Groenblauwe gebiedsdeal Alblasserwaard-Vijfheerenlanden Samen werken aan een duurzame topregio Juni 2014 De gebiedsdeal is een deal tussen ondernemers, maatschappelijke organisaties en overheden in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. Deze verkenning is mede mogelijk gemaakt met steun van de provincie Zuid-Holland. Verkenning gebiedsdeal: Rolia Wiggelinkhuijsen en Gerard de Winter, Stichting Blauwzaam Grafische vormgeving: Esther Dijkstra, Estrelas Fotografie voorzijde (paginabrede foto): Chris Fawcett Versie: 2014061002 1. Aanleiding De Alblasserwaard-Vijfheerenlanden bruist. Diverse netwerken en organisaties werken met veel ambitie aan projecten op het gebied van onder meer landbouw, water, natuur, duurzaamheid, recreatie, toerisme en leefbaarheid. Er is een grote mate van betrokkenheid bij het bedrijfsleven, overheden, maatschappelijke organisaties en – vooral ook – bewoners en vrijwilligers. Die betrokkenheid uit zich niet alleen in woorden en goede bedoelingen, maar ook in een concrete aanpak. Een mooi voorbeeld hiervan is de oprichting van de Gebiedscoöperatie Alblasserpoort eerder dit jaar. Met onderliggende nieuwe gebiedsdeal willen Duurzaam Ondernemersnetwerk Blauwzaam, Ondernemingsorganisatie VNO-NCW Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, Agrarische -Vijfheerenlanden, de samenwerkende gemeenten in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, Waterschap Rivierenland, Oasen, Stichting Werelderfgoed Kinderdijk en Provincie Zuid-Holland uitvoering geven aan hun gezamenlijke groenblauwe ambities. De basis voor deze concrete gebiedsdeal is gelegd tijdens een gebiedsbijeenkomst op 15 april 2014. Tijdens deze bijeenkomst bleek er bij publieke, private en maatschappelijke partners en vrijwilligers veel energie en enthousiasme te zijn om op korte termijn een extra stevige impuls te geven aan hun gezamenlijke groene en blauwe ambities. De vorm van de gebiedsdeal is gekozen omdat dit voor Provincie Zuid-Holland een beproefd middel is om provinciale doelen en gebiedsdoelen in samenhang te realiseren en daarbij middelen vanuit het provinciale Uitvoeringsprogramma Groen te koppelen aan middelen en betrokkenheid vanuit het gebied zelf. De volgende paragrafen bevatten de elementen van de gebiedsdeal. Paragraaf 2 bevat het c v v h ’. Paragraaf 3 geeft de regionale uitvoeringsagenda weer alsmede de projecten die op korte termijn kunnen worden opgestart. In paragraaf 4 wordt de organisatie beschreven waarmee de gebiedsdeal ten uitvoer wordt gebracht. De bijlagen bevatten een doelenkaart, een overzichtskaart van de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden met de beoogde projecten, een investeringsprogramma, een samenvattend overzicht van de gebiedsdeal, een groslijst van aanvullende projecten die in de komende jaren kunnen worden uitgevoerd en een overzicht van bestaande fondsen om aanvullende financiering te werven. 1 2. Groenblauw perspectief 2.1 Raakvlak bestaande visies Er zijn diverse visies opgesteld voor de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Diverse organisaties van Blauwzaam tot Den Hâneker en van de gemeenten tot Waterschap Rivierenland - hebben een toekomstbeeld waarbij de leefbaarheid en duurzaamheid van het gebied centraal staan. Een aantal visies is in nauwe samenwerking tot stand gekomen. De belangrijkste worden hieronder genoemd. De regiogemeenten hebben in hun V 2030 (‘ v ’) ch v h z aan de toekomst van de regio. De regio moet zich onder meer ontwikkelen tot een kenniscentrum voor duurzaamheid en innovatie en tot een volwaardige regio op het gebied van recreatie en .‘ j v h ch . z j basis van de kracht, kennis en kunde die er binnen het gebied aanwezig is, de uitdagingen van de j .’ Ook Waterschap Rivierenlanden hecht grote waarde aan duurzaamheid. Middels het klimaatakkoord streeft het naar de duurzame opwekking van 40% van het energieverbruik in 2020. Een ketenakkoord vertolkt de ambitie om een duurzame markt te creëren waarin zoveel mogelijk her te gebruiken fosfaatstromen op een milieuverantwoorde wijze in de kringloop worden teruggebracht. Het waterschap helpt bovendien andere partijen bij het realiseren van duurzame projecten. Met het oog op het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid pleit het waterschap daarnaast voor een beleid dat de overgang versnelt naar landbouwsystemen die een concurrerende voedselproductie kunnen combineren met een kleinere impact op het milieu en efficiënt gebruik van grondstoffen. En uiteraard werkt het waterschap aan innovatieve oplossingen voor waterkering en -berging, gekoppeld aan bijvoorbeeld hittebestrijding, drinkwaterbesparing, rietteelt en biomassateelt. Het Gebiedsplatform Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, waarbij veel maatschappelijke organisaties zj h h v v v ‘S z ’. v c : (1) koesteren en ontwikkelen van de landschappelijke en cultuurhistorische kernkwaliteiten en de natuurwaarden, (2) stimuleren van nieuwe vitaliteit in de dorpen en verder ontwikkelen van recreatieve bedrijvigheid en (3) ondersteunen van de agrarische economie in het ontwikkelen van nieuwe perspectieven. Deze opgaven wil zij door samenwerking realiseren. I 2013 h v h h ‘Ec ch ch ch v ’ ondertekend1. Daarmee willen de ondertekenaars uitdrukking geven aan hun wens meer samen te werken om de potentie van de Alblasserwaard- j h v z v ‘h ’. E v c j ch ‘ c ’. E drijvende kracht, betere verbindingen tussen stad en platteland en betere leefbaarheid en sociale c h v h zj j h ’. creëren door kennis te koppelen, kruisbestuiving tussen partijen te bevorderen en meer integrale projecten in het gebied op te starten. Die wens geldt ook voor de nieuwe partners die bij de onderliggende gebiedsdeal zijn betrokken. Het doel van het hier beschreven perspectief is niet om een nieuwe visie te ontwikkelen. Doel is om het raakvlak te benoemen van al eerder geformuleerde visies, met name toegespitst op een aantal h ’. h d onder een breed gedragen gebiedsaanpak die tot een stevige uitvoeringsimpuls moet leiden. Deze gebiedsdeal is dan ook een gezamenlijke en breed gedragen uitwerking van de hierboven genoemde visies en beleidsplannen in heel concrete projecten. 1 Ondertekenaars: samenwerkende gemeenten AV, samenwerkende Drechtsteden, Ondernemingsorganisatie VNO-NCW AV, AOC Wellantcollege, Agrarische Natuur Vereniging Den , Stichting Blauwzaam en Gebiedsplatform AV. 2 2.2 Perspectief: de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden als duurzame topregio De regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden bevindt zich op het snijvlak van Groene Hart en Zuidvleugel. De regio is georiënteerd op de Drechtsteden, maar er zijn ook duidelijk relaties met Utrecht (het oostelijke deel van de regio) en Noord-Brabant (het zuidelijke deel van de regio). De combinatie van het open cultuurlandschap en de dynamische stedelijke omgeving geeft de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden een eigen karakter. De bijzondere landschappelijke kwaliteiten van de regio zijn onmiskenbaar: de hoge kwaliteit van het cultuurlandschap, de historische steden en lintdorpen, de rijke natuur, koeien, vogels, molens, gemalen, dijken en boerderijen. Daarnaast kent de regio andere kwaliteiten: de sociale cohesie en de innovatiekracht van het bedrijfsleven zijn sterk. De regio is en blijft een levendig gebied: er wordt gewoond, gewerkt, geleefd en gerecreëerd. De economische dynamiek, bedrijvigheid en innovatiekracht in het gebied zijn van levensbelang voor een duurzame toekomst van het gebied. Duurzaamheid is dan ook het sleutelwoord voor de regio. Een duurzame toekomst impliceert een balans tussen sociale duurzaamheid (people), ecologische duurzaamheid (planet) en economische duurzaamheid (profit). Schoon, mooi, zuinig, stil, aandachtig, gezond, betrokken, evenwichtig – en toch rendabel. De regio heeft alles in zich om koploper te worden op het gebied van duurzame ontwikkeling. Dat is de ambitie en dat vormt het perspectief. 