regiobreed (concept-)rapport

Regiorapport
Regio Rivierenland
Waarnemingen van de Adviescommissie Sterk Bestuur in Gelderland.
Bestemd voor:
- gemeenten in de regio Rivierenland
- provincie Gelderland
- de Vereniging Nederlands Gemeenten, afdeling Gelderland
Voor de regio Rivierenland is een concept-regionaal rapport opgesteld. Deze voorlopige versie is beperkt tot de waarnemingen die de adviescommissie heeft
gedaan in de gesprekken met de gemeenten en vormt de input voor de regiobijeenkomst op xx 2014. Na de regiobijeenkomst met de gemeenten zal de
adviescommissie de conclusies trekken en die dan optekenen in een voorlopige rapportage. Na afronding van het project Sterk Bestuur in Gelderland zal een
definitief rapport worden opgesteld gericht op hele provincie Gelderland.
Dit rapport wordt opgesteld in 3 fases
Fase 1: Deskresearch en waarnemingen van de
adviescommissie
Fase 2: Aanvullingen met een voorlopig advies
van de adviescommissie
Fase 3: Definitief advies van de adviescommissie
oktober 2014
Verzending voor aanvang regio-bijeenkomst
Te plannen
Na afloop regio-bijeenkomst
Te plannen
Na onderzoek in alle regio’s
1
Voorwoord
Als gevolg van allerlei ontwikkelingen in het Openbaar Bestuur, waaronder
de decentralisaties van taken in het sociaal domein, komt er veel op de
gemeenten af. De opgaven waarvoor zij komen te staan zijn bijzonder
groot. Als gevolg hiervan wordt er nu en in de toekomst een sterk beroep
gedaan op de bestuurskracht van gemeenten.
De adviescommissie is enthousiast ontvangen en kon elke keer rekenen
op openhartige en constructieve gesprekken met vertegenwoordigers van
de gemeenten. De adviescommissie bedankt de raadsleden,
gemeentebestuurders en MT-leden voor hun bevlogenheid om de regio en
de provincie nog sterker te maken.
Namens de Adviescommissie Sterk Bestuur in Gelderland, de voorzitter,
De Gelderse gemeenten, de VNG afdeling Gelderland en de provincie
Gelderland onderzoeken in 2014 en 2015 gezamenlijk het vermogen van
gemeenten om het groeiende takenpakket adequaat te vervullen. Het
onderzoek resulteert in aanbevelingen aan gemeenten en provincie voor
het bevorderen van een sterk en toekomstbestendig bestuur in
Gelderland.
mr. G.J. (Fred) de Graaf
De Adviescommissie Sterk Bestuur in Gelderland voert, ondersteund door
het adviesbureau BMC, en in opdracht van de provincie Gelderland en de
VNG afdeling Gelderland gesprekken met vertegenwoordigers van
gemeenten in de provincie Gelderland. De gesprekken in de regio
Rivierenland vonden afgelopen maanden plaats. Dit heeft geleid tot een
helder beeld van deze regio. De eerste waarnemingen treft u aan in deze
rapportage. Klankbordgroep met vertegenwoordigers van overheid,
onderwijs en ondernemers adviseert de Adviescommissie.
Daarnaast heeft de adviescommissie per gemeente een beknopte analyse
van kansen en ontwikkelingen opgesteld. Dit geeft inzicht in de
mogelijkheden, beperkingen en inspanningen van gemeenten om actief bij
te dragen aan sterke samenwerking en uitvoering van programma’s in de
regio.
2
Inhoudsopgave
VOORWOORD
1
2
3
4
5
Inleiding
Kader voor Sterk Bestuur
Regio Rivierenland in vogelvlucht
Waarnemingen van de adviescommissie
Aanbevelingen van de Adviescommissie
BIJLAGEN
3
Figuur 1 Activiteiten en producten project Sterk Bestuur Gelderland
4
1. Inleiding
Met het project Sterk Bestuur in Gelderland willen de provincie Gelderland
en VNG-afdeling Gelderland werken aan behoud en versterking van de
bestuurskracht en toekomstbestendigheid van gemeenten en regio’s in de
provincie.
Het project Sterk Bestuur in Gelderland heeft de volgende doelen:
 Het bevorderen van een krachtig lokaal bestuur en krachtige regio’s in
Gelderland;
 Het bieden van houvast en het stimuleren van discussie, afwegingen
en besluitvorming over duurzame bestuurskracht in relatie tot een
toenemend takenpakket bij gemeenten en provincie.
De Adviescommissie Sterk Bestuur in Gelderland heeft voor haar reflectie
iedere gemeente in de regio Rivierenland bezocht en gesproken met
(vertegenwoordigers van) gemeenteraden, colleges van B&W en
managementteams (MT’s). In het project laat de Adviescommissie zich ook
bijstaan door de Klankbordgroep Sterk Bestuur in Gelderland. Deze
klankbordgroep vertegenwoordigt de overheid, ondernemers en overige
maatschappelijke organisaties waaronder onderwijs in Gelderland.
De adviescommissie heeft de volgende activiteiten ondernomen om tot
haar advies te komen (zie figuur 1):
1. Uitvoeren van deskresearch: Op basis van door gemeenten
aangeleverde documenten en openbare bronnen (zoals websites en
mediaberichten) is een globaal overzicht gemaakt van een aantal
2.
3.
4.
5.
aspecten van de bestuurskracht van de desbetreffende gemeente
(financiële situatie, interactie met de bevolking, visie en strategisch
vermogen, samenwerking). De resultaten van het deskresearch is in
conceptvorm voorgelegd aan de gemeente voor eventuele
opmerkingen en aanvullingen.
Uitvoeren van zelfanalyse door gemeente. Op basis van een digitale
vragenlijst heeft er een zelfanalyse plaatsgevonden door de
gemeenten, vaak vastgesteld door het college en soms ook door de
raad en het college.
Gesprekken voeren met college, (een delegatie van de) raad en het MT
van de gemeenten. Deze gesprekken gingen onder meer over
bestuurlijke stabiliteit en een gezonde financiële positie, het vermogen
om opgaven en ambities te definiëren en om te zetten in uitvoering, de
decentralisatieopgaven, samenwerking in de regio en de interactie met
de bevolking.
Reflecteren op kansen- en ontwikkelanalyse door de
gemeente(secretarissen). De bevindingen van de analyse zijn
gepresenteerd in een kansen- en ontwikkelanalyse per gemeente die
voor eventuele opmerkingen en aanvullingen is voorgelegd aan de
gemeente en is aangepast als ze feitelijke onjuistheden bevatte.
Gesprekken voeren met regio-secretarissen en met de representanten
van de maatschappelijke organisaties in de provincie.
