Leren leven met een onvervuld verlangen naar een kind

8
dossier
7 mei 2014
kerk & leven
9
Leren leven met een onvervuld verlangen naar een kind
‘Het leven blijft mooi,
al zijn we kinderloos’
Zondag is het Moederdag. Dan wordt
iedere mama in de bloemetjes gezet. In
juni is het de beurt aan de papa’s.
Tussendoor doen heel wat kinderen hun
eerste communie of worden ze gevormd.
Toch is het op die heuglijke dagen niet
voor iedereen feest. Want net dan komt
bij koppels die ongewenst kinderloos zijn
de pijn extra scherp tot uiting.
H
H
Hoe ga je als koppel om met
ongewilde kinderloosheid?
Tien mogelijke wegen
• Aanvaard je gevoelens. Verdriet, woede
en angst zijn heel gewoon. Je maakt
een rouwproces door.
• Zoek gezonde uitlaatkleppen voor die
gevoelens. Sommige mensen willen
dansen of schilderen, anderen gaan
hardlopen of zwemmen.
• Zoek een of meerdere
vertrouwenspersonen met wie je in alle
openheid kunt praten over je pijn.
• Verwacht niet dat je partner die klap
op net dezelfde wijze als jij opvangt en
verwerkt. Beschouw dat ook niet als
een gebrek aan liefde.
• Blijf praten met je partner.
• Bevrijd jezelf van een krampachtig
hopen en ga op zoek naar boeiende
ervaringen zonder kinderen.
• Als je kiest voor
fertiliteitsbehandelingen, bepaal dan
ook (vooraf) een moment waarop je
ermee wilt stoppen, indien ze je geen
kindje brengen.
• Bescherm jezelf. Plan iets leuks op
dagen als Moeder- of Vaderdag. Zeg
duidelijk aan je omgeving of je erover
wil praten of niet.
• Laat je niets opdringen.
• Zoek een project waaraan jullie samen
kunnen werken.
wachten dat ze alles zelf in handen hebben:
gezondheid, studies, carrière.”
Niets is minder waar. „De belangrijkste
dingen in het leven zoals een fijne relatie,
een goede gezondheid, een kind, zijn gegeven”, stelt Velghe. „Leven vanuit die maakbaarheid maakt het ontzettend moeilijk
om ongewilde kinderloosheid te aanvaarden. Hoewel koppels rationeel beseffen dat
ze er zelf geen schuld aan hebben, ervaren
ze het toch als een persoonlijk falen.”
Wanneer twee mensen beseffen dat de
kans om samen een baby op de wereld te
zetten onbestaande is, is de verlieservaring
doorgaans groot en blijkt dat het begin van
andere problemen. Velghe: „Ze stellen zich
vaak vragen over hun identiteit als vrouwmoeder of man-vader. Het voelt alsof ze
een stuk van zichzelf verloren.”
Ook het sociale leven van het koppel
komt vaak onder druk te staan. „Hoewel
minder dan pakweg twintig jaar terug,
rust er nog steeds een taboe op ongewenste
kinderloosheid”, zegt Velghe. „De omgeving reageert niet altijd even respectvol op
het feit dat een jong koppel ‘nog steeds niet
weet hoe het moet’. Door wat attenter te
zijn, kunnen familie en vrienden heel wat
pijnlijke momenten voorkomen” (zie kaderstukje rechts). Onze samenleving is bovendien sterk gericht
op kinderen. Geen beter gespreksonderwerp
dan hun eerste stapjes,
hun tranen, hun lach,
hun snottebellen.
„Zelfs tussen man en
vrouw botert het soms
niet meer als de gedroomde baby op zich
laat wachten”, vervolgt Velghe. „Seksualiteit verliest niet zelden haar spontaneïteit. Beide partners verwerken het verdriet
soms anders: de ene wil erover praten, de
andere net niet. Feit is dat het aantal echtscheidingen hoger ligt bij kinderloze koppels dan bij koppels met kinderen.”
Bij gelovige koppels krijgt ook hun godsbeeld soms een deuk. Katie Velghe: „Ze
blijven zitten met de vraag: ‘Waarom blijven wij kinderloos?’”
Tot slot, maar niet in het minst, komen
velen met een onvervulde kinderwens niet
aan rouwen toe. „Nochtans is het belangrijk om als koppel op een bepaald moment
bewust afscheid te nemen van het verlangen naar een kind als vrucht van je liefdesrelatie”, benadrukt Velghe. „Spreek samen
een moment af, bijna zoals bij een huwe-
Nu ze de leeftijd hebben om grootouders
te zijn, worden ze opnieuw geconfronteerd met hun gemis. „Op stap met de buggy, met je kleinkind naar zee – we hadden
dat ook graag gedaan”, klinkt het. „Het is
een doorslagje van het eerste rouwproces”,
meent Dewickere. „Net als toen mag je dat
gevoel niet wegduwen. Het overvalt je toch
op onverwachte momenten. Evenmin mag
je er bij blijven stilstaan. Ja, we zijn kinderloos. Maar we vinden nog wel vreugde
in het leven. Dat wilden we vooral doorgeven aan de jonge koppels die ons contacteren. Al gebeurt dat nu
minder dan voorheen.
