VGCt nieuwsbrief De kloof is overbrugd Het 44e EABCT congres heeft voor de vierde keer in Nederland plaatsgevonden, ditmaal in Den Haag. Tussen 10 en 13 september meldden zich bijna 1800 deelnemers, waarvan 1050 uit Nederland. G een slechte opkomst, in een tijd van massale bezuinigingen! Het thema was het overbruggen van de kloof tussen wetenschap en praktijk. Het programma, met veel Nederlandse sprekers en wat minder van de bekende Angelsaksische namen, richtte zich onder andere op angststoornissen. De sprekers van de precongresworkshops konden als eerste een brug naar de praktijk slaan. Zoals Jürgen Mar- graf, die dit deed in zijn uitverkochte precongresworkshop over ernstige paniekstoornissen en agorafobie. Hij demonstreerde hooggedoseerde exposure inclusief gedramatiseerde hyperventilatieprovocatie. Elke week, minimaal drie keer, tenminste twee uur samen oefenen is andere koek dan de gebruikelijke homeopathische dosering. Het drop-out percentage daalt bij hem van 25% tot onder de 10%. De onderzoeksgroep van Agnes van Minnen rapporteerde over een vergelijkbare pilot met gemiddeld zes maal intensieve exposure gedurende zes uur bij gecompliceerde PTSS vergelijkbare resultaten: hoge effectmaat zonder drop-out! Het is veel exposure wat de klok slaat, maar niet uitsluitend. Imaginaire rescripting lees verder op pag 2 > 03/2014 Aandacht voor betere Zijn VGCt-leden emoties 4 behandelaren? 3 Basis GGz ROM resultaten vergeleken Doen wat werkt Tijdens het EABCT congres heeft de VGCt inspiratiedag ‘De Basis GGz: Doen wat werkt’ voor huisartsen en praktijkondersteuners plaatsgevonden. De 200 deelnemers waren enthousiast over de inhoud van de dag. Omdat wij de kennis niet verloren willen laten gaan, maar juist willen delen met zoveel mogelijk huisartsen en praktijkondersteuners in Nederland, is er een online magazine met interviews, foto’s en verslagen van gemaakt. Je kunt dit magazine lezen via www.vgct.livemagazines.nl. Uiteraard mag je dit magazine ‘online uitdelen’, graag zelfs! • Nietstoisthe watFuture het lijkt Back 5 4 Boekrecensie Dit najaarscongres mag je niet missen N=1-studies 5 De Nu mooiste beschikbaar parel voor 8 wetenschappelijk Mark van der Gaag onderzoek wint ZonMw Parel voor EDIE onderzoek EnEnverder: verder: • J an Walburg ziet • Positionering van van niet BIGvoorzitterschap 8 op geregistreerden 2 •afTrots • Modernisering 9 de ereleden 9 • Wordopleiding ook lid van • Website NVGzP 10 aangepast 12 1 moderator zoals de pupilrespons op negatieve emotionele informatie niet een betere voorspeller voor CGt? E-market wordt bijvoorbeeld te pas (bij examenangst en hypochondrie te onpas?) ingezet en leidt in elk geval tot een lage drop out. Er waren ook klinisch relevante presentaties buiten het domein van de angststoornissen. Jolande van de Griendt en Cara Verdellen gaven een workshop vol videomateriaal over habit reversal en responspreventie bij tics (dat laatste bij multipele tics). Hun advies: ga meteen aan de slag! Meta-analyses van CGt bij ADHD leveren tot nu toe matige effecten op bij gedragsmaten, maar in het geheel geen effect bij de kernsymptomen. Gaming en een gestructureerde mindfulnesstraining wel! De beste therapie bij ADHD blijft een taak waarvoor iemand intern gemotiveerd is; symptomen verdwijnen als sneeuw voor de zon. Sloegen de eregasten ook een brug? Mark van der Gaag deed dit in vijf doorlopende optredens over psychose! Stefan Hofmann betwistte het uitgangspunt van het klinische classificatiesysteem van de DSM dat er onderliggend biologisch meetbare ziekten bestaan. In de wetenschap winnen transdiagnostische netwerktheorieën terrein. Volgens hem is CGt zijn tijd vooruit met aandacht voor 2 het netwerk van in stand houdende mechanismen. Thomas Ehring ging op zoek naar een transdiagnostisch behandelprotocol voor het proces van repetitief negatief denken als in stand houdende factor bij meerdere diagnoses op de DSM. Emily Holmes toonde het belang van intrusieve beelden aan bij het ontstaan van uiteenlopende classificaties als PTSS en bipolaire stoornissen. Soms is nog een forse kloof te overbruggen. We hebben bij depressie geen idee wat per individu de beste keuze is uit werkzame behandelingen. Robert DeRubeis e.a. bereikten een matig effect met gerichte toewijzing aan CGt of IPT met een onpraktisch gecompliceerd statistisch model met ruim honderd interveniërende variabelen. Maar is een enkele Wegens succes verlengd na het vorige VGCt najaarscongres was de E-market of Innovations in E-mental health. Hier zagen we dat ook de kloof vanuit het laboratorium overbrugd wordt: virtual reality exposure therapy, CBM training, app’s etc. Over een paar jaar zijn deze middelen niet meer uit onze cognitief gedragstherapeutische praktijk weg te denken. Zo bewees ook de congres-app waarmee we dagelijks up-to-date bleven over programmawijzigingen. Ja, de kloof tussen wetenschap en praktijk is door dit congres een stukje kleiner geworden… Op 11-13 november 2015 is er weer een traditioneel VGCt najaarscongres: ‘Shiny happy people’, het