Download hier het document - VNO

Investeringsvisie
VNO-NCW Noord
April 2014
Investeringsvisie
INHOUDSOPGAVE
1.
Aanleiding
2.
Samenvatting
3.
Model
4.
Investeringsvisie
a.
Gezondheid(szorg)
b.
Water
c.
Agro/food
d.
Energie
5.
Bijlages
1
Investeringsvisie
1) Aanleiding
In 2012 constateerden we dat Nederland voor de grote uitdaging staat om te
ontwikkelen naar een toekomstbestendige en duurzame economie. Dat wierp de
vraag op hoe VNO-NCW Noord haar visie op deze veranderende economische
toekomst moest vormgeven. We schreven een Economisch Manifest met daarin
een analyse van de economische omgeving. Doel van dit manifest was dat het
als basis zou dienen voor een brede dialoog met de leden van VNO-NCW Noord.
Begin 2013 is het Economisch Manifest aan alle leden van VNO-NCW Noord aangeboden.
Vele honderden leden gaven gehoor aan onze uitnodiging in gesprek te gaan over de
economische toekomst van Noord-Nederland. Van de bijeenkomsten die we hebben
georganiseerd zijn verslagen gemaakt en uit deze verslaglegging kwam het volgende
naar voren.
De leden van VNO-NCW Noord constateerden dat Noord-Nederland beschikt over een
aanzienlijke groeipotentie. De inschatting was echter dat het niet vanzelfsprekend is dat
deze potentie ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Onze leden bleken ervan overtuigd
dat veel inspanningen nodig zijn om op het huidige niveau van economische orde en
welvaart te blijven en dat nog meer inspanningen nodig zijn om de potentie van de
noordelijke regio waar te maken.
Grootste potentie
De leden kwamen tot de conclusie dat toekomstige investeringen in Noord-Nederland in
belangrijke mate zouden moeten neerslaan in de domeinen waarin voor Noord-Nederland
de grootste potentie zit en die vanuit economische significantie, cultuur, historie en
identiteit worden herkend. In dit kader werden met overmacht genoemd de domeinen:
-
Gezondheidszorg
Water
Agro & Food
Energie
Een belangrijke noot die werd toegevoegd was de opmerking dat inspanningen en
investering zouden moeten neerslaan in de maakindustrie zodat maximaal tot valorisatie
van innovaties en ontwikkeling zou kunnen worden gekomen.
De leden vroegen het publieke bestuur van Noord-Nederland om te komen tot een
krachtige en gezamenlijke economische visie die recht doet aan de kansen voor de
Noordelijke regio en de regio’s daarbinnen en die wordt gedragen door overheid,
bedrijfsleven en kennisinstellingen. Om dit verzoek kracht bij te zetten heeft VNO-NCW
Noord in 2013 met veel inzet invloed uitgeoefend op de ontwikkeling van de economische
kaders waarbinnen een gezamenlijke economische koers tot z’n recht moet komen. Het
resultaat van deze inspanningen is dat in de economische plannen Wurkje foar Fryslân,
de Noordervisie en RIS3 dezelfde hoofdlijnen zijn gekozen. Ook binnen de
uitvoeringsagenda’s die bij deze economische notities horen is de inzet van VNO-NCW
Noord robuust en gericht op samenhang.
De leden van VNO-NCW Noord vroegen de organisatie VNO-NCW Noord ook een eigen
investeringsvisie te ontwikkelen. Dit moest een investeringsvisie zijn voor het Noorden
vanuit een neutraal perspectief opgesteld. Een visie op basis van heldere, begrijpelijke en
onpartijdige motieven.
2
Investeringsvisie
Met deze visie zou VNO-NCW Noord focus kunnen aanbrengen in het debat en via de
lobby voortdurend adresseren waar de belangen van bedrijfsleven, kennisinstellingen en
overheid elkaar raken.
Concreet hier en nu
Voor u ligt de investeringsvisie van VNO-NCW Noord. Wij hebben deze visie opgesteld
langs de genoemde hoofddomeinen die naar voren zijn gekomen uit de bijeenkomsten
van begin 2013 (gezondheidszorg, water, agro & food en energie).
Om de mondiale, nationale en regionale ontwikkelingen op de vier hoofddomeinen goed
te kunnen inschatten zijn van eind 2013 tot begin 2014 expertmeetings georganiseerd.
Voor deze ontmoetingen zijn experts geconsulteerd uit de genoemde domeinen.
De inbreng die zij hebben gegeven hebben wij gecategoriseerd langs de lijnen:
Content
Wat zijn maatschappelijke vraagstukken in de sector en waar liggen kansen voor NoordNederland?
Enabling
Welke faciliteiten en randvoorwaarden zijn nodig om kansen te verzilveren? (Fysieke,
digitale en kennisinfrastructuur)
Marketing/Sales
Hoe worden doelgroepen bereikt met de content?
Omdat binnen ieder domein een veelheid en diversiteit aan activiteiten bestaat, hebben
wij keuzes gemaakt en focus aangebracht. We hebben vervolgens belangrijke
economische principes als robuustheid, massa en langjarige focus genomen en gekeken
langs welke investeringsroutes de grootste impact voor Noord-Nederland te verwerven is.
Maakindustrie
Deze economische impact hebben wij geprobeerd te relateren aan de rol van de
maakindustrie in Noord-Nederland. Dat betekent derhalve dat de keuze voor de vier
hoofddomeinen in deze investeringsvisie niet een uitputtende keuze of lijst is. Het zijn
herkenbare domeinen die de structuur van Noord-Nederland kunnen helpen versterken.
Naast de gekozen domeinen bevindt zich een grote hoeveelheid economische activiteit
die onmisbaar is voor het hele economische palet van Noord-Nederland. Centraal staat
daarin de maakindustrie als dragende economische pijler.
Om de maakindustrie in de breedte nieuw elan, toekomst en dynamiek te geven
(industriële revolutie 4.0), zijn belangrijke robuuste clusters van ondersteunende
technologie nodig. De zogenoemde enabling technologies. Te denken valt aan High Tech
Systems and Materials, Sensoren etc.
De ontwikkelingen in deze omgevingen zijn van groot belang voor zowel het grootbedrijf
als het MKB, binnen en buiten de hoofddomeinen van deze Investeringsvisie. Vanwege
dit zwaarwegende belang zullen wij de ontwikkeling van deze clusters stimuleren en
helpen stuwen vanuit de generieke lobbypraktijk. Daarbij te allen tijde de verbinding de
verbinding zoekend met de eigen investeringsvisie en met de innovatie- en
stimuleringsprogramma’s van andere partijen in Noord-Nederland.
3
Investeringsvisie
2) Samenvatting
Op de domeinen energie, water, agro/food en gezondheidszorg hebben wij
belangrijke economische uitdagingen in beeld gebracht. Deze uitdagingen zijn
door de leden van VNO-NCW Noord aangedragen. Onze analyse heeft betrekking
op de vraag welke ontwikkelingen in de economische domeinen dominant zijn
en daarom om focus vragen.
Gezondheidszorg: ‘Focus op gedrag’
Voor gezondheidszorg is duidelijk geworden dat we in de toekomst
niet meer zozeer met ziekte en genezing bezig zijn, maar vooral op
gezondheid en het daarvoor noodzakelijke gedrag gericht zijn. Dat
maakt dat projecten die gericht zijn op gedrag en wijziging van
gedrag de toekomst bepalen. Dit gedrag zal grotendeels in de
thuissituatie plaatshebben. Binnen de zorgwereld is ten aanzien
van dit gedrag de grote uitdaging mensen gezond oud te laten
worden. Voor jongere generaties is het voorkomen van obesitas en
daarmee het voorkomen van een ‘diabetes epidemie’ het prioritaire thema.
Noord-Nederland heeft alle kans leidend te worden in de kennisontwikkeling rond het
beïnvloeden van gedrag dat gericht is op bovenstaande uitdagingen. Dit komt omdat wij
reeds pilotregio voor het project Healthy Ageing zijn. Een project dat als Europese drager
wordt herkend en erkend. Healthy Ageing is als project veel meer dan een
gezondheidszorgproject. Het is een project dat naast zorg en medische wetenschap ook
vooral gericht is op voeding, leefstijl, preventie, e-health enzovoort. Daarmee biedt dit
project de mogelijkheid op te waarderen naar de uitdagingen rond obesitas.
