Goede Vrijdag - vrijdag 18 april 2014 DIENST VAN HET WOORD Voorganger: Muziek: Ouderling: Diaken: Intermezzi rondom de lezingen: Ad van Nieuwpoort Agnes van Bekkum; cantorij o.l.v. Philien Schouten Herman Schippers Anne Marie Schüttenhelm Koralen uit de Matthäus Passion BWV 244 Johann Sebastian Bach (1685-1750) Orgelspel: “O Mensch, bewein dien’ Sünden gross”, BWV 622 J.S. Bach (1685-1750) OPGANG (de gemeente gaat staan) Intochtslied: Gezang 650: 1, 2, 3 en 4 Gods goedheid is te groot voor het geluk alleen, zij gaat in alle nood door heel het leven heen. 2 Zij daalt als vruchtbaar zaad tot in de groeve af omdat zij niet verlaat wie toeven in het graf. 3 Omdat zij niet vergeet wie godverlaten zijn: de wereld hemelsbreed zal goede aarde zijn. 4 Bemoediging Voorganger : Onze hulp is de Naam van de Heer Gemeente : die hemel en aarde gemaakt heeft Voorganger : die trouw houdt tot in eeuwigheid Gemeente : en niet laat varen het werk van zijn handen. : Genade zij u en vrede van God onze Vader Groet Voorganger en van de Heer Jezus Christus Gemeente : Amen Vervolg Gezang 650: 5, 6 en 7 De sterren hemelhoog zijn door dit zaad bereid als dienaars tot de oogst der goedertierenheid. 5 Het zaad der goedheid Gods, het hoge woord, de Heer, valt in de voor des doods, valt in de aarde neer. 6 Al gij die God bemint en op zijn goedheid wacht, de oogst ruist in de wind als psalmen in de nacht. 7 (de gemeente gaat zitten) Gebed van Opgang 2 Gemeente zingt: Gezang 575: 1, 3 en 4 Die gewillig waart ten dode, in het duister van de pijn U ten offer hebt geboden, hoe verlaten moest Gij zijn, troosteloos aan ’t kruis gehangen opdat wij uw troost ontvangen. Duizend, duizendmaal, o Heer, zij U daarvoor dank en eer. 3 Alle leed hebt Gij geleden, Gij gedragen met geduld. Als een worm zijt Gij vertreden zonder schuld, om onze schuld, opdat wij door U verheven als verlosten zouden leven. Duizend, duizendmaal, o Heer, zij U daarvoor dank en eer. 4 3 DIENST VAN DE SCHRIFTEN Inleiding Cantorij zingt: Lied 322 Die chaos schiep tot mensenland, die mensen riep tot zinsverband, Hij schreef, ons tot bescherming, zijn handvest van ontferming. Hij schreef ons vrij, met eigen hand. Allen: Dat boek waarin getekend staan gezichten, zielen, naam voor naam, hun overslaande liefde, hun overgaande liefde, hun weeën die niet overgaan. Allen: Zijn onvergank'lijk testament: dat Hij ons in de dood nog kent – de dagen van ons leven ten dode opgeschreven, ten eeuwig leven omgewend. Allen: 4 Evangelielezing: Matteüs 26: 69 - 75 Muzikaal moment Nr. 31, Was mein Gott will, das gscheh allzeit Was mein Gott will, das gscheh allzeit sein Will ist stets der beste; Zu helfen den'n er ist bereit, die an Ihn glauben feste; er hilft aus Not, der fromme Gott, und züchtiget mit Maszen. Wer Gott vertraut, fest auf ihn baut, den wird er nicht verlassen. Vervolg Lezing: Matteüs 27: 33 - 44 Muzikaal moment Nr. 44, Wer hat dich so geschlagen, mein Heil Wer hat dich so geschlagen, mein Heil, und dich mit Plagen so übel zugericht't? Du bist ja nicht ein Sünder, wie wir und unsre Kinder, von Missetaten weiszt du nicht. Vervolg lezing: Matteüs 27: 45 - 56 Muzikaal moment Nr 53, Befiehl du deine Wege, und was dein Herze kränkt Befiehl du deine Wege, und was dein Herze kränkt, der allertreusten Pflege des der Himmel lenkt; der Wolken, Luft und Winden gibt Wege, Lauf und Bahn, der wird auch Wege finden, da dein Fusz gehen kann. VERKONDIGING Zingen: Lied 581 Cantorij: Hier zwijgt het hoge denken: God trad in ons gemis om volheid ons te schenken, zijn dorst bracht lafenis. 1 5 Allen: Zijn zwijgen voor de rechter wordt nog door ons gehoord: voor ons het pleit beslechtend als zijn vrijsprekend woord. 3 Die vol was van genade is onze weg gegaan. het spoor van onze daden klaagt ons niet langer aan. 4 Voorbeden, stil gebed, Onze Vader Cantorij zingt: slotkoor van de Mattheüs passion van Heinrich Schutz (1585-1672) Ehre sei dir Christe, der du littest Not an dem Stamm des Kreuzes für uns den bittern Tod, und herrschest mit dem Vater dort in Ewigkeit, hilf uns armen Sündern zu der Seligkeit, Kyrie eleison, Christe eleison, Kyrie eleison. Slotlied: Lied 590 (staande): Allen: 6 Cantorij: De wereld gaf Hem slechts een graf, zijn wonen was Hem zwerven; al zijn onschuld werd Hem straf en zijn leven sterven. 2 Allen: Cantorij: 4 ’t Is goed, o Heer, Gij hoeft de eer van God niet meer te staven. Leggen wij ons bij U neer, in uw dood begraven. Allen: 5 Hoe wonderlijk, uitzonderlijk een sabbat is gekomen: eens voor al heeft Hij het juk van ons afgenomen. Alle lichten worden gedoofd. Het licht dat deze vrijdag tot een goede vrijdag maakt blijft echter branden. In stilte verlaten wij de kerk. 7
© Copyright 2024 ExpyDoc