Herman de Boer: CFP Grondstoffen

27-5-2014
Vervanging van Zuid-Amerikaanse soja in
mengvoer door Europese eiwitbronnen: effect op
carbon footprint
Berekening carbon foodprint van de afzonderlijke eiwitbronnen
27 mei 2014
Herman de Boer, Marinus van Krimpen
Introductie
Opdrachtgevers: F4F (project ‘Alternatieve eiwitten’), project
Nevedi/St. Natuur & Milieu, Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij
Vraag: kan Zuid-Amerikaanse sojaschroot in mengvoer voor minstens
50% vervangen worden door Europese eiwitbronnen, zonder dat de
carbon footprint (CFP) toeneemt?
Vervangingsscenario’s:
1. ‘Vrije’ opname van Zuid-Amerikaanse sojaschroot
2. Andere eiwitbronnen (door limitering sojaschroot op 50%) (Nevedi/F4F)
3. Europees zonnebloemschroot met hoger eiwitgehalte (Nevedi)
4. Dierlijk eiwit (F4F)
5. DDGS (Dried Distillers Grains and Solubles) (F4F)
6. Sojaschroot van soja geteeld in NL (F4F/Nevedi)
7. Sojaschroot van soja geteeld in Oost-Europa (F4F/Nevedi)
8. Algeneiwit (F4F)
9. Insecten (F4F/Nevedi)
10.Single-cell proteins (SCP) (F4F)
1
27-5-2014
Introductie–2
Waar komen de vragen vandaan?
● Algemene interesse in alternatieven/voederoptimalisatie:
Boerenbond Deurne, AgriuniekVallei, Agrifirm, VanDrieGroup,
Fransen Gerrits, ForFarmers, Twilmij, de Heus
● NL/Europese soja: Agrifirm
● Single-cell proteins: Nutreco
Betrokkenheid bedrijven bij uitvoering
● BoerenBond Deurne bij voederoptimalisatie
● Agrifirm bij verzamelen gegevens NL sojateelt, consequential
LCA’s
● Overige bedrijven: input kennis & ervaring bij diverse
overleggen
Werkwijze
1. Berekeningen van CFP van afzonderlijke eiwitbronnen in FeedPrint
of zoveel mogelijk volgens FeedPrint methodiek (deze presentatie)
2. Formulering van een referentie mengvoer met veel soja-eiwit en
groot volume: startvoer voor vleesvarkens
3. Optimalisatie van mengvoer bij aanbieden alternatieve eiwitbron in
plaats van soja-eiwit, met gebruikelijke randvoorwaarden +
aanvullende voorwaarden van de vervangingsscenario’s
4. Berekening CFP mengvoer op basis van samenstelling en CFP
componenten
2
27-5-2014
Berekening van de CFP van afzonderlijke
eiwitbronnen
Zuid-Amerikaanse sojaschroot (referentie)
Meest gebruikte sojaschroot in Nederland: sojaschroot
met RC<45 en RE<480 g/kg product
Herkomst teelt: 23% uit Argentinië, 45% uit Brazilië,
32% uit US (schatting gemiddelde herkomst sojaschroot
in 2012)
Crush: 23% in Argentinië, 77% in NL
CFP in FeedPrint: 622 (g CO2-eq. per kg product)
3
27-5-2014
Europees zonnebloemschroot met meer RE
Uitgangsproduct zonnebloemschroot met RC<160:
● CFP = 554 bij standaard, niet-Europese sourcing in FeedPrint (80%
Argentinië, 10% Canada, 10% Oekraïne)
● CFP = 711 bij Europese sourcing, 100% teelt en crush in Oekraïne,
gekozen variant
Uitgegaan van theoretische verhoging van RE van 38% naar
46% door raffinage, met dezelfde procentuele toename van
CFP, van 711 tot 860 (omdat meer uitgangsproduct nodig is)
Extra CFP als gevolg van raffinage niet bekend en niet
meegenomen
Conclusie: vervanging van sojaschroot door Europees
zonnebloemschroot met hoger eiwitgehalte geeft hogere CFP
mengvoer
Dierlijk eiwit
RE 46-58%, CFP laag als gevolg van ontbreken allocatie
upstream CFP
Gekozen voor pluimveevleesmeel, i.v.m. niet mogen gebruiken
van varkensvleesmeel (zelfde diersoort)
Grofweg drie klassen: vleesmeel, vlees/beendermeel,
beendermeel. Verschillen in voederwaarde, prijs
CFP van vleesmeel en vlees/beendermeel beide 326
Conclusie: vervanging sojaschroot door vleesmeel kan CFP van
mengvoer verlagen
4
27-5-2014
DDGS (dried distillers grains and solubles)
Mais-DDGS, RE 26%
Geen allocatie van upstream CFP, alleen CFP van
drogingsenergie
CFP van 895 per kg eindproduct (90% DS)
Conclusie: vervanging van sojaschroot door DDGS geeft fors
hogere CFP van mengvoer
Nat voeren biedt mogelijk wel perspectief
Sojaschroot uit Nederland-1
Teelt en crush volledig in Nederland
Teeltgegevens afgestemd met Agrifirm en PPO
● opbrengst 2650 kg/ha (niveau 2013)
● bemesting met 15 ton runderdrijfmest/ha: 60 kg organische N,
22 kg P2O5 en 85 kg K2O
● gebruik bestrijdingsmiddelen: 0,75 kg/ha versus
1,64-2,30 kg/ha in US/Zuid-Amerika
Aanname: gelijke voederwaarde en prijs als referentie
sojaschroot (om gelijke vervanging te realiseren). Kostprijs ligt
komende jaren echter nog fors hoger dan gangbare marktprijs
sojaschroot
5
27-5-2014
Sojaschroot uit Nederland-2
CFP sojateelt in Nederland hoger dan in andere landen.