thema is positieve psychologie. Kijk voor meer informatie op vgct.nl > verenigingsactiviteiten. • Ed Berretty Vooruit kijken De VGCt wil graag meer weten over de behandelresultaten die onze leden boeken. Onder andere om bij zorgverzekeraars, patiënten, werkgevers en verwijzers met ‘harde feiten’ aan te kunnen tonen dat je ‘bij een Cognitief Gedragstherapeut VGCt® altijd goed zit’. Het was een erg goed EABCT congres: ‘CBT, Bridging the gap between science and practice’ van 10-13 september in Den Haag. We trokken bijna 1800 deelnemers uit 47 landen. Inhoudelijk was het sterk en het congres verliep in een goede sfeer. Tijdens de beachparty op het strand van Scheveningen hebben we genoten van een prachtige nazomer. Ook de inspiratiedag op zaterdag ‘Doen wat werkt’ over cognitieve gedragstherapieën in de Basis GGZ was goed bezet met bijna 200 deelnemers (huisartsen en POH’s-GGZ). Je kunt het digitale verslag van deze dag bekijken op www.vgct.livemagazines.nl. Deel deze link met je relaties. Ik wil iedereen bedanken die aan het congres of de inspiratiedag heeft bijgedragen! O m dit te bereiken willen we de ROM-resultaten van onze leden gaan vergelijken met algemene, landelijke gegevens zoals de SBG (Stichting Benchmark GGZ) verzamelt. In een vervolgonderzoek willen we met behulp van ROM-gegevens van onze leden de samenhang onderzoeken tussen behandelresultaat en achtergrondvariabelen, zoals diagnose, leeftijd en het verloop van de behandeling. Pilot project Om deze onderzoeken goed voor te bereiden wil de VGCt graag via een pilot Presentaties, foto’s en openingsfilm • Ga voor de beschikbaar gestelde presentaties naar www.eabct.eu > sources > congress archives > 2014 – Den Haag • Bekijk en download de congresfoto’s op Flickr: https://www.flickr.com/ photos/126242368@N05/sets/ • Benieuwd naar de openingsfilm waarin stoornissen op een creatieve manier zijn uitgebeeld? Ga naar YouTube en zoek VGCtube! project inzage krijgen in jouw ROMgegevens. We bieden de eerste vijf VGCtleden die hun ROM gegevens ter beschikking willen stellen van onze onderzoekscommissie, kosteloos toegang tot het VGCt-najaarscongres in 2015! De onderzoekscommissie bestaat uit VGCt-leden onder leiding van dr. Arnold van Emmerik, bestuurslid wetenschap van de VGCt en verbonden aan de onderzoeksgroep Klinische Psychologie van de Universiteit van Amsterdam. ROM-software zoals die van Reflectum en TelePsy biedt allerlei mogelijkheden om gegevens te exporteren. Dat kost jou weinig tijd en de onderzoekscommissie helpt je waar nodig. De commissie zorgt er ook voor dat je gegevens zorgvuldig en in overeenstemming met de privacyregelgeving worden behandeld. Doe je mee? Ben je bereid om voor onderzoeksdoeleinden en belangenbehartiging de VGCt inzage te geven in jouw ROM-gegevens? Neem contact op met Marc Woltering, projectleider bij de VGCt via [email protected]. Hij helpt je verder en geeft antwoord op je vragen. • Na zo’n evenement is het altijd weer even opladen voor een nieuwe start. Maar dat is gelukt. Wij zijn alweer druk bezig met 2015. Met een nieuw beleidsplan 2015-2017. Belangrijk onderdeel daarin: de 14 psy-verenigingen die de 25.000 psychologen, psychotherapeuten en pedagogen vertegenwoordigen die in de (geestelijke) gezondheidszorg werken, gaan beter samenwerken. Op de as van de kwaliteit en de as van de belangenbehartiging. Met als doel een betere (geestelijke) gezondheidszorg en een betere positie van de psychologie en de psycholoog. Ook de HBO-ers krijgen een plek. Er wordt momenteel teveel over ons beslist en te weinig dóór ons. Een betere (interne) organisatie moet daarin verbetering aanbrengen. Op de ledenraadsvergadering van 10 oktober werd over de organisatie van die 14 verenigingen gesproken en zo mogelijk beslist over de oprichting van een Federatie van Psychologen waaraan afzonderlijke verenigingen gaan deelnemen. Aan het einde van dit jaar hoor je er meer over. Hubert van der Kleij directeur VGCt 3 ten geleide Zijn VGCt-leden betere behandelaren? sectienieuws • CGt bij problematisch middelengebruik en gokken Op dinsdag 18 november organiseert Stichting Resultaten Scoren (Kenniscentrum Verslaving) in samenwerking met de sectie verslaving het symposium: ‘Cognitief gedragstherapeutische behandeling van problematisch middelengebruik en gokken’. Directe aanleiding voor dit symposium is de presentatie van het gelijknamige handboek dat in opdracht van Resultaten Scoren is samengesteld. Het handboek bevat nieuwe evidence based behandelprotocollen en na afloop ontvang je gratis een exemplaar! Kijk voor alle informatie op vgct.nl > over VGCt > verenigingsactiviteiten. Nieuwe SIG (Special Interest Group EABCT) Positive CBT Naast de Nederlandse sectie oplossingsgerichte CGt is er nu ook de Europese Special Interest Group ‘Positive CBT’. De SIG Positive CBT heeft tot doel om de samenwerking en discussie over theoretische en praktische vraagstukken op het gebied van positieve cognitieve gedragstherapie te stimuleren en onderzoek te bevorderen. Ook wil de SIG verbinden: via