5
2. Kader voor Sterk Bestuur
De klankbordgroep Sterk Bestuur in Gelderland, die is samengesteld
uit vertegenwoordigers van het Gelderse bedrijfsleven,
kennisinstituten, maatschappelijke instellingen en
vertegenwoordigers van de VNG, heeft zich gebogen over de
basisvoorwaarden waar gemeenten aan moeten voldoen om de
toekomstige maatschappelijke en bestuurlijke opgaven aan te
kunnen. De adviescommissie Sterk Bestuur in Gelderland heeft
mede op basis hiervan een beoordelingskader ontwikkeld waarmee
uitspraken kunnen worden gedaan over de (veer-) kracht van
Gelderse gemeenten.
2.1
worsteling opleveren. Er is veel veranderkracht voor nodig om op sommige
momenten bestaande sturingsmechanismes los te laten en te kijken naar
andere mogelijkheden.
In het nastreven van maatschappelijke effecten streeft het bestuur
legitimiteit na, zowel in het vervullen van de democratische legitimiteit als
in het vervullen van een legitieme rol richting de samenwerkingspartners.
De kern van het bestuurlijk profiel van de gemeente bestaat uit het
fundament van een goed functionerende gemeente:
 bestuurlijke stabiliteit;
 de organisatie kwalitatief en kwantitatief op orde;
 een gezonde financiële positie.
Sterk bestuur: huis op orde en veranderkracht
Een sterk bestuur heeft het vermogen om de ‘zaken in eigen huis’ goed op
orde te hebben. Gemeenten moeten ook in minder gunstige
omstandigheden adequaat kunnen functioneren. Zij moeten actief
bijdragen aan het oppakken van bovenlokale vraagstukken en dienen een
zodanige financiële spankracht te organiseren dat schommelingen in het
inkomsten- en uitgavenpatroon kunnen worden opgevangen. Het
middellange en lange termijn perspectief is hierin ook van belang. Wij
verwachten dat het gemeentebestuur en de organisatie in staat zijn om te
participeren in netwerken, de kosten te minimaliseren, de infrastructuur te
versterken en de regionale economie te vertalen naar het lokale niveau.
Overigens zijn wij van mening dat de grootte van een gemeente niet
bepalend is voor de bestuurskracht. Die gaat immers om het slim
schakelen en verbinden. Het gaat om de bewustwording dat gemeenten
over de gemeentelijke en bestuurlijke grenzen heen kijken voor kansen en
oplossingen. In zichzelf gekeerde gemeenten zijn hiertoe niet in staat.
2.2
Samenleving, context, strategie en samenwerking
Internationalisering, informatisering, bezuinigingen, dure grondposities van
de gemeenten, specialisering en demografische ontwikkelingen zijn ook
voelbaar in Gelderland. Deze ontwikkelingen bepalen de ‘context’ en hebben
hun weerslag op de inwoners en daarmee ook op het openbaar bestuur. Dit
project Sterk Bestuur in Gelderland brengt het vermogen van gemeenten in
beeld om het groeiende takenpakket adequaat te vervullen. In figuur 2 is dat
schematisch verbeeld.
Sterk bestuur vraagt om veranderingen in houding en gedrag, lef en
inspirerend leiderschap. Het vraagt ook om de kansrijke (economische)
ontwikkelingen te zien en dit te stimuleren en faciliteren. Dit kan een
6
tot een clustering van de organisaties van buurgemeenten in één
gemeenschappelijke werkorganisatie. Deze samenwerking kan betrekking
hebben op strategische, tactische en operationele zaken:
 Strategische samenwerking: economische, ruimtelijke ordenings- en
infrastructurele keuzes en maatregelen die bijdragen aan het
versterken van de (internationale) concurrentiepositie van de regio;
 Tactische samenwerking ten aanzien van beleidsvorming en uitvoering: het maken van beleidskeuzes en de beleidsuitvoering van
gemeentelijke taken in het fysieke en sociale domein;
 Operationele samenwerking ten aanzien van bedrijfsvoering en
dienstverlening: het beheer van de ambtelijke organisatie en de
uitvoering van gemeentelijke diensten die zich richten op buurten,
wijken en dorpskernen (‘schoon, heel en veilig’).
2.3
Figuur 2 Sterk bestuur in relatie tot veranderingen en samenwerking
Een sterk bestuur gaat op een goede manier om met de ontwikkelingen en
betrekt hierbij de verwachtingen van de samenleving (de ‘maatschappij
van morgen’). Dit biedt kansen om de maatschappelijke opgaven in
gezamenlijkheid op te pakken om het gewenste maatschappelijke effect te
bereiken. De gemeente dient dan verbinding te maken met de inwoners,
ondernemers, het onderwijs, de zorg, maatschappelijke instellingen en
mede-overheden. Het is voor de gemeente de kunst om hierin op de
verschillende speelvelden, op verschillende niveaus te schakelen en te
verbinden. Een sterk bestuur is geen doel op zich, maar een verbindend
instrument om resultaten te bereiken in een veranderende omgeving. Een
sterk bestuur laat zich leiden door een heldere strategie (‘een inspirerende
visie’).
Gemeenten zoeken hiertoe vele vormen van samenwerking, met andere
gemeenten gezamenlijk of in regioverband en met andere partners.
Gelderland telt 56 gemeenten en zeven regio’s (de regio’s Arnhem en
Nijmegen zijn afzonderlijk belicht). Een regio bestaat uit de samenwerking
van een aantal gemeenten. Dit kan een samenwerking op één of meer
thema’s of domeinen zijn. De interbestuurlijke samenwerking kent diverse
vormen, variërend van het projectgewijs gezamenlijk ontwikkelen van beleid
Intergemeentelijke samenwerking op vele domeinen
Intergemeentelijke samenwerking betreft bijvoorbeeld samenwerking
gericht op scholing en werk. Om innovatie te stimuleren en te faciliteren,
moeten we over bestaande (gemeentelijke) grenzen heen kijken. De
versterking van de regio en zijn topclusters en het bevorderen van een
gezond leefklimaat en vitaliteit van de bevolking zijn het uitgangspunt.
Innovaties in netwerksamenwerking moet het gewenste maatschappelijk
effect vergroten. Het gaat om samenwerking tussen ondernemers,
onderwijs, instituten en overheden bij gezamenlijke programma’s. Een
belangrijk onderwerp is het arbeidsmarktbeleid. Voldoende goed opgeleid
personeel is een belangrijke economische waarde. De beschikbaarheid
van onderwijsvoorzieningen hangt ermee samen.
Samenwerking bij de (nieuwe) sociale decentralisatieopgaven is een
aandachtspunt. Deze transities worden veelal verkokerd (per
werksoort/deelterrein) aangepakt. Samenwerking tussen gemeenten op het
gebied van jeugdzorg, participatie en AWBZ/Wmo is noodzakelijk. Ook ten
aanzien van voorzieningen (onderwijs, sport, cultuur) is samenwerking
tussen gemeenten nodig om onderscheidend te kunnen zijn en voldoende
draagvlak te verkrijgen. De samenwerkingsvormen kunnen verschillen in de
Gelderse regio’s; de Gelderse oplossingen kunnen verschillen van
aanpakken elders.