In de vermarkting betekent dit dat we Noord-Nederland kunnen positioneren als
voorbeeldregio, een laboratorium waar alle kennis rond life sciences is ingebed.
Water: ‘Multidisciplinaire watertechnologie’
Op het gebied van water is de focus binnen Noord-Nederland
gericht op watertechnologie. Watertechnologie is multidisciplinair
en geeft veel kansen voor de maakindustrie en daarmee voor
export. Vooral de kennis en producten op het gebied van
watertechnologie in combinatie met hoogwaardige systeem- en
sensorenkennis zijn een gewild en erkend exportproduct. De
waardetoevoeging voor bedrijven in de waterketen zit dan ook
uitsluitend in innovatie en de toepassing daarvan in de
hoogwaardige maakindustrie. Export van kennis alleen leidt tot een verlaging van de
toegevoegde waarde.
Noord-Nederland heeft groot belang bij het duurzaam verankeren van de
wateractiviteiten in het Noorden. Watertechnologie is een mondiaal speelveld en niet
gebonden aan Noord-Nederland. Inzetten op uitbreiding van de bestaande structuur is
daarom noodzakelijk. Europese relevantie is het minimale schaalniveau. Leeuwarden
moet daarin nadrukkelijk als Europees Centre of Excellence worden gepositioneerd.
Eveneens is behoefte aan meer toegepast onderzoek. Er ligt een uitdaging om
bedrijfsleven en onderwijs meer met elkaar te verbinden. Ook door ondernemers te
verbinden aan jonge waterexperts kan massa worden gemaakt als het gaat om
valorisatie van kennis. Daarmee kan ook meer massa worden gerealiseerd op het gebied
van export. Ook de overheid heeft een rol om meer activiteit te genereren in de sector.
Door op te treden als launching customer en te investeren in projecten kan de
strategische positie van de watersector worden versterkt.
4
Investeringsvisie
Agro/Food: ‘dairy chain en growing chain’
Voor het agro/food domein is duidelijk dat er twee ketens bestaan
die in Noord-Nederland sterk vertegenwoordigd zijn. Het betreft de
dairy chain (zuivel) en de growing chain (aardappelen, suiker en
tarwe). In de toekomst zullen de voedselproductie en distributie
blijven groeien. De afzet van producten is dan ook internationaal.
De export van deze sectoren zeer groot. Daarmee voorziet het
agro/food domein in een hoge toegevoegde waarde voor de NoordNederlandse economie.
De groei in deze beide ketens is dan ook autonoom. In Friesland zien we grote
investeringen in de zuivelketen en in de aanverwante machine-industrie. Bovendien is
deze keten zeer vergevorderd met het valoriseren van restromen uit de
verwerkingsprocessen (wei). De grote uitdaging is de vraag hoe de zuivelwereld de vraag
naar gekwalificeerd personeel kan blijven invullen. Met het nieuwe elan voor de zuivel
sector wordt in 2014 versneld het innovatieprogramma dairy campus geïntroduceerd. Dat
neemt de grote uitdaging van het opleiden van jonge mensen voor de zuivelindustrie niet
weg maar draagt bij aan hernieuwde focus op deze sector.
De growing chain is zeer succesvol op het terrein van de ontwikkeling en verwerking van
aardappelen. Specifiek op het terrein van de genetica van pootaardappelen excelleert
Noord-Nederland. Ook de suikerindustrie is vergaand ontwikkeld als het gaat om
innovatie en valoratie van reststromen. In Noord-Nederland bevindt zich een fabriek van
de Suikerunie waar suiker wordt geproduceerd. De kenniscentra op het gebied van suiker
bevinden zich elders in Nederland.
Vooral op het gebied van tarwe lijkt er ruimte voor ontwikkeling van innovaties. Met een
internationale inkoopmarkt en een vooral binnenlandse afzetmarkt is het noodzakelijk
kennis op te bouwen over rassen, zodat met deze kennis toegevoegde waarde kan
worden gegenereerd en vervolgens ook export van deze kennis mogelijk wordt. Het
valoriseren van reststromen staat nog in de kinderschoenen, maar kan interessante
mogelijkheden bieden. Vooral als de granensector kan leren van de aardappelsector.
Het Noorden kan en moet stevig worden gepositioneerd als de producent, innovatieregio,
kennisregio en mondiale speler van alles op het terrein van agro/food. Inclusief de
machine- /staal- en bouwindustrie die gespecialiseerd zijn in toepassingen in de
voedingsmiddelenindustrie. Dit past bij de massa van dit domein in Noord-Nederland, het
past bij de cultuurhistorie en kan als voorbeeld van export voor andere sectoren dienen.
Energie: ‘Rendement en samenhang’
Op de korte en middellange termijn zal de zowel de energievraag
als het energieaanbod gebaseerd zijn op de aanwezigheid van
aardgas. De meeste huishoudens gebruiken aardgas voor
verwarming en de warmtevraag vanuit met name de industrie zal
vooral moeten worden ingevuld middels de verbranding van fossiele
brandstoffen. Biomassa of biogas spelen een ondergeschikte rol.
Voorlopig zal grootschalige en centrale elektriciteitsopwekking noodzakelijk blijven.
Naarmate de tijd vordert zullen consumenten en kleine verbruikers steeds meer eigen
opwekking realiseren, middels zonnepanelen, windmolens en biovergisting. Omdat
aardgas nog een tijd nodig zal blijken te zijn om de totale energievraag in Nederland te
helpen invullen, is het van belang het rendement van de gaswinning verder te vergroten,
met daarbij als belangrijke randvoorwaarde dat het draagvlak voor de gaswinning
5
Investeringsvisie
behouden blijft. Mogelijk zijn andere fossiele brandstoffen tijdens het transitiepad
eveneens nodig en dat werpt een nieuw licht op het belang van CO2-opslag.
Buiten de gassector kent de energiesector weinig samenhang. We zien dat er een
omvangrijke hoeveelheid elektriciteit wordt opgewekt en aanlandt in de Eemshaven.
Ook liggen er grote kansen op het kruisvlak van gassector en elektriciteitsproductie,
namelijk het omzetten van (goedkope) elektriciteit in andere vormen van energie
(waterstof, gas, of compressed air).
Hoe verder?
Voor VNO-NCW Noord is de uitdaging hoe we de komende jaren de uitdagingen die
voortvloeien uit de inzichten die we met deze investeringsvisie hebben verworven
omzetten in de lobby en in het netwerk. Daarnaast is er de uitdaging van het in gesprek
blijven met de vier benoemde hoofddomeinen. Welke faciliteiten heeft het netwerk nodig
om zinvol met elkaar in gesprek te blijven en vanuit dit gesprek tot komen tot concrete
vormen van uitvoering (samenwerking, projecten, allianties, etc.)? De deelnemers aan
de expertmeetings hebben in alle groepen aan VNO-NCW Noord verzocht inzet te leveren
en op regelmatige basis het overleg voor de vier domeinen te organiseren.
Het bureau van VNO-NCW Noord onderzoekt hoe dit het beste zou kunnen.
Naast deze opgaaf is duidelijk geworden dat met betrekking tot economische impact van
de vier hoofddomeinen in Noord-Nederland behoefte is aan meer facts en figures. Om
deze gegevens te categoriseren en per domein nog scherper te krijgen welke opdrachten
we wel en niet kunnen invullen wordt gedacht aan de inzet van een student RUG of een
groepje excellent studenten (Hanzehogeschool). In de loop van 2014 wordt duidelijk
welke vorm we hieraan willen geven.
6
Investeringsvisie
3) Model
Toelichting
- Links ziet u de vier pijlers Energie, Water, Agro/Food en Gezondheidszorg;
- In Proces I het belang om investeringen neer te laten slaan in de maakindustrie en
gebruik te maken van Enabling Technologies en de rol van sensortechnologie;
- Proces II geeft de kern weer: de content (wat zijn maatschappelijke vraagstukken in de
sector en waar liggen kansen voor Noord-Nederland?), enabling (welke faciliteiten en
randvoorwaarden zijn nodig om kansen te verzilveren?) en Marketing/Sales (Hoe
worden doelgroepen bereikt met de content?;
- Recht ziet u tenslotte de uitkomst, die gecommuniceerd moet worden richting
gemeenten, provincies, Den Haag, ondernemend Noord-Nederland,
onderwijs- en kennis instellingen en media.
