1Korinthe 12 eenheid in verscheidenheid

Liturgie ochtend:
1. Votum en groet
2. Psalm 133
3. Wet
4. Gezang 150: 1 en 2
5. Gebed
6. lezing en tekst 1 Korinthe 12
7. gezang 119: 2
8. preek
9. opwekking 378 (leg voor het zingen even de tekst van couplet 1 regel 2 uit)
10. gebed
11. collecte
12. gezang 147: 4
13. zegen
14. zegenlied uit het 40dagen-project van januari-februari 2013.
Geliefde mensen,
“Houd eens een preek over eenheid in verscheidenheid.
Want er zijn zoveel verschillen in onze gemeente.”
Dat verzoek kreeg ik van ouderlingen, diakenen en ook gemeenteleden.
Vanwaar dat verzoek?
Ik had onderzocht om welke redenen mensen de vrijgemaakte kerken verlaten.
In de periode 2009-2012 verlieten 291 kerkleden de GKv in de classis Hardenberg.
Ze gingen naar allerlei kerken in Hardenberg en omgeving, of naar geen enkele kerk.
Ongeveer 50 personen heb ik mogen interviewen.
Die interviews waren nogal verschillens, maar hingen toch sterk met elkaar samen.
De samenhang werd me duidelijk, toen ik een boek van James W. Fowler had gelezen.
Het boek heet ‘stages of faith’.
De plaatjes uit dat boek vind je in deze preek terug.
Fowler geeft heldere uitleg over geloofsstijlen
en over de manier waarop mensen van geloofsstijl wisselen.
Het model van Fowler hielp mij om te begrijpen waarom die 291 mensen vertrokken.
Het gaf me ook een verklaring voor beweging of onrust binnen de kerken.
Op 10 oktober 2013 heb ik in Bergentheim aan geïnteresseerden verteld, wat de
beweegredenen zijn van de mensen die de GKv verwisseld hadden voor een andere kerk (of
geen kerk.)
Dan krijg je ook de vraag:
Wat heb je hier nu aan binnen de kerken?
Om daarop een antwoord te geven, wilde ik de woordkeuze van mijn verslag fine-tunen.
Daar vloeit deze preek uit voort.
Ik maak opnieuw gebruik van het model van Fowler, maar het engelse woord stage vertaal ik
nu met geloofsstijl i.p.v. met stadium.
Zie dit als een eerste proef.
Ik ontvang graag feedback op deze preek.
De kerkenraad adviseerde me om er een leerpreek van te maken.
Dat geeft de ruimte om eens een uitzonderlijke preek te houden.
Ik besteed relatief veel aandacht aan de praktijk.
Meestal heeft een preek relatief meer aandacht voor uitleg en toepassing van de Bijbel.
Die verhouding ligt in deze uitzonderlijke preek afwijkend.
Ik dank de ouderlingen hartelijk voor de gelegenheid die ik krijg om deze preek te houden.
Aan hun tip om gesprekspunten aan de preek toe te voegen, heb ik gehoor gegeven.
Je vindt aan het einde van deze preek een handvol live citaten uit de interviews.
Het zal vermoedelijk met deze preek niet zo werken, dat je zegt:
één keertje horen en of lezen en dan ben je klaar.
Nee, om vrucht van deze preek te plukken heb je gesprek nodig.
Je wilt misschien andere woorden gebruiken, of andere voorbeelden.
Prima.
Juist door hier zelf mee bezig te zijn – in gesprek met anderen – heb je hier nut van.
Het is inherent aan het onderwerp van deze preek, dat het kritische vragen oproept.
Wees welkom om mij die vragen te stellen, en me de achtergrond daarvan te noemen.
De kerkenraad vroeg me afgelopen dinsdag 4 februari 2014 tijdens de preekbespreking om
duidelijk te zeggen, wat het doel is van deze preek.