Industriële vooruitgang, economische ontwikkeling en kennisontwikkeling
in Food, Health, Energie, Toerisme en Recreatie, Milieu en Maakindustrie
7
zijn de belangrijke economische sectoren van Gelderland. Juist door te
versterken kan Gelderland excelleren op deze topclusters. Dit kan door,
overigens ook onderling, de verbindingen te leggen. Dit versterkt de
economie en het vestigingsklimaat in deze provincie. Deze economische
trekkrachten zullen aansluiten op de lokale plannen en deze versterken.
Het openbaar bestuur zich juist moeten richten op duurzame groei en
ontwikkeling, in plaats van op de economische crisis, demografische krimp
en bezuinigingen. Door het stimuleren van groei-initiatieven vanuit
inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties ontstaan
innovatie en nieuwe ontwikkelingen. Afstemming (kwalitatief en
kwantitatief) van de woningvoorraad en de bedrijventerreinen,
herstructurering van bedrijventerreinen, bereikbaarheid en mobiliteit en
voorzieningen zijn eveneens onderwerpen van de economische en
ruimtelijke samenwerking.
Om schaalvoordelen te verkrijgen, hebben gemeenten onderdelen van
hun diensten gericht op dienstverlening en burgerzaken ondergebracht
in samenwerkingsverbanden. Het gaat om zaken als: financiën,
informatisering en automatisering, personeel en organisatie. Ook is er
een intensieve samenwerking op het terrein van uitkeringen (intergemeentelijke sociale diensten) en op het terrein van belastingen. Ook
voor handhaving is gezamenlijk optrekken gebruikelijk en de wijze waarop
uitbesteding van taken heeft plaastgevonden.
verschillende speelvelden. In de keuze voor een samenwerkingsvorm
dienen daarom slimme en concrete keuzes te worden gemaakt.
De volgende factoren zijn gebruikt als indicatoren van ‘sterk bestuur’:
1. Zaken in huis moeten goed op orde zijn: financiën, uitvoerings- en
verbindingskracht
2. Inspirerend leiderschap en veranderkracht
3. Vervullen van een legitieme rol
4. Focus op economische krachten in de regio, naast de transitie
van de drie decentralisaties op het sociale domein
5. Nadruk op meer kwaliteit en niet op minder
6. Innoveren in een netwerksamenwerking
7. Slimme samenwerking
2.4 Resume
De landelijke en regionale ontwikkelingen stellen hoge eisen aan bestuurskracht van gemeenten. Gekozen vormen van samenwerking beperken zich
niet tot een eenmaal gedefinieerde regio en bevinden zich ook niet
allemaal op hetzelfde niveau. Dat vraagt gemeenten te schakelen tussen
de verschillende schaalniveaus, tussen verschillende rollen en tussen
8
9
3. Regio Rivierenland in vogelvlucht
3.1 Tien gemeenten en vijf gemeenteclusters gesitueerd
Regio Rivierenland is een samenwerkingsverband van tien gemeenten
in de Betuwe en de Bommelerwaard, te weten: Buren, Culemborg,
Geldermalsen, Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen, Tiel, West
Maas en Waal en Zaltbommel. Druten behoort niet tot deze regio, maar
werkt op onderdelen met een aantal Rivierenlandse gemeenten samen.
De regio is de optelsom van de Tielerwaard, de Culemborgerwaard, de
Betuwe, de Bommelerwaard en het westen van het Land van Maas en
Waal. De regio strekt zich uit van het Rijk van Nijmegen in het oosten tot
aan de Zuid-Hollandse stad Gorinchem in het westen en van de Linge en
de Waal in het noorden tot de Maas in het zuiden.
Regio Rivierenland ligt in ‘de punt’ van de provincie Gelderland en raakt
drie provinciale grenzen, te weten: Zuid-Holland, Noord-Brabant en
Utrecht. Er zijn veel relaties met steden als Gorinchem, Utrecht en Den
Bosch.
Regio Rivierenland wordt doorsneden door wegen, een spoorlijn en
natuurlijk rivieren. De A2 en de A15 vormen letterlijk het kruispunt van
wegen in Rivierenland, maar ook de A27 en A59 zijn aan de grenzen van
Rivierenland belangrijke uitvalswegen. Via het spoor verbindt de regio
Rivierenland zich met de steden Utrecht, Den Bosch, Arnhem en
Nijmegen. Op de agenda staat de directe verbinding tussen Tiel en
Arnhem en ontwikkeling van de A15 corridor inclusief de
gebiedsontwikkeling op deze as. Van oudsher zorgen de rivieren voor
verbinding tussen de gemeenten, maar het zorgt ook voor scheiding.
3.2 Meer dan 200.000 inwoners maar geen centrumgemeente
Van de tien gemeenten telt Tiel de meeste inwoners. Lingewaal en Neerijnen
zijn de kleinste gemeenten. De overige gemeenten hebben 18.000 tot 28.000
inwoners. De bevolking neemt nog steeds toe; het aantal inwoners zal zich
echter binnen afzienbare tijd stabiliseren. Er zijn relatief weinig jong
volwassenen en ouderen. In onderstaande tabel is de informatie over de
inwoners en het oppervlakte van de gemeenten weergegeven.
Gemeente
Buren
Culemborg
Geldermalsen
Lingewaal
Maasdriel
Neder-Betuwe
Neerijnen
Tiel
West Maas en Waal
Zaltbommel
Oppervlakte
142,92 km²
31,14 km²
101,73 km²
54,49 km²
75,46 km²
68,16 km²
72,90 km²
34,81 km²
85,21 km²
89,04 km²
Inwoners
25.995
27.579
26.339
11.059
24.197
22.591
12.022
41.729
18.391
27.207
Rivierenland heeft geen centrumgemeente met aanbod dat toereikend is
voor de regio. Wel zijn er drie gemeenteclusters namelijk Zaltbommel,
Culemborg en Tiel met elk een centrum. Tiel heeft de kenmerken van een
centrumgemeente qua voorzieningen. De inwoners en daarop volgend de
gemeenten in de regio Rivierenland hebben een sterke oriëntatie op de
steden buiten de regio. Hierdoor kent de regio een sterke, maar qua
richting versnipperde, externe oriëntatie. Mede door de ligging van de regio
is bovendien de druk op de commerciële en maatschappelijke
voorzieningen groot. Dit leidt tot omvangrijke ingaande en uitgaande
stromen van consumenten, bezoekers en pendelaars.
10
3.3 Ruimtelijk economische aspecten
Typering
 De gemeenten zoeken naar een evenwicht ‘een balans tussen
koesteren, vernieuwen en benutten’. Daarin wil de regio behouden wat
de moeite waard is, namelijk het groene open gebied omzoomd door
rivieren.