LinkedIn en SIGbijeenkomsten kunnen therapeuten die positieve cognitieve gedragstherapie toepassen met elkaar in contact komen. Kijk voor meer informatie op www.eabct.eu > groups > special intereset groups > positive CBT. Of mail Fredrike Bannink via [email protected] en sluit je aan! Boekrecensie Niets is wat het lijkt In het boek ‘Niets is wat het lijkt’ beschrijft de Britse professor Tanya Byron haar opleiding tot klinisch psycholoog in de jaren 1969-1972. Door deze opzet is haar professionele en persoonlijke ontwikkeling is goed te volgen. B yron noemt de gewelddadige dood van haar oma het beginpunt van haar belangstelling voor de psychologie. Daarnaast heeft deze gebeurtenis een omslag in haar manier van denken veroorzaakt, die haar loopbaan sterk heeft beïnvloed. Wanneer Byron dit boek presenteert heeft zij zo’n 25 jaar ervaring als klinisch psycholoog, schrijver en presentator. Hoewel zij in de loop van de jaren veel en over uiteenlopende zaken heeft geschreven, vond zij de tijd in 2014 pas rijp om ‘Niets is wat het lijkt’ te schrijven. Over dit boek valt veel te zeggen. Zo stipt zij aan dat alle verhalen waarover zij schrijft geheel fictief zijn. Privacy ziet zij als een recht voor zowel patiënten, vriendinnen, collega’s alsmede voor supervisoren die ten tonele zijn gevoerd. Verschillen tussen mensen zijn gradueel van aard en niet principieel: waar eindigt gezondheid en waar begint ziekte, vraagt 4 zij zich af. Byron vindt het belangrijk dit te blijven onderstrepen, vandaar de titel van haar boek. Dit dubbele perspectief zorgt voor veel herkenbaarheid in de gepresenteerde patiëntverhalen en in haar persoonlijke zoektocht als klinisch psycholoog. Byron schrijft op inzichtelijke wijze over de plekken waar zij in het kader van haar opleiding heeft gewerkt als onervaren twintiger. Zo schetst zij de erbarmelijke en soms risicovolle arbeidsomstandig heden bij haar eerste psychiatrische polikliniek. Zij ziet daar patiënten in een ruimte die voor haar komst als bergkast dienst heeft gedaan. Later beschrijft zij het prachtige kantoor van een palliatieve afdeling waar zij aan het einde van haar opleiding werkt. Collega’s, maar ook vriendinnen, dienen voor haar als bronnen van informatie en steun. Het boek bevat aangrijpende verhalen over haar patiënten: van mensen met beginnende dementie, kinderen met eetstoornissen, slachtoffers van seksueel misbruik tot psychopaten. Treffende voorbeelden van geslaagde en minder geslaagde (cognitief gedragstherapeutische) interventies worden beschreven. Niet alleen aan grijpende patiëntverhalen, maar ook angsten en kwetsbaarheden van Byron zelf, evenals die van haar collega’s en van supervisoren worden uitgelicht. Dit alles maakt het boek de moeite waard. Kortom, een boek vol indringende verhalen over mensen en over de opleiding tot klinisch psycholoog in Londen. Actueel en interessant boek voor iedereen die belangstelling heeft voor de verdere ontwikkeling van dit vakgebied, en wie heeft dat niet? • Jeannette de Geus, voorzitter sectie bedrijfsgerichte CGt Digitalisering van het N=1-archief Behandelrichtlijnen voor mensen met een verstandelijke beperking De ‘N=1’ vormt al vanaf het ontstaan van de VGCt het sluitstuk van de opleiding tot gedragstherapeut en later tot cognitief gedragstherapeut. T ot op de dag van vandaag zijn de verslagen van deze cognitief gedragstherapeutische ‘meesterproeven’ bewaard in het N=1-archief. Dit unieke archief vertegenwoordigt inmiddels zo’n 50 jaar van het cognitief gedragstherapeutisch denken en doen in Nederland en is daarmee van grote historische waarde. Je kunt hierbij denken aan openstelling voor psychologisch inhoudelijk en historisch wetenschappelijk onderzoek. Of aan betere toegankelijkheid voor opleidelingen en behandelaren die geïnteresseerd zijn in de cognitief gedragstherapeutische behandeling van specifieke problematiek. Maar het papieren N=1-archief is nu nog moeilijk toegankelijk, waardoor deze waarde niet goed benut en gedeeld kan worden. De VGCt heeft daarom besloten vaart te maken met het digitaliseren en openstellen van het N=1-archief. De papieren N=1-verslagen (ruim 90.000 pagina’s) zijn inmiddels gescand. De volgende stap is de digitale openstelling, waarvoor een samenwerking is aangegaan met het daarin gespecialiseerde Archief- en Documentatiecentrum Nederlandse Gedragswetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen. Het digitale N=1-archief is geanonimiseerd naar cliënt (zoals de huidige papieren N=1-verslagen al zijn), behandelaar/ auteur en supervisor. Het archief zal uitsluitend toegankelijk zijn voor personen en organisaties die daarmee een serieus en inhoudelijk relevant doel nastreven. Evengoed volgt nog een formele procedure waarin je bezwaar kunt maken tegen de eventuele inzage in je eigen N=1-verslag. Het bestuur van de vereniging streeft ernaar dit project in het jubileumjaar 2016 feestelijk te kunnen afronden. • Arnold van Emmerik, bestuurslid Wetenschap De sectie CGt voor mensen met een verstandelijke beperking heeft een nieuw