PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/85980 Please be advised that this information was generated on 2015-01-28 and may be subject to change. 1 O u d h ei d voorbeelden zien, interessant materiaal voor diverse n Herfsttij der middeleeuwen evoceert Johan Huizinga vormen van cultuur- en literair-historisch onderzoek de impact die kon uitgaan van een goede prediking: ‘wij (en daarmee zijn we op het terrein waar ook Huizinga kunnen de schokken, die zij daarmee [de predikatie, JO] zich begaf ). De enorme omvang van het bewaarde corpus teweegbrachten [...] alleen bevroeden uit het altijd weer gelijksoortige verhaal, hoe stad met stad streed om de toe- zorgt er ongetwijfeld voor dat onderzoekers er lang mee zegging van een preekbeurt, hoe magistraat en volk de pre- voort kunnen. Het meest veelbelovende artikel vanuit dat bredere dikers inhaalden met een staatsie, zoals men ze een vorst onderzoeksperspectief is ‘Uit het geheugen?’ van Patricia gaf, hoe de prediker soms moest ophouden om het luid Stoop, omdat zicht biedt op een geween der schare.’ De middelheel onderzoeksterrein dat de eeuwse preek was niet alleen ondirecte betekenis van het prederricht en belering, het was ook kenonderzoek overstijgt. Stoop spektakel en daardoor een uidoet onderzoek naar het geterst effectief middel in de combruik van de bijbel in de biechtmunicatie tussen kerk en volk. vaderpreken van Jan Storm, Maar wie middeleeuwse preken die overleed in 1488. Storm leest, vraagt zich vaak af (en was biechtvader in het klooster Huizinga deed dat ook al) waar Jericho te Brussel en verzorgde dat spektakel te vinden is. En Thom Mertens, Patricia Stoop en daar regelmatig de prediking. wie de schaarse preken van Jan Christoph Burger eds., De De overlevering van zijn preken Brugman leest, begrijpt eigenlijk Middelnederlandse preek (Verloren; is groot en op een boeiende maniet waar zijn spreekwoordeHilversum 2009) 320 p., ill., €19,nier gevarieerd: in twee handlijke eloquentie op gebaseerd is. ISBN 9789087040581 schriften staan de preken, opDuidelijk is in elk geval dat er een getekend door twee zusters, en groot verschil moet bestaan tussen bewaarde preekteksten en het performatieve spektakel voorzien van uitvoerige prologen. Janne Colijns, die 44 van de toenmalige prediking. En terwijl die prediking zich preken noteerde, schrijft dat ze Storms preken opschreef goeddeels onttrekt aan de mogelijkheid tot bestudering aan de hand van zijn persoonlijke aantekeningen die zij door gebrek aan bronnen, zijn er teksten in overvloed. Het heeft uitgewerkt. Maria van Pee daarentegen meldt exrecent gepubliceerde Repetorium van Middelnederlandse pliciet dat ze de preken uit het geheugen heeft genoteerd. Eén van de vragen die Stoop aan de orde stelt is: moepreken in handschriften bevat honderden teksten (delen ten we deze informatie uit de prologen serieus nemen en 1-3, samengesteld door M. Sherwoord-Smith en P. Stoop, Leuven 2003; delen 4-7 door D. Ermens en W. van Dijk, waaraan is dit te zien? Vergelijking toont dat er inderdaad opvallende verschillen zijn tussen de preken die door resLeuven 2007). De Middelnederlandse preek is een onlangs verschenen pectievelijk Jan Storm, Janne Colijns en Maria van Pee bundel over de preek in het Middelnederlands met zes zijn opgeschreven. Het zijn verschillen die correspondebijdragen van erkende specialisten op dit terrein, van wie ren met wat er in de prologen is aangekondigd. Boeiend de meesten betrokken waren bij de onlangs afgesloten in- is daarbij om te zien op welke manier de vervorming door ventarisering. Het bevat een algemeen inleidend artikel het memoriseren neerslag vindt in de preken die door van Thom Mertens dat op een even heldere als uitvoerige Maria van Pee zijn opgetekend. Stoop beschrijft een onwijze de preek als tekstgenre voorstelt, duidelijk maakt derzoeksterrein dat voortbouwt op haar gedegen en fashoe de prediking als handeling en de preek als tekst van cinerende promotieonderzoek, Schrijven in commissie, dat elkaar onderscheiden moeten worden, hoe preken zijn binnenkort als handelseditie verschijnt. Bovendien biedt opgebouwd, door wie ze werden geschreven en wat hun het boeiende perspectieven voor vragen naar auteurschap functie was. Mertens geeft een kort overzicht van de ge- en de werking van het geheugen. De andere bijdragen in de bundel lijken toch vooral schiedenis van het genre en besluit zijn bijdrage met drie voer voor specialisten, en dat blijkt niet alleen uit de keuvoorbeelden van verschillende preektypen. Als bijlage is ze voor het onderwerp – de genadeleer in de ‘preek over ‘Een klein glossarium van de preek ’ toegevoegd. Mertens’ de gulden berg’, de hofmoraliteit in de preken van Willem ‘voorbarige synthese’, zoals de ondertitel van zijn bijdrage vermeldt, toont dat het onderzoek naar preken in betrek- de biechtvader, het werk van Johan Scutken en een boeikelijk korte tijd enorm is uitgebreid en ook internationaal end artikel over een ‘predicatieliturgie’ – maar in enkele volop in de belangstelling staat. En het stuk toont vooral stukken ook wel uit het veelvuldig gebruik van vakjargon ook dat preken lang niet alleen de moeite waard zijn voor (dat niet in alle gevallen toegelicht wordt in het eerder wie belang stelt in aspecten van de religieuze geschiede- genoemde glossarium). Bovendien blijven het op zichzelf staande stukken waarin zelfs een aantal voor de hand lignis. Ze leveren, laat hij aan de hand van verschillende I Middeleeuwen Preken in de middeleeuwen 283 O u d h ei d gende onderlinge verwijzingen niet zijn aangebracht. Zo spreekt G.C. Zieleman over een ‘reeks evangeliën door het jaar met hun glossen’ (p.11) die in de daaraan voorafgaande bijdrage van Maria Sherwood-Smith besproken wordt onder de inmiddels vaak gebezigde titel Een nuttelijc boec den kerstenen menschen. De Middelnederlandse preek is door dit alles even nuttig als hybride. In elk geval biedt het in enkele bijdragen een mooi overzicht van het genre van de middeleeuwse preek en van belangrijke onderzoeksthema’s. Bovendien geeft het via de uitvoerige bibliografie verwijzingen naar verdere literatuur terwijl het register toegang tot dit alles vergemakkelijkt. Maar onduidelijk is voor welk publiek dit nu bedoeld is, en de verwachting die bij mij gewekt werd door het openingsartikel van Mertens, wordt toch niet helemaal ingelost. Zijn ‘voorbarige synthese’ mag wat mij betreft, met gebruikmaking van al deze specialistische kennis, snel worden uitgewerkt tot een veel uitvoeriger synthese, en Mertens lijkt me daartoe heel goed in staat. Johan Oosterman Radboud Universiteit Nijmegen
© Copyright 2024 ExpyDoc