 Er is relatief veel werkgelegenheid in de agrarische sector. Andere
belangrijke sectoren zijn industrie, transport, toerisme & recreatie en
dienstverlening.
 Van de banen in de regio Rivierenland wordt 76 % bezet door mensen
die in de regio wonen. De inkomende pendel (ca. 27.000 personen) is
vooral afkomstig uit Noord -Brabant (7.000), Arnhem -Nijmegen
(6.600), Utrecht (4.500) en Zuid-Holland (4.100).
 Circa 29.000 inwoners van de regio Rivierenland werken buiten de
regio, vooral in Utrecht, Zuid-Holland, FoodValley en Nijmegen. Er zijn
geen cijfers van de uitgaande pendel naar Noord-Brabant (PWE,
2011).
 Innovaties van ondernemers vinden plaats op het grensvlak van
sectoren. Bijvoorbeeld tussen zorg, toerisme en
landschap (wellnesscomplexen) of tussen agro, toerisme en recreatie (ontwikkeling van
landgoederen).
Opgaven
 De doortrekking van de A15 brengt gebiedsontwikkeling met zich mee
die de economische structuur versterkt. Dit levert de regio en de
gemeenten betere economische perspectieven. De economische
ontwikkeling combineert goed met de reeds aanwezige ontwikkelingen
in de agrarische sector.
 Regio Rivierenland heeft drie majeure ambities op het terrein van
economische ontwikkeling. Dit is in de eerste plaats de Logistieke
Hotspot Rivierenland. Deze zet in op het aantrekken van bedrijven van
buiten de regio naar Rivierenland. Op die manier ontstaat meer
werkgelegenheid en meer mogelijkheden voor al gevestigde bedrijven
in de regio om zaken te doen. Ondernemers geven zelf aan dat het
goed zou zijn als er ergens in de buurt een mogelijkheid is om
containers over te slaan naar het spoor
 Een tweede economische ontwikkeling heeft betrekking op de
agrarische sector. Betuwse Bloem is het programma dat als doel heeft




het versterken van de agribusiness in de regio. Gemeenten,
ondernemers, provincie en andere maatschappelijke partners werken
samen aan allerlei projecten die hier voor moeten zorgen. Eén van de
onderwerpen waar Betuwse Bloem zich op richt, is een goede
aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt in deze sector.
Tot slot bestaat er een ambitie gericht op recreatie en toerisme (een
speerpunt uit de regionale visie 'Verrassend Rivierenland, Waard om
bij stil te staan”).
Stimuleren en behoud van bestaande sectoren, met als uitgangspunten
de ontwikkeling van kwaliteit, duurzaamheid en selectiviteit. Met dat
laatste wordt beoogd dat sectoren en bedrijven die niet alleen de
economie te versterken, maar tegelijkertijd ook bijdragen aan de sociale
en maatschappelijke kwaliteit van Rivierenland langjarig de ruimte krijgen.
Goede landschappelijke en ruimtelijke inpassing van de bestaande en
nieuwe bedrijvigheid.
Aantrekken van bedrijven die passen bij de aard en schaal van
Rivierenland.
Samenwerking
Regionale samenwerkingsverbanden
Samenwerkingsverbanden
Veiligheidsregio
Gelderland-Zuid
Regionaal Bureau
Toerisme
Omgevingsdienst
Rivierenland
Deelnemende gemeenten
Buren, Culemborg, Geldermalsen,
Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe,
Neerijnen, Tiel, West Maas en Waal en
Zaltbommel.
Buren, Culemborg, Geldermalsen,
Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe,
Neerijnen, Tiel, West Maas en Waal en
Zaltbommel.
Buren, Culemborg, Geldermalsen,
Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe,
Neerijnen, Tiel, West Maas en Waal en
Zaltbommel.
11
3.4
Scholing/werk
Typering:
 De arbeidsmarkt is dynamisch; veel mensen die in Rivierenland wonen,
werken buiten de regio. Veel mensen van buiten de regio werken in
Rivierenland.
 De werkloosheid in de regio is lager dan het Nederlandse gemiddelde.
Opgaven:
 De implementatie van de Participatiewet1.
 Toename van de welvaart ofwel het Bruto Regionaal Product;
 Toename van de bestedingen door inwoners en bezoekers;
 Toename van de investeringen door bestaande bedrijven;
 Afname van de uitgaande pendel en werkloosheid door een toename
van de werkgelegenheid passend bij het opleidingsniveau van de
beroepsbevolking;
Samenwerking:
 Men wil de realisatie van de doelen vanuit de regio faciliteren en hier
gezamenlijk met de volgende partners vorm aan geven: de 10 gemeenten
en gemeente Druten, provincie Gelderland, Rijksoverheid, Kamer van
Koophandel, MKB, Bestuursdienst van Regio Rivierenland, bedrijfsleven
en maatschappelijke instellingen/stichtingen.
Regionale samenwerkingsverbanden
Samenwerkingsverbanden
Lander: werk en integratie
3.5
Deelnemende gemeenten
Buren, Culemborg, Geldermalsen,
Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen, Tiel
en Zaltbommel.
Decentralisaties
Typering:
De drie decentralisaties op het sociaal domein nemen een belangrijke
plaats in op de sociaal-maatschappelijke agenda:
 Implementatie van de participatiewet;
1
Zie ook de volgende paragraaf over de decentralisaties in het sociale domein.


decentralisatie jeugdzorg,
decentralisatie AWBZ/Wmo.
Opgaven:
De decentralisaties hebben een grote impact op de gemeentelijke
organisaties. De budgetten in het sociaal domein gaan een groot deel
van de gemeentelijke begroting uitmaken. De ambities zijn hoog en het
uiteindelijke doel is dat de gemeente de regie voert op het tot stand komen
van een integraal aanbod. Dit wordt gesymboliseerd door de uitspraak:
‘één gezin, één budget, één plan’. De hoofdlijn is dat gemeenten het
dichtst bij de inwoners zitten en deze zorg effectiever, met minder
bureaucratie en goedkoper kunnen leveren. Vanwege deze redenering is
er een grote financiële taakstelling aan de decentralisatie gekoppeld.
Het kabinet neemt een aantal maatregelen zodat gemeenten hun nieuwe
taken goed kunnen uitvoeren, zoals:
 Minder regeldruk voor inwoners. De regels moeten zo eenvoudig
mogelijk zijn. Inwoners met ingewikkelde problemen kunnen terecht
bij één aanspreekpunt.
 De geldstromen aan gemeenten voor de taken in het sociaal domein
worden eenvoudiger en eenduidiger ingericht. Gemeenten krijgen
uiteindelijk één budget om de participatie in de maatschappij te
bevorderen. Besteding van en verantwoording over dit budget wordt zo
voor gemeenten overzichtelijker.