sectiebestuur. Judith Westra (voorzitter), Annette Janssen en Jan Willem Drost zijn met veel enthousiasme gestart. Misschien is het sectiebestuur bij het verschijnen van de volgende nieuwsbrief zelfs uitgebreid, want momenteel zijn zij in gesprek met twee aspirant sectiebestuursleden. I n de ledenenquête hebben verschillende sectieleden aangegeven dat zij behandelrichtlijnen voor mensen met een verstandelijke beperking missen. Judith: ‘Het sectiebestuur herkent dit signaal. We zijn daarom bezig met opzetten van twee werkgroepen om tot behandelrichtlijnen te komen. We starten met één werkgroep voor de behandeling van trauma en één werkgroep voor de behandeling van depressie bij mensen met een verstandelijke beperking’. Heb je ervaring met en kennis van de behandeling van depressie of trauma bij mensen met verstandelijke beperkingen? En vind je het leuk om mee te werken aan het opstellen van richtlijnen voor de betreffende problematiek? Meld je dan bij sectiecoördinator Esther Oomen via [email protected]. Wil je op een andere manier een actievere rol binnen de sectie gaan spelen? Dan ben je ook van harte welkom! • Meld je aan voor de sectie CGt voor mensen met een verstandelijke beperking via het ledennet > secties! V.l.n.r Judith Westra (voorzitter), Annette Janssen en Jan Willem Drost 5 casus N=1 Elk aankomend cognitief gedragstherapeut doet tijdens zijn opleiding verslag van een (afgeronde) behandeling (N=1). Deze keer lees je over de N=1 van Jaap Lancee. Hij was als psycholoog en onderzoeker werkzaam bij het Ambulatorium van de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit van Utrecht. Jaap heeft zijn cliënt voor deze N=1 22 sessies gevolgd. Momenteel werkt Jaap Lancee bij de afdeling Klinische Psychologie van de Universiteit van Amsterdam. 6 Draaien en woelen Jaap Lancee heeft een cognitief gedragstherapeutische behandeling gegeven aan een 23- jarige jongen met primaire insomnie, een depressieve stoornis en studieproblemen. K ai kon zich slecht concentreren, was futloos en somber. Jaap: ‘Ik kon goed zien dat Kai slecht sliep, hij had wallen en vermoeide rode ogen’. Kai merkte ook dat de werkzaamheid van zijn medicatie, 20mg Temazepam per nacht, langzaam afnam. Ontwikkeling insomnie Slaaphygiëne Tijdens de intake kreeg Kai een slaapdagboek, waarin hij registreerde wanneer en hoe lang hij sliep. Jaap startte de behandeling met psycho-educatie waarin hij uitleg gaf over slaapstadia en slaapbehoefte van verschillende mensen. ‘Kai moest ook zijn omgevingsfactoren en gedrag gaan aanpassen. We spraken af dat hij altijd rond 1.00 uur naar bed zou gaan en zijn bed naar de woonkamer zou verplaatsen, omdat hij deze kamer beter kon doorluchten en verduisteren.’ Jaap adviseerde Kai om twee uur voor het slapen geen televisie meer te kijken en om niet meer met zijn telefoon te spelen wanneer hij niet kon slapen. ‘Dit kun je zien als een beloning; niet slapen wordt positief bekrachtigd door het spelen met zijn telefoon.’ Kai’s voetbaltrainingen begonnen pas rond 21.00 uur. De adrenaline die daarbij vrijkomt kan de slaap eveneens slecht beïnvloeden. Daarom zou Kai nog maar één keer per week gaan voetballen. ‘Hij moest niet volledig stoppen met voetbal, want het gaf hem voldoening, waardoor het zijn stemming dus positief kon beïnvloeden.’ natief ‘Als ik slecht geslapen heb, gaat het studeren wat slechter, maar het is zeker nog wel mogelijk’ voor ‘Als ik slecht slaap, kan ik de volgende dag niet leren.’ Depressiebehandeling Slaaprestrictie Een belangrijke interventie die Jaap toepaste was de slaaprestrictie. In deze techniek worden de bedtijden beperkt tot het aantal uren dat Kai daadwerkelijk slaapt. Bijvoorbeeld: als Kai gemiddeld acht uur per nacht in bed ligt maar hiervan slechts zes uur slaapt dan mag hij nog maar zes uur per nacht in bed liggen. Bij deze oefening is vijf uur het absolute minimum. Doordat Kai minder in bed ligt, zal hij minder slapen. Hierdoor neemt overdag de slaapdruk toe en hierdoor wordt de kans groter dat hij ’s nachts ook daadwerkelijk gaat slapen. Zodra het percentage slaapt voldoende is toegenomen dan worden de bedtijden weer langzaam uitgebreid. Deze interventie heeft tot doel om het bed steeds minder te gaan associëren met ‘wakker zijn’. Dit werkte erg goed en daarom bouwde Kai na overleg met zijn huisarts zijn medicatie af. ‘Parallel aan de slaaprestrictie hebben we aandacht besteed aan denkfouten die te maken hebben met zijn slaap. Zo maakten we het alter7 Bij de afspraak om te beslissen of de therapie afgesloten kon worden, blijkt het helemaal niet goed te gaan met Kai. ‘Ik nam met hem de DSM-IV criteria voor een depressie door. Hij voldeed aan 5 van de 9 criteria. Er zat een ander persoon voor me dan ik gewend was. Hij zat ineengezakt, praatte langzamer en zag er afgevlakt en futloos uit.’ De behandeling werd voortgezet. Jaap legde het principe van activatie uit en ze stelden samen doelen vast. Kai reageerde goed op het uitvoeren van deze doelen. De activiteiten verbeterden zijn stemming en hierdoor kreeg hij meer energie. Afronding Het lukte Kai niet om zijn studiejaar te halen. ‘Ik schreef op verzoek van Kai een brief waarin stond dat zijn studievertraging waarschijnlijk is veroorzaakt door psychische problemen. Uiteindelijk mocht hij toch zijn studie voortzetten. Kai schreef in een afsluitende e-mail dat het erg goed met hem gaat en als een roos slaapt.’ • casus N=1 foto: Shutterstock Kai verhuisde voor zijn studie economie naar Rotterdam. Hij ging bijna elke nacht rond 0.30 uur naar bed en sliep pas rond 3.00 uur. Hij behaalde weinig studiepunten, waardoor hij het studeren steeds vaker uitstelde. Kai kon hierdoor langer uitslapen, maar daardoor verschoof zijn slaapritme. ’s Avonds was hij niet moe genoeg om in slaap te vallen, waardoor hij de tijd kreeg om te piekeren. Hij lag steeds langer wakker en ontwikkelde de slaapstoornis insomnie. Kai voelde zich niet thuis in Rotterdam. Hij verhuisde terug naar Driebergen, trok bij zijn broer in en schreef zich in voor Fiscaal Recht in Amsterdam. In het tweekamerappartement sliep Kai op een uitklapbed in de keuken en zijn slaapgebrek werd alsmaar groter. Kai nam contact op met zijn decaan die hem verwees naar Jaaps website insomnie.nl. Er leek een duidelijke samenhang tussen Kai’s depressieve klachten en slaapklachten te bestaan. ‘Ik besloot de insomnie als eerst te behandelen, omdat zijn korte slaap de oorzaak leek te zijn van negatieve gevoelens en de slechte prestaties op de universiteit’, vertelt Jaap. sectienieuws • VRET-P LVB en oplossingsgerichte gedragstherapie De sectievoor psychose heeft Pot-KolEen therapie mensen metRoos een licht verder geïnterviewd, onderzoeker en psystandelijke beperking, waarbij de nadruk wordt choloog bij Parnassia en devan VU.problemen Op het gelegd op oplossingen in plaats EABCT congresdan presenteerde zij haar Dit lijkt beter te helpen reguliere therapie. ‘Mechanismsvan of virtual reality blijkt onderzoek uit promotieonderzoek Gz-psycholoog pyschoses’. John in Roeden van de Universiteit van Maastricht. Roeden is lid van de sectie OCGt en de eersteWat in de wereld die hierop is gepromoveerd. is VRET-P? In zijn onderzoek vergeleek een groep ‘We hebben een Virtualhij Reality (VR) cliënten die werd behandeld oplossings behandeling ontwikkeld,met gericht op mengerichte een andere sen therapie met een met psychose die hetgroep lastigdie vin-een reguliere kreeg. Zes na de den begeleiding om sociale situaties aanweken te gaan. Bij start angst van dewerkt behandeling dat de cliënten VR goedbleek - bij psychose is dat die deonbekend. oplossingsgerichte therapie hadden Het is de eerste keer dat VR gekregen beterwordt echt psychologisch als behandelingenbijsociaal psychose functioneerden. ingezet.’ Lees een interview Watuitgebreid is je ervaring tot numet toe?John Roeden op het Kennisnet in behandelingen het domein oplossingsgerichte ‘De eerste gingen goed. GCt. Mensen vonden het enger dan verwacht, dus het werkt echt als exposure! VR lijkt een goede tussenstap om in bij hettrauma echte Oplossingsgerichte interventies levenOCGt meer gaat te durven.’ De sectie op 9 oktober op werkbeze achterdochtig van die apparazoek Worden bij de Opvoedpoli in Amsterdam. Het thema is:tuur? Oplossingsgerichte interventies bij ‘Ja, Een soms wel. Een jongen bijvoortrauma. medewerker van dewilde Opvoedpoli beeldSigns meedoen, maar(oplossingsgerichte maakte zich zorbespreekt of Safety gen over de connectie met internet. Hijen kinderbescherming). Door middel van filmliet zich wel geruststellen.’ audiofragmenten van Berg en O’Hanlon wordt Kan hoe iedereen patiënten aanmelden je duidelijk je oplossingsgericht kunt voor werken onderzoek? bij trauma’s. Fredrike Bannink presenteert haar die aan de criteria voldoen enZij boek ‘Patiënten Posttraumatic Success (Norton, 2014). eenditdeelnemende instelling in behangeeft bij over onderwerp een workshop op het deling zijn, kunnen aangemeld worden. najaarscongres. Mailverenigingsactiviteiten me hier gerust over,voor via alle Ga naar [email protected].’ informatie. Jan Walburg ziet af van voorzitterschap Op zondagavond 7 september kregen we een onverwachte e-mail van (prof. dr.) Jan Walburg. In juni heeft de ledenraad Jan Walburg gekozen om op 10 oktober jl. Kees Hoogduin als voorzitter van de vereniging op te volgen. J an Walburg schrijft dat hij heeft besloten zich terug te trekken als voorzitter. Hij zegt dat hij vereerd was met zijn benoeming en enthousiast is over de vereniging. Maar hij vreest dat het samenwerkingsproces van de VGCt met het NIP, c.q. met de 14 andere psy-verenigingen, dat aanstaande is veel tijd en aandacht met zich meebrengt van een voorzitter. Hij vindt de timing om midden in deze ontwikkeling van voorzitter te wisselen ongelukkig. Hij vindt niet dat deze samenwerking niet zou moeten maar het gaat hem erom dat hij niet goed ziet hoe hij juist nu het stokje goed en verantwoord kan overnemen. Donderslag Voor het bestuur kwam dit bericht als een donderslag bij heldere hemel. We dachten met Jan, oud-directeur van het Trimbos Instituut, met