Het doel is u en jou inzicht te geven in de verscheidenheid binnen de gemeente, opdat je
Paulus’ oproep tot eenheid concreet kunt toepassen.
Het thema van deze leerpreek is: eenheid in verscheidenheid.
Ik formuleer 2 punten, waarbij het 1e punt aanzienlijk langer zal zijn dan het 2e.
1. Verscheidenheid, die wij opmerken in de praktijk.
2. Eenheid, waartoe Gods Woord ons oproept.
Deze preek is bedoeld voor gebruik in Heemse-Marslanden in het begin van 2014.
Andere geïnteresseerden vraag ik om even geduld te hebben tot de Marslander
hoorders/lezers mij feedback gegeven hebben, die ik hoop te verwerken in een vervolgversie.
Punt 1: Verscheidenheid, die wij opmerken in de praktijk
Wat is er veel
te zien
te weten
te voelen
te horen
in de Bijbel
in de wereld
in de kerk
in de omgeving, waar je God leert liefhebben.
Kijk maar:
allemaal losse dingen. { dia 1 }
kerk, radio, bijbel, handjes samen, hartje,
amen
Het maakt niet zoveel uit welke dingen het zijn.
Ze staan in ieder geval onsamenhangend door elkaar.
Zo: { dia 2 }
Er kan een tijd komen, dat je vragen gaat stellen.
Hoe hangen die dingen samen?
Sinterklaas bestaat niet.
Jezus bestaat wel.
Hoe kan dat?
{ dia 3 }Er is niets mis met die vraag.
Je krijgt antwoord van iemand anders,
of je ontdekt zelf antwoord.
Dan staan al die losse dingen niet meer door elkaar.
Ze hangen samen.
Zo: { dia 4 }
Deze manier van omgaan met geloof is nuttig en opbouwend.
Je kunt er gebruik van maken;
je leven lang
of enkele jaren,
zolang als bij jou past.
Vind je het aangenaam om te leren hoe de dingen met elkaar samenhangen
in de wereld,
in de kerk
en in het leven met God?
Velen vinden dat fijn.
Het kan voelen als een veilige thuisbasis,
waar je God hartelijk voor dankt.
Het geeft niet alleen samenhang tussen de dingen,
maar ook samenhang tussen de mensen.
Kijk maar: { dia 5 }
Je leeft in een veilige omgeving, waar de dingen en
de mensen een logisch afgerond systeem vormen:
De bouwsteentjes vormen een veilige bescherming.
Je kun veilig in het midden staan, zoals het poppetje
in het midden.
Om je heen staan mensen, die jou de weg wijzen,
zoals de poppetjes rondom: vader, moeder, leraar,
trainer, instructuur, diaken, dominee, ouderling.
Ze vertellen jou het hoe zit
en hoe het hoort.
Luister maar goed naar hen.
En luister samen met hen naar God
via de Bijbel, het gebed en de kerk, enz
Dat kan zekerheid ondersteunen: zo komt alles goed.
In deze veiligheid hoef je niet al te veel risico’s te lopen.
Een beetje zelfstandig nadenken wordt op prijs gesteld,
zodat je zelf de bekende antwoorden leert nazeggen op bekende vragen.
Maar te zelfstandig nadenken hoeft gelukkig niet.
Soms kun je beter maar gewoon geloven, wat je in de kerk of in je gezin aangeleerd krijgt.
Dit is een algemeen bekende vormgeving van geloofsleven.
Velen groeien hiermee op en groeien hiermee door,
en vinden zo troost niet alleen in heel hun leven,
maar ook in hun sterven.
Het is goed
en nodig
om deze vorm van geloofsleven te erkennen, waarderen en verzorgen.
Lange tijd was dat vanzelfsprekend, ook in de moderne tijden tot aan ongeveer het jaar 1975.
Tegelijk waren er ook andere vorm van geloofsleven.
De postmoderne cultuur stimuleerde dat extra na 1975.
Dat voel je op de dag van vandaag volop.