Samenwerking
 Gemeenten zullen het merendeel van deze taken op lokaal niveau
uitvoeren. Daarvoor gaan gemeenten op bestuurlijk, ambtelijk en
financieel gebied samenwerken. Op die wijze kunnen gemeenten hun
nieuwe verantwoordelijkheden adequaat invullen en hun taken goed
uitvoeren.
 Enkele taken in het sociaal domein, met name in de jeugdhulp, zullen
(boven)regionaal worden opgepakt.
 De implementatie van de participatiewet vindt in regionaal verband
plaats. Hiervoor is een programma ingericht waarin de regionale
arbeidsmarkt centraal staat. Vanaf 2005 is het regionaal arbeidsmarktbeleid in Rivierenland vooral bekend door de brede samenwerking in
het POA RAAK. Dit is het Rivierenlandse onderwijs en arbeidsmarkt,
waarin de regiogemeenten, VNO-NCW, ROC Rivor, Lander en het
12

UWV Werkbedrijf participeren. De nieuwe wetgeving en bezuiniging
versterkt de behoefte aan deze samenwerking.
Het regionale programma ‘zelfredzaamheid’ heeft als centrale opgaven
het eigen probleemoplossend vermogen van de samenleving te
vergroten. Daarbinnen draagt het programma wel bij aan de
decentralisaties van Jeugd en AWBZ, maar de werkelijke vormgeving
en (beleids-) ontwikkeling vindt niet binnen dit regionale
samenwerkingsverband plaats. Het instituut Regio Rivierenland staat
in die decentralisaties meer op afstand.

relatief nog hoog, omdat er niet altijd een efficiënte inzet van de
beperkte capaciteit plaatsvindt. Voor de regio Rivierenland ligt hier dan
ook een belangrijke opgave namelijk het versterken van de 3 K’s.
De duale taakstelling, hiermee bedoelen we zowel
verantwoordelijkheden in de operationele sfeer als voor de
strategische agenda, van het samenwerkingsverband Regio
Rivierenland staat al (te) lang ter discussie. Deze discussies lijken niet
productief. Het is de uitdaging om deze discussie af te ronden.
Samenwerking
Regionale samenwerkingsverbanden
Bestaande samenwerkingsverbanden via contractgestuurde dienstverlening
Samenwerkingsverbanden
Gemeenten Rivierenland
decentralisaties
dienstverlening
AVRI: afval- en
grondstoffeninzameling
GGD Rivierenland
3.6
Deelnemende gemeenten
Buren, Culemborg, Geldermalsen,
Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe,
Neerijnen, Tiel, West Maas en Waal en
Zaltbommel.
Buren, Culemborg, Geldermalsen,
Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe,
Neerijnen, Tiel en Zaltbommel.
Bedrijfsvoering en dienstverlening
Typering
Regio Rivierenland biedt contractgestuurde dienstverlening aan. Hiermee
vervult de regio een specialistische en uitvoerende functie. De gemeenten
beslissen zelf van welke diensten zij gebruik willen maken en in welke
mate. De contractgestuurde dienstverlening heeft betrekking op de
volgende onderwerpen:
 Inkoopbureau
 Leerplicht
 Regionaal Meld- en Coördinatiecentrum
 Milieu
 Sociale Recherche
Opgaven
 De gemeenten in de Regio Rivierenland hebben de afgelopen jaren
fors moeten inkrimpen op de formatie. Als gevolg hiervan is de
Kwetsbaarheid vergroot, dreigt de Kwaliteit, met name bij de kleine
gemeenten, onder het gewenste niveau te zakken en zijn Kosten
Inkoopbureau
Leerplicht
Regionaal Meld- En
Coördinatiecentrum
Sociale Recherche
Bestuursdienst
Rivierenland
Deelnemende gemeenten
Buren, Culemborg, Geldermalsen,
Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe,
Neerijnen, Tiel, West Maas en Waal en
Zaltbommel.
Buren, Culemborg, Geldermalsen,
Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe,
Neerijnen, Tiel, West Maas en Waal en
Zaltbommel.
Buren, Culemborg, Geldermalsen, NederBetuwe, Neerijnen, West Maas en Waal en
Zaltbommel.
Buren, Culemborg, Geldermalsen,
Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe,
Neerijnen, Tiel, West Maas en Waal en
Zaltbommel.
Buren, Culemborg, Geldermalsen,
Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe,
Neerijnen, Tiel, West Maas en Waal en
Zaltbommel.
Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal,
Maasdriel, Neerijnen, Tiel en West Maas en
Waal.
13
Daarnaast kent regio Rivierenland nog een aantal samenwerkingen, zoals:
 Ambtelijke samenwerking tussen Tiel, Geldermalsen en Culemborg;
 Ambtelijke samenwerking tussen Zaltbommel en Maasdriel;
 Ambtelijke samenwerking tussen: Buren, Neder-Betuwe, Lingewaal en
West Maas en Waal;
 DVO sociale zaken, waarin Tiel de uitvoering verzorgt voor: NederBetuwe, Neerijnen en West Maas en Waal.
14
4. Waarnemingen van de adviescommissie
4.1 Gemeenten in beweging; trage regionale samenwerking
drukte maakt dat de initiatieven voor samenwerking niet altijd als productief
wordt ervaren.
In dit hoofdstuk volstaan we in deze fase met de eerste waarnemingen en
mogelijke verbeterpunten. Na de regiobijeenkomst en na bespreking in de
adviescommissie zal een nadere uitwerking plaatsvinden in
aanbevelingen.
Ook valt op dat operationele samenwerking na een lange
voorbereidingstijd bij vele gemeenten alsnog niet wordt gerealiseerd
vanwege (onnodige?) sentimenten bij vooral de gemeenteraden.
Het valt de adviescommissie op dat de gemeenten veelal zelf het
onderwerp ‘herindeling’ ter sprake brengen in de gesprekken. De
discussies daarover kosten veel energie en er is vaak de roep om meer
sturing door de provincie op dit vraagstuk.
De sense of urgency voor samenwerking is in het algemeen laag en op
strategisch niveau bij veel gemeenten zelfs afwezig. Een strategie voor de
lange termijn wordt in veel gemeenten gemist. Als gevolg daarvan kost
samenwerking veel inspanning en zijn de resultaten beperkt.
Een punt van aandacht is dat alle gemeenten in de afgelopen jaren een forse
reductie van hun formatie hebben moeten realiseren. De adviescommissie
constateert dat de grenzen voor de ambtelijke organisaties van grote en kleine
gemeenten zijn bereikt. Voor kleine gemeenten geldt bovendien dat de
kwetsbaarheid vanwege de vele ‘éénpitters’ in de organisatie groot is. Deze
capaciteitsproblemen gelden niet alleen voor uitvoerende taken, maar ook (en
vooral) voor de beleidsadvisering aan het college.