2.3 Thema’s De provinciale doelen sluiten nauw aan op de doelen van de partijen in het gebied. Samen kan daadwerkelijk werk worden gemaakt van de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden als duurzame topregio. Om dat te realiseren, willen de deelnemende partijen aan de groenblauwe gebiedsdeal v h v h ’. h ’ z j : (1) recreatie en toerisme, (2) natuur en landschap, (3) duurzaam energiegebruik en (4) waterkering en waterberging. z h ’ h beschreven. 2.3.1 Recreatie en toerisme De recreatieve sector is in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden een economische sector van betekenis. De totale werkgelegenheid die voortvloeit uit de toeristisch-recreatieve bestedingen (waaronder logies, horeca, detailhandel, entree en vervoer) in Alblasserwaard-Vijfheerenlanden komt uit op ruim 2.200 FTE. Het aantal banen bedraagt tussen de 2.800 en 3.300, ongeveer 4% van de totale werkgelegenheid. De regio heeft ook een aantrekkelijk aanbod voor toeristen en recreanten. De regio maakt deel uit van een bijzonder Nationaal Landschap, Het Groene Hart, en herbergt met de molens van Kinderdijk een uniek en wereldwijd bekend Werelderfgoed. Toch is de trend niet positief: de toeristisch-recreatieve bestedingen zijn de afgelopen jaren afgenomen. De daling van toeristisch-recreatieve bestedingen in de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden bedraagt in de periode 2007 - 2011 12% (van € 193 j naar € 171 j ).2 Een van de provinciale en regionale doelen is dan ook de toename van recreatie in het groen. Dat moet onder meer worden bereikt door een samenhangend en gedifferentieerd recreatief aanbod, een kwaliteitsslag van de bestaande groengebieden, versterking van de stad-landverbindingen en een goede marketing van de regio. Opgaven daarbij zijn een betere aansluiting bij de behoeften van gebruikers en betere ontdekkingsmogelijkheden en beleving van het agrarisch gebied (verbrede landbouw, wandel- en fietsgebied). Belangrijk is het creëren van een aantrekkelijk recreatief routenetwerk vanuit de verstedelijkte gebieden met betere voorzieningen (rust-, picknick- en horecafaciliteiten), meer en gemakkelijk bereikbare en herkenbare startlocaties (TOP’s), betere benutting van het cultureel erfgoed en het verbinden van toeristische iconen. Dat biedt ook de basis voor de ontwikkeling van arrangementen en gebiedsmarketing. Van belang daarbij is om de kleinschaligheid en het unieke stiltekarakter van het gebied te waarborgen en aan te prijzen als bijzondere waarde. 2 ‘Ec ch c ’( Z -Holland Zuid, 2012). 3 Een grote kans is een betere en duurzame benutting van Werelderfgoed Kinderdijk als westelijke poort en van Glasstad Leerdam als oostelijke poort van de regio. Er is de afgelopen jaren hard gewerkt aan nieuwe voorzieningen die de attractieve waarde van Kinderdijk blijvend vergroten en het Werelderfgoed kent stijgende bezoekersaantallen. Door (onder meer) de aanleg van een steiger v W jK j ’ v v c ch j in te breken is de verwachting dat deze trend zich zal voortzetten. Het versterken van de toegangspoorten naar de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden en het opwaarderen van de recreatieve routes vanuit de poorten naar het achterland is een uitgelezen kans om bezoekers ook de prachtige omgeving in de rest van de regio te laten ervaren. Er liggen diverse kansen om poorten te ontwikkelen, waarbij y ’ (zoals de Waterdriehoek) mogelijk is. Verbeterde toegangspoorten (zoals vanuit Kinderdijk, Leerdam, Gorinchem en de Drechtsteden) en het opwaarderen van de recreatieve routes vanuit de poorten naar het achterland bieden kansen voor een frequenter én langer verblijf van recreanten in de streek. Zo ligt een verbinding van de molenroute vanuit Kinderdijk met de Glasroute van Leerdam en Hollandse Waterlinie door actualisatie en verbetering van fiets- en wandelroutes voor de hand. Ook een verbinding van het Recreatief Knooppunt Sliedrecht met recreatieve routes in gemeente Molenwaard en van Nieuwpoort naar Gorinchem (Oude Hollandse Waterlinie) bieden kansen. 2.3.2 Natuur en landschap De instandhouding en het beheer van de bijzondere natuur en het zo kenmerkende landschap is niet vanzelfsprekend. Met de beëindiging van de ILG-bestuursovereenkomsten in november 2012 en de wijziging van de Wet Landelijk Gebied is een aantal beleidsdoelstellingen en budgetten komen te vervallen. Landschapsbeheer Zuid-Holland heeft haar activiteiten beëindigd. De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is herijkt en daarmee kleiner geworden en de biodiversiteit neemt af. Terreinbeherende organisaties zoeken naar nieuwe manieren om beheer vorm te geven en ‘verdienmodel’ ‘ c ’ z j inmiddels modewoorden. Binnen dat krachtenveld ligt er voor de partners in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden de uitdaging om de natuurwaarden te versterken en het kenmerkende landschap in stand te houden. Toch leent de regio zich voor het versterken van natuurwaarden en het remmen van afname van bi v .J h ’ jv c waterberging, kan natuurontwikkeling worden versterkt. Door bij waterbergingsprojecten, dijkverzwaringen of kadeversterkingen en op voorlopig niet te ontwikkelen locaties en braakliggende terreinen natuurontwikkeling plaats te laten vinden, kan een lint van beleefbare, al dan niet tijdelijke natuur ontstaan waarmee zelfs de (herijkte) EHS-doelen kunnen worden gerealiseerd. Voor het versneld ontwikkelen van EHS is ook het bestemmen van de recreatiegebieden waarbij de provinciale betrokkenheid wordt afgebouwd als beleefbare natuurgebieden een mogelijke oplossing. Dat vraagt wel om een deal waarbij deze gebieden tegen lage (of geen) kosten worden overgedragen, zodat de focus kan worden gelegd op langdurig beheer. Bijzonder interessant zijn de gebieden rond Kinderdijk, Zouweboezem en Sliedrecht. Hier komen diverse ambities en partijen samen. Dit maakt synergie, co-creatie en kruisbestuiving mogelijk. Daarbij is samenwerking met de terreinbeherende organisaties en/of particulieren van belang. Die moeten ruimte krijgen voor bredere exploitatiemogelijkheden via bijvoorbeeld biomassa of recreatievoorzieningen. Ook het aanplanten van rietlanden is een vorm natuurontwikkeling waarvan het beheer exploitabel is. Voor de ontwikkeling en instandhouding van waardevolle en aantrekkelijke agrarische landschappen is een blijvend gezonde positie van de landbouw van groot belang. Werken aan een gezonde economische basis voor de grondgebonden landbouw is daarbij een van de opgaven. Dat kan in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden onder meer vorm krijgen door het realiseren van maatschappelijke diensten, verbrede landbouw en systeeminnovaties zoals blauwe diensten en rietteelt. Ook het bevorderen van (de beleving van) de cultuurhistorische waarde en kwaliteit van het landschap is een kans. Het ontwikkelen van een regionale aanpak op het gebied van agro & food biedt kansen voor 4 innovatie en werkgelegenheid. Een sterkere verwevenheid tussen agrarische economie en ecologie door agrarisch natuurbeer draagt bij aan de zorg voor het landschap en biodiversiteit en aan recreatieve belangstelling vanuit de steden. En de kwaliteit van het landschap bepaalt mede de inkomenskansen voor de recreatiesector. Ook een efficiënte inzet en verdeling van middelen van het nieuwe stelsel agrarisch beheer zou door middel van betrouwbare gebiedscollectieven en de ervaring met deze gebiedsdeal gegarandeerd kunnen worden. 