Blijkbaar vinden jonge
mensen makkelijker
hulp via het internet.
Ik vraag me echter af of
de sms-generatie diepgaande
gesprekken
aankan. Kinderloos zijn, doet je nu eenmaal existentiële vragen stellen.”
„De omgeving suggereert al te snel oplossingen zoals in-vitrofertilisatie”, zegt
Frieda Franck. „Het wordt onderschat. Reageerbuisbevruchting is niet vanzelfsprekend. Het is integendeel zeer belastend
voor het koppel.” „Adoptie is dan weer
een heel andere keuze”, oppert Dewickere. „Het is een hele stap van het verlangen
naar ons kind naar een kind dat ons kind kan
worden. Die keuze maakten wij niet.”
„We krijgen ook tal van onwennige reacties”, vertellen de echtelieden. „Gevraagd
worden of je kinderen hebt, is normaal.
Als je dan antwoordt: ‘Spijtig genoeg niet’,
verstomt het gesprek. Wij vragen dat mensen normaal doen en bijvoorbeeld niet een
hele avond alleen maar over hun kinderen
of kleinkinderen vertellen. Dan voel je als
kinderloos echtpaar pas goed aan dat je er
niet echt bij hoort.”
Wat met Moederdag binnenkort? „Tja,
die dag is niet alleen voor ons pijnlijk. Vorig jaar, aan het einde van de mis, wenste
de priester een fijne feestdag aan alle moeders en aan allen die met moederlijke zorg
klaarstaan voor hun medemens. Treffend
geformuleerd, toch?”
„Kinderloos zijn, overkwam
ons. We zetten ons in voor
anderen, om vruchtbaar
en leven gevend te zijn”
Kinderloos, maar gedragen
door de gemeenschap
uisje, tuintje, kindje. Het lijkt een
cliché, maar voor de meeste koppels
is het nog steeds het ideale toekomstbeeld. Ze staan er zelfs niet bij stil dat ze die
droom mogelijk niet kunnen waarmaken.
Toch kampt maar liefst twintig procent
van de Vlaamse koppels met vruchtbaarheidsproblemen. Tien procent van hen zal
nooit een baby in de armen kunnen sluiten.
„Die hoge cijfers wijzen op de ernst van
de problematiek”, weet Katie Velghe van
de Interdiocesane Dienst voor Gezinspastoraal. „Toch sluiten heel wat koppels er
de ogen voor: ze gaan ervan uit dat het hen
niet zal overkomen. Deels is dat omdat ze
werden grootgebracht met de mythe van
de maakbaarheid van het leven. Voor hen
is het nog moeilijker dan voor hun ouders
of grootouders om te aanvaarden dat het
leven niet altijd loopt zoals je wil. Ze ver-
oogst abrupt. Zo noemt Paul Dewickere de manier waarop zijn echtgenote Frieda Franck en hijzelf zo’n
dertig jaar geleden begrepen dat hun kinderwens voor altijd onvervuld zou blijven.
Twee buitenbaarmoederlijke zwangerschappen en een spoedoperatie spraken
voor zich. „Meteen was ook voor onze omgeving duidelijk waar we aan toe waren.
Dat bespaarde ons pijnlijke vragen of onbehouwen opmerkingen”, merkt hij op.
„Het was een klap”, zegt Franck. „Het
levensproject dat we
samen droomden, lag
aan diggelen.” „Meteen begint een rouwproces”, blikt Dewickere terug. „Daar moet je
door. Je moet het vooral tijd geven en je moet
het samen doen. Het
lukte ons. We slaagden
erin met elkaar te blijven praten en onze
gevoelens te delen. Kun je dat niet, dan is
de kans groot dat je uit elkaar groeit. Hoe
lang het duurt? Tot je erover kunt praten
zonder te huilen.”
Toen richtte het koppel de zelfhulpgroep Sara op. „Niet als therapie of om onze pijn te verdoven”, licht Frieda Franck
toe, „Wel omdat we ondervonden dat je
het best opgevangen wordt door mensen
die hetzelfde doormaakten. In een eerste
reflex vraag je je immers af of je nog ooit
gelukkig kunt worden. Voor tal van jonge
koppels lijkt het ook alsof hun leven daar
stopt. Wij willen tonen dat dat niet zo hoeft
te zijn. Daarvoor moet je wel een knop omdraaien, evolueren van de vraag ‘waarom’
naar ‘waartoe’. Het is nu zo. Wat doen we
ermee? Hoe maken we wat ons overkomt
vruchtbaar? Door leven gevend te zijn voor
wie ons nodig heeft, krijgt ons leven zin. Al
is een kind door niets vervangbaar.”
Of het geloof hen daarbij sterkte? Paul
Dewickere wikt zijn antwoord. „Het is
dubbel. We waren beiden intensief bezig
met geloof en plotseling borrelden tal van
vragen op. Gaandeweg zagen we in dat het
fout zat met ons godsbeeld. We dachten
aan Hem als Iemand die je voor iets behoeden kan, terwijl Hij net met je meegaat in
wat het leven brengt.”
Een op de tien Vlaamse koppels zal nooit een kind in de armen kunnen sluiten. © Corbis
lijk, waarop je bewust stopt met het plannen van je leven rond die kinderwens. Dan
kan het rouwproces beginnen.”
Velghe ziet hier een uitnodiging aan de
Kerk. „Deze koppels hebben iemand nodig
die luistert. Het zou veel voor hen betekenen als ze bij een priester of diaken zouden kunnen aankloppen voor een ritueel
waarmee ze afscheid nemen van de kinderwens, hun liefde voor
elkaar herbevestigen
evenals hun vertrouwen in God, die hun
liefde zal blijven geven om vruchtbaar te
zijn op een andere manier”, zegt ze. „Tegelijk
kunnen man en vrouw met hun familie en
vrienden de nieuwe weg vieren die ze inslaan, ook al hebben ze die niet zelf gekozen. Een symbolische overdracht van de
babyuitzet aan een ander koppel of de herinrichting van de kinderkamer als hobbykamer kan dat ritueel kracht bijzetten.”
Nu reeds wordt in sommige parochies
tijdens de homilie aandacht geschonken
aan de onvervulde kinderwens, door op
Moederdag alle vrouwen in de bloemetjes
te zetten en niet enkel de mama’s. „Positief”, meent Velghe. „Zo helpt de Kerk het
taboe op ongewenste kinderloosheid te
doorbreken. Daarnaast zou ze initiatieven
kunnen lanceren zodat de betrokken koppels kunnen praten met gelijkgezinden.
Dat vraagt geen extra mankracht of extra
tijd, alleen wat aandacht. Zo kan een parochie een ouder koppel zonder kinderen
„Een ritueel kan koppels
helpen afscheid te nemen
van hun kinderwens”
Hoe ga je als vrienden en familie om met ongewilde
kinderloosheid? Tien tips
• Wees voorzichtig met opmerkingen
als „Dit jaar een baby voor jullie?” op
nieuwjaarsfeestjes.
• Weet dat flauwe grappen over de potentie
van het koppel alleen maar pijn doen.
• Iets heel anders is het als je
belangstellend (niet nieuwsgierig)
informeert of een koppel graag kinderen
wil. Doe dit niet in de drukte, maar in alle
intimiteit, zodat het koppel een eerlijk
antwoord kan geven.
• Probeer het probleem niet op te lossen.
Mijd opmerkingen als: „Dan ga je toch
gewoon voor IVF.”
• Vaak gaat alle aandacht naar de vrouw.
Vergeet ook niet te informeren naar de
pijn van de man die vader zou willen
worden.
polsen of zij bereid zijn tot een gesprek
met jongere koppels in dezelfde situatie.”
Ook het isolement doorbreken, is een
uitdaging voor de Kerk. „Een deel van het
lijden is net de eenzaamheid”, weet Velghe.
„Nochtans zijn er velen bij wie het gezin
niet de vorm aanneemt die ze gedroomd
hadden. Denk maar aan ongewenst alleenstaanden, aan mensen die dromen van een
groot gezin, maar die na hun eerste baby
kinderloos blijven, aan ouders die na een
relatiebreuk hun kinderen de helft van de
tijd moeten missen, aan nieuw samenge-
• Vestig evenmin de aandacht op de
voordelen van het kinderloos zijn.
• Troosten is eenvoudig. Je moet alleen
maar vol begrip en respect luisteren,
een belangstellende vraag stellen,
zeggen dat je meeleeft.
• Beschouw mensen zonder kinderen niet
als een altijd beschikbare baby-oppas
voor jouw kroost.
• Beschouw mensen zonder kinderen niet
als mensen die automatisch de zwaarste
taken moeten opnemen in familie of
vriendenkring zoals feestjes organiseren
of zorgen voor een familielid.
• Voor ongewild kinderloze koppels telt een
jaar veel pijnlijke momenten. Laat hen
merken dat je blij bent dat ze erbij zijn en
dat je oog hebt voor hun pijn.
Nicole Lehoucq
stelde gezinnen waarin de ene ouder wel
kinderen heeft en de andere niet. Het kan
een steun zijn als de Kerk al die vormen van
lijden samen benoemt. Zo heeft ze meteen
oog voor de hele gemeenschap, want niet
alleen kampt een op de vijf koppels met
vruchtbaarheidsproblemen, iedereen kent
wel iemand in zijn of haar omgeving die
ongewild kinderloos is.”
Ilse Van Halst
Meer info op www.gezinspastoraal.be/210.
Paul Dewickere en Frieda Franck: „Gaat het gesprek enkel over (klein)kinderen,
dan voel je pas echt dat je er niet bij hoort, als je er geen hebt. © Nicole Lehoucq