Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Afdeling Marktordening Louis Braillelaan 80 2719 EK Zoetermeer Postbus 692 2700 AR Zoetermeer www.rvo.nl T 079-368 7595 F 079-368 7181 E [email protected] BASISREGELING TERUGKERENDE GOEDEREN ALLE SECTOREN Juni 2014 In deze basisregeling vindt u informatie over de regeling terugkerende goederen. De afdeling Marktordening van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) is namens de Minister van Economische Zaken in Nederland bevoegd om de regeling uit te voeren. Als u vragen heeft over de uitvoering van deze regeling kunt u contact opnemen met de afdeling Marktordening. Voorbehoud indien de inhoud van deze basisregeling afwijkt van de van toepassing zijnde regelgeving, dan is deze regelgeving doorslaggevend. Inhoudsopgave 1 Algemeen ............................................................................................................ 4 2 Met uitvoercertificaat uitgevoerde goederen ............................................................ 4 2.1 Algemene voorschriften .................................................................................. 4 2.2 Voorschriften die gelden voor benutting bij wederinvoer ..................................... 4 2.3 Wederuitvoer van equivalente producten .......................................................... 5 3 Zonder uitvoercertificaat uitgevoerde goederen ....................................................... 5 4 Administratieve procedure ..................................................................................... 5 5 Veterinaire bepalingen ......................................................................................... 6 Bijlage 1: Document voor de zekerheidstelling ................................................................ 7 Bijlage 2: Inlichtingenblad terugkerende goederen .......................................................... 8 Basisregeling terugkerende goederen 4 1 Algemeen Terugkerende goederen zijn communautaire goederen, die na te zijn uitgevoerd uit het douanegebied van de Europese Unie (EU), opnieuw worden ingevoerd in de EU. Binnen een termijn van drie jaar na retour invoer moeten deze goederen weer in het vrije verkeer worden gebracht. De regeling voorziet in de mogelijkheid om uit de Europese Unie uitgevoerde goederen met vrijstelling van invoerheffingen opnieuw in het douanegebied van de EU te laten terugkeren. De in te voeren goederen moeten dezelfde zijn als de goederen die oorspronkelijk werden uitgevoerd en moeten in ongewijzigde staat verkeren. Uitzondering hierop wordt gemaakt voor goederen die na uitvoer een behandeling hebben ondergaan om ze in goede staat te bewaren. De terugkeer van de uitgevoerde goederen kan zowel in de oorspronkelijke lidstaat van uitvoer als in een van de andere lidstaten plaatsvinden (met uitzondering van equivalente uitvoer zoals vermeld onder punt 4). De basis voor de regeling terugkerende goederen is neergelegd in het Communautair Douane-wetboek CDW, Verordening (EEG) nr. 2913/92, met de daarbij behorende uitvoeringsbepalingen, Verordening (EEG) nr. 2454/93. Verder zijn in de artikelen 43 t/m 48 van Verordening (EG) nr. 376/2008 en in artikel 32 van Verordening (EG) 612/2009 verscheidene bepalingen over dit onderwerp opgenomen. Tenslotte moet ook rekening worden gehouden met de veterinaire voorschriften uit Verordening (EG) 854/2004 en de voorschriften van de NVWA. 2 Met uitvoercertificaat uitgevoerde goederen 2.1 Algemene voorschriften Bij gebruikmaking van de regeling terugkerende goederen zal in de meeste gevallen aan de oorspronkelijke uitvoer een uitvoercertificaat ten grondslag hebben gelegen. Meestal geldt geen vrijstelling van de betaling van het gemeenschappelijk douanerecht bij invoer voor goederen. In geval het goederen betreft waarvoor een