2.3.3 Duurzaam energiegebruik De regio wil in 2030 energieneutraal zijn. Ook het Waterschap en Provincie Zuid-Holland hebben ambitieuze doelstellingen met betrekking tot duurzaam opgewekte energie. Ondernemers, bewoners, instellingen en overheden werken al aan energiebesparing. De energieconvenanten die door Stichting Blauwzaam worden gesloten met publieke en private partijen vormen een zeer inspirerend voorbeeld dat tot over de regiogrenzen wordt uitgedragen. Het succes hiervan blijkt uit het feit dat alle ondertekenaars van deze gebiedsdeal tevens participanten in energieconvenanten zijn. Ook het initiatief MijnDakJouwDak spreekt tot de verbeelding. Bij dit concept worden kleinschalige coöperaties opgericht rond agrarische bedrijven met zonnedaken. Daarnaast bieden warmte-koudeopslag, energie door middel van waterkracht en grondwaterwarmte regionale kansen. Onlangs is door lokale initiatiefnemers Energiecoöperatie De Knotwilg opgericht om de opwekking van duurzame energie te versnellen. Een grote kans voor de regio is de oprichting van een biomassacentrale. Uit diverse onderzoeken blijkt dat er relatief veel biomassa in de regio aanwezig is en dat er kansen zijn voor een regionale biomassaketen.3 Met een biomassacentrale kan aan het beheer van nieuwe of bestaande natuur een economische functie worden gegeven: snoeihout van knotwilgen en ander natuurlijk afval kan z .Z ’ structureel en op regionaal niveau worden georganiseerd en gedijt bij een nauwe samenwerking. Een biomassacentrale kan een eerste zj v ‘ c y’. De nabijheid van het Rotterdamse havenindustrieel complex biedt interessante perspectieven om grondstoffen te verbouwen die in grootschalige productieketens kunnen worden benut. 2.3.4 Waterkering en waterberging Waterkering en waterberging z j h ’ j z c veel aandacht zullen vragen. De klimaatveranderingen en de beslissingen vanuit het Deltaprogramma Rivieren vragen om duurzame ingrepen om de waterveiligheid van de regio te vergroten. Inzake de primaire waterkering is inmiddels duidelijk geworden dat bepaalde dijkvakken versterking h v . v h zj zj j ’ groot. Daarbij speelt het zoeken naar ‘ v ’ een belangrijke rol. Meerlaagsveiligheid richt zich op het beperken van de gevolgen bij een onverhoopte calamiteit door preventie (zoals dijkversterking en rivierverruiming), ruimtelijke planning en doordachte bouw en rampenbeheersing en evacuatie. Ook regionale keringen behoeven de nodige aandacht. Hier wordt voornamelijk gestreefd naar integrale ontwerpen. Wat waterberging betreft: er liggen kansen om de ontwikkeling van waterbergingsgebieden te combineren met natuurontwikkeling en uitbreiding van recreatiemogelijkheden. Zo kunnen ook deze maatregelen op het gebied van waterveiligheid bijdragen aan de (be)leefbaarheid van de regio. Het is bovendien interessant om de mogelijkheden te onderzoeken de waterbergingsopgaven te koppelen aan inundatiegebieden van de Oude Hollandse Waterlinie, zodat dit historisch erfgoed kan worden versterkt. 3 j ‘B energiebron voor de Alblasserwaard- j h jh ’ (CCS 2013). ’ (C K 5 2010) ’ (Ec y 2011) ‘B ‘B z - 2.4 Netwerken, linten en lijnen h v h ’ c j vormen, maar juist een samenhangend geheel vormen van waaruit projecten te benoemen zijn die h ’ j .E j zj h pgaven die vragen om netwerken van linten en lijnen die over elkaar heen kunnen worden gelegd. Het netwerk van natuur en landschap, het recreatieve netwerk, het energienetwerk en het waternetwerk raken elkaar op verschillende plekken en maken interessante koppelingen en kruisbestuivingen mogelijk. Deze netwerken van linten en lijnen beslaan de hele regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Dat maakt spreiding van projecten en van recreanten mogelijk, zodat de rust en de ruimte (kenmerkend voor de streek) gewaarborgd kunnen worden. Eén lint van oost naar west, van Kinderdijk tot Leerdam, fungeert voor deze gebiedsdeal als motor van de geformuleerde ambities. Dit lint, dat h ‘B z L ’, moet een robuuste en kleurrijke verbinding vormen tussen natuurrijke, vernieuwende en/of duurzame initiatieven. Dit lint kan als aanjager en inspirator dienen, niet alleen voor projecten binnen onderliggende gebiedsdeal maar ook voor nieuwe projecten in een mogelijke volgende gebiedsdeal. De ontwikkeling is een initiatief van Stichting Blauwzaam en de Nationale Bomenbank. Inmiddels doen vele partijen mee en wordt het lint echt iets van de streek, iets dat we gezamenlijk creëren. Voor de ontwikkeling van het lint kan wellicht ook de expertise van de Stichting Kavelruil worden ingezet. Deze stichting brengt in beeld of er partijen zijn die gronden in willen brengen en of er partijen zijn die gronden zoeken. Primaire insteek is versterking van de agrarische structuur, maar ook andere doelen kunnen worden gekoppeld. 6 3. Regionale uitvoeringsagenda 3.1 Gebiedsdeal in fasen: flexibel en effectief Vanuit het hiervoor uitgewerkte perspectief willen de deelnemers aan de gebiedsdeal de komende jaren werken aan diverse projecten. Voor een deel van deze projecten is het nu nog te vroeg om de uitvoering te starten. Het plan van aanpak van deze projecten is nog niet voldoende uitgewerkt of de financiering is nog niet rond. Wel is het de bedoeling dat in het najaar een aantal van deze projecten zodanig is uitgewerkt dat ze kunnen worden opgenomen in de volgende gebiedsdeal. Dat is ook het karakter van de gebiedsdeal: een flexibele regionale uitvoeringsagenda waarin toekomstige projecten kunnen worden ingepast. Zo kan worden ingespeeld op de actualiteit en kan effectief op de uitvoering worden gestuurd. In de bijlage is een groslijst weergegeven van de projecten die tijdens de verkenning van onderliggende gebiedsdeal zijn geïnventariseerd en voor een volgende actualisatie in aanmerking komen. 3.2 Projecten fase 1: motoren van de gebiedssamenwerking Een aanzienlijk j c . z j c v ‘ j ’v de groenblauwe gebiedsdeal voor de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Deze projecten willen de regiopartners versneld opstarten en de motor laten vormen voor andere ontwikkelingen en voor de vorming van een sterkere gebiedssamenwerking. Daarbij is bewust gezocht naar een gemêleerd pakket aan projecten en meekoppelkansen die in brede zin h ’ j v ’ v . Zo omvat het pakket ‘ - ’-initiatieven voor natuurontwikkeling en –beheer en stevige aanzetten tot de vorming van een robuust wandelroutenetwerk, is er sprake van co-creatie en retro-innovatie (rietteelt) door publiek-private samenwerking, worden landschappelijke en cultuurhistorische waarden versterkt en worden openingen gecreëerd naar vervolgprojecten voor de langere termijn. De projecten worden hieronder kort beschreven. De financiële onderbouwing van deze projecten is in de bijlagen weergegeven. 