zijn bestuurlijk ervaring nu juist de man te hebben gevonden die ons door deze periode kon 8 heen loodsen naar een nog sterkere VGCt. We zullen op zoek gaan naar een nieuwe voorzitter. Het bestuur heeft Kees Hoogduin gevraagd of hij zich op de ledenraadsvergadering voor een derde periode wilde laten herbenoemen, zodat we de tijd hebben een nieuwe voorzitter te vinden. Gelukkig bleek Kees hiertoe bereid. Wil je de sollicitatiecommissie een tip geven wie je een hele goede voorzitter voor de VGCt zou vinden, neem dan contact op met Hubert van der Kleij via [email protected]. • Personalia De sectie angststoornissen verwelkomt Mirjam Kampman als nieuw bestuurslid. Mirjam is werkzaam bij Pro Persona in Overwaal als klinisch psycholoog, programmaleider angststoornissen en senior wetenschappelijk onderzoeker. Eni Becker doet een stapje terug, ze blijft meedenken met het sectie bestuur op enige afstand. Samen op weg naar De ledenraad van de VGCt heeft medio 2011 zes ontwikkelingen c.q. knel punten vastgesteld met betrekking tot de huidige opleiding en registratie tot cognitief gedragstherapeut VGCt: 1. De ver-BIG-ging in de GGz. De cognitief gedragstherapeut zoals die sinds ongeveer 15 jaar bekend is en die nog van voor de Bachelor/Master structuur is, past niet meer in de huidige en toekomstige GGz-beroepenstructuur. 2. Competentiegericht opleiden en toetsen. De vervolgopleidingen in de psychologie in Nederland worden allemaal competentiegericht. Hier wil de VGCt graag op aansluiten om zo een doorlopende leerlijn te creëren. 3. Differentiatie van de cognitieve gedragstherapie. Er is discussie of een cognitief gedragstherapeut generalistisch of specialistisch moet worden opgeleid. 4. Nieuwe ontwikkelingen binnen en buiten de cognitieve gedragstherapie. Er zijn voortdurend nieuwe ontwikkelingen die (nog) niet evidence based zijn maar waar wel veel mee wordt gewerkt tijdens behandelingen. Hoe wordt er binnen de opleiding met deze nieuwe ontwikkelingen omgegaan; worden deze verwerkt; wat zijn de criteria? 5. Veel vragen en opmerkingen van leden en accreditatieaanvragers over de VGCt-regels. Het waarom van alle regels is niet altijd helder voor alle betrokkenen of voldoende onderbouwd. 6. Tekort aan goede vervolgcursussen en vervolgcursussen die niet vol komen. Afgesproken is dat het bestuur voor deze ontwikkelingen c.q. knelpunten een aanpak/oplossing bedenkt. De commissie De Haan heeft daartoe allereerst in 2011 de visie op de opleiding tot cognitief gedragstherapeut geformuleerd. Dit heeft geresulteerd in de volgende uitgangspunten: • Cognitieve gedragstherapie is een vorm van toegepaste wetenschap. • De cognitief gedragstherapeut VGCt behandelt stoornissen of problemen. • De opleiding is competentiegericht. • De onderdelen van de opleiding, zowel het cursorisch- als het praktijkdeel, hebben samenhang en ieder afzonderlijk een omschreven toegevoegde waarde. • In de opleiding wordt onderscheid gemaakt tussen basiscompetenties – de competenties die iedere cognitieve gedragstherapeut VGCt moet beheersen – en variabele competenties, of wel CGt-differentiaties. • De opleiding is beperkt in tijd die eraan besteed moet worden. Een sterke psychologenorganisatie • De VGCt onderschrijft het doel van de wet BIG. • De opleiding tot cognitief gedragstherapeut VGCt sluit op wel omschreven wijze aan op/bij de competenties van GZ-/klinisch psycholoog, psychotherapeut, arts/psychiater. • De VGCt is een accrediterende organisatie die de kwaliteit van de opleiding/ registratie tot cognitief gedragstherapeut VGCt bevordert en toetst. Het overleg om tot nadere samenwerking met de diverse psychologenverenigingen te komen ontwikkelt zich gunstig. Het beoogde doel, een sterke psychologenorganisatie die bij overleg met overheid, zorgverzekeraars, GGZ en psychiaters niet alleen aan tafel zit maar zo nodig ook een vuist kan maken, lijkt gestalte te gaan krijgen. Er wordt gewerkt aan de oprichting van een stichting ‘Federatie van Psychologen’. Van groot belang is dat gemeenschappelijke doelen alleen bereikt kunnen worden, als de nieuwe stichting de stichting wordt van evidence-based werkende BIG-geregistreerde psychologen. De VGCt zal samen met onze collega’s na vele jaren eindelijk de mogelijkheid verwerven de belangen van jullie ook werkelijk te kunnen behartigen. Belangen op het gebied van goede mogelijkheden om met eerder verworven competenties aangepaste routes voor de opleiding tot GZ-psycholoog te kunnen volgen, maar ook op het gebied van een adequate honorering van de specifieke gedragstherapeutische deskundigheid. Bestuur en directie geven vol gas. Met deze door de vereniging gedragen visie is de projectgroep aan de slag gegaan om de opleiding tot cognitief gedragstherapeut te actualiseren. Het project is in zes fases verdeeld waarbij bij elke fase wordt gewerkt met de inhoudelijke deskundigheid van VGCt-leden. Er zijn al veel stappen gezet. Zo is het competentieprofiel vastgesteld, is de projectgroep in gesprek met de hoofdopleiders GZ en KP over aansluiting