Om de recreatie in de regio te versterken, ligt het voor de hand om Werelderfgoed Kinderdijk als
toegangspoort tot de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden te ontwikkelen. Diverse partijen willen de
vele bezoekers die jaarlijks Kinderdijk bezoeken verleiden op de fiets of te voet de streek in te gaan.
Het drukke gebruik van het fietspad en de vele wandelaars die van het fietspad gebruikmaken, leiden
momenteel echter tot gevaarlijke situaties, opstoppingen en irritaties. Dit probleem wordt groter
door de verwachte stijging van het aantal bezoekers door de aanleg van de stijger voor de Waterbus
en riviercruisemaatschappijen. Daarom is het noodzakelijk om fiets- en wandelpad van elkaar te
scheiden door de aanleg van een educatief natuurpad langs de oever tussen de brug Blokweerse
kade en de brug bij Alblasserdam. Zo kunnen fietsers en wandelaars zorgeloos de streek in richting
de molenkade van Groot-Ammers.
Thema’s: recreatieve route + natuurontwikkeling + educatie
3.2.2 Project Glasroute Leerdam: een schitterende stad-lintverbinding
Met Glasstad Leerdam ligt ook aan de oostkant een prachtige toegangspoort tot de Alblasserwaard
en Vijfheerenlanden. De gemeente Leerdam werkt samen met haar glaspartners aan een nieuwe
inrichting van de openbare ruimte langs de Glasroute Leerdam. Men wil een ruimtelijk en cultureel
aantrekkelijke route creëren tussen het Nationaal Glasmuseum op de Lingedijk en de Glasblazerij in
het historische centrum van Leerdam. Het ontwerp van de route is geïnspireerd op de natuurlijke
omgeving van de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. In feite wordt het Lingelandschap van buiten
de bebouwde kom van de gemeente Leerdam de stedelijke omgeving binnengetrokken. De
betrokken partijen willen de bezoekers aan Glasstad Leerdam een beeld geven van de
landschappelijke kwaliteit van de regio en hen zo verleiden vanuit Leerdam de streek in te gaan. In
deze deal wordt een eerste aanzet tot deze stad-lintverbinding gerealiseerd.
Thema’s: recreatieve route + natuurontwikkeling + cultuur
8
3.2.3 Project Recreatieve polderroute: de kades op, de lanen in
De kades tussen de polders van Noordeloos, Goudriaan en Langerak nodigt uit tot wandelen. Ze
hebben echter wel een kwaliteitsimpuls nodig, zodat de waarden van natuur, cultuurhistorie en
beleving worden vergroot. Van oudsher was er een watergang tussen beide kades, die in de loop der
jaren is dichtgegroeid. Afhankelijk van de beschikbare financiële middelen zal een deel van de
oorspronkelijke watergang tussen beide kades worden hersteld. Hierdoor ontstaat een prachtige
wandeling over de herstelde kade, waarbij de geschiedenis op boeiende wijze wordt verteld. In 2013
is via de Landschapsveiling ‘Ons Mijn’ door een particulier bedrijf het herstel van de eerste 100 meter
van de watergang tussen beide kades mogelijk gemaakt. De uitvoering van de werkzaamheden wordt
gedaan door betrokken agrariërs/plaatselijke loonwerkers. Dit bottom-up initiatief komt vanuit het
Gebiedsplatform. De wandelroute sluit aan op andere regionale (potentiële) wandelroutes of
netwerken.