3.2.1 Project 1: Toegangspoort Kinderdijk: fluitend de streek in Om de recreatie in de regio te versterken, ligt het voor de hand om Werelderfgoed Kinderdijk als toegangspoort tot de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden verder te ontwikkelen. Diverse partijen willen de vele bezoekers die jaarlijks Kinderdijk bezoeken verleiden op de fiets of te voet de streek in te gaan. Hiervoor is een aantal maatregelen nodig, te beginnen bij het aanleggen van een natuurpad. Uit de bezoekersaantallen van Kinderdijk blijkt dat jaarlijks meer dan 400.000 tot 500.000 mensen door het gebied wandelen en fietsen. De aanwezige infrastructuur is daarvoor niet geschikt. Het fietspad wordt nu door zowel wandelaars als fietsers gebruikt. Dit leidt tot gevaarlijke situaties, opstoppingen en irritaties. Dit probleem wordt groter door de verwachte stijging van het aantal bezoekers door de aanleg van de stijger voor de Waterbus en riviercruisemaatschappijen. Daarom is het noodzakelijk om fiets- en wandelpad van elkaar te scheiden, een urgente, kostbare én kansrijke ingreep die onder meer vanuit (be)leefbaarheidsdoelen en veiligheid een forse impuls aan het Werelderfgoed geeft en meteen kansen biedt om natuurdoelen mee te koppelen. Zo kunnen fietsers en wandelaars op een ontspannen wijze de streek in. 3.2.2 Project 2: Toegangspoort Leerdam: groene en waterrijke verbindingen van stad naar land Met Glasstad Leerdam ligt ook aan de oostkant een prachtige toegangspoort tot de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. De stad trekt jaarlijks vele bezoekers (denk alleen al aan de 80.000 bezoekers aan het Nationaal Glasmuseum). Uit onderzoek blijkt dat deze bezoekers nauwelijks de streek in gaan om te recreëren. Men heeft vooral oog voor de diverse glasattracties. Ten aanzien van toerisme & recreatie ligt hier een uitdaging: hoe zorgen we ervoor dat het hoge bezoekersaantal dat Glasstad Leerdam jaarlijks trekt ook ten goede komt aan de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden? Het antwoord: laat de bezoekers van Glasstad Leerdam ter plekke ervaren wat er buiten de stad verscholen ligt, zodat ze nieuwsgierig worden en de streek in trekken. Oftewel: verbindt (glas)stad 7 met (achter)land en licht zo voor de bezoekers aan Glasstad Leerdam een tipje van de sluier op van de landschappelijke kwaliteit van de landelijke omgeving. De Gemeente Leerdam wil de verbinding tussen de (glas)stad Leerdam en haar achterland realiseren met vier projecten: a) Het Dijkpark wordt een landschappelijk en openbaar park met nadruk op de Linge en haar recreatieve mogelijkheden (bijv. aanlegsteigers voor kanovaarders in relatie tot de kanoroute die mogelijk in de volgende gebiedsdeal wordt opgenomen), met een Museumboomgaard en enkele met de natuur verweven speeltoestellen in de stijl van het Lingelandschap. b) Het Laarzenpad is een onverharde wandelroute die begint op de onlangs gerealiseerde verharde Vestingstedenroute (OHW). Het Laarzenpad is de vervolmaking van deze Vestingstedenroute, omdat het er voor zorgt dat wandelaars op een onverharde wandelroute beneden aan de Lingedijk kunnen wandelen. In een latere fase is het de bedoeling dat het Laarzenpad tot aan Gorinchem wordt aangelegd waarmee een onverharde wandelroute langs de Linge ontstaat die Toegangspoort Leerdam ook met vestingstad Gorinchem verbindt. c) Het Liniepad wordt een natuurrijke groene, half onverharde wandelroute vanaf station Leerdam naar de Diefdijk en zorgt voor de verbinding tussen de onlangs gerealiseerde Vestingstedenroute, de Oude Hollandse Waterlinie en de Nieuwe Hollandse Waterlinie. d) Het Mini-Wiel Voorwaartsveld omvat h v j (‘ ’) v v v z L v met de Glasroute, het Dijkpark en het achterland. De historische dijkdoorbraken (wielen) in het achterland van Leerdam vormen de inspiratie voor de vorm en uitvoering van de waterberging. 3.2.3 Project 3: Polderroute “De kaden op de lanen in” De kades tussen de polders van Noordeloos, Goudriaan en Langerak nodigen uit tot wandelen. Ze hebben echter wel een kwaliteitsimpuls nodig, zodat de waarden van natuur, cultuurhistorie en beleving worden vergroot. De dubbele kade is historisch gegroeid, doordat inwoners van beide polders ieder een eigen kade bouwden. Van oudsher was er een watergang tussen beide kades, die in de loop der jaren is dichtgegroeid. Deze watergang herbergde hoge natuurwaarden doordat het niet in verbinding stond met het poldersysteem en gevuld was met gebiedseigen water. Dit project heeft als doel de oorspronkelijke watergang tussen beide kades te herstellen. Ecologen, archeologen en historici zullen de wetenswaardigheden van deze wandelroute in beeld brengen via een informatiepaneel zodat de belevingswaarde voor de bezoeker een extra impuls krijgt. De bezoeker krijgt zo een prachtige wandeling over de herstelde kade, waarbij de geschiedenis op boeiende wijze wordt verteld. Het project wordt versterkt door het h ch v j c ‘B z L ’ (onderdeel bijenlint). Het traject maakt bovendien onderdeel uit van cq sluit aan op het tracé van de voormalige of herijkte EHS (NNN) en andere regionale wandelroutes. De oorspronkelijke watergang tussen beide kades zal in etappes worden hersteld. 3.2.4 Project 4: Realisatie Laarzenpad Hoornaar Rondom Hoornaar ligt een aantal wandelpaden in het prachtige groen. Deze wandelpaden lopen langs de Giessen en komen onder andere langs de ‘Oudendijkse Molen’ bij Slingeland. Een aantal jaar geleden is er op het DirkIV-plein in Hoornaar een Toeristisch Overstap Punt (TOP) gecreëerd. Deze TOP is een kruising van diverse fiets- en wandelroutes, waarbij voldoende parkeergelegenheid is. Het is voor de inwoners van Hoornaar een grote wens om een laagdrempelig ‘Laarzenpad’ aan te leggen vanaf het DirkIV-plein naar de bestaande wandelroutes langs de Giessen. Hiermee wordt het wandelroutenetwerk vergroot en wordt de aansluiting tussen bestaande wandelroutes verbeterd. 8 3.2.5 Project 5: Groenbeleving in de polder tussen Ameide en Lexmond Tussen Ameide en Lexmond liggen gebieden met hoge natuurlijke, recreatieve en agrarische waarden, zoals het Natura 2000-gebied De Zouweboezem en de polder Achthoven. De gebieden zijn voorzien van (onverharde) wandelpaden, maken onderdeel uit van een recreatief wandelroutenetwerk en zijn daarmee bij uitstek geschikt voor een ultieme groenbeleving in de polder. Om het gebied nog aantrekkelijker te maken dienen de wandelroutes geoptimaliseerd te worden, met aandacht voor de onderlinge relatie en verbinding tussen beide paden en voor verbinding met de Oude Hollandse Waterlinie. Het doel is een sluitend netwerk van wandelpaden rond en tussen Ameide en Lexmond, waarmee de groenbeleving en het landschap rond beide kernen een impuls krijgt. 3.2.6 Project 6: De Zouweboezem, een vergeten slagveld In de zomer en het najaar van 1672 werd er stevig gevochten ten noorden en zuiden van de Lek. De sporen zijn nog steeds aan het landschap af te lezen. Met name Lexmond en Jaarsveld hadden het in het frontgebied zwaar te verduren. Sluizen en molencomplexen waren essentieel voor de ontwatering (of inundatie) van een gebied en dus van militair belang. Het gebied langs de Lekdijk bij Sluis (gemeente Zederik) biedt dan ook een aantal interessante objecten die verbonden zijn met de Oude Hollandse Waterlinie en de waterstaatsgeschiedenis van de Vijfheerenlanden, zoals zeven buitendijkse voormolens, en een waardevol cultuurlandschap. Helaas zijn al deze objecten ernstig verwaarloosd of verborgen in het landschap. Door een route te ontwikkelen en voorzieningen aan te brengen (infopanelen en picknickbank) wordt de recreatieve beleefbaarheid vergroot. Bovendien wordt het buitendijkse gebied met de waardevolle uiterwaarden, buitendijkse voormolens en het Sluise Gat ontwikkeld, behouden en beleefbaar gemaakt. 3.2.7 Project 7: Behoud biodiversiteit Hoog Dalem In Hoog Dalem moet er op basis van de ontheffing Flora en Fauna een waterrijk gebied worden ingericht als compensatie voor het leefgebied van de heidekikker en de grote modderkruiper, die door de ontwikkeling in Hoog Dalem worden verjaagd. Deze compensatie moet in het oosten van Gorinchem worden gerealiseerd. In eerste instantie zijn door de gemeente Gorinchem plannen gemaakt om de compensatie te realiseren in het plangebied Hoog Dalem of in het buitengebied van Gorinchem-Oost. Toen bleek dat de Dienst Landelijk Gebied al plannen aan het maken was om net over de grens met Gorinchem – in de gemeente Lingewaal – een natuurgebied in te richten, is er in overleg met hen voor gekozen om naar synergie te zoeken. Hierdoor wordt het mogelijk om één grotere in plaats van twee kleinere leefgebieden te realiseren met waterpartijen en weiland, waar de grote modderkruiper en de heidekikker zich weer thuis kunnen voelen. 