Oorzaken: vooral hogere CFP storage (elektriciteit)
Argentinie Brazilie US NL - runderdrijfmest
442
491 452
499
CFP sojaschroot uit NL duidelijk lager dan referentie. Oorzaak
vooral kortere transportafstand
Soybean meal CF 0 – 45; CP 0-480
Referentie NL - runderdrijfmest
622
500
Sojaschroot uit Nederland-3
Conclusie: Nederlandse sojaschroot kan Zuid-Amerikaanse
sojaschroot in mengvoer vervangen en daarbij CFP verlagen.
Kostprijs moet wel fors omlaag.
CFP en kostprijs van NL sojaschroot kan verder omlaag als
opbrengst per hectare toeneemt. CFP van de inputs zal ook
toenemen, maar relatief minder.
Verwachting: op termijn opbrengst van gemiddeld 4-5 ton/ha
haalbaar door efficiëntere teelt en betere rassen
Bonus: naast lagere CFP ook bijdrage aan sluiten van lokale
mineralenkringloop bij gebruik drijfmest als meststof
6
27-5-2014
Sojaschroot uit Oekraine-1
Teelt in Oekraïne, crush in Nederland
Keuze: invoer teeltgegevens in FeedPrint gelijk aan
teeltgegevens Brazilië; focus op verschil in transportafstand
Aanname: gelijke voederwaarde en prijs als referentie
sojaschroot (om gelijke vervanging te realiseren)
CFP van sojateelt in Oekraïne hoger dan in andere landen.
Oorzaak vooral hogere CFP storage (elektriciteit)
Argentinie Brazilie US NL - runderdrijfmest Oekraine
442
491 452
499
542
Sojaschroot uit Oekraine-2
CFP sojaschroot uit Oekraïne hoger dan in NL, maar lager dan
referentie. Oorzaak vooral kortere transportafstand
Soybean meal CF 0 – 45; CP 0-480
Referentie NL - runderdrijfmest Oekraïne
622
500
600
Conclusie: Oekraïense sojaschroot kan Zuid-Amerikaanse
sojaschroot in mengvoer vervangen zonder dat CFP toeneemt
7
27-5-2014
Insecten (meelwormen)
Gebruik van de enige gepubliceerde LCA (Oonincx & de Boer, 2012),
teelt van meelwormen voor menselijke consumptie
Ruw eiwit in meelwormen iets lager dan in sojaschroot (49% versus
53% in DS)
CFP verse meelwormen
● Totale CFP: 2650 per kg product (41% DS)
● Bijdrage dieet: 1490
● Rest: 1160 (grotendeels verwarming)
Hoge bijdrage van dieet aan CFP, dieet bestaat uit veevoer
(granen/wortels). Bij gebruik restproducten/afvalstoffen is bijdrage
dieet aan CFP lager, maar meelwormproductie waarschijnlijk ook
Grote bijdrage van verwarming aan CFP
Insecten (meelwormen)-2
Droging vers product van 41 tot 88% DS geeft extra CFP van 770 per
kg eindproduct bij energiezuinig drogen. Totale CFP (excl. dieet) is
3260 per kg gedroogd product
Conclusie: bij vervanging van sojaschroot in mengvoer door
meelwormen neemt CFP mengvoer fors toe (daarnaast is kostprijs
nog erg hoog en hygiëne-issues bij gebruik rest/afvalproducten)
Land use en land use change wel erg laag, bij gebruik restproducten
als dieet (vooral oppervlakte farm): <0,1 m2 versus 1,5 m2 voor
sojaschroot
Vers voeren is een betere optie vanwege vermijding bijdrage
drogingsenergie aan CFP
Teelt van insecten met weinig/geen externe warmtebehoefte (b.v.
black soldier fly) biedt meer perspectief dan meelwormen. Opstellen
van goede LCA is hierbij eerste prioriteit!
