B R A N C H A H O L I C S BIJ EVELYN IN DE KEUKEN Partner Evelyn Günther van Günther & Van Grinsven Executive Search interviewt managers uit de branche over hun waarden/normen, werk/privé, uitdagingen/ergernissen en ‘leermomenten’. Deze maand: directeur Henk Kessen van Deen Supermarkten Jij werkt al lang bij Deen… Ja, sinds mijn 15de, als weekendhulp. Na de HAVO ben ik meteen in vaste dienst gekomen. Ik ben 44, dus ik werk er al dertig jaar. Maar er zit wel een pauze tussen. Ik ben begonnen met bieten inpakken, daarna heb ik allerlei functies gehad, van afdelingschef tot bedrijfsleider van verschillende winkels. Op mijn 30ste ben ik even weggeweest bij Deen. Ik werd rayonleider bij VDB. Ik heb daar een machtige tijd gehad. Veel geleerd van Jan Uffing en Hennie Daams, mensen met een echt commercieel kruideniershart. Maar na 2,5 jaar vroeg Fons Deen me terug om de formule van Deen te schrijven. Vandaaruit ben ik doorgegroeid naar eindverantwoordelijke voor de formule. Fons Deen en jij: wie beslist over wat? Officieel mag ik me statutair directeur noemen van Deen Supermarkten BV. We hebben meer bv’s, maar het draait om de supermarktpoot en de vastgoedpoot. Fons Deen en ik vormen de directie van Deen Supermarkten. Fons doet 80% van zijn tijd vastgoed en die andere 20% is hij mijn sparringpartner, en omgekeerd. En sinds kort met Erik Lamers erbij als directeur logistiek/distributie. Wat vind je zelf mooi aan Deen? Ik vind dat we een eigen gezicht hebben, vooral in versgroepen. Vooral met onze eigen bloemen- en planteninkoop en -dc, daarin zijn we uniek in Nederland en we scoren daar nog steeds uitzonderlijk mee. Verder staan we sterk in vers, met brood, kaas en vlees. Dat komt omdat we het allemaal in ei22 F o merk… Ik denk ‘Amstel’. No nonsense, doet wat het belooft, is lekker en betaalbaar. Vrienden en voetbal, ja! Zullen we Peter van Campen geld vragen voor dit antwoord? gen beheer hebben. We kopen zelf in bij de bron. Verder ben ik wel gepast trots op Trefpunt, het interactieve communicatiemiddel in onze winkels. Uniek in West-Europa, voor zover ik kan nagaan. We bieden dit ook aan aan Superunie-leden die niet in ons marktgebied concurreren. Maar ook dan hebben we er nog voorwaarden aan moeten verbinden. Voor het overige, ach, alle dkw is niet veel anders dan stellingen met blikken kapucijners en potten pindakaas. Niet spannend, hoor. Je moet gewoon je prijspeil goed in de gaten houden, want het Consumentenbond-mandje moet bij ons wel in orde zijn. Een kratje bier mag zeker niet zomaar een euro duurder zijn dan bij bijvoorbeeld Dirk van den Broek. Wat geeft jou de meeste voldoening? Ik denk: de momenten als ik weer zie dat verkoop niet die zware marketingfilosofieën nodig heeft. Dat doen wij bij onze Deen-winkels, maar ik zie het ook bij Ikea of de Albert Cuijp. Als je over de Albert Cuijp loopt en je ziet bij een sinaasappelverkoper ‘10 stuks 1,50’ staan en bij een concurrent verderop hetzelfde bord. De een heeft tien klanten, de ander twee. En je ziet dat die ene het doet met ‘Dag mevrouw Gerritsen, hoe is het met uw zoon, weet uw wat, u krijgt er een sinaasappeltje bij, komtie van de griep af’. Dat bevestigt me in mijn idee dat retailen gewoon bestaat uit: van nature goed met klanten omgaan. Met welk merk ben jij te vergelijken? Aardige vraag. Ik ben niet conservatief of traditioneel. Ik ben ook niet iemand die kortstondig iets neerzet. Ik mik op continuïteit, maar er moet wel lef en uitdaging bij zitten. Ja, noem maar eens een o d P e r s o n a l i t y m e i Wat is jouw grootste fout geweest? Jarenlang te veel en te hard werken. Dan is 2 0 0 3 M A R K T het ogenschijnlijk wel allemaal goed, maar je gaat een hoop missen, ook in je werk. Als een bedrijfsleider 50, 60 uur werkt, colbertje uit, en hij loopt te sjorren aan containers, dan mist hij ook andere processen. Minister Zalm zei ooit eens in een interview dat hij het ministerie van Financiën in 35 uur kon runnen. Als dat waar is, is dat gewoon top. Dingen kunnen loslaten. Ik heb ook wel eens te snel mensen vertrouwd. In de loop der jaren ben ik daar behoedzamer in geworden. Maar ik laat negativiteit niet toe bij mezelf. Wat geweest is, is geweest. En natuurlijk heb ik wel eens de pest in, maar dat is zo weg. A A T S C H A P P I J Anneke Ammerlaan, trendonderzoekster voor voeding en consumentenwensen, beoordeelt brancheverschijnselen op het wankele evenwicht tussen smaak en goede verkoopcijfers. Reageren? [email protected]. Van de Makro naar de speciaalzaak H et jaarlijkse congres van de IACP, International Association of Culinary Professionals, vond dit jaar niet in de VS plaats, maar in Canada. Uitstekend, want: input uit twee