3.2.8 Project 8: Realisatie Blauwzaam Lint als natuurlijke en mentale verbinder van de streek Linten zijn kenmerkend voor de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. Het project Blauwzaam Lint wil dit karakteristieke beeld versterken door een robuuste bloemrijke verbinding mogelijk te maken tussen Werelderfgoed Kinderdijk, Glasstad Leerdam en natuurkerngebieden. Deze linten komen ten goede aan de biodiversiteit en versterkt de recreatieve beleving. Maar dit project omvat meer. Het is in de kern gericht op verbinding en beweging: Verbinding tussen mensen en organisaties, tussen people, planet en profit, tussen karakteristieke elementen en duurzame initiatieven, tussen toeristische iconen en het tussenliggende polderlandschap en tussen projecten in deze gebiedsdeal. Beweging van mensen – door de lokale gemeenschap actief te betrekken bij natuurontwikkeling van onderaf (een beweging op gang brengen t.b.v. burgerparticipatie) en door met het lint mensen uit te nodigen tot wandelen en fietsen – en beweging van dieren – door met bloemenen kruidenmengsels ecologische verbindingen aan te brengen voor bijen en vlinders. 9 Binnen de gebiedsdeal willen de vrijwilligers van de werkgroep Bijenlint minimaal vijf concrete projecten samen met lokale partijen en inwoners realiseren, zodat een aantrekkelijk en recreatief landschap ontstaat met vele kleurrijke bloeiende bermen, kaden, slootkanten en overhoeken. Daarbij wordt invulling gegeven aan de participatieve samenleving. In het project wordt ook het effect van de aanleg en het beheer van de idylles en linten onderzocht en gemonitord. Daarnaast wil de projectgroep Blauwzaam Lint een beweging op gang brengen om het lint verder te realiseren door ‘ m- ’-initiatieven, waarbij lokale initiatiefnemers de instrumenten en randvoorwaarden krijgen aangereikt om zelf aan de slag te gaan met natuur. Deze hulpmiddelen zullen worden ontwikkeld in een innovatieve Do It Yourself-toolbox voor natuurontwikkeling. Door de Do It Yourself-toolbox hoeven lokale initiatiefnemers niet het wiel opnieuw uit te voeren en kunnen versneld projecten uitvoeren. 3.2.9 Project 9: Ontwikkelen van een convenant Ecologisch Beheer De meeste partijen juichen ecologisch beheer toe, mits dit niet leidt tot hogere beheerkosten. Op dit moment bestaat bij veel partijen echter de overtuiging dat ecologisch beheer duurder is, terwijl er ook berichten zijn dat dit niet zo is. De projectgroep Blauwzaam Lint wil dit vraagstuk en andere aspecten van ecologisch beheer samen met Provincie Zuid-Holland, Waterschap Rivierenlanden, gemeenten, Oasen, andere terreinbeherende organisaties en natuurorganisaties bespreken en onderzoeken. In aanloop naar de tweede fase van de gebiedsdeal wordt binnen dit project in kaart gebracht wat de mogelijkheden zijn om te komen tot een convenant voor het duurzaam beheer van het Blauwzaam Lint, zodat in de volgende gebiedsdeal hiervoor (indien partijen dit wensen) een concreet uitgewerkt projectplan kan worden ingediend. Voor dit project wordt inzet in uren van betrokken partijen gevraagd. 3.2.10 Project 10: Groenplan Stadswallen en Veerseweg Nieuwpoort Dit project is gericht op het verbeteren van het zicht op de stadswallen van Nieuwpoort en het vergroten van de visuele relatie tussen Schoonhoven en Nieuwpoort. Er zal historisch onderzoek worden uitgevoerd naar de oorspronkelijke beplanting op vestingwallen. De hoge beplanting op de vestingwallen zal worden verwijderd en worden vervangen door beplanting die oorspronkelijk werd aangeplant op de vestingwallen van Nieuwpoort. In de uiterwaard van de Veerseweg wordt in overleg met Rijkswaterstaat en de omgeving een beplantingsplan opgesteld, zodat er meer zicht op de rivier en de beide vestingsteden ontstaat. 3.2.11 Project 11: Waterbergingsopgave Sliedrecht met meervoudig ruimtegebruik Het gebied van de Drechtsteden ten noorden van de Betuweroute behoort tot de Alblasserwaard en vormt de zuidrand van het Groene Hart. Diverse partijen streven hier gezamenlijk naar een duurzame, kwalitatieve en groenblauwe overgangszone, zoals de mogelijke vorming van Recreatief Knooppunt Sliedrecht. Op kortere termijn wil gemeente Sliedrecht samen met Waterschap Rivierenland en private partijen waterberging met meervoudig ruimtegebruik realiseren. Er wordt onderzocht of de waterberging (deels) kan worden gerealiseerd door de aanleg van rietteelt (riet wordt nu geïmporteerd uit onder meer China en Oekraïne), deels vorm kan krijgen als visvijver en of het geheel zo kan worden ingericht dat het tevens dient als toegangspoort. Gemeente Sliedrecht is ervan overtuigd dat rietteelt een belangrijke innovatie is voor duurzame ontwikkeling en beheer van flora en fauna en dat een combinatie met recreatie mogelijk is. Dit project is een pilotproject om te onderzoeken of de traditionele rietteelt in een nieuw jasje terug kan keren in Sliedrecht en op andere locaties in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden, zoals bij de Hogeboezem van de Overwaard. 3.2.12 Project 12: Waterpark Mollenburg Gorinchem In het kader van het Stedelijk Waterplan moet in Gorinchem-W z ’ 15 h v worden gerealiseerd. De meest geschikte locatie die hiervoor is gevonden, is het gebied ten noorden van het te ontwikkelen terrein Mollenburg in de zuidoosthoek van knooppunt Gorinchem. Het 10 terrein is nu een dicht begroeid bos met een slecht begaanbaar pad. Door van dit gebied een park te maken met waterpartijen en wat reliëf zal dit een positieve invloed hebben op de biodiversiteit en leefbaarheid. Door de aanleg van het wandelpad is het mogelijk om een mooie wandeling door het park te maken (groenbeleving). Tevens zal invulling worden gegeven aan het fietsplan door aan de zuidzijde een fietsverbinding te maken tussen Dr. Schöyerstraat en Sportlaan. Met dit project krijgt de stad-landverbinding vanuit Gorinchem naar Leerdam en Giessenlanden een sterke impuls. 3.2.13 Project 13: Kwaliteitsimpuls inundatiesluis Nieuwpoort In beschrijvingen van de Oude Hollandse Waterlinie ontbreekt het verhaal van de inundatiesluis in het hart van de kleine vesting Nieuwpoort vrijwel nooit. Gewoonlijk wordt deze constructie in verband gebracht met het verzet van de lokale bevolking tegen moedwillige inundaties. Helaas is er van de inundatiesluis geen spoor meer te bekennen en ook is er vrijwel niets bekend hoe dit kunstwerk bij een inundatie had moeten werken. In dit project wordt de zichtbaarheid op de inundatiesluis van Nieuwpoort middels aan te brengen verlichting verbeterd en wordt onderzocht of het haalbaar is om de sluis te reconstrueren. Door illuminatie wordt de historische inundatiesluis beter zichtbaar en krijgt de bestaande vestingwandeling in Nieuwpoort een extra belevingswaarde. 3.2.14 Project 14: Streekgebonden biomassastromen en duurzame energiewinning In de beleidsplannen van Provincie Zuid-Holland, de samenwerkende gemeenten, het waterschap en het bedrijfsleven staan grote ambities ten aanzien van verduurzaming van de energievoorziening en reductie van CO2. Concretisering van die ambities is dringend gewenst. Onderzoek wijst uit de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden kansen biedt voor energie uit biomassa. Dit project is een eerste concrete stap gericht op het duurzaam en rendabel mobiliseren van lokale en regionale biomassastromen uit streekeigen biomassa ten behoeve van duurzame energieopwekking in de regio Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden. Het project dient als showcase om binnen de regio (en binnen Provincie Zuid-Holland) meer initiatieven te starten. O h ‘ ’ zal een businesscase en een plan van aanpak worden uitgewerkt om bruikbaar snoeiafval uit de streek rendabel in te zetten in de houtenergie-installatie die momenteel in Gorinchem wordt ontwikkeld. Aanjager in dit project is Energiecoöperatie De Knotwilg, die in een onafhankelijke rol kan helpen bij het organiseren en exploiteren van de keten en inzichten en ervaringen kan markeren en borgen. De coöperatie wil tevens de motor zijn van de verdere ontwikkeling van biomassaketens en duurzame energieprojecten in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. 