financieel voordeel is verleend met de daaraan verbonden verplichting om deze goederen uit te voeren wordt deze vrijstelling wel verleend op voorwaarde dat de betaalde bedragen zijn terugbetaald of dat de bevoegde diensten alle maatregelen hebben genomen om te voorkomen dat zij worden betaald of dat eventuele andere financiële voordelen teniet zijn gedaan en dat de goederen: in het land van bestemming niet tot verbruik konden worden ingevoerd, in verband met de in dat land geldende voorschriften, of door de geadresseerde worden teruggezonden vanwege het feit dat zij gebreken vertonen of niet beantwoorden aan de bepalingen in het contract, of worden teruggezonden omdat zij door omstandigheden buiten de wil van de exporteur, zoals omschreven in Vo. (EG) nr. 2454/1993 art. 844 lid 2, niet voor het beoogde doel konden worden gebruikt. De uitvoerrestituties zijn in alle sectoren op „0‟ gesteld. Gezien de hervormingen in het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU wordt op dit moment niet verwacht dat hiervoor weer tarieven zullen worden vastgesteld. Er zal daarom niet worden ingegaan op eventuele situaties waarbij uitvoerrestitutie van toepassing is. 2.2 Voorschriften die gelden voor benutting bij wederinvoer Indien de aanvankelijke uitvoer van de goederen onder uitvoercertificaat heeft plaatsgevonden geldt bij wederinvoer : gebruikmaking van een a) in geval de geldigheidsduur van het betrokken uitvoercertificaat nog niet is verstreken: - wordt de afboeking voor de betreffende uitvoer geannuleerd en mag de certificaatzekerheid niet worden vrijgegeven of moet deze indien al vrijgegeven opnieuw worden gesteld en wordt het uitvoer- of voorfixatiecertificaat (indien niet in depot) aan de titularis van het document teruggegeven. Basisregeling terugkerende goederen 5 b) in geval de geldigheidsduur van het betrokken uitvoercertificaat wel is verstreken: - wordt de voor de betreffende uitvoer aan het certificaat verbonden waarborg verbeurd indien deze nog niet is vrijgegeven en - moet, indien de certificaatzekerheid is vrijgegeven, de zekerheid voor de betrokken hoeveelheid opnieuw worden gesteld, waarna deze wordt verbeurd (In de praktijk wordt een nota opgelegd voor het bedrag van de te verbeuren waarborg). 2.3 Wederuitvoer van equivalente producten Wederuitvoer van equivalente producten is alleen mogelijk wanneer de regeling terugkerende goederen is gebruikt in de lidstaat waar de aangifte ten uitvoer voor de eerste uitvoer is aanvaard of in de lidstaat van oorsprong. Op verzoek van de belanghebbende wordt de voor de aanvankelijke uitvoer aan het uitvoercertificaat verbonden waarborg niet verbeurd indien de wederinvoer van het betrokken product wordt gevolgd door uitvoer van gelijkwaardige (equivalente) producten met dezelfde GN-code. Het moet gaan om een uitvoertransactie: waarvoor de aangifte is aanvaard o uiterlijk binnen 20 dagen na de dag van aanvaarding van de aangifte ten wederinvoer van de terugkerende goederen, of o onder dekking van een nieuw uitvoercertificaat indien de geldigheidsduur van het oorspronkelijke uitvoercertificaat is verstreken op de datum van aanvaarding van de aangifte ten uitvoer van de equivalente producten en die betrekking heeft op dezelfde hoeveelheid producten en die betrekking heeft op producten die bestemd zijn voor dezelfde geadresseerde als die bij de oorspronkelijke uitvoertransactie was vermeld. De zekerheid wordt vrijgegeven zodra aan de instantie van afgifte van het certificaat het bewijs is geleverd dat aan deze voorwaarden is voldaan. Dit bewijs wordt geleverd door overlegging van de aangifte ten uitvoer voor de equivalente producten, of een door de bevoegde diensten gewaarmerkte kopie, met stempel van het betrokken douanekantoor, waarop de volgende vermelding is aangebracht : “in artikel 44 