De ambities van colleges en raden reiken veelal hoger dan realistisch is voor
de ambtelijke organisatie. De bezuinigingen trekken dus een zware wissel op
de spankracht van de ambtelijke organisaties. Vanuit de drie K’s (Kwaliteit,
Kwetsbaarheid, Kosten) hebben alle gemeentelijke organisaties belang bij
schaalvergroting. Vrijwel alle gemeenten zijn dan ook in overleg met hun
buren over operationele samenwerking (bedrijfsvoering). Daarbij valt op dat
colleges de neiging hebben om zich intensief te bemoeien met hoe bedrijfsvoeringstaken al dan niet in samenwerking worden uitgevoerd. De bestuurlijke
4.2 Versterken samenwerkingtraditie
De lange samenwerkingstraditie vermindert
Regio Rivierenland kent een lange samenwerkingstraditie. De
adviescommissie constateert dat deze traditie de laatste jaren aan erosie
onderhevig is. Regio Rivierenland is sinds 2010 nadrukkelijk op zoek naar
zijn identiteit en een bijpassende governancestructuur. Doordat deze
verkenning en zoektocht naar versterking al meer jaren duurt, neemt de
urgentie af. Daarnaast is het van belang dat deze identiteit wordt
uitgedragen in de lobby en branding op ruimtelijk en economisch gebied.
Zoektocht naar identiteit en governancestructuur duurt te lang
De samenwerking in de Regio Rivierenland wordt door velen slecht
genoemd. De uitvoerende taken lopen weliswaar goed, maar de
daadkracht op de strategische taken is zwaar onvoldoende. De slechte
samenwerking heeft verschillende oorzaken. Er is geen samenhang in de
regio en gemeenten en inwoners hebben verschillende oriëntaties als het
gaat om de stedelijke voorzieningen. Er zijn alleen structuurdiscussies,
terwijl dat slechts een onderdeel van het probleem is. Ook de cultuur van
samenwerken is een belangrijk aandachtspunt.
4.3 Voorkomen van verdere fragmentatie
Er is geen centrumgemeente, geen eenheid en samenhang in de regio
Door een gemis aan een duidelijke centrumgemeente of boegbeeld of
acceptatie om de regionale samenwerking meer gezicht te geven, bestaat
er geen eenheid. Samenwerken is ook resultaat boeken en deze
15
successen vieren. Zolang de resultaten op strategisch niveau uitblijven en
de structuurdiscussie blijft voortduren, is de volgende stap voor regio
Rivierenland nog niet in zicht.
Bestaande samenwerkingsverbanden worden sterker
Het gevolg is dat de samenwerking fragmenteert en andere gemeentelijke
samenwerkingsverbanden in relevantie toenemen, zoals het
samenwerkingsverband tussen Tiel, Culemborg en Geldermalsen. Het
risico dreigt dat sommige gemeenten zonder samenwerkingspartner
verweesd achterblijven. Voorbeelden daarvan zijn Maasdriel, Neerijnen en
Lingewaal. Die laatste gemeente wil zich mogelijk aansluiten bij
gemeenten in Zuid-Holland. Geldermalsen is eveneens geïnteresseerd in
samenwerking met gemeenten in Utrecht.
Dit gaat ten koste van de strategische samenwerking op regionale schaal
Een versterking van de gemeentelijke samenwerking is niet het probleem.
Maar wel als dit gepaard gaat met het verlies aan de strategische
verbinding op regionaal niveau. En dat heeft als ultieme gevolg dat de
economische potentie van het gebied zwaar onvoldoende wordt benut.
Ruimtelijk economische ontwikkeling in de A15 corridor geeft impuls
Het gevaar bestaat dat de decentralisaties in het sociaal domein zo veel
tijd en aandacht vragen van de ambtelijke organisatie en het
gemeentebestuur (zowel raad als B&W) dat belangrijke strategische
keuzes op andere terreinen in het gedrang komen.
4.4 Verminderen kwetsbaarheid door schaalvergroting
Hoge werkdruk en kwetsbaarheid ambtelijke organisaties
De ambtelijke organisaties van alle gemeenten kennen een hoge
werkdrukbeleving. De organisaties zijn kwetsbaar in hun bedrijfsvoering en
hebben op onderdelen ook capaciteitstekorten, zowel kwalitatief als
kwantiatief. De kleine gemeenten zoeken de oplossing voor deze
problemen in onderlinge samenwerking. Een bijvoorbeeld daarvan is de
samenwerking tussen Buren en West Maas en Waal. De Adviescommissie
constateert echter dat deze samenwerkingsverbanden onvoldoende in
staat zijn om de beoogde versterking van de drie K’s te realiseren.
4.5 Gemeenten en gemeenteclusters nader toegelicht
Gemeenten regisseren, regio faciliteert
Regio Rivierenland is een bestuurlijke organisatie gevormd door de tien
gemeenten. Door de verlammende discussie over de structuur van de
samenwerking positioneert de regio zich noodgedwongen geleidelijk aan
steeds meer als een uitvoerende en faciliterende organisatie. Het zijn de
gemeenten waar het beleid wordt ontwikkeld en vastgesteld en de regio
faciliteert dit proces.
Weinig vertrouwen in regio
Sinds de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 kent de samenwerking in
regio Rivierenland een nieuwe structuur. Men werkt nu vanuit
programmaraden. Sinds die tijd zijn de gemeenten in gesprek om te
zoeken naar de juiste vorm van samenwerken. De gesprekken gaan over
de onderwerpen waarop samengewerkt wordt en over de structuur en
bestuurlijke cultuur waarin dat gebeurt. Concreet gaat het over:
 de betrokkenheid van gemeenteraden;
 de betrokkenheid van colleges vanuit de programmaraden;
 en de vraag waar de regio voor staat: alleen beleidsmatig of ook de
uitvoering (zoals AVRI, zie verder).
De discussie over de democratische legitimiteit wordt versterkt doordat
men in het verband Regio Rivierenland achtereenvolgens twee sterke
diensten opschaalde naar een ander niveau. Allereerst de brandweer en
per 1 januari 2013 ook de GGD.
Lingewaal kiest niet
Lingewaal kent een pragmatische, maar daarmee ook dubbele, oriëntatie
op samenwerking in de regio Rivierenland en de regio Alblasserwaard/
Vijfheerenlanden. Dit geeft flexibiliteit in de intergemeentelijke
samenwerking, maar staat een verdere ontwikkeling van
samenwerkingsrelaties in de weg. Vooral omdat deze dubbele oriëntatie
altijd vrijblijvendheden met zich meebrengt.