Een mens kan immers zelfstandig vragen gaan stellen en
menselijk kiezen.
Je zou er het volgende plaatje bij kunnen tekenen.
{ dia 6 }
Deze persoon kiest uit twee verschillende manieren van
denken.
Je vindt binnen je kerk voor beide manieren steun.
Bijvoorbeeld via kerkelijk tijdschrift A of tijdschrift B.
Binnen de GKv hebben zelfstandige denkers altijd volop ruimte gekregen,
Ze kregen voeding.
Ze konden groeien.
Daar lag een kracht van de gereformeerde kerken.
Tientallen brochures verschenen over allerlei vraagstukken uit de politiek en samenleving.
Grote denkkracht is er altijd geweest.
De gelovigen hebben God eerbiedig gesmeekt om dit te zegenen.
En het ging goed.
God zij dank!
Je ziet aan dit plaatje, dat de persoon kiest uit systeem A of systeem B.
Het is een of-of-keuze. De woorden óf-óf schrijf ik erbij in het plaatje op de beamer.
Stel: je bent opgegroeid met systeem A. Daar voelt bekend en veilig.
Maar je hebt gemerkt dat systeem B ook bestaat. Je zou ervoor kunnen kiezen.
Onbekend en spanned.
En als je A kiest, betekent dat dan dat je tegen B bent?
En als je B kiest, ben je dan tegen A?
Dat voelt spannend.
Want zo zou je iets kunnen krijgen, waar Paulus voor waarschuwt.
Ik ben van A.
Jij bent van B.
Ik ben van Paulus,
En jij van Apollos.
Het voelt ook psychologisch en sociaal spannend, wanneer je eerst op manier A denkt, terwijl
je daarna langzamerhand overgaat naar manier B.
Je moet er zelf aan wennen.
En mensen in je omgeving gaan anders naar je kijken.
Dat kan best veel energie van je vergen.
Gelukkig hoefde die of-of-keuze in de kerken niet altijd zo scherp te zijn,
vooral niet wanneer A en B allebei verstandelijk zijn.
De vorige generatie verstond dan de kunst om harmonie van samenleven te bewaren.
God zij dank!
Ja, er was harmonie in de kerken.
Zelfstandige denkers bewaarden harmonie.
Ze bleven mensen met een andere mening waarderen.
Sommigen konden met diepe innerlijke
overtuiging zeggen:
Het kan naar Schrift en belijdenis op manier
A, B of C. Alle drie manieren hebben iets,
waarin ik thuis ben.
Die ruimdenkendheid is er altijd geweest
binnen de gereformeerde kerken.
Je vindt dat in dit plaatje terug. { dia 7
}
De persoon in dit plaatje staat symbolisch in
drie kringen.
Hij of zij erkent de waarde van verschillende denkmanieren.
Dat geeft harmonie.
Het of-of van het vorige plaatje wordt in dit plaatje vervangen door en-en.
Dat was en is een rijke zegen voor de vrijgemaakt gereformeerde kerken.
Je hebt nu een aantal stijlen van geloof
gezien:
{ dia 8 }
- onsamenhangende dingen
- samenhangende dingen
- veilig systeem
- of-of-keuze
- en-en-harmonie
Er zijn wel meer stijlen in Gods schepping.
Maar dit is voor ons wel even genoeg.
Best grote verschillen.
Wij moeten daaraan wennen.
Paulus was aan grotere verschillen gewend:
Joden en grieken leefden in één kerk samen, slaven en vrije mensen, armen en rijken.
Bovendien gaf de Heilige Geest aan iedereen verschillende gaven: profetie, tongentaal,
genezing, onderwijs, bestuurskwaliteiten, enz.
De Geest geeft ook aan ieder een eigen psychologische huishouding
en een eigen manier om geloofsstijlen te gebruiken, die God in de schepping mogelijk maakt.
Heeft ieder nu precies één vormgeving van zijn of haar geloof?
Nee.