3.2.15 Project 15: Natuur- en Milieueducatie (NME) als 'edutainment' In de AV worden veel opleidingen aangeboden in de groene sector (bijvoorbeeld land- en tuinbouw, tuininrichting, recreatie). "Groen" is ook steeds belangrijker voor het eigen welbevinden. Gezien de ontwikkelingen in de maatschappij, waarin maatschappelijke instellingen en zeker ook ondernemers steeds vaker zélf kiezen voor een meer duurzame bedrijfsvoering, is het belangrijk dat leerlingen zo vroeg mogelijk vertrouwd raken met duurzaam denken en handelen. Dit project voorziet in een lesaanbod voor VO-leerlingen in de vorm van "edutainment", educatie met een entertainmentsausje, leren door doen en ervaren, waarbij van leren iets leuks wordt gemaakt. Natuur en landschap fungeren dan als een soort contramal van de social media die ook worden ingezet voor de nieuwe lesmethoden. Een unieke wisselwerking! Het project krijgt een vervolg in de vorm van bundeling van het aanbod van activiteiten op het gebied van Natuur- en Milieueducatie (NME) van de vier streekcentra in de AV. Daarover vinden nu gesprekken plaats. 3.2.16 Project 16: Coördinatie uitvoering en procesbegeleiding Z h v h 4‘ z ’. 11 Tussen de genoemde projecten liggen kansrijke verbindingen. Het Blauwzaam Lint kan als de motor achter deze verbindingen fungeren, maar de verbindingen kunnen ook op andere wijze tot stand komen. Zo zouden verbindingen gerealiseerd kunnen worden tussen het Laarzenpad van Leerdam (project 2b) en Giessenlanden (project 4) op het bijenlint en Bloemenweide Oost (beide onderdeel project 8) en Waterpark Mollenburg (project 12). Uiteindelijk wil deze gebiedsdeal alle projecten in samenhang ontwikkelen. Dit blijkt ook uit de overzichtskaart in bijlage 1. 12 4. Duurzame organisatie 4.1 Sturingsfilosofie Uit het voorgaande blijkt dat het de partners in de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden niet aan ambitie ontbreekt. Toch onderkennen de deelnemende organisaties aan de groenblauwe gebiedsdeal dat de uitvoering soms effectiever kan. De samenhangende opgaven, waarin onder meer recreatie, duurzame energie, natuurontwikkeling en wateropgaven samenkomen, vragen om een ch j .M h ‘Ec ch ch ch v ’ daarmee al een start gemaakt. Met deze gebiedsdeal wordt daaraan een stevig vervolg gegeven. Een vernieuwde en verdergaande samenwerking past bij deze tijd. Ondernemers maken steeds meer werk van maatschappelijk verantwoord ondernemen, maatschappelijk organisaties en burgers nemen een steeds grotere verantwoordelijkheid en overheden zijn steeds meer afhankelijk van hun private en maatschappelijke partners voor uitvoering van (voorheen) publieke kerntaken. Uitnodigingsplanologie en participatiemaatschappij zijn veel gehanteerde begrippen. De nieuwe sturingsfilosofie van de provincie laat ook veel meer ruimte voor maatschappelijk initiatief en ondernemerschap. De energieke samenleving fungeert idealiter als motor voor realisatie van de v c . v c ‘ v v ’ j brengen. Deze gebiedsdeal is daar een uitvloeisel van. De samenwerking tussen de partners bij de gebiedsdeal moet op twee niveaus vorm krijgen: op programmaniveau en op projectniveau. 4.2 Programma-organisatie: een brede gebiedscoalitie De partners bij de gebiedsdeal voelen zich samen verantwoordelijk voor het realiseren van een duurzame topregio. V h h j v h ’ (recreatie en toerisme, natuur en landschap, waterkering en -berging, duurzaam energiegebruik) geven ze – samen met de andere organisaties – vorm aan de uitvoering daarvan. Gezamenlijk vormen zij een gebiedscoalitie, met de gebiedsdeal als vertrekpunt en basis. De partijen komen regelmatig bijeen om gezamenlijk te bepalen welke projecten worden opgestart om de ambities te realiseren en om de voortgang van de lopende projecten en het doelbereik daarvan te bespreken. Iedere organisatie wordt door een persoon vertegenwoordigd die het mandaat krijgt om namens zijn/haar organisatie vooruitgang te boeken. De bijeenkomsten van de gebiedscoalitie zijn geen uitwisselingsmomenten van individuele standpunten; de gezamenlijke opgave staat centraal en er wordt vanuit een positieve grondhouding gewerkt aan het versnellen van projecten en het wegnemen van knelpunten. De organisaties vormen samen de motor van het brede programma en bewaken de samenhang en voortgang. Doortastendheid bij de uitvoering van deze gebiedsdeal is essentieel. Daarom zullen na het bekrachtigen van de gebiedsdeal alle betrokken partijen samenkomen om de gebiedscoalitie te vormen. Deze coalitie krijgt als eerste opdracht het organiseren van het uitvoeringsproces. Dit betekent onder meer dat de begeleiding van subsidieaanvragen, de coördinatie van de uitvoering van de projecten en de totstandkoming van de volgende gebiedsdeal worden gewaarborgd en dat hiervoor de benodigde middelen beschikbaar worden gesteld. Zij stelt bovendien in gezamenlijk besluit een kernteam aan dat voor de dagelijkse procesbewaking verantwoordelijk is, knelpunten oplost en de voorbereiding van een nieuwe gebiedsdeal aanjaagt. ‘ ch j’ geïnstitutionaliseerde vorm van samenwerking. Dat is niet nodig om snel tot resultaten te komen en het levert bovendien onnodige overhead waarvan de kosten beter in de uitvoering van projecten kan . v W h j ‘ ’ v v samenwerking tussen betrokken partners op basis van een gemeenschappelijk kader bijzonder effectief kan zijn. 13 4.3 Projectenorganisatie: effectieve uitvoeringsorganisaties op maat De uitvoering van de projecten wordt anders georganiseerd. Per project wordt een effectieve uitvoeringsorganisatie opgetuigd. Voor ieder project is een trekker aangesteld die de uitvoering van het project oppakt. De organisaties die betrokken zijn bij de gebiedsdeal kunnen maar hoeven niet per se bij de uitvoering van projecten betrokken te zijn. Bij ieder project kunnen ook anderen dan de betrokken organisaties deel uitmaken van het projectteam. Soms zal een project vragen om een uitgebreid team van betrokkenen, soms om een of twee organisaties of personen die het project kunnen realiseren. Dat is per project maatwerk. De trekkers rapporteren de voortgang aan het kernteam van de gebiedscoalitie, zodat zicht op en inzicht in de uitvoering van de gebiedsdeal gewaarborgd is. 4.4 Dynamiek, flexibiliteit en vertrouwen De beschreven organisatievorm v ‘ h ’ v en. De gebiedspartners nemen verantwoordelijkheid voor het realiseren van gezamenlijke doelen. We willen netwerkend werken via een publiek-privaat-maatschappelijke coalitie, vanuit het besef dat deze vorm van samenwerking de partners verder brengt dan wanneer ieder voor zich opereert. Deze organisatievorm sluit ook aan op het uitgangspunt van Europa achter Community Led Local Development in de volgende fase van plattelandsontwikkeling 2014-2020. Zo samenwerken vergroot de dynamiek in de regio én er is durf nodig van de deelnemers om te participeren in initiatieven van andere partijen. Dat vraagt om flexibiliteit en vertrouwen. De deelnemers aan de gebiedsdeal hebben dat vertrouwen omdat ze ervan overtuigd zijn dat ze (alleen) op deze wijze samen effectief vorm kunnen geven aan de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden als duurzame topregio. En daar gaan we voor! 14 Bijlagen bij de groenblauwe gebiedsdeal Alblasserwaard-Vijfheerenlanden 15 Bijlage 1: Overzichtskaart projecten 16 Bijlage 2: Doelenboom 1 Ontwikkeling Toegangspoort Kinderdijk: onderdeel Natuurpad x x 2 Ontwikkeling Toegangspoort Leerdam: x x 3 Polderroute Goudriaan tot Ottoland: onderdeel herstel cultuurhistorische dubbele kades x x 4 Realisatie Laarzenpad Hoornaar x 5 Groenbeleving Ameide en Lexmond x 6 De Zouweboezem, een vergeten slagveld x 7 Project Behoud biodiversiteit Hoog Dalem x x x x x x x x x x x 8 Realisatie Blauwzaam Lint als natuurlijke en mentale verbinder van de streek 9 Convenant Ecologisch Beheer x 10 Groenplan Stadswallen en Veerseweg Nieuwpoort x x 11 Waterbergingsopgave Sliedrecht i.c.m. meervoudig ruimtegebruik / rietteelt x x x 12 Waterpark Mollenburg Gorinchem x x x 13 Kwaliteitsimpuls inundatiesluis Nieuwpoort x x 14 Streekgebonden biomassastromen en duurzame energiewinning: uitwerken businesscases 15 Natuur- en Milieu-educatie (NME): onderdeel duurzaamheidseducatie als 'edutainment' 16 Coördinatie uitvoering en procesbegeleiding 17 x x x x 18 - 52.500 24.300 4.826.860 50.000 9.960 40.000 276.800 200.000 395.500 14.000 Opmerkingen: 1) v € 315.000 v v éé j (z 'x'- v 2) v € 70.000 c c . 