Thema’s: recreatieve route + natuurontwikkeling + cultuur
3.2.4 Project Blauwzaam Lint: verbindende natuurontwikkeling van onderaf
Linten zijn kenmerkend voor de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. Het project Blauwzaam Lint wil
dit karakteristieke beeld versterken door een robuust, bloemrijk bijen- en vlinderlint aan te leggen
van K
L
.Z ’
v
versterkt de
recreatieve beleving. Ook is het Blauwzaam Lint gericht op verbinding: verbindingen tussen mensen
en organisaties, tussen people, planet en profit, tussen karakteristieke elementen en duurzame
initiatieven en tussen toeristische iconen en het tussenliggende polderlandschap en tussen lokale
wandelpaden. Dit project beoogt de fysieke verbinding mogelijk te maken tussen Werelderfgoed
Kinderdijk en Glasstad Leerdam door met Provincie Zuid-Holland, Waterschap Rivierenlanden en
gemeenten gezamenlijk de contouren van het Blauwzaam Lint aan te scherpen en in samenwerking
met lokale groepen (bedrijven, bewoners, andere organisaties) te realiseren. Hiervoor is onder meer
een (spreekwoordelijke) graanschuur nodig gevuld met streekeigen bloemenzaad, waarmee het lint
kan worden gerealiseerd en de biodiversiteit versterkt.
Thema’s: recreatieve route + natuurontwikkeling + burgerparticipatie
3.2.5 Project Streekgebonden energieketen: geen tak de streek uit
Gemeente Gorinchem werkt momenteel met het bedrijf BeGreen aan een houtenergie-installatie die
met behulp van houtsnippers warmte gaat leveren aan woningen, bedrijven en het stadhuis. In de
Alblasserwaard en Vijfheerenlanden is een groot potentieel aan houtsnippers beschikbaar. In dit
project zal een energieketen worden opgezet die dit potentieel omzet in een gegarandeerde,
rendabele en regionale aanvoer van houtsnippers aan de houtenergie-installatie in Gorinchem.
Onder
‘
’
P v
Z -Holland, Waterschap
Rivierenlanden en de gemeenten gevraagd worden in hun snoeibestekken op te nemen dat het
snoeiafval dient te worden aangeleverd aan de houtenergie-installatie in Gorinchem. Indien rendabel
en gewenst kunnen bovendien wilgenplantages worden aangelegd op braakliggende of anderszins
beschikbare gronden, wat tevens bijdraagt aan verhoging van de natuurwaarden en stimulering van
landschapselementen. Deze energieketen is ook educatief interessant, maakt duurzame energie
tastbaar en is een opmaat voor een energieneutrale streek.
Thema’s: duurzame energie + natuurontwikkeling + tijdelijke natuur + educatie
3.2.6 Project Waterberging Hoge Boezem van de Overwaard: rietteelt terug in de streek
Bij de Hoge Boezem van de Overwaard heeft Waterschap Rivierenlanden een grote beleidsopgave. Er
dient aanzienlijke waterberging te worden gecreëerd. Daarvan is niet alleen de aanleg maar ook het
9
beheer kostbaar. In dit project wordt gezocht naar slimme combinaties van mogelijkheden. Zo wordt
in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden veel riet gebruikt voor daken van woningen en
boerderijen. Dit riet wordt tegenwoordig voor een groot deel geïmporteerd uit China, Turkije en
Oekraïne. Rietdekkersbedrijf Hartog Riet zou graag de traditie van rietteelt in de streek in ere
herstellen en wil samen met het waterschap en Natuur- en Vogelwacht nagaan of dit in de Hoge
Boezem van de Overwaard mogelijk is. Zo draagt dit project bij aan duurzaam beheer, aan
versterking van natuurwaarden (Natura2000), cultuurerfgoed en oude ambachten en aan publiekprivate samenwerking. Ook de provincie is hierover in gesprek met het Waterschap. Een combinatie
met projecten van Oasen is wellicht ook mogelijk (Natuurgebieden De Kikkerpoel en De
Paddenwaard). Het project kan ook een educatieve en recreatieve functie hebben. Het is een mooi
voorbeeld van de triple P-gedachte van People, Planet en Profit.