Zaltbommel houdt alle opties open
Maasdriel en Zaltbommel zijn langdurig met elkaar in gesprek over
intensivering van hun samenwerkingsrelaties. Zij vormen geografisch een
logische eenheid genaamd de Bommelerwaard. Bommelerwaard kent een
16
logische samenhang met en een oriëntatie van de bevolking op ‘sHertogenbosch. Daarmee zijn operationele en tactische samenwerking
Maasdriel-Zaltbommel dan wel herindeling logisch. Strategische
samenwerking in de regio Noordoost Brabant kan een logische optie zijn.
Recent heeft de gemeenteraad van Zaltbommel de in gang gezette
samenwerkingsprocessen tegengehouden, omdat Zaltbommel niet een
exclusieve keuze wil maken voor Maasdriel.
De samenwerking met ‘s-Hertogenbosch en Gorinchem zijn logisch voor
Zaltbommel, als gekeken wordt naar het dagelijkse leefpatroon van de
inwoners. ‘s-Hertogenbosch is de stad waar de meeste voorzieningen zijn
gevestigd (winkelen, werken, ROC, hoger onderwijs, ziekenhuis,
zorginstellingen). Desalniettemin blijft voor de gemeente het primaat voor
samenwerking liggen bij de Regio Rivierenland, wel met die restrictie dat
de gemeente zoveel als mogelijk het beleid zelf wil blijven bepalen en
slechts de uitvoering wil delegeren naar de Regio.
De consequenties van het starten van de operationele samenwerking tussen
Culemborg, Tiel en Geldermalsen
Deze drie gemeenten zijn vergevorderd in de ambtelijke samenwerking.
Tiel wil dat ook verbreden naar het beleidsmatige niveau op tactisch en
strategisch niveau. Culemborg en Geldermalsen zijn daar veel minder van
geporteerd. Dat verschil in grondhouding zou een blokkade kunnen gaan
vormen voor de verder uitvouw van de samenwerking.
Culemborg participeert in verschillende samenwerkingsverbanden en heeft
daarbij gekozen voor een focus op Rivierenland en met Geldermalsen en
Tiel. Bij die laatste gaat het alleen om bedrijfsvoering. Beleidsvorming en
politiek-bestuurlijke kwesties blijven door Culemborg zelf gedaan worden.
De samenwerking op bedrijfsvoeringstaken ziet de gemeente dan ook niet
als opmaat naar intensievere samenwerking op tactisch en/of strategisch
niveau. De huidige samenwerking wordt ingegeven door kostenvoordelen
en vermindering van de kwetsbaarheid.
Geldermalsen ervaart dat de samenwerking in Rivierenland op ruimtelijk
en economisch gebied nog te weinig oplevert. De potenties van de regio
worden hierdoor onvoldoende benut. De vorming van een gezamenlijke
bedrijfsvoeringsorganisatie met Culemborg en Tiel zet de verhoudingen in
regio Rivierenland onder druk. Het gevaar bestaat dat andere gemeenten
zich teweer gaan stellen tegen de (vermeende) dominantie van de sterke
trojka die hiermee is ontstaan.
De samenwerking tussen gemeente Neder-Betuwe en gemeente Buren
staat nog in de kinderschoenen. De samenwerking moet zijn waarde nog
bewijzen
Gegeven deze complexiteit ligt uitbreiding met andere gemeenten zeker
voorlopig niet voor de hand. Een uitzondering daarop vormt Neerijnen, dat
desgewenst onder gegeven voorwaarden kan aansluiten. Neerijnen zelf
ziet als eerste optie om te gaan samenwerken dan wel bestuurlijk fuseren
met Lingewaal en Geldermalsen.
Als de samenwerking tussen Culemborg, Tiel en Geldermalsen leidt tot
een efficiënt shared service centre, wil Zaltbommel graag aansluiten. Deze
operationele samenwerking zal als motor werken voor de tactische en
strategische samenwerking. Hierdoor kan het cluster versterken. De vraag
is of dit dan niet te laat komt.
17
18
19
Bijlagen
Bijlage 1: Samenstelling Adviescommissie
Naam
Functie
Voorzitter Adviescommissie
Mr. G.J. (Fred) de Graaf (VVD)
Oud-burgemeester Apeldoorn
Leden
F. (Frits) van Schagen (PvdA)
Oud gemeentesecretaris gemeente Zutphen
Drs. K.C. (Klaas) Tammes (D66)
Oud burgemeester Buren
C. (Cees) Anker (Groen Links)
Oud wethouder Tiel
E. (Liesbeth) Tuijnman (VVD)
Oud burgemeester Overbetuwe
S.P.M (Steven) de Vreeze (PvdA)
Oud burgemeester Tiel / oud wnd. burgemeester Lingewaard
J.J.W. (Hans) Esmeijer (CDA)
Oud wnd burgemeester Apeldoorn / oud-gedeputeerde
Gelderland
G.E.W. (Gerd) Prick (PvdA)
Oud Burgemeester Groesbeek /wnd burgemeester Maasdriel
J.C. (Hans)Boxem (VVD)
Oud-wethouder Berkelland /oud gedeputeerde Gelderland
J.H. (Johan) Vennevertloo (CDA)
Oud wethouder Berkelland
Ir.G. (Gert) Verwolf
Oud dijkgraaf Vallei en Veluwe
20
Bijlage 2: Samenstelling Klankbordgroep
Organisatie
Naam
1. VNO/ NCW
Ingenieur F.A. (Foppe) Atema
Voorzitter Provinciaal Bestuur Gelderland lid Dagelijks Bestuur
VNO-NCW Midden
2. VNG (Vereniging Nederlandse
Gemeenten)
Drs.C.J.G.M.(Kees Jan) de Vet
Directieraadlid VNG
3. Molecaten Groep
C.F.J. (Cees) Slager
Directeur Molecaten Groep
4. Radboud Universiteit Nijmegen
Prof. dr. G.J.M. (Gerard) Meijer
Voorzitter College van Bestuur Radboud Universiteit Nijmegen
5. Wageningen University &
Research Centre (WUR)
Dr. IJ.J.H (Tijs) Breukink
Lid Raad van Bestuur WUR
6. Rijnstate
Drs. JanKees Cappon
Lid Raad van Bestuur Rijnstate
7. Alliander
Ir. Peter Molengraaf
Voorzitter Raad van Bestuur Alliander
8. LTO Noord
Dirk Siert Schoonman
21
Provinciaal voorzitter Gelderland
9. Rabobank
F.J.W. (Flip) Juch
Directievoorzitter Rabobank Arnhem en omstreken
10. Waterschap Rijn en IJssel
Drs. H.T.H.M.(Hein) Pieper
Dijkgraaf Rijn en IJssel
11. KVK
R.P.A. (Ronald) Migo
vm. Algemeen directeur KVK Centraal Gelderland
12. ROC Graafschap College
S.C.(Sarien) Shkolnik - Oostwouder
Lid College van Bestuur Graafschap College
13. Christelijke Hogeschool Ede
(CHE)
Drs. H.J. (Harmen) van Wijnen
(plv. Drs. A. (Ton) Bestebreur)
Tweehoofdig bestuur Hogeschool Ede
14 KING
(Kwaliteitsinstituut
Nederlandse Gemeenten)
Dr. H.M.(Heleen) Weening Afdelingshoofd Inzicht en
Sturingsadvies
22
Bijlage 3: Visie en kader van de klankbordgroep
Naar mening van de Klankbordgroep Sterk Bestuur in Gelderland
waarborgt een bestuurskrachtige gemeente via effectieve co-creatie de
gewenste effecten voor de maatschappelijke opgaven. Het is daarin de
vraag hoe het openbaar bestuur de macro-ontwikkelingen naar zich toe
weet te trekken. En – dit is de overkoepelende opgave – daarin een
verbinding weet te leggen met het maatschappelijke veld. Overigens is de
gemeente hierin niet de enige uitvoerder; inwoners, ondernemers, het
onderwijs, de zorg, maatschappelijke instellingen en mede-overheden
spelen hierin allemaal een rol. Het is voor de gemeente de kunst om hierin
op de verschillende speelvelden, op verschillende niveaus te schakelen en
te verbinden.