Je kunt meerdere manieren tegelijk hebben.
Neem meneer Pietermans uit het dorpje Buurthorn.
Hij waardeert het standpunt van zijn medekerkleden,
dat de scheppingsdagen precies 24 uren geduurd hebben.
Maar zijn eigen opvatting is, dat het om langdurige perioden ging.
Voor hem kan dat naast elkaar bestaan.
Het is voor hem én-én.
Hij kan heel vriendschappelijk praten met mensen die dit anders zien dan hijzelf.
Maar als het gaat over zondagse kerkgang,
geeft hij zijn geloofspraktijk vorm op de manier van het veilig systeem.
Zijn 20-jarige zoon woont op kamers in een studentenstad.
De zoon gaat éénmaal per zondag naar de kerk.
Maar vader vindt, dat iedere gelovige tweemaal per zondag naar de kerk moet gaan.
Vader zegt aan zoonlief: “Als je op zondag thuis bent, moet je tweemaal mee.”
In dit voorbeeld merk je, dat je meerdere stijlen tegelijk kunt hanteren.
Het hangt er maar van af over welk onderwerp het gaat.
Meneer Pietermans hanteert de én-én-stijl wanneer het gaat over de scheppingsleer.
Hij hanteert de veilig-systeem-stijl, wanneer het gaat over de frequentie van de kerkgang.
Dit veilige systeem is lange tijd ‘normaal’ geweest in de GKv.
Tegenwoordig is het er nog steeds, maar andere stijlen komen nu ook veel voor.
Het veilig systeem was zowel een persoonlijke stijl als ook een omgevingsfactor binnen de
GKv.
Iemands persoonlijke stijl kan na een tijdje veranderen.
In de loop van de jaren kun je een voorkeur ontwikkelen voor een andere stijl.
Een mens is nu eenmaal een levend wezen.
Je beweegt je biddend door het leven heen, lerend, zoekend, ontdekkend, enthousiast vindend.
Meestal verlopen die veranderingen soepel en onopvallend.
Maar er zijn ook veranderingen die opvallen.
Twee van die opvallende veranderingen ga ik nu noemen.
Ze komen in onze gemeente voor.
Ik geef er toelichting bij.
Verandering 1: Sommigen hebben een tijdlang gebruik gemaakt van de veilig-systeem-stijl,
en ontwikkelen het verlangen om over te gaan naar de óf-óf-stijl.
Dat is op zich niet nieuw.
Die overgang heeft altijd plaats gehad in de gereformeerde kerken.
Toch zit er een nieuw onderdeeltje in.
Dat nieuw is, dat sommigen niet alleen zelfstandiger gaan denken,
maar ook zelfstandiger gaan voelen.
Je hoort iemand dan bijvoorbeeld zeggen:
“Ik heb van huis uit altijd geleerd hoe het moest.
Twee keer per zondag naar de kerk, en netjes
doen wat er van je verwacht wordt.
Ik heb dat lang volgehouden en hoefde daar niet
zelf over nadenken.
Maar nu vraag ik me af: Wat wil ik eigenlijk zelf?
Hoe voelt mijn relatie met God voor mij
persoonlijk?
Ik zie om me heen ook mensen die op een andere
manier met hun geloof omgaan:
warmer, persoonlijker, echter, intenser, dieper,
ruimer, praktischer, directer, eigentijdser en
aantrekkelijker.”
Je ziet het hier in beeld { dia 9 }
Dit of-of-plaatje heb je al gezien.
Maar nu is het gevoel toegevoegd.
Soms leidt de nadruk op gevoel ook tot extra aandacht voor lichamelijke uitingen van geloof.
Met het engelse woord body (voor lichaam) wordt dit wel embodiment genoemd.
Je ziet dat wanneer mensen gaan staan of knielen of handen opheffen tijdens lied of gebed.
Verandering 2: De volgende opvallende verandering gaat precies andersom.