7
Investeringsvisie
4) Investeringsvisie
GEZONDHEIDSZORG
Content
Wat zijn maatschappelijke vraagstukken in de zorgsector en waar liggen kansen
voor Noord-Nederland?
Uit de expertmeetings is duidelijk geworden dat in de zorg een ontwikkeling gaande is
waarbij het uitgangspunt ‘ziekte en genezing’ opschuift naar ‘gezondheid en gedrag’.
Daarbij is het individu niet langer afhankelijk maar zelf verantwoordelijk. Door deze eigen
verantwoordelijkheid zal het automatisch recht hebben op alle vormen van zorg
wegvallen. In de toekomst zullen mensen tot 95-jarige leeftijd thuis wonen en derhalve
zorg meer zelf organiseren. Maatschappelijke kosten zullen worden afgezet tegen de
quality of life. Een belangrijke randvoorwaarde bij de vraag of zorg kan worden verleend,
is de beschikbaarheid van dan wel het gebrek aan personeel.
Kenmerkend voor de wijze waarop de zorg is georganiseerd is dat de zorgwereld primair
niet klantgericht is. Daarnaast heeft de zorg voldoende verdieneffecten en capaciteit om
economisch significante effecten te genereren, maar deze worden genegeerd als het gaat
om investeringen in de zorg. Dat betekent dat traditionele partijen in de zorg
onvoldoende geprikkeld worden tot transitie, innovatie, samenwerking etc. De
verwachting is dat commerciële partijen in de zorg als aanjagende partij nodig zullen zijn
om het zorglandschap werkelijk te veranderen.
Noord-Nederland kent een hoog bestuurlijk niveau op het terrein van de
zorgverzekeraars en valt op als pilotregio voor Healthy Ageing. Ook rond Active Ageing
loopt er een omvangrijke pilot. Op het terrein van life sciences zien we veel kleine
bedrijven in niches, maar weinig grote bedrijven. Er ligt een uitdaging als het gaat om de
creatie van meer massa.
In Noord-Nederland zien we in de toekomst druk op voorzieningen ontstaan. De kosten
van zorg stijgen echter. Belangrijkste toekomstige oorzaken van stijgende zorgkosten
zullen zijn vergrijzing, obesitas (met diabetes als gevolg) en investeringen in nieuwe
ontwikkelingen. Ook het aantal patiënten met Alzheimer, COPD en hart- en vaatziekten
zal naar verwachting toenemen. In relatie tot de verschuiving van focus op de genezing
van ziektes naar het beïnvloeden van gedrag waardoor we gezonder blijven, liggen hier
grote uitdagingen voor Noord-Nederland. Preventie wordt over het algemeen beschouwd
als de toekomst van de gezondheidszorg. Focusgebieden zijn derhalve:
- Voorbeeldregio Healthy Ageing
- Preventie van obesitas en verwante ziekten
Voorbeeldregio Healthy Ageing
Er lopen twee grote projecten die als Europese drager worden herkend en erkend:
Healthy Ageing en Active Ageing. Beide projecten zijn gericht op het gezond ouder
worden. Healthy Ageing vertegenwoordigt in dat verband veel meer dan alleen de
8
Investeringsvisie
gezondheidszorg. Onderdeel van Healthy Ageing zijn voedsel, leefstijl, zorg, genezing
etc. Door Noord-Nederland te positioneren als voorbeeldregio wordt dit landsdeel een
laboratorium met grote aandacht voor life sciences en kan worden ingezet op zorg als
regionaal exportproduct.
Preventie in relatie tot obesitas en verwante ziekten
Voor het Noorden is het daarnaast van groot belang dat we specialist worden op de
allergrootste uitdaging op het terrein van gezondheidszorg in de toekomst: obesitas en
verwante ziekten zoals diabetes. Oud worden begint met jong zijn. Jong zijn wordt
bedreigd door grootschalige obesitas, met diabetes, COPD en hart- en vaatziekten als
gevolg. Het tegengaan van deze ontwikkeling zal voornamelijk door middel van preventie
moeten gebeuren. Healthy Ageing begint daarom op de basisschool.
Enabling
Welke faciliteiten en randvoorwaarden zijn nodig om kansen te verzilveren?
1. Goede infrastructuur op het gebied van life sciences, zodat ook grotere bedrijven op
dit gebied worden aangetrokken tot Noord-Nederland (link met marketing & sales).
2. Investeringen in de (verdere) ontwikkeling van kennis en netwerken, zoals het
ontwikkelen van gezamenlijke projecten van onderwijs en bedrijfsleven op het gebied
van preventie, het stimuleren van spin-off van belangrijke studies, het clusteren van
kleine bedrijven tot meer massa en het creëren van een massieve verbinding tussen
de zorgsector en de (voedingsmiddelen-) industrie.
3. Investeringen in E-Health (glasvezelnetwerk).
Marketing & Sales
Hoe worden doelgroepen bereikt met de content?
1. In beeld brengen van de activiteiten en projecten onder Healthy Ageing:
cijfers van investeringen, banen, research volumes, omvang van lange termijn
studies, specifieke leerstoelen, lokale initiatieven (bijv. gemeenten bieden alle
inwoners ouder dan 60 jaar gratis sportlessen aan), spin-off van bedrijven etc.
2. De ontwikkeling van een integrale noordelijke marketingpropositie op het
gebied van de laboratoriumgedachte, waarbij zorg benaderd wordt als
exportproduct. Aandacht voor ruimte, voeding, woonomgeving, rust, etc.:
Noord-Nederland is als regio expert op het terrein van gezond ouder worden
en heeft antwoorden op alle vragen rond voeding, overgewicht, wonen, ehealth, leefstijl, ziekte etc. in relatie tot oud worden. Het Noorden is
bovendien de regio waar de klant centraal staat binnen het zorglandschap.
3. Inzetten op de Obesitas Lifelines van het UMCG als item van strategische
investeringen.
4. Inzetten op het aantrekken van grote bedrijven op life science gebied.
5. Het beleggen van projecten via publiek-private samenwerking zodat zorg
niet uitsluitend als kostenpost, maar als verdienmodel wordt gezien. De
samenwerking met bedrijven kan het proces in de zorg doelmatiger en
efficiënter maken. Dan is er meer bereidheid tot investeringen en wordt er
meer werkgelegenheid gegenereerd.
6. Betrek werkgevers bij het sturen van gedrag op de werkvloer dat van
invloed is op gezondheid.
9
Investeringsvisie
Namen en rugnummers
Welke partijen kunnen mogelijk een rol spelen in het domein Gezondheidszorg?
-
Universitair Medisch Centrum Groningen;
Rijksuniversiteit Groningen;
Menzis;
De Friesland Zorgverzekeraar;
Patiëntenverenigingen;
Bedrijfsleven VNO-NCW Noord/MKB Noord;
Zorgorganisaties;
Zorginnovatieforum;
Healthy Ageing Network;
Voedingsmiddelenindustrie;
Onderwijs.
Schematische weergave voor Domein Zorg
10
Investeringsvisie
WATER
Content
Wat zijn maatschappelijke vraagstukken in de watersector en waar liggen de
kansen voor Noord-Nederland?
Uit de expertmeetings is duidelijk geworden dat water een containerbegrip is. Ten
aanzien van water kan worden onderscheiden tussen waterkwaliteit, de maritieme sector,
delta, recreatie.
Noord-Nederland richt zich duidelijk op waterkwaliteit (watertechnologie). In het
bijzonder in Leeuwarden is veel geïnvesteerd in watertechnologie door clusters als de
Water Alliance, Wetsus en het Centre of Expertise Water Technology in te richten. Dit
begint zijn vruchten af te werpen: de concentratie rond watertechnologie in Leeuwarden
is uniek in Nederland. Van belang is om deze trend door te zetten en te streven naar een
kennisgebied met Europese relevantie: “Watertechnologie = Noord-Nederland”. De
clustering in Leeuwarden biedt veel kansen voor verdere uitbreiding. Watertechnologie is
cruciaal voor de industrie en levert een fysiek te exporteren product op. Dat is nodig,
want export van alleen kennis leidt tot een verlaging van de toegevoegde waarde. Het
focusgebied ten aanzien van water is derhalve:
- Watertechnologie
Binnen watertechnologie / waterkwaliteit wordt onderscheiden tussen drinkwater,
afvalwater en proceswater (industriewater). Ontwikkelaars in deze keten zijn
kennisorganisaties, bedrijfsleven en de overheid. Drinkwaterbedrijven, de industrie en de
waterschappen vormen eindgebruikers.