van Verordening (EG) nr. 376/2008 bedoelde voorwaarden nageleefd” 3 Zonder uitvoercertificaat uitgevoerde goederen Vrijstelling van rechten bij invoer wordt alleen verleend wanneer de goederen worden wederingevoerd in dezelfde staat waarin ze werden uitgevoerd of goederen waarvan na uitvoer is gebleken dat ze gebreken vertonen of ongeschikt zijn voor het beoogde gebruik . De vrijstelling van douanerechten bij de wederinvoer kan worden verleend, op voorwaarde dat de goederen ten invoer worden aangegeven binnen een termijn van 12 maanden, te rekenen vanaf de datum waarop de douaneformaliteiten bij hun oorspronkelijke uitvoer werden vervuld tenzij sprake is van buitengewone omstandigheden Indien de aanvankelijke uitvoer van de goederen zonder een uitvoercertificaat heeft plaatsgevonden dan moet op in het vak bijzonderheden op het Document zekerheidsstelling (zie bijlage 1) worden vermeld: “uitvoer zonder certificaat”. 4 Administratieve procedure De volgende goederen moeten de volgende documenten worden overgelegd: een kopie van de oorspronkelijke aangifte; en het document t.b.v.zekerheidstelling indien bij uitvoer de douaneformaliteiten zijn vervuld in Nederland (zie bijlage 1), of Basisregeling terugkerende goederen 6 het inlichtingenblad INF 3 indien de aangifte ten uitvoer in een andere lidstaat heeft plaatsgevonden en het voornemen bestaat om in Nederland de goederen opnieuw in te voeren (zie bijlage 2). Met dit blad wordt de Nederlandse douane door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de uitvoeraangifte plaatsvond, geïnformeerd over de oorspronkelijke uitvoeraangifte, de teruggevorderde restitutie, etc, Indien het verzoek om toepassing van de regeling terugkerende goederen door de douane wordt afgewezen, worden de betreffende goederen behandeld als derde landen goederen, waarvoor de normale douanerechten bij invoer zijn verschuldigd. 5 Veterinaire bepalingen Tenslotte maken wij u er op attent dat de goederen, waarvoor van de onderhavige regeling gebruik wordt gemaakt, onderworpen zijn aan de veterinaire bepalingen bij invoer uit derde landen. De verantwoordelijkheid voor de toepassing hiervan ligt bij de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA). Wij wijzen u erop dat het niet is uitgesloten dat op grond van veterinaire bepalingen wederinvoer van de goederen onmogelijk is, hoewel aan de vereisten voor de toepassing van de regeling terugkerende goederen is voldaan. Voor eventuele vragen over dit onderwerp kunt u contact opnemen met de NVWA. Contactgegevens: W: www.vwa.nl E: [email protected] T: 0800-0488 Bijlage 1 Bijlage 1: Document voor de zekerheidstelling Soort zekerheidstelling stempel en handtekening (waarmerk vervangt handtekening) invoer (zekerheid gesteld bij RVO.nl) 1) veredeling (zekerheid gesteld bij RVO.nlhap) 1) Terugkerende goederen (zie verklaring) 1) Uitvoerheffing (zekerheid gesteld bij het productschap) 1) sagitta id: naw gegevens: nr. naw: omschrijving der goederen: nettogewicht/aantal stuks: land van herkomst/bestemming: 2) gn-code: bedrag van de zekerheid: land van oorsprong: Verordeningnummer: € 2913/92 nr. vergunning veredeling: 3) nr. certificaat: 3) verklaring terugkerende goederen: nummer uitvoeraangifte: - Restituties en andere bedragen bij uitvoer terugbetaald. 2) - Aanspraak op restituties of andere bedragen bij uitvoer vervallen. 2) aangifte datum uitgevoerde goederen: - Uitvoer zonder certificaat. 2) - Certificatenregeling nageleefd. 2) bijzonderheden: Deze verklaring is geldig tot en met: afgegeven te Zoetermeer d.d. 1) 2) 3) Aankruisen wat van toepassing is. Doorhalen wat niet van toepassing is. Indien van toepassing. nr. naw: (indien afwijkend van de exporteur) 3) Bijla Bijlage 2: Inlichtingenblad terugkerende goederen Bijlage 2 Bijlage Bijla Bijlage 2
© Copyright 2024 ExpyDoc