Sommigen hebben een tijdlang gebruik gemaakt van de óf-óf-stijl en verwisselen die daarna
voor de veilig-systeem-stijl.
Dat gaat als volgt.
Wanneer je een nieuwe manier van denken en/of voelen hebt aangeleerd, kun je blij zijn.
Zo blij, en zó enthousiast, dat je zegt:
“Wow. Ik heb de oude manier nu helemaal achter me gelaten.
Nu heb ik een nieuwe manier om in het geloofsleven te staan.
Dat is echt de manier die bij mij past.
Ik dank God ervoor.
En ik hoop, dat veel mensen hieraan meegaan doen, dat het gemeentebreed wordt, dat het
gedragen wordt.”
Het kan je nieuwe veilige systeem worden.
Jouw ding.
Niet aangeleerd van huis uit, maar zelf ontwikkeld tot een mooi veilig afgerond geheel.
Laten we punt 1 nu afronden met een terugblik.
Er bestaan verschillende geloofsstijlen.
Vijf daarvan heb ik genoemd.
Daarna liet ik zien, dat iemand meer dan één stijl tegelijk kan hanteren.
Meestal heb je wel een bepaalde voorkeursstijl.
Die voorkeurstijl kan in de loop van de jaren veranderen.
Die veranderingen verlopen in veel gevallen soepel en onopvallend.
Maar twee veranderingen vallen op, namelijk:
1. de verandering van veilig systeem naar de of-of-keuze en
2. de verandering andersom van de of-of-keuze naar het veilig systeem.
Die twee opvallende veranderingen roepen vragen en verwarrende gevoelens op.
Juist bij die twee veranderingen ervaren we, hoe belangrijk Gods oproep is:
God roept ons via Paulus’ brief op tot eenheid.
Daarover gaat punt twee.
Punt 2: Eenheid waartoe Gods Woord ons oproept.
Wij allen,
hoe verschillend we ook zijn,
ongeacht onze huidige voorlopige voorkeur voor een bepaalde geloofsstijl,
wij vormen één lichaam.
Christus is ons éne hoofd.
Paulus zegt: We worden allen bezield door Gods ene Heilige Geest.
Niemand van ons kan aan de ander zeggen: ik heb jou niet nodig.
Steeds wanneer iemand van ons de gemeente verlaat, ervaren we verdriet.
We ervaren diep van binnen verlangen naar onderlinge eensgezindheid.
Paulus geeft een prachtig voorbeeld: een lichaam heeft alle lichaamsdelen nodig:
oog, oor, hand, voet, enzovoorts.
Vele leden vormen samen één lichaam, bezield door één Geest.
Een menselijk lichaam is een schepping van God.
Ook de menselijke ziel is schepping van God.
God gaf de opdracht aan Adam en Eva:
Komt tot ontwikkeling.
Ontwikkel de aarde.
Ontwikkel jezelf:
kijk, zie, ontdek, leer, voel, ervaar, tast.
Dat heeft verschillende geloofsstijlen tot gevolg.
Dat hoort gewoon bij Gods schepping.
In de schepping uit Genesis 1 vind je een belangrijke basis onder de vrijmoedigheid, die je
nodig hebt om de verscheidenheid dankbaar te accepteren.
Ik zeg niet, dat dit gemakkelijk is.
Paulus schrijft, dat een lichaam kwetsbare lichaamsdelen heeft,
die bijzondere verzorging nodig hebben.
Dat ervaren wij in de praktijk van de gemeente met elkaar.
Laten we het concreet maken met twee voorbeelden.
Ik noemde aan het einde van punt 1 als dat er twee opvallende stijl-veranderingen zijn.
De éne verandering is die van veilig-systeem-stijl naar of-of-stijl.
De andere verandering is andersom.
Die beide veranderingen vallen op, doordat het om twee kwestbare stijlen gaat.
De veilig-systeem-stijl is kwetsbaar.
En de of-of-stijl is ook kwetsbaar.