van de CGt-opleiding op de BIG-opleidingen, is er een aparte commissie supervisoren bezig met advisering over de competenties en de kwaliteitscyclus van de supervisor en is de projectgroep bezig met het uitwerken van de toetsing. Benieuwd hoe ver we zijn, vragen of ideeën? Log in op het ledennet en ga naar kennisnet > dossier competentiegericht opleiden voor actuele informatie over de voortgang van het project. • Kees Hoogduin, voorzitter bestuur VGCt 9 van de voorzitter een competentiegerichte opleiding Nieuw bij de VGCt Ingrid Brummelhuis werkt bij IndigoBrabant. Haar baan is heel divers, ze werkt onder meer als POHGGZ bij een huisartsenpraktijk in Waalwijk. T ot 1 januari 2014 mocht Ingrid patiënten 5 à 6 keer zien. Sinds de invoering van het Bestuurlijk Akkoord behoort het langdurig laagfrequent volgen van de groep chronisch uitbehandelde stabiele patiënten ook tot de taak van de POH-GGZ. ‘Als POH-GGZ zie ik patiënten die door de huisarts zijn doorverwezen. Ik ben verantwoordelijk voor het inzetten van passende hulp. Ik inven- tariseer de problematiek, heb ondersteunende gesprekken, ga na of er een verwijzing moet komen en onderhoud contacten met betrokken partijen, zoals partner, kinderen, maatschappelijk werk en het consultatiebureau’. Ingrid ziet twee soorten groepen. Aan de ene kant patiënten met chronische problematiek, waarbij de contacten gericht zijn op steun en structuur met als doel terugval en (terug)verwijzing naar de tweede lijn voorkomen. Aan de andere kant patiënten met angst-, paniek-, of stemmingsklachten, ADHD, ADD, autisme of psychotische klachten. ‘Bij men- Er leek niks aan de hand... Running Clinic Door Sandra van Laar, psychotherapeut, gespecialiseerd in bedrijfsgerichte gedragstherapie. P W at hebben de volgende gebeurtenissen met elkaar gemeen? • De ontvoering van Gerrit Jan Heyn door Ferdi E. in 1987; •Een Nederlandse topbankier in Londen pleegt zelfmoord ten tijde van het dieptepunt van de economische crisis en na verlies van zijn functie; • Een verpleegkundige in een tandarts- praktijk vergiftigt haar leidinggevende door kwik algaam in zijn koffie te doen na een functioneringsgesprek; • Een medisch specialist/wetenschappelijk onderzoeker manipuleert oneigenlijk en systematisch laboratorium experimenten ten behoeve van goede uitkomsten. Het antwoord lees je in het volledige artikel van Sandra van Laar op vgct.nl > ledennet > secties > secties bedrijfsgerichte gedragstherapie > documenten. • 10 sen met angst,- of paniekklachten gebruik ik vaak de technieken die ik als gedragstherapeutisch werker geleerd heb, zoals het 5-G schema.’ ‘De POH-GGZ in de huisartsenpraktijk is voor patiënten een meerwaarde, omdat het dicht bij huis en in een bekende en veilige omgeving is. Als de patiënt de hulpvraag bij zijn huisarts heeft neer gelegd, dan kan de hulp snel gestart worden. Als POH-GGZ zorg je ook voor hulp aan mensen die nog niet aan de DSMcriteria voldoen, omdat zij anders nergens terecht zouden kunnen vanwege de aanscherping van de verwijzingscriteria’. • aul Westerman, sinds april 2014 lid van de ledenraad, organiseerde voor het EABCT congres een bijeenkomst in het ‘Hardloopcafé’ en een ‘Running Clinic’. Op donderdagavond vertelde hij in het hardloop café over running therapie, die als aanvullende behandelvorm wordt ingezet bij mensen met psychische klachten, waaronder stemmings-, angstklachten en burn-out. In tien sessies werken cliënten toe naar 30 minuten in eigen tempo hardlopen. In het Hardloopcafé waren ook cliënten aanwezig die hun ervaringen met deze relatief nieuwe therapievorm deelden. Op vrijdagochtend om 8.00 uur, op het strand van Scheveningen, heeft een aantal congresdeelnemers zelf ondervonden hoe verfrissend running therapie is! Wil je meer weten over running therapie? Neem dan contact op met Paul Westerman via [email protected] • A ls cognitief gedragstherapeut in opleiding is het mogelijk om als POH-GGZ werkzaam te zijn bij een huisartsenpraktijk. Je voldoet daarmee aan de werksettingseis. De voorwaarde is dat je minimaal 12 uur per week werkt, waarvan je minimaal 4 uur per week besteedt aan het uitvoeren van cognitief gedragstherapeutische behandelingen. De huisarts moet jouw cliënten hebben aangemeld wegens psychische problemen en/of gedragsproblemen. Kijk voor alle informatie op pagina 8 in het registratiereglement voor cognitief gedragstherapeuten VGCt® en supervisoren VGCt®. Het registratiereglement kun je vinden op de website > opleiding en registratie > reglementen, formulieren en richtlijnen. N=1-verslag voor POH-GGZ Een N=1-verslag heeft betrekking op een behandeling van minimaal twintig zit tingen, bij voorkeur op een afgeronde behandeling. In de praktijk van de POHGGZ wordt dit aantal zittingen vaak niet behaald. Het schrijven van twee verslagen over twee afgeronde behandelingen van ieder minimaal tien zittingen (N=2-verslag) behoort echter ook tot een mogelijkheid en biedt daarmee uitkomst. Heb je nog vragen, neem dan contact op met Margot Regtien, coördinator opleidingssecretariaat