Om de kansen van watertechnologie optimaal te benutten, is het allereerst van groot
belang dat watertechnologische bedrijven duurzaam in het Noorden gevestigd blijven.
Het speelveld van watertechnologie is mondiaal en in beginsel niet aan het Noorden, of
aan Nederland, gebonden. De focus bij de bestaande bedrijven ligt bij de bedrijfsvoering,
wordt door kosten gedreven. De waardetoevoeging voor bedrijven in de watertechnologie
zit in unieke kennis/innovatie en de connectie met hoogwaardige maakindustrie. Het
succes in watertechnologie zit veelal in niches.
Eindgebruikers hebben in toenemende mate vragen over waterkwaliteit. Het bedrijfsleven
zoekt daardoor naar toegepast onderzoek. Er ligt een kans / uitdaging om het onderwijs
(HBO / MBO) meer te betrekken bij watertechnologische vraagstukken, bijvoorbeeld via
de clusterorganisaties.
De omgeving wordt meer van belang, maar vormt nog niet het uitgangspunt. Het risico
bestaat daarom dat succesvolle bedrijven snel worden verkocht en verdwijnen naar het
buitenland of de Randstad, waarmee de kennis en werkgelegenheid uit (Noord-)
Nederland verdwijnt. Een belangrijke uitdaging voor Noord-Nederland is daarom het
verankeren en uitbreiden van de bedrijvigheid en kennis rond watertechnologie in het
Noorden.
11
Investeringsvisie
Gezien het mondiale speelveld rond watertechnologie is het daarnaast van groot belang
om als Noord-Nederland meer (fysieke) export te genereren. De Nederlandse markt
alleen is klein en vaak al verzadigd. Het uitbreiden van export is derhalve een belangrijke
opgave.
Enabling
Welke faciliteiten en randvoorwaarden zijn nodig om kansen te verzilveren?
1. Ontwikkelen van kennis(netwerken):
- Uitbreiden en verstevigen van bestaande clusters
- Versterken van strategisch overleg voor (verschillende) waterdomein(en)
- Koppelen van bedrijfsleven en onderwijs ten behoeve van toegepast onderzoek
- Stimuleren van samenwerking van ervaren ondernemers met jonge waterexperts
- Publiek domein stimuleren om op te treden als launching customer, waardoor meer
activiteit kan worden gegenereerd waarmee de strategische positie van de
watertechnologie wordt versterkt
- Investeringen vanuit NOM: durven te investeren, ook al is een business case niet
100% zeker
2. Inzetten op cross-sectorale samenwerking zodat meer massa kan worden gemaakt.
Met volume wordt de sector dominant en kan de regio zich als de
watertechnologieregio kan onderscheiden
Marketing & Sales
Hoe worden doelgroepen bereikt met de content?
1. In beeld brengen van de bedrijvigheid en werkgelegenheid in de watersector
2. Exportbevordering, bijvoorbeeld door:
- watersector in contact brengen met Dutch Trade Board
- ambassades inzetten om concrete vragen in beeld te brengen waarmee matching
kan worden georganiseerd
- ambassadeur aanwijzen voor watertechnologie in Noord-Nederland
3. Inzetten op Leeuwarden als Europees Centre of Excellence op het gebied van
watertechnologie
4. Profileren van Noord-Nederland als dé watertechnologieregio
Namen en rugnummers
Welke partijen kunnen mogelijk een rol spelen in het domein Water?
-
Ferd Crone / gemeente Leeuwarden;
Hein Molenkamp / Water Alliance;
Johannes Boonstra / Wetsus;
Gerard Adema / CEW Centre of Expertise Watertechnology;
Bedrijfsleven VNO-NCW Noord / MKB-Nederland Noord;
Hans Huis in ’t Veld;
Onderwijsveld.
12
Investeringsvisie
Schematische weergave voor Domein Water
13
Investeringsvisie
AGRO & FOOD
Content
Wat zijn maatschappelijke vraagstukken in de agro- en foodsector en waar
liggen de kansen voor Noord-Nederland?
Uit de expertmeetings is duidelijk geworden dat in de agro & foodsector kan worden
onderscheiden tussen twee ketens. Enerzijds is dat de dairy chain (zuivel), anderzijds de
growing chain (aardappelen, suiker en tarwe).
De zuivel maakt een autonome groei door. Dit is te verklaren door de groeiende
internationale behoefte aan zuivelproducten en het vooruitzicht op het aflopen van de
Europees opgelegde melkquota in 2015. In Noord-Nederland, met name in Friesland,
worden miljoenen geïnvesteerd in nieuwe zuivelfabrieken. Bovendien is veel activiteit
rond het valoriseren van reststromen in het proces (wei). De sector staat voor een grote
uitdaging op het gebied van human capital.
Naast de verwachte exponentiële groei die de sector zal doormaken zijn er eveneens
zorgen over de ontwikkelingen in de zuivelsector. Buitenlandse partijen (met name uit
China) vestigen zich in toenemende mate in Noord-Nederland om goedkope grondstoffen
te kunnen verwerven. De toegevoegde waarde van de producten die van deze
grondstoffen worden gefabriceerd, slaat echter in het buitenland neer.
De “growing chain” in Noord-Nederland bestaat uit aardappelen, tarwe en suiker.
Ten aanzien van aardappelen kan onderscheid worden gemaakt tussen
consumptieaardappelen (nader te onderscheiden in tafelaardappelen en aardappelen
voor de industrie) en pootgoed. Pootgoed, in het bijzonder de kennis van genetica van de
diverse aardappelrassen, is de drijvende factor in deze sector: de licenties op deze kennis
maken het geld. Noord-Nederland excelleert in deze kennis.
Ten aanzien van graanproducten in Noord-Nederland geldt dat de innovatie wordt
gedomineerd door grote internationale partijen met kennis van graanrassen. Hier is
ruimte voor ontwikkeling. De inkoop van graan is mondiaal, de afzet is regionaal. De
ervaring is dat het regionale karakter van de producten voor consumenten belangrijker
wordt. Hierop wordt dan ook ingezet. Ook in deze sector is bovendien veel activiteit rond
het valoriseren van reststromen.
Er wordt focus gegeven aan het optimaal faciliteren van groei in de zuivelsector en het
stimuleren van verdere ontwikkeling in de growing chain. Met name in de zuivel en in de
tarwe zijn stevige uitdagingen zichtbaar. Focusgebieden zijn derhalve:
- Dairy chain (zuivel)
- Growing chain (tarwe)
DAIRY CHAIN
De groei die de zuivelsector doormaakt stelt de sector voor een grote uitdaging op het
gebied van human capital. In de komende jaren zal een groot aantal arbeidskrachten
moeten worden aangetrokken. Bovendien kent de zuivelsector veel vergrijzing kent en
14
Investeringsvisie
staat de sector daarmee voor een vervangingsvraagstuk. Om de groei in de zuivelsector
te kunnen faciliteren is derhalve van belang dat er in de komende jaren voldoende
potentieel wordt opgebouwd. Er wordt daarom gepleit voor het terugbrengen van de
fascinatie voor de agro & food sector.
Voor het Noorden is het bovendien van groot belang dat de zuivelsector ook in het
Noorden blijft. Er wordt dan ook voor gepleit om in te zetten op een duurzame
verankering van de sector in de regio, waarbij ervoor gewaakt moet worden dat ook de
toegevoegde waarde die met noordelijke grondstoffen wordt gerealiseerd in NoordNederland kan neerslaan.
GROWING CHAIN
Deze sector wordt sterk gedomineerd door een aantal grote internationale partijen. De
kennis van graanrassen, en daarmee de innovatie in de sector, zit bij deze partijen. Een
grote kans ligt derhalve in het aantrekken van kennis in Noord-Nederland om de
innovatiekracht te vergroten. Er wordt dan ook voor gepleit om sterk in te zetten op de
ontwikkeling van kennis op het gebied van graanrassen. Hierbij kan van de
aardappelsector worden geleerd.