Thema’s: waterberging, natuurontwikkeling, economie, educatie, recreatie
3.2.7 Project Natuurlijke kadeversterking: twee vliegen in één klap
Waterveiligheid is een belangrijk thema. Het waterschap heeft aanzienlijke opgaven met betrekking
tot robuuste watersystemen. Met het waterschap, de provincie, agrariërs en natuurorganisaties zal
in dit project worden onderzocht hoe kadeversterking van de boezems kan worden gecombineerd
met groenblauwe ambities, recreatieve mogelijkheden, biomassateelt en versterking van de
natuurwaarden. Zo nodig zal ook Stichting Kavelruil worden betrokken.
Thema’s: waterkering + natuurontwikkeling + recreatie
3.2.8 Project Beheerconvenant: pilotproject voor ecologisch beheer van natuur
Naast het ontwikkelen van natuur is ook het beheer van natuur van belang. Diverse partijen in de
streek zouden graag met grondeigenaren en/of terreinbeherende organisaties een pilotproject
opstarten om de mogelijkheden van ecologisch natuurbeheer te onderzoeken. Daarvoor zal worden
nagegaan of het mogelijk is een convenant af te sluiten tussen betrokken partijen, zoals Provincie
Zuid-Holland, Waterschap Rivierenlanden en gemeenten voor het duurzaam beheer van het
Blauwzaam Lint voor een proefperiode van 5 jaar.
Thema’s: natuurbeheer
10
4.
Duurzame organisatie
4.1
Sturingsfilosofie
Het ontbreekt de partners in de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden niet aan ambitie. Toch
onderkennen de deelnemende organisaties aan de groenblauwe gebiedsdeal dat de uitvoering soms
effectiever kan. De samenhangende opgaven, waarin onder meer recreatie, duurzame energie,
natuurontwikkeling en wateropgaven samenkomen, vragen om een meer gemeenschappelijke
p .
‘E
p
v ’
gemaakt. Met deze gebiedsdeal wordt daaraan een stevig vervolg gegeven.
Een vernieuwde en verdergaande samenwerking past bij deze tijd. Ondernemers maken steeds meer
werk van maatschappelijk verantwoord ondernemen, maatschappelijk organisaties nemen een
steeds grotere verantwoordelijkheid en overheden zijn steeds meer afhankelijk van hun private en
maatschappelijke partners voor uitvoering van voorheen publieke kerntaken. Uitnodigingsplanologie
en coalitievorming zijn veel gehanteerde begrippen. De nieuwe sturingsfilosofie van de provincie laat
ook veel meer ruimte voor maatschappelijk initiatief en ondernemerschap. De energieke
samenleving fungeert idealiter als motor voor realisatie van de provinciale doelen. De provincie wil
‘
v
v
’
p
.
v
v .
samenwerking tussen de partners bij de gebiedsdeal moet op twee niveaus vorm krijgen: op
programmaniveau en op projectniveau.
4.2
Programma-organisatie: een brede gebiedscoalitie
De partners bij de gebiedsdeal voelen zich samen verantwoordelijk voor het realiseren van een
p
. E v
v
’
(recreatie en toerisme, natuur en landschap, waterberging en waterkering, duurzaam
energiegebruik) willen ze – samen met de andere organisaties - vorm geven aan de uitvoering
daarvan. Samen vormen deze partijen een gebiedscoalitie. Het vertrekpunt en de basis voor de
samenwerking worden gevormd door de gebiedsdeal.
De partijen komen regelmatig bijeen om gezamenlijk te bepalen welke projecten worden opgestart
om de ambities te realiseren en om de voortgang van de lopende projecten en het doelbereik
daarvan te bespreken. Iedere organisatie wordt door een persoon vertegenwoordigd die het
mandaat krijgt om namens zijn/haar organisatie vooruitgang te boeken. De bijeenkomsten van de
gebiedscoalitie zijn geen uitwisselingsmomenten van individuele standpunten; de gezamenlijke
opgave staat centraal en er wordt vanuit een positieve grondhouding gewerkt aan het versnellen van
projecten en het wegnemen van knelpunten. De organisaties vormen samen de motor van het brede
programma en bewaken de samenhang en voortgang. In het verkenningsproces dat vooraf is gegaan
‘p
’v
energieke manier is om kansen te verkennen en gezamenlijk tot een integrale regionale agenda voor
korte en langere termijn te komen.