8
27-5-2014
Algen
Gebruik van eiwitrijk restproduct na extractie van olie voor biodiesel;
RE restproduct vergelijkbaar met RE in sojaschroot
Gegevens gebruikt van recente internationale review van LCA’s van
de teelt van algen voor productie van biodiesel (Sills et al., 2013)
● gegevens gebaseerd op veel studies
● gegevens gecorrigeerd voor variatie tussen studies (Monte-Carlo)
● productie berekend voor grote algenfarm (1210 ha)
● productie gebaseerd op toekomstig niveau
Afleiding gegevens uit de bijdrage van teelt en eerste
ontwateringsstap aan CFP van biodieselproductie
CFP van verse hele algen: 873 per kg eindproduct, exclusief
drogingsenergie
Algen-2
Bij volledige allocatie van upstream CFP aan geproduceerde
biodiesel hoeft alleen drogingsenergie aan eiwitrijke restfractie
toewezen te worden
CFP drogingsenergie is > 572 bij toepassing van meest
energiezuinige drogingstechnieken
Erg optimistische aannames:
● productiviteit van 25 g asvrije DS/m2/dag. Huidige productiviteit tussen
2.4 en 16 g;
● Hoog extraheerbaar oliegehalte van 27% in DM; volgens Brune et al
(2009) hoger dan 20% in praktijk nog nooit gerealiseerd;
● 100% allocatie van upstream CFP aan biodiesel; 0% aan algen. Bij
referentie sojaschroot wordt 36% van upstream CFP aan schroot
toegewezen;
● Meest energiezuinige drogingstechnieken; in praktijk mogelijk alleen
deels haalbaar
9
27-5-2014
Algen-3
Conclusie: alleen bij erg optimistische aannames komt CFP
van algeneiwit in de buurt van CFP sojaschroot. Vervanging
van sojaschroot door algeneiwit geeft bij realistisch scenario
een hogere CFP van mengvoer
Nat voeren van hele algen geen optie om CFP te verlagen
vanwege volledige allocatie van upstream CFP (>873). Nat
voeren van eiwitrijk restproduct na biodieselextractie mogelijk
wel perspectief
Land use en land use change zijn wel erg laag (vooral
oppervlakte farm): 0,1 m2 versus 1,5 m2 voor sojaschroot
Single-cell proteins
Productie van bacterieel eiwit op aardgas, continu fermentatieproces
bij 45 graden, 2-3% DS in water
Eindproduct met 94% DS en 71% RE in DS
Gebruikte gegevens afkomstig van inventarisatie van Huizing (2005)
+ openbare gegevens van UniBio (commerciële producent)
Voedingswaarde SCP vergelijkbaar met vismeel
Omzetting aardgas in biomassa: 1.00 CH4 + 1.45 O2 + 0.11 NH3 →
0.52 X (biomass) + 0.48 CO2 + 1.69 H2O
10
27-5-2014
Single-cell proteins-2
Voor 1 ton eiwit is o.a. nodig: 1700 m3 aardgas, 1438 kWh
elektriciteit, 138 kg ammonia
bijdrage aan CFP van 1602 + 1020 +
338 =2961 per kg eiwit, 1850 per kg eindproduct excl. droging
Energiezuinig drogen geeft bijdrage aan CFP van 3151; geeft
(onvolledige) CFP van 5001 per kg product (met 62% RE)
Conclusie: vervanging van sojaschroot door single-cell proteins geeft
fors hogere CFP van mengvoer (daarnaast is kostprijs te hoog en zijn
er problemen met nucleïnezuren)
Land use en land use change wel erg laag (vooral oppervlakte
productiefaciliteit): 0,1 m2 versus 1,5 m2 voor sojaschroot
Conclusies
Op basis van CFP van de afzonderlijke componenten:
● er is perspectief voor vervanging van sojaschroot in mengvoer
door dierlijk eiwit, NL soja en Oekraïense soja
● geen/onvoldoende perspectief voor vervanging sojaschroot in
mengvoer door geraffineerd zonnebloemschroot, mais-DDGS,
meelwormen, algen, single-cell proteins
Drogingsenergie: levert grote bijdrage aan CFP van aantal
mengvoercomponenten
Nat voeren biedt mogelijk perspectief voor mais-DDGS en eiwitrijk
restproduct na biodieselextractie uit algen
DDGS, dierlijk eiwit, meelwormen, algen en SCP hebben geen of veel
lagere land use en land use change dan sojaschroot
11
27-5-2014
Bedankt voor uw aandacht!
12