Een uitdaging waar de gehele agro en food sector voor staat, is dat er ruimte nodig is om
te kunnen groeien. Er wordt daarom gepleit voor het optimaal faciliteren van de agro en
food in ruimtelijke zin.
Enabling
Welke faciliteiten en randvoorwaarden zijn nodig om de kansen te verzilveren?
1. Voldoende gronden bestemmen voor zuivel of graanproductie
2. Inzetten op juiste infrastructuur ten behoeve van transport vanuit landelijke
gebieden
3. Voorkomen dat toezicht op de sector te bureaucratisch wordt:
toezichthoudende instanties moeten ZBO’s blijven
4. Aandacht voor agro & food in het basisonderwijs
5. Inzetten op een stevige opleiding op het gebied van levensmiddelentechnologie in
brede zin
6. Massa maken: clusteren van actieve partijen in Noord-Nederland, sector brede en/of
specifieke kennisnetwerken organiseren (bvb. “Agro-overleg”), versterken van de
verbinding van MKB bedrijven en aanverwante industrie
7. Ontwikkelen van een concept als “dairy chain Fryslân” voor de growing chain
8. Inzetten op behoud van toegevoegde waarde van producten die met
noordelijke grondstoffen worden gefabriceerd
Marketing & Sales
Hoe worden doelgroepen bereikt met de content?
1. In beeld brengen van de sector: cijfers van investeringen, cijfers omtrent de productie
van grondstoffen, eindproducten, het aantal banen, etc.
2. Het opzetten van proeflocaties om de affiniteit met de sector te vergroten
3. Vermarkting in Nederland als de agro & foodregio: wij hebben werk!
15
Investeringsvisie
Namen en rugnummers
Welke partijen kunnen mogelijk een rol spelen in het domein Agro & Food?
-
NOM;
LTO;
Suikerunie;
HZPC;
Friesland Campina;
Aware;
Avebe;
Hochwald;
Basic Supply Group;
Smilde Foods;
Van Hall Larenstein (Dairy chain Fryslân);
Koopmans Koninklijke Meelfabrieken;
VNO-NCW Noord / MKB-Nederland Noord.
Schematische weergave voor Domein Agro & Food
16
Investeringsvisie
ENERGIE
Content
Wat zijn maatschappelijke vraagstukken in de energiesector en waar liggen de
kansen voor Noord-Nederland?
Sinds enkele jaren vindt er een fundamentele omslag plaats met betrekking tot de
energievoorziening. Deze trend is onmiskenbaar en kent aan de ene kant een lange
termijnperspectief en aan de andere kant een transitiepad voor de middellange en korte
termijn.
Lange termijnperspectief (ter duiding)
Op de lange termijn zal er sprake zijn van:
1. Voor de consumenten een decentrale opwekking van elektriciteit, ondersteund door
smart grids
2. Grootschalige energieopwekking vooral voor de grootverbruikersmarkt, maar efficiënt
georganiseerd door middel van cascadering van de energievraag (het fysiek bij elkaar
brengen van bedrijven die gezamenlijk de totale energie zo efficiënt mogelijk kunnen
inzetten, van hoogwaardig naar laagwaardig)
3. Een hoge energievraag: de totale energievraag zal niet snel afnemen
4. Een volledig CO2-neutrale energieopwekking
Korte en middellange termijnperspectief
Voor deze Investeringsvisie is met name de fase van transitie relevant. Op de korte en
middellange termijn zal de zowel de energievraag als het energieaanbod gebaseerd zijn
op de aanwezigheid van aardgas. De meeste huishoudens gebruiken aardgas voor
verwarming. De warmtevraag vanuit met name de industrie zal vooral moeten worden
ingevuld middels de verbranding van fossiele brandstoffen.
Biomassa of biogas spelen op de korte en middellange termijn een ondergeschikte rol.
Met betrekking tot fossiele brandstoffen geldt dat de markt verstoord is geraakt door de
exploitatie van schaliegas in de VS, waardoor kolen prijstechnisch veel aantrekkelijker
geworden dan aardgas, ook al is de CO2-uitstoot van aardgas verhoudingsgewijs lager.
Voorlopig zal grootschalige en centrale elektriciteitsopwekking noodzakelijk blijven om
aan de totale vraag te kunnen voldoen, het net stabiel te houden en om in de behoefte
van grote afnemers kunnen voorzien.
Naarmate de tijd vordert zullen consumenten en kleine verbruikers steeds meer eigen
opwekking realiseren, middels zonnepanelen, windmolens en biovergisting. Hierbij lopen
vraag en opwekking niet parallel. Om dit te optimaliseren zullen er smart grids moeten
worden ontwikkeld.
De aanwezigheid van de volledige aardgasketen in Noord-Nederland (winning, transport,
opslag en handel) geeft Noord-Nederland internationaal een uitstekende positie in de
gasketen (knooppunt van Noord-West Europa) en nationaal als energiekennisknooppunt.
17
Investeringsvisie
Omdat aardgas nog geruime tijd nodig zal zijn om in de totale energievraag in Nederland
te kunnen voorzien is het van belang om het rendement van gaswinning verder te
vergroten, met daarbij als belangrijke randvoorwaarde dat het draagvlak voor de
gaswinning behouden blijft. Mogelijk zijn andere fossiele brandstoffen tijdens de transitie
eveneens nodig en dat werpt een nieuw licht op het belang van CO2-opslag. Ook
hiervoor is in Noord-Nederland een aantal belangrijke randvoorwaarden aanwezig:
(nagenoeg) lege gasvelden, kennis van de ondergrond, leidinginfrastructuur.
Het lijkt erop dat er in Noord-Nederland te weinig biomassa te vinden is om grootschalig
een serieuze vervanger te worden voor aardgas of andere fossiele brandstoffen. Wel is er
potentie voor nichemarkten, bijvoorbeeld als brandstof voor vrachtverkeer, scheepvaart
e.d.
Op het vlak van zon- en windenergie moeten er geen grote verwachtingen met
betrekking tot productontwikkeling worden gekoesterd. Economische kansen liggen
vooral op het vlak van de dienstverlening er omheen (montage, transport en onderhoud).
Buiten de gassector kent de energiesector weinig samenhang. We zien dat er een
omvangrijke hoeveelheid elektriciteit wordt opgewekt en aanlandt in de Eemshaven. Dit
is een mooie combinatie, gereguleerde opwekking in combinatie met niet planbare
opwekking. In combinatie met de gevraagde netstabiliteit voor de kleingebruikersmarkt
biedt dit kansen voor het ontwikkelen van smart grids, zowel kleinschalig als op groot
niveau.
Ten slotte liggen er kansen op het snijvlak van de gassector en de elektriciteitsproductie,
namelijk het omzetten van (goedkope) elektriciteit in andere vormen van energie
(waterstof, gas, of compressed air).
Samengevat ligt de focus op:
-
Het volledig benutten van de aanwezigheid van aardgas
Een pilotproject voor ondergrondse opslag van CO2
Het uitnutten van de positie van de Eemshaven als “stopcontact” in combinatie met
ontwikkeling van smart grids
Het vinden van oplossingen voor de opslag van goedkope elektriciteit (power-to-gas,
compressed air)
Aardgasbenutting en CO2-opslag
Om de positie van de gassector veilig te stellen is herstel en behoud van draagvlak van
gaswinning essentieel. Daarnaast zullen nieuwe innovaties nodig zijn om een optimaal
rendement uit de aanwezige gasvelden te halen. Gezien de krachtige basis van de
aardgasketen en de aanwezige kennis hiervan is het noodzakelijk dat deze kennis
verankerd wordt binnen de Energy Academy Europe. Kennis van de ondergrond, gas en
opslag is noodzakelijk voor een pilot voor CO2-opslag. Maar ook is deze kennis
onontbeerlijk bij het opslaan van compressed air of bijmengen van door power-to-gas
geproduceerd gas. Een belangrijke randvoorwaarde is dat de CO2-emissiehandel goed
functioneert en dat CO2 een juiste prijs krijgt (in tegenstelling tot nu).