‘
pp ’
geïnstitutionaliseerde vorm van samenwerking. Dat is niet nodig om snel tot resultaten te komen en
het levert bovendien onnodige overhead waarvan de kosten beter in de uitvoering van projecten kan
.
p
v
‘
’ v
v
samenwerking tussen betrokken partners op basis van een gemeenschappelijk kader bijzonder
effectief kan zijn.
4.3
Projectenorganisatie: effectieve uitvoeringsorganisaties op maat
De uitvoering van de projecten wordt anders georganiseerd. Per project wordt een effectieve
uitvoeringsorganisatie opgetuigd. Vaak zal er al sprake zijn van een initiatiefnemer die de uitvoering
van het project oppakt. Voor ieder project wordt bepaald of er al een trekker is, of dat deze nog
11
moet worden aangewezen. De organisaties die betrokken zijn bij de gebiedsdeal kunnen maar
hoeven niet per se bij de uitvoering van projecten betrokken te zijn. En bij ieder project kunnen ook
andere dan de betrokken organisaties trekker zijn of deel uitmaken van een projectteam. Soms zal
een project vragen om een uitgebreid team van betrokkenen, soms om een of twee organisaties of
personen die het project kunnen realiseren. Dat is per project maatwerk.
4.4
Dynamiek, flexibiliteit en vertrouwen
v
v
‘
’v
.
p
nemen gezamenlijk verantwoordelijkheid voor het realiseren van gezamenlijke doelen. We willen
netwerkend werken via een publiek-privaat-maatschappelijke coalitie, vanuit het besef dat deze
vorm van samenwerking de partners verder brengt dan wanneer ieder voor zich opereert. Deze
organisatievorm sluit ook aan op het uitgangspunt van Europa achter Community Led Local
Development in de volgende fase van plattelandsontwikkeling 2014-2020. Zo samen werken vergroot
de dynamiek in de regio maar het vraagt om durf van de deelnemers om te participeren in
initiatieven van andere partijen. En het vraagt om flexibiliteit en vertrouwen. De deelnemers aan de
gebiedsdeal hebben dat vertrouwen omdat we ervan overtuigd zijn dat we (alleen) op deze wijze
samen effectief vorm kunnen geven aan de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden als duurzame topregio.
En daar gaan we voor!
12
Bijlagen bij de groenblauwe gebiedsdeal Alblasserwaard-Vijfheerenlanden
13
Bijlage 1: Doelenboom groenblauwe gebiedsdeal
14
Bijlage 2: Financieel overzicht projecten korte-termijn (fase 1)
Nader uit te werken
15
Bijlage 3: Regionale uitvoeringsagenda: groslijst projecten
Kwaliteitsimpuls provinciale recreatiegebieden (Kippenbos, Kraaienbos,
Slingelandse Plassen)
Kwaliteitsimpuls recreatienetwerk Baanhoek / Tolsteeg (i.c.m.