groei en ontwikkeling. Juist door te kijken waar groei-initiatieven
vanuit inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties
ontstaan, stimuleer je het innovatie proces.
-
Innoveren in een netwerksamenwerking
Om innovatie te stimuleren en te faciliteren, moeten we wel leren
over bestaande (gemeentelijke) grenzen heen te kijken. De
versterking van de regio en haar topclusters en het bevorderen
van een gezond leefklimaat en vitaliteit van de bevolking is het
uitgangspunt. Slimme vormen van samenwerken staan toe dat hier
effectief invulling aan wordt gegeven en dat het maatschappelijk
effect merkbaar is. Daar worden we gezamenlijk beter van.
Om dat te bereiken, achten de klankbordgroep he volgende van belang:
-
-
Focus op economische krachten in de regio
Gelderland is een sterke regio met een traditie van samenwerken:
samenwerken in de regio, met andere regio’s en de landsgrenzen
overstijgend. Industriële vooruitgang, economische ontwikkeling en
kennisontwikkeling mogen wij op meer plaatsen en in verschillende
sectoren (Food, Health, Energie, Toerisme en Recreatie, Milieu en
Maakindustrie) binnen provinciegrenzen rekenen. We kijken vaak
naar andere sterke regio’s om te leren van goede voorbeelden. Op
zich is dat goed maar wij vinden het van belang dat de nadruk
meer komt te liggen op onze eigen kracht. We willen graag sterker
maken waarin we al sterk zijn! De uitdaging ligt voor om derhalve
de focus te leggen op de economische topclusters door hier,
overigens ook onderling, de verbindingen te leggen. Dit versterkt
de economie en het vestigingsklimaat in onze provincie. Deze
economische trekkrachten zullen aansluiten op de lokale plannen
en deze versterken.
Nadruk op meer en niet op minder
In de huidige tijd van economische crises, demografische krimp en
bezuinigingen (bijvoorbeeld via de decentralisaties in het sociale
domein) is het verleidelijk om ons te richten op krimp. In onze visie
zou het openbaar bestuur zich juist moeten richten op duurzame
Sterk bestuur als verbindend instrument
Een sterk bestuur is geen doel op zich. Het is een verbindend instrument
om maatschappelijke effecten te bereiken. Onze huidige gereedschapskist
met instrumenten voor samenwerking en besturen kent in de
veranderende wereld zijn beperkingen. Een sterk bestuur laat zich leiden
door een inspirerende visie. Anderen moeten geboeid worden, of sterker
nog, onderdeel worden van de visie. Het gaat daarin om het verbinden via
horizontale en verticale samenwerking. Gemeenten zijn speler geworden
op een speelveld met verschillende spelers; wij noemen dat netwerken.
Dat is onze gedachte bij een sterk bestuur. Tijdens de regio-bijeenkomsten
hanteert de Klankbordgroep SBiG de volgende punten in het
afwegingskader.
-
Grip op samenwerking
De landelijke en regionale ontwikkelingen stellen hoge eisen aan
bestuurskracht van gemeenten. Gekozen vormen van
samenwerking beperken zich niet tot een eenmaal gedefinieerde
regio en bevinden zich ook niet allemaal op hetzelfde niveau. Dat
vraagt gemeenten te schakelen tussen de verschillende
schaalniveaus, tussen verschillende rollen en tussen verschillende
speelvelden. In de keuze voor een samenwerkingsvorm
verwachten wij dat er slimme keuzes worden gemaakt.
23
-
Vervullen van een legitieme rol
In het nastreven van maatschappelijke effecten streeft het bestuur
legitimiteit na. Zowel in het vervullen van de democratische
legitimiteit als in het vervullen van een legitieme rol richting de
samenwerkingspartners.
-
Zaken in huis moeten goed op orde zijn: financiën, uitvoerings- en
verbindingskracht
Een sterk bestuur heeft ook het vermogen om de ‘zaken in eigen
huis’ goed op orde te hebben. Gemeenten moeten ook in minder
gunstige omstandigheden adequaat kunnen functioneren. Zij
moeten actief bijdragen aan het oppakken van bovenlokale
vraagstukken en dienen een zodanige financiële spankracht te
organiseren dat schommelingen in het inkomsten- en
uitgavenpatroon kunnen worden opgevangen. Het middellange en
langetermijn perspectief is hierin ook van belang. Wij verwachten
dat het gemeentebestuur en de organisatie in staat zijn om te
participeren in netwerken, de kosten te minimaliseren, de
infrastructuur te versterken en de regionale economie te vertalen
naar het lokale niveau. Overigens zijn wij in relatie hiertoe van
mening dat de grootte van een gemeente niet bepalend is voor de
bestuurskracht. Die gaat immers om het slim schakelen en
verbinden. Het gaat om de bewustwording dat gemeenten over de
gemeentelijke en bestuurlijke grenzen heen kijken voor kansen en
oplossingen. In zichzelf gekeerde gemeenten zien wij als grootste
bedreiging.
-
Inspirerend leiderschap en veranderkracht
De kernvraag waarmee wij onze visie en kader hebben ingeleid,
vraagt om veranderingen in houding en gedrag. Het vraagt om lef
en inspirerend leiderschap. Het vraagt ook om de bevorderlijke
(economische) ontwikkelingen te zien en dit te stimuleren en
faciliteren. Dit kan een worsteling opleveren. Er is veel
veranderkracht voor nodig om op sommige momenten bestaande
sturingsmechanismes los te laten en te kijken naar andere
mogelijkheden. Desalniettemin stellen wij voor de verwachte
innovatieslag op het handelen en denken als gesprekonderwerp
mee te nemen in de gesprekken met u als adviescommissie.
24