Het huidige imago van aardgaswinning is slecht en het draagvlak is laag. Hieraan zal
hard gewerkt moeten worden. De partijen die direct betrokken zijn bij de winning kunnen
dit niet alleen, sterker nog, deze partijen zijn bij voorbaat verdacht. Een gezamenlijke
imagocampagne zal noodzakelijk zijn. Om voor de rest van Nederland de essentiële
functie van Noord-Nederland in het energiegebouw duidelijk te maken is een goede
positionering van Noord-Nederland noodzakelijk. Dit voorkomt een herhaling van de
schadecompensatie-soap zoals deze zich rond de gaswinning afgelopen jaar heeft
voltrokken.
18
Investeringsvisie
Ontwikkeling van smart grids
Gezien het belang van netstabiliteit en betrouwbaarheid is de ontwikkeling van smart
grids noodzakelijk. Omdat in de Eemshaven een elektriciteitsknooppunt ontstaat, is het
voor de hand liggend om dit als ankerpunt te gebruiken. Kennisontwikkeling via
bijvoorbeeld Energy Academy Europe is essentieel. Bovendien zijn er nieuwe
kostenverdelingsmodellen nodig, op dit moment heeft netstabiliteit en betrouwbaarheid
nog geen prijs, maar dat zal in de toekomst wel noodzakelijk zijn. Energy Valley blijft een
handige en herkenbare entiteit om bovengenoemde zaken te vermarkten. Daarbij is het
wel noodzakelijk dat deze organisatie een transitie doormaakt en meer gaat focussen.
Enabling
Welke faciliteiten en randvoorwaarden zijn nodig om kansen te verzilveren?
1. Investeren in kennisontwikkeling in brede zin:
- Verankering van kennis rond aardgaswinning in Energy Academy Europe
- Kennisontwikkeling rond CO2-opslag ten behoeve van te voeren pilot
- Ontwikkeling van smart grids
Marketing & Sales
Hoe worden doelgroepen bereikt met de content?
1. Draagvlak voor en imago van aardgaswinning verbreden/verbeteren in NoordNederland
2. Marketingcampagne ter positionering van Noord-Nederland ten opzichte van de rest
van Nederland: Noord-Nederland heeft een essentiële functie
3. Inzetten op Noord-Nederland als pilotregio voor CO2-opslag
Namen en rugnummers
Welke partijen kunnen mogelijk een rol spelen in het domein Energie?
- Gasketen: NAM/Gasunie/Gasterra;
- Knooppunt Eemshaven en smart grids: Groningen Seaports / Tennet / Enexis /
elektriciteitsproducenten
- CO2-opslag: grootverbruikers fossiele energie i.c.m. kennis vanuit NAM / Energy
Academy.
19
Investeringsvisie
Schematische weergave voor Domein Energie
20
Investeringsvisie
5) Bijlagen bij Investeringsvisie
Verslagen expertmeetings Gezondheidszorg, Agro/food en Water en analyse
energiesector (februari 2014).
VERSLAG EXPERTMEETING GEZONDHEIDSZORG
De expert meeting is bedoeld om ontwikkelingen in de zorgsector in
beeld te brengen, zodat de door het bedrijfsleven gewenst
investeringen kunnen worden benoemd
Context mondiaal / nationaal
Algemeen
- Mondiale ontwikkeling in zorg gaan over care and cure
- Nederlandse situatie vergeleken met rest Europa niet goed
- Beweging van ziekte en genezing naar gezondheid en gedrag
- In nieuwe beweging staat eigen verantwoordelijkheid centraal. Niet langer het
automatisch recht hebben op alle vormen van zorg.
- Terugkeer naar vroeger: familie moet deel zorg invullen
- Kosten worden in de toekomst afgezet tegen quality of life. Randvoorwaarde die
belangrijke rol zal spelen is de beschikbaarheid van personeel.
- 95% van de mensen tot 95-jarige leeftijd thuis
- Zorg is primair niet klantgericht
- Zorg heeft verdieneffecten en capaciteit maar deze worden genegeerd bij investeringen
en in het debat rond zorg
- traditionele partijen in de zorg gaan het naar verwachting verliezen van commerciële
partijen. Commerciële wereld zal als aanjagende partij nodig zijn
- E-health toepassingen sterk in opkomst
- Noodzaak om in preventie te investeren
Context Noord-Nederland
-
behoefte aan voldoende personeel
druk op voorzieningen
decentralisatie naar lokaal niveau
costdrivers: - vergrijzing; - obesitas met als gevolg diabetes; - investeringen voor addOn (nieuwe ontwikkelingen en innovaties). Dit zijn geen vervangers maar aanvullingen
- Zorgverzekeraars in NN op bestuurlijk niveau erg goed
- op het gebied van life science veel kleine bedrijven geen grote bedrijven
- het denken over zorg en over publiek/private samenwerking schiet tekort omdat de
zorg geen rendement hoeft te behalen
- financiering preventie groot probleem
21
Investeringsvisie
Wensen / behoeften Noord-Nederland
- Kies voor Healthy Ageing als drager van de plannen in NN. Het is al Europese drager en
wordt herkend. HA vertegenwoordigt voedsel, leefstijl, care, cure etc. Is breder dan het
begrip ‘gezondheidszorg’
- Geef meer aandacht aan preventie; dat is de toekomst voor de gezondheidszorg
- grootschalige en lange termijn projecten op gebied van overgewicht zullen toon zetten
- NN onderscheidt zich nu al als pilotregio. Positioneer NN dan ook als voorbeeldregio
voor Healthy Ageing want er lopen al twee grote projecten
- maak van NN laboratorium; aandacht voor life science
- glasvezel is voorwaarde voor E-health toepassingen
- neem obesitas life line als item van strategische investering (beweging, voeding, rol
werkgevers etc.
Lobbypunten VNO-NCW Noord
- lobby voor meer nadruk op preventie
- borg infrastructuur voor life sciences zodat ook grote bedrijven op dit gebied NN
interessant gaan vinden (kennis, netwerkregio)
- pleit voor uitbouw van het noordelijke life science cohort -> veel spin off -> zwaan
kleef aan effect
- stimuleer bedrijfsleven tot sport, tot stoppen met roken etc.
- pleit voor profilering NN als healthy ageing regio waar klant centraal staat
- bekijk zorg niet alleen als kostenpost maar ook als verdienmodel want er wordt veel in
geïnvesteerd en geeft veel werkgelegenheid
- leg verbinding tussen zorg en industrie
- samenwerking met bedrijfsleven kan het proces in de zorg doelmatiger maken. Meer
kwaliteit en efficiency
- lobby voor goed glasvezel in krimpgebieden
- organiseer verbinding tussen bedrijfsleven, onderwijs, overheid en burger
- pilotregio EU uitnutten
- Noorden moet voorwaardenscheppend voor E-health zijn (glasvezel)
- Noorden moet grootschalige interventie op lifestyle voorstaan (scholen, bedrijven etc.)
NAM is hier erg actief mee.
Namen / rugnummers
-
UMCG
RUG
De Friesland Zorgverzekeraar
Menzis
Partijen die invloed moeten willen uitoefenen:
- Patiëntenverenigingen, ouderenbonden -> de nieuwe oudere wil zelf beslissen
- Zorgorganisaties
- Grote bedrijven
22
Investeringsvisie
VERSLAG EXPERTMEETINGS WATER
De expert meeting is bedoeld om ontwikkelingen in de Watersector
in beeld te brengen, zodat de door het bedrijfsleven gewenst
investeringen kunnen worden benoemd
Context mondiaal / nationaal
- water is een containerbegrip
- sectoren zijn: watertechnologie, maritiem, delta, waterkwaliteit. Noord-Nederland richt
zich daarbij op waterkwaliteit (watertechnologie)
- beschikbaarheid van veilig zoet water is bestaansrecht voor de watertechnologiesector
- waterkwaliteit is drinkwater, afval water, proceswater (industrie)
- eindgebruikers in keten zijn: drinkwaterbedrijven, waterschappen en industrie
- ontwikkelaars in keten zijn: kennisorganisaties, bedrijven en overheid
- succes in watertechnologie vaak in niches
- watertechnologie is zeer multidisciplinair, veel kansen voor maakindustrie en export
- water is export markt; Nederlandse markt is klein en vaak al verzadigd
- waardetoevoeging voor bedrijven in de waterketen zit in unieke kennis/innovatie en de
connectie met hoogwaardige maakindustrie
- watertechnologie geeft een fysiek te exporteren product, alleen export van uren/kennis
leidt tot verlaging van de toegevoegde waarde
Context Noord-Nederland
-
NN is vooral watertechnologie; +/- 110 mkb bedrijven
concentratie rond watertechnologie in Leeuwarden is uniek voor Nederland
watertechnologie is cruciaal voor industrie
veel geïnvesteerd in clusters: Wetsus, CEW en Water Alliance -> begint te werken
clusters werken veel samen in Europa, werken aan opbouw kenniseconomie
noodzakelijk is regionale, nationale, Europese relevantie; dat bepaalt kans
cross-sectoraal werken is een enorme kans.
voortbouwen op huidige sterktes
risico NN is dat bedrijven te snel worden verkocht aan buitenland of randstad
-> brains verdwijnen
- ontwikkelingen in watertechnologie nog erg gericht op bedrijfsvoering / kosten
gedreven. Niet op omgeving gericht. Economische motivatie is leidend.
