Bekwaamheidseisen

Binnenvaartregeling
Artikel 2.9
1. Dit artikel is van toepassing op de bemanningsleden van schepen als bedoeld in artikel 12 van het besluit,
niet zijnde veerboten, varend op de in artikel 1.2 bedoelde binnenwateren, mits tijdens de vaart de
Duits-Nederlandse grens op de Rijn bij het Spijksche Veer niet in de ene of de andere richting wordt
overschreden.
2. Een schipper is:
a. in het bezit van een groot patent als bedoeld in het Rsp of een krachtens artikel 9.02, eerste lid, van dat
reglement geldig Rijnschipperspatent;
b. in het bezit van een vaarbewijs als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet;
c. in het bezit van een document als bedoeld in artikel 25, derde lid, van de wet; of
d. krachtens artikel 31 van de wet vrijgesteld of ontheven van de verplichting in het bezit te zijn van een
groot vaarbewijs als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet, mits de aan de vrijstelling of
ontheffing verbonden voorschriften of beperkingen door hem worden nageleefd.
3. Een stuurman:
a. is in het bezit van een beperkt groot vaarbewijs of voldoet aan de vereisten van matroos, en
b. heeft een beroepservaring van ten minste twee jaar vaartijd als matroos in de binnenvaart.
4. Een machinist is:
a. ten minste 18 jaar en in het bezit van een maritiem diploma zoals opgenomen in het Centraal Register
Beroepsopleidingen onder de nummers 91943, 91941, 91931 of 91932, dan wel in het bezit van een
erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties;
of
b. ten minste 19 jaar en voldoet aan de vereisten van matroos-motordrijver en heeft een beroepservaring
van ten minste twee jaar vaartijd als matroos-motordrijver op een schip met mechanische
voortstuwingsmiddelen.
5. Een volmatroos voldoet aan de vereisten van matroos en heeft een beroepservaring van ten minste één
jaar vaartijd als matroos in de binnenvaart.
6. Een matroos-motordrijver voldoet:
a. aan de vereisten van matroos en is in het bezit van:
1°. het diploma motordrijver van het Koninklijk OnderwijsFonds voor de Scheepvaart,
2°. het diploma kapitein, stuurman-schipper of bootman, zoals opgenomen in het Centraal Register
Beroepsopleidingen onder de respectieve nummers 10650, 93110, 95640, 10651, 91900, 95630,
10653 en 93030,
3°. een maritiem diploma zoals opgenomen in het Centraal Register Beroepsopleidingen onder de
nummers 91943, 91941, 91931 of 91932, dan wel
4°. een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in de Algemene wet erkenning
EG-beroepskwalificaties; of
b. aan de vereisten van matroos en heeft een beroepservaring van ten minste één jaar vaartijd als
matroos op een schip met mechanische voortstuwingsmiddelen, en bezit een aantoonbare elementaire
kennis op het gebied van motoren.
7. Een matroos is:
a. ten minste 17 jaar en in het bezit van:
1°. het diploma matroos binnenvaart, zoals opgenomen in het Centraal Register Beroepsopleidingen
met codes 10652, 91880 tot en met 91882 en 95620,
2°. het diploma kapitein, stuurman-schipper of bootman, zoals opgenomen in het Centraal Register
Beroepsopleidingen onder de respectieve nummers 10650, 93110, 95640, 10651, 91900, 95630,
10653 en 93030,
3°. Het diploma VMBO Rijn-, binnen- en kustvaart van het Scheepvaart en Transport College te
Rotterdam, het Maritiem College Velsen te IJmuiden, de Maritieme Academie Harlingen te
Harlingen of het Mondial College te Nijmegen, dan wel
4°. een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in de Algemene wet erkenning
EG-beroepskwalificaties; of
b. ten minste 19 jaar en:
1°. heeft een beroepservaring van ten minste drie jaar vaartijd als lid van een dekbemanning, waarvan
ten minste één jaar in de binnenvaart en twee jaar in hetzij de binnenvaart, de zeevaart, de
kustvaart of de visserij;
2°. is in het bezit van de verklaring praktijkexamen matroos, ten bewijze dat het praktijkexamen
matroos binnenvaart van het CBR met goed gevolg is afgelegd; of
3°. is in het bezit van:
a. het diploma aspirant schipper afgegeven door het CBR;
b. een verklaring van het CBR dat Praktijktoets 1 van het praktijkexamen schipper binnenvaart,
bedoeld in artikel 7.19a, met goed gevolg is afgelegd; en
c. een bewijsstuk dat er minimaal 60 dagen vaartijd zijn opgebouwd.
8. Een lichtmatroos is:
a. ten minste 15 jaar en
b. in het bezit van een leerovereenkomst die voorziet in het schriftelijk of mondeling volgen van de cursus
aspirant schipper van het Scheepvaart en Transport College te Rotterdam, het Noorderpoortcollege te
Groningen of het ROC NOVA college te Haarlem, dan wel een door een bevoegde autoriteit in het
buitenland erkende cursus die opleidt tot een gelijkwaardig diploma.
9. Een deksman is ten minste 16 jaar.