3) Diverse partijen committeren zich aan dit project middels inzet van medewerkers (in uren). 4) v € 10.000 . 5) v € 10.000 . 6) v € 25.000 - ( R ) . Alle bedragen in euro's, exclusief btw Totaal 16 Coördinatie uitvoering en procesbegeleiding 6) energiewinning: uitwerken businesscase 5) 15 Natuur- en Milieueducatie (NME) als 'edutainment' 14 Streekgebonden biomassastromen en duurzame 400.000 27.500 1.396.000 ruimtegebruik / rietteelt 4) 12 Waterpark Mollenburg Gorinchem 13 Kwaliteitsimpuls inundatiesluis Nieuwpoort 11 Waterbergingsopgave Sliedrecht i.c.m. meervoudig - 105.000 180.150 68.500 3) Project Behoud biodiversiteit Hoog Dalem Realisatie Blauwzaam Lint als natuurlijke en mentale verbinder van de streek 30.000 45.000 33.750 25.000 202.500 Ontwikkelen van een convenant Ecologisch Beheer 10 Groenplan Stadswallen en Veerseweg Nieuwpoort 9 7 8 4 5 6 3 154.000 2 Alblasserdam x Gorinchem 29.000 95.000 625.000 12.000 ontsluiting (Natuurpad) 1) Ontwikkeling Toegangspoort Leerdam: Leerdam 418.000 1.262.000 Ontwikkeling Toegangspoort Kinderdijk: onderdeel Project a) Dijkpark 2) b) Laarzenpad c) Liniepad d) Mini-wiel Voorwaartsveld P “ ”: herstel cultuurhistorische dubbele kades Realisatie Laarzenpad Hoornaar Groenbeleving Ameide en Lexmond De Zouweboezem, een vergeten slagveld Totale projectkosten 1 Molenwaard j ). 35.500 5.000 2.000 7.500 21.000 x Sliedrecht v 764.600 764.600 Zederik 10.000 10.000 Regio AV 44.980 25.000 4.980 15.000 x Waterschap Rivierenland 566.400 471.400 5.000 90.000 x . Blauwzaam 9.000 2.500 6.500 - SWEK x Stichting Groene Hart 33.000 11.750 16.750 4.500 Groene Hart Producties 12.375 12.375 Lokale ondernemers 71.500 10.000 5.000 12.500 4.000 40.000 x Derden (reeds bepaald) 409.000 10.000 8.500 75.000 315.500 Derden (nog te bepalen) 72.500 2.500 70.000 Provincie Zuid-Holland 2.125.705 25.000 4.980 20.000 200.000 13.750 160.000 34.250 52.500 80.850 30.000 35.000 16.875 29.000 70.000 245.000 8.000 154.000 946.500 Bijlage 3: Financieel overzicht projecten korte-termijn (fase 1) Toelichting bij financieringsoverzicht Aan het financieringsoverzicht kunnen geen rechten worden ontleend. Formele toezeggingen van de diverse partijen omtrent de financiële bijdragen aan de genoemde projecten zullen worden besproken nadat deze gebiedsdeal door Gedeputeerde Staten in de actualisatie van het Uitvoeringsprogramma Groen is opgenomen. Alle bedragen in euro's, exclusief btw. Noten: 1) Het bedrag va € 315.000 - wordt verdeeld over één of meerdere partijen (zie 'x'-en voor beoogde partijen). Hierover moeten nog afspraken worden gemaakt. 2) v € 70.000 - wordt gefinancierd middels crowd funding. 3) Diverse partijen committeren zich aan dit project middels inzet van medewerkers (in uren). 4) v € 10.000 - bestaat deels uit geld en deels uit uren. 5) v € 10.000 - bestaat deels uit geld en deels uit uren. 6) v € 25.000 - (post Regio AV) bestaat uit uren. 19 Bijlage 4: Format Uitvoeringsprogramma Groen 2014 1 Naam gebiedsafspraak Groenblauw netwerk Alblasserwaard – Vijfheerenlanden 2 Omschrijving activiteit(en) 1) Het ontwikkelen van toegangspoorten (Kinderdijk, Leerdam, Gorinchem, Sliedrecht). 2) Het ontwikkelen van wandelroutes en stadlandverbindingen. 3) Het opwaarderen van cultuurhistorische waarden. 4) Het mobiliseren en organiseren van de lokale gemeenschap (inwoners, bedrijven, scholen etc.) ten behoeve van natuurontwikkeling en het daadwerkelijk realiseren van bottom-up natuurontwikkeling en – beheer. 5) Het gezamenlijk onderzoeken en uitwerken van de mogelijkheden tot duurzaam natuurbeheer. 6) Het realiseren van waterbergingsopgaven in combinatie met meervoudig ruimtegebruik. 7) Het uitwerken van een businesscase voor energiewinning uit regionale biomassa en – zo mogelijk- het organiseren van een biomassaketen. 8) Versterken van natuur- en milieueducatie. 3 Aangeven aan welke provinciale doelen activiteit voldoet Toename recreatie in het groen Behoud biodiversiteit Ontwikkeling en behoud van waardevolle en aantrekkelijke agrarische landschappen Bijdrage aan realisatie waterdoelen Bijdrage aan realisatie doelen erfgoed Bijdrage aan overige provinciale doelen, namelijk intensivering energiebeleid 4 Beoogde totale kosten € 4.826.860,- 5 Geraamde kosten provinciale groendoelen € 4.826.860,- 6 Geraamde kosten overige provinciale doelen - 7 Beoogde max. cofinanciering provincie URG € 2.125.705,- 8 Beoogde partner die subsidie aanvraagt Nader te specificeren 9 Samenwerkende partners Den Hâneker Gebiedsplatform Alblasserwaard – Vijfheerenlanden Gemeente Sliedrecht Inwoners van Alblasserwaard – Vijfheerenlanden Oasen Stichting Blauwzaam en ondernemende achterban Stichting Groene Hart 20 Stichting Groene Hart Producties Stichting Werelderfgoed Kinderdijk Waterschap Rivierenland 10 Beoogde start uitvoering en looptijd 2014 - 2016 11 Beheer en onderhoud van de activiteiten voor minimaal 7 jaar geregeld? Ja, deels via samenwerkende partners, deels via gestructureerde inzet vrijwilligers. 21 Bijlage 5: Regionale uitvoeringsagenda: groslijst projecten Hieronder is een longlist weergegeven van projecten die in het verkenningsproces van deze gebiedsdeal geïnventariseerd zijn en mogelijk voor een volgende fase van de gebiedsdeal in aanmerking komen: 1 Kwaliteitsimpuls provinciale recreatiegebieden (Kippenbos, Kraaienbos, Slingelandse Plassen) 2 Kwaliteitsimpuls recreatienetwerk Baanhoek / Tolsteeg (i.c.m. Waterdriehoek, Alblasserpoort) 3 Inventariseren, controleren en herstellen en verbinden wandelroutes (wandelknooppuntennetwerk, Tiendwegenroute, bestaande lokale routes) 4 Recreatieve kanoroute 5 Toeristische objectbebording 6 Digitale kaart t.b.v. ontsluiting recreatieve informatie 7 ME: v c ’ 8K Sch h v – 9 Kwaliteitsimpuls Zouweboezem 10 Kwaliteitsimpuls Merwedekanaal, 11 Kwaliteitsimpuls Schelluinse Vliet 12 Landgoed Ottoland (16 ha waterberging) 13 K j K j – Sch h v 14 Dijkverzwaring Schoonhoven - Lexmond 15 Robuuste verbinding Lek - Linge via Diefdijk met kavelruil 16 – Sch 17 Educatiecentrum Kinderdijk 18 Gebiedsmarketing m.b.v. Sterke Watermerken / Waterdriehoek / iconen 19 Smoutjesvlietlanden 20 Behoud van kwellandjes bij dijkverzwaring 21 Verbinding Ottoland met Ooievaarsdorp 22 Verbinding Ottolandse idylle met Molenkade 23 Verbinding wandelroute Zouweboezem met wandelroute Lek en uiterwaarden 24 Verbinding wandelroute Zouweboezem met Ameide 25 Kavelruil Nederwaard/Schoonenburg 26 Vergroening bedrijventerrein Nieuw Schaik 27 Wandelroute Hardinxveld-Giessendam 28 Waterberging Hoge Boezem van de Overwaard: rietteelt terug in de streek 29 Ontwikkeling Achterwaterschap 30 Herinrichting havengebied en versterking recreatie Nieuwpoort 31 Natuurlijke