- proces van R&D naar markt duurt ongeveer 5 jaar en is zeer kostbaar. Dit
vraagt om significante investeringen
Wensen / behoeften Noord-Nederland
1. uitbreiding export
2. verankering / uitbreiding watertechnologie in de regio.
- Europees Centre of Excellence moet fysiek kristallisatiepunt voor water zijn = Noord
Nederland
- Overheid als launching customer; waterschappen. Gemeenten en provincies kunnen dat
afdwingen.
- beleid van clustering voortzetten.
- breng de ketens in het waterdomein in beeld. Wat zijn technische leveranciers en
eindgebruikers? (drinkwater, maritiem, delta, recreatie, technologisch)
- alleen investeren als we scherp hebben wat het strategisch moet opleveren.
- fundamenteel onderzoek en verbinden aan valorisatie gaat goed in NN. Valorisatie van
23
Investeringsvisie
innovaties kan echter zeker nog worden verbeterd.
- Overheid heeft rol om te helpen versnellen/organiseren zodat meer activiteit kan
worden gegenereerd.
- Uitdaging zit in de business. Eindgebruikers hebben in toenemende mate vragen over
waterkwaliteit.
- bedrijfsleven zoekt naar toegepast onderzoek; onderwijs/hbo/mbo betrekken via CEW
en CIV
- watertechnologie kan nog veel beter gebruik maken van het delta cluster, aanwezigheid
Nederlandse bedrijven mondiaal in waterdomein (Royal Haskoning /DHV, Witteveen,
etc.)
- Noord-Nederland als Europese waterhub à la Singapore; proeftuin
- via ambassades concrete vragen in beeld brengen om matching te realiseren. Techn.
Wetensch. Attachees hebben netwerk!
- zoek duidelijke ambassadeur
- VNO kan wellicht aansluiten bij strategisch overleg met clusters en wellicht verbinden
aan noordelijk overleg
Lobbypunten VNO-NCW Noord
- inzetten op steun voortzetting beleid
- organiseer strategisch overleg per domein zodat je invloed op de inhoud van de keten
kunt uitoefenen
- positionering NOM , KvK moet duidelijker en beter
- afdwingen hands-on export ondersteuning -> TWA netwerk werkt écht
- contact Dutch Trade Board
- cross –sectorale samenwerking zou veel kunnen opleveren -> massa maken waarmee
je je als regio kunt onderscheiden. Met volume wordt je dominant
- lobby bij waterschappen. Maak ze launching customer. hoger plan, dan creëer je massa
en versterk je de strategische positie van de watersector
- risicodragend investeren is wenselijk om proces van innovatie te versnellen; rol
Overheid moet veranderen.
- durf te investeren zonder dat er een 100% zekere business case is. Dit zorgt voor
acceleratie. NOM mag meer risico nemen
- keten sterker maken, export bevordering! Vooral voor kleine, fijne bedrijven met niche
- NOM moet naar provincies zodat men niet meer beïnvloed wordt door EZ en echt kan
kiezen voor noordelijke thema’s
- focus op noorden als de plek voor watertechnologie
- inzet op gerichte samenwerking: VNO kan helpen verbinding maken tussen technologen
en ondernemers (bijv. coaching à la JNO, 10 ondernemers die jonge waternerds een
stap verder kunnen helpen
Doel
- landelijke erkenning: watertechnologie = noord
- 5 à 10 nieuwe middelgrote/kleine Paques-achtige bedrijven met specifieke niches die
hoge toegevoegde waarde aan keten leveren.
- RIS 3; geen instrumenten met ingewikkelde voorwaarden. Zorg dat kleine bedrijven bij
het geld kunnen.
Namen / rugnummers
- Ferd Crone
- Hein Molenkamp
- Johannes Boonstra
- Hans Huis ‘t Veld
- Bernard Wientjes
24
Investeringsvisie
VERSLAG EXPERTMEETING AGRO & FOOD
De expert meeting is bedoeld om ontwikkelingen in de agro &
foodsector in beeld te brengen, zodat de door het bedrijfsleven
gewenst investeringen kunnen worden benoemd
Context mondiaal / nationaal
Algemeen
- kwalitatieve honger krijgt een volgende fase: bevolking in ontwikkelingslanden kan zich
een hoger niveau voeding veroorloven. De toename richt zich sterk op koolhydraten
- Westerse etenswaren worden minder en minder koolhydraat-georiënteerd en meer
bewust (duurzaam, regionaal, herleidbaar, koolhydraatvervangers als soja, lupine,
kinoa)
- Zuivelproducten zijn in de voeding een aanvulling op graanproducten
Graan
- mondiale inkoopmarkt van graan vs. landelijke afzetmarkt van graanproducten
- markt is laatste jaren sterk veranderd: concurrentie op basis van prijs
- retail legt druk op de keten
- innovatie wordt gedomineerd door grote mondiale partijen met kennis van graanrassen
- veel activiteit rond benutten van reststromen / restproducten: duurzaamheid
- weinig export van graanproducten (vanuit Nederland)
- geen breakthrough innovations / restproducten nog niet in valorisatie
Zuivel
- Eindigen melkquota 1 april 2015: verwachte groei van de sector met 10-20% tot 2020
- Groeiende mondiale behoefte aan zuivelproducten (m.n. vanuit Azië)
- veel activiteit rond het valoriseren van wei: duurzaamheid
Aardappelen / zetmeel
- zetmeel markt onderhevig aan ontwikkelingen wereldmarkt in verband met het volgen
van de graanprijs
Context Noord-Nederland
Graan
- gebrek aan kennis, bemoeilijkt productinnovatie: onderzoek nodig
- dichtstbijzijnde universiteit met kennis van tarwerassen is Leuven (België)
- inspelen op regionalisering: klant heeft meer behoefte aan duurzame, herleidbare
producten (back to basics; ambachtelijke producten)
- voldoende ruimte en geschikte infrastructuur voor uitbreiding van productie
- meer eigendomsrecht te ontwikkelen -> duurzaamheid kan drager zijn
Zuivel
- miljoeneninvesteringen in het Noorden, met name Friesland
- veel kennis aanwezig
- innovaties vinden plaats bij kleinere bedrijven
- human capital is een probleem: vergrijzing in de sector en (te) weinig nieuwe
instroom om aan grote vervangingsvraag te kunnen voldoen. Daarbij concurrentie grote
bedrijven vs. MKB qua human capital: kwaliteit wordt weggekocht
Aardappelen / zetmeel
- Verschil tussen consumptie en pootgoed
25
Investeringsvisie
-
Op het gebied van pootgoed is Nederland het centrum van de wereld
Pootgoed kent veel innovatie -> drijvende factor is genetica: kennis van rassen
Waar de aardappelen worden geteeld maakt niet uit
Licenties op rassen maken het geld
Consumptie aardappelen in te delen in industrie aardappelen (zetmeel) en tafel
aardappelen.
Veel innovatie in keten industrie aardappelen, nauwelijks innovatie bij
tafelaardappelen.
Wensen / behoeften Noord-Nederland
Algemeen
- fascinatie voor agro & food terugbrengen: beginnen bij basisonderwijs
- onderwijs: kennis levensmiddelentechnologie in Noord-Nederland hebben en houden
- middelen beschikbaar stellen voor concrete projecten in plaats van aan instituties
- stel de vraag of er dominante spelers zijn. Zo ja, dan heb je innovatie
Kijk naar suikerunie, Avebe, Zuivelreuzen, HZPC. Dit zijn dominante spelers en dus is er
Innovatie.