Waterdriehoek, Alblasserpoort)
Waterberging Ameide / Lexmond met recreatie, waterwinning
Kwaliteitsimpuls dubbele kades Ottoland-Goudriaan
Herinrichting havengebied en versterking recreatie Nieuwpoort
Waterbergingsopgave Sliedrecht
Controleren en herstellen en verbinden wandelroutes (Tiendwegenroute,
bestaande lokale routes)
Recreatieve kanoroute
Toeristische objectbebording
Digitale kaart t.b.v. ontsluiting recreatieve informatie
NME: bundeling en ontsluiting van informatie omtrent
p
’
(tijdelijke) natuurontwikkeling op ongebruikte gronden, mogelijk in
combinatie met biomassateelt
K
p S
v –
p
Kwaliteitsimpuls Zouweboezem
Kwaliteitsimpuls Merwedekanaal,
Kwaliteitsimpuls Schelluinse Vliet
Landgoed Ottoland (16 ha waterberging)
K
K
–S
v
Dijkverzwaring Schoonhoven - Lexmond
Robuuste verbinding Lek - Linge via Diefdijk met kavelruil
G
–S
Educatiecentrum Kinderdijk
Gebiedsmarketing m.b.v. Sterke Watermerken / Waterdriehoek / iconen
Smoutjesvlietlanden
Behoud van kwellandjes bij dijkverzwaring
Verbinding Ottoland met Ooievaarsdorp
Verbinding Ottolandse idylle met Molenkade
Kwaliteits- en belevingsimpuls Laarzenpad Station Leerdam tot station
Arkel
Verbinding wandelroute Zouweboezem met wandelroute Lek en
uiterwaarden
Verbinding wandelroute Zouweboezem met Ameide
Kavelruil Nederwaard/Schoonenburg
Ontwikkeling Achterwaterschap / Molenkade
Ontsluiting en verbinding Station Leerdam met Diefdijk
Vergroening bedrijventerrein Nieuw Schaik
Bijenlint met verschillende uitbreidingen (Gorinchem, Zederik,
Giessenlanden)
16
er
in
-k
er
be
W
at
rz
am
e
en
rg
in
g
en
er
gi
e
ch
ap
la
nd
s
Du
u
n
re
Na
tu
u
Re
cr
ea
tie
&
to
er
i sm
e
g
Hieronder is een longlist weergegeven van projecten die mogelijk voor een volgende fase van de
gebiedsdeal in aanmerking komen:
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Bijlage 4: aanvullende financieringsbronnen (fondsen)
Er zijn verschillende fondsen waar de regiopartners bij de beschreven ontwikkelingen gebruik van
kunnen maken. Deze fondsen zijn met name interessant voor de projecten op de longlist. De
belangrijkste zijn hieronder weergegeven.
GLB EN POP
Twee pijlers
Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) speelt een belangrijke rol bij de financiering van het
landschapsbeheer. In de toekomst ontvangen alle boeren een vast bedrag per hectare uit de eerste
pijler van het GLB, de zogeheten ‘
’. Naast deze individuele inkomensondersteuning uit de
eerste pijler kunnen boeren ook in aanmerking komen voor bijdragen via de tweede pijler van het
GLB, uitgewerkt in het Platteland Ontwikkelings Programma (POP). Daarbij gaat het onder andere om
subsidies voor behoud van de kwaliteit van natuur en landschap aan collectieven in de vorm van
Agrarische Natuurverenigingen (
’ ). Deze collectieven van boeren en andere grondeigenaren
sluiten daarvoor contracten met betreffende provincies. Dienst Regelingen van EZ treedt op als
betaalorgaan naar de collectieven. De collectieven sluiten zelf beheercontracten af met individuele
boeren.
Budget
Het nieuwe GLB treedt op 1 januari 2015 treedt in werking , voor een periode van vijf jaar. Via de
eerste pijler komt voor Nederland jaarlijks ca. € 750 miljoen beschikbaar, via de tweede pijler (POP3)
ca. € 87 mln. De verdeling over de provincies ligt nog niet vast, dus het is ook nog niet bekend welk
budget beschikbaar komt voor de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden.
Nieuwe systematiek en uitvoeringsorganisatie
De nieuwe systematiek van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer, waarbij de agrarische
natuurverenigingen een spilfunctie vervullen tussen overheid en individuele boeren, is nog volop in
ontwikkeling. Streven is om de overhead terug te brengen van 40% naar 20%, zodat meer geld
beschikbaar komt voor het feitelijk beheer. De afgelopen jaren zijn vier pilots uitgevoerd, onder meer
in de Nationaal Landschappen Noardlike Fryske Wâlden en Winterswijk, gebieden met een enigszins
vergelijkbare opgave als die in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden.