Hoe kunnen we dan Gods oproep tot eenheid toepassen?
Laten we eerst proberen die kwetsbaarheid te begrijpen of aan te voelen.
Het veilig-systeem is kwetsbaar, doordat je in die stijl gebruik maakt van vaste patronen.
Laat de dingen blijven, zoals het altijd geweest is.
Vernieuwingen vind je niet zo prettig.
En als er iets vernieuwd wordt, ga het dan eerst uitleggen en aankondigen, zodat je niet
verrast wordt.
De of-of-stijl is ook kwetsbaar.
Want mensen die de of-of-stijl ontwikkelen stappen als het ware buiten de bescherming van
het veilige systeem, waarin zij tot nu toe opgegroeid zijn.
Ineens komen ze voor eigen keuzes te staan, waar ze nooit zo bewust voor gestaan hebben.
Dat voelt spannend.
Je gaat tasten, ontdekken, uitproberen.
Dat is kwetsbaar.
Het gevoel speelt een grote rol.
Dat maakt het nog kwetsbaarder.
Kwetsbaarheid van het veilig systeem herken je bijvoorbeeld zo:
- Door al die vernieuwingen heb ik het gevoel, dat mijn zekerheden afgepakt worden.
Kwetsbaarheid van de of-of-stijl herken je bijvoorbeeld hieraan:
- Waarom worden wordt er over mij geoordeeld, alsof het mij steeds om mijzelf gaat.
Hoe kunnen we nu liefdevol gehoorzamen aan wat God zegt:
1. Heel duidelijk maken, dat het veilige systeem waardevol is. Spreek daar positief over.
Spreek met waardering over de goede gereformeerde belijdenis, over kerkorde.
Erken de intense oprechtheid van het geloof van broeders en zusters die deze vorm benutten.
2. Heel duidelijk maken dat mensen ruimte krijgen voor experiment, spontaneïteit en
gevoel in het geloofsleven.
Spreek met waardering over alpha-cursus, over nieuwe liederen.
Erken de broeders en zusters die de of-of-keuze ontwikkelen als oprechte christenen.
Kortom: heb elkaar lief.
Dat is de kern: liefde.
Vanuit liefde groeit eenheid.
God vraagt liefde.
God geeft ook liefde.
God vraagt eenheid binnen onze onderlinge verscheidenheid.
God geeft ook eenheid:
eenheid in ons éne hoofd Christus,
eenheid door de Geest die ons alleen doorademt.
Ik eindig met een persoonlijk noot.
Ik heb de vrijgemaakte gereformeerde kerken van harte lief.
Mijn doelgroep tijdens het onderzoek naar vertrekkers uit de GKv uitte zeer veel kritiek.
Pijnlijk was het om in deze gesprekken zoveel kritiek op de kerken te moeten horen.
En toch waren het zonder uitzondering allemaal fijne gesprekken.
Want we ontmoetten elkaar in die gesprekken van hart tot hart.
Ik heb heel wat tranen gehuild en ook heel wat dankgebeden tot God opgezonden.
Geliefde broeders en zusters in de Here, ga veel met elkaar in gesprek.
Je hoeft het elkaar niet naar de zin te maken.
Maar juist bij mensen, die je tot nu toe niet hebt begrepen, kun je soms iets leren.
Je leert van de ontmoeting te genieten.
Oefen jezelf in onbevooroordeeld luisteren, en zonder oordeel spreken.
Gun elkaar een voorschot van vertrouwen.
Oefen jezelf in nederigheid. Neem tijd om elkaars taal en woordkeuze te begrijpen.
Zeg niet aan de ander: ik heb jou niet nodig.
Je hebt de ander nodig, om God in hem of haar liefheeft en een plaats geeft naast jou.
Prijs God.
Heb je medekerkleden van harte lief. Amen.
Hier volgt (zonder commentaar) een kleine selectie van citaten uit de interviews.