via [email protected] of (030) 236 15 63. • N=1-voorbeeldverslag downloaden De VGCt stelt een aantal N=1-studies als voorbeeldverslagen ter beschikking voor persoonlijk gebruik in het kader van de opleiding tot Cognitief gedragstherapeut VGCt®. Je kunt deze N=1-studies gratis downloaden en als voorbeeld gebruiken voor het schrijven van je eigen N=1-verslag. Je vindt ze op het ledennet > ledenservice > N=1-studie downloaden. • N=1 N=1-verslag toevoegen aan PE-dossier Ben je cognitief gedragstherapeut VGCt in opleiding en van plan om je N=1verslag in te leveren na 1 januari 2015? Dan is dit belangrijk nieuws voor je! Om het jou makkelijker te maken, heeft de commissie besloten dat je je N=1verslag alleen nog maar digitaal hoeft in te leveren bij de VGCt. Dit doe je door het toe te voegen aan je PE-dossier. Het is vanaf volgend jaar niet meer nodig om een papieren exemplaar naar de VGCt op te sturen. Daarnaast is er nog een verandering: de naam van je supervisor mag je niet meer vermelden in het N=1-verslag. De beoordelaar kan hierdoor objectiever naar je N=1-verslag kijken, omdat hij of zij dan niet weet wie jouw supervisor is geweest. Op de supervisorverklaring vul je wel de naam van de supervisor in. 11 Plaats een oproep Aangeboden/Gezocht Op het ledennet kun je gratis een oproep plaatsen voor een intervisiegroep of therapieruimte. Ga naar het ledennet > ledenservice > oproepen voor een overzicht. Wil je zelf een oproep plaatsen? Neem dan contact op met Eveline Ros via [email protected]. Accreditatie aanvragen vanaf 1-1-2015 H eb jij dit jaar accreditatie voor een cursus bij de VGCt aangevraagd? Dan heb je deze maand een brief ontvangen van de accreditatiecommissie. In deze brief maakt de commissie aanvragers attent op het feit dat vanaf 1 januari 2015 alleen accreditatieaanvragen in behandeling genomen worden als deze drie maanden voor aanvang van een cursus zijn ingediend. Voor de periode van drie maanden is gekozen om zo de inhoudelijke kwaliteit van de cursussen te kunnen waarborgen. Hierdoor is er voor jou als aanvrager ook nog voldoende tijd voor overleg met de commissie. Je hebt dan de mogelijkheid om, wanneer de commissie dit nodig vindt, eventuele aanpassingen in de cursus aan te brengen waardoor accreditatie toegekend kan worden. • opleidingsnieuws • oc Werksettingseis voor de POH-GGZ vgct.nl nu overzichtelijker Colofon Deze nieuwsbrief is een uitgave van de Vereniging voor Gedragstherapie en Cognitieve therapie en verschijnt vier keer per jaar. Uit de ledenenquête en het digipanel is naar voren gekomen dat leden de website ‘niet echt’ (41,4%) of ‘helemaal niet’ (13,8%) overzichtelijk vonden. Z ij gaven verschillende suggesties, zoals ‘Maak op de homepage direct een onderscheid in verschillende doelgroepen’. In een workshop met medewerking van leden hebben we gekeken welke informatiebehoefte de verschillen- Overname en vermenigvuldiging van artikelen is niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de VGCt. T 030 254 30 54 E [email protected] W vgct.nl LinkedIn: VGCt Twitter: @VGCtwit You Tube: VGCtube Deadlines diginieuws 28 oktober, 25 november, 23 december. Deadlines nieuwsbrief 24 november 2014 Redactie: Renée de Roon, Lena Weber Aan dit nummer werkten mee: Fredrike Bannink, Ed Berretty, Ingrid Brummelhuis, Arnold van Emmerik, Jeanette de Geus, Kees Hoogduin, Hubert van der Kleij, Annemiek de Kock, Ernestine de Koff, Sandra van Laar, Jaap Lancee, Maarten Lange, Hanneke van der Lende, Esther Oomen, Margot Regtien, Tonnie Staring, Judith Westra, Marc Woltering. Agenda 2014 | 2015 Beter worden in Vrijdag 7 november Studiedag, sectie psychoses en forensische CGt CGt bij psychotische patiënten in een forensisch kader Dinsdag 18 november Symposium, sectie verslaving en Resultaten Scoren Cognitief gedragstherapeutische behandeling van problematisch middelengebruik en gokken Vrijdag 12 december Studiedag, sectie bedrijfsgerichte CGt 12 je vak 2015 Vrijdag 20 maart tisch Congres cognitief gedragstherapeu werkers ht Vertrouwen, optimisme en veerkrac Vrijdag 10 april Voorjaarsworkshops Nieuwe loten aan de stam 11-13 november VGCt Najaarscongres Shiny happy people - Van onbeheers tot bare hunkering en zelfverheerlijking gezond optimisme en veerkracht. de doelgroepen hebben. Op basis daarvan hebben we de website aangepast. We richten ons nu op de professional, opleider en (potentiële) leden. Informatie die zowel op website als op het besloten ledennet was te vinden, zoals aankondigingen van congressen en studiedagen, nieuwsberichten, cursussen en informatie over de vereniging en je opleiding en registratie, staat nu allemaal op vgct.nl. Je hoeft daarvoor niet meer in te loggen. Alle voordelen voor leden, zoals je pe-dossier, kennisnet, secties, archief Tijdschrift en link naar boekenclub vind je nog wel in het besloten deel. In 2015 gaan we verder met het door ontwikkelen van de website. Heb je ideeën over vorm of inhoud? Laat het dan weten aan Ernestine de Koff, [email protected] of (030) 254 30 54. •
© Copyright 2024 ExpyDoc