Uitgangspunt van de nieuwe systematiek is dat een collectief van één of meerdere
’ een
contract afsluit over het beheer van het gebied, op basis van een gebiedsaanvraag. De
gebiedsaanvraag moet invulling geven aan gebiedsspecifieke natuur- en landschapsdoelen en moet
voldoen aan randvoorwaarden die door het Ministerie van EZ en de provincie worden bepaald. De
provincie beslist of de offerte wordt gehonoreerd en welk budget beschikbaar komt: daarover is van
te voren dus geen zekerheid. Het budget betreft een periode van vijf jaar. Momenteel wordt
onderzocht ook afspraken mogelijk zijn voor een langere periode (bijv. 30 jaar). Om de overhead te
reduceren wordt gedacht aan een schaalgrootte van de collectieven van ca. 60.000 hectare. In de
praktijk betekent dit dat bestaande
’ moeten fuseren of samenwerken. Veel
’ zijn hier al
mee bezig en werken aan de opzet van een professionele uitvoeringsorganisatie.
Kansen voor de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden
Denkbaar is om een gebiedsaanvraag voor de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden onderdeel te laten
zijn van een breder ‘
’. In de Noardlike Fryske Wâlden wordt hier al mee gewerkt. Dit
betekent dat niet alleen gekeken wordt naar de traditionele agrarische natuurbeheertaken
(weidevogels, slootkanten etc.), maar dat een integrale visie wordt gegeven op het toekomstig
beheer van het gebied en een relatie wordt gelegd met onderwerpen als duurzame energie,
milieukwaliteit, toerisme en recreatie, streekproducten, educatie, etc. Een dergelijk gebiedsidee kan
17
samen met andere stakeholders en overheden in het gebied worden opgesteld. De gebiedsdeal kan
hiervoor de basis vormen.
EFRO
Naast POP3, dat ge(co)financierd wordt met Europese gelden, worden momenteel voor de nieuwe
programmaperiode 2014-2020 p
’ geformuleerd voor het Europese Fonds voor Regionale
Ontwikkeling (EFRO). Deze p
’ richten zich primair op innovatie in een aantal van te voren
vastgestelde sectoren. Agrofood en Health en Energie zijn mogelijk interessante
’ voor de
regio. Centraal in het EFRO-programma staan de verschillende fasen van het innovatieproces. Het
richt zich op ondersteuning van clustervorming en netwerken, het ondersteunen van de ontwikkeling
van business cases en marktintroducties via onder andere ‘ v
’ en proeftuinen, en via het
stimuleren van de rol van de overheid als launching customer.
INTERREG
Onder EFRO worden ook de grensoverschrijdende p
’ gefinancierd. Ook dit programma is
nog in ontwikkeling. Het INTERREG-programma zal zich richten op innovatie (wellicht ook in de
toeristische sector), energie, waarbij met name de
’ ‘
y’ en ‘
ë
’ aanknopingspunten kunnen bieden voor de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. De derde
prioriteit onder INTERREG zal echter de meeste kansen bieden voor de regio: grensoverschrijdende
investeringen in natuur en milieu, met aandacht voor weidevogels, waterbescherming en
bescherming van grensoverschrijdende natuurlijke leefomgeving.
LIFE+
Het Life+ programma financiert pilotprojecten op het gebied van natuurbeheer en biodiversiteit op
agrarische graslanden en vogels. Op deze onderwerpen biedt het potentieel kansen voor de
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden.
Overige financieringsmogelijkheden
Naast de hierboven genoemde Europese en nationale fondsen, kan aanvullend een beroep worden
gedaan op andere landelijke of regionale fondsen en p
’ . Daarbij zijn de volgende fondsen
de moeite van het verkennen waard: Prins Bernard Fonds, Fonds 1818, Oranjefonds (betrokkenheid
bezoekers), Groen Doet Goed (IVN, natuur en gezondheid), Stichting Doen, Heidemijfonds, Rabo
stimuleringsfonds en ANWB fonds. Verder kan worden ingezet op maatschappelijke financiering via
crowdfunding of inzet ‘
’ door bewoners, scholen.
18