Gebruik het vrijmoedig voor gesprek n.a.v. bovenstaande preek.
Deze citaten kunnen pijnlijk scherp zijn.
Ze zijn ontleend aan mensen, die de stap genomen hebben om uit de GKv te gaan.
De namen zijn gefantaseerd.
De citaten zijn niet gestileerd, maar letterlijk opgeschreven zoals ze uitgesproken werden.
Uit een interview met vertrekkers naar GKN = Gereformeerde Kerken Nederland
Annemarie:
Willem:
Annemarie:
Dat vind ik ook in de GKv: Men durft niet meer zeggen, waarop het staat. Bang om
mensen pijn te doen. Samenwonen is niet goed. Of seks voor het huwelijk. Zeg dat
maar als predikant op de preekstoel. Wees maar duidelijk. Dat moet je durven.
Nu moet je niet denken dat alle predikanten in de GKv volgens ons te slap zijn.
Zeker niet, er zijn ook goede predikanten bij.
…
Willem:
Ja, als je in de kerkenraad zit, ga je je erin verdiepen. Je gaat erin spitten. Dan ga je
brieven schrijven.
Annemarie:
Hij is geen briefschrijver. Maar als hij behoorlijk boos is, komt er heel wat uit de
pen. Het beheerst heel zijn leven, hoor. Dat is niet normaal. Onder zijn werk was hij
er nog mee bezig.
Willem:
Ja, en er komt steeds meer bij, he. Hoe moet ik dat zeggen? Je loopt steeds tegen
dingen aan. Alles wordt in de kerk aangepast om de mensen bij elkaar te krijgen of te
houden. Maar dat gaat niet zo als het moet. Je moet eerst je richtlijn vaststellen en
daar moeten de mensen in mee gaan. De kerkelijke standpunten moet je laten staan.
Doe het niet zoals het nu gaat. De één doet dit en de ander doet dat. Vroeger als je
ergens in een andere plaats in een GKv kwam, wist je dat je in de GKv zat. Maar nu
kun je in allerlei dorpen of steden voor vreemde verrassingen komen. Dan denk je: Is
dit een GKv?
Uit een interview met vertrekkers naar CDW = Christengemeente de Wegwijzer
Interviewer:
Bart:
Wat maakte nu, dat jullie de overstap gemaakt hebben van GKv naar CDW?
Wat maakt voor mij dat ik de overstap gemaakt heb? Ik begin daar toch maar denk
ik. Ik was altijd een automatische-piloot-christen. Ik ben uit christelijke ouders
geboren. We gingen naar de kerk, ik ging naar vereniging en catechisatie. De dingen
doen die van je verwacht werden. Twee jaar geleden ben ik naar de alpha cursus
gegaan. Daar is me iets gebeurd. Iemand zei: je moet naar de alpha gaan. Gerry zei
dat. En een vriendin van haar. Dan ben je er eigenlijk op een heel bewuste manier
mee bezig.
…
Dat is voor mij: wat je verstandelijk beleefde is 40 centimeter gezakt. Vooral tijdens
het alpha-weekend. Achter camping de Oldemeyer, toen ik daar in de sloot tussen de
braamstruiken zat en zei: “God, hier ben ik.” Het was windstil. Maar ik heb het
toen drie keer voelen waaien. En anderen, die ook buiten zaten te bidden, voelden
ook zoiets. Dan gebeurt er wat met je. Ben je altijd automatische-piloot-christen
geweest, en dan doet God zoiets met je.
Gerry:
In de GKv kreeg je voortdurend te horen, dat je zondaar bent, dat je hel en
verdoemenis verdient, dat je uit jezelf niets bent. Ik voelde me daardoor constant in
een hoek getrapt. En als je dan in de kreukels lag, dan kreeg je eindelijk te horen:
Ja, maar Jezus is voor jou gestorven. PUNT { Dit woord punt spreekt zij met
bijzonder markante nadruk uit. Vandaar dat ik het met hoofdletters schrijf.}
Bij de CDW wordt heel anders daarover gepreekt. Dan krijg je te horen: Jij bent
kind van God. Je identiteit is dat je kind bent van God. Onze zonden zijn vergeven.