kadeversterking: twee vliegen in één klap (versterking regionale watekering) 32 Pilot ontwikkeling waterwingebied in combinatie met natuurbeheer (Oasen) 22 Bijlage 6: aanvullende financieringsbronnen (fondsen) Er zijn verschillende fondsen waar de regiopartners bij de beschreven ontwikkelingen gebruik van kunnen maken. Deze fondsen zijn met name interessant voor de projecten op de longlist. De belangrijkste zijn hieronder weergegeven. GLB EN POP Twee pijlers Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) speelt een belangrijke rol bij de financiering van het landschapsbeheer. In de toekomst ontvangen alle boeren een vast bedrag per hectare uit de eerste pijler van het GLB, de zogeheten ‘ ’. Naast deze individuele inkomensondersteuning uit de eerste pijler kunnen boeren ook in aanmerking komen voor bijdragen via de tweede pijler van het GLB, uitgewerkt in het Platteland Ontwikkelings Programma (POP). Daarbij gaat het onder andere om subsidies voor behoud van de kwaliteit van natuur en landschap aan collectieven in de vorm van Agrarische Natuurverenigingen ( ’ ). Deze collectieven van boeren en andere grondeigenaren sluiten daarvoor contracten met betreffende provincies. Dienst Regelingen van EZ treedt op als betaalorgaan naar de collectieven. De collectieven sluiten zelf beheercontracten af met individuele boeren. Een financieringsstroom binnen POP is LEADER. De Alblasserwaard-Vijfheerenlanden heeft hier veel positieve ervaringen mee en beraadt zich op deelname aan de komende LEADER-periode. Budget Het nieuwe GLB treedt op 1 januari 2015 treedt in werking, voor een periode van vijf jaar. Via de eerste pijler komt voor Nederland jaarlijks ca. € 750 miljoen beschikbaar, via de tweede pijler (POP3) ca. € 87 mln. De verdeling over de provincies ligt nog niet vast, dus het is ook nog niet bekend welk budget beschikbaar komt voor de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Nieuwe systematiek en uitvoeringsorganisatie De nieuwe systematiek van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer, waarbij de agrarische natuurverenigingen een spilfunctie vervullen tussen overheid en individuele boeren, is nog volop in ontwikkeling. Streven is om de overhead terug te brengen van 40% naar 20%, zodat meer geld beschikbaar komt voor het feitelijk beheer. De afgelopen jaren zijn vier pilots uitgevoerd, onder meer in de Nationaal Landschappen Noardlike Fryske Wâlden en Winterswijk, gebieden met een enigszins vergelijkbare opgave als die in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Uitgangspunt van de nieuwe systematiek is dat een collectief van één of meerdere ’ een contract afsluit over het beheer van het gebied, op basis van een gebiedsaanvraag. De gebiedsaanvraag moet invulling geven aan gebiedsspecifieke natuur- en landschapsdoelen en moet voldoen aan randvoorwaarden die door het Ministerie van EZ en de provincie worden bepaald. De provincie beslist of de offerte wordt gehonoreerd en welk budget beschikbaar komt: daarover is van te voren dus geen zekerheid. Het budget betreft een periode van vijf jaar. Momenteel wordt onderzocht of ook afspraken mogelijk zijn voor een langere periode (bijv. 30 jaar). Om de overhead te reduceren wordt gedacht aan een schaalgrootte van de collectieven van ca. 60.000 hectare. In de praktijk betekent dit dat bestaande ’ moeten fuseren of samenwerken. Veel ’ zijn hier al mee bezig en werken aan de opzet van een professionele uitvoeringsorganisatie. Kansen voor de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden Denkbaar is om een gebiedsaanvraag voor de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden onderdeel te laten zijn van een breder ‘ ’. In de Noardlike Fryske Wâlden wordt hier al mee gewerkt. Dit betekent dat niet alleen gekeken wordt naar de traditionele agrarische natuurbeheertaken (weidevogels, slootkanten etc.), maar dat een integrale visie wordt gegeven op het toekomstig beheer van het gebied en een relatie wordt gelegd met onderwerpen als duurzame energie, milieukwaliteit, toerisme en recreatie, streekproducten, educatie, etc. Een dergelijk gebiedsidee kan 23 samen met andere stakeholders en overheden in het gebied worden opgesteld. De gebiedsdeal kan hiervoor de basis vormen. SUBSIDIESTELSEL NATUUR- EN LANDSCHAPSBEHEER (SNL) Per 1 januari 2007 is de Subsidieregeling Natuurbeheer 2000 overgegaan van het rijk naar de provincies. Er zijn twee verordeningen: De subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer verstrekt een bijdrage in de kosten van het (reguliere) instandhoudingbeheer van natuur en landschap en van recreatief medegebruik. Op een aanvraag volgt een beschikking voor 6 jaar, uit te betalen in jaarlijkse voorschotten. De hoogte van de subsidiebedragen is nog niet bekend. De Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap verstrekt inrichtingssubsidie, functieveranderingssubsidie en subsidie voor kwaliteitsverbetering van natuur. De kwaliteitsimpuls subsidieert projecten. De hoogte van de subsidie bedraagt 95% van de goedgekeurde kosten. De provincies kunnen een maximum bedrag per hectare vaststellen. NATUURBEHEERPLANNEN De provincies stellen natuurbeheerplannen op. In de natuurbeheerplannen wordt op perceelniveau aangegeven welk beheertype daar aanwezig is of gewenst is. Alleen voor dat beheertype wordt subsidie verstrekt. Er worden 67 beheertypen onderscheiden. Daarnaast kent de Index 5 recreatietypen. De Index Natuur en Landschap is opgesteld door de terreinbeherende organisaties (Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, de Unie van Bosgroepen, De Landschappen en het FPG). EFRO Naast POP3, dat ge(co)financierd wordt met Europese gelden, worden momenteel voor de nieuwe programmaperiode 2014-2020 ’ geformuleerd voor het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Deze ’ richten zich primair op innovatie in een aantal van te voren vastgestelde sectoren. Agrofood en Health en Energie zijn mogelijk interessante h ’ voor de regio. Centraal in het EFRO-programma staan de verschillende fasen van het innovatieproces. Het richt zich op ondersteuning van clustervorming en netwerken, het ondersteunen van de ontwikkeling van business cases en marktintroducties via onder andere ‘ v ’ en proeftuinen, en via het stimuleren van de rol van de overheid als launching customer. INTERREG Onder EFRO worden ook de grensoverschrijdende ’ gefinancierd. Ook dit programma is nog in ontwikkeling. Het INTERREG-programma zal zich richten op innovatie (wellicht ook in de toeristische sector), energie, waarbij met name de h ’ ‘ c y’ en ‘ cë ’ aanknopingspunten kunnen bieden voor de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. De derde prioriteit onder INTERREG zal echter de meeste kansen bieden voor de regio: grensoverschrijdende investeringen in natuur en milieu, met aandacht voor weidevogels, waterbescherming en bescherming van grensoverschrijdende natuurlijke leefomgeving. LIFE+ Het Life+ programma financiert pilotprojecten op het gebied van natuurbeheer en biodiversiteit op agrarische graslanden en vogels. Op deze onderwerpen biedt het potentieel kansen voor de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Overige financieringsmogelijkheden Naast de hierboven genoemde Europese en nationale fondsen, kan aanvullend een beroep worden gedaan op andere landelijke of regionale fondsen en ’ . Daarbij zijn de volgende fondsen de moeite van het verkennen waard: Prins Bernard Fonds, Fonds 1818, Oranjefonds (betrokkenheid bezoekers), Groen Doet Goed (IVN, natuur en gezondheid), Stichting Doen, Heidemijfonds, Rabo stimuleringsfonds en ANWB fonds. Verder kan worden ingezet op maatschappelijke financiering via crowdfunding of inzet ‘ ’ door bewoners, scholen. 24
© Copyright 2024 ExpyDoc