- zijn er geen dominante spelers creëer deze dan. Als de individuele bedrijven te klein
zijn om dominantie af te dwingen ga dan over tot clustervorming waardoor je dit wel
kan.
- dairy chain is bijna een feit; creëer ook een ‘growing chain’
- communicatie met één mond vanuit bedrijfsleven richting onderwijsinstellingen:
bedrijfsleven in de lead zetten bij de totstandkoming van onderwijsprogramma’s
- organiseren van meer samenwerking / netwerken op inhoud
Graan
- duurzame en regionale verbouw van graan: hiervoor is kennis nodig
- vergaande ketenintegratie: van akkerbouwer tot afnemer
- dominante spelers zijn internationale partijen. In Nederland geen dominantie
Zuivel
- meer samenwerking: initiatieven als Innexus verder benutten
- sterke verankering van de sector in Noord-Nederland
- hulp bij human capital vraagstuk: vergrijzing in de sector en (te) weinig nieuwe
instroom om aan grote vervangingsvraag te kunnen voldoen
- vermarkting van de regio: werk in de zuivel!
Aardappelzetmeel
Lobbypunten VNO-NCW Noord
- Sterke inzet op levensmiddelentechnologie + spreken namens bedrijfsleven bij
totstandkoming van de inhoud van onderwijsprogramma
- Vermarkting regio en sector als aantrekkelijk en met volop werkgelegenheid
- Organiseren van netwerken op inhoud
- Werkgeverskoepels moeten duidelijker het agro/food belang in beeld brengen; dan
creëer je meer elan. Doe dit door cijfers te produceren. ‘Wat draag agro bij aan NN
economie?’ Hoeveel bedrijven zijn er in de foodsector in NN?’
- Infrastructuur is ongelooflijk van belang voor agro/foodsector. Agro is altijd een
volumineus product dat in afgelegen gebieden wordt geproduceerd. Moet uit de
periferie kunnen worden getransporteerd. Daarmee is de agro/food sector een middel
om blijvend voor infra te lobbyen.
26
Investeringsvisie
- Infrastructuur houdt eveneens in de wijze waarop het proces van toezicht op de sector
is georganiseerd. Voorkomen moet worden dat de overheid/semi-overheid te
bureaucratisch te werk gaat. ZBO’s moeten zelfstandig blijven.
Namen/rugnummers
NOM: Eise Luitjens– agro/food agenda
Bram Fetter – Suikerunie
Gerard Backx – HZPC (beschikbaar als uithangbord)
Friesland Campina, Aware
Hochwald
Avebe
Smilde Foods
Basic Supply Group – Jan Buining
27
Investeringsvisie
ANALYSE ENERGIESECTOR IN NOORD-NEDERLAND
Context mondiaal/nationaal
Mondiaal
- Wereldwijd nog grote afhankelijkheid van fossiele
brandstoffen. Op de lange termijn zijn deze brandstoffen
eindig, maar op korte en middellange termijn (prijstechnisch)
aantrekkelijk.
- Kernenergie als bron omstreden, grondstof is eindig. Veiligheids- en afvalvraagstuk.
- Klimaatvraagstuk (CO2 uitstoot) vraagt om versnelling transitie en niet te wachten op
uitputting bronnen.
- In de geïndustrialiseerde wereld is de energievraag vooral een warmtevraag
(stoom/heet water) en minder een elektriciteitsvraag.
- Voor consumenten geldt meer dat het een elektriciteitsvraag is (behoudens mobiliteit).
- In principe is er geen tekort aan energie (zon is vooralsnog ‘onuitputtelijk’), maar zijn
de fossiele brandstoffen nog te goedkoop. CO2 emissiehandel komt onvoldoende van
de grond.
- Zon, wind en biomassa gerelateerde energieopwekking nog niet of onvoldoende
concurrerend met fossiele grondstoffen en kennen nog belangrijke nadelen:
Zon: alleen bij daglicht opwekking, opwekking niet vraaggerelateerd
Wind: onregelmatige opwekking, opwekking niet vraaggerelateerd
Biomassa: concurreert met voedselproductie, wereldwijd te weinig grondareaal
beschikbaar
Nationaal
- Bovenmatige afhankelijkheid van aardgas, zowel consumenten als industrie
- Binnen tien jaar Nederland niet meer zelfvoorzienend m.b.t. aardgas
- Niet consistent beleid heeft geleid tot verdwijnen van kansen op eigen ontwikkeling
van industrietakken op het vlak van zon en wind
- SER Energieakkoord, welke moet leiden tot versnelling op een aantal thema’s
- Verhoudingen binnen de keten zijn momenteel dramatisch aan het wijzigen
- Trend van centrale naar decentrale opwekking
- Energieprijs binnen Nederland hoger dan in het buitenland (vooral elektriciteit)
- Rol grote energiecentrales gaat meer richting balanceerfunctie
- Te weinig grensoverschrijdende capaciteit (elektriciteit)
- Nu nog gering aandeel wind, zon, biomassa bij opwekking
- Beleid gericht op forse uitbreiding windenergie (zowel zee als land)
- Grote kansen op het vlak van energiebesparing
Context Noord-Nederland
- Profileert zich als Energy Valley, oorsprong hiervan ligt in de gassector
- Gassector is belangrijkste keten en enige volledige keten (winning, transport, opslag
en handel)
- Groningen-Assen gashoofdstad van Europa
- Draagvlak onder gaswinning onder druk als gevolg van aardbevingsproblematiek
- Rest van energiebedrijvigheid kent relatief weinig samenhang
- Veel elektriciteit en warmte opwekking:
- 1 kolencentrale, 2 gasgestookte centrales, 1 biomassa centrale, 3
afvalverbrandingscentrales, 1 grootschalige WKK (rendement van alle centrales onder
druk)
- CO2 opslag gefaald als gevolg van ontbreken maatschappelijk draagvlak
- Windenergie op land, moeizaam wegens gebrek aan maatschappelijk draagvlak
28
Investeringsvisie
- Windenergie op zee leidt tot kansen voor service industrie in de havens
- Stopcontactfunctie Eemshaven (windenergie, NorNed)
- Kansen voor verbinding tussen gas en elektriciteit (power-to-gas) en andere vormen
van energieopslag
- Biobased economy, veel reclame maar in de praktijk niet grootschalig toepasbaar
(Noord-Nederland is te klein)
- Biogas of groen gas, marginale productie – Noord-Nederland te klein om significant
deel van huidige positie gaswinning over te nemen
- Energy Academy Europe goede basis voor kennisontwikkeling
Wensen/behoeften Noord-Nederland
- Gassector voorlopig nog dragende sector, maar noodzaak tot verbreding van de
kennis
- Draagvlak onder gaswinning terugbrengen
- Kennis vanuit gassector overbrengen naar andere sectoren (bijv. CO2 opslag, offshore
energie): van gashoofdstad naar energiehoofdstad
- Energie infrastructuur vanuit en naar Eemshaven verbeteren (t.b.v. grootschalige
energiecentrales, wind op zee, achterland verbindingen (TENNET)
- Aansprekende vernieuwende technologieën ontwikkelen en testen in Noord-Nederland
(smart grid, power-to-gas, etc)
- Kansen pakken voor toeleverende en service industrie
- Inzetten op kwaliteit v/h personeel.
- Positie verwerven met Energie Academy Europe (zowel gericht op kruisbestuiving als
mensen gericht opleiden voor energie gerelateerde bedrijvigheid
- De juiste randvoorwaarden en faciliteiten vanuit de overheid
- MKB aanhaken, vooral op het vlak van energiebesparing
- Nieuwe positie grootschalige energieopwekking m.b.v. CO2 opslag
Lobbypunten VNO-NCW Noord
-
Behoud draagvlak gaswinning
Inzetten op een tweede leven voor gasinfrastructuur
Energie infrastructuur van en naar Eemshaven
Uitbouw Energy Academy Europe
Passend subsidiekader voor energietransitie
Marktontwikkeling biogas/groengas
Energy Valley concept: meer focus aanbrengen en beter vermarkten
Maatschappelijk draagvlak creëren voor CO2 opslag en wind op land
Namen / rugnummers
- Gas: Gasunie/NAM
- Groningen Seaports
- Energy Academy Europe
29