Alles is al klaar gemaakt door Jezus. Dat is onze status. Zo horen we dat nu in de
christengemeente.
De volgende citaten komen van vertrekkers naar allerlei kerkelijke richtingen. In deze selectie van
uitspraken proef je iets van de heftigheid in de communicatie rond de verschillende geloofsstijlen.
Bert:
De laatste jaren kan ik pas wat meer inzien van sommige waarden, waarom die goed
zijn. Dat heb ik zelf opnieuw moeten ontdekken.
Klaas:
… dat mensen die vormen goed vinden. Structuur. Zoveel keer moet je zingen. En een
orgel is wel netjes, maar een ander muziekinstrument mag niet. En dan heb je nog
classis en synode en dit en dat. Dat alles bij elkaar geeft een zwaar gevoel. Het ligt
als een deken over de gemeente heen. Die regels beperken van alles.
Bert:
Mijn ouders waren van:’ zo hoort het.’ Maar dat gaf geen antwoord op mijn vragen.
Dirk:
Daarbij komt, dat mijn persoonlijke relatie met God er helemaal niet was. Ik heb
heel veel redenen hoor, voor de overstap naar CDW.
Theresia:
Ik heb daar (in CDW) voor het eerst tijdens het zingen mijn handen een beetje in de
lucht gedaan. Want ik vond dat ik dat moest. Ik wilde proberen daaraan te wennen.
Je leert daar dat dat mag. Wat je zingt, moet je ook doen. Als je zingt “knielen” moet
je ook knielen. Als je gaat zingen: “Handen omhoog” of “klappen” dan moet je dat
ook doen. Je moet buigen als je zingt over buigen. Dat is eigenlijk heel
vanzelfsprekend. Als je bij voetbal zit te kijken, blijf je ook niet in elkaar gedoken
zitten. Je juicht mee. Je bent enthousiast. Zo moet het in de kerk ook zijn. Je
lichaamstaal, je gebaren passen bij je hart. Je spreekt uit je hart.
Gerard:
En, ja, achteraf mijn moeder zei: die verrekte alfa-cursus, daar is de ellende mee
begonnen.
Gerry:
We hadden allebei al onze Bijbel in de hand om uit de kerkzaal weg te lopen tijdens
die preek. Ik ben eruit gelopen, en het lukte mijn man maar net om toch te blijven
zitten. Want in die preek werden evangelische mensen echt heel veroordelend
weggezet. Die preek was echt heel veroordelend.
Driekus:
Eindeloze discussies om niks. Discussies over verschillende manieren om het
avondmaal te vieren, over een jeugdouderling, over hoe vaak je avondmaal viert en
of je avondmaal gaat vieren op Goede Vrijdag en over het gebruik van kleine
bekertjes bij de Mexicaanse griep. Hoe bedenken ze dat allemaal? Heel die groep
jongeren tussen de 30 en 45 – dat is echt een groep - die wil vernieuwen. Nu hebben
ze een voorstel gelanceerd over het avondmaal. We gaan twee keer een zittende
viering doen, en twee keer lopend en twee keer een Schotse viering. Ik weet van
tevoren hoe dat afloopt. De kerkenraad vindt natuurlijk dat ze de jongeren tegemoet
moet komen. Daar kan niets goeds van komen. Dat klopt niet.
Joost:
Maar niet met de vuist op tafel slaan. Dan heb ik zo iets van: daaaaag. Daar komen
ze aan met een boekje. Ja, het zal wel. … Als ik geen antwoord krijg op de vraag
bijvoorbeeld: “Waarom gaan we twee keer naar de kerk op zondag?” Ze schieten in
de verdediging. Ze praten allemaal vanuit angst.
Einde citaten