werelden. De relaxte kleinschalige foodwereld van Montreal met talloze fantastische restaurants en kleine marktjes, en de hectische grootschalige supermarktwereld uit de VS. Opvallend onderwerp daar? De zogenaamde ‘clubstores’ boeken in de VS de meeste groei. Winkelbedrijven met meestal meer dan eten en drinken, waarvoor de klant jaarlijks een ‘lidmaatschap’ betaalt. Ik zou ze scharen onder de ‘veilige’ bedrijven: als klant ben je bekend, er is dus een min of meer persoonlijke band. Maar ze kennen niet alleen jou, ze kennen alle andere klanten in de winkel ook. Nauwelijks gevaar dat er een gek met een machinepistool rondloopt. Die verbondenheid zorgt voor een extra loyale klant. Straatinterviews lieten zien dat klanten trots zijn op hun clubwinkel en bij ieder bezoek meer meenemen dan ze van plan waren. Als ik deze ontwikkeling over zou moeten zetten naar Nederland, dan denk ik dat de groei van de regionale ketens daarin past. Zij voelen vaak veel beter aan wat de klant wil en de klant voelt een grotere verbondenheid. Bovendien kunnen ze veel sneller aan lokale wensen voldoen. Maar het zijn toch ook weer extra kansen voor de Makro’s in ons land. Spannend is ook de omzetverdeling. De Amerikaan spendeert zijn super- Hoe ziet die vrije tijd er dan uit? Met vrienden naar Ajax, lekker eten, praten over wat er in de wereld gebeurt, over de kinderen. Maar ook slap ouwehoeren, open haard, flesje wijn, Franse kaas. Trouwens, wij gaan niet of nauwelijks met fabrikanten op stap. Daar zijn we wars van bij Deen. Geen tijd voor zware lunches, diners of uitstapjes. En fabrikanten hebben daar toch eigenlijk helemaal geen zin in, die doen dat al vier keer per week. Wie is jouw voorbeeld? Jan Uffing. Hij is mens- en procesgericht tegelijk. Ik heb zo veel van hem geleerd! Ik denk bij kwesties nog vaak aan hem. Hij is een sterke persoonlijkheid, houdt van retail en van mensen. Hij heeft ook die energie en gedrevenheid. O, hij is geen softe manager. Hij kon spijkerhard zijn en met zijn vuist op tafel slaan. Ik gooi ook wel eens een bommetje in de strijd bij mijn MT en dan roep ik wel eens dingen die ik niet kan bewijzen. Dat doe ik om ze te activeren, om iets met elkaar te creëren. Dan zie je zo’n team gedrevener worden. Daar geniet ik van. o M Smaakspraak, met Anneke Ammerlaan Waar komt jouw motivatie vandaan? Ja, dat is iets raars. Wie bij een familiebedrijf komt te werken, wordt erin opgezogen. Je zit eerst in die slipstream en je gaat mee met het succes. Dan krijg je daar ook een aandeel in en ben je eindverantwoordelijk. Dan wordt het een deel van jezelf. We hadden eerst geen management team. We waren met z’n vieren, Koos, Dick, Fons Deen en ik. Je moest dus pionieren en over de breedte van het bedrijf van alles doen. Je kunt en wilt dat dan allemaal niet loslaten, je bent behept met fanatisme. Ik zoek wel eens in mijn gezin of ik bij de anderen ook die gedrevenheid zie, of het een erfelijke kwestie is. Maar niemand heeft dat. En in mijn familie zie ik het ook niet. Maar je geniet ook hoor. Ik hou van lekkere keukens, mooie kleding, mooie auto’s, lekkere vakantietrips, van muziek en cultuur. Niet de diepte in - ik kan van een hele hoop dingen genieten. F & o d P e r s o n a l i t y m e i 2 0 marktdollar steeds vaker bij de discountformules en supercenters aan de ene kant en de delicatessensupermarkten aan de andere kant. De supermarkt raakt volkomen klem. Mijn Amerikaanse collega Art Siemering vertaalt deze ontwikkeling in ‘mass and class food’. Wie eet om te leven, gaat voor de massa, en wie leeft om te eten gaat voor klasse. Ook in Nederland zien we deze trend opkomen. De verschraling van het assortiment dwingt de klassezoeker terug naar de (oude, vertrouwde) speciaalzaak en, dat is nieuw, naar de producent. Eten op stand is niet langer kaviaar of ganzenlever en komt niet langer van ver. Nee, het is juist die speciale kaas of die vergeten groentesoort of dat oude fruitras. Bij de klassezoekers gaat het tegenwoordig veel meer om tijd dan om geld. Tijd en dus moeite die ze ervoor over hebben om de juiste kwaliteit of dat speciale product te krijgen. Priori‘tijd’ is in dit geval een mooie term. Tijd voor het bezoeken van de markt bijvoorbeeld of om dat stuk om te rijden om juist bij die boer je kaas te kopen of de verse groenten bij die de bepaalde tuinder. En wat blijkt bij het afrekenen: men is voordeliger uit en men heeft voor hetzelfde bedrag een betere kwaliteit. Misschien denkt u: ver van mijn bed, want mijn klanten vallen onder de massamarkt. Toch is het goed om het in de gaten te houden, want de kans is groot dat de massa ook ontdekt dat het voordeliger uit kan zijn. 